donderdag 30 april 2020

192: Ophain-Bois-Seigneur-Isaac, Zaterdag 18 september 2010, 19,9 km. (3868,398 km.)



Een zogeheten Keizerlijke tocht, voorheen in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 18/9/2010 – 1421 Ophain-Bois-Seigneur-Isaac (Brabant-W.), Marche de l’Empereur – 7-10-20-30-40-60 km. Les Marcheurs du Hain. Départ: Salle Communale. Près du Lion de Waterloo, parcours campagnards, vallées, bois. A partir de 20 km champ de bataille. In de nabijheid van de Leeuw van Waterloo, landelijke wegen, valleien, bossen. Vanaf 20 km door het slagveld.’ Na een eindje te hebben gewandeld in de voetsporen van de Keizer, ging het terug huiswaarts. Aldaar schreven we nog dezelfde avond het relaas met betrekking tot onze indrukken onderweg, omstreeks 18:37 uur.

“Vandaag gingen we wandelen in de voetsporen van de Keizer. Niet moeilijk eigenlijk, vermits we deze ochtend koers zetten naar Ophain-Bois-Seigneur-Isaac, gelegen in Waals-Brabant. Dit kleine dorpje bevindt zich niet ver van Waterloo, vandaar deze logische verklaring. De wandelclub Les Marcheurs du Hain, richtten er hun Marche de l’Empereur in, met start in de Salle de Fêtes Communale te Ophain. In de ruime startzaal konden we terecht voor een hapje en een drankje, alsook voor de inschrijvingsformaliteiten. We konden kiezen uit de volgende afstanden: 5, 7, 10, 20, 30, 40 of 60 km. Gelet op de aard van het te volgen parcours, hielden we het vandaag bij een bescheiden 20 km, met een werkelijke afstand van 19,9 km, om exact te zijn. Onderweg zouden we ons kunnen bevoorraden op een tweetal controleposten, wat inhield dat het eerste gedeelte van de wandeling ons 8,3 km ver zou brengen. Na nog even te hebben geproefd van de te koop aangeboden druiven, trokken we op weg.

Via de Place d’Ophain, ging het rechtsaf, langsheen de plaatselijke kerk en de opgestelde kermisattracties. Een zacht lopende afdaling leidde ons op die manier de dorpskom uit. Vervolgens ging het via een links gelegen kasseiweg in de richting van een stukje bos. Het voelde ineens wat onwennig aan, aangezien er even diende te worden geklommen, een indicatie voor wat tijdens de rest van de wandeling nog zou volgen. Eigenlijk bevonden we ons op het grondgebied van Braine-l’Alleud volgens de straatnaambordjes. De kasseien maakten plaats voor een verhard pad en zo bereikten we de brug over de Grote Ring omheen Brussel. Juist over de brug, vervolgden de wandelaars aan de 5 en 7 km de rijbaan rechtdoor, terwijl de rest links een boswegel nam. Op die manier bereikten we nadien de open velden via een bredere onverharde weg. De maïsvelden koesterden zich ondertussen in het zonlicht en voor ons uit zagen we hoe de weg zich kronkelde tussen de akkers.

Steeds komt het verrassend over, hoeveel groen zich nog bevindt in de onmiddellijke nabijheid van de hoofdstad. Eigenlijk is het best aangenaam wandelen doorheen deze groene gordel en tot op heden werden we nog nooit ontgoocheld door deel te nemen aan een wandeling aldaar. Na wat heen en weer laveren tussen diverse percelen, volgden we een smaller pad dat af en toe de rand van het veld bereikte. Het groen overwoekerde zelfs stukken van dit begaanbaar paadje. Ook hier ging het weer even stevig omhoog en dat liet zich natuurlijk voelen in de beentjes. Toen we geruime tijd later de openbare weg bereikten, ging het linksaf in de richting van een drukke rotonde. Even voordien hadden we afscheid genomen van de 10 km-stappers. Ter hoogte van deze drukke verkeersader, troffen we ook een eerste aanduiding dat de Leeuw niet meer veraf kon zijn. Gelukkig konden we deze drukke weg laten voor wat hij was en een ernaast gelegen veldweg opgaan.

We zagen in de verte de bekende Butte reeds verschijnen. Even kregen we een stukje parcours te verwerken in slechte staat, doch hier had de organisatie een handje toegestoken door enkele balken in het drassige oppervlak te leggen, zodat we toch vrij droog onze weg konden vervolgen. Even later bereikten we een eerste bezienswaardigheid onderweg, La Ferme d’ Hougoumont, alwaar destijds hevig werd gevochten en waar de geallieerden onder Wellington heroïsch weerstand hadden geboden aan de Franse legers. De boerderij lijkt nog net als toen een onneembaar bastion. Enkele honderden meters verder kregen we pas goed zicht op de Leeuw van Waterloo, toen we de Kamweg bereikten, waar destijds de Engelse linies zich bevonden. Van nabij bekeken een strategisch punt dat de omgeving onder controle kan houden. Dichter bij de gekende heuvel van Waterloo zouden we vandaag niet komen, dus dienden we genoegen te nemen met enkele foto’s van op afstand.

We sloegen rechtsaf en volgden deze zogenaamde Kamweg verder, in de richting van een interessant punt, La Ferme De La Belle Alliance. Daar vond ooit de historische ontmoeting plaats tussen de generaals Wellington en Blücher, op die bewuste dag in juni 1815. Na deze bezienswaardigheid, wandelden we verder langsheen de voormalige uitkijkpost van Napoleon, om op die manier het grondgebied te bereiken van Lasne, waar we zelfs wandelden langsheen de Avenue Napoleon. Tal van kleine monumenten herinneren eraan hoe troepen ten strijde trokken naar het slagveld. Uiteindelijk volgden we een licht dalende kasseiweg, welke ons deed uitkomen op het dorpsplein van Plancenoit, alwaar we een eerste controle ondergingen in de plaatselijke Ecole des Filles. Meteen een ideale gelegenheid om op de binnenkoer en in open lucht nog even te genieten van de laatste zonnestralen van de zomer. Na een ruime pauze, vooral om de inwendige mens wat aan te sterken, trokken we opnieuw op weg.

Hier dienden de wandelaars aan de langere afstanden vooreerst een andere route te nemen, om na een tweede controle dezelfde weg te nemen welke wij nu zouden inslaan. Het ging in dalende lijn verder langsheen de kerk van Plancenoit, om via een drukke weg, de dorpskom te verlaten. Via de Rue de la Bachée, ging het lichtjes hellend verder, tot aan een links gelegen kerkwegel. Hier volgden we de Sentier N° 20 De La Neuve Cour. Deze smalle wegel, welke evenwijdig verliep aan de landerijen, liet ons diverse dwarsgelegen straten oversteken. Zodoende belandden we een heel eind verder in een woonwijk. Gelukkig bereikten we korte tijd later een bredere weg en die deed ons verder wandelen naar een landelijke weg aan de andere kant van het eerstvolgende kruispunt. Hier vonden we de rust van de natuur terug en konden opnieuw even genieten van het klimwerk langsheen deze eenzame landelijke wegen. Links openbaarde zich een uitgestrekte heuvelachtige omgeving, alwaar diverse landbouwtractoren druk in de weer waren.

Ploegen, eggen, ... ook werd op veel plaatsen de oogst ingehaald: maïs, bieten, aardappelen... drukke tijden voor de landbouwers zo te zien. Even verderop hield de weg op te bestaan en kregen we een grindpad voor de voeten. Hier konden we de aanduiding vinden van de Chemin N° 1 De Nivelles. Ook nu volgden een aantal kleinere heuvels elkaar op, zodat we eigenlijk moeilijk van een vlakke wandeling kunnen spreken vandaag. Het voordeel natuurlijk zijn dan de weidse uitzichten die je verkrijgt, telkens een heuveltop wordt overschreden. Langzaam maar zeker bevonden we ons opnieuw op het grondgebied van Braine-l’Alleud en bereikten korte tijd later het station van Lillois. Na opnieuw een afstand van 8,3 km te hebben gewandeld, bereikten we nadien een tweede controlepost, gesitueerd in een voormalig kasteeltje. Daar hadden we geluk, ook nog even in open lucht te kunnen verpozen, doch de bewolking begon stilaan toe te nemen en donkere wolken verschenen aan de horizon. We besloten dan ook om niet lang te pauzeren, wilden we zeker zijn om droog de aankomst te bereiken.

Even later begonnen we aan het laatste stukje wandelparcours, dat vooreerst bestond uit een klimmetje langsheen een asfaltweg. Boven gekomen, namen we een links gelegen kerkwegel en zo ruilden we opnieuw de bebouwde kom voor een stukje natuur. Nog een laatste heuvel diende te worden overschreden en aan de andere kant, bemerkten we een lager gelegen kapel. Hier konden we even een kijkje nemen binnenin, om nadien de openbare weg verder te volgen en dit via de Promenade Du Seigneur Isaac. Een landelijke weg, langsheen tal van bietenheuvels, bracht ons opnieuw tot aan een brug over de Grote Ring omheen Brussel. Op die manier bereikten we even verder de bredere weg waarlangs we waren vertrokken. Ditmaal echter wachtte ons een stevige klim om opnieuw de Place d’Ophain te bereiken. Ruim voldaan wat betreft deze wandeling, bereikten we toch een beetje vermoeid de startzaal en deden er ons toch nog even te goed aan een verfrissend drankje.

Of we de Keizer onderweg daadwerkelijk hebben ontmoet, laten we hier even terzijde... zijn aanwezigheid hebben we toch af en toe even kunnen aanvoelen... tja fantasie kent vaak geen grenzen, nietwaar?”

Teneinde stilaan dit wandelverhaal af te ronden, bekijken we nog even de eerste indrukken, die werden neergeschreven, kort na afloop van deze ‘Keizerlijke’ wandeltocht. ‘K: Mooie afwisselende wandeling in de streek van Ophain. Natuur en cultuur. J: Wandeling vanuit Ophain langsheen de Leeuw van Waterloo, la Ferme d’Hougoumont en La Belle Alliance. Een mooie tocht langs de groene gordel van de hoofdstad.’

191: Marcinelle, Zaterdag 11 september 2010, 19,5 km. (3848,498 km.)



Deze wandeling werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 11/9/2010 – 6001 Marcinelle (Hainaut), Marche des Noisettes, 6-12-20 km. Les Marcheurs du XII de Marcinelle. Départ: Ecole Bois Marcelle. Parcours boisé et campagnard.’ Na afloop van deze toch wel bijzondere wandeling, schreven we nog dezelfde avond een relaas met betrekking tot onze belevenissen onderweg, omstreeks 19:58 uur.

“Vandaag trokken we op pad vanuit de Ecole Bois Marcelle in Marcinelle (Charleroi). Aldaar werd door de plaatselijke wandelvereniging Les Marcheurs du XII de Marcinelle, een wandeltocht georganiseerd onder de welklinkende titel Marche des Noisettes. Deelnemers konden ter plaatse kiezen uit de volgende te wandelen afstanden: 6 – 12 – 20 km. Wij opteerden om deel te nemen aan de wandeling van 20 km, met een werkelijke afstand van 19,5 km. Onderweg, langsheen het parcours zouden we een drietal controleposten aantreffen. Reeds vroeg vertrokken ten huize, namen we alvorens de start, nog even de tijd om een hapje te eten en een koffie te nuttigen. Nadien waren we klaar voor een dagje klim- en daalwerk. We verlieten het schoolterrein om de weg te kiezen doorheen het aanpalende stukje bos. We konden bemerken dat het ook hier fel had geregend de voorbije dagen, wat tot uiting kwam door hier en daar nog wat modderige paadjes. Een klein stevig klimmetje deed ons uitkomen op de openbare weg.

Vanaf daar ging het rechtsaf, richting Nalinnes, via een zacht dalende bredere asfaltweg. Even verderop bereikten we de scheiding tussen de gemeenten Marcinelle (Charleroi) en Jamioulx (Ham-sur-Heure-Nalinnes). Een bordje bezijden de weg liet ons kennis maken met enkele gemeenten die verbroederd waren met Marcinelle. Niet verwonderlijk dat daar een tweetal Italiaanse plaatsen op vermeld waren. Even voorbij deze grensscheiding, namen we een links gelegen veldweg, die ons leidde naar het verderop gelegen bos. Hier konden we vooreerst even zigzaggen via een smalle boswegel, waarna een breder pad kon worden gevolgd. Hier konden we zien hoe de zonnestralen zich doorheen het dichte bladerdek brandden, om de lager gelegen planten te beschijnen. Een kleine beek poogde even het pad onder water te zetten. We vervolgden onze weg doorheen dit prachtig natuurgebied, tot we wat verder terug een smalle asfaltweg bereikten en enkele woonhuizen. Een sierlijk kapelletje leek de weg te wijzen naar het centrum van Jamioulx. We voelden ook aan het dalend weggetje, dat we in de richting van het centrum wandelden.

Korte tijd later, na 2,7 km, bereikten we de eerste controle in het Syndicat d’Initiative van Jamioulx. Gelet op de nog maar geringe gewandelde afstand, namen we hier geen pauze en vervolgden na de controle onze weg. Vooreerst dienden we hier een plaatselijke lus te bewandelen van 5,6 km, waarbij we hoofdzakelijk het traject zouden volgen van de Promenade de Jamioulx. We verlieten op die manier het centrale pleintje in de richting van het station. Juist voorbij de overweg, ging het vervolgens verder via een links gelegen veldweg, welke ons leidde naar een kleine sluis op de l’Eau d’Heure. Hier konden we talrijke hengelaars aantreffen, welke geboeid toekeken naar elkaar. We staken aan de sluis de waterloop over, om via een landelijke, aan hoogte winnende weg, verder te wandelen in de richting van de hoger gelegen bossen. Even nadat we opnieuw de spoorweg waren gedwarst, dienden we een rechts gelegen veldwegel te nemen, waar vooreerst stevig diende te worden geklommen. Langsheen ontelbare braambessen, ging het bij momenten stevig de hoogte in. Ondertussen werd het wat warmer en dienden sommigen al een stukje kledij uit te trekken.

Langsheen enkele merkwaardig gekleurde schapen, ging het naar een hoger gelegen drukke rijbaan. Onderweg kwamen we langsheen een plaatselijk baken Trî de Lobbes. Hier namen we ook notitie van de aanwezigheid van de markeringen van de GR12. We zouden dit grote-routepad een tijdje volgen. We volgden wat verder een eindje een woonzone, waarna de openbare weg als het ware doodliep en we de rand van een ander bosgebied bereikten. Ook hier dienden we even naar adem te happen, omwille van de hellingsgraad van de bosweg. We volgden nu een af en toe moeilijker begaanbaar pad, deels omwille van de glibberigheid, anderzijds door de aanwezigheid van gesteente op het pad. We stegen geleidelijk hoger, tot we een stuk vals plat bereikten en het hoogste punt in het bos. Een ander baken konden we hier aantreffen, met name Bois de Marbaix. Aangezien het vanaf dat punt verder ging in dalende zin, namen we hier even een korte pauze, om ook even te genieten van de rust en de stilte van het bos.

Korte tijd later begonnen we aan de lange afdaling, tot we na een tijdje wandelen opnieuw de lager gelegen waterloop bereikten en deze via een klein bruggetje overschreden. Aan de overkant bereikten we opnieuw de woonzone van Jamioulx en daalden op die manier verder af, richting Syndicat d’Initiative, voor een tweede controle. Ditmaal genoten we even van een welverdiende rustpauze en namen plaats op een bankje voor het gebouw. Hier, gezeten in het zonnetje, namen we nog even de tijd om een hapje te eten en even de omgeving te aanschouwen. We hadden ondertussen 8,3 km afgelegd en voelden dat al duidelijk in de beentjes. Na ons tweede oponthoud in Jamioulx, dienden we vervolgens een andere richting te kiezen en verlieten ditmaal het centrum via een alweer aan hoogte winnend weggetje. De pijltjes retour hielpen ons op de goeie weg. Na een kort stukje wandelen doorheen een woonzone, werd gekozen voor een smal wegje naar rechts en meteen wisten we hoe laat het was.

Dit smalle asfaltpaadje ging stevig de hoogte in en je zag het dorp zo verdwijnen in de diepte. We volgden nu gele ruitjes, welke de richting aangaven op de Promenade des belles Haies. Een volgend baken op onze weg kreeg destijds de welluidende naam Ruisseau du Marteleur. Even verderop bereikten we opnieuw de openbare weg, die over korte afstand was onderbroken en vervangen door een grindpad. We wandelden langsheen enkele houtstapels, om vervolgens langs een penitentiaire instelling te komen. Wat verder, verlieten we Jamioulx en betraden opnieuw het grondgebied van Marcinelle. We konden nu wat kijken naar de statige villa’s welke aan het oog voorbij gingen. Het ene huis al wat groter dan het andere. Binnen deze woonzone, kregen we uiteindelijk op onze weg een splitsing op het parcours, waarbij we afscheid dienden te nemen van de wandelaars aan de 6 en 12 km. Zij vervolgden hun weg rechtdoor, wij dienden rechtsaf te gaan. We vervolgden verder onze weg doorheen deze villawijk, tot we wat later links een bosgebied konden betreden.

Een dreef openbaarde zich en deed verlangen naar wat rust, weg van het autoverkeer. Opvallende aanwezige hier waren de varens, welke zich koesterden in het zonlicht. De ideale gelegenheid om enkele prachtige foto’s te nemen onderweg. De dreef welke we volgden leek wel eindeloos, doch dat kon ons niet deren. Hier konden we genieten van de natuur en vooral van de stilte en de eenzaamheid. Weinig wandelaars hadden blijkbaar gekozen voor de 20 km, waardoor we het gevoel hadden, het bos met niemand te moeten delen. Na geruime tijd te hebben genoten, bereikten we een open plek in het bos, waar zich een kiosk bevond. Hier dienden we van richting te veranderen en ging het parcours verder langsheen een plaatselijk trimpad. Toen we uiteindelijk noodgedwongen het bos dienden te verlaten, bereikten we een dalende weg en kregen we zicht op een terril welke zich even verderop bevond. We dienden vervolgens een links gelegen kasseiweg te nemen en hier werd nogmaals gevraagd om te klimmen.

Deze moeilijk begaanbare weg, bracht ons tenslotte tot aan het Centre Jules Destree, waar we een derde en laatste controle hadden op onze weg. We namen nog even de tijd om een pauze te nemen en hadden een leuke babbel met enkele leden van de organiserende club. Reeds 15,8 km afgelegd, restte ons nog slechts een korte afstand tot aan de eindcontrole. We trokken op weg voor het laatste gedeelte van de wandeling en trokken vooreerst door het centrum van Marcinelle, langsheen de plaatselijke kerk. Wat verderop bereikten we de vroegere mijnsite Le Bois du Cazier. Een indrukwekkend zicht op de hoge torens, welke het terrein domineerden. We hadden vandaag geluk, vermits in het kader van Open Monumentendag we gratis de site konden bezoeken. Deze kans lieten we natuurlijk niet liggen en brachten vervolgens een bezoek aan deze omgeving, die vooral bekend werd omwille van de vreselijke mijnramp van 8 augustus 1956. We konden dus een kijkje nemen in de voormalige gebouwen van de mijn en stonden versteld van de grootte van de aanwezige toestellen.

Tal van monumenten en gedenkplaten bevinden zich op deze site, die trouwens meerdere musea herbergt. Er is voldoende te zien om er vooral een daguitstap van te maken. Na deze eerder korte kennismaking met het verleden van Marcinelle, vervolgden we onze wandeling. We verlieten de site en volgden een smal grindpad dat verder naast de voormalige mijnsite verliep. Achterom konden we nog even een blik werpen op de slakkenbergen die de mijnsite omgeven. Even buiten het zicht van Le Bois du Cazier, kregen we opnieuw een smalle wegel te verwerken, die ons een heel eind buiten de omgeving van de mijn bracht. We wandelden op die manier terug in de richting van de startplaats, langsheen enkele weilanden en landerijen. Geruime tijd later bereikten we opnieuw de startzaal en konden we tevreden terugblikken op een wel erg geslaagde wandeling. Enigszins onder de indruk van wat zich ooit in Marcinelle heeft afgespeeld, reden we in stilte huiswaarts, alweer een ervaring rijker...”

Teneinde dit wandelverhaal stilaan af te ronden, blikken we nog even terug in het wandelboekje van maatje, vermits wijzelf destijds daarin geen indrukken neerschreven. ‘K: Veel bos en mooie natuur, met als hoogtepunt een bezoek aan de voormalige mijn van Marcinelle: Bois du Cazier.’

woensdag 29 april 2020

190: Scherpenheuvel, Zondag 05 september 2010, 20,3 km. (3828,998 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 5/9/2010 – 3270 Scherpenheuvel (Vl.-Brabant), Peiperneutentocht – 5-8-13-20-30 km. W.S.V. Wit-Blauw Scherpenheuvel VZW. Start: Cultuurcentrum Den Egger. Een wandeling langs de mooiste plaatsen in en rond Scherpenheuvel. Langs landelijke wegen naar het land van de Witte met prachtige vergezichten.’ Na afloop van deze georganiseerde tocht, schreven we nog dezelfde avond een verhaal, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 18:26 uur.

“Nadat we gisteren, traditiegetrouw, de braderie van Lille hadden bezocht, namen we vandaag afscheid van onze zomerwandelvakantie. Met andere woorden, gedaan met in het weekend te niksen en dus deze ochtend vroeg uit de veren en de wandelschoenen opnieuw aangetrokken. Na enkele weken van zonnen op een afgelegen strand, werd het dus tijd om terug de routine van het wandelen te verkrijgen. We trokken dan ook vandaag richting Scherpenheuvel-Zichem, misschien wel om onder een goed gesternte, het nieuwe seizoen op gang te trekken. Aldaar werd verzamelen geblazen door de WSV Wit-Blauw-Scherpenheuvel, waar de Peiperneutentocht werd ingericht. We hadden voorwaar nog nooit het begrip gehoord, maar het moet gezegd, de Peiperneuten hebben alvast gesmaakt bij de aanvang van de wandeltocht.

De startplaats was gelegen in het Cultuurcentrum Den Egger, waar we werden verwelkomd in een gloednieuw complex, met voldoende ruimte om de talrijke wandelaars op te vangen. Er kon worden gekozen uit een traject van 5, 8, 12, 20 of 30 km. Met nog wat stramme benen van het urenlang slenteren de voorbije dag, hielden we het vandaag bij 20 km, met een werkelijke afstand van 20,3 km. Onderweg was voorzien in een tweetal rustposten, met name na 7,5 en 14,8 km. Met een stevige zon van de partij trokken we even later op pad. De parcoursmeester leidde ons eerst doorheen een gedeelte van Scherpenheuvel centrum, waar we even van nabij een eerste blik verkregen op de Basiliek. De talrijke sterren op de koepel, weerkaatsten in het zonlicht en de hemel was fel blauw gekleurd, ideaal dus om een aantrekkelijke najaarswandeling te verkrijgen. Het traject van vandaag was ook bezaaid met tal van wandel- en fietsroutes, waarbij we kort na de start reeds een eerste exemplaar konden verkennen: het Pelgrims & Keerskatten Wandelpad.

Na een korte doortocht doorheen een van de winkelstraten, ging het verder langs het Woon- en Zorgcentrum OLV Ster der Zee. Korte tijd later, werd de bebouwde kom verlaten en bereikten we een landelijke weg tussen de akkers en weilanden. Ondertussen waren we reeds tal van splitsingen voorbij gewandeld, waardoor het deelnemersveld enigszins werd verspreid over de diverse afstanden. Een oude spoorwegbedding, werd aangeduid door een plaatselijk monumentje, alwaar de openbare weg werd verlaten en werd geruild voor een kiezelpad dat het voormalige tracé volgde. Hier konden we genieten van enkele mooie vergezichten over de omgeving, waarbij vaak om de hoek de hoger gelegen Basiliek werd bemerkt. We volgden nu het Pelgrims wandelpad, langsheen deze oase van rust. Na een tijdje de oude bedding te hebben gevolgd, ging het verder via een links gelegen karreslag. Ook nu volgden splitsingen in het parcours elkaar op, waarbij de wandelaars over de kortere afstanden vaak terug de andere wandelaars vervoegden.

Naarmate de wandeling vorderde, kwam de zon hoger te staan en de warme stralen voelden heerlijk aan. Af en toe kregen we zicht op de lager gelegen weilanden of maïsvelden en dat gaf een bijzonder kleurrijke indruk. Enkele afgeschreven legerauto’s stonden enigszins verloren in een stukje weiland. We bevonden ons op een mountainbikeparcours en dus werden we af en toe genoodzaakt even het gras naast het pad op te zoeken. Natuurlijk heeft iedereen recht op een beetje plaats en gelukkig lukte dat vandaag aardig. Eenmaal het stukje natuur achter de rug, bereikten we de bebouwde kom van Zichem en troffen daar de Bedevaart Route aan. Enkele woonstraten verder bereikten we het centrum van deze bekende gemeente, ter hoogte van de plaatselijke kerk. Het beeld van De Witte mochten we natuurlijk niet links laten liggen en bovendien troffen we er ter plaatse informatie aan inzake een tweetal lussen, behorende tot de Bos-, broek-, heuvelroute, welke aldaar een aanvang neemt.

Ter hoogte van de kerk, ging het rechtsaf, in de richting van de Demer. Aldaar hielden we even halt ter hoogte van de prachtige watermolen, om nadien het verloop van de Demer te volgen via de linkeroever, richting Keibergen. Het bochtige verloop van de rivier volgend, konden we genieten van de bloemenpracht in de bermen. Na verloop van tijd, lieten we de Demer rechts zijn weg vervolgen en namen we een links gelegen veldweg. Deze mondde uit op de openbare weg en we kregen de eerste controlepost in zicht, gesitueerd in de kleine parochiezaal van Keibergen. De ideale gelegenheid om in open lucht even te pauzeren en te genieten van een hapje en een drankje. De eerste 7,5 km zaten erop. Na de controle heerste er een beetje verwarring inzake de te volgen weg. Blijkbaar bevond er zich een splitsing op het parcours aan de achterkant van de zaal, die enkel kon worden bereikt via de achteruitgang. Sommigen hadden de zaal verlaten via de voorkant en belandden zo op het parcours van de 5 en 8 km.

Gelukkig werden ze naderhand door de organisatie terug naar de controle gebracht en konden het juiste pad volgen. Via de achterzijde bereikten we dus een kerkwegel en die leidde ons naar een heerlijk stukje bos, de Waalberg. Via enkele kronkelende bospaden en dreven, bereikten we een stukje landelijke weg, gevolgd door een tweede bosgebied, de Mannenberg. Af en toe dienden we dus stevig te klimmen en dat liet zich voelen. Natuurlijk kregen we waar voor ons geld en werden beloond met een uniek stukje natuur, vaak geprezen en gewaardeerd bij de talrijke wandelaars. Bosgebied trouwens vormt vaak het lievelingsterrein bij wandelaars, omwille van de schoonheid enerzijds, maar ook omwille van de rust en het ontspannen karakter. Jammer genoeg duren schone liedjes nooit lang en werd even verder opnieuw de openbare weg bereikt. Ook duurde deze passage evenwel niet lang, aangezien we wat verderop rechts het veld introkken via een plaatselijke wandeling: Keiberg – Schoonderbuken.

De kerk van genoemd oord, liet zich reeds van verre aanschouwen en de openbare weg welke ons erheen moest leiden, ging plotseling fel omlaag. Een bordje met de waarschuwing 12%, liet ons inderdaad voelen dat het fel daalde. Via een klein ommetje, bereikten we het Familieheem gelegen naast de kerk van Schoonderbuken. Ook hier konden we op de koer genieten van een terrasje en velen hebben dat eveneens kunnen waarderen. Het beeld van de Bezembinder hadden we kunnen aanschouwen op het pleintje voor de kerk. Na de controle zouden we via een andere uitgang het pleintje aan de kerk verlaten. Bij deze tweede controle zaten we ondertussen 14,8 km ver en restten ons nog slechts 5,5 km tot aan de eindstreep. Het laatste gedeelte van het parcours, liet ons vooreerst kennismaken met een stukje woongebied van Schoonderbuken. Vrij vlug evenwel verlieten we ook hier de bebouwde kom en volgden een landelijke weg in de richting van de Basiliek, die ondertussen in de verte zichtbaar was, op een hoogte gelegen.

We volgden nu een andere lus van de Bos-, broek-, heuvelroute. Het wegje liet ons een beetje aan hoogte winnen, wat natuurlijk klimmen betekende. Deze rustige wegen brachten ons na een tijdje wandelen tot aan een plaatselijk kapelletje, opgedragen aan de Heilige Theresia, waar we een splitsing op het parcours aantroffen. Wij kozen de rechterzijde van de kapel en kregen een prachtig zicht op de hoger gelegen Basiliek. De torens weerkaatsten in de zon en dat gaf aanleiding tot het nemen van enkele foto’s onderweg. We waren zo stilaan gewoon geraakt aan het zicht op dit gebouw, dat we sinds de ochtend uit vrijwel elke hoek hadden kunnen bekijken. De Wandeling: Scherpenheuvel – Kagevinne, deed ons linksaf draaien en op die manier ging het vrijwel recht in de richting van de eindmeet. Juist alvorens het centrum van Scherpenheuvel te bereiken, maakten we nog een klein ommetje tussen de maïsvelden.

Een laatste kerkwegeltje bracht ons uiteindelijk terug in de straten van Scherpenheuvel. Nog even een fotootje ter hoogte van het laatste 100 m bord en we bereikten opnieuw het Cultuurcentrum Den Egger. Na het afstempelen van de wandelboekjes, genoten we nog even van een verfrissend drankje en lieten ons de rijstpap met bruine suiker smaken. Tenslotte vermelden we nog even het volgende: toen we huiswaarts reden, konden we bemerken dat om 14 uur reeds 2145 wandelaars waren geteld. Een niet onaardig aantal voor een prachtige tocht die we vandaag kregen te verwerken. Om terug op gang te komen vonden we vandaag 20 km voldoende. We kregen echter alvast een idee, hoe het parcours eruit zal zien bij de komende Nationale Wandeldag in 2011, wanneer ook in Scherpenheuvel een etappe van start zal gaan.”

We eindigen deze wandelbijdrage met een blik in onze wandelboekjes, waarin immers ook enkele indrukken werden neergeschreven. ‘K: Aangename wandeling door het land van De Witte. Lekker weertje. J: Wandeling vanuit Scherpenheuvel naar Zichem, Keibergen en Schoonderbuken. Lekkere peiperneuten!!’

189: Ieper, Zaterdag 21 augustus 2010, 30,2 km. (3808,698 km.)



Na de eerste drie dagetappes van de Vierdaagse van de IJzer volgt de laatste etappe. Deze afsluitende wandeling, werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 21/8/2010 – 8900 Ieper (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop werd pas enkele dagen later het relaas geschreven, op dinsdag 24 augustus 2010, omstreeks 20:00 uur.

“Na reeds drie dagen de Westhoek te hebben verkend, werd het tenslotte zaterdag en konden we aan de vierde wandeldag beginnen van de Vierdaagse van de IJzer 2010. Een tocht die in de brochure werd aangekondigd als: ‘Gezwoeg naar de Kemmelbergtop en de stilte van talloze begraafplaatsen’. Ook deze laatste dag begon in alle vroegte in het kamp van Nieuwpoort, alwaar we na een vroeg ontbijt de bus namen richting Ieper. Daar aangekomen omstreeks acht uur, konden we een demonstratie bijwonen van het drillpeleton, waarna we even later het startschot hoorden weerklinken en konden vertrekken om de laatste 30,2 km te bewandelen. Met de stille wens dat het zou lukken de eindmeet te overschrijden, na een minder goede dag voordien. In het volste vertrouwen trokken we bijgevolg met de talrijke andere wandelaars door de startpoort en keken uit naar een aangename afsluiter van deze 38ste editie van de Vierdaagse. Na een laatste blik op de Lakenhalle trokken we door enkele straten van de stad, met name de Rijselsestraat, Burgtstraat, Boomgaardstraat en Seminariestraat.

We kwamen langs het oude tolhuisje, waar we de eerste vraag van de dag dienden te beantwoorden. Hoeft het gezegd dat de vraag iets te maken had met vissen? We bevonden ons immers op de Vismarkt, waarna het verder ging naar de gekende Vestingen. Vervolgens staken we de brug over naar het Eiland. De verkeersdrukke Oudstrijderslaan werd gedwarst, waarna de Dikkebusseweg volgde. Er werd afscheid genomen van de wandelaars aan de 8 en 16 km, welke links hun eigen traject volgden. De rest van het talrijke deelnemersveld volgde nog even de Dikkebusseweg om rechtsaf te gaan in de richting van het Dikkebussevijverpad. Dit pad volgend, werd al heel vlug de grens van de 5 km overschreden. De naam min of meer aanhoudend bereikten we korte tijd later de Dikkebussevijverdreef, die ons natuurlijk deed uitkomen aan de Dikkebusvijver zelf. Eenmaal daar werden we beloond voor de moeite door een prachtig zicht over dit enorme watergebied.

Tezelfdertijd werden er aldaar wedstrijden gehouden, een soort variant op waterpolo, doch dan gezeten in een kano. Tal van buitenlandse sporters hadden er hun kamp opgeslagen en bestreden elkaar in tal van afgebakende waterzones. Alvast het bekijken waard trouwens. We volgden de oever van de vijver en maakten kennis met de omvang van het geheel. Wat verderop lieten we de vijver achter ons en bewandelden een veldwegje tot aan de Vierstraat. Daar werden we nog maar eens bevoorraad met een flesje energiedrank, dat we wel eens nodig zouden kunnen hebben, immers in de verte openbaarde zich reeds de Kemmelberg!!! Ondertussen lukte het maatje aardig om door te stappen en waren blijkbaar de problemen van de voorbije dag verholpen door de deskundige behandeling van één van de medics. Die man kwamen we trouwens tegen ter hoogte van de vijver en hij was blij met een woordje van dank omwille van zijn geleverde werk. De mensen van de medische dienst mogen ook wel eens in de bloemetjes worden gezet trouwens…

Na een kort oponthoud aan de bevoorradingspost, trokken we links de Vierstraat in tot aan het eerstvolgende kruispunt, alwaar we ons afsplitsten van de 24 km wandelaars die rechtdoor hun weg vervolgden. Voor ons ging het rechtsaf, richting Kemmelberg. We konden hier een bezoekje brengen aan het eerste kerkhof van de dag, met name het Kemmel n°1 French Cemetery. Ook hier kregen we een kleine opdracht te verwerken in het kader van de Wandel en Kijk wedstrijd. De wandeltocht werd voortgezet en het werd al heel vlug duidelijk dat we op weg waren naar de reeds vernoemde berg. De talrijke liefhebbers van het wielrennen zullen al dadelijk knikken, wanneer ze namen horen als: Molenstraat, Kriekstraat en Pingelaarsstraat. De 10 km grens lag ondertussen achter de rug en het werd zwaarder onderweg. We dienden herhaaldelijk naar adem te happen, omwille van het hellende parcours, maar ook omwille van de warmte van de zon die zich steeds duidelijker liet aanvoelen. Het water in de flesjes slonk zienderogen en hoe dichter we kwamen, hoe hoger de Kemmelberg leek te worden. Even verderop volgde de Kattekerkhofstraat en het ging nog wat steviger de hoogte in.

Niet alleen ons wandeltempo ging zienderogen naar beneden, voorliggers en achterkomers beleefden net hetzelfde. Het ging ons dan blijkbaar toch niet zo slecht af als we aanvankelijk hadden gedacht. Daarna verlieten we het asfalt en ging het via het wandelpad verder naar de top van deze 156 m hoge Kemmelberg. Eenmaal we het bos hadden verlaten, troffen we ter hoogte van de kasseien een enorme vuilnisbelt aan van lege flessen, waar blijkbaar de meeste voorliggers hun lege bussen hadden achtergelaten. Heel even nog werd het zweten, om even later, na het verwerken van de kasseien de top te bereiken. Een zucht van opluchting, want eigenlijk lag het zwaarste stuk van de dag achter de rug, hetgeen maatje meteen toch stilaan liet geloven in een goede afloop van deze Vierdaagse. De dag voordien was enorm zwaar geweest, vandaag leek alles zoveel beter te gaan. Maar natuurlijk mochten we niet te vroeg juichen, we waren immers nog niet eens halfweg! Eenmaal boven, namen we de tijd om ter hoogte van de uitkijktoren even een verfrissing aan te schaffen en aldaar rustig op te drinken.

Daar kregen we er het gezelschap van Jimmy, die jammer genoeg ook hinder ondervond aan het scheenbeen. Elkaar wat moed toesprekend, werd later de wandeling voortgezet. Na enkele foto’s van de Engel, het monument ter ere van de franse soldaten, begonnen we aan de afdaling van de Kemmelberg. Geleidelijk aan ging het wat vlotter, omwille van de dalende weg. Het ging langsheen de bunker onder de Kemmelberg en op die manier naar het Warandepark, waar we een tussentijdse controle verkregen. We vervolgden onze weg naar de Dries. Hier zagen we het beeld van Het Kemmels Gapertje. We troffen er ook enkele horecazaken aan en dat leende zich ertoe even halt te houden en te bekomen van het harde labeur van even voordien. We zaten min of meer op schema en konden genieten van een langere rustpauze. Even later trokken we opnieuw op pad. We kwamen langs het bord van de 15 km en waren dus halfweg de laatste etappe. Eigenlijk mocht het nu niet meer misgaan.

We begonnen nu aan een tocht langs tal van militaire begraafplaatsen, waarbij we achtereenvolgens konden bezoeken: Kemmel Chateau Military Cemetery, Godezonne Farm Cemetery, Suffolk Cemetery en Elzenwalle Brasserie Cemetery. Ondertussen, langs deze ingetogen plaatsen wandelend, hadden we het gezelschap gekregen van de wandelaars aan de 24 en de 16 km, en waren we op weg naar Voormezele. Er volgden nog enkele andere begraafplaatsen, zoals Spoilbank en Chester Farm Military Cemetery. Uiteindelijk bereikten we het Provinciedomein De Palingbeek. Hier troffen we een plaatselijke sterrenwacht aan alsook het Astrolab Iris. Nu konden we genieten van de prachtige natuurlijke omgeving. Een stukje bos was een welkome afwisseling met de hete asfaltwegen die we hadden gevolgd. Even later dienden we nog even halt te houden aan een van de hulpposten, om alvorens het laatste stuk wandelweg aan te vangen, nog even maatje van een klein probleempje te verlossen. Na deze kleine ingreep en vol goede moed toegewenst door de militairen, begonnen we aan de laatste 5 km van deze Vierdaagse.

We verlieten de Palingbeek en trokken naar Hill 60. Ook hier dienden we het antwoord te vinden op een van de dagvragen en dat vlotte goed. Even later waren we op weg om Zillebeke binnen te trekken. De stoere kerktoren hadden we reeds een tijdje in het oog en even later konden we er langskomen. We bereikten de reeds bekende Zillebekevijver en zo wisten we dat de eindstreep kon worden bereikt. Tijdens vorige edities waren we hier ook al langs gekomen en dat de parking van de firma Picanol, de eindstreep, niet meer veraf was, dat gaf een beetje extra moed om nog even door te zetten. De laatste foto’s van de 38ste editie werden genomen en we wandelden even later door de eindcontrole op het einde van de vijver. Toen ons nog een laatste stukje wandelweg restte, na de controle, konden we op een plaatselijke thermometer 29°C aflezen. Het was inderdaad warm. Even later bereikten we de parking van Picanol en mochten we met fierheid onze medaille in ontvangst nemen. Het was een lange weg geweest, die niet altijd even gemakkelijk werd afgelegd, maar uiteindelijk bereikten we na vier dagen het einde en dat was het belangrijkste.

Als afsluiter van deze vierdaagse bijdrage, een woordje van dank aan de mensen van de organisatie in het kamp van Nieuwpoort, die ons verblijf aangenaam hebben gemaakt. Tevens een woordje van waardering voor de talrijke MP’s die de wandelaars een veilig gevoel hebben gegeven tijdens de vele kilometers doorheen de Westhoek. Bedankt ook aan de sponsors die af en toe een welkome bevoorrading hebben mogelijk gemaakt en tenslotte een dikke merci aan de mensen van de medische dienst. Zonder hen zouden waarschijnlijk velen de eindstreep niet hebben bereikt. Bedankt ook aan onze supporters onderweg: Jimmy, Guy en vooral Patrick. Een woordje van steun was vaak welkom… We zien elkaar wellicht terug bij een volgende editie, de Vierdaagse van de IJzer 2011 welke zal doorgaan van 24 tot 27 augustus. Welke afstand we dan zullen kiezen… daarop hebben we nu nog geen antwoord…”

Tot slot van de Vierdaagse, editie 2010, blikken we nog even terug naar datgene, wat kort na afloop werd genoteerd in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Ieper. Mooie plaatjes en indrukwekkend scenario. Geen bloemen en geen parades. Misschien meer geluk als Aussie mag komen!! Fier op mezelf, uiteindelijk. J: Laatste dag van deze 38ste editie van de Vierdaagse van de IJzer Vanuit Ieper naar de Dikkebusvijver en nadien over de Kemmelberg. Dan langs tal van kerkhoven terug via Kemmel, Voormezele en Zillebeke. Aankomst in Ieper en ontvangst van de welverdiende medaille. Tot bij een volgende gelegenheid…’

188: Diksmuide, Vrijdag 20 augustus 2010, 32,6 km. (3778,498 km.)



De derde dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Vrijdag – Vendredi 20/8/2010 – 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop schreven we ook ditmaal nog dezelfde avond in het kamp van Nieuwpoort een verslag, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg.

“Langs typische polderdorpjes en het oorlog- en fransmanverdriet van vele moeders, zo stond de derde wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, aangekondigd in de kleurrijke brochure die we mochten ontvangen bij de start enkele dagen geleden. Deze derde dag begon ook alweer in alle vroegte in het kamp van Nieuwpoort, alwaar we na het ontbijt met de bus vertrokken richting Grote Markt te Diksmuide. Maatje haar voeten hadden reeds een vroege beurt gekregen in het kamp, waar ijverige en behulpzame leden van de Medische dienst de handen uit de mouwen staken om toch iedereen op de been te krijgen en klaar te stomen voor de start van de volgende etappe. Met hernieuwde moed kwamen we dan even later ook aan op de Grote Markt, alwaar zich reeds een menigte wandelaars had verzameld. Het was dus nog even wachten alvorens het startschot zou weerklinken, dus trokken we naar één van de vele terrasjes om toch nog even te genieten van een kopje koffie. Even later konden we dan toch op weg, samen met een bont allegaartje van burgers en militairen, jong en oud, alles door elkaar.

Via de kortst mogelijke weg verlieten we het drukke centrum en volgden het verloop van de Handzamevaart. Hoeft het gezegd dat de smalle paden naast deze waterloop al vlug te smal bleken te zijn om deze grote menigte op te vangen. Gelukkig lossen deze problemen zichzelf op na enkele kilometers stappen. Het peloton schuift dan langzaam uit elkaar en elkeen vindt zijn eigen ritme. Het pad dat we volgden kronkelde mee met de ernaast liggende waterloop. Unieke vergezichten over de landerijen openbaarden zich aan de vele nieuwsgierige blikken. De zon was alweer van de partij en het beloofde een warme en zonnige dag te worden. Na een viertal kilometer scheidden zich de deelnemers aan de 8 km af naar rechts, om vanaf daar hun eigen weg te volgen. De andere wandelaars vervolgden hun weg via de Pouckestraat om aldus het eerste oranje bord van de 5 km aan te treffen. Het ging verder tot aan het eerste waterbevoorradingspunt, alwaar de deelnemers aan de 16 km ook een rechts gelegen weg insloegen. Net daar vonden we meteen het antwoord op de eerste vraag van de dag, in het kader van de wedstrijd Wandel en Kijk. Eigenlijk dienden we ons hier te beperken tot het tellen van een aantal kaarsen in een kapelletje bezijden de weg.

Net toen we dachten dat het een vlotte wandeldag zou worden, begon maatje haar motor te sputteren, problemen met de linkervoet en meer bepaald de tenen. Gelukkig konden we even verder halt houden ter hoogte van een hulppost, juist voor de stand van Campina. De eerste zorgen werden toegediend door een vrouwelijke militair, hetgeen slechts korte tijd in beslag nam. Het gevolg was dat we pas enkele honderden meters verder waren gestapt, toen de tenen al bloot kwamen te liggen en het verband was losgekomen. Peloton rechtsom dan maar en terug naar de hulppost. Ditmaal nam een mannelijke collega de honneurs waar, wat resulteerde in een verzorging van om en nabij de drie kwartier, alvorens maatje terug degelijk kon wandelen. Al bij al hadden we dus bijna een uur verloren en dat zou zich later op de dag nog laten voelen. Na de medische hulp kwamen we langs de stand van Campina en konden nog even wat energie bijtanken om onze weg verder te vervolgen. Gelukkig konden we daar een beetje rekenen op de morele steun van Guy en Patrick.

We zaten nu op het grondgebied van Koekelare en hadden nog een lange weg te gaan. Toen we even later opnieuw een degelijk tempo konden aanhouden, trokken we in de richting van het Koekelarebos, dat we even later konden betreden. Een mooie lange dreef kregen we voor de voeten geschoven en net dan hadden we onderweg een leuke babbel met enkele Nederlandse wandelaars. Samen konden we genieten van een mooi stukje natuur, waar de rust tastbaar aanwezig was. De 10 km grens was ondertussen overschreden en even verder dienden we afscheid te nemen van onze vrienden die deelnamen aan de 24 km. Hen wachtte een ander traject. Wijzelf volgden verder het parcours in de richting van het centrum van Koekelare. Aldaar aangekomen op een ludiek pleintje, namen we vooreerst even de tijd om een hapje te eten en vooral even de dorst te lessen. Nadien dienden we een kort bezoekje te brengen aan het aldaar gelegen museum (het Museum van de Fransmans), teneinde opnieuw een antwoord te vinden op een van de vragen van de dag. Gelukkig konden we hierbij rekenen op een beetje hulp van het personeel, teneinde vlug de juiste locatie te vinden in het museum.

Eenmaal het antwoord verkregen, konden we nog even stilstaan om te genieten van een deuntje, afkomstig van een gezellig orgeltje op het plein. Stilaan werd het dan tijd om het traject verder af te wandelen. We verlieten het centrum van Koekelare om ons te begeven in de richting van het verder gelegen Motepark. Een leuke plek om doorheen te wandelen met een prachtige vijver, waar eenden volop genoten van de zon en waar tevens de hengelaars in groten getale hun favoriete sport konden beoefenen. Eenmaal het park voorbij ging het via landelijke wegjes en veldwegen in de richting van het volgende dorp: Werken. Smalle paadjes, kerkwegels, zanderige veldwegen, karreslagen, … de zon was duidelijk aanwezig en dat liet zich voelen in de kledij. Ook vandaag kregen we talrijke kapelletjes te zien, konden we ervaren hoe het leven op het platteland aanvoelt en hoe de boeren druk doende waren met het binnenhalen van de graanoogst. Vaak verliep het traject tussen de maïsvelden en kreeg je het idee dat een muur je verhinderde ver om je heen te kijken. Een eindje voorbij het 15 km bordje troffen we gelukkig een tweede hulppost aan, aangezien maatje haar voeten dringend behoefte hadden aan een beetje verzorging.

Bleek dat nu ook de andere voet gekwetst was en ditmaal werd ook daar een behoorlijke hoeveelheid tape aangebracht. Ook nu verloren we behoorlijk wat tijd en het stappen verliep steeds moeilijker. Met een beetje goede wil en een aanpassing van het stapritme bereikten we nadien de oranje borden van de 20 km en even later de bebouwde kom van Werken. Het eerste terrasje werd bezocht en daar konden we vaststellen dat de buitentemperatuur was opgelopen tot 28°C. Geen wonder dat we het warm hadden gekregen. Na een kleine pauze trokken we opnieuw verder, via het centrum van Werken. Het ging verder langsheen de Kruisstraatmolen, die weliswaar werd gerestaureerd en daardoor zich bevond in de stellingen. Toch konden we enkele foto’s nemen van dit unieke bouwwerk. Vervolgens ging het aan het kruispunt linksaf en vonden we even verder op onze weg een ander archeologisch museum, waar ook alweer het antwoord te achterhalen was op een van de dagvragen. We wandelden verder om even later het grondgebied van Werken te verlaten en het te wisselen voor het grondgebied van Vladslo.

De grens van de 25 km werd bereikt en voor maatje ging het stilaan van kwaad naar erger. Het stappen werd moeilijker en de wandelsnelheid zakte zienderogen. Een blik op de klok leerde ons ondertussen dat we niet veel tijd meer mochten verliezen, wilden we nog tijdig de aankomst bereiken en eigenlijk was het nog behoorlijk ver. Uiteindelijk bereikten we wat later toch het centrum van Vladslo. We hielden er even kort halt op het dorpsplein, om vervolgens linksaf te wandelen en even verder te worden voorzien van een koekje en een blikje frisdrank. Zo konden we nog even, al wandelend, bijtanken en nog een beetje energie opdoen voor het laatste gedeelte van de wandeling. We lieten Vladslo achter ons en bereikten al vlug opnieuw de open velden, waar we even later zelfs tussen het riet doorwandelden. Wat verderop bereikten we de drukke weg richting Diksmuide. Dankzij de hulp van de MP’s raakten we veilig aan de overkant en kregen een bijna eindeloze grindweg te zien, langsheen de IJzer. De zon scheen nog steeds onverbiddelijk en de wind stond hier pal van voren. Niet meteen een ideale situatie om met pijnlijke voeten en wat vermoeidheid in de rug aan te beginnen.

Heel in de verte zagen we de IJzertoren en de kerk, maar het leek voor maatje net iets te ver weg. Met het laatste beetje moed probeerde ze toch het grindpad te verwerken, doch het ging niet meer. Korte tijd later weerklonk in stilte: ‘Het gaat niet meer…’ Het enige wat we konden doen was een beetje aanmoedigen om het vooral niet op te geven en langzaam verder te stappen in de richting van de kerk in de verte. Het lukte tenslotte toch om deze lange ellendige weg te verwerken, zodat we het centrum van Diksmuide bereikten. Via de bebouwde kom kwamen we nu langsheen enkele bezienswaardigheden en dat verlichtte even de pijn aan de voetjes. Het begijnhof, de Vismarkt met het beeld van Jette en tenslotte de kerk waar een laatste vraag diende te worden beantwoord. Op het einde van de straat zagen we reeds de Grote Markt en de eindstreep van de tocht. Het was ondertussen kwart voor zes en we hadden net tijdig de finish gehaald.

Het was bang afwachten wat de laatste dag nog brengen zou, vooral omdat de Kemmelberg diende te worden beklommen. Maar dat waren problemen voor de volgende dag. Nu volgde nog een lange bustocht naar het kamp, een verkwikkende douche, een laat avondmaal en dat werd afgesloten met nogmaals een bezoek aan de medische dienst, teneinde de opgelopen schade zoveel als mogelijk te herstellen. Het werd vrij vlug laat en een welverdiende nachtrust werd aangevangen. Vandaag hadden we de langste etappe te verwerken gekregen over een afstand van 32,6 km. Met een dikke merci alvast aan het medisch personeel dat het mogelijk maakte de eindstreep tijdig te halen. Nog 30,2 km te gaan dus, met andere woorden nog één keer alles geven…..”

We eindigen deze wandelbeschrijving met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Diksmuide. 4x32 km. Het proberen waard, maar toch een zware inspanning. De blaartjes, de rug en de benen eisten hun tol. Blij dat ik het gedaan en volbracht heb. Toch iets te hoog gegrepen. De vermoeidheid is te. Beer was wel lief maar toch. J: Derde dag van de Vierdaagse van de IJzer. Met start in Diksmuide ging het vervolgens via Koekelare, Werken en Vladslo. Warme wandeldag en een beetje een probleemdag voor maatje, omwille van blaren op de voeten en pijn in de rug. Uiteindelijk toch nog tijdig de aankomst bereikt even voor zes uur. Nog één dag te gaan!!!’

dinsdag 28 april 2020

187: Poperinge, Donderdag 19 augustus 2010, 31,95 km. (3745,898 km.)



De tweede wandeldag, een etappe met start in Poperinge. Deze tocht werd aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 19/8/2010 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop van deze tocht schreven we in het kamp van Nieuwpoort nog een samenvatting inzake de belevenissen onderweg.

“De tweede wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, ging uiteraard van start in Poperinge. Een lange busverplaatsing vanuit Nieuwpoort, richting hoppevelden vormde de aanvang van onze tweede dag. Met nog wat stramme spieren verschenen we ook op deze dag vol goede moed aan de start, net zoals vele duizenden andere medewandelaars. Omwille van werkzaamheden vond de start niet plaats op de Grote Markt van deze stad, die we nu toch ook wel al kenden van vorige edities. Onder de welluidende beschrijving ‘Langs charmante en kunstzinnige dorpjes aan de Schreve’, begonnen we even later andermaal aan een tocht van 31,950 km. Het zou nog een lange weg worden alvorens we de finish zouden overschrijden. Voor de start hadden we ook nog een babbel met clubgenoot Guy, naar wie een ander gekend wandelaar, Patrick van beneluxwandelen op zoek was de voorbije dag. Even later weerklonk het startschot en zette de menigte zich in beweging van op het Oud-strijdersplein.

Ook vandaag dienden we alweer aandacht te hebben voor de prijsvragen, waarop we onderweg hopelijk het juiste antwoord zouden vinden. Uitkijken dus maar de komende uren. Na het gekende startschot volgde vooreerst een eindje wandelen doorheen de stad zelf, met al bijna onmiddellijk na de start het antwoord op de eerste vraag van de dag. Tal van metalen plaatjes, voorzien van het symbool van de hoppevrucht, sierden de trottoirs onderweg. Eenmaal het centrum achter ons gelaten, kwamen de eerste kapelletjes te voorschijn. Sommigen waren dringend aan vernieuwing toe, andere schenen recent te zijn heropgebouwd. Altijd leuk deze kleine bouwwerken van nabij even te bekijken en vooral te zien hoe rijk Vlaanderen wel is aan deze kleine religieuze pareltjes. Ook vandaag, vooral bij de aanvang van de tocht en gedurende de eerste kilometers, bleek vaak dat de wegen te smal zijn om op een vlotte manier een dergelijke massa te verwerken.

Sommigen zoeken dan ook hun toevlucht in de bermen om nog sneller vooruit te komen dan anders het geval is. De aanwezigheid van kranige oudere wandelaars, naast het verschijnen van heel jeugdige deelnemers, levert soms wat wrevel op bij de echte diehards, die zichzelf soms een hoog tempo opleggen. Soms wordt dat niet door iedereen gesmaakt onderweg en af en toe met reden. Luidde immers het motto niet samen? Wat meer verdraagzaamheid onderweg zou af en toe een positieve inbreng zijn in deze sport. Iedereen heeft immers het recht om deel te nemen en vooral aan een eigen tempo. Het is toch geen wedstrijd om het snelst aan de aankomst?? Daarvoor bestaan andere tochten. Maar goed, eenmaal op weg werden we al heel vlug beloond, waarschijnlijk omwille van het vroeg opstaan, met een lekkere vanillewafel onderweg. De kans om even halt te houden en in het zonnetje te genieten van een lekker tussendoortje. Onderwijl af en toe bekenden te zien voorbij wandelen.

Tussen de hoppevelden door volgden we de smalle betonbaantjes tot waar de deelnemers aan de 16 en 24 km zich afscheidden. De rest trok verder in de richting van een stukje bos in de omgeving. De veldwegen erheen lieten toe gemakkelijk te wandelen en vooral te genieten van de weidse omgeving. Eenmaal het bos achter de rug, trokken we richting Proven. Even later konden we van ver reeds de kerktoren van deze gemeente aanschouwen, maar konden het toch even niet nalaten op weg erheen te genieten van enkele overheerlijke braambessen, zomaar binnen handbereik. Toen we later de dorpskern van Proven hadden bereikt, dienden we met bijzondere aandacht de omgeving van de kerk te bekijken, aangezien daar immers alweer een antwoord was te vinden op een volgende vraag. We verlieten al even vlug Proven en zetten koers naar de volgende stop op onze weg, Haringe. Onderweg kwamen we langsheen het monument ter ere van Karel de Blauwer. Een bord met het verzoek om stilte, gaf ons even later te kennen dat we een militaire begraafplaats naderden.

Inderdaad, het Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery, deed ons even van het parcours afwijken om deze plaats met een bezoekje te vereren. Zo konden we zien dat deze begraafplaats ook graven bevatte van enkele slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en dat er zich zelfs graven bevinden van Duitse krijgsgevangenen. Wie dergelijke plaatsen even bezoekt ervaart meteen de stilte die er tastbaar aanwezig is en staat al heel vlug versteld over de jeugdige leeftijd van de aldaar begraven slachtoffers. Na dit oponthoud zetten we ons terug in gang, om even verder het oranje bordje van de 15 km voorbij te komen. Langs enkele kleine en smalle landwegen, tussen graangewassen en vooral maïsvelden, ging de wandeling in de richting van het gekende Watou. Toen we een gevaarlijk kruispunt naderden, konden we opnieuw vertrouwen op de alom tegenwoordige MP’s die zorgden voor de veiligheid van de deelnemers. Aldaar dienden we rechts te houden en konden we op deze gevaarlijke weg (Haringe – Watou), enige beschutting vinden achter enkele nadarhekken en signalisatielinten.

De weg leek eindeloos lang en bovendien blies de wind hier in het nadeel. Het werd dus een lange tocht richting kunstdorp Watou. De spitse kerktoren kwam gestaag naderbij en even later konden we het dorp intrekken via de Kleine markt. Hier namen we vooreerst even een rustpauze in een kleine taverne en konden er op het terras even genieten van wat zomerse warmte. Ondertussen konden we het beeld bewonderen van de Brouwer. Aan de overkant van het plein troffen we de Communicatiepaal aan, een metselwerkje waar in ontelbare talen het woord mens kon worden gelezen. Onderweg troffen we tal van overvolle vuilnisbakken aan, hetgeen wat werk zal meebrengen voor de plaatselijke organisatie. Even later slenterden we langsheen de kerk van Watou en kwamen terecht op het Watouplein, dat barst van de horecazaken. Op het plein hadden we even aandacht voor enkele kunstwerken en enkele stukjes poëzie, vermits ook hier het antwoord lag verscholen op een van de prijsvragen van de dag.

Nadien vervolgden we onze weg, om stilaan Watou te verlaten. Op het trottoir troffen we een toepasselijk vers aan, aangezien het ging over maatjes, want dat zijn we toch nietwaar? Bij het verlaten van Watou volgde een iets bredere weg, waarna het even verder linksaf ging, in de richting van het vooral hoger gelegen Hellebos. Het begon met een stukje vals plat, waarna we voelden aan de beentjes dat het toch wel de hoogte inging. Een tussenstop in het volkscafé De Helleketel bezorgde ons nog een beetje suiker voor de komende klim. Aan leute geen gebrek aldaar trouwens. We begonnen vol goede moed aan de klim, richting hoger gelegen bos. De zon scheen er nog alles te willen aan doen, de klim nog wat zwaarder te maken, maar uiteindelijk restte ons niets anders dan te volharden en verder te stappen. Onderweg kwamen we langs het bekende ’t Sparhof, waar sommigen nog wat extra energie dachten te vinden. Moe, maar enigszins voldaan, konden we wat later wandelen doorheen het Helleketelbos en vooral wat genieten van de schaduwrijke omgeving.

Wat de hoogte ingaat, gaat uiteindelijk ook omlaag. Na een stukje doortocht door het bos, begon een geleidelijke afdaling in rechte lijn naar Poperinge, einde van deze tweede etappe. Maar vooraleer het zover was, werden we door Campina-medewerkers nog voorzien van een extra bekertje energie in de vorm van een kiwi-yoghurtdrank. Fris en vooral erg lekker. Nadien konden we de geleidelijke afdaling aanvangen naar Poperinge. Een weg die we kenden van vorig jaar, we wisten dus dat het niet meer zover kon zijn, dus dat gaf toch wel wat extra moed voor de laatste kilometers. Ondertussen waren we immers de grens van de 25 km voorbij gekomen. Toen we even later opnieuw langs enkele hoppevelden kwamen, hadden we ondertussen al duidelijk zicht op de kerktoren, een toren die maar traag naderde!

Toen het bordje van de 30 km in zicht kwam, kreeg maatje vleugels en kon niet nalaten een zucht te laten horen. Via de bebouwde kom ging het uiteindelijk naar de eindmeet. Een lange busverplaatsing later, bereikten we vermoeid het kamp in Nieuwpoort, met nog net voldoende energie om te douchen, een avondmaal te nuttigen en na een verkwikkende Hoegaerden rosé het bed op te zoeken. Vaak hebben we het gezegd, we zijn halverwege, nu mogen we niet meer afhaken. Het ergste moest evenwel nog komen en dat zullen velen geweten hebben. Niettemin, sommigen hoorden in het kamp zelfs het licht niet uitgaan, reeds verwijlend in dromenland… Tot in Diksmuide dan maar!”

Afsluiten doen we zoals gewoonlijk, met een blik in de wandelboekjes, alhoewel ook ditmaal slechts melding werd gemaakt van de startplaats, omwille van de aanwezigheid van enorme stickers. ‘K: Poperinge. J: 2de Dag – Poperinge.’

186: Oostduinkerke, Woensdag 18 augustus 2010, 31,8 km. (3713,948 km.)



De eerste dagetappe van de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Woensdag – Mercredi 18/8/2010 – 8670 Oostduinkerke (West-Vl), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Parking Sint-Niklaaskerk. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Aangezien we tijdens de Vierdaagse verbleven in het kamp van Nieuwpoort, werd het verslag van deze eerste wandeldag geschreven op zondag, 22 augustus 2010, omstreeks 16:56 uur.

“Ook dit jaar namen we opnieuw deel aan de Vierdaagse van de IJzer een organisatie van Defensie, welke dit jaar voor de 38ste keer plaats vond. Afgelopen dinsdag reisden we dan ook af naar onze kampplaats te Nieuwpoort, om er de volgende dagen deel te nemen aan de mini uitgave van deze Vierdaagse, met name vier wandeldagen van 16 km. In het kamp van Nieuwpoort troffen we enkele bekenden van vorige edities, hetgeen uiteindelijk resulteerde, dat we zouden deelnemen aan de lange afstand, met name 4 x 32 km. We hadden alvast de intentie om het te proberen, zo niet konden we achteraf nog altijd overschakelen naar de kleinere afstand. Dus  dienden we nog diezelfde namiddag met de kusttram naar het secretariaat te Oostduinkerke te rijden, teneinde alles te regelen en aan te passen, met het oog op de eerste wandeldag van woensdag 18 augustus.

Op woensdagochtend vertrokken we dan ook vol goede moed naar de startplaats te Oostduinkerke, voor de aanvang van de eerste etappe, over een afstand van 31,800 km. Volgens de informatiebrochure die we voordien hadden ontvangen, ging het Langs een mijmerend heropbloeiende IJzermonding en de stilte van de met bloed doordrenkte polders… Toen wij aldaar aankwamen omstreeks kwart voor negen, was het grootste gedeelte van de wandelaars reeds op weg. Op die manier hadden we een rustige start van op  het St. Niklaasplein, dat we reeds kenden als vast vertrekpunt de eerste dag. Het ging de drukke weg over en de Piet Verhaertstraat in. Bij het beschrijven van onze IJzeretappes tijdens vorige uitgaven, hadden we onderweg pen en papier bij de hand, teneinde de talrijke wandel- en fietsroutes onderweg te kunnen vermelden. Dit jaar wilden we in de eerste plaats genieten van de tochten op zich en vooral van de sfeer in zijn geheel. We onthouden jullie de komende vier dagen dan ook de in groten getale opgemerkte routes onderweg. We hechten er dit jaar aan, de wandelingen eens op een andere manier te beschrijven.

Via enkele woonstraten, met vooral veel toeschouwers aan de kant van de weg, trokken we in de richting van het verder gelegen Hannecartbos. Duizenden wandelaars trokken op die manier over de gehele breedte van de weg in de richting van dit prachtig natuurgebied, dat vandaag de dag fungeert als waterwinningsgebied. Een bonte mengeling van burgers en militairen trok doorheen dit unieke stukje natuur, via mooie aangelegde wandel- en fietspaden. Het bos geurde fris zo vroeg op de dag en het gras voelde nog nat aan. Eenmaal het bos achter de rug, volgden opnieuw enkele woonstraten die de wandelaars brachten tot aan het vakantiepark Sunparks. Hier scheidden zich de deelnemers van de 8 km af, om voor het eerst in het bestaan van deze Vierdaagse, verder een eigen programma te volgen. Het gros van de wandelaars werd verder geleid, af en toe met een beetje hulp van de MP’s, tot aan het vakantiecentrum Ter Duinen. Ter gelegenheid van de 25ste verjaardag, zorgde de directie voor een presentje in de vorm van een stukje fruit.

Tal van vakantiegasten: de chronisch zieken, gehandicapten en bejaarden, die hier kunnen genieten van een unieke vakantie, heetten de wandelaars welkom. Zo werd het hier even aanschuiven aan de sanitaire voorzieningen. Na een babbel met enkele clubgenoten, trokken we alweer op weg, om even verder de 5 km borden voorbij te wandelen. Na het dwarsen van de gevaarlijke Albert I laan, bereikten we korte tijd later de havengeul van Nieuwpoort. Deze plek kenden we reeds van vroeger, waar we toch nog konden genieten van het uitzicht over de IJzermonding en het erachter gelegen Kwartier Lombardsijde. Onze verzameling foto’s van vuurtorens konden we aldaar nog even verder uitbreiden. We volgden vervolgens rechts de Robert Orbanpromenade, waar we af en toe nog even de vuurtoren konden bekijken, maar tevens zien hoe tal van kunstwerken zich bevonden boven de waterspiegel, het ene al wat aantrekkelijker dan het andere. Maar ja, voor elk wat wils zo te zien. De poolreiziger Dixie Dansercoer, werd even verderop bedacht met een kunstwerk, dat hoog boven de promenade uitsteekt.

Op het einde van de promenade gaf een bruggetje verbinding naar de verder gelegen vismijn van Nieuwpoort. Hier kon men reeds van op geruime afstand de geur van verse garnaalsoep opsnuiven. Aangezien echter dit brouwsel niet dadelijk onze voorkeur geniet, vervolgden wij onze weg. Even voorbij de soepbevoorrading, scheidden zich de deelnemers verder van elkaar af. De afstanden 16 en 32 km, gingen via een loopbrug onder de Langebrug door om deze vervolgens over te steken. De deelnemers aan de 24 km staken onmiddellijk de brug over aan de linkerzijde en trokken verder richting Kwartier Lombardsijde. Wijzelf arriveerden even later ter hoogte van het monument ter ere van koning Albert I, net op tijd om daar een demonstratie bij te wonen van het drillpeleton. Na dit schouwspel ging het verder via het sluizencomplex, waar niet minder dan zes waterwegen, uiteindelijk de Noordzee bereiken. Enkele monumenten bezijden de weg konden worden bekeken, we hadden hier vooral oog voor het monument ter ere van de franse 81ste territoriale infanteriedivisie.

Een eindje verder volgden we samen met de andere deelnemers aan de 32 km een eigen traject voor het grootste gedeelte van de rest van de dag. We sloegen bijgevolg linksaf en volgden de loop van de IJzer. Via een ernaast gelegen landelijke weg, ging het vooreerst in de richting van het spaarbekken en nadien volgde een kleine doortocht doorheen camping Kompas. Ondertussen hadden we de grens van de 10 km overschreden en verlieten we de camping via de hoofduitgang. Na het aanvullen van onze watervoorraad bereikten we korte tijd later de kerk van St. Joris. Hier namen we even de tijd om het gebouw van naderbij te bekijken, doch moesten jammerlijk vaststellen dat de eigenlijke kerk was gesloten. Dan maar terug op weg, opnieuw naar de oever van de IJzer om deze verder te volgen. Wandelend langsheen deze stille waterloop, gingen we vervolgens enkele bruggen onderdoor, waar we tevens oog hadden voor enkele monumenten onderweg. Ter hoogte van de Uniebrug troffen we het monument aan ter ere van  het 7de Linieregiment.

Wat verderop bereikten we het 15 km punt en even later de stand van Campina. Hier konden we even genieten van de frisse en vooral lekkere drinkyoghurt, die we elke dag opnieuw langsheen het parcours kregen aangeboden. Een welkome verfrissing, vooral omwille van het zonnige en warme wandelweer. Na de melk werd de tocht voortgezet en bereikten we de Schoorbakkebrug om vervolgens richting Booitshoeke te trekken. Ondertussen voelden we stilaan ons wandelshirt nat worden en slonken de watervoorraden snel. Gelukkig werd het parcours voldoende voorzien van waterpunten om een en ander te verhelpen. Even later kwam de brug in zicht over de autosnelweg en diende even een kleine hindernis te worden genomen. Bovenop de brug zagen we in de verte reeds het volgende doel, met name de kerk van Wulpen. Even voordien had ons wandelmaatje een eerste keer behoefte aan wat medische verzorging, aangezien een klein wondje aan de teen, terug voor problemen zorgde. Met wat vakkundige hulp en wat tape konden we algauw terug op weg.

Toen we even later Wulpen binnentrokken, troffen we een dorp in feeststemming aan. Vooral Cyriel De Visser met zijn orgel trok de aandacht en bij sommigen zat de stemming er al goed in. We wandelden echter een stukje verder tot aan het kanaal Nieuwpoort – Duinkerke, alwaar we ter hoogte van het kleine bruggetje even op een terrasje gingen verpozen. Een koele verfrissing smaakte heerlijk. Nadien volgde de oversteek van het bruggetje, waarna we over korte afstand het kanaal volgden, om even verder linksaf te slaan, stilaan richting Oostduinkerke. De grens van de 30 km werd even later bereikt en nu was het langzaam aan richting aankomst. Ter hoogte van het kerkhof werden we nog voorzien van een koekje van Destrooper en een blikje frisdrank. Zo konden we al knabbelend en drinkend verder doorheen de woonstraten van Oostduinkerke. Uiteindelijk bereikten we de binnenplaats van het reeds gekende Visserijmuseum en aldus de eindstreep van deze eerste etappe.

De eerste dag was al bij al vlot verlopen, met nog een drietal te gaan konden we met nog wat goede moed terug naar onze kampplaats. Onze volgende afspraak met de oranje borden zou van start gaan in Poperinge, maar dat verhaal volgt even later… Onderweg hadden we natuurlijk ook oog voor de prijsvragen van Wandel en Kijk, een wedstrijd verbonden aan deze Vierdaagse.”

Afronden doen we stilaan met een blik in de wandelboekjes, alhoewel daarin niet veel werd neergeschreven omwille van de aanwezigheid van grote stickers. ‘K: Oostduinkerke. J: 1ste Dag Oostduinkerke.’

185: Dourbes, Zaterdag 07 augustus 2010, 20,4 km. (3682,148 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 7/8/2010 – 5670 Dourbes (Namur), Marche des Hautes Roches, 4-6-10-13-20-30-42 km. Marcheurs des Hautes Roches – Dourbes. Départ: Salle Dothorpa. Parcours tres boisés et vallonés avec de nombreux points de vue. Village classé dans les plus beaux de Belgique. Vallée du Viroin.’ Na afloop van deze enigszins vermoeiende wandeltocht, schreven we nog dezelfde avond laat het relaas met betrekking tot onze belevenissen onderweg, omstreeks 21:12 uur.

“Dit weekend werd door de Marcheurs de Hautes-Roches uit Dourbes (Viroinval), gelegen in de provincie Namur, een tweedaagse wandeltocht georganiseerd onder de toepasselijke naam Marche des Hautes Roches. Wij namen vandaag deel aan deze unieke wandeling, gesitueerd in een prachtig natuurlijk decor. Plaats van afspraak deze ochtend was gelegen in de Salle Dothorpa op de Place Communale te Dourbes-sur-Viroin. Met enige moeite vonden we na een lange autorit toch een plaatsje op wandelafstand van de startzaal. Even later konden we even proeven van de lokale koffie, alvorens de omgeving te gaan verkennen. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6, 10, 13, 20, 30 of 42 km. Aangezien wij slechts om half tien Dourbes hadden bereikt, namen we deel aan de 20 km wandeling, met een exacte lengte volgens de inrichters van 20,4 km.

Bij het verlaten van de startlocatie, was men reeds doende met het aanmaken van het vuur voor de barbecue. Met de geur van houtskool in de neus, sloegen wij linksaf, in de richting van het kruispunt midden het kleine dorp. Aldaar ging het linksaf, terwijl de deelnemers aan de 4 km aldaar rechtdoor de rest van het deelnemersveld verlieten. Wij wandelden via een lichte helling de dorpskom uit en kwamen langs het plaatsnaambord Dourbes, alwaar een levensgrote kruiwagen was geplaatst voorzien van bloemen. Wij hebben een poging ondernomen het vehikel enigszins te verplaatsen, doch hebben het bij een poging gelaten. We vervolgden onze weg tot aan een kapel, alwaar we rechts afsloegen, hierbij de richting volgend van de Montagne-aux-Buis. Gestaag klimmend ging het via een smalle asfaltweg verder, tot we een links gelegen grindpad bereikten. Daar vervolgden de 6 km-wandelaars de openbare weg, terwijl de rest het links gelegen pad opging. Op die manier bereikten we even verderop het Réserve naturelle Ardenne & Gaume de la Montagne-aux-Buis.

Een brede veldweg leidde ons doorheen dit prachtige natuurgebied, alwaar we reeds links en rechts konden genieten van de ons omringende bossen. Het 10 km traject ging iets verder links het bos reeds in, terwijl de anderen rechtdoor het brede pad volgden. Af en toe werd de ondergrond iets zanderig, voorzien van de typische steenslag zoals we die in de Ardennen kennen. Het gestage klimmen ging nog steeds door, tot we hogerop een haakse bocht naar links dienden te maken en het pad geleidelijk daalde. Zo bereikten we even verder de rand van het bosgebied en kregen we een uniek zicht over de vallei en enkele rotspartijen in de verte. Zo kregen we ook al een idee op welke hoogte we ons hier reeds bevonden. We konden even genieten van dit prachtig zicht, waarna we begonnen aan een stukje daal- en klimwerk op de flank van deze helling. Op deze helling ging het uiteindelijk terug bergop, in de richting van het hoger gelegen bos.

Eenmaal het bos bereikt, volgden we een breed pad dat zich doorheen het bosgebied slingerde. Een links gelegen grindpad diende even later te worden bewandeld tot we een splitsing bereikten, alwaar de 13, 20 en 30 km het linkse pad volgden en de 42 km het rechtse pad. Hier begonnen we aan een langzame afdaling doorheen het donkere bosgebied. Af en toe was het pad iets overgroeid en hadden we het gevoel een kleine tunnel te volgen. Langzaam bereikten we even later stilaan terug het dal, tot we plotseling haaks naar links dienden af te slaan en in tegenovergestelde richting wandelden. Heel even ging het nog gestaag de hoogte in, tot we korte tijd later een rechts gelegen asfaltwegje bereikten en meteen de open weilanden konden zien. Hier bemerkten we diverse kampplaatsen van enkele jeugdbewegingen. Tussen deze kampen door wandelden we verder tot aan het kleine station van Nismes (Viroinval). Toen we even achterom keken, zagen we in de verte de hoge rotsen waar we even voorheen een korte passage hadden gemaakt.

Nu zagen we enkele medewandelaars bezig aan hun klimpartij. Ter hoogte van de spoorlijn waren we ondertussen 6,6 km ver en werden aldaar voorzien van gratis waterbedeling. Even de gelegenheid voor een korte pauze. Nadien trokken we terug op weg, ditmaal slechts voor een stukje wandeling van 1,6 km. We volgden de openbare weg doorheen Nismes, in de richting van een waterloop, de Eau Noire. Via een brugje over deze beek, bereikten we een soort park, waar enkele chalets waren gebouwd. Even later bemerkten we links van de weg een houtverwerkingsbedrijf en om de hoek zagen we een asfaltwegje dat ons even later naar adem zou laten happen. Hier diende stevig te worden geklommen en onze wandelsnelheid zakte hier fel. Rechts van de weg stonden enkele steile rotsen en met de aanwezigheid van de zon, kregen we het heel even warm. Gelukkig, toen we boven waren geraakt, bereikten we een open plek ter hoogte van het bos en hier kregen we de eerste ware controle Chez Raoul.

Een caravan, voorzien van een tentje liet de wandelaars toe even de rusten. We namen de gelegenheid te baat een hapje te eten en een drankje te nuttigen. De braambessen even verderop, waren reeds meer dan eetbaar, we lieten ze ons dan ook smaken. We hadden nu 8,2 km afgelegd en waren toch wel onder de indruk van de omgeving. Het zou echter nog maar het begin zijn van een prachtige wandeltocht. We bevonden ons nu immers in de Réserves naturelles domaniales du Viroin - Les Abannets.  Na de eerste stempel op de controlekaart, waren we klaar voor het volgende gedeelte van de wandeltocht. Voorzien van veel zonneschijn, verlieten we de controlepost om een brede veldweg te volgen, die ons geleidelijk liet afdalen naar het bos ietsje verderop. Eenmaal het bos bereikt konden we wat steviger dalen en even later konden we een keuze maken uit twee trajecten: naar links een gemakkelijk traject voor 10 en 13 km, naar rechts een moeilijk traject voor de rest van de wandelaars. We sloegen rechtsaf en kregen meteen de blauwgele stickers in het oog, een aanduiding voor een pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.

We konden dus even het parcours een stukje voorverkennen, met het oog op onze latere grote plannen. Vandaag hielden we het nog bij dit kleine stukje Camino. Het bospad dat we volgden liet ons korte tijd later stevig afdalen en het moet gezegd, het wandelde vlot naar beneden. Een heel steil stukje afdaling geschiedde van boom tot boom, waarna we enkele trappen kregen te verwerken op onze weg. We dwarsten wat later een kleine spoorlijn, met links in de verte een kleine tunnel, om aan de overkant van de spoorlijn opnieuw een serie trappen aan te treffen. Beneden gekomen volgden we geruime tijd over een smal paadje, de loop van de ernaast kabbelende beek. Het water stond amper 10 cm hoog, doch dit gaf toch aanleiding tot het maken van enkele foto’s. Het paadje leidde verder langsheen enkele steile rotsen en kronkelde tussen de enorme bomen. Het pad bereikte wat verderop enkele weilanden en daar kregen we zicht op de ruïne, hoop boven de rotsen.

We staken het brugje over de Viroin over en herkenden de kampplaats uit onze vroegere KSA-tijd. Hier beleefden we ooit onbezonnen jeugdjaren, een raar gevoel er later plotseling te moeten aan terugdenken. Ter hoogte van het brugje sloegen de deelnemers aan de 10 en 13 km linksaf, de rest nam de andere richting. We volgden nu het brede pad langsheen de Viroin en zaten meteen op het traject van de GR12. Luttele meters verder bereikten we na 11,4 km een andere controlepost Chez Michel, alweer een tentje stond opgesteld bezijden het pad. Hier konden we even verpozen en kijken naar de prachtige omgeving. We konden nog lang blijven hangen op de controle, doch uiteindelijk dienden we onze weg te vervolgen. Na de controle kregen we de steilste beklimming van de dag te verwerken. Een breed pad, bestaande uit een rotsige ondergrond en met losliggend gesteente, leek eindeloos de hoogte in te gaan. Hier dienden we opnieuw het gaspedaal los te laten en af en toe even halt te houden om naar lucht te happen.

Dit was werkelijk berenwerk, de Camino tekens bezijden het pad ten spijt. We kregen in ieder geval een voorsmaakje van het echte werk later. Eenmaal de hoogte overwonnen, bereikten we een baken, genoemd Croix Sauvage. We bereikten nadien een open plek in het bos en kregen zicht op nieuw aangeplante bomen. In de verte konden we tal van heuvelruggen onderscheiden. Een stukje vals plat doorheen het bos, deed ons uitkomen op een smal betonbaantje. Hier konden we even op adem komen door een klein stukje te dalen, tot aan een verder gelegen grindpad links. We keerden hier linksom en wandelden in tegenovergestelde richting verder. Rechts konden we de grazende koeien bekijken en in de verte kwamen alweer rotsen te voorschijn. Een volgend baken op onze weg Roche Madoux, kon even later worden opgemerkt. We bevonden ons nu op exact 200 m boven de zeespiegel.

We volgden het pad verder om even later een kleine weg te dwarsen en aan de overzijde opnieuw het bos op te zoeken. Ditmaal bevonden we ons in de Réserves naturelles du Viroin - Le Transoi. Een smalle wegel leidde ons langsheen een omheining waarachter enkele schapen rustig aan het grazen waren. Rechts van ons konden we in de verte beneden een begraafplaats bemerken met een wel erg typische grafkelder in het centrum. Enkele torenspitsen van een verder gelegen dorpje trokken even de aandacht. Het smalle paadje verder volgend langsheen de rand van het bos, bereikten we nadien de binnenplaats van Le Relais. Hier hadden we na 15,6 km een laatste tussentijdse controle en restte ons nadien nog één stukje traject tot de eindmeet. Op het terras konden we nog een laatste maal genieten van een hapje en een drankje, alvorens terug op pad te gaan. Na het verlaten van Le Relais, volgden we de openbare weg. Om de hoek troffen we een monument aan van een gesneuvelde uit de Tweede Wereldoorlog.

Voorbij het monument sloegen we linksaf en volgden een smalle asfaltweg, welke ons opnieuw gestaag aan hoogte liet winnen. We wandelden nu langsheen velden en weilanden in de richting van het centrum van Dourbes. Een splitsing wat verderop, liet de langste afstanden nog even rechts het bos ingaan. Wij vervolgden onze weg via de openbare weg en het zou over geruime afstand zo blijven. Toen we het hoogte punt hadden bereikt, staken we een dwarsgelegen weg over en begonnen aan de laatste afdaling van de dag. Een smalle asfaltweg liet ons geleidelijk afdalen. Heel even nog kregen we een links gelegen bospad te verwerken, maar uiteindelijk bereikten we nadien de lager gelegen vallei. Achter ons kregen we plotseling zich op de ruïne welke zich hogerop bevond. Jammer genoeg hadden we die niet van dichtbij kunnen zien.

We volgden nadien nog een stukje aardeweg om uit te komen ter hoogte van het plaatselijke kerkje en een Mariagrot. De laatste foto’s van de dag werden genomen en zo bereikten we de kleine dorpskom van Dourbes. Twee straten verder bereikten we na 20,4 km de eindstreep. Een zucht van opluchting was meteen duidelijk hoorbaar. Na de eindcontrole en nog een drankje, begonnen we aan de lange rit huiswaarts. Tijdens de wandeling hadden we het gelukkig droog kunnen houden, onderweg kondigden zich tal van buien aan en zo zou het blijven tot we onze thuishaven hadden bereikt. Meteen het einde van een prachtige dag in de Ardennen…”

We sluiten dit wandelhoofdstuk voor vandaag stilaan af, met een blik in de wandelboekjes, waarin ook toen, kort na afloop van de tocht, enkele indrukken werden neergeschreven. ‘K: Eén van de betere wandelingen. Mooi op en af, felle kuitenbijters. Bos, natuur en de ruïne. Top! J: Mooie tocht vanuit Dourbes. Doorheen tal van bossen en natuurgebieden. Langs oude kampplaats!!’

184: Grand-Leez, Zondag 01 augustus 2010, 20,79 km. (3661,748 km.)



Een wandeltocht welke van start zou gaan in Mazy, doch uiteindelijk om de één of andere reden werd verplaatst naar Grand-Leez. Voorheen werd deze georganiseerde tocht in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 1/8/2010 – 5032 Mazy (Namur), Marche du Président, 6-12-21 km. Les Spartiates de Gembloux. Départ: Salle Le Ranil.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verhaal, inzake de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 20:09 uur.

“Vandaag trokken we nogmaals richting Wallonië, ditmaal naar Mazy in de provincie Namen. Volgens het Marching-boek zou daar een wandeling doorgaan georganiseerd door Les Spartiates de Gembloux, onder de titel Marche du Président. Toen we echter deze ochtend aankwamen in Mazy, konden we nergens een spoor aantreffen dat kon leiden naar de startzaal. Geen marspijlen en evenmin wandelaars. Na wat heen en weer rijden kwamen we langs een plaatselijke voetbalkantine, waar we van in het voertuig konden zien dat er een bericht was opgehangen aan de ramen van het gebouw. Bij nader inzien bleek de startplaats te zijn verplaatst naar de Salle Chez Nous in het verder gelegen Grand-Leez. Er zat dus niets anders op dan de gps bij te stellen en nog even verder te rijden. Uiteindelijk bereikten we iets later dan gepland Grand-Leez (Gembloux) en konden we in dit kleine oord op zoek naar een parkeerplaats. Gelukkig vonden we nog een plaatsje op wandelafstand van de startzaal, die we even later bereikten.

Na de inschrijving en een hapje vooraf, konden we even later op weg. Er kon ter plaatse worden gekozen uit de afstanden 6, 12 of 21 km. Wij kozen voor de langste afstand met een werkelijke lengte volgens de inrichters van 20,790 km. Even later verlieten we de Salle Chez Nous en trokken langs de hoofdbaan in de richting van de plaatselijke kerk. We volgden hierbij een lokale route, zijnde de Route fermes et tumuli de Hesbaye, welke ons tot aan het kerkplein leidde. Aldaar hadden we even oog voor een monument ter ere van de gesneuvelden, waarna we onze weg vervolgden via een kerkwegel naast de kerk. Het smalle pad, begrensd door een hoge muur, liet toe dat de braambessen binnen handbereik hingen. Jammer genoeg waren die nog niet echt rijp voor consumptie. De kerkwegel mondde vervolgens uit op een bredere veldweg, waar we tussen de rijpende graangewassen onze weg dienden te zoeken. In de verte konden we de Moulin Defrenne waarnemen. De hoop dat het parcours die richting zou uitgaan, hield niet lang stand. Even verder bereikten we een asfaltweg, welke we links volgden.

We wandelden op die manier een eindje door een lokale woonzone. Een eerste bezienswaardigheid volgde korte tijd later, toen we een grote visvijver bereikten. De zonnende ganzen werden opgeschrikt door enkele honden en haastten zich het water in. We volgden het wandelpaadje omheen de vijver en konden wat verderop zien hoe een enorme vis op het droge werd gehaald. Even later werd het beestje terug in het water gelaten. Het paadje omheen de vijver mondde terug uit op de openbare weg. Korte tijd nadien bereikten we na 2,820 km een eerste controlepunt ter hoogte van het Stade J. Josis, van het plaatselijke FC Grand-Leez. We haalden hier enkel een controlestempel en vervolgden onze weg, aangezien de volgende controle zich al situeerde na een viertal kilometer. We verlieten de kantine en sloegen rechtsaf, om bijna onmiddellijk links het Bois de Grand-Leez in te gaan. Een bospad bracht ons verder in het bos, alwaar we de aanduidingen aantroffen dat we de Promenade n° 3 volgden. Het paadje ging wat op en neer, zigzagde enigszins door het bosgebied, dat we al vrij vlug opnieuw verlieten om een grasland over te steken. Het ging nog even kort het bos in, waarna we uitkwamen ter hoogte van een driesprong op de openbare weg.

Hier troffen we een eerste maal een splitsing aan op het parcours. De wandelaars van de 12 km gingen hier bij een eerste doortocht naar rechts. Rechtdoor ging het voor de 21 km bij een eerste passage en naar links voor de 6 km en de andere afstanden bij een tweede doortocht. We staken dus de weg over en vervolgden rechtdoor langs enkele huizen. Al vrij vlug lieten we de woningen achter ons en volgden een landelijk betonbaantje tussen de graangewassen. Zo wandelden we vrijwel alleen. Toen we het hoogte punt van het wegje bereikten, konden we de windturbines in de verte waarnemen. We konden er genieten van de kleurschakeringen in de velden en hadden oog voor de prachtige bloemen welke zich tussen de gewassen bevonden. Wat verderop bereikten we het einde van de weg en mondde de baan uit in het veld. Hier wandelden we verder tussen de gewassen door op een smalle wegel. Aan het andere eind van het veld bereikten we een veldweg, bestaande uit gras en hier dienden we linksaf te gaan. Geruime tijd volgden we hier een begroeid pad dat kronkelde en het verloop volgde van de ernaast staande bomen.

Wat later bereikten we een grindpad, alwaar we naar rechts dienden te gaan. Het pad leidde ons naar een openbare weg. Deze nogal druk bereden baan, bracht ons tot aan een volgende controlepost, gesitueerd op de binnenkoer van een hoeve, niet ver van het voormalige station van Grand-Leez. Ondertussen hadden we 6,8 km afgelegd. Tijdens de onderbreking konden we zien dat vervolgens een plaatselijke lus diende te worden gewandeld, waarna we op hetzelfde punt zouden terugkeren. Even later kwamen we terug op gang en verlieten de hoeve naar rechts, in de richting van het Bois de Buis. We volgden vooreerst het traject van de langeafstandsfietsroute RV10, om wat later een tweede splitsing aan te treffen. Hier dienden we bij een eerste doortocht rechtdoor aan te houden, later zouden we hier bij een tweede passage rechtsaf dienen te gaan. We troffen nu ook bezijden de weg de eerste markeringen aan van de Streek-GR GRP127, waarna de weg het bos bereikte. In plaats van de openbare weg verder te volgen, sloegen we rechts een bospad in. Hier volgden we de tractorsporen verder het bos in.

Het werd wat donkerder omwille van het dichte bladerdek. Enkele voederplaatsen konden we langs het pad aantreffen. We volgden enkele bospaden die ons uiteindelijk aan de rand van het bos deden uitkomen. We volgden de bosrand naar links en konden opnieuw de windturbines in de verte waarnemen. Ook hier waren we onder de indruk van het glooiende terrein en de talrijke kleurschakeringen die de velden ons lieten zien. De bosrand werd gevolgd tot we een drukke weg bereikten. Via een droogstaande sloot bereikten we de weg. De drukke baan werd gedwarst, waarna we aan de overzijde opnieuw het bos ingingen. Hier kondigde zich een lange dreef aan, waar we opnieuw de sporen van de bostrekkers konden volgen. De varens oogden fris groen en we konden genieten van de frisse geuren die het bos vrijgaf. Even later dienden we opnieuw de drukke weg te dwarsen, waarna we een kasseienwegje volgden, richting hoeve, even voordien onze controlepost.

We konden opnieuw het traject van de RV10 volgden tot voorbij het oude stationsgebouw, om na 11,280 km opnieuw even halt te houden. Tijdens deze onderbreking hadden we met een medewandelaar een leuke babbel met als onderwerp Santiago de Compostela. Onze oren stonden uiteraard wijd open. Even later vervolgden we opnieuw onze wandeling, langsheen het verloop van de RV10, om ter hoogte van de splitsing, ditmaal een landelijke weg rechts te kiezen. Deze eindeloos uitziende landelijke weg, bevatte enige hoogteverschillen en was links en rechts begrensd door akkers. Ook ditmaal overheersten de graangewassen en bepaalden het beeld van de omgeving. Enkele eenzame medewandelaars waren in de verte te bemerken en zo hadden we enig idee inzake het verdere verloop van het parcours. Toen we later een kruispunt bereikten, ging het rechtsaf, in de richting van het Bois de Grand-Leez dat opnieuw naderbij was gekomen. We vonden ook langs de weg informatie inzake de steden waarmee Gembloux was verbroederd.

Even voorbij deze aanduiding ging het opnieuw links het bos in en konden we nogmaals genieten van enkele mooie bospaden en ervaren hoe rustgevend het is door dergelijke groenzones te wandelen. We wisselden het bosgebied af met enkele korte stukjes asfaltweg en kasseizones, waarbij we hier opnieuw hoofdzakelijk het traject volgden van de Promenade n° 3. Even later wandelden we zelfs langs een Piste de Santé, waar we ons niet hebben gewaagd aan de diverse toestellen. Jammer genoeg bereikten we uiteindelijk het einde van het Bois Communale de Grand-Leez, om opnieuw voor de tweede maal het terrein van de plaatselijke voetbalclub te bereiken. Ditmaal was de controle verhuisd naar buiten, aangezien de kantine gesloten was, omwille van een aan de gang zijnde wedstrijd van FC Grand-Leez. We nuttigden dan maar een koffie in open lucht en zaten ondertussen op 17,790 km. Het einde van de wandeling was niet meer veraf. Na de laatste controle volgden we opnieuw hetzelfde traject als voordien, tot we opnieuw de driesprong bereikten ter hoogte van de openbare weg.

We hadden hiervoor nog even een korte passage door het Bois de Grand-Leez. Toen we ter hoogte van de splitsing, ditmaal naar links dienden te gaan, volgden we het verloop van de route van de 6 en 12 km wandelaars. Het parcours leidde ons vooreerst door een gedeelte woonzone, waarna we enkele opmerkelijke kerkwegels kregen te verwerken. Eentje situeerde zich letterlijk tussen de gevels van de huizen, een andere had dringend nood aan wat maaiwerk. Gelukkig konden we toch nog vlot er doorheen komen, waarna we langzaam maar zeker in de richting van de kerk wandelden, een kerk die trouwens reeds in de verte zichtbaar was. Korte tijd nadien bereikten we opnieuw het plein aan de kerk en zagen even verder reeds de Salle Chez Nous, wat betekende dat er voor vandaag een einde kwam aan een dagje genieten van de Ardennen.

We genoten nog even na van een drankje op het terras en konden met een voldaan gevoel terug richting Vlaanderen, gelukkig ditmaal zonder fileleed. Er zijn ons geen cijfers bekend omtrent aantal wandelaars. Ten huize konden we vaststellen dat er melding was gemaakt van de verandering van startplaats op de website van de FFBMP, doch dat er niets was te merken op de site van Marching. We zijn alweer een tip rijker, wanneer we de volgende maal richting Ardennen trekken. Zo leert men elke dag bij. Om de sfeer van het wandelen in de Ardennen echt goed te ervaren, moet je er uiteraard zelf aanwezig zijn. Dat we alweer hebben genoten hoeft hier in feite niet te worden herhaald…”

We sluiten dit wandelverhaal voor vandaag stilaan af met een blik in de vertrouwde wandelboekjes. ‘K: Marching vermeldde campagnard et boisé. Was inderdaad een voltreffer. Veel natuur en goed uitgepijld. Mazy -> Grand-Leez. J: Wandeling door de omgeving van Grand-Leez, met doortocht door het Bois de Grand-Leez en het Bois de Buis. Mooie en zonnige wandeling. Wandeling uit Mazy verplaatst!!’