zondag 31 mei 2020

267: Egenhoven, Woensdag 01 mei 2013, 25,3 km. (5332,279 km.)


“Een vrije dag tijdens de week, een unieke gelegenheid om te genieten van een dagje wandelen doorheen het Vlaamse land. Voorzien van voldoende zon, ging het dan ook richting Egenhoven, alwaar we het parcours zouden volgen van een wandeling uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Deze dagtocht werd omschreven als volgt: ‘Langs Voer, Ijse en Dijle’. Een groot gedeelte van de wandeling zou verlopen langsheen het traject van de GR512 en de Streek-GR Dijleland. De start was voorzien ter hoogte van het dorpsplein van Egenhoven. Na een laat ontbijt konden we van start gaan, hopende op een zonnige en aangename dag. Vanop het centrale dorpsplein ging het over korte afstand langs de Sint-Jansbergsesteenweg en vervolgens via de Termunckstraat linksaf. Even later volgde de Termunckdreef, om via een tunnel onder de Boudewijnlaan te stappen. We staken nadien de autosnelweg E314 over en bereikten op die manier de Bremstraat, waar we voor het eerst de geel-rode markeringen aantroffen van de Streek-GR Dijleland. We zouden vanaf nu zowat 14 km het traject van deze Streek-GR bewandelen.

Via een dalend pad, kwamen we ter hoogte van de Bertemstraat, een veldweg waar we voor rechts kozen. We bevonden ons vrij vlug in een mooie holle weg. Na nogmaals te zijn afgedaald, ging het via een geplaveide straat evenwijdig met de Voer, doorheen de Dorpsstraat. Via een S-bocht staken we de Voer over, om even verder via een pad nabij de rivier, het centrum van Bertem te bereiken. Via de Kerkstraat kwamen we uit op een pleintje voor het kerkhof van de Sint-Pieters-Bandenkerk. We stapten over het kerkhof om de Sint-Pieterslaan te volgen en opnieuw de Dorpsstraat en de Voer te bereiken. Ditmaal gingen we onder de autosnelweg E40 door en onmiddellijk linksaf, richting Korbeek-Dijle. Via een veldweg wandelden we richting Kerkstraat en namen aldaar de volgende zijstraat, de Kapellestraat om aan te komen aan de Sint-Veronakapel. We bleven echter de Kerkstraat rechtdoor volgen, ditmaal via een holle weg. We staken nogmaals de Voer over en bevonden ons even later tussen het riviertje en een waterwinningsgebied. Een prachtig stukje natuur, intussen genietend van de zon. Via een kasseiwegje, Slagberg, ging het naar links bergaf.

We verkregen dan ook rechts zicht op het kasteel de Liedekerke. We staken de Boskee over en volgden een mooie beukendreef naar links, richting kerk van Leefdaal. We gingen niet over de Voer, doch wandelden rechts, naast het riviertje. Even later veranderden we van oever en volgden nog steeds het verloop van de waterloop. Ter hoogte van een alleenstaand huis, sloegen we linksaf in de Lange Gracht, hierbij nog steeds het traject volgend van de Streek-GR Dijleland. We dwarsten de weg Leefdaal-Vossem en vervolgden onze wandeling in de Kleine Zavelweg. We begonnen aan een klim, doorheen een holle weg. Boven gekomen verkregen we een prachtig zicht op Leefdaal en de vallei van de Voer. De weg boog naar rechts, waardoor we wandelden langs de rand van een stukje bos. Nadien ging het doorheen een ander stukje bos, om af te dalen langs de rand van het Tersaartbos. In de verte kregen we zicht op de gelijknamige Tersaarthoeve. 

Zowat 100 m vóór de hoeve, ter hoogte van een elektriciteitscabine dienden we naar links te gaan, alwaar we een gedeelte bewandelden van een oude trambedding. Het betrof de voormalige verbinding tussen Tervuren en Tienen, welke in bedrijf was tot in de jaren 1950. Via tal van veldwegen, af en toe modderig en zelfs deels geploegd en begroeid met gewassen, vorderden we langzaam richting Loonbeek. Na het overschrijden van een heuvel, ging het via een holle weg in dalende lijn naar de drukke weg, Leuven-Overijse, gelegen op het grondgebied van Loonbeek. We staken deze verkeersader over en wandelden via de Bertelsheide tot aan de Ijse, hierbij nog steeds de Streek-GR volgend. Net voor de brug over de Ijse gingen we naar links. We volgden via de oever de kronkelende Ijse en wandelden onder een brug door van een oude trambedding. Even later kwamen we aan ter hoogte van een asfaltwegje. We bemerkten er de rood-witte markeringen van de GR512. We hielden nog steeds dezelfde richting aan tot we de weg Korbeek-Dijle – Sint-Joris-Weert bereikten ter hoogte van de Oude Tramstatie van Neerijse. Vijftig meter verderop aan de overzijde van de weg ging het doorheen een mooie dreef met Japanse kerselaars. 

Aan het einde van deze prachtige dreef troffen we een Sint-Rochuskapel aan. Aldaar ging het schuinrechts een verharde weg in en gingen we voorbij het kasteel van Neerijse. We staken de Ijse over en bereikten het natuurreservaat de Doode Bemde. Tussen twee oude viskweekvijvers door ging onze wandeling verder via een links gelegen knuppelpad. Vrij snel waren we doorheen het natuurgebied, alwaar we ter hoogte van de uitgang de Dijlebrug aantroffen. We verlieten het traject van de GR512 en stapten voor de Dijlebrug naar links. We bevonden ons terug op de route van de Streek-GR. Gedurende een hele tijd volgden we nu de oever van de sterk meanderende Dijle tot aan de samenvloeiing met de Ijse, waarna we de Ijse overschreden via een houten brugje. We behielden dezelfde wandelrichting tot we zicht verkregen op twee eiken aan de oever van de Dijle. Via een poortje bereikten we een graspad waarop we verder de Dijle volgden. Uiteindelijk arriveerden we aan de weg Korbeek-Dijle – Oud-Heverlee, de Stationsstraat, alwaar we even konden verpozen ter hoogte van een picknicktafel. 

We dwarsten de Stationsstraat en wandelden langs een links gelegen gracht. Ter hoogte van een volgende picknicktafel kozen we voor rechts en passeerden even later een bunker. De wandeling werd vervolgd via het Ormendaalpad, om stilaan naar rechts af te wijken, richting autosnelweg E40. Even verder gingen we onder de snelweg door via een tunnelkoker. Weldra bereikten we het Egenhovenbos. We gingen rechtdoor in het bos tot we een kruispunt bereikten ter hoogte van een stuw over de Leigracht. Hier verlieten we het traject van de Streek-GR en gingen naar links via de verhoogde spoorbedding. Uiteindelijk bereikten we ter hoogte van een infobord inzake het Egenhovenbos een kasseiweg. Deze volgden we naar links en enkele bochten later kwamen we in het centrum van Egenhoven. Via de rechts gelegen Kapeldreef kwamen we opnieuw aan op het punt waar we vroeger op de dag waren van start gegaan. Meteen het einde van een aangename en zonnige wandeldag.”

266: Gottem, Zaterdag 27 april 2013, 23 km. (5306,979 km.)


“Een volgende beschreven wandeling uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, leidde ons op een zonnige zaterdag naar Gottem. Aldaar, ter hoogte van de kerk, zouden we van start gaan voor een wandeling van 23 km. Deze dagtocht verkreeg in de wandelgids als titel: ‘In het teken van de Leie en de vlasindustrie’. In hoofdzaak zou de tocht verlopen langsheen het parcours van de GR128 en GR129. We vonden een parkeerplaats ter hoogte van het parochiecentrum De Vlasschuur. Na een hapje ter plaatse, alvorens van start te gaan, konden we even later op weg. We konden er ter hoogte van het parkeerpleintje het beeld bewonderen van de Vlasser. Vanaf de kerk wandelden we al dadelijk langs het traject van de GR129 en dit in de richting van het Leiekanaal. Gekomen ter hoogte van de gekanaliseerde Leie, ging het naar links, langsheen de oever van deze waterloop. De Mandeldalfietsroute, welke we over vrij korte afstand hadden gevolgd, ging hier een andere richting uit. We wandelden onder een brug door. De GR129 verliet even verder de oever, doch wij wandelden verder rechtdoor.

Het ging voorbij het domein ‘de Oude Leie Deinze-Zulte’, om even verder links de Grammenestraat in te gaan. Een betonweg kronkelde tussen de weiden en veranderde later in een onverharde weg, welke ons liet aankomen ter hoogte van een ingang van het natuurreservaat van de Oude Leie. Net vóór deze ingang wandelden we naar rechts en volgden zo het verloop van de oude Leie links van ons. Een graspad volgend, konden we genieten van de omgeving en de rust uitgaande van de natuur. We kregen zicht op de mooie kerk van Grammene, aan de overzijde van de oude Leie en even verder wandelden we onder een wel bijzondere spoorwegbrug door. Voorbij de brug verbreedde de Leiearm alsook het pad dat we volgden. We bereikten uiteindelijk een brede plas, alwaar we konden genieten van enkele watervogels. Nogmaals troffen we een infobord aan inzake het natuurreservaat. We bevonden ons dan ook ter hoogte van de samenvloeiing van de Leie en het Schipdonkkanaal. 

Over korte afstand volgden we nu de oever van het Afleidingskanaal, beter gekend als Schipdonkkanaal, tot waar we een asfaltweg bereikten en we ons bevonden op het traject van de GR128 (Kemmel-Aken). We dienden nu de aanwijzingen van deze GR te volgen, om op de andere oever te geraken van de oude Leie, bijgevolg ging het via de straat Dhoye. Vrij vlug draaide de GR naar links en voorbij een kapelletje kwamen we terug ter hoogte van de oude Leie. Ditmaal volgden we de oever naar rechts. Een drassige passage werd vermeden, vermits we gebruik konden maken van aangelegde vlonderpaden. We naderden opnieuw de spoorwegbrug van voorheen, alwaar de GR128 een andere richting uitging en de oever van de oude Leie verliet. Wij wandelden verder rechtdoor tot aan de brug zelf. Daar klommen we naar de hoger gelegen Oude Heirweg en stapten in de richting van de kerk van Grammene. Ter hoogte van café De Zwaan, in de nabijheid van de kerk, troffen we een oude kerkwegel aan. Via deze kerkwegel kwamen we in de Grijsbulckstraat welke we naar rechts volgden, tot aan het kapelletje van O.-L.-V. van Altijddurende Bijstand.

Voorbij de kapel ging het rechtsaf en net voor de spoorweg, draaiden we links in de Zavelstraat. Via een wandelpad verlieten we de Zavelstraat en staken even verder de spoorweg over. We bevonden ons terug op het parcours van de GR128 en wandelden via de Goedstraat verder. We dwarsten de weg naar Wontergem en gingen de Dosweg in, richting enkele oude bedrijfsgebouwen. Voorbij deze gebouwen ging het via de links gelegen Puttenstraat, welke vrij snel veranderde in een tegelpad. Het pad mondde even verder uit in de Houtbulkstraat, alwaar we rechts aanhielden. De Houtbulkstraat kwam over de spoorweg uit in de Tabakstraat, alwaar de GR’s 128 en 129 elkaar kruisen. We troffen er dan ook een wandelboom aan met vermelding van de GR’s en hun verschillende wandelrichtingen. Wat betreft de GR129 had men de keuze, richting Brugge of Ronse en Dinant. De GR128 liet toe te wandelen naar Deinze en Gent of Roeselare en Kemmel. We verkozen dan ook de GR128, richting Roeselare en Kemmel. 

Een nogal kronkelende weg liet ons genieten van de omgeving. Voorbij een kleine poel ging het naar rechts in de Kattesteertstraat, om aan de volgende splitsing de Groeneweg te kiezen. Even later overschreden we de grens met West-Vlaanderen en dit via de straat Herpelplas. We bereikten nadien een T-kruising, waar de niet langer het traject zouden volgen van de GR128, welke naar rechts verder verliep. Wij gingen naar links, richting kerk van Dentergem. We overschreden de Speijebeek en bereikten een eind verder de kapel van O.-L.-V. van Salette. Net tegenover deze kapel ging onze wandelroute verder via een tegelpad. We staken nogmaals de beek over en via een ander tegelpad wandelden we tussen de kerk van Dentergem en de brouwerij, deze laatste vooral bekend omwille van de ‘Witte van Dentergem’. Tegenover de brouwerij zetten we onze wandeltocht verder via de Gottemstraat. Zowat 100 m verder ging het via een smal wegje tussen weiden door. Er volgden terug enkele stroken betegelde paden. Gekomen ter hoogte van een bushalte ging het verder linksaf in de Kapittelstraat.

We bevonden ons inmiddels terug in Oost-Vlaanderen en bereikten korte tijd later de weg Wontergem-Gottem. We volgden deze weg naar rechts, ondertussen opnieuw het parcours volgend van de GR129. Op het einde van de weg ging het naar links in de Donkerstraat en kwamen we aan ter hoogte van de Kapelledreef. We wandelden verder via de Donkerstraat voorbij een klein wit kapelletje in de richting van Gottem. We dwarsten de Oude Heirbaan en even verder bereikten we de kerk van Gottem, het einde van deze aangename wandeltocht.”

265: Sint-Margriete, Zondag 21 april 2013, 21,7 km. (5283,979 km.)


“Een zondagochtend, vol zonneschijn, bracht ons naar Sint-Margriete. Aldaar zouden we een wandeltocht aanvangen ter hoogte van de kerk. De wandeling werd in de Dagstappergids Oost-Vlaanderen als volgt omschreven: ‘Water, wind en wolken over de uitgestrekte landerijen en stille dorpen’. Volgens de beschreven route bedroeg de totale wandelafstand 21,7 km. Voor het grootste gedeelte van de route zouden we de geel-rode tekens volgen van de Streek-GR Uilenspiegel. Na een hapje en voorzien van aangepaste kledij konden we op weg. We namen even de tijd om de kerk te bekijken en een zogeheten tiendenpaal, welke zich bevond vóór de kerk. Deze palen zijn een gevolg van het tiendenrecht en aldus van kerkelijke oorsprong. Een tiende van de opbrengst van een landbouwbedrijf ging naar de abdij of het kapittel waartoe het grondgebied behoorde. De tiendenpaal aan de kerk droeg de initialen SB (Sint-Baafs). Een oude waterpomp in de nabijheid was eveneens een bezienswaardigheid.

 De wandeling begon langs de hoofdstraat van het dorp, naar rechts richting Nederlandse grens. Net alvorens de grens te bereiken, ging het opnieuw naar rechts via de Sint-Lievenspolder. Vanaf nu zouden we geruime tijd wandelen op het traject van de Streek-GR Uilenspiegel. Het ging langs een links gelegen dijk en even verder voorbij de Molenkreek. Ter hoogte van een haakse dijk wandelden we naar links, richting Waterlandkerkje. Zo bereikten we de grenspaal 333, en betraden we het grondgebied van Zeeuws-Vlaanderen. Het wandelparcours volgde enkele elkaar opvolgende dijken, alwaar we tal van schapen konden bekijken. We dwarsten even later de weg Sint-Margriete – Waterland-Oudeman en bevonden ons terug op Belgische bodem. Zowat 100 m voorbij de grens ging het rechtsaf in de Zeestraat. Wat verder werd de straat Vluchtelingenstraat en bereikten we nogmaals de Molenkreek, ditmaal vanuit een andere richting. We hielden ditmaal links aan en bevonden ons terug in de Livinuspolder. Tot slot kwamen we ter hoogte van een rotonde in Elmare.

 Nog steeds de Streek-GR Uilenspiegel volgend, wandelden we verder via de Hogestraat naar het kerkje van Sint-Jan-In-Eremo. Dit Sint-Jan-de-Doperkerkje dateert van 1682. Lange tijd was deze plaats een bedevaartsoord. We staken de hoofdweg over en wandelden rechtdoor, richting Boerenkreek, vandaag de dag een provinciaal domein met een watersportcentrum. Via enkele trappen bereikten we de hoger gelegen dijk en verkregen aldaar een schitterend uitzicht over de Boerenkreek. Het ging naar links over de dijk, om aan het einde af te dalen naar de weg Bentille – Sint-Jan-In-Eremo. We volgden de weg naar rechts tot aan de Sint-Jansbrug over het Leopoldkanaal. Via de brug ging het over het kanaal. Aldaar bemerkten we nu de tekens van de GR5A, alsook van de LAW Grenslandroute. We wandelden nu langs het traject van drie verschillende wandelroutes. Op de oever van het Leopoldkanaal ging het dan ook meteen naar rechts. Rechts hadden we zicht op het Leopoldkanaal en links de Bentillekreek. Via een graspad wandelden we verder tot aan de volgende brug, de Zonnebrug. Aldaar staken we opnieuw het Leopoldkanaal over en wandelden rechtdoor verder.

 Het ging langsheen de dijk , waarbij we een opvallend kunstwerk konden aanschouwen bovenop de dijk. Gekomen ter hoogte van een splitsing ging het naar rechts, teneinde het traject verder te volgen van de GR5A. We stapten nog een eindje over het traject van de Streek-GR Uilenspiegel, welke rakelings langs de Boerenkreek ging. Uiteindelijk bereikten we een voorrangsweg, voorzien van de geel-blauw bewegwijzerde fietsroute, de LF 51 Gravejansroute. We dwarsten de voorrangsweg en volgden een smalle betonweg rechtdoor. We wandelden voorbij een kreekje, de Roeselarekreek, doch bijna uitgedroogd. Na enkele bochten bereikten we een kruispunt van wegen. Aldaar volgden we niet langer het traject van de LF-route, doch gingen rechtsaf, de Uilenspiegelroute verder volgend. Op die manier ging het langs de links gelegen Hollandersgatkreek.

 Eenmaal de kreek voorbij, dwarsten we de weg Sint-Kruis – Sint-Margriete en hielden rechtdoor aan op de betonweg. Met een rechts van ons gesitueerde dijk, bleven we steeds verder rechtdoor wandelen tot net vóór de grenspaal 336. We kozen voor rechts en bleven aldus op Belgisch grondgebied. Na opnieuw een bocht naar links en vervolgens naar rechts, wandelden we voorbij camping de Soetelaer. Wat later wandelden we via de krinkeldijk terug richting eindpunt van de wandeling, de kerk van Sint-Margriete. Een zonnige en aangename wandeltocht kwam ten einde.”

264: Schorisse, Zaterdag 20 april 2013, 25,3 km. (5262,279 km.)



“Een stralend blauwe hemel, het ideale moment om de wandelschoenen aan te trekken op deze zaterdagochtend. We hadden dan ook voor deze dag een wandeling gekozen uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, met start ter hoogte van de kerk van Schorisse. De afstand van deze dagtocht bedroeg 25,3 km. In onze wandelgids werd deze trektocht omschreven als volgt: ‘Waar de Ronde van Vlaanderen geschiedenis schrijft’. Het beloofde dus een dag te worden van klimmen en dalen doorheen de Vlaamse Ardennen. Na een autorit bereikten we dan ook de plaats van vertrek in Schorisse. Na een hapje konden we op pad. Naast de plaatselijke kerk begaven we ons in de Essestraat om vrijwel dadelijk de eerste beklimming van de dag aan te vangen, naar de top van de Foreest. Naarmate we aan hoogte wonnen verkregen we een prachtig zicht op enkele heuvels van de Vlaamse Ardennen. Boven gekomen gingen het naar rechts in de Omer Wattezstraat, alwaar we ons trouwens bevonden op de gelijknamige Omer-Wattez Wandelroute. Een kruising verder daalde de weg, om de Rijststraat te bereiken.

Eenmaal beneden, kondigde zich een nieuwe beklimming aan, ditmaal via een veldweg. Op het einde van de heuvel kwamen we in de A. Odevaartstraat. Wat verder bemerkten we aan één van de woningen een gedenkplaat ter ere van Arthur Odevaert, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gearresteerd door de Gestapo en werd gefusilleerd te Oostakker in augustus 1944. In de verte zagen we de radartoren van La Houppe, een plaats waar we later tijdens de wandeling zouden komen. Op het einde van de weg bereikten we het kruispunt Bosgat, alwaar we kozen voor links. Zowat 200 m verder ging het rechtsaf, richting bos Ter Rijst. We werden dan ook uitbundig begroet door ontelbare aantallen witte boshyacinten, welke baadden in het zonlicht. Een ware streling voor het oog. In het bos zelf volgden we de hoofddreef zuidwaarts. Voorbij het bos volgde een andere bezienswaardigheid, een vervallen hoeve. Fotogeniek op zich, doch meer valt daarover dan ook niet te zeggen. We wandelden verder over een bospad voorbij de hoeve, een pad dat snel een verharde weg werd. Gekomen op een kruispunt ging het naar rechts, richting kerk van D’Hoppe (La Houppe). Aldaar kwamen we ter hoogte van de drukke N48.

We hielden er even halt om enkele foto’s te nemen van de kerk en de dichtbij gelegen Lourdesgrot. Een grot waar trouwens zich een steen bevond uit de echte grot te Lourdes. Ter hoogte van het klooster van La Houppe ging het even later over korte afstand langsheen de N48 naar links, om nadien de weg te dwarsen, richting Vloesberg-Flobecq. De weg ging een stukje doorheen het bos, waarna we de kapel van D’Hoppe bereikten, de ‘Caplette’. Vanaf nu bevonden we ons op het traject van twee Groteroutepaden, de GR122 (Zeeland-Champagne-Ardenne) en de GR5A (de Wandelronde van Vlaanderen). We volgden de wit-rode markeringen naar boven, via een brede holle weg tussen de bomen, passeerden een stortplaats en bereikten tot slot een reusachtige antenne. De kleur van de grond was er opvallend zavelkleurig. Boven ter hoogte van de radartoren ging het GR-pad linksaf en wandelden we doorheen het Pottelbergbos. Ditmaal ontelbare gele hyacinten in het bos. Naarmate we het einde van het bos hadden bereikt, kwamen we ter hoogte van de eerste woningen van de wijk Queneau.

In Queneau wandelden we verder via een paadje langs de N520, dus niet via de drukke weg. Even verder veranderde het paadje in een aardeweg en vervolgens een asfaltbaan. We dwarsten de N520 om via een pad af te dalen naar een beek. Het ging nadien richting gehucht Miclette. Onderweg hadden we reeds kunnen genieten van een rustpauze, gezeten op enkele enorme hooibalen. We bereikten de N519, welke we over korte afstand naar rechts volgden, teneinde op die manier de N48 te bereiken, de weg Ronse-Brakel. We staken de weg over om te beginnen aan een stijgende veldweg. Opnieuw konden we genieten van een prachtig panorama. We wandelden doorheen het gehucht Breucq en daalden later via een pad af naar het jeugdhuis ‘de Fiertel’. Aldaar hielden we de richting rechtdoor aan om een splitsing te naderen ter hoogte van de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette. We troffen er een wandelboom aan inzake de samenkomst van enkele GR-paden, met name de GR5A, de GR122 en GR129. We konden er de kapel bewonderen en uiteraard even genieten van een pauze in het zonnetje. Heel even ging het in dalende lijn, om nadien via de Trogstraat een felle beklimming aan te vangen, welke ons deed aankomen in de Kanariebergstraat. Rechtsaf ging het aldaar om hogerop een volgende wandelboom aan te treffen ter hoogte van de chalet Boekzitting.

Vanaf nu volgden we de GR129, om vooreerst een stukje dalend bospad te volgen langsheen prikkeldraad. Eenmaal doorheen het bos troffen we een graspad aan ter hoogte van een weide, dat ons vervolgens leidde naar de kerk van Louise-Marie. Een klein dorp genoemd naar de eerste koningin der Belgen, Louise-Marie van Orléans (1812-1850). De eerste steenlegging van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette viel samen met de eerste verjaardag van haar overlijden. Na een zonnige pauze ter hoogte van de kerk, daalden we af naar de N425, om aan de overzijde van de weg een kerkwegel aan te treffen. Na zowat 600 m deze wegel te hebben gevolgd, ging het verder rechtdoor via de weg. Uiteindelijk veranderde de weg opnieuw in een pad dat leidde naar een asfaltweg, Bosketse, alwaar we rechts dienden te gaan. Ter hoogte van het huisnummer 3, volgden we naar links nog steeds de GR129. Deze veldweg werd verderop een graspad en even later een asfaltweg tot aan de Vlaamse Ardennenweg. Via de dalende Kleistraat ging de tocht verder, tot we een veldweg bereikten die ons deed klimmen naar de top van de Taaienberg. Boven gekomen bevonden we ons in de Poesthemstraat alwaar we in de bocht zicht kregen op de beroemde kasseien.

Over de top van de Taaienberg arriveerden we in de Bossenaarstraat, om 300 m verder de GR129 te verlaten ter hoogte van een elektriciteitscabine en rechts te kiezen naar de Bossenaremolen. Voorbij deze gerestaureerde staakmolen bereikten we een kruispunt van vijf wegen, om de Bovenstraat in te gaan. De weg werd wat verder een holle weg en daalde af naar het gehucht Hokelbeke. Het ging naar links en nadien verder via de rechts gelegen Gorisveldstraat. Via de Leideveldstraat en later de Heidestraat, troffen we een oude bekende aan, de Omer Wattez wandelroute. We wandelden nu aan hoogte winnend, richting Parkstraat. We daalden vervolgens terug af naar de Molenbeek, om daar zicht te krijgen op de Kasteelmolen, een van de nog weinig werkende watermolens. Even verder kwamen we opnieuw aan ter hoogte van de N454, om rechts te kiezen, richting kerk van Schorisse, meteen het einde van een toch wel vermoeiende wandeltocht vandaag.”

zaterdag 30 mei 2020

263: Sinaai, Zaterdag 13 april 2013, 19,5 km. (5236,979 km.)



“Een licht bewolkte zaterdagochtend, voldoende reden om de wandelschoenen aan te trekken en op pad te gaan. Ditmaal kozen we als wandeldoel Sinaai, alwaar we het parcours zouden volgen van een wandeling uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen. Deze tocht werd in de wandelgids omschreven als volgt: ‘Reynaert achterna in het land van Waas’. Deze tocht bedroeg 19,5 km en ging van start ter hoogte van het treinstation van Sinaai. Over geruime afstand zouden we kennis kunnen maken met de Streek-GR Reynaertland. Na een hapje en drankje ter hoogte van de startplaats konden we op weg, in de hoop dat de bewolking in de loop van de dag zou verdwijnen en plaats maken voor heel wat zonneschijn.

We gingen aldus van start ter hoogte van het stationsgebouw van Sinaai, dat net als veel andere stations, niet langer toegankelijk is. Het gebouw zou onderdak geven aan de Zwitserse Treinclub. Vanaf de startplaats bevonden we ons op het traject van de Landschapsfietsroute van Sinaai en wandelden doorheen de Pater Christophestraat. Ter hoogte van het eerste kruispunt ging het naar rechts en zowat 10 m verder bereikten we het parcours van de Streek-GR Reynaertland. Geruime tijd zouden we nu de ogen richten op de geel-rode markeringen. We stapten langsheen een stukje bosgebied rechts, terwijl we links zicht kregen op enkele hoogspanningsmasten. We vorderden via de Haneweestraat en de Luitentuitstraat om daarna de Oude Heirweg op te gaan, weldra een veldweg. Af en toe kregen we enkele toegangshekken te zien en bereikten tenslotte de Hulstbaan, ter hoogte van een kruisbeeld. We volgden over korte afstand de Hulstbaan, waarbij we de Lysdonckhoeve passeerden. Net voorbij deze voormalige hoeve bereikten we de rechts gelegen Leestraat.

We bemerkten nu een kaarsrechte kasseiweg, gelegen naast de Leebeek. Op het einde van deze weg situeerde zich het kruispunt met de rechts gelegen Leebrugstraat en links de Heirstraat. Een bordje met de vermelding Leebrugpad troffen we aan bezijden de weg. We staken echter het kruispunt over en wandelden verder langsheen de Leebeek, ditmaal via een wandelpad. Wat verder mondde de Leebeek uit in de Moervaart, alwaar we via een brugje de Leebeek overgingen om vervolgens de Moervaart te volgen naar rechts tot aan de Sinaaibrug. Gekomen ter hoogte van deze brug, ging het niet over de Moervaart, maar wel naar rechts, om via de Keizerstraat de wijk Zwaanaarde te bereiken. In een klein plantsoen konden we het bronzen kunstwerk bewonderen van de Schaapherder met hond, van de hand van Frans Heirbaut. Jozef Smekens, de laatste schaapherder uit de streek zou daarvoor model hebben gestaan. We wandelden verder via de links gelegen Weimanstraat tot we kwamen ter hoogte van een veldweg rechts.

Via deze veldweg overschreden we wat later de Fondatiebeek en bleven dezelfde richting aanhouden tot we de Cadzandstraat hadden bereikt. We wandelden deze straat naar rechts in en volgden hierbij het traject van de provinciale wandelroute ‘Fondatie van Boudelo’. Een mooi kasseiwegje, met een paar bochten naar links en rechts, liet ons ondertussen genieten van de zon. We wandelden doorheen een mooi stukje natuur, tot we Hondsnest bereikten. We verkregen aldaar opnieuw de aanduiding dat we ons bevonden op de Streek-GR Reynaertland. We gingen de Hondsneststraat voorbij en wandelden nog altijd over de Cadzandstraat, tot we het einde daarvan hadden bereikt. Aldaar, ter hoogte van een splitsing, dienden we de links gelegen Waterstraat in te gaan. We konden er even verpozen ter hoogte van een mooi kruisbeeld. We staken even verder de Ransbeek over en wandelden via de Waterstraat tot aan een kruispunt ter hoogte van een brug over de beek.

Nog steeds de geel-rode tekens volgend, staken we de brug over, teneinde via de Palingsgatstraat de Kemzekestraat te bereiken. Aldaar sloegen we rechtsaf en wandelden tot aan de kerk van Puivelde. Inmiddels was de bewolking zo goed als verdwenen en konden we de kerk bekijken, blakend in het zonlicht. Aan de kerk ging het naar rechts de Kruisstraat in, om later de links gelegen Weduwe Voswegel in te gaan. Op die manier ging het via een zanderige weg doorheen een mooi stuk natuur, de bossen van Puivelde. Afwisseld wandelden we tussen weilanden en stukken bos. Na enkele haakse bochten bereikten we de Boskapel, opgericht in 1920 ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Tevens in het een bedevaartsoord ter ere van O.-L.-Vrouw Troost in Nood. In de volksmond is deze kapel beter gekend als het ‘kapelleke van de bezekoek’.

Na een rustpauze aldaar zetten we ons wandeltocht verder. Via de verder gelegen Kouterstraat bereikten we een smal pad dat verliep langsheen de rand van een naaldbos. Even voorbij het bos stapten we verder via de Koutermolenstraat tot aan de spoorlijn Antwerpen-Gent. Eenmaal de spoorweg over, ging het rechtsaf om via het fietspad te wandelen naar het station van Sinaai. Meteen het einde van deze wandeling op zaterdag. Alhoewel eerder beperkt in afstand, konden we toch genieten van een mooie wandelstreek, niet ver van onze toenmalige thuishaven.”

vrijdag 29 mei 2020

262: Terhagen, Zaterdag 30 maart 2013, 21,1 km. (5217,479 km.)



Een tocht welke voorheen in de wandelgids Marching, als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag 30 maart 2013, Klinkaerttocht, Memorial André Vanheulekom en François Schoeters, 2840 Terhagen (Antwerpen), vzw De Kleitrappers, 7-14-21 km.’

“Na een ritje per auto bereikten we de plaats van vertrek en vonden vrij gemakkelijk een parkeerplaats in de nabijheid van de startplaats. Er kon worden gekozen uit de afstanden 7-14 of 21 km. We verkozen de langste afstand te wandelen, met een werkelijke lengte van 21,1 km. Het traject was verdeeld als volgt: 5,3 km – 5,5 km – 8,2 km en 2,1 km. Onderweg zouden we drie controleposten aantreffen. Na een hapje en een kopje koffie konden we op weg. Het eerste gedeelte van de te wandelen afstand bedroeg zoals reeds vermeld 5,3 km. We verlieten de plaats van inschrijving en bemerkten reeds de aanduiding dat we ons bevonden in de nabijheid van het Museum Rupelklei. We volgden een soort tegelpad in de richting van de Rupeldijk, hierbij reeds een lokaal wandelpad volgend, het Frans Bruynseelspad. Gekomen ter hoogte van de Rupeldijk ging het linksaf. We verkregen aldaar de bordjes aangaande de LF5 Vlaanderen Fietsroute en de Rupelkleiroute. Een stukje poëzie onderweg mocht niet ontbreken, zoals we konden lezen: ‘Zeewater, vissen zwemmen, haaien jagen, bubbels vliegen naar de lucht. Het duister komt eraan, ik zie de maanvis al staan’. We wandelden voorbij een restant van de vroegere steenbakkerij om stilaan wat verder een stukje bos te betreden.

Links en rechts van het pad kregen we verwijzingen naar de vroegere nijverheid in de streek, vooral verwijzingen naar ‘Steen en Klei’. Even verder kregen we dan zicht op de lager gelegen kleiputten. We konden even van het parcours afwijken door een 800 m verder gelegen heuvel te beklimmen. Aldaar troffen we dan bovenop de heuvel een oriëntatietafel aan alsook enkele zitbanken. We zetten nadien onze weg verder doorheen het bos om tot slot opnieuw de Rupeldijk te bereiken en aldaar ditmaal naar rechts te gaan. Zo vorderden we langzaam maar zeker naar de eerste controlepost, gesitueerd in een hangaar van een bedrijf. Tijd dus om het lunchpakket aan te spreken en de inwendige mens wat aan te sterken. Na deze eerste rustpauze konden we op weg voor het tweede gedeelte van de wandeling, over een afstand van 5,5 km. Vooreerst kregen we opnieuw een stukje bos te verwerken, waarna we konden wandelen doorheen heidegebied. De voornaamste gids aldaar betrof het Keibrekerspad. Over zanderige wegen ging het af en toe stevig de hoogte in, doch de natuur was er schitterend. Af en toe kregen we zicht op de lager gelegen kleiputten.

Na de doortocht in het heidegebied, ging het later over veldwegen richting Koningin Astridpark om uiteindelijk aan te komen ter hoogte van de kerk van Reet. Niet ver daar vandaan hadden we dan uiteindelijk een tweede controle, gesitueerd in de voetbalkantine van K. Reet S.K. Tijd alweer om de koffie te laten smaken en een hapje te nuttigen. Inmiddels waren we zowat halverwege de wandeltocht. Het derde gedeelte bedroeg iets langer in afstand, met name 8,2 km. Gedurende dit gedeelte van het traject ging het langsheen de Molenbeekse Plassen, een soort overstromingsgebied gesitueerd in Rumst, verkregen we een doortocht in nieuw aangelegde verkavelingen, om nadien het Provinciaal Recreatie Domein De Schorre te betreden. Aldaar konden we genieten van een weids uitzicht over het domein, konden smalle wandelpaden volgen doorheen het omliggend bos, maar vooral wandelen over aangelegde vlonderpaden. We konden er nagenoeg de sfeer ervaren van het jaarlijks festival op het domein. Na deze aantrekkelijke passage, ging het opnieuw naar de Rupeldijk, om korte rijd later een korte pauze in te lassen in ’t Steencaycken. De hoogste tijd om de dorst te lessen door middel van een kopje koffie.

Nadien zetten we onze tocht verder langs de Rupeldijk, alwaar we een ondertussen oude bekende ontmoetten, met name de LF5 Vlaanderen Fietsroute. We kregen dan nog een laatste controle in dezelfde hangaar als voorheen. Restte nog een laatste stukje wandelweg van 2,1 km. Na dit laatste oponthoud begonnen we aan de terugtocht naar de plaats van vertrek. Het ging dan nagenoeg via dezelfde weg als voorheen, door een klein stukje bos en vervolgens nog een korte doortocht over het nabij gelegen heidegebied. Uiteindelijk bereikten we dan de startplaats en konden we met voldoening terug zien op een geslaagde wandeling. Alleen de drukte onderweg dienden we er noodgedwongen bij te nemen. Voortaan zouden we dan ook niet langer kiezen voor georganiseerde wandeltochten, doch het houden bij de ondertussen vertrouwde tochten langsheen groteroutepaden.”

261: Kwaremont, Zondag 03 maart 2013, 17,7 km. (5196,379 km.)



Het relaas van de belevenissen en bezienswaardigheden, tijdens een wandeling uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, met start op het dorpsplein van Kwaremont. Een wandeling, gedeeltelijk langsheen het traject van de GR5A Zuid.

“Op zondag 03 maart 2013, begaven we ons naar het Oost-Vlaamse Kwaremont, teneinde aldaar het parcours te volgen van een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Oost-Vlaanderen. Er kon worden gekozen uit een afstand van 20,1 km, of via een verkorting herleid tot 17,7 km. We opteerden voor de kortste afstand, gelet op de aard van het terrein. De wandeling verkreeg als titel: ‘In de heuvelzone met uitzicht op de Scheldevallei’. Plaats van vertrek was gesitueerd op het dorpsplein van Kwaremont. Bij onze aankomst aldaar dienden we genoegen te nemen met vrij veel bewolking. Na een hapje konden we op weg. We gingen van start ter hoogte van de dorpskerk van Kwaremont, gebouwd op de top van de Oude Kwaremont en volgden vrijwel onmiddellijk het parcours van de Panorama wandelroute. Even verder verlieten we de openbare weg en vervolgden onze wandeling via veldwegen. De eerste panorama’s kwamen te voorschijn. Op die manier kwamen we ter hoogte van de voet van de Patersberg, welke echter niet werd beklommen via de kasseien.

We sloegen voor de Patersberg een rechts gelegen weidepad in, dat ons echter ook snel aan hoogte liet winnen. Gekomen ter hoogte van een kruispunt, voorzien van een kapel, verlieten we voorlopig de Panorama wandelroute. Inmiddels volgden we nu het trajecct van de Streek-GR Vlaamse Ardennen, aangegeven door de bekende kleuren geel en rood. We gingen aldaar rechtdoor via een dalende holle weg en staken beneden de Beiaardbeek over. De hellingen volgden elkaar op in snel tempo. Voortdurend veranderde de aard van het pad. Uiteindelijk bereikten we na alweer een flink stuk klimwerk de Hotond (157 m) en de daarbij horende molen, ‘den Hotón’. Jammer genoeg, op het moment van onze passage, werd de molen gerestaureerd en was dus omgeven door stellingen, voorzien van zeildoek. We konden dus weinig van het gebouw zien. Ter hoogte van de molen, staken we de drukke weg over, om aan de overzijde de Riekestraat in te gaan. Vrijwel dadelijk sterk dalend. Even verder bemerkten we dan ook de eerste rood-witte markeringen van de GR5A, welke we nu zouden volgen tot zowat halverwege het Kluisbos.

Het parcours van het Groteroutepad volgend, bereikten we even later de drukke N36, welke we dwarsten. We bemerkten onderweg alweer een mooie kapel, alwaar we een rechts gelegen veldweg opgingen, de Zomerij. Nog steeds afwisselend klimmend en dalend wandelden we voorbij een groot wit kruis, waar een rustbank was geplaatst. Een ideale kans om er even te verpozen, maar vooral te genieten van de weidse omgeving. Na deze korte adempauze gingen we opnieuw op pad. We wandelden een tijdje langsheen de rand van een stukje bos, om uiteindelijk aan te komen ter hoogte van het café ‘d’Oude Hoeve’. Even voordien reeds denkend aan een consumptie aldaar, stonden we voor een gesloten herberg, wegens te koop. Dan maar verder via de links gelegen Drogenbroodstraat, alwaar we reeds aanwijzingen bemerkten van de ‘Vierschaar’. We kwamen later ter hoogte van de Knoktestraat om daar linksaf te slaan en vervolgens het Kluisbos te betreden. We verkregen een korte periode zicht op Wallonië, doch nadien was het tenvolle genieten van een begroeid bos. We wandelden zowat op de heuvelkam en bereikten zodoende de afspanning ‘De Vierschaar’. Een wandelboom verschafte nadere uitleg over het reeds gevolgde parcours van de GR5A.

Daar we hadden gekozen bij het begin van de wandeling, voor de kortere afstand, verlieten we hier het traject van de GR en gingen naast de Vierschaar een mooie bosweg in, de Pensemontstraat. Eenmaal doorheen het Kluisbos, troffen we er dan ook een zitbank aan en konden er genieten van het lager gelegen landschap. De zitbank was voorzien van een toepasselijke spreuk: ‘Daar aan de overkant, het weidse Waalse land’. Na een verdiende rustpauze ging de tocht verder doorheen de Hoogstadstraat, om aldaar een links gelegen tegelpad op te gaan. Na heel wat bochten en uiteraard nog een stevige beklimming, mondde dit pad uit ter hoogte van alweer de N36. Aan de overzijde van deze drukke weg, bereikten we na een vermoeiende tocht opnieuw het dorpsplein van Kwaremont.”

260: Stabroek, Zaterdag 16 februari 2013, 24,2 km. (5178,679 km.)



Een wandeling uit de Dagstappergids Antwerpen, deel 2. Een tocht met vertrek ter hoogte van het kasteel Ravenhof te Stabroek. Volgens de wandelgids gedeeltelijk langs het traject van de GR12 (Amsterdam – Parijs). De tocht werd als volgt aangekondigd: ‘Terug naar Oosterdonk langs geheime paadjes’.

“Een zaterdagochtend, waar de bewolking in hoofdzaak aanwezig was, ging het richting Stabroek, alwaar we het traject zouden volgen van een wandeltocht uit de Dagstappergids Antwerpen 2. Er kon worden gekozen uit twee verschillende afstanden: 24,2 of 21,6 km. We opteerden om de langste afstand te wandelen. We konden ons voertuig veilig achterlaten op de parking van het kasteel Ravenhof en alvast de inwendige mens wat versterken door een laat ontbijt. Vervolgens konden we op weg, na nog een laatste blik op de voorgevel van het kasteel. We verkregen bij de start ook wat beeldende kunst, met name een sculptuur luisterend naar de naam ‘Samenwerking’. Vooreerst volgden we over korte afstand een lokale fietsomloop, de Gansrijdersroute (46 km) en de GR12. We stapten een eindje doorheen het Ravenhof, staken via een brugje een kleine waterloop over en bereikten vervolgens de N111, de weg Kalmthout – Stabroek. Hier verlieten we voorlopig het traject van de GR12 en sloegen rechtsaf. We bemerkten zowat 300 m verder de Schans van Smoutakker, een natuurreservaat en vleermuizenhotel. Het ging nadien verder in de richting van de antitankgracht, welke we via een aardeweg een tijdje zouden volgen.

Op die manier vorderden we gestaag naar de volgende bezienswaardigheid, het Fort van Stabroek. Op weg daarheen wandelden we voorbij enkele bunkers. Het Fort zelf konden we even later van nabij bekijken en zelfs een eindje stappen doorheen de gangen. Het gaf alvast een idee, wat de soldaten destijds moeten hebben ervaren, tijdens hun verblijf aldaar. Iets waar de eendjes op het water omheen het fort zich niet om bekommerden. Na dit bezoek zetten we onze wandeltocht verder via een smal pad tussen een beek en de gracht omheen het fort. Even later gingen we onder de autosnelweg A12 door en bleven wandelen langs de linkerzijde van de antitankgracht. Na enkele richtingsveranderingen bereikten we een veldweg, het Booswegsken, dat ons leidde doorheen een stukje bos. Na een passage voorbij een waterzuiveringsstation en de plantsoendienst van de stad Antwerpen, bereikten we de openbare ter hoogte van een hoeve op de Antwerpsebaan. We bevonden ons inmiddels op het grondgebied van Berendrecht en bereikten via de Schouwvergerstraat de kerk van Berendrecht.

Via de Sint Jan Baptiststraat en de Reigerbosdreef, wandelden we voorbij het 17de eeuwse kasteel van Delft. Altijd goed om het fotoalbum aan te dikken. We verkregen even later dan ook een mooi zicht op de Sint Jan Baptistkerk van Berendrecht. Weinige ogenblikken later kwamen we in het Reigersbos. Het ging rechtsaf over de Zoutebeek, gevolgd door een beklimming van de dijk. We kregen een mooi zicht op het rechts gelegen weideland. We naderden ondertussen het Schelde-Rijnkanaal. We draaiden nogmaals rechtsaf en via een klappoortje in de afsluiting, bereikten we een smal paadje, alwaar we het traject volgden, aangegeven door paaltjes met blauwe verf. Enkele poortjes verder, splitste het paadje en kozen we de linkse vertakking, langzaam maar zeker dichter naar het kanaal toe. We kregen nogmaals een stukje bos om doorheen te wandelen. Tot slot verlieten we dit mooie natuurgebied via een laatste poortje. We gingen rechstaf en daalden af voorbij het lokaal van de zeescouts van Zandvliet. Nadien volgden we de Windmolenweg om, inderdaad in de verte een windmolen te zien. Via het Berendrechtsevoetpad arriveerden we tenslotte in de Zandvlietsedorpstraat.

We gingen tweemaal kort na elkaar rechtsaf, om het Suikervoetpad te bereiken en aldaar een schuin links gelegen smal paadje. Zowat 500 m verder kwamen we terecht in een woonwijk. We stapten vervolgens doorheen enkele woonstraten, de Buitenmolenlaan, Oostmolengeest, Burgemeester Verhulstplein om onderweg een oude schandpaal aan te treffen. Volgens onze wandelgids zou deze zijn overgeplaatst uit Wilmarsdonk. Via de Westmolengeest, de Steenovenstraat en de Kapelstraat, bereikten we even later de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Hagelberg. Even voorbij de kapel verkregen we een onverharde weg, welke ons leidde door een klein stukje bos. Er volgden nog enkele straten elkaar op: Bosstraat, Steenovenstraat om nogmaals onder de A12 autosnelweg te gaan. Weinige ogenblikken later kwamen we aan ter hoogte van de Ruige Heide en een infobord van Natuurpunt. Zowat 200 m verder bereikten we een open vlakte en konden we rechts een grote zandduin bekijken in het heidegebied. We verkregen nu een zanderig pad teneinde onze wandeltocht verder te zetten. Ter hoogte van de Antwerpsebaan en Grote Stoppelbergen, troffen we opnieuw de tekens aan van de GR12.

We vervolgden onze wandelroute langsheen de herberg De Vlaamse Leeuw, om even later een veldweg rechts te nemen en zodoende een eerste grenspaal te zien, Nederlands grondgebied dus. We verkregen op die manier zicht op de Brabantse Wal en het dorp Ossendrecht. Een volgende richtingsverandering liet ons aankomen in het gehucht Plaatsluis. Onderweg troffen we de aanduidingen van een stukje pelgrimsweg alsook van een plaatselijke fietsroute, de Pottenbergroute. Het was even flirten met de landsgrens, vermits we even later het traject van de GR12 alweer voor korte tijd verlieten en opnieuw Belgisch grondgebied betraden. Korte tijd nadien ging het nogmaals de grens over en wandelden we nagenoeg op de landsgrens, de Schei. Aan de ene kant, op het fietspad in Nederland, aan de andere kant, op de brede zandweg in België. Uiteindelijk kwamen we opnieuw terecht ter hoogte van Grote Stoppelbergen en bevonden we ons terug op het traject van de GR12, welke we nu zouden volgen tot op de plaats van vertrek. Via de Scheidreef belandden we ter hoogte van het Moretusbos, om via een slagboom een pad te volgen dat het bos inging.

Geruime tijd wandelden we nu via een slingerend bospad en later bredere boswegen doorheen een uniek stuk natuur. Zowat vijf kilometer paadjes en dreven, leidden ons doorheen dit uitgestrekt bosgebied. Een heuvel met bovenop een zitbank liet ons even genieten van een schitterend uitzicht over het lager gelegen bos. Een brede beukendreef tot slot ging richting een bakstenen theehuisje, de Gloriëtte. Een laatste beklimming van de trappen liet ons van nabij kennismaken met dit fraai bouwwerk. Stilaan namen we dan ook afscheid van het grondgebied van de noorderburen en wandelden nog een laatste stukje doorheen het Moretusbos. Op die manier bereikten we opnieuw Belgisch grondgebied, het einde van deze wandeltocht, ter hoogte van de parking van het kasteel Ravenhof.”

donderdag 28 mei 2020

259: Bastogne, Zaterdag 15 december 2012, 13 km. (5154,479 km.)



Op de homepage van de stad Bastogne, werd enige informatie gepubliceerd aangaande de herdenkingstocht. Net zoals de afgelopen jaren kan enkel nog worden ingeschreven voor de tocht ter plaatse en dit op vrijdag 14/12 tussen 15 en 20 uur, of op zaterdag 15/12 van 7 tot 09:30 uur. De wandeling zal dit jaar doorgaan in de sector van Hemroulle, waarbij de deelnemers kunnen kiezen uit drie afstanden, 7 – 13 of 22 km. De start van deze tocht is gepland vanaf 8 uur aan het sportcentrum van Bastogne. Ook dit jaar is voor de deelnemers een certificaat voorzien, warme dranken langsheen het parcours, toiletten, een plannetje van het traject, een historische brochure alsook een herinneringspatch. De deelnameprijs aan de tocht is 6 €.

“Nu we terug thuis zijn geraakt, ondanks het eeuwige fileleed op de Belgische wegen, terug naar de dagelijkse routine. Over het voorbije weekend in Bastogne, kunnen we kort zijn, wat betreft het algemene verloop van de zaken. Er was één grote spelbreker: de regen. We kunnen eigenlijk concluderen dat heel wat geplande zaken, min of meer letterlijk in het water zijn gevallen. Het begon reeds toen we op vrijdagnamiddag aldaar aankwamen: bakken water vielen uit de lucht, in zoverre dat het regende tot diep in de nacht. Mede daardoor was gelukkig het nog aanwezige ijs en de resterende sneeuw, op zaterdagochtend zo goed als verdwenen. Onze lang verwachte ‘Bastogne Historic Walk 2012’ werd gekenmerkt door het voortdurend openen en sluiten van de paraplu’s en eindigde in de late namiddag met een paar wandelschoenen en regenbroek, waarvan je nog amper de kleur kon herkennen, omwille van de modder.

Niet getreurd echter, na een verkwikkende douche en een avondmaal, zouden we kunnen genieten van een nocturne in de hoofdstraat, aangezien de winkels zouden geopend zijn tot middernacht en heel wat kraampjes zouden zorgen voor een gezellige Kerstsfeer. We hadden gehoopt op een droge avond, doch het water viel alweer uit de lucht, waardoor het hele spektakel letterlijk uitregende, met als gevolg, amper een kat te zien in de hoofdstraat. Dan maar schuilen in een café op de Place Général Mc Auliffe. Alle goeie dingen bestaan uit drie, wordt al eens gezegd. Op zondagochtend de gordijnen van de hotelkamer geopend en ... jawel, voor de verandering eens regen. Een bezoek aan de winkelstraat, het opendeurweekend in de ‘Bastogne Barracks’, een korte halte op de Colline du Mardasson... uiteindelijk het vluchten voor de hevige buien moe, hielden we het kort na de middag voor bekeken en lieten de rest van het gebeuren voor wat het was. Na nog een tweehonderdtal kilometer te hebben gereden doorheen tal van plensbuien, waren we blij dat we onze thuishaven hadden bereikt en konden beginnen aan het drogen en reinigen van de spullen.

Wat de wandeling zelf betreft, kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 7 – 13 of 20 km. Gelet op de terreingesteldheid en vooral de weersomstandigheden, opteerden we voor de tocht van 13 km, aangeduid door middel van paarse pijlen. We gingen dan ook van start aan het sportcentrum in Bastogne, voorzien van regenkledij, vermits het regende. Kort na het vertrek wandelden we reeds langs een afgesloten weide, waarin zich enkele herten bevonden. Een stukje openbare weg bracht wat bezienswaardigheden met zich, enkele pelotons wandelaars in militaire outfit, trokken vooral de aandacht van de jeugdige deelnemers. Eenmaal opnieuw tussen de velden, troffen we tal van bivakplaatsen aan, waar taferelen uit de oorlog werden nagespeeld. Maatje kon het dan ook niet laten even te pauzeren naast een Amerikaanse jeep. De onverharde paden leken eerder modderpoelen. Na een tijdje wandelen ging het langsheen de rand van een bos, om uiteindelijk het baken ‘Garimpré’ te bereiken, echter zonder aanduiding van de hoogte waarop we ons bevonden.

Zowat halverwege het bos, ging het scherp naar links, richting Savy. We passeerden enkele boerderijen, waar de koeien tot kniehoogte in de modder stonden. Wat verder bereikten we dan de N834 alwaar het rechtsaf ging, richting autosnelweg E25. Onderweg ging het voorbij het grensbord van Savy, deelgemeente van Bastogne. We kregen onderweg dan ook enkele mooie panorama’s te zien, weliswaar enigszins verstoord door de neerslag. Eenmaal de autosnelweg voorbij, kregen we een stukje ‘Bois de Niblamont’ voor de voeten, alwaar we opnieuw min of meer door de modder ploegden. Stilaan draaide het wandelparcours verder naar links, richting Rolley en bijhorend Château. Alvorens het kasteel te bereiken, wandelden we doorheen een mooie dreef en vervolgens tussen enkele vijvers. Hier en daar troffen we op het wateroppervlak nog enkele ijsplekken aan en sneeuwresten op de oevers. Weinig later bereikten we dan het Château de Rolley.

Op het domein troffen we zowat van alles aan, gaande van enkele militaire voertuigen, een commandopost en enkele wachtposten, teneinde min of meer de toestand van tijdens de oorlog weer te geven. Na een kort bezoekje verlieten we het kasteeldomein via het toegangshek. Aldaar troffen we een oud grensbord van Bastogne aan. We zetten onze wandeling verder, opnieuw doorheen een stuk van het ‘Bois de Niblamont’, ditmaal richting Hemroulle. We zouden echter het centrum van deze gemeente niet bereiken, vermits het in een wijde boog omheen Hemroulle ging, om uiteindelijk later een volgend baken te bereiken, met name ‘Ruisseau de la Grande Fontaine’. We dienden letterlijk doorheen weiland te stappen, om een onverharde weg te bereiken, welke ons stilaan de richting van Bastogne liet gaan. Alvorens het einde van de wandeling te bereiken, troffen we onderweg nog een bevoorradingspost aan, alwaar we konden genieten van een warme hap en drankje. Het slechte weer dienden we er jammer genoeg bij te nemen. Korte tijd later kwam dan ook aan deze uitgeregende tocht een einde. Niet veel te vroeg zouden we kunnen besluiten.”

258: Blankenberge, Zaterdag 17 november 2012, 15,7 km. (5141,479 km.)



Op 17 november ging het richting Belgische kust, alwaar we opnieuw een stukje wandelweg volgden van de zogeheten Kustwandelroute. Ditmaal zouden we starten in Blankenberge, het punt waar we waren aangekomen tijdens een vorige tocht. Hierna dan ook het relaas van de bezienswaardigheden onderweg.

“Een mistige ochtend, welke enigszins het zicht beperkte, op die manier bereikten we na een autorit en een wandeling doorheen de winkelstraat van Blankenberge, het wandelknooppunt 43 ter hoogte van de Zeedijk. Opvallend weinig volk nog zo vroeg op de dag, wellicht als gevolg van de minder gunstige weersomstandigheden. We hadden dan ook de intentie om verder de Kustwandelroute te volgen in de richting van Knokke. We zouden wel zien tijdens het verdere verloop van de dag, waar we zouden eindigen. We trokken dan ook op pad langsheen de dijk, tussen de dagjestoeristen, af en toe de winkeltjes bekijkend. Op het einde van de Zeedijk, ging het dan ook het strand op en konden we genieten van de zachte ondergrond om verder te wandelen. Een min of meer onaangename wind liet het duinengras soms wild te keer gaan. Het ging langsheen de Pier van Blankenberge, verder in de richting van de Fonteintjes. Dit is een soort smalle duinengordel, welke het hele jaar door is voorzien van water en bovendien met een rijkdom aan planten.

Via de knooppunten 41, 40 en 36 bereikten we na enkele kilometers stilaan Zeebrugge. De eerste grote havenkranen kwamen in zicht en tevens konden we onderweg daarheen enkele kunstwerken aantreffen op het strand. Vaak een schril contrast met de achterliggende haveninstallaties. We bereikten vervolgens de Zeedijk en kregen vooreerst het imposante Palace Hotel te zien. Blijkbaar stond het gebouw te koop en gaf ook alweer een soort indruk van vergane glorie. Blijkens info was dit gebouw tijdens WO1 een Duits hoofdkwartier. Om de hoek kregen we enkele monumenten te zien, enerzijds ter ere van de gesneuvelden tijdens de oorlog en anderzijds als aandenken aan de vader van de zeehaven. We wandelden verder doorheen de haven, hier en daar een schip een blik gunnend, anderzijds kijkend naar de infrastructuur van de haven. Tussen al deze bedrijvigheid, vonden we toch een geopend café, teneinde even een kopje koffie te nuttigen en even te bekomen van de natte kilte onderweg. Ook in de horecazaken opvallend weinig volk. Dan maar na een korte rustpauze terug op pad.

Ditmaal konden we enkele sleepboten zien, welke natuurlijk de grote schepen veilig de haven binnenloodsen. Dat er in de haven schepen te zien zijn in allerlei formaat en toestand, dat kon duidelijk worden ervaren. Sommige kleinere exemplaren wachtten blijkbaar op een dringende herstelling teneinde opnieuw zeewaardig te worden bevonden. Via de achterzijde van het Seafront Maritiem Park en even verder het voormalig lichtschip Westhinder, bereikten we de Brits-Duitse militaire begraafplaats. Naar verluid zouden hier 175 Duitsers en 30 Britten begraven liggen. We namen dan ook even de tijd deze laatste rustplaats te bezoeken en enkele indrukken vast te leggen op de digitale plaat. In de onmiddellijke nabijheid vonden we ook op de grond een gedenkplaat ter herinnering aan de slachtoffers van de scheepsramp van 6 maart 1987, met name toen de Herald of Free Enterprise even buiten de haven kapseisde.

We vervolgden onze weg via enkele woonstraten, waarbij we enkele opvallende gebouwen te zien kregen, richting sluis. Na een verplichte omweg vanwege werkzaamheden aan de openbare weg, trokken we verder richting Vlaams Natuurreservaat ‘Baai van Heist’. Daar aangekomen stelden we vast dat een modderige passage ons wachtte. Blijkbaar, als gevolg van de overvloedige regen tijdens de voorbije dagen, waren de wandelpaden erg drassig en stonden zelfs hier en daar onder water. Na dit ommetje van zowat anderhalve kilometer bereikten we uiteindelijk de Zeedijk van Heist. Zo raakten we min of meer terug in de bewoonde wereld en konden we verder wandelen via Duinbergen naar het bekende Alberstrand van Knokke-Heist. Voorzien van regenkledij en bevuilde wandelschoenen, kregen we wel heel wat bekijks van de zogeheten beau-monde die hier langs de dijk floreert. We bereikten tenslotte het knooppunt 26, ter hoogte van het plaatselijke Casino en hielden het daar voor bekeken. Er wachtte ons nu nog een tochtje doorheen een gedeelte van Knokke-Heist, richting station. Daar bereikte ons net een kusttram, welke ons opnieuw naar Blankenberge zou brengen. Uiteindelijk hadden we 15,7 km afgelegd, hoofdzakelijk langsheen het strand.”

J: Tweede deel van de Kustwandelroute met start in Blankenberge. Wandeling langsheen de kust, doorheen Zeebrugge tot in Knokke-Heist.

257: Hélécine, Zondag 28 oktober 2012, 13,9 km. (5125,779 km.)



Een kort wandelverhaal, met betrekking tot een tochtje einde oktober 2012 in het dorp Hélécine. Hierna volgt dan ook een korte impressie ter zake.

“Een zonnige nazomerdag leek ons de ideale gelegenheid, de vrije ongerepte natuur te verkennen in de omgeving van Hélécine, of op zijn Vlaams gezegd: Opheylissem. We hadden dan ook voorheen via internet, het traject gevonden van een wandeltocht aldaar onder de welluidende naam ‘Wandeling van de Chavées’. De startplaats bevond zich ter hoogte van het aldaar gelegen museum Armand Pellegrin. We hadden er dan ook de kans even te praten met een dame welke het museum open diende te houden en kregen dan ook een gratis wandelgids van de omgeving. Ter hoogte van de ingang van het gebouw bevindt zich immers een informatiebord met tekst en uitleg over een drietal wandelingen in de omgeving. Zoals reeds gezegd kozen we voor de wandeling van de Chavées, met een lengte van ongeveer 11 km. We zouden uiteindelijk stranden op 13,9 km, vermits we af en toe even de verkeerde weg opgingen, omwille van gebrek aan aanduidingen van het traject.

Maar goed, we vertrokken dus aan het museum, voorzien van het nodige teneinde onderweg even de innerlijke mens te versterken. We hadden een goed gevoel, vermits we ons bevonden op een pelgrimsroute, waarvan de blauwgele sticker op het informatiebord als aanwijzing ter zake. We lieten dus het museum achter ons en wandelden in de richting van het Provinciaal Domein van Hélécine. We maakten op die manier kennis met enkele overgebleven gebouwen en konden tevens genieten van de uitgestrektheid van dit prachtige domein. Onderweg tal van markeringen dat we ons bevonden op het traject van de GR128. Het ging omheen de vijver en langsheen het hoofdgebouw, om vervolgens, even voorbij de oude stallingen, het domein opnieuw te verlaten. Langsheen het traject ontbrak evenmin een passage langsheen de Sint-Maartenskerk van Opheylissem, alwaar we even halt hielden op het plaatselijke kerkhof. Ook hier alweer tal van oude metalen kruisen als laatste eerbetoon aan de overledenen.

Het ging nu stilaan de dorpskom uit en al vrij vlug wandelden we doorheen de eerste holle weg (chavée). De uitgestrektheid van de omgeving kon worden bewonderd en een fel blauwe lucht, vergezeld van een najaarszonnetje konden garant staan voor een aangename wandeldag. Zo wandelden we langsheen velden, waar de maïs wachtte om te worden geoogst, alwaar kerstbomen hun laatste weken aarde voelden om nadien te worden overgebracht naar enkele warme huiskamers, of waar bieten klaar lagen om te worden vervoerd. Dat het terrein heuvelachtig aanvoelde hoeft wellicht niet te worden vermeld. Onze kuitspieren echter voelden wel het gevolg van het voortdurend hellend landschap. Op die manier wandelden we richting Sint-Donatiuskapel, een eenzaam bouwwerkje op een heuvel gelegen. We troffen er een verweerd bankje aan, enigszins schuin gezakt, maar toch handig om even een hapje te eten. Met een uniek uitzicht over de omgeving kan zo een gedekte tafel fijn aanvoelen.

Na deze zonnige rustpauze trokken we opnieuw op pad. Tal van land- en veldwegen trokken aan het oog voorbij, richting volgende bezienswaardigheid, andermaal een prachtige kapel. Dat we onderweg vaak af te rekenen hadden met enkele modderige passages, mag wel blijken uit de hoeveelheid modder die aan de schoenen bleef kleven. Ze wogen meteen een beetje zwaarder dan naar gewoonte. Genietend van het aangename wandelweer, bereikten we even later de dorpskern van Neerheylissem en troffen er zowaar een geopende herberg aan, de eerste van de dag. Een unieke kans om even de dorst te lessen. Weinig later ging het langsheen de Sint-Sulpitiuskerk, naar de verder gelegen oude watermolen. Ter hoogte van deze molen veranderden we van richting en volgden het verloop van de Kleine Gete, of zoals men aldaar zegt ‘La Petite Gette’. We passeerden zo het oude gemeentehuis van Neerheylissem en terug een prachtig religieus gebouwtje, de Sint-Kruiskapel. Aan devotie geen gebrek blijkbaar in deze streek.

Stilaan vorderden we opnieuw richting startplaats en bereikten even later opnieuw het museum Armand Pellegrin. Het einde van deze eerder korte wandeltocht, waarbij we uitkwamen, volgens onze wandel-gps op een afstand van 13,9 km. Zo kwam dan ook een einde aan deze kennismaking met Hélécine en omgeving. Enigszins tevreden konden we de terugreis aanvatten.”

J: Wandeling van de Chavées met start en aankomst te Opheylissem (Hélécine). Zonnige wandeltocht over heuvelachtig terrein. Langsheen heel wat kapelletjes en de Kleine Gete.

256: Oostende, Zondag 30 september 2012, 21,2 km. (5111,879 km.)


Vermits heel wat landgenoten vaak het weekend doorbrengen aan de Belgische kust, het verhaal inzake een wandeling langsheen dezelfde kust. We wandelden dan ook een eerste gedeelte van een traject dat verloopt langsheen de Noordzee en beter bekend is als de ‘Kustwandelroute’. Hierna volgt dan ook een kort relaas over deze eerste etappe.

“Een zonnige dag op het einde van de maand september, altijd goed om even aan de kust te vertoeven. Vandaag kozen we dan ook voor een wandeling aan de Noordzee. Een tijdje geleden kochten we immers in het bureau van de toeristische dienst van Oostende het boekje ‘Wandelnetwerk – Kustwandelroute’. We opteerden dan ook om op deze zondagochtend koers te zetten naar Oostende en aldaar van start te gaan, om een eerste gedeelte van het traject van deze Kustwandelroute te volgen. We parkeerden dan ook in de nabijheid van het Leopoldpark op de aldaar gelegen gratis parking. We bevonden ons in de nabijheid van het wandelknooppunt 63. We konden twee richtingen uit: richting De Panne of richting Knokke-Heist. Het werd uiteindelijk de tweede keuze. Na nog even een hapje te hebben gegeten, waren we klaar om van start te gaan.

Even voorbij dit punt bevindt zich de kazerne ‘Bootsman Jonsen’, momenteel in gebruik door de zeemacht. Deze kazerne werd vernoemd naar de in Antwerpen geboren Jonsen die in 1941 dient nam bij de Belgische sectie van de Royal Navy. Vóór het gebouw bevindt zich het monument ter ere van het 3de en 23ste Linieregiment, voor de gesneuvelden uit beide oorlogen. Enkele honderden meters verder bereikten we de jachthaven van Oostende, alwaar we even de gelegenheid hadden om naar de diverse boten te kijken. We hielden er rechts aan, om verder te wandelen richting station. We passeerden vervolgens de ‘Amandine’, de laatste Oostendse Ijslandvaarder tot 1995. Dit schip bevindt zich nu ter hoogte van de Visserskaai. Wie Visserskaai zegt, denkt ook aan de bekende ‘Vistrap’, de pittoreske vismarkt met dagverse vis. We bereikten daar het knooppunt 64, gesitueerd ter hoogte van de veerboot naar het aan de overzijde gelegen Maritiem Plein. Via een moderne loopbrug bereikten we het voet- en fietsveer. Na enkele minuten wachten begonnen we aan de overtocht en bereikten korte tijd later het knooppunt 61.

Tijdens de overtocht kregen we een schitterend uitzicht over een gedeelte van Oostende. Terug van boord, hadden we al dadelijk zicht op de blauwwitte vuurtoren, alsook de restanten van de Batterij Hundius. We wandelden vervolgens richting strand en bereikten even later de Spinoladijk, een geplaveid pad tussen strand en duinen. Hier was het op deze zondagochtend zalig wandelen, het geluid van de branding, de zeebries en natuurlijk het geluid van de meeuwen. Onderweg vonden we aanwijsborden welke de weg aangaven naar het verder in het hinterland gelegen Fort Napoleon. Onze route ging echter rechtdoor, richting Bredene. Op het strand was het opvallend rustig, weinig wandelaars, tenzij enkele moedige joggers. Onderweg kregen we af en toe enkele kunstwerken te zien, welke deel uitmaakten van ‘Beaufort 04’, met andere woorden, hedendaagse kunst aan zee. Zo kregen we onder andere te zien ‘Flo Kasearu’, ofwel ‘Coast to Coast’, een drietal rode containers welke zich op het strand bevonden en gericht naar de duinen.

Even verderop zagen we een imitatie van opspattend zeewater en schuim. Uiteraard ontbraken onderweg niet de talrijke strandhuisjes, stilaan toe aan hun laatste weken verblijf op het strand. Ondertussen waren we stilaan toe aan een kopje koffie en dat vonden we ter hoogte van het volgende knooppunt, met name 60, alwaar we even konden vertoeven in de Twins Club. Buiten gezeten op het terras, konden we genieten van een heerlijk drankje op deze aangename nazomerdag. Na dit korte oponthoud vervolgden we onze weg, ditmaal over het strand zelf. We overschreden dan ook enkele golfbrekers, konden schelpen rapen en genieten van de uitgestrektheid van deze wandelomgeving. Langsheen het strand vonden we nog tal van andere kunstwerken, waarvan er toch wel één een indruk naliet: enkele autowrakken, ingenomen door een roedel wolven. Heel wat toevallige passanten haalden dan ook de camera boven. We betraden ook het bekende naaktstrand van Bredene, in deze tijd van het jaar helemaal verlaten. De knooppunten volgden elkaar op, op die manier ging het langsheen Bredene aan Zee, De Haan en Wenduine. Af en toe wisselde een stukje strand af met een eindje wandelen langsheen de zeedijk. Zo kregen we onderweg ook een verzameling zitbanken onder ogen, waarvan we het natuurlijk niet konden nalaten, er enkele te proberen.

Het moet gezegd, de ene bank zat al wat gemakkelijker dan de andere, maar blijkbaar is ook dat hedendaagse kunst. Na heel wat kilometers zand en zee te hebben getrotseerd, bereikten we uiteindelijk het knooppunt 44, gesitueerd even vóór Blankenberge. Hier konden we terug gebruik maken van een kleine veerboot, welke ons zou brengen naar de Zeedijk ter hoogte van het Oosterstaketsel. Een kleine fooi wordt altijd gewaardeerd en met een vriendelijk groet konden we even later terug verder wandelen. We arriveerden meteen tussen de dagjestoeristen. Laverend tussen buggy’s, uitgelaten honden en fietsende kinderen, bereikten we vervolgens de bekende trap ter hoogte van de voornaamste winkelstraat van Blankenberge. We daalden af en namen de tijd om even enkele winketjes te bekijken, om vervolgens de wandeling af te sluiten met het pauzeren op een terrasje. Nadien namen we ter hoogte van het station de kusttram richting Oostende. Geruime tijd later bereikten we opnieuw ons vertrekpunt en sloten onze kilometerteller af op 21,2 km. ”

J: Vanuit Oostende een gedeelte van de Kustwandelroute bewandeld tot in Blankenberge. Tweemaal gebruik gemaakt van het veer.

255: Havelange, Zaterdag 11 augustus 2012, 19,9 km. (5090,679 km.)



Het verhaal inzake een wandeltocht, beschreven in één van onze Dagstappergidsen over de Ardennen, met name een tocht met start in Havelange.

“Vrij vroeg in de ochtend ging het alweer naar de overkant van de taalgrens, teneinde er een wandeling te maken met vertrek in Havelange. Ook ditmaal vonden we het beschreven traject in de Dagstappergids Ardennen – Deel 3. We konden vrij gemakkelijk ons voertuig achterlaten op de parking op wandelafstand van de kerk. Van bij de start van deze tocht, volgden we vrijwel dadelijk het traject van de ‘Promenade de la Pyramide’. We wandelden doorheen enkele woonstraten, licht dalend en reeds voorzien van heel wat zonneschijn. Het beloofde dus een aangename wandeldag te worden. Vrij vlug lieten we de dorpskern van Havelange achter ons en kregen zicht op het landschap van de Condroz. Even verder, ter hoogte van een kanjer van een wintereik, ging het rechtsaf en veranderde de aard van het wegdek. We wandelden langsheen het bos ‘Patte d’Oie’, om terecht te komen op een nieuw aangelegde Ravel. We volgden vanaf nu een smal asfaltweggetje doorheen het ‘Bois des Tombes’.

Langs weerszijden van de Ravel waren de bermen dichtgegroeid met fris groen. Een lange rechte weg lag voor ons. Af en toe bemerkten we fietsers welke eveneens een gedeelte van dit smalle paadje volgden. Een tijdje wandelen langsheen dit aangename weggetje, deed ons de provinciegrens overschrijden van Luik en Namen. Zo wandelden we ter hoogte van het bord ‘Clavier’ de provincie Luik binnen en verlieten ‘Havelange’ in de provincie Namen. Zowat een kilometer verderop bereikten we het gehucht Petit-Avin en dienden daar de Ravel te verlaten. We bemerkten er dan ook een bouwvallig schuilhokje, dat vroeger gesitueerd was langsheen de voormalige spoorweg. Hier namen we dan ook de gelegenheid te baat, om een eerste maal een hapje te eten en iets te drinken. Na dit korte oponthoud, vervolgden we onze weg. Het ging dadelijk rechtsaf en in sterk dalende lijn naar de openbare weg. We passeerden vervolgens een kapelletje ter ere van Onze-Lieve-Vrouw en staken de Houyoux over, een typisch riviertje voor de streek.

Onze weg verder volgend, kregen we rechts een prachtige waterpartij te zien, badend in het felle zonlicht. Een zevental rode beuken weerspiegelden in het zonlicht, terwijl op de achtergrond enkele koeien languit in het gras genoten van deze zomerse ochtend. We bereikten het gelijknamige gehucht Houyoux en genoten wat later van het uitzicht op een prachtig kasteeldomein met links daarvan een unieke vijver. Tezelfdertijd volgden we het parcours van de ‘Route Romantique’. Net voorbij het kasteel van Houyoux bereikten we ter hoogte van een kleine beek een wandelpaal. Daarop was te bemerken dat we ondertussen reeds zes kilometer waren verwijderd van Havelange en we ons ook hier bevonden op de ‘Promenade de la Pyramide’, nog steeds aangeduid door rode rechthoekjes. Voorbij het kasteel ging het nu via een grindpad langsheen de kasteelhoeve en begonnen we aan een langzame beklimming, richting een lindedreef.

Volgens onze Dagstappergids zouden er langsheen deze dreef niet minder dan 280 lindes staan, we hebben ze echter niet nageteld. Eenmaal de dreef achter de rug, bemerkten we voor ons het eigenaardige bouwsel dat luisterde naar de naam piramide van Verlée. We kwamen dan ook in open landschap terecht en hoeft het gezegd, een zitbank ter hoogte van deze piramide nodigde uit tot een moment van verpozing en uiteraard tot het versterken van de inwendige mens. Met een fraai panorama van 360°, kan men zich geen beter decor inbeelden om te genieten van een broodje en een koele verfrissing. Na wat te hebben genoten van het uitzicht na de maaltijd, werd het opnieuw tijd om onze weg te vervolgen. Tegenover de piramide volgden we nadien een dalende weg in de richting van een bos en passeerden zowaar het plaatsnaambord Bouillon, ditmaal echter een gedeelte van Havelange. Links en rechts van de weg, waren zware landbouwmachines in de weer de oogst binnen te halen. Na een stukje doorheen het bos te zijn gewandeld, bereikten we wat later opnieuw de openbare weg, om via enkele richtingsveranderingen opnieuw uit te komen ter hoogte van een grote weide met hekje.

Hier bemerkten we de bordjes van de ‘Sentier de Bouillon’. Na een afdaling doorheen de weide bereikten we wat lager opnieuw de Ravel. Korte tijd nadien bevonden we ons opnieuw bij het vertrekpunt. Meteen was dit het einde van een eerste lus. Een tweede kortere luswandeling zette ons op pad via de ‘Promenade du Bois d’Ossogne’. Het ging nu via de hoofdweg doorheen het dorp naar links langsheen de kerk en een oorlogsmonument. In de onmiddellijke nabijheid vonden we een geopende herberg en konden we even bijtanken. We verlieten nadien vrij vlug de woonkern van Havelange en begonnen aan een lichte klim, langsheen het kerkhof. Geruime tijd later bereikten we het reeds vermelde ‘Bois d’Ossogne’. Alweer werd het stevig klimmen, maar we werden even later beloond met een schitterend uitzicht over het gehucht Ossogne. Via een klein ommetje langsheen een grasweg, daalden we uiteindelijk af naar de woonkern van Ossogne.

Eenmaal beneden in het gehucht aangekomen, dienden we stilaan te denken aan de terugtocht en vonden dan ook op één van de panden een wegwijzer richting Havelange. Voorheen afgedaald naar deze woonkern, wachtte ons nu een stevige beklimming om terug uit het dal weg te komen. Na een nogal moeilijke klim bereikten we opnieuw het Bois d’Ossogne en kregen terug de voldoening van het wandelen doorheen de bossen. Even buiten het bos bereikten we het baken ‘Malihou, echter zonder aanduiding van de hoogte waarop we ons bevonden. Het laatste stukje wandelweg leidde ons langsheen het traject van de ‘Promenade d’Offoux’ om op die manier het baken Hiétine te bereiken. Stilaan bereikten we de eerste panden van Havelange en even later het einde van deze toch alweer mooie dagtocht.”

J: Havelange. Tocht uit de Dagstappergids Ardennen. Wandeling vanuit Havelange. Eerste lus naar Petit-Avin en Hoyoux, tweede lus doorheen het gehucht Ossogne. Zonnig wandelweer.

woensdag 27 mei 2020

254: Steenvoorde, Zondag 10 juni 2012, 23,1 km. (5070,779 km.)



“Het relaas van onze wandeling in het noorden van Frankrijk, van afgelopen zondag. Het ging reeds vroeg in de ochtend naar Steenvoorde, startplaats van deze dagtocht uit de Dagstappergids ‘Frans-Vlaanderen’. Onderweg daarheen, heel veel zon te zien, doch naarmate we de grens naderden, verschenen reeds de eerste wolken. Eenmaal aangekomen op de markt van Steenvoorde, troffen we er een reeds geopend café aan, met name ‘A l’Epi de Blé’, de kans om een sanitaire stop te maken en een koffie te nuttigen, alvorens de tocht aan te vangen. Volgens onze wandelgids zouden we na exact 23,1 km hier terug moeten verschijnen. Maar goed, de koffiekoeken genuttigd, de dorst even verdwenen en de rugzak voorzien van het nodige konden we op pad. We verlieten dan ook de Grand’Place Norbert Ségard in de richting van Cassel en dit via de GR128. Enkele woonstraten verder bereikten we een bedrijfsparkeerterrein en daar verlieten we de openbare weg, teneinde een eerste maal te wandelen over een graspad. Vrij spoedig lag Steenvoorde achter ons en trokken we tussen de aardappelvelden verder richting Terdeghem.

Vaak kregen we af te rekenen met gras dat reikte tot kniehoogte, een teken aan de wand, dat de GR-paden hier amper werden onderhouden. We staken de Moe Becque over om opnieuw begaanbare grond te voelen, de ‘Chemin de Dry Houck’. Een tweede graspad bracht ons tot op de ‘Route du Waeghebrugge’. Aan het einde van deze weg ging het linksaf, alwaar we ons bevonden op een lokale wandelroute ‘Autour du Castellum (partie Est)’. Een smal paadje tussen twee hagen en vol insecten, deed ons uitkomen ter hoogte van de ‘L’église Saint-Martin’ van Terdeghem. Ter hoogte van het gemeentehuis troffen we het geopende café-rando ‘L’Estaminet de la Brasserie’ aan, tijd om even te verpozen op het terrasje, duidelijk gesteund door de firma ‘Ice Tea’. Omwille van de parlementsverkiezingen, was het nogal druk ter hoogte van ‘La Mairie’. Alvorens onze weg verder te zetten, namen we even de tijd om de plaatselijke begraafplaats omheen de kerk te bezoeken, alwaar zich trouwens enkele ‘Commonwealth War Graves’ bevonden, slachtoffers uit de meidagen van 1940.

We vervolgden onze weg tussen enkele oude huisjes, richting einde bebouwing. We lieten de verharde wegen voor wat ze waren en namen een onverharde weg, richting verderop gelegen berg. We voelden al vrij vlug dat we aan hoogte wonnen en stilaan zagen we de kerk van Terdeghem wegzakken in de achtergrond. Een eind verderop bereikten we één van de drukke toegangswegen naar Cassel, de D948, die we over korte afstand volgden. In één van de bochten, verlieten we gelukkig deze drukke gevaarlijke weg en namen de ‘Chemin du Mont des Recollets’. Een houten sluis liet ons een wandelpad betreden, dat omheen de Recollettenberg liep, waarvan de top is gesitueerd op 159 m hoogte. We kregen nu enkele prachtige vergezichten van de streek, alvorens we verdwenen in de beboste hellingen. Aan de andere kant van het pad, kregen we nu zicht op de Casselberg, ons volgende doel. Een smal, door gras overwoekerd wegeltje, liet ons vervolgens afdalen naar de drukke D916. We staken de drukke weg over en via de links gelegen ‘Chemin de la Perche’, ging het doorheen een groene tunnel, steil omhoog richting centrum van Cassel.

We bereikten dan ook het centrum ter hoogte van het kerkhof van Cassel. Op zich reeds een bezoekje waard. Ook hier alweer een reeks graven van Britse soldaten en bovendien het graf van generaal Vandamme, bekend van onder andere Hondschoote, Austerlitz en Waterloo. Via enkele trappen ging het nadien richting O.-L.-Vrouwkerk van Cassel. Een smalle steeg verder en we bereikten de Grote Markt van Cassel. Tijd om even te verpozen bij een kopje koffie. Nadien ging het alweer via enkele steegjes, in dalende lijn naar de vestingen, onder andere via de ‘Promenade des Remparts’. Aldaar verlieten we het traject van de GR128 en volgden we de tekens van de Streek-GR Heuvelland. Een grindpad langsheen een gedeelte van de vestingen en vervolgens een smal steil dalend pad, deed ons vrij vlug Cassel verlaten. Korte tijd later bevonden we ons heel wat lager, op weg naar het nabijgelegen Oxelaere. Een plaatselijke fietsomloop volgend, ‘Les Chemins du Prince’, ging het via landelijke weggetjes tussen akkers en weilanden door. Heel even werden we opgehouden door deltavliegers, welke via een wagen de hoogte werden ingetrokken.

In een boog ging het vervolgens doorheen dit vlakke landschap, waarbij zelfs een stukje oude Romeinse heerweg werd gevolgd, en belandden we spoedig in het piepkleine Oxelaere. De ‘Heilige Heuvelroute’, fungeerde korte tijd als leidraad. Ter hoogte van het parkje aan de ‘L’église Saint-Martin’, werd het tijd om de laatste koffiekoeken te verorberen en even te genieten van de stilte en de rust, die uitgingen van dit kleine gehucht. Na deze laatste etenspauze, ging het opnieuw richting Cassel. Vrij vlug waren we dan ook buiten de bebouwde kom van Oxelaere en via enkele landelijke wegen ging het opnieuw naar de nabijgelegen berg. We zagen trouwens in de verte reeds de kerk van Cassel hoog boven de horizon. Een lange klim en we bereikten voor de tweede maal de vestingmuren van Cassel. Uiteindelijk bereikten we de ‘Place Général Vandamme’ in Cassel. Vandaar volgden we een steil pad onder de bomen en voorzien van kasseien, naar de eigenlijke top van de Casselberg. Hier werd onze moeite beloond met een prachtig uitzicht over de omgeving en zelfs enkele bezienswaardigheden, onder andere het ruiterstandbeeld van maarschalk Foch, een monument ter ere van de drie veldslagen van Cassel en natuurlijk de mooie Casteel Meulen.

Opvallend waren de kaarsrechte wegen, welke vanuit Cassel in alle richtingen verliepen. Alleen van op de top van deze Casselberg konden we dat waarnemen. Via enkele rotsige trappen, daalden we de Casselberg af, richting Grote Markt. Een laatste drankpauze werd hier voorzien, vermits we op de terugweg naar Steenvoorde het zouden moeten stellen zonder horeca. Een 33cl Cola zou dat gebrek moeten compenseren. We maakten ons vervolgens op voor het laatste stukje wandelweg en verlieten dan ook de Grote Markt, richting kerkhof. We volgden bijgevolg een stukje wandelweg voor de tweede maal, ditmaal in tegenovergestelde richting. Ter hoogte van het kerkhof van Cassel, namen we een andere route. Via een hol bospad, ging het snel in dalende lijn, richting lager gelegen weg naar Duinkerke, de D 916. Deze gevaarlijke verkeersader werd over korte afstand gevolgd, tot aan de links gelegen Temple Straete, eigenlijk een onverharde weg. Op die manier lieten we Cassel achterwege en trokken terug richting Steenvoorde.

De eerste regendruppels lieten zich voelen, dus werd aangepaste kledij aangetrokken. Het zou gelukkig eerder bij een dreiging blijven. Vrij spoedig bemerkten we in de verte de toren van Steenvoorde, doch vooreerst ging het nog richting Noordmeulen. Een stukje ‘Chemin Piétonnier’, ofte tunnel doorheen het struikgewas, deed ons de weg dwarsen naar het gehucht ‘Le Ryveld’. In de verte verscheen de molen in kwestie en zo verkregen we stilaan zicht op het eindpunt van de dagwandeling. Na een korte pauze ter hoogte van deze houten staakmolen, was het nog slechts een kort stukje wandelen, langsheen de hoofdweg naar Steenvoorde. Korte tijd later bereikten we opnieuw de grote markt van Steenvoorde, eindpunt van deze aantrekkelijke dagtocht. Met een beetje geluk hadden we het droog gehouden, alhoewel de hemel er dreigend uitzag. Amper op weg naar huis, kregen we reeds de eerste regenbuien te verwerken. Ziezo, alweer 23,1 km bij op de wandelteller. Een volgende trip naar deze unieke wandelomgeving brengt ons waarschijnlijk naar de omgeving van de Katsberg.”

J: Steenvoorde. Tocht uit de Dagstappergids Frans-Vlaanderen. Tocht vanuit Steenvoorde en via Terdeghem naar Cassel. Vervolgens een kleine lus naar Oxelaere en nadien beklimming van de Casselberg. Terug naar Steenvoorde.