vrijdag 30 oktober 2020

407: Anderlecht, Zaterdag 11 maart 2017, 20,814 km. (8286,739 km.)

“De laatste etappe van ‘De Groene Wandeling’, ditmaal met start in Anderlecht. Tijdens onze vorige wandeltocht eindigden we onze trip ter hoogte van het metrostation Erasmus aan de Lenniksebaan. Onze wandeling van vandaag werd dan ook ingezet met een reis per bus, trein en metro naar het reeds vermelde metrostation. Aldaar aangekomen, konden we na het nuttigen van een broodje omstreeks 10:45 uur op weg. We volgden dan ook de Lenniksebaan naar de grote rotonde Simonet. We hielden de richting rechtdoor aan, teneinde nog over korte afstand de Lenniksebaan te volgen, tot aan de rechts gelegen Ketelstraat. Zo verlieten we de vrij drukke weg en begaven ons op weg naar het Pedepark. Via een brug overschreden we de spoorweg en wandelden vervolgens voorbij de Royal Amicale Anderlecht Golf Club. Net alvorens het Pedepark te bereiken, verlieten we de Ketelstraat naar rechts via een kasseiwegje, de Kiekenstraat, om vrijwel dadelijk opnieuw linksaf te gaan via een wandelpad naar de vijver van het Pedepark. Daar troffen we aan de rand van de vijver een picknickbankje aan, tijd om even een broodje te nuttigen. Na deze wandelpauze wandelden we naar rechts, omheen een gedeelte van de vijver, om nadien het wandelpad te verlaten naar rechts.

Via een brugje staken we de Neerpedebeek over en gingen we aan de overzijde de Scherdemaalstraat in. Rechts bevond zich het gekende trainingcentrum van Anderlecht. Even later, aan een splitsing aangekomen, draaiden we links de Vlindersstraat in, een smalle kasseiweg tussen akkers. We kruisten de Appelboomstraat en stapten aan de overzijde de schuin rechts gelegen Pierre van Reymenantstraat in, een smalle asfaltweg opnieuw gedeeltelijk tussen akkers en weilanden. Links in de verte konden we de Luizenmolen waarnemen. Op het einde van de weg staken we de Itterbeekselaan over en begaven ons aan de overkant in de Tuinwijk Goede Lucht. We stapten min of meer omheen deze wijk door middel van de Geestdriftstraat en de Vruchtbaarheidslaan. Op het einde van de straat, ging het via een wandelpad linksaf, richting nabijgelegen kruispunt, om er de Kaudenaardestraat aan te treffen. We gingen rechtsaf, staken de afrit van de E19 autosnelweg over en wandelden onder het viaduct van de E19 zelf. We stapten rechtdoor voorbij de oprit van de E19 en bevonden ons inmiddels op de Sylvain Dupuislaan. Aan de overzijde van de weg bemerkten we een benzinestation van Total, alwaar we even later omstreeks 12:10 uur overgingen tot de aankoop van een kopje koffie.

We bevonden ons ter hoogte van de parking van het Westland Shopping Center. Na te hebben genoten van deze korte onderbreking, begaven we ons links van het Shopping Center om er de Joseph Bracopslaan in te gaan en zo omheen het Shopping Center te wandelen. Waar de Joseph Bracopslaan eindigde, konden we via een doorsteek aan de andere zijde de Shakespearelaan volgen. Ook deze laan gevolgd tot op het einde, vervolgden we rechtdoor op een wandelpad doorheen een stukje van het Peterbospark. We verlieten wat later het park naar links om er doorheen de Dichtkunstlaan te stappen, richting Scheutbospark. We staken de Van Souststraat over en nadien de Ninoofsesteenweg. Aan de overzijde van de drukke weg betraden we de Tarantellestraat en die leidde ons het Scheutbospark in. Inmiddels bevonden we ons reeds een tijdje in Sint-Jans-Molenbeek. Via een slagboom konden we het Scheutbos van nabij ervaren. Op zich was er niet veel bos aan te treffen, doch eerder een uitgestrekt natuurgebied. Toen we deze zone achter de rug hadden, kwamen we opnieuw terecht op de openbare weg in de Charles de Gronckelstraat, ondertussen in Sint-Agatha-Berchem.

We troffen er links aan de rand van het Scheutbospark een picknickbank aan, waarvan we omstreeks 13:15 uur gebruik maakten om een hapje te eten. Even later gingen we opnieuw op weg, volgden de Gelukkige Grijsheidstraat en kruisten de Ferdinand Elbersstraat. Aan de overzijde ging het even naar links om dan rechts de Emile Heylensstraat in te slaan, welke ons bracht tot aan het kerkhof van Sint-Agatha-Berchem in de Kasterlindenstraat. Rechts van het kerkhof betraden we een klinkerpad dat verliep naast de begraafplaats en ons doorheen het Wilderbos liet gaan. Aan het andere einde van het bosje kwamen we terecht in de Marocollendreef, om er aan de overzijde de Kweepereboomlaan in te stappen. Na heel wat bochten te hebben gemaakt kwamen we op het kruispunt met de Kerseboomstraat, die we rechts ingingen, om even later aan te komen in de Dilbeekstraat. Andermaal ging het daar linksaf om net vóór het grensbord van Dilbeek, de weg naar rechts te verlaten en het Kattebroek te betreden. Aan de ingang konden we even verpozen op een bankje ter hoogte van een aangelegd vijvertje. Via een slagboom konden we een onverhard pad volgen dat ons doorheen het Kattebroek liet wandelen. Op het einde van het smalle paadje bereikten we de toepasselijke Kattestraat, waar we rechtdoor aanhielden. We staken even verder de Koning Albertlaan over en gingen rechts de Hunderenveldlaan in.

In een bocht naar rechts troffen we het Sportcomplex van Sint-Agatha-Berchem aan, waar we even terecht konden in de cafetaria voor een kopje koffie, ondertussen reeds de klok van 14:20 uur voorbij. Na uiteraard een sanitaire stop konden we op weg voor het laatste gedeelte van ‘De Groene Wandeling’. Op het einde van de Hunderenveldlaan kruisten we achtereenvolgens de Zelliksesteenweg en de Gentsesteenweg, om er aan de overzijde de Klissenlaan in te slaan en vrijwel onmiddellijke daarna rechts de Zavelenberggaarde. Zo konden we even later genieten van een passage doorheen het Natuurreservaat Zavelenberg. Aan de andere kant van het natuurreservaat staken we de Keizer Karellaan over en stapten rechtdoor via het Margaretha van Oostenrijkplein, om de erachter gelegen Maria van Hongarijelaan over te steken. We wandelden deze laan in naar links tot aan de rotonde even verder om nadien rechts de Nestor Martinstraat in te slaan. We kwamen zo ter hoogte van het Nestor Martin Populierenbos rechts, waar we even doorheen konden stappen via een smal wandelpad. Dit paadje bracht ons tot aan de spoorweg, waar we enkel rechts konden vervolgen, naast de spoorweg.

Het grindpad eindigde aan een rotonde, waar we links afsloegen, de spoorweg kruisten en onze weg verder zetten in de Bosstraat. Deze straat liet ons het Moeras van Ganshoren zien, het kerkhof van Ganshoren en zelfs de moestuintjes. We staken een tweede spoorweg over, om net er voorbij verder de Bosstraat naar rechts te volgen, ditmaal een smalle kasseiweg. Geruime tijd stapten we evenwijdig met de spoorweg en het Moeras van Ganshoren, gevolgd door het Moeras van Jette. De Bosstraat ondertussen veranderd in de Kleine Sint-Annastraat. Na te hebben genoten van deze mooie natuurzone, mondde het wegje uit op de Tentoonstellingslaan, die we gelukkig niet hoefden te bewandelen. We konden via een oversteekplaats onze route verder rechtdoor vervolgen en betraden een wandelpad dat ons leidde doorheen het Koning Boudewijnpark. We passeerden de rechts gelegen vijver in het park en kwamen uit op de Wemmelse Steenweg. Daar troffen we op het kruispunt omstreeks 16:00 uur een ijskar aan en gingen uiteraard over tot de aankoop van een lekker ijsje. Na heel wat likken, maar voornamelijk genieten, ging het aan de overzijde van de weg, verder door het park. We kruisten de Heilig-Hartlaan en stapten steeds rechtdoor verder, ditmaal door het Jongerenpark.

Tenslotte op het einde gekomen ter hoogte van een drukke rotonde, inmiddels in Jette, ging het rechtdoor verder in de Duysburghstraat tot aan de Prins Leopoldsquare. Daar besloten we onze wandeling te staken en begaven ons naar het nabij gelegen metrostation Stuyvenbergh, ondertussen opnieuw aangekomen in Laken. Ondertussen reeds de klok van 16:35 uur genaderd, begonnen we even later aan de terugreis. We eindigden deze laatste etappe omheen Brussel na 27753 stappen en 20,814 km.”

donderdag 29 oktober 2020

406: Ukkel, Zaterdag 04 maart 2017, 15,379 km. (8265,925 km.)

“Het relaas met betrekking tot een vierde etappe, langs het traject van ‘De Groene Wandeling’. Onze vorige tocht eindigde in Ukkel, dus begon onze dag met een verplaatsing per bus en trein naar het station van Ukkel-Kalevoet. Daar hadden we een afspraak met André, ons ondertussen bekend. Alvorens van start te gaan, namen we even de tijd voor een sanitaire stop en een kopje koffie, in het café Charlotte, tegenover het station. Even later, omstreeks 09:30 uur konden we op weg voor een volgende tocht omheen Brussel, waarbij André ons een tijdje zou vergezellen. We verlieten dan ook het café en gingen via de voetgangerstunnel onder de spoorweg door, om dan de Steenweg op Alsemberg af te dalen naar links, tot op de plaats waar onze vorige tocht ten einde was gekomen, meer bepaald aan het kruispunt met de Sint-Jobsesteenweg. We verlieten dan ook de Steenweg op Alsemberg naar rechts en begaven ons via een pad in de groene zone Keyenbempt. Het pad doorheen het bos leidde ons naar de Geleytsbeek, waar we terecht kwamen op een smal kasseiwegje. We draaiden rechtsaf en wandelden naast de beek verder in de richting van de Nekkersgatmolen. Vandaag doet dit gebouw dienst als Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden. Even voorbij het gebouw bevonden we ons in de Keyenbemptstraat.

Even later verlieten we de straat naar links, via een wandelpaadje doorheen een stukje grasland, om aan de overzijde de Melkriekstraat aan te treffen. In de onmiddellijke nabijheid kwamen we rechts op de Sterstraat aan. We kruisten de Sterstraat en tevens de tramsporen om aan de overzijde verder te gaan in het Maarschalkdreefje, een straat welke leidde langs de rechts gelegen grote parking Stalle. De straat mondde uit op de grote rotonde aan de drukke Verlengde Stallestraat. Op deze rotonde bevonden zich tal van enome rotsblokken, altijd de moeite waard even op de digitale plaat vast te leggen. Aan de overzijde zouden we onze weg dienen te vervolgen via een smal wandelpad langs een enorm sportcomplex, doch omwille van werken was de weg afgesloten. We dienden bijgevolg een omleiding te volgen via de Verlengde Stallestraat, de Langestraat en de Paul Gilsonlaan om aan de andere zijde van het sportcomplex de Kabouterstraat te vinden, waar het uitgepijlde traject verder kon worden gevolgd. Eenmaal deze straat aangetroffen, ging het dus naar links en verlieten we de drukke weg, inmiddels de Steenweg op Ruisbroek, het verlengde van de Paul Gilsonlaan. De korte Kabouterstraat eindigde aan het kruispunt met de Lusambostraat, waar ons traject linksaf verder verliep.

Korte tijd later stapten we voorbij het ‘Klein Stoomtreintje van Vorst’, gelegen in het Bemptpark. Jammer genoeg was er geen treinverkeer waar te nemen. Ter hoogte van deze verkleinde spoorweg, verlieten we de Lusambostraat ter hoogte van een bocht en begaven ons op een smal wandelpad doorheen het Bemptpark. We konden dan ook even verder genieten van het uitzicht over een grote vijver. Inmiddels bevonden we ons vanzelfsprekend reeds een tijdje op het grondgebied van Vorst. Op het einde van het park bevonden we ons op de Brits Tweedelegerlaan, de N265, welke we rechtdoor volgden tot aan het kruispunt met de Zijdeweverijstraat. Hier sloegen we de linkse kant in, naast de fabriek van Audi, om dan via een tunnel onder de sporen te gaan van Vorst-Zuid. Aan de overzijde van de spoorweg ging het nog steeds via de Zijdeweverijstraat tot aan de drukke Humaniteitslaan en tevens het viaduct van de autosnelweg E19. Net vóór het viaduct stapten we rechts de Humaniteitslaan in, welke we over langere afstand zouden bewandelen. Tussen tal van industriegebouwen vorderden we tot aan het kruispunt met de Verwelkomingsstraat, ondertussen op het grondgebied van Anderlecht. We stapten rechtdoor verder, ditmaal op de Industrielaan en het moet gezegd, een weinig aantrekkelijk wandelparcours.

We gingen nogmaals onder de spoorweg door, tot we uiteindelijk de eentonige industriezone konden verlaten via de Bollinckxstraat links. Via een brugje staken we Zenne over en kwamen even later aan op de Vaartdijk langs het kanaal Brussel-Charleroi. Over korte afstand ging het langs de Vaartdijk naar links, tot we het kanaal via een brug konden overgaan ter hoogte van de Arthur Dehemstraat. Onmiddellijk na de brug, draaiden we opnieuw linksaf, om verder het jaagpad te volgen langs het kanaal, vooreerst via de Schippersstraat. Zo stapten we nogmaals onder de spoorweg en genoten we van een tochtje langs het kanaal. Voorbij het spoorwegviaduct bevonden we ons inmiddels op de Veeweidekaai, die ons bracht tot aan het viaduct van de Brusselse Ring. Net daar voorbij, verlieten we het jaagpad langs het kanaal en begaven ons rechts in de Zuunstraat, voorbij tal van volkstuintjes. Gekomen aan een Y-splitsing in de Zuunstraat, volgden we de linker tak door een stukje boszone, waarna we de N6, de zeer drukke Bergensesteenweg bereikten. Gelukkig konden we aan de overzijde verder via een smal paadje en een wandelpoortje, om zo het natuurgebied Vogelzang in te gaan. Tal van brede graspaden leidden ons doorheen dit mooie stukje groen, tot we tenslotte aankwamen in de Vogelenzangstraat.

Daar hielden we links en stapten voorbij het kerkhof van Anderlecht. Voorbij de begraafplaats arriveerden we aan het Erasmus ziekenhuis, om er de Vogelenzangstraat te verlaten en via de rechts gelegen Mijlenmeersstraat te gaan tot aan de Lenniksebaan. Daar eindigden we onze etappe voor vandaag, vermits we er terecht konden in het metrostation Erasmus, om de terugreis aan te vatten. We eindigden deze vierde etappe van ‘De Groene Wandeling’ na 20506 stappen en 15,379 km gewandelde afstand.”

woensdag 28 oktober 2020

405: Auderghem, Zaterdag 25 februari 2017, 17,955 km. (8250,546 km.)

“Onze derde etappe van ‘De Groene Wandeling’, ging van start te Auderghem, meer bepaald ter hoogte van het metrostation Herrmann-Debroux. Na een verplaatsing vooraf per bus, trein en metro, bereikten we de plaats omstreeks 10:30 uur. Even later konden we dan ook op weg voor een volgende verkenning van de Brusselse rand. We verlieten de Herrmann-Debrouxlaan om aan de overzijde op weg te gaan via de Appelbloesemgaarde, een smal wandelpad tussen de woningen. Na het kruisen van de Charles Lemairestraat, betraden we het Seny Park. Doorheen dit kleine parkje kwamen we vrij snel aan op de Woudmeesterlaan, welke we naar rechts insloegen, om kort erna links het wandelpad te betreden dat ons zou leiden doorheen het Ten Reuken Park. We verkregen wat kunst te zien onderweg, terwijl we wandelden langsheen de uitgestrekte vijver van het park. Na te hebben genoten van deze mooie natuurzone, mondde het wandelpad uit op de gelijknamige straat, Tenreuken. We draaiden linksaf en stapten door deze straat, om even verder de Charle Albertlaan te kruisen. We bevonden aan inmiddels op het grondgebied van Watermaal-Bosvoorde. Aan de overzijde van de weg beklommen we enkele trappen en kwamen zo terecht in het Zoniënwoud.

Zo begon onze doortocht van dit prachtige natuurgebied vooreerst via de Pinnebeekdreef. Een nagenoeg kaarsrechte dreef tussen hoge, weliswaar kale bomen gelet op de periode in het jaar. De lente is nog duidelijk niet in aantocht. Even voorbij een lichte bocht naar rechts, kruisten we een andere dreef, de Diependelleweg, ter hoogte van de Tamboerdreef. Nog steeds de Pinnebeekdreef volgend kwamen we even later op het kruispunt met de Willeriekendreef. Daar aangekomen ging het rechtsaf de Willeriekendreef in om even later terecht te komen op een dwars gelegen kasseiweg, de Buksboomstraat. We draaiden linksaf en stapten nu langsheen de rand van het Zoniënwoud verder. We kwamen voorbij de begraafplaats van Watermaal-Bosvoorde om tenslotte tussen de woningen te arriveren en even later op het kruispunt met de Terhulpensesteenweg. Onze tocht ging verder naar rechts om aldus af te dalen naar een lager gelegen plein tegenover de Bosvoordevijver. Het was ondertussen 11:30 uur geworden, de hoogste tijd vonden we om even te genieten van een kopje koffie. We troffen dan ook beneden ‘Le Canard Sauvage’ aan, een delicatessenwinkel waar iets kon worden genuttigd.

Na deze wandelpauze gingen we opnieuw op pad, we hadden immers nog heel wat kilometers af te leggen. We kruisten aan de overzijde van het plein de andere rijstrook van de Terhulpensesteenweg om daar de Vuursteenweg in te gaan, een breed wandelpad naast de links gelegen Bosvoordevijver. Het pad eindigde ter hoogte van de Twee Bergenlaan, alweer een wandelpad dat ons opnieuw het Zoniënwoud zou laten betreden. We troffen er een merkwaardig opschrift aan op de gevel van een woning ‘A la petite laiterie de la Forêt de Soignies’. We betraden de Twee Bergenlaan naar links, maakten twee kort op elkaar volgende bochten naar rechts en gingen onder de spoorweg door. Voorbij de spoorweg betraden we de Twee Bergenweg en bevonden ons opnieuw in het Zoniënwoud, meer bepaald in de Vuilbeekvallei. De eerste zwammen lieten zich zien voor de lens van de camera. Ook ditmaal een lange kaarsrechte dreef onder kale bomen. Door middel van de kaarsrechte dreef kruisten we de Tumuliweg, de Gravendreef en tot slot de Infantedreef. Geruime tijd later bereikten we een groter kruispunt met de Lorrainedreef, een naar ons inzien nogal druk bereden openbare weg.

Eenmaal veilig en wel aan de overzijde geraakt, zetten we onze groene wandeltocht verder in de Chemin Berckmans, opnieuw natuur in vol ornaat. We kruisten de Zavelweg en kwamen uiteindelijk op het einde van het woud op de Waterloosesteenweg, ondertussen reeds op het grondgebied van Ukkel. Na opnieuw deze drukke en gevaarlijke weg te zijn gekruist, betraden we aan de overzijde een woonstraat, de Hougoumontlaan. Korte tijd later ging het verder in de links gelegen Lijsterbessebomenlaan, welke uitmondde op het kruispunt met de Schilderachtige Dreef. Meteen volgden we de straat naar rechts en werd het duidelijk dat we ons hier bevonden in de betere buurt, gelet op de talrijke villa’s. Deze vrij lange weg tenslotte eindigde op het kruispunt met de de Perckestraat, een bochtige kasseiweg, welke we noodgedwongen dienden in te gaan. Zo ging onze tocht langs het rechts gelegen Verrewinkelbos. Net vóór het grensbord van Linkebeek, verlieten we de de Perckestraat naar rechts via een pad dat ons leidde naar de Buysdellelaan, een smalle kasseiweg, welke ons gevoelig aan hoogte liet winnen. De kasseiweg eindigde ter hoogte van de Godshuizenlaan, welke we naar links dienden in te gaan. We kwamen zo in een woonwijk terecht om er enkele woonstraten over korte afstand te bewandelen: de Woudweg, de Reebokjeslaan, de Kiekenputstraat en de Fretlaan, om te eindigen in de Engelandstraat, tegenover het Pasteurinstituut.

We draaien linksaf de Engelandstraat in, teneinde wat verder ter hoogte van een Y-splitsing, deze straat verder naar rechts in te gaan. Via een doorsteek in een haag rechts kwamen we in de Borreweg, welke ons onder de spoorweg liet doorgaan. Halverwege de Borreweg, ging het linksaf een pad op doorheen het Natuurreservaat Kriekenput, waarna we aan de andere zijde terug de Engelandstraat aantroffen. Links verder wandelend kwamen we op de Sint-Jobsesteenweg aan. We hielden daar de richting links aan om er onder de spoorweg door te wandelen en tenslotte de drukke Steenweg op Alsemberg te bereiken. De Groene wandeling zou aan de overzijde van de weg het natuurgebied Keyenbempt ingaan, doch we hielden het voorlopig even voor bekeken. We wandelden dan ook de Steenweg op Alsemberg op naar rechts, om even later het station te bereiken van Ukkel-Kalevoet. Alvorens de terugreis aan te vangen genoten we nog van een kopje koffie in Apero Gare, tegenover het station. We eindigden deze etappe na 23941 stappen, goed voor 17,955 km.”

maandag 26 oktober 2020

404: Sint-Lambrechts-Woluwe, Zaterdag 18 februari 2017, 14,876 km. (8232,591 km.)

“Vandaag waren we toe aan een tweede etappe van ‘De Groene Wandeling’ omheen Brussel. Onze eerste kennismaking met deze uitgepijlde wandelroute was geeindigd ter hoogte van het metrostation Roodebeek te Sint-Lambrechts-Woluwe. Voorafgaand aan de start van deze tweede tocht, maakten we de verplaatsing per bus, trein en metro naar het reeds vermelde metrostation. Aldaar aangekomen omstreeks 10:20 uur konden we vooreerst op weg naar de plaats waar we de vorige maal de tocht hadden onderbroken. We verlieten dan ook Roodebeek en volgden enkele woonstraten, met name: Roodebeeksteenweg, Tweehuizenweg en Heilige-Familieplein. We konden er vrijwel dadelijk de eerste foto van de dag nemen, de Heilige-Familiekerk. Net voorbij de kerk begaven we ons op het smalle wandelpad naast het Roodebeekpark, om opnieuw de plaats te bereiken waar we de vorige keer waren gestopt, ter hoogte van de Andromedalaan. Bijgevolg richtten we nu terug de ogen op de wandelpaaltjes en betraden opnieuw het geplande wandeltraject van ‘De Groene Wandeling’. We volgden de Adromedalaan en kruisten de Tweehuizenweg, om aan de overzijde verder te stappen via de Atticastraat. Gekomen aan de grote rotonde, leidde deze tocht onze verder in de Marcel Thirylaan, welke we over ruime afstand zouden volgen.

Net vóór een tweede grote rotonde, verlieten we net voorbij enkele appartementsblokken naar links de Marcel Thirylaan. Een wandelpad naast een weide bracht ons tot in de Tiendagwandlaan, welke we rechts indraaiden. De straat mondde uit in de Rue Théodore de Cuyper die we naar links dienden in te wandelen. Een kruispunt verder ging onze tocht naar rechts verder via Clos Hof ten Berg waarna we de drukke Boulevard de la Woluwe kruisten en aan de overzijde de Hippokrateslaan inwandelden. Vrijwel onmiddellijk daarna ging het opnieuw rechtsaf in de E. Mounierlaan, om deze al vrij vlug te verlaten door middel van een dreef rechts. We wandelden langsheen de Woluwe en het Hof ter Musschen, een stukje groene oase in de omgeving. Op het einde van de dreef staken we de Veldkapellaan over om aan de overzijde verder het pad te volgen naast de Woluwe. Uiteindelijk mondde het pad uit op de drukke Emile Vanderveldelaan, doch ook daar konden we aan de overzijde verder op een wandelpad, met name de Chemin de Vellemolen. Nog steeds volgden we er het verloop van de Woluwe. Na het kruisen van de Jean-François Debeckerlaan, passeerden we de Lindekemalemolen en betraden vervolgens het Malou Park.

Ter hoogte van de aldaar gelegen vijver, troffen we een picknickplaats, een mooie kans om even te genieten van een broodje midden het groen. Het was ondertussen vijf voor twaalf geworden. Na deze lunchpauze en vooral na te hebben genoten van het uitzicht, konden we alweer op weg. Net voor de vijver draaiden we via een wandelpad linksaf om even verder de Struykbekenweg te bereiken tegenover het Stadion Fallon. Daar gingen we alvast over tot het nuttigen van een kopje koffie omstreeks 12:10 uur in de kantine van het sportcomplex. We gingen nadien opnieuw op weg en staken de Stokkelsesteenweg over via een wandelbrug en gingen verder op een mooi wandelpad. Dit pad liet ons onder de L. Jasminstraat gaan, alwaar de de lokale Spoorwegwandeling volgden. Zo stapten we voorbij een opvallend kunstwerk, vervaardigd uit oude spoorrails. We hielden steeds de richting rechtdoor aan, om de Bosstraat over te steken en nog steeds het wandelpad verder te volgen. Rechts kregen we zicht op het Ter Bronnenpark, eveneens voorzien van een mooie waterpartij. Inmiddels bevonden we ons op het grondgeboed van Sint-Pieters-Woluwe. Eenmaal voorbij het Ter Bronnenpark ging het via een voetgangersbrug over de Bovenberg en de drukke Tervurenlaan. We kregen er zicht op het rechts gelegen Woluwepark, alweer met enkele mooie vijvers.

Nog altijd de zogeheten Spoorwegwandeling volgend, ging onze wandeltocht verder tot voorbij het Woluwepark, ondertussen voorbij de links gesitueerde Mellaertsvijvers en verderop Hertoginnedal. Tenslotte verlieten we dit mooie wandeltraject ter hoogte van het Koninklijk Atheneum van Oudergem, via de Tedescolaan, welke eindigde aan de grote rotonde Vorstrondpunt. Veilig en wel aan de overzijde geraakt, stapten we de Zandgroeflaan in voorbij de Sint-Marcellinus Champagnatkapel. Op het einde van de laan gingen we rechts de Emile Idiersstraat in om nadien de drukke Waversesteenweg aan te treffen. Schuin links aan de overzijde leidden de wandeltekens ons de Jacques Bassemstraat in, die we bewandelden tot op het einde, alwaar we de Herrman-Debrouxlaan bereikten, ter hoogte van het metrostation Herrman Debroux. We besloten de wandeling hier te eindigen, vermits we daar via lijn 5 opnieuw konden afreizen naar het station en vervolgens huiswaarts. We sloten deze etappe af na 19835 stappen en 14,876 km, ondertussen aangekomen in Auderghem.”

vrijdag 23 oktober 2020

403: Laken, Zaterdag 04 februari 2017, 14,855 km. (8217,715 km.)

“Hierna het relaas met betrekking tot een eerste etappe van ‘De Groene Wandeling’, een uitgestippelde route omheen de hoofdstad van het land. Vooraf maakten wij de verplaatsing per bus en trein naar het station Brussel Centraal, om nadien via lijn 6 van de Brusselse metro te sporen richting Koning Boudewijn, tot aan het metrostation Houba-Brugman. Eenmaal terug boven de grond bevonden we ons ter hoogte van de Houba de Strooperlaan. Vermits we in de onmiddellijke nabijheid konden inpikken op de voorziene route, namen we vooreerst de tijd om een kopje koffie te nuttigen. Daartoe begaven we ons naar links via de Reper-Vrevenstraat tot aan het eerstvolgend kruispunt. We gingen nog even verder rechtdoor tot aan het kruispunt met de Emile Wautersstraat. Daar konden we op de hoek terecht in Delizia voor een kopje koffie, net op het ogenblik dat onze klok 11:00 uur aangaf. Even later konden we op weg voor de start van een eerste etappe langsheen het bewegwijzerde traject. Net voorbij de Emile Wautersstraat kwamen we op het Sint-Lambertusplein en konden dan ook overgaan tot het nemen van de eerste foto van de dag: de Sint Lambertuskerk. Voorbij de kerk betraden we de drukke Eeuwfeestlaan, welke we voorzichtig konden oversteken, om aan de overzijde even naar links te wandelen.

In de verte kregen we zicht op het Atomium, ons reeds bekend van een wandeling in het verleden. Vrijwel dadelijk verlieten we de drukke weg naar rechts en betraden via een wandelpad het Park van Laken. Dit mooie wandelpad mondde uit op de Wildejasmijnenlaan, alwaar we over korte afstand de straat naar rechts bewandelden, tot aan het eerstvolgende pad naar links. Op het einde daarvan troffen we de Dikkelindelaan aan. We volgden er de aanduidingen op de wandelpaaltjes, dus rechtsaf. We gingen op die manier voorbij het Amerikaans Theater om tenslotte de drukke Madridlaan in te draaien naar rechts, richting Van Praetlaan. Op weg daarheen kwmen we langs de Neptunusfontein, gevolgd door het Chinees Paviljoen en in de nabijheid de Japanse Toren. Beide laatst genoemde, gebouwd tijdens het regime van Leopold II. Na het bekijken van deze prachtige gebouwen, wandelden we verder langs de Van Praetlaan, zowat omheen het Koninklijk Domein van Laken. Een opmerkelijk iets langs deze laan, betrof de Waterkerskwekerij, ter plaatse aangeduid als ‘Cressonière de Laeken’. Voorbij een lange bocht naar rechts, ging de Van Praetlaan over in de Vilvoordsesteenweg.

Via de Van Praet brug gingen we over het kanaal, richting brug over de spoorweg, zijnde de Teichmann brug. Inmiddels hadden we het grondgebied bereikt van Schaarbeek. Rechts kregen we het grote Docks Bruxsel te zien. Juist op het einde van de brug over de spoorweg, daalden we via de trappen naar links af en kwamen op de Monplaisirlaan, welke ons leidde tot aan het Pr. Elisabethplein tegenover het station van Schaarbeek, waar tevens Train World is gevestigd. Vermits we ondertussen regen kregen te verduren, hielden we even een koffiepauze omstreeks 12:30 uur in café Stad Leuven, op de hoek van de Pr. Elisabethlaan. Na deze wandelpauze begaven we ons verder op het Pr. Elisabethplein om er nadien een broodje te nuttigen ter hoogte van het postkantoor, net naast het station van Schaarbeek. De regen was even later verdwenen, dus konden we onze tocht vervolgen. We stapten voorbij het opmerkelijke ‘Train Hostel’ via de Georges Rodenbachlaan. Op het einde van deze laan, hielden we rechts in de Zénobe Grammelaan en op het einde links via de Chaumontelstraat. Daarna ging het op het einde nogmaals linksaf in de Walkiersstraat, waardoor we in een vierkant omheen Walckierspark wandelden.

Toen we de Walkiersstraat ten einde waren gekomen, draaiden we rechts de Kasteelstraat in en kwamen in een stukje natuur terecht, het Moeraske, een stadspark, zowat evenwijdig aan de spoorweg. Palend aan het Moeraske ging het een stukje doorheen het Goede Herderpark, om dan rechts te draaien en het park te verlaten. We staken de Stroobantsstraat over om aan de overzijde doorheen het Doolegtpark te stappen. Na de doortocht van dit kleine parkje kwamen we in de Marnestraat, welke we links insloegen en volgden tot aan de Parijsstraat. We hadden Schaarbeek inmiddels ingeruild voor het grondgebied van Evere, waar we enkele woonstraten dienden te volgen, met name de Parijsstraat, de Vliegpleinstraat en de Van Leeuwlaan, om zo de drukke Haachtsesteenweg te kruisen. Aan de overzijde verliep het traject verder in de Jan-Baptist Bauwensstraat, om op het einde aan te komen op de Servaas Hoedemaekerssquare, waar we het gemeentehuis konden waarnemen van Evere. Aan de rotonde voorbij het gemeenthuis wandelden we links via de Provencewandelwegen en kruisten nadien de gevaarlijke Leopold III laan en de Oud-Strijderslaan. Via een klein stukje park betraden we de erachter gelegen Eenboomstraat, waar we de richting rechts kozen.

Deze aanvankelijke kasseiweg, even later overgaand is asfalt liet ons wandelen langs de muur van het links gelegen kerkhof van Brussel. Toen we aan het einde van de kerkhofmuur waren gekomen, stapten we links voorbij de ingang van het kerkhof, om nadien tegenover de ingang verder gaan in de Kerkhof van Brussellaan. We staken de Franz Guillaumelaan over, gevolgd door het kruisen van de Leuvensesteenweg, aan de Sint-Jozefkerk. Aan de overzijde stapten we de Hugo Verrieststraat in, om nadien rechtsaf te slaan in de V-Daylaan en op het einde linksaf in de Léon Grosjeanlaan. Via een tunnel ging het onder de autosnelweg E40 door, waarna we onze tocht vervolgden in de Steenboklaan. Een tweetal bochten later bevonden we ons aan de ingang van het Roodebeekpark, ondertussen op het grondgebied van Sint-Lambrechts-Woluwe. Onze geplande route zou verder verlopen via de Andromedalaan, doch we hielden het daar voor vandaag voor bekeken. We begaven ons dan ook rechtsaf, om langs de rand van het Roodebeekpark, op zoek te gaan naar het dichtst gelegen metrostation. Zowat 1,2 km verder konden we via het metrostation Roodebeek, door middel van lijn 1 opnieuw op weg naar het station en later per spoor huiswaarts. We eindigden deze eerste etappe na 19807 stappen en 14,855 km.”

donderdag 22 oktober 2020

402: Mechelen, Zaterdag 28 januari 2017, 18,149 km. (8202,86 km.)

“Gelet op de winterse omstandigheden, een wandeling in de nabijheid van onze woonplaats. We gingen dan ook omstreeks 09:30 uur van start, doch begaven ons vooreerst naar de nabij gelegen supermarkt voor de aankoop van enkele koffiekoeken voor onderweg. Nadien konden we aan de eigenlijke wandeltocht beginnen en wandelden doorheen enkele woonstraten van de stad naar het jaagpad langsheen de Dijle, ter hoogte van de N16, gelegen naast de vestiging van McDonald’s. Eenmaal op het jaagpad aangekomen zouden we dit over lange afstand volgen. We verkregen dan ook rechts van het jaagpad zicht op de natuur, nog duidelijk in winterslaap. Het voelde koud aan en de bewolking was vrij hardnekkig. Een eindje gevorderd, wandelden we onder de autosnelweg E19 door, alsook de N16. Een volgend viaduct betrof de Blarenberglaan en zo wandelden we steeds maar verder via het jaagpad langs de Dijle. Via een brugje overschreden we de Vrouwevliet en passeerden vervolgens tal van nijverheidsgebouwen ter hoogte van Mechelen-Noord. Nadien gingen we voorbij de rechts gelegen Grote Vijver, de thuishaven van de Mechelse Waterski Klub. Links kregen we een zicht op het Overstromingsgebied van het Zennegat. Weinige ogenblikken later waren we dan ook voorbij het Zennegat.

Eenmaal het Zennegat voorbij, verlieten we het jaagpad langs de Dijle en stapten via de wandel- en fietsbrug over de Nete. We kwamen op die manier terecht op het jaagpad langsheen de Nete, dat we over korte afstand naar rechts volgden tot aan het Chalet De Visput. We bevonden ons reeds op het grondgebied van de gemeente Rumst. Het was inmiddels 11:55 uur geworden en we gingen er over tot een langere wandelpauze, ondertussen genietend van een kopje koffie. Na deze verdiende en vooral verwarmende pauze, keerden we een eindje op onze stappen terug en staken via dezelfde brug opnieuw de Nete over. Toen we de brug over waren, maakten we linksomkeer en volgden het jaagpad langs de Nete in de richting van het verder gelegen Battenbroek. Een paar honderd meter verder lieten we het jaagpad links liggen en gingen rechtsaf, ditmaal richting wandelknooppunt 167 van het wandelnetwerk Rivierenland. Amper dit pad ingedraaid, ging het vervolgens opnieuw linksaf en betraden we het eigenlijke Battenbroek. Via een aardeweg konden we dan ook vrijwel dadelijk genieten van een stukje ongerepte natuur. Naarmate we dieper het natuurgebied ingingen, versmalde het pad.

Toen we het wandelknooppunt 167 hadden aangetroffen, ginge het haaks rechtsaf richting wandelknooppunt 169. Op weg daarheen ging het via een smal graspad tussen het hoge riet door, af en toe kronkelend. Links en rechts verkregen we af en toe wat struikgewas en stukjes bosgebied. Nagenoeg evenwijdig verliep een hoogspanningslijn. Enkele kleine watergebieden welke we konden aantreffen waren dicht gevroren. Toen we het natuurgebied verlieten, kwamen we op de openbare weg in Battenbroek om er het knooppunt 169 aan te treffen. We gingen via de weg linksaf, opnieuw onder de autosnelweg E19 door en kwamen terecht in de industriezone Mechelen-Noord. Net voorbij het viaduct van de E19, vervolgden we onze tocht naar rechts in de Spildorenlaan en wandelden op die manier tussen de Grote Vijver en de Spildoornvijver. In de industriezone zelf, begaven we ons zo snel als mogelijk opnieuw naar rechts, om tenslotte terug aan de komen op het jaagpad langsheen de Dijle. Na een tijdje het jaagpad te hebben gevolgd, richting Mechelen, verlieten we dit ter hoogte van de brug over de Dijle, om langsheen de Blarenberglaan de overkant van de Dijle te bereiken.

Daar aangekomen ging het even linksaf om dan via de Neerweg en de Wolverbosstraat het centrum te bereiken van Battel. Zo ging onze wandeltocht stilaan naar een einde, vermits we uiteindelijk via de Battelsesteenweg richting woning gingen. Alvorens ten huize aan te komen, deden we nog enkele boodschappen in de Carrefour Express op de steenweg zelf. We eindigden deze winterse wandeltocht dan ook na 24195 stappen en 18,149 km.”

woensdag 21 oktober 2020

401: Mechelen, Zaterdag 21 januari 2017, 19,332 km. (8184,711 km.)

“Ditmaal hadden we een wandeling gepland, langsheen het traject van de GR12, vertrekkend aan onze woonplaats en eindigend in Koningshooikt ter hoogte van de Kruisstraat. Jammer genoeg zouden we deze tocht vroeger dan gepland moeten onderbreken, omwille van een hindernis onderweg. Maar uiteraard daarover later meer. Bij de start van deze tocht, konden we dan ook rekenen op heel wat zon, doch daarmee gepaard gaande de stevige vrieskou. Desondanks keken we toch uit naar een aangename winterse wandeltocht. We verlieten dan ook onze woonplaats en wandelden in de richting van de Ijzerenleen, alwaar we de eerste markeringen van de GR12 konden aantreffen. We dienden dan ook vooreerst doorheen een gedeelte te stappen van het centrum van Mechelen. Bijgevolg verliep het begin van deze wandeling verder via de Vleeshouwersstraat, Grote Markt, Befferstraat, Veemarkt en Keizerstraat, waarna we de ring omheen de stad bereikten. Aan de overzijde van de ring en de Dijle wandelden we verder via de Nekkerspoelstraat, om dan aan de bushalte rechts Nekkerspoel-Borcht in te draaien, naar de Dijle toe. Daar begaven we ons op het jaagpad langs de Dijle en gingen onder de N15 door, stilaan richting Provinciaal Domein De Nekker.

Het jaagpad langs de Dijle liet ons even verder genieten van De Nekker, badend in het zonlicht en waar sommige ijsplekken op het water een verblindend licht gaven. Enkele bochten op het jaagpad verder kwamen we ter hoogte van het Mechels Broek. Wit bevoren graslanden en enkele eenzame grazers, dat was het uitzicht dat we er verkregen. Even verder verlieten we het jaagpad langs de Dijle en daalden naar links af, richting Muizenhoekstraat. We gingen vooreerst via een smal pad tussen de bomen, om er op het einde rechtsaf te gaan en zo de openbare weg te betreden in de Muizenhoekstraat. Daar werden we verplicht om de straat naar links op te gaan. Geruime tijd later, net alvorens het kruispunt te bereiken met de eveneens Muizenhoekstraat, begaven we ons op een links gelegen veldweg. Op die manier betraden we opnieuw het Mechels Broek en konden genieten van het stappen langs enkele smalle bevroren paden en het dwarsen van enkele smalle waterlopen via vlonderpaden en bruggetjes.

Toen we waren aangekomen op een kruising van veldwegen, inmiddels op het grondgebied van Bonheiden, dienden we rechts te kiezen, een smal pad onder hoge bomen. We troffen er een bordje aan met de vermelding ‘Tijdelijk geen doorgang, gevaar voor omvallende bomen’. Een eenvoudig A4’tje zonder enig officieel kenmerk. We negeerden het bord, vermits we geen enkel gevaar konden bemerken en begaven ons op dit pad, naar de verder gelegen Eikendreef. Amper enkele passen gezet, kwam een man uit een aanpalende woning gelopen, hevig met de armen zwaaiend, dat het ten strengste verboden was dit pad te betreden. Toen we de man om uitleg vroegen, wie dit bord geplaatst had, ontstak hij in woede dat dit geen enkel belang had en dat hij onmiddellijk de politie zou bellen. Teneinde verdere discussie te vermijden, verlieten we dan ook het geplande traject en volgden de veldweg dan maar naar links, in de hoop even later opnieuw op het parcours van de GR12 te komen.

We maakten dan ook een omweg langsheen een stuk bosgebied, om nadien geen enkel vermoeden te hebben, welke richting we verder dienden te kiezen. Vermits we op voorhand hadden vertrouwd op de rood-witte markeringen van de GR12, hadden we geen routeplan bij de hand en konden dus niet weten, waar we ergens opnieuw op de GR konden inpikken. Op goed geluk stapten we dan maar een eindje verder, tot we tenslotte de drukke N15, de Putsesteenweg aantroffen. Daar we geen idee hadden, welke weg verder te volgen, besloten we voortijdig de tocht te staken. We bemerkten dat we ons bevonden in de nabijheid van een bushalte ter hoogte van de Eksterveldstraat en namen dan ook even later de bus, richting Mechelen centrum. We eindigden dan ook vroeger dan gepland deze tocht na 25777 stappen en 19,332 km.”

dinsdag 20 oktober 2020

400: Kapelle-Op-Den-Bos, Zaterdag 14 januari 2017, 16,694 km. (8165,379 km.)

“Een wandeling langsheen een gedeelte van het wandelnetwerk Rivierenland, met start in Kapelle-Op-Den-Bos. Vooraf maakten we vanuit onze thuisbasis een korte verplaatsing naar het station van deze gemeente. Eenmaal daar aangekomen verlieten we het station en wandelden naar de brug over het kanaal, om vervolgens linksaf de Oostdijk op te gaan, richting wandelknooppunt 2. We kregen vrijwel dadelijk rechts bevroren akkers te zien, terwijl we links het kanaal konden waarnemen. Korte tijd nadat we een eindje langs het kanaal waren gevorderd, bereikten we het reeds vermeld knooppunt 2. Amper 200 m verder troffen we reeds het volgende wandelknooppunt aan, 1, de plaats waar de Oostdijk overging in Brielen. We hielden nog steeds dezelfde richting aan langsheen het kanaal, om uiteindelijk later rechtsaf te draaien, richting knooppunt 14 en dit via de Overloopstraat. Het einde van deze straat bereikt, bevonden we ons ter hoogte van het kruispunt van de Overloopstraat en de Hoogstraat, alwaar we het Tisselt Kapelleke konden bekijken. We volgden nadien de Hoogstraat naar links, richting kerk van Tisselt, waarna we even verder rechts de Kerkhoflaan zouden moeten indraaien. Echter even verder voorbij dit kruispunt bevond zich café feestzaal Silvermoon, reden om even het traject te verlaten voor een kopje warme koffie. Het was ondertussen 11:15 uur geworden.

Na deze verwarmende wandelpauze keerden we een eindje op onze stappen terug teneinde de Kerkhoflaan in de wandelen. Gekomen op het einde van de straat, ter hoogte van het kerkhof van Tisselt, ging het verder via een veldweg naar rechts, Buurtweg 41 genaamd. Tussen weiden en akkers zetten we onze wandeling verder, even later via de Buurtweg 44 naar links en tenslotte nogmaals linksaf door middel van de Buurtweg 26. We kwamen zo opnieuw terecht op de openbare weg, met name de Blaasveldstraat. Hier begaven we ons naar rechts, de Blaasveldstraat een eindje volgend, tot we opnieuw een veldweg rechts konden betreden, Buurtweg 28. Ter hoogte van een splitsing van veldwegen hielden we links aan en betraden zo de Buurtweg 43, welke ons leidde over de plaatselijke Zwarte Beek. Via af en toe vrij modderige passages tussen de velden, kwamen we terecht aan het wandelknooppunt 15. Terug verharde grond onder de voeten, ging het nagenoeg rechtdoor op de openbare weg via Grote Heide. We overschreden de spoorweg en troffen er net voorbij het wandelknooppunt 17 aan.

We gingen voorbij de spoorweg nog steeds rechtdoor via Grote Heide, tot we het kruispunt bereikten met de Blaasveldstraat. Over korte afstand ging het linksaf, tot aan het kruispunt met de rechts gelegen Hertstraat, tevens plaats waar zich het knooppunt 18 bevond. We draaiden rechtsaf de Hertstraat in welke we volgden tot we nadien rechts de Heirstraat in konden draaien. Eenmaal dit kruispunt aangetroffen bevonden we ons aan het knooppunt 72. We volgden de Heirstraat tot op het einde alwaar we de openbare weg ruilden voor een veldweg naar rechts, om er weinige ogenblikken later het knooppunt 135 te vinden, op een kruising van veldwegen. Noodgedwongen draaien we naar links om de veldweg verder te bewandelen tot we opnieuw de openbare weg konden betreden in de Vinkstraat. Inmiddels bevonden we ons op het grondgebied van Leest. We staken de weg over om aan de overzijde via een stukje veldweg tenslotte de Dorpstraat van Leest te betreden. We gingen linksaf richting Sint-Jozefkapel, waar we normaal gezien de Dorpstraat naar rechts zouden volgen, richting knooppunt 271.

We besloten echter om even van het parcours af te wijken en het knooppunt 271 te laten, om in de plaats daarvan de Dorpstraat naar links te volgen, tot in het centrum van Leest. We konden er dan ook even later omstreeks 13:30 uur terecht in café In den Bareel, gelegen op Leest-Dorp, voor een kopje koffie en uiteraard wat warmte. Ondertussen hadden we het knooppunt 63 aangetroffen in het centrum van het dorp. Na een aangename pauze begaven we ons naar het volgende knooppunt, met name 273, dat zich bevonde ter hoogte van de brug over de Zenne. We verlieten het café en volgden naar links verder Leest-Dorp, gevolgd door de Pastoor de Heuckstraat, om zo de brug te bereiken over de Zenne. Net voor de brug begaven we ons nadien op het jaagpad naar links, de zogeheten Rupeldijk, teneinde dit over langere afstand te bewandelen tot aan het knooppunt 76. We arriveerden uiteindelijk ter hoogte van de drukke N16, de Steenweg op Blaasveld, aan het knooppunt 76. We verlieten er het jaagpad om de Zenne over te steken en aan de overzijde van het water het knooppunt 275 te vinden. We daalden de brug af om dan rechts de Mechelbaan te volgen, zowat evenwijdig aan de N16, om vervolgens deze N16 over te steken. Ondertussen waren we knooppunt 81 voorbij en troffen aan de overzijde van de N16 knooppunt 80 aan, dat zich bevond in het natuurreservaat Den Battelaer.

Ter hoogte van dit knooppunt dienden we haaks rechts te houden, om doorheen een gedeelte van dit natuurreservaat te gaan, via smalle paadjes en even later vlonderpaden, om tenslotte het volgend knooppunt 163 aan ter treffen ter hoogte van de Thiebroekvaart, zijnde het jaagpad langsheen de Leuvense Vaart. We stapten het jaagpad op naar rechts, om even later de openbare weg te bereiken, vooreerst Thiebroekvaart, overgaand in de Baroniestraat. We kwamen ter hoogte van de Battelbrug uit, waar zich het knooppunt 131 bevond. Voorbij de brug ging onze wandeling nog over korte afstand via de Stuivenbergvaart om dan de eerste straat rechts, de Schouwbroekstraat in te slaan. Deze straat volgend tot op het einde, kwamen we aan het knooppunt 129 op het kruispunt van de Schouwbroekstraat en de Oude Leestsebaan. Op de Oude Leestsebaan hielden we dan de richting naar links aan, op weg naar het knooppunt 194, dat zich bevond even voor de autosnelweg E19. We gingen onder de snelweg door, om nog even verder de Stuivenbergvaart te volgen, langsheen de Leuvense Vaart.

Wat verder verlieten we het kanaal, om via een rechts gelegen veldweg tussen akkers door terecht te komen op de Stuivenbergbaan, alwaar we het knooppunt 187 konden aantreffen. De Stuivenbergbaan naar links opgaand konden we deze weg uiteindelijk naar rechts verlaten via een ingang naar het Vrijbroekpark, om er onze geplande wandeltocht te eindigen aan het knooppunt 258, ons ondertussen reeds meer dan bekend. Teneinde onze dagtocht af te sluiten, begaven we ons dan via de kortst mogelijke weg opnieuw huiswaarts en dit na 22259 stappen en 16,694 gewandelde kilometers.”

maandag 19 oktober 2020

399: Lokeren, Zaterdag 08 oktober 2016, 13,701 km. (8148,685 km.)

“Een korte reis vooraf per bus en trein, bracht ons tot aan het station van Lokeren, alwaar we even later zouden van start gaan voor een beschreven wandeling met als titel: ‘Molsbroek-Buylaers Wandelroute’. Een wandeling over een afstand van 12 km, althans volgens de info die we online konden aantreffen. Nadat we het station van Lokeren hadden bereikt, genoten we vooreerst nog van een kopje koffie in café De Jos, tegenover het station. Nadien, omstreeks 10:00 uur konden we beginnen aan de wandeling. Tegenover het station begaven we ons in de Stationsstraat, alwaar we een oude waterput konden aantreffen, weliswaar mooi gerestaureerd. Net alvorens de markt te bereiken, kwamen we aan ter hoogte van de Durme. Hier ging onze geplande tocht naar links, op het geasfalteerde wandel- en fietspad langsheen de waterloop. We troffen er de aanwijzingen dat we ons bevonden op Grimbeert Route van 43 km, alsook op de Reynaertroute Zuid. Dit jaagpad volgend passeerden we het links gesitueerde natuurreservaat Buylaers en wat verder het Verloren Bos. Vervolgen staken we de drukke Oude Bruglaan over, teneinde aan de overzijde verder te gaan op het jaagpad, Weyn Gery. We kregen enkele bochten te verwerken, hierbij het verloop van de Durme volgend, tot we een eerste splitsing aantroffen.

Daar hielden we de richting links aan en betraden aldus het natuurreservaat ‘Het Molsbroek’. We waren op die manier vertrokken voor het bewandelen van een geasfalteerde wandeldijk van zowat 4,5 km lengte omheen het gebied. Rechts van het wandelpad kregen we zicht op de moerasachtige rietvelden en broekbossen. We wonnen wat aan hoogte en kwamen zo evenwijdig met de Waasmunsterbaan. Hier kregen we zicht op de rechts gelegen moerasvlakte waar we ontelbare watervogels konden waarnemen. Na een tijdje evenwijdig te hebben gewandeld aan de Waasmunsterbaan, maakte het wandelpad een scherpe bocht naar rechts, om nagenoeg evenwijdig te verlopen aan de Molsbergenstraat. Zo bereikten we het Durme-Bezoekerscentrum, waar we even halt hielden teneinde te genieten van een picknick. Het was inmiddels 11:00 uur geworden en we waren duidelijk toe aan een broodje. We hadden een ruime keuze aan picknicktafels om te genieten van een vroege middagmaaltijd. Ondertussen konden we kijken naar de bewegingen op het water. Na het genieten van de wandelpauze konden we opnieuw op weg.

Ter hoogte van het bezoekerscentrum volgden we een pad naar rechts, toepasselijk Molsbroekdijk geheten, welke ons in een wijde boog omheen een zanderinge bult leidde, Molsbergen genaamd. Na een toertje omheen deze zandduin kwamen we in de Eekhoutstraat welke opnieuw leidde naar de Durmedijk. Daar hielden we rechts aan en wandelden bijgevolg langsheen deze dijk terug in de richting van het centrum van Lokeren. Opnieuw gekomen ter hoogte van de drukke Oude Bruglaan, verlieten we even het geplande traject, teneinde even verder naar rechts te genieten van een kopje koffie in café ’t Nieuw Slachthuis, ondertussen reeds ruimschoots de klok van 12:00 uur voorbij. Teneinde onze wandeling even later af te ronden, begaven we ons na de kofiie opnieuw op het jaagpad langs de Durme tot aan het stadspark ‘Verloren Bos’. Na een bezoekje aan dit park begaven we ons naar de Markt van Lokeren om er even te verpozen op een terrasje. We bezochten nadien nog even de aanpalende straten van de Markt, met uiteraard een bezoekje aan de St. Laurentiuskerk. We konden er tevens het Ryngautmonument aanschouwen.

We wandelden nadien terug richting station, doch niet zonder even halt te hebben gehouden in het Prinses Josephine Charlotte Park, ter hoogte van de Stationsstraat. Uiteindelijk begaven we ons nadien terug naar het station van Lokeren alwaar we omstreeks 15:30 uur de terugreis per trein konden aanvatten. We eindigden onze kennismaking met Lokeren na 18268 stappen, goed voor 13,701 km.”

vrijdag 16 oktober 2020

398: Vallant-Saint-Georges, Zaterdag 24 september 2016, 28,493 km. (8134,984 km.)

“Vandaag waren we toe aan de laatste etappe, op weg van Reims naar Troyes. De dag begon met een ontbijt in het bijzijn van ons gastgezin in Vallant-Saint-Georges. Een flinke kop verse koffie, wat geroosterde baguette met confituur en daarbij een ‘madeleintje’, genoeg om de dag op een aangename manier te beginnen. Na de verplichte vergoeding voor logies en maaltijden, een bijkomende stempel in ons Compostelaboekje, konden we omstreeks 08:15 uur beginnen aan onze laatste wandeldag, richting kathedraal van Troyes. Ondanks het vroege uur, was de zon reeds doende, er een warme dag van te maken. We verlieten dan ook het erf van ‘Les Tourtinelles’ en zetten meteen koers richting ‘Ancien Canal de la Haute Seine’. Het zou dus nog een dagje jaagpad worden langsheen de oever van dit kanaal. We volgden dan ook in omgekeerde volgorde als de avond voorheen, de Rue des Chevaliers, de Rue de la Gare (D14), de Grande Rue (D20) en tot slot opnieuw de D14, de Rue des Ponts. We wandelden dan ook langsheen de plaatselijke kerk, bemerkten even verder een bakker op ronde, om uiteindelijk aan te komen ter hoogte van de Seine. We staken deze rivier over en bereikten de brug over het kanaal.

We verlieten aldaar dan ook de vrij drukke D14 en begaven ons op het asfaltpad langsheen het Ancien Canal de la Haute Seine. De stilte van de ochtend was dan ook een welkome ervaring. We hielden nu opnieuw richting Troyes aan en ons eerste richtpunt van de dag was dan ook de brug van de D31, dat de dorpen Saint-Mesmin en Rilly-Sainte-Syre met elkaar verbindt. Deze beide dorpen bevinden zich weliswaar zowat 1,5 km verwijderd van het kanaal. Het jaagpad, aan weerszijden begrensd door bomen, liet toch af en toe de zon door het gebladerte schijnen. We kwamen voorbij één van de vele voormalige sluizen en de daarbij horende sluiswachterhuisjes. Gestaag vorderden we verder, tot we omstreeks 09:20 uur de brug van de D31 bereikten ter hoogte van Saint-Mesmin. Hier maakte het kanaal een lichte bocht naar rechts, teneinde ons toe te laten, nu verder het jaagpad te volgen tot ter hoogte van Savières. In normale omstandigheden hadden we de avond voordien aldaar willen overnachten, doch bij gebrek aan slaapgelegenheid, kon dit niet doorgaan. Daardoor hadden we op deze laatste dag extra kilometers af te leggen.

Rechts van het kanaal konden we vaak de Seine bemerken, welke via tal van meanders, nagenoeg dezelfde richting volgde van het kanaal. Zowat 4,2 km verder, na onze passage ter hoogte van Saint-Mesmin en bijna lijnrecht richting Troyes, bereikten we omstreeks 10:45 uur de brug van de D159, welke leidde naar Savières. Volgens onze wandelgids restten er ons nu nog iets meer dan 16 km tot aan de kathedraal van Troyes. Nog een lange weg te gaan met andere woorden. Ondertussen was de temperatuur reeds behoorlijk gestegen en dat konden we maar al te duidelijk aanvoelen. Nog altijd ging het nagenoeg lijnrecht verder langsheen de ‘Voie Verte’, het wandel- en fietspad langsheen het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.  Een tweetal kilometer verder, omstreeks 11:20 uur, bereikten we vervolgens de brug van de D165, welke toeliet richting Payns te wandelen, doch wij bleven nog steeds op het jaagpad verder stappen. Zowat 20’ later arriveerden we ter hoogte van Saint-Benoît-sur-Seine, de hoogste tijd om even te denken aan de inwendige mens. We gingen dan ook over tot het bereiden van een kopje verse koffie en nuttigden een stukje brood met wat worst en kaas.

Na een versterkend middagmaal, konden we stilaan denken aan het naderen van de stad Troyes. Eenmaal de brug van de D15, ter hoogte van Saint-Benoît-sur-Seine achter ons, wachtten nog enkele kilometers jaagpad in rechte lijn, om uiteindelijk het einde te bereiken van het Ancien Canal de la Haute Seine, ter hoogte van een parkeerterrein in Barberey-Saint-Sulpice. We verlieten hier dan ook het jaagpad en begaven ons even naar rechts tot aan één van de picknickbanken op het parkeerterrein. We maakten er van de gelegenheid gebruik om een blikje cola te nuttigen, ondertussen tot de vaststelling gekomen dat het reeds 14:30 uur was geworden. Het einde van het kanaal betekende ook het einde van het jaagpad. Volgens onze wandelgids, editie 2014, zouden we nu de openbare weg dienen te volgen naar rechts, met name de D91, de Route de Sainte-Maure. We bemerkten dan ook enkele oude blauw-gele Compostelastickers op een lantaarnpaal. Maar tezelfdertijd stelden we vast, dat aan de overzijde van de weg een nieuw fiets-en wandelpad was aangelegd en dat de vernieuwde route van de Via Campanienis dezelfde richting uitging. We kruisten dan ook even later deze vrij drukke D91, om aan de overzijde ons te begeven op dit nieuw aangelegde wandelpad.

Even voorheen, bij het verlaten van het jaagpad hadden we dan ook enkele wegwijzers gezien, met de vermelding, dat we reeds 15 km voorbij Saint-Mesmin waren gekomen en dat het centrum van Troyes zich bevond op zowat 6 km. Het einde van deze wandelweek kwam dus stilaan in zicht. Een mooi nieuw aangelegd wandelpad, Le Pertuis geheten, aan weerszijden begrensd door een bomenrij, liet ons even verder stappen in de schaduw. Een restant van het Ancien Canal de la Haute Seine, bevond zich rechts van het jaagpad. Wat verderop bereikten we de nieuwe brug over de Seine en konden aldaar, op een herdenkingsplaat lezen, dat op 12 juni 2015 deze nieuwe brug werd ingehuldigd, alsmede de offciële opening van de verlenging van de ‘Voie Verte’. Nog steeds het vernieuwde jaagpad volgend, bereikten we het einde daarvan en kwamen terecht ter hoogte van een druk wegencomplex. Een nieuw aangelegd betonbaantje leidde ons vervolgens omheen dit klaverblad van wegen, met name de Rocade Est (D610) en de Rue Pénétrante (D619).

We wandelden een tijdje evenwijdig met de D610, waarna we via een tunnel onder deze weg konden wandelen. Aan alles komt ooit een einde, zo ook aan enkele dagen stappen doorheen een uniek landschap, langsheen oude spoorbeddingen en via jaagpaden langsheen het kanaal. Stilaan naderden we de drukte van een grote stad en dat zouden we spoedig ervaren. Eenmaal het wegenknooppunt achter ons gelaten, bereikten we uiteindelijk de openbare weg en dit ter hoogte van de Chemin de l’Hospice. Deze bracht ons korte tijd later ter hoogte van het kruispunt met de D20C, de Avenue Aristide Briand. We bevonden ons in La Chapelle-Saint-Luc, zowat de voorbode van de stad Troyes. Vrijwel onmiddellijk werden we geconfronteerd met druk verkeer, trottoirs, verkeerslichten en al het nadelige aan een stad verbonden. We volgende de Avenue Aristide Briand naar links, om even later een volgend kruispunt te bereiken ter hoogte van de D78A, de Route de Culoison. We hielden hier rechts aan en stapten verder via de Avenue Aristide Briand, nu D78A geworden. Nu stroomde de Seine alweer links van ons. Zo raakt men uiteindelijk toch een beetje gedesoriënteerd. Gelukkig hadden we al enkele borden bemerkt ‘Centre Ville’.

Naarmate we het centrum van Troyes naderden, ging de Avenue Aristide Briand over in de Rue Etienne Pedron. Een lange zogeheten boulevard die ons langs tal van woonblokken liet wandelen, duidelijk de buitenwijken van de stad, met de daarmee gepaard gaande verschijnselen: graffiti, zwerfvuil, hangjongeren, heel wat leegstaande panden en uiteraard heel wat te huur of te koop. Na enkele kilometers deze Rue Etienne Pedron te hebben gevolgd, troffen we eindelijk nog eens een Bar-Tabac aan, alwaar we konden overgaan tot de aankoop van enkele frisdranken. Er tegenover situeerde zich de Rue des Tamaris. Het kleine winkeltje droeg de naam ‘Au Soleil Levant’, doch onze klok gaf echter 16:20 uur aan. Niet meteen de opkomende zon met andere woorden. Volgens de uitbater van de shop, dienden we gewoon rechtdoor te wandelen en zo zouden we uiteindelijk als vanzelf de kathedraal van Troyes bereiken. Deze wijze raad volgend, wandelden we nog een eindje langsheen de D78A, tot we het kruipunt bereikten met de Boulevard Danton, min of meer de ringweg omheen het centrum. Met de nodige voorzichtigheid raakten we aan de overzijde van deze drukke weg en stapten daar via de Rue Mitantier, nagenoeg in rechte lijn naar de kathedraal van Troyes.

Onderweg daarheen kregen we de eerste opvallende oude gevels te zien, kenmerkend voor het oude stadscentrum. Opvallend veel historische gebouwen en musea wandelden we voorbij, doch een bezoekje aan de bezienswaardigheden hielden we voor de volgende ochtend. Nu gingen we eerst tot aan de ‘Cathédrale Saint Pierre Saint Paul, die we bereikten omstreeks 16:45 uur. Voorlopig eindpunt van onze tocht, welke we in het voorjaar waren begonnen ter hoogte van onze voordeur. We lieten dan ook in de kathedraal ons Compostelaboekje voorzien van een voorlopig laatste stempel en gingen vervolgens op zoek naar een plaats om de nacht door te brengen. We begaven ons naar de Toeristische Dienst, alwaar we even later werden verwezen naar het hotel Trianon in de onmiddellijke omgeving. Jammer genoeg was het hotel volzet, doch de uitbaatster was zo vriendelijk contact op te nemen met enkele andere hotels in de stad. Uiteindelijk reserveerde ze voor ons telefonisch een kamer in het Ibis budget Troyes centre, gelegen op de Boulevard du 14 Juillet. We konden er even later terecht en kregen kamer 324 toegewezen. Vrij snel konden we dan ook onze bagage kwijt en genieten van een verfrissende douche. Nadien gingen we in de buurt op zoek naar een avondmaal en troffen nabij een pizzazaak aan.

Als afsluiter van de dag genoten we dan ook op de kamer van een lekkere pizza en een bijhorend kopje koffie. We eindigden deze laatste etappe na 37919 stappen, 28,493 km, 1431,3 cal in een wandeltijd van 06.45.43 uur. Na een verdiende nachtrust genoten we ’s ochtends van een ontbijt in het Ibis hotel, waarna we nog een wandeling maakten doorheen het centrum, vermits we slechts om 13:30 uur een afspraak hadden ter hoogte van het station voor vervoer naar België, dankzij Blablacar. Alvorens het hotel te verlaten, deden we nog enkele inkopen bij een lokale bakker en bezochten nog even de dienst toerisme voor de aanschaf van enkele souvenirs. Tot slot genoten we nog van een kopje koffie in Bar-Tabac Trianon. Even later haalden we onze bagage op in het hotel om ons te voet te begeven naar het station van Troyes. Daar konden we nadien per voertuig richting eigen land, om na een lange autorit het station te bereiken van Saint-Ghislain omstreeks 17:45 uur. Nadat we onze wandelkar opnieuw hadden gemonteerd, konden we om 18:01 uur de trein nemen naar Mons en daar nadien om 18:18 uur aansluiting naar Brussel. Een late thuiskomst na enkele inspannende dagen wandelen doorheen een gedeelte van Frankrijk.”

donderdag 15 oktober 2020

397: Anglure, Vrijdag 23 september 2016, 20,546 km. (8106,491 km.)

“Vandaag waren we al toe aan de voorlaatste etappe, op weg van Reims naar Troyes. Na een zalige nacht te hebben gehad in een groot bed, ten huize van mevrouw Finot, was het tijd voor het ochtendritueel, het is te zeggen, een bezoekje aan toilet en badkamer, het opnieuw inpakken van alle materiaal en vervolgens genieten van een lekker ontbijt, samen met de gastvrouw. Enkele kopjes koffie, vers brood en confituur, gevolgd door een yoghurt, meer hoeft dat niet te zijn om de dag op een aangename manier te beginnen. Na het ontbijt was het dan ook stilaan tijd om af te rekenen, een boodschap neer te schrijven in het gastenboek en tot slot het laten afstempelen van ons Compostelaboekje. Vervolgens namen we afscheid en bedankten uiteraard voor de genoten ontvangst. Eenmaal opnieuw in open lucht, werden we alvast welkom geheten door een stralende zon. We verlieten omstreeks 09:10 uur de woning in de Rue du Pont en stapten vrijwel onmiddellijk over de brug over de rivier l’Aube. We bevonden ons aldus op de D440 en gingen voorbij een links gelegen voetbalveld. Kort daarna verlieten we de bebouwde kom van Anglure en troffen aldaar reeds opnieuw een metalen pelgrim aan, welke de juiste route aangaf. We bereikten er dan ook het kruispunt van de Rue du Pont (D440), de D5 en een links gelegen weg. We dienden dan ook aldaar linksaf te gaan.

Niet veel verder maakte de weg een bocht naar rechts ter hoogte van een beek, La Vieille Rivière. Noodgedwongen wandelden we dan ook naar rechts en volgden een graspad, min of meer het verloop van deze waterloop volgend. Tussen het gras troffen we dan ook diverse slakken aan, die weliswaar minder snel vorderden dan wijzelf. Na een kort links-rechts, kwamen we terecht op een nagenoeg lijnrecht graspad, evenwijdig met de Ruisseau de Sodoyère. Dit pad leidde recht naar het verder gelegen Bagneux. Rechts van het pad bevond zich het Hameau Les Grèves en we wandelden dan ook voorbij een drietal bruggetjes links over de waterloop, welke toelieten van daaruit het gehucht te bereiken. Het pad nog steeds volgend, trokken we doorheen een stukje bos, staken nadien een smalle beek over en bereikten op die manier terug de openbare weg ter hoogte van de Impasse du Canal. Een bocht naar rechts later, kwamen we terecht op de Grande Rue, de D5, zijnde de hoofdweg doorheen Bagneux. Het was inmiddels 10:15 uur geworden, toen we het dorp betraden. We konden er even een glimp opvangen van de kerk en volgden de D5 naar links, richting Mairie.

Aangekomen op de Place Jules Carré, hadden we geluk, vermits de Mairie op deze dag was geopend. We konden er dan ook even later terug naar buiten, in het bezit van een volgende stempel in het Compostelaboekje. We dienden nu verder de D5 te volgen, tot het volgende dorp Clesles. Jammer genoeg geen horeca voorhanden in de nabijheid, dus maar verder op pad, ditmaal langsheen de zowat 3 km lange D5. Even voorbij de Mairie kruisten we de D252, de Rue Haute – Rue du Closet en wandelden aan de overzijde verder via de Rue Auguste Garnier. We gingen aan de watertoren voorbij en kwamen terecht in de open vlakte. Tal van hoogspanningslijnen ontsierden het uitzicht, doch gelukkig konden we genieten van een aangenaam zonnetje. Een klein stukje bos, even verderop rechts van de weg, gaf maatje de gelegenheid even een sanitaire stop te maken. Eenmaal voorbij het bosje, maakte de D5 een lichte bocht naar links, richting Clesles, waarvan we in de verte reeds de eerste gebouwen konden zien. Inmiddels was de naam van de D5 veranderd in Route de Bagneux. We wandelden dan ook voorbij het grensbord van de gemeente en bereikten de brug over het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Vermits we vanaf nu een tweetal dagen het kanaal zouden volgen, richting Troyes, besloten we even kortstondig van de route af te wijken en een bezoekje te brengen aan het centrum van Clesles. We staken dan ook de brug over en wandelden verder via de Route de Bagneux, tot aan het volgende kruispunt met de D52, de Route de Saint-Oulph – Route de Saint-Just. We draaiden rechtsaf tot aan de volgende straat links, de Rue de la Galoche. Hier bereikten we een pleintje ter hoogte van de plaatselijke Mairie, voorzien van enkele schaduw gevende bomen en een picknickbank. Het was zowat 11:25 uur geworden, de hoogste tijd voor het nuttigen van het middagmaal. We genoten dan ook van een stukje brood, wat confituur en een stukje kaas. Vermits de deuren van de Mairie zouden sluiten omstreeks het middaguur, konden we nog net op tijd een bijkomende stempel halen. Even later hadden we een leuke babbel met een inwoner van Clesles, welke ons de raad gaf, even de kerk van nabij te bekijken, welke zich bevond achter de Mairie, vooral een bezienswaardigheid omwille van de twee torens. Na ons middagmaal maakten we dan ook een ommetje via de Rue Moyenne, de Rue de la Croix en de Rue du Chêne, in feite gewoon omheen de kerk, welke jammer genoeg niet toegankelijk was. Dus hielden we het op enkele foto’s van de buitenkant.

Eenmaal terug aan de Mairie, ging het logisch gezien opnieuw via de Route de Saint-Just en de Route de Bagneux, terug richting brug over het kanaal. Aldaar opnieuw aangekomen ging het ditmaal rechtsaf, teneinde de oever van dit ‘Ancien Canal de la Haute Seine’ te volgen tot in Troyes. We hadden dus nog heel wat kilometers kanaaloever te verwerken tijdens de namiddag en wellicht ook de volgende dag. We staken dus opnieuw de brug over en wandelden meteen rechtsaf op een grindpad, hierbij links van het kanaal stappend. Enkele honderden meters verderop, bereikten we de brug van de D52, de Route de Saint-Oulph, alwaar we dienden te veranderen van oever. We zouden dan wandelen langs de rechterkant van het kanaal. Voor maatje was het eenvoudig, via de grasberm, de helling op naar de hoger gelegen brug en dan over de vangrails. Met een wandelkar was dat evenwel niet mogelijk, dus maakten we een klein ommetje tot voorbij de vangrails, om dan via de weg zelf, de brug op te gaan. Bovenop de brug troffen we alweer een metalen pelgrim aan, welke de juiste route aangaf, met name, onmiddellijk linksaf via een dalend graspad. Zo bereikten we de lager gelegen rechteroever van het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Zo waren we opnieuw begonnen aan het bewandelen van een nagenoeg eindeloos lijkende grasweg, met links het kanaal en rechts natuurgebied. De zon liet zich ondertussen steeds duidelijker aanvoelen, vooral vermits we hier geen enkele beschutting hadden tegen het zonlicht. Een eindje gevorderd via deze min of meer gemakkelijk te bewandelen weg, overschreden we alweer een departementale grens. Zo verlieten we het ‘département de la Marne’ en betraden het ‘département de l’Aube’. We hadden immers voor het eerst het ‘département de la Marne’ bereikt, net alvorens we een tijdje terug de stad Reims naderden, zowat halverwege tussen L’Écaille en Bazancourt. Een aantal dagetappes dus. Nu zouden we meerdere dagen doorheen het laatst genoemde departement stappen, zij het echter ditmaal nog slechts een tweetal dagen. Na een tijdje het graspad verder te hebben bewandeld, bereikten we zowat ter hoogte van de brug van de D178, het begin van de zogeheten ‘Voie Verte’, waarbij het jaagpad langsheen het kanaal, ditmaal was voorzien van asfalt. We zouden dan ook dit gemakkelijker pad verkrijgen tot in Troyes. Het was inmiddels 13:15 uur geworden en we hielden dan ook even halt teneinde een hapje te eten.

Langsheen deze nieuw aangelegde ‘Voie Verte’ bevinden zich diverse mooie stenen zitbanken, zodat we dan ook een ideale plaats hadden verkregen om een kopje koffie te bereiden en een hapje te eten, bestaande uit brood, chocolade en een banaan. Op dat moment bevonden we ons op zowat elf kilometer verwijderd van het einde van de dagetappe. We bemerkten tussen het gebladerte het links gelegen Saint-Oulph, waarvan de rode kerktoren een fel contrast vormde met de blauwe lucht. Na ons middagmaal zetten we onze wandeltocht verder langsheen het kanaal, richting Méry-sur-Seine. We kregen vervolgens zicht op de oude sluis van Saint-Oulph om even later het grensbord van Méry-sur-Seine voorbij te gaan. Rechts kregen we af en toe een glimp van de Seine zelf, die eveneens kronkelde in dezelfde richting. Tot slot bereikten we via de Rue de Grèves, Méry-sur-Seine en kwamen terecht tussen de eerste woningen en wandelden even later voorbij de rechts gelegen Camping Municipal, alwaar opnieuw een metalen pelgrim stond opgesteld, teneinde de juiste route aan te geven. Voorbij de camping maakte het kanaal een haakse bocht naar links, de richting welke we even aannamen om nadien de D373, de Route de Soissons rechts in te gaan. Zo kwamen we terecht op een pleintje ter hoogte van de kerk van Méry-sur-Seine. Het was in tussentijd erg warm geworden.

Gezien we inmiddels toe waren aan wat nieuwe bevoorrading, deden we enkele inkopen in een ‘Alimentation Générale’ ter plaatse. We konden dan ook onze wandelkar voorzien van een nieuwe lading, bestaande uit brood, kaas, cola, water en douchegel. We dienden er wel even vooreerst een pauze te nemen, gelet op het openingsuur van de lokale winkels. Omstreeks 14:10 uur konden we dan ook, gezeten op een bankje ter hoogte van de kerk, genieten van een fris blikje cola en een hapje nuttigen. We begaven ons eveneens tot aan de Mairie, alwaar we ons Compostelaboekje verrijkt zagen met een nieuwe stempel. Na het nemen van enkele foto’s van het plein en de omgeving, de kerk met een levensgroot standbeeld van Jeanne d’Arc en tot slot een monument, herinnerend aan de gebeurtenissen in 1792, werd het de hoogste tijd om Méry-sur-Seine te verlaten en onze dagtocht te vervolgen. Het ging dan ook vooreerst voorbij de kerk via de Rue du Colonel Fossoyeux en tevens langsheen de Salle Polyvalente, om het einde van de weg te bereiken. We hielden dezelfde richting aan en betraden een onverhard pad, naast de rechts gelegen Seine. Luttele meters verder bereikten we opnieuw de oever van het links gelegen ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Via de eerder gevolgde Chemin des Retranchements, de Rue du Mail, bereikten we uiteindelijk Les Prés Godins, of met andere woorden, het jaagpad langs het kanaal. We lieten Méry-sur-Seine voor wat het was en kozen opnieuw richting Troyes. Links bemerkten we de watertoren voorzien van het wapenschild van Méry-sur-Seine. We konden opnieuw langere tijd genieten van het wandelen op een asfaltwegje langsheen een kanaal, aan weerszijden geflankeerd door een eindeloze bomenrij. Zo verkregen we van tijd tot tijd toch nog enige beschutting tegen de zon. Langsheen het kanaal bevonden zich tevens diverse houten pontons, gedeeltelijk boven het water en voorzien van het pictogram mindervalide. We benutten dan ook dergelijk ponton om zowat 15:20 uur, teneinde te genieten van een vervroegd vieruurtje. We hadden er dan ook plaats om een stukje brood en kaas te eten en vooral, ten behoeve van maatje een kopje verse koffie te bereiden. We bevonden ons dan ook in de onmiddellijke nabijheid van Droupt-Sainte-Marie, dat kon worden bereikt door het jaagpad te verlaten en een kilometer verder te stappen. We onthielden ons daar echter van.

Even voorbij Droupt-Sainte-Marie draaide het kanaal enigszins naar rechts. Via een brug ging het nadien de Rivière de Beauregard over, om ons toe te laten, nog altijd het jaagpad verder te kunnen volgen. We deden dit tot we arriveerden ter hoogte van de brug van de D14, lokaal de Rue des Ponts geheten. Aldaar verlieten we voor vandaag de ‘Voie Verte’ vermits we slaapgelegenheid hadden gevonden in het nabije Vallant-Saint-Georges. Initieel hadden we tevergeefs gezocht naar een slaapplaats in het verder gesitueerde Savières, doch daar hadden we geen succes. Zodoende dienden we onze geplande route aan te passen en dus vandaag vroeger te stoppen dan voorzien, met als gevolg dat de laatste etappe, de volgende dag, daardoor extra lang zou uitvallen. Dus dan maar op zoek naar een geschikte plaats voor de komende nacht. We verlieten het jaagpad en via een lichte klim, bereikten we de hoger gelegen D14. We draaiden er meteen rechtsaf en overschreden de traag stromende Seine. We wandelden verder langsheen de Rue des Ponts tot aan het kruispunt met de Grande Rue, de hoofdstraat doorheen Vallant-Saint-Georges. Via nadien de Rue de la Gare en de Rue des Chevaliers, bereikten we het einde van de dagetappe. Het was toen ook reeds 17:15 uur toen we het erf betraden van ‘Les Tourtinelles’, eigendom van de heer en mevrouw Galland.

We werden er welkom geheten door Jean en kregen meteen een koel glaasje druivensap, teneinde even te bekomen van de lange wandeldag. Even later kregen we een klein huisje toegewezen, alwaar we konden beschikken over een eigen slaap- en badkamer. Na de nodige voorbereiding, konden we later op de avond genieten van het avondmaal in het gezelschap van het echtpaar. Op het menu: tomaat, eieren en rode biet, gevolgd door aardappelen in de schil met ham en augurken, gevolgd door een stukje appeltaart. Dit alles voorzien van vruchtensap en koffie. We mochten niet klagen over de ontvangst, de maaltijd en vooral het gezelschap. Na nog een tijdje te hebben gepraat over het wel en wee onderweg, konden we tot slot van de dag beginnen aan een gezonde nachtrust. Deze voorlaatste etappe op weg naar Troyes was dan ook goed voor 27395 stappen, 20,546 km, 1008,6 cal in een wandeltijd van 04.59.38 uur. Restte ons nog één etappe dit jaar, waarvan uiteraard een van de komende dagen het verhaal kan worden gelezen.”

396: Sézanne, Donderdag 22 september 2016, 25,633 km. (8085,945 km.)

“Een nachtje slapen in een bejaardentehuis, het kan een mens al eens overkomen op weg naar Santiago de Compostela. We hadden ditmaal geen wekker nodig, daar maatje werd gewekt door de hond des huizes, Joyeux, die dan ook in volle glorie in het bed sprong. Na wat geknuffel en vooral een smeekbede om wat brood, verliet het dier blijgezind de kamer. In elk geval, we hebben goed geslapen in Sézanne en konden de dag dan ook beginnen met een smakelijk ontbijt in de eetzaal, in het gezelschap van reeds enkele vroege vogels onder de bewoners. We verkregen er verse koffie, brood, confituur, smeerkaas, yoghurt en zelfs vers geperst fruitsap. Na zo een maaltijd kon het niet anders, of we waren 100% klaar om de volgende etappe aan te vangen, op weg naar Anglure. Na het ontbijt namen we nog even afscheid van onze disgenoten van de vorige dag en begaven ons vervolgens naar de receptie van het Foyer. Daar verkregen we nog een stempel als aandenken in het Compostelaboekje en betaalden we het verschuldigde bedrag voor de goede opvang en vooral de lekkere maaltijden. Het was dan ook zowat 08:40 uur geworden, toen we na het nemen van nog enkele foto’s, de wandeltocht konden beginnen.

De zon was eveneens vroeg uit bed, vermits we reeds aangenaam werden voorzien van de nodige zonnestralen bij het verlaten van het Foyer. We wandelden meteen linksaf via de Rue Saint-Fiacre om op het einde de D373 te bereiken, de Rue Notre Dame, de hoofdstraat doorheen Sézanne. We namen de straat naar rechts, in de richting van de kerk, teneinde vervolgens via de Rue Paul Doumer, de Place de la République te bereiken. We hadden de kans om enkele foto’s te nemen van de plaatselijke fontein alsmede van de gesloten kerk. Aan de overzijde van de straat konden we nadien even terecht in een vestiging van ‘Distribution Casino France’ voor de aankoop van wat broodbeleg, chocolade, fruitsap en bananen en even later in een reeds geopende ‘boulangerie’ voor vers brood. Op die manier waren we voorzien van het nodige om de tocht naar Anglure enigszins goed te verteren. We wandelden verder doorheen de Rue Léon Jolly, die even later overging in de Rue de Paris, richting Rue du Calvaire. Dit was zowat de plaats alwaar we de vorige dag onze route hadden verlaten. Eenmaal de Rue du Calvaire bereikt, ging het dan ook linksaf. Slechts over korte afstand werd deze weg gevolgd, vermits we ter hoogte van de eigenlijke ‘Calvaire’, de links gelegen Rue des Maraîchers kozen. Deze weg maakte vervolgens een bocht naar rechts en we kregen dan ook reeds de vertrouwde geelrode markeringen te zien van de GRP Thibaud de Champagne.

Toen we de links gelegen waterloop, Les Auges bereikten, veranderde de naam van de straat in de Rue des Moulins. Ter hoogte van een volgend kruispunt, bleven we op de Rue des Moulins en wandelden bijgevolg rechtsaf, om deze vrij lange weg te blijven volgen tot aan een camping aan de rand van Sézanne. Na enkele lichte bochten in de weg, bereikten we een volgend kruispunt, alwaar de Rue des Moulins veranderde in de Route de Launat. We draaiden dan ook zowat haaks naar links, om uiteindelijk te arriveren ter hoogte van de toegang tot de ‘Camping de Sézanne’. Aldaar werden we opnieuw welkom geheten door een metalen pelgrim die de juiste richting aangaf. Linksaf dus, om vervolgens te wandelen langsheen de camping en in de richting van een ‘Parcours de santé’. Een breed grindpad leidde ons bijgevolg naar een boszone, alwaar we de aanwijzingen zagen van een zogeheten ‘Parcours Botanique’. We negeerden echter dit leerpad en stapten verder tot aan een picknickbankje bezijden het pad. Korte tijd later verlieten we deze boszone en bereikten een grote boomgaard, alwaar de appels genoten van het zonlicht.

We dienden hier de boomgaard over te steken in de lengte langs de rechterzijde, om uiteindelijk te arriveren ter hoogte van het rechts gelegen bos. We stapten een tijdje langs de bosrand om even verderop, opnieuw een bospad te bewandelen dat uitmondde ter hoogte van een asfaltwegje, de Route de Moeurs. Dit smalle wegje naar links volgend, bereikten we een pleintje ter hoogte van de Place de la Tuilerie, eigenlijk eerder een klein gehucht van de gemeente Vindey. Midden op het pleintje bevonden zich enkele boompjes, een zitbank en een drietal metalen pelgrims, voorzien van de blauwgele aanduiding van de Via Campanienis. Het was ondertussen zowat 10:35 uur geworden en we hielden er een korte rustpauze, gezeten in het zonnetje en onderwijl genietend van een koel blikje cola. Na deze korte onderbreking begonnen we aan de afdaling naar het centrum van Vindey. Rechts naast de gewone weg, bevond zich een graspad dat dezelfde richting uitging, dus stapten we op die manier naar het lager geleden dorpje. Op die manier bereikten we beneden een kruispunt ter hoogte van de Rue de Saudoy (D453), alwaar zich een oude waterput bevond in de vorm van een enorme fles. Deze fles zou de grens markeren tussen de Brie Champenoise en de Champenoise Crayeuse.

Na het bekijken van enkele kleine bezienswaardigheden, een oude brandweerkar, een bebloemde oude waterput en enkele reclameborden voor Champagne, draaiden we ter hoogte van de fles rechtsaf en volgden verder de Route de Saudoy, die ons leidde naar een oude overweg, ter hoogte van het voormalige stationnetje van Le Plessis-Vindey. Het kleine gebouw, nu roze geschilderd en bewoond vormde een fel contrast met de erachter uitgestrekte en lager gelegen vlakte. We vervolgden onze wandelroute dan ook via een brede en dalende grindweg, richting het volgende dorp, Saudoy. Een blik achterom liet ons nog even het voormalige stationnetje zien met achterop de beboste heuvels. Voorop konden we reeds in de verte de klokkentoren zien van Saudoy. Rechts bevonden zich de boomgaarden van Arly, volgens het publiciteitsbord ‘Le Verger de l’Arly’, we stapten er via de Rue du Château de Vindey. Eenmaal voorbij de appels en peren, bereikten we de D951, de Grande Rue. We bevonden ons ondertussen in Saudoy. Op deze drukke weg volgden we het trottoir rechts, tot aan het kruispunt met de Rue de la Forestière. Aan de overzijde van de weg bevond zich een barrestaurant, Leitao, voorzien van enkele tafeltjes en stoeltjes in open lucht. We hadden dan ook even de tijd om er een kopje koffie te nuttigen, zowat omstreeks de klok van 11:35 uur. Het drukke voorbij razende vrachtverkeer was wel niet zo aangenaam.

Na de koffie kruisten we opnieuw de D951, om aan de overzijde de Rue de la Forestière in te gaan, om even verderop een fontein te bereiken, in de onmiddellijke nabijheid van de kerk en de Mairie, toepasselijk in de Rue de la Mairie, weliswaar beide gebouwen gesloten. Ter hoogte van de kerk bevonden zich enkele zitbanken onder een serie lindes. We namen er dan ook de tijd om te genieten van een middagmaal. Brood en kaas, gevolgd door een banaan, we hadden even later opnieuw energie om de tocht te vervolgen. Even later, gelet op de aanwijzingen van een volgende metalen pelgrim, wandelden we voorbij de kerk, om net er voorbij de rechts gelegen Chemin de Choisel te volgen. Andermaal een grindweg bewandelend in de richting van een hoogspanningslijn, overschreden we even later een voormalige spoorlijn. Wat nog rest: verroeste rails, overwoekerd door onkruid en kleine heesters, voorzien van het nodige zwerfvuil. Net over de spoorweg, begonnen we dan ook met wandelen langsheen een graspad, dat nagenoeg zou leiden tot in Anglure. Zowat 15 km graspad voor de boeg dus. Ondertussen liet de zon zich duidelijk voelen en bezijden de spoorlijn was het een aan- en afvliegen van insecten. Maar goed, elke kilometer zou later een gewonnen kilometer blijken te zijn.

We stapten bijgevolg doorheen het gras, links van de voormalige spoorlijn. Het terrein was min of meer heuvelachtig, doch het pad kronkelde ertussen, zodat we voorlopig weinig of niet dienden te klimmen of te dalen. Heel in verte konden we reeds het dorpje Barbonne-Fayel waarnemen. Zowat 2,5 km verder dwarste een onverharde weg ons pad. Hier dienden we even over korte afstand naar links te stappen, om nadien terug rechtsaf te stappen en een eindje te wandelen evenwijdig met de spoorlijn, een 200-tal meter verder verwijderd. Er kondigde zich nu een felle klim aan en dit in zuidelijke richting. De zon vol in het aangezicht dus. Zowat op het hoogste punt en net alvorens de Route de Quedes, de weg Barbonne-Fayel – Quedes te bereiken, hielden we even halt in het gras. Het was reeds na de middag, ondertussen 13:55 uur en we namen er even de tijd, door middel van de campingbrander, een kopje verse koffie te bereiden. Heel wat automobilisten keken dan ook verbaasd naar dit spektakel. Een stukje chocolade, net nog niet gesmolten vanwege de hitte, werd gesmaakt. Nadat alles opnieuw veilig was opgeborgen, hielden we dezelfde richting aan, rechtdoor dus en bereikten we nadien opnieuw de voormalige spoorlijn, welke ondertussen een bocht had gemaakt naar links, onze richting uit.

De spoorlijn opnieuw bereikt, ging het linksaf en wandelden we terug door het gras naast deze ijzeren metgezel. Opnieuw zowat 2,5 km later, bereikten we een asfaltweg, de weg Barbonne-Fayel – Villevotte, welke we kruisten, om aan de overzijde nog steeds dezelfde richting aan te houden. Inmiddels wat het 15:10 uur geworden en dienden we even het hongergevoel te stillen. We hielden dan ook even halt om een stuk baguette te nuttigen en een sneetje kaas. De omgeving was ondertussen enigszins veranderd, we bemerkten nu een kaal landschap, nog steeds voorzien van enkele heuvels. We stapten later verder, nog steeds langsheen de spoorlijn, tot we ongeveer ter hoogte waren gekomen van het gehucht Chenevières. Bezijden het pad bevond zich wat laag struikgewas en een stapel paletten, waarvan er enkele reeds waren gestapeld teneinde een handige zitbank te vormen. Wellicht hadden enkele voorgangers deze klus reeds geklaard. We vonden het dan ook een ideale plek om even op adem te komen en de dorst te lessen. We hadden niet echt bijzonder veel tijd nodig om een blikje cola te delen. De tijd in het oog houdend, ondertussen 15:45 uur, besloten we om de pauze niet te lang te laten duren. We hadden immers nog tal van kilometers af te leggen.

Even voorbij het gehucht bevond zich een moerasgebied, waardoor we genoodzaakt waren het traject van de spoorlijn te verlaten en het graspad verder te volgen naar links, weg van de voormalige spoorlijn. Zo bereikten we nadien de D351, alwaar we rechts aanhielden. Korte tijd later kwamen we aan ter hoogte van het voormalige stationnetje van Saint-Quentin-le-Verger. We hielden er dan ook even een korte rustpauze aangezien het ondertussen reeds 16:20 uur was geworden. We konden het voormalige stationsgebouw niet bereiken, daar het terrein was afgesloten. We namen dan ook enkele foto’s van op enige afstand. We kruisten de voormalige overweg niet, doch gingen linksaf, teneinde opnieuw evenwijdig te wandelen aan de voormalige spoorlijn. Het was dus nogmaals een graspad betreden en het moet gezegd, na reeds behoorlijk wat kilometers deze paden te hebben gevolgd, begon de vermoeidheid zich te laten voelen. Het is niet altijd de meest eenvoudige manier van stappen doorheen het gras. Uiteindelijk, na alweer zowat 3,5 km te hebben afgelegd, bereikten we een klein bosje links van het pad. Verder rechtdoor gaan kon niet meer, vermits het pad onbegaanbaar was geworden. We verlieten het gras dan ook naar rechts, richting openbare weg, hierbij even over een stuk akkergrond wandelend. Met onze wandelkar een hele karwei.

We bereikten toch veilig en wel asfalt ter hoogte van een hoop gezaagde boomstammen, tijd dan ook om maatje even wat rust te gunnen. Na deze rustpauze volgden we het smalle wegje naar links, om vervolgens de D350 te bereiken, welke ons zou leiden naar Anglure. We waren nu niet meer zo veraf van onze eindbestemming voor de dag. Eenmaal aangekomen op de nogal drukke D350 ging het naar links, om even later het grensbord te zien van Soyer. We wandelden er doorheen het gehucht via de Rue des Tilleuls. Een klein pleintje voorzien van een zitbank en een waterpunt, liet ons nog even de kans om even te pauzeren en wat te drinken. Er restten ons nog een drietal kilometer alvorens we Anglure zouden bereiken. Terwijl we dan ook genoten van het naderende einde van de dag, verkregen we het gezelschap van enkele kittens, afkomstig uit een nabije woning. Stilaan uitkijkend naar wat rust en vooral een maaltijd en douche, kwamen we opnieuw in beweging. Het ging nog even verder langsheen de D350, ondertussen Les Mardelles geheten, tot we de eerste graansilo’s van Anglure in zicht kregen. We stapten voorbij het grensbord van Anglure, om via de Rue de Soyer, nog steeds de D350, het kruispunt te bereiken met de D51, de Rue de la Gare en dit ter hoogte van enkele enorme bedrijfsgebouwen, voorzien van ontelbare silo’s.

Ter hoogte van de D51 ging het linksaf tot aan het eerstvolgende kruispunt met de rechts gelegen Rue du Pont, de D440. Hier bevond zich immers de brug over de rivier de L’Aube, welke we de volgende ochtend zouden overschrijden. Nu we in de Rue du Pont waren aangekomen, vonden we vrijwel meteen onze slaapplaats voor de komende nacht, met name ten huize van Mevr. Finot. Het was dan ook reeds behoorlijk laat toen we aldaar aankwamen, met name 18:45 uur. De bejaarde weduwe was reeds ongerust geworden dat haar pelgrims niet waren komen opdagen. We konden haar echter vrij snel gerust stellen en kregen dan ook een kamer toebedeeld op het eerste verdiep in de woning. We konden er vrij beschikken over een eigen badkamer en toilet en mochten even later aanzitten voor een lekker avondmaal. Een voorgerechtje bestaande uit tomaat met kaas, gevolgd door gebakken aardappelen, omelet en salade en tot slot de traditionele kaasschotel en een vanillevla, dit alles geserveerd met een glaasje rode wijn. Het is niet elke dag zo een feestmaal geweest. Na nog wat gezellig napraten na de maaltijd, vooral over het verleden van haar man en het hoe en waarom van het opvangen van pelgrims, konden we beginnen aan een verdiende nachtrust.

Deze etappe was dan ook goed voor 34178 stappen, 25,633 km, 1204,8 cal in een wandeltijd van 06.24.18 uur. Een behoorlijk zware etappe achter de rug, vooral omwille van de combinatie van het soms moeilijk begaanbaar pad, de hitte en vooral de opeenvolging van de dagetappes. Gelukkig zou de volgende dag eerder beperkt zijn inzake afstand, daar we een alternatief dienden te zoeken, wegens het niet verkrijgen van een slaapplaats in het geplande Savières. We dienden dan ook de etappe noodgedwongen in te korten, teneinde in een ander dorp onderdak te vinden. Maar daarover uiteraard meer in een volgende wandelbijdrage op weg naar Troyes.”