Een zogeheten Keizerlijke tocht,
voorheen in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi
18/9/2010 – 1421 Ophain-Bois-Seigneur-Isaac (Brabant-W.), Marche de l’Empereur
– 7-10-20-30-40-60 km. Les
Marcheurs du Hain. Départ: Salle Communale. Près du Lion de Waterloo, parcours
campagnards, vallées, bois. A partir de 20 km champ de bataille. In de
nabijheid van de Leeuw van Waterloo, landelijke wegen, valleien, bossen. Vanaf
20 km door het slagveld.’ Na een eindje te hebben gewandeld in de voetsporen
van de Keizer, ging het terug huiswaarts. Aldaar schreven we nog dezelfde avond
het relaas met betrekking tot onze indrukken onderweg, omstreeks 18:37 uur.
“Vandaag gingen we wandelen in de
voetsporen van de Keizer. Niet moeilijk eigenlijk, vermits we deze ochtend
koers zetten naar Ophain-Bois-Seigneur-Isaac, gelegen in Waals-Brabant. Dit
kleine dorpje bevindt zich niet ver van Waterloo, vandaar deze logische
verklaring. De wandelclub Les Marcheurs du Hain, richtten er hun Marche de
l’Empereur in, met start in de Salle de Fêtes Communale te Ophain. In de ruime
startzaal konden we terecht voor een hapje en een drankje, alsook voor de
inschrijvingsformaliteiten. We konden kiezen uit de volgende afstanden: 5, 7,
10, 20, 30, 40 of 60 km. Gelet op de aard van het te volgen parcours, hielden
we het vandaag bij een bescheiden 20 km, met een werkelijke afstand van 19,9
km, om exact te zijn. Onderweg zouden we ons kunnen bevoorraden op een tweetal
controleposten, wat inhield dat het eerste gedeelte van de wandeling ons 8,3 km
ver zou brengen. Na nog even te hebben geproefd van de te koop aangeboden
druiven, trokken we op weg.
Via de Place d’Ophain, ging het
rechtsaf, langsheen de plaatselijke kerk en de opgestelde kermisattracties. Een
zacht lopende afdaling leidde ons op die manier de dorpskom uit. Vervolgens
ging het via een links gelegen kasseiweg in de richting van een stukje bos. Het
voelde ineens wat onwennig aan, aangezien er even diende te worden geklommen,
een indicatie voor wat tijdens de rest van de wandeling nog zou volgen.
Eigenlijk bevonden we ons op het grondgebied van Braine-l’Alleud volgens de
straatnaambordjes. De kasseien maakten plaats voor een verhard pad en zo
bereikten we de brug over de Grote Ring omheen Brussel. Juist over de brug,
vervolgden de wandelaars aan de 5 en 7 km de rijbaan rechtdoor, terwijl de rest
links een boswegel nam. Op die manier bereikten we nadien de open velden via
een bredere onverharde weg. De maïsvelden koesterden zich ondertussen in het
zonlicht en voor ons uit zagen we hoe de weg zich kronkelde tussen de akkers.
Steeds komt het verrassend over,
hoeveel groen zich nog bevindt in de onmiddellijke nabijheid van de hoofdstad.
Eigenlijk is het best aangenaam wandelen doorheen deze groene gordel en tot op
heden werden we nog nooit ontgoocheld door deel te nemen aan een wandeling
aldaar. Na wat heen en weer laveren tussen diverse percelen, volgden we een
smaller pad dat af en toe de rand van het veld bereikte. Het groen overwoekerde
zelfs stukken van dit begaanbaar paadje. Ook hier ging het weer even stevig
omhoog en dat liet zich natuurlijk voelen in de beentjes. Toen we geruime tijd
later de openbare weg bereikten, ging het linksaf in de richting van een drukke
rotonde. Even voordien hadden we afscheid genomen van de 10 km-stappers. Ter
hoogte van deze drukke verkeersader, troffen we ook een eerste aanduiding dat
de Leeuw niet meer veraf kon zijn. Gelukkig konden we deze drukke weg laten
voor wat hij was en een ernaast gelegen veldweg opgaan.
We zagen in de verte de bekende
Butte reeds verschijnen. Even kregen we een stukje parcours te verwerken in
slechte staat, doch hier had de organisatie een handje toegestoken door enkele
balken in het drassige oppervlak te leggen, zodat we toch vrij droog onze weg
konden vervolgen. Even later bereikten we een eerste bezienswaardigheid
onderweg, La Ferme d’ Hougoumont, alwaar destijds hevig werd gevochten en waar
de geallieerden onder Wellington heroïsch weerstand hadden geboden aan de
Franse legers. De boerderij lijkt nog net als toen een onneembaar bastion.
Enkele honderden meters verder kregen we pas goed zicht op de Leeuw van
Waterloo, toen we de Kamweg bereikten, waar destijds de Engelse linies zich
bevonden. Van nabij bekeken een strategisch punt dat de omgeving onder controle
kan houden. Dichter bij de gekende heuvel van Waterloo zouden we vandaag niet
komen, dus dienden we genoegen te nemen met enkele foto’s van op afstand.
We sloegen rechtsaf en volgden
deze zogenaamde Kamweg verder, in de richting van een interessant punt, La
Ferme De La Belle Alliance. Daar vond ooit de historische ontmoeting plaats
tussen de generaals Wellington en Blücher, op die bewuste dag in juni 1815. Na
deze bezienswaardigheid, wandelden we verder langsheen de voormalige
uitkijkpost van Napoleon, om op die manier het grondgebied te bereiken van
Lasne, waar we zelfs wandelden langsheen de Avenue Napoleon. Tal van kleine
monumenten herinneren eraan hoe troepen ten strijde trokken naar het slagveld.
Uiteindelijk volgden we een licht dalende kasseiweg, welke ons deed uitkomen op
het dorpsplein van Plancenoit, alwaar we een eerste controle ondergingen in de
plaatselijke Ecole des Filles. Meteen een ideale gelegenheid om op de
binnenkoer en in open lucht nog even te genieten van de laatste zonnestralen
van de zomer. Na een ruime pauze, vooral om de inwendige mens wat aan te
sterken, trokken we opnieuw op weg.
Hier dienden de wandelaars aan de
langere afstanden vooreerst een andere route te nemen, om na een tweede
controle dezelfde weg te nemen welke wij nu zouden inslaan. Het ging in dalende
lijn verder langsheen de kerk van Plancenoit, om via een drukke weg, de
dorpskom te verlaten. Via de Rue de la Bachée, ging het lichtjes hellend
verder, tot aan een links gelegen kerkwegel. Hier volgden we de Sentier N° 20
De La Neuve Cour. Deze smalle wegel, welke evenwijdig verliep aan de
landerijen, liet ons diverse dwarsgelegen straten oversteken. Zodoende
belandden we een heel eind verder in een woonwijk. Gelukkig bereikten we korte
tijd later een bredere weg en die deed ons verder wandelen naar een landelijke
weg aan de andere kant van het eerstvolgende kruispunt. Hier vonden we de rust
van de natuur terug en konden opnieuw even genieten van het klimwerk langsheen
deze eenzame landelijke wegen. Links openbaarde zich een uitgestrekte
heuvelachtige omgeving, alwaar diverse landbouwtractoren druk in de weer waren.
Ploegen, eggen, ... ook werd op
veel plaatsen de oogst ingehaald: maïs, bieten, aardappelen... drukke tijden
voor de landbouwers zo te zien. Even verderop hield de weg op te bestaan en
kregen we een grindpad voor de voeten. Hier konden we de aanduiding vinden van
de Chemin N° 1 De Nivelles. Ook nu volgden een aantal kleinere heuvels elkaar
op, zodat we eigenlijk moeilijk van een vlakke wandeling kunnen spreken
vandaag. Het voordeel natuurlijk zijn dan de weidse uitzichten die je
verkrijgt, telkens een heuveltop wordt overschreden. Langzaam maar zeker
bevonden we ons opnieuw op het grondgebied van Braine-l’Alleud en bereikten
korte tijd later het station van Lillois. Na opnieuw een afstand van 8,3 km te
hebben gewandeld, bereikten we nadien een tweede controlepost, gesitueerd in
een voormalig kasteeltje. Daar hadden we geluk, ook nog even in open lucht te
kunnen verpozen, doch de bewolking begon stilaan toe te nemen en donkere wolken
verschenen aan de horizon. We besloten dan ook om niet lang te pauzeren, wilden
we zeker zijn om droog de aankomst te bereiken.
Even later begonnen we aan het
laatste stukje wandelparcours, dat vooreerst bestond uit een klimmetje
langsheen een asfaltweg. Boven gekomen, namen we een links gelegen kerkwegel en
zo ruilden we opnieuw de bebouwde kom voor een stukje natuur. Nog een laatste heuvel
diende te worden overschreden en aan de andere kant, bemerkten we een lager
gelegen kapel. Hier konden we even een kijkje nemen binnenin, om nadien de
openbare weg verder te volgen en dit via de Promenade Du Seigneur Isaac. Een
landelijke weg, langsheen tal van bietenheuvels, bracht ons opnieuw tot aan een
brug over de Grote Ring omheen Brussel. Op die manier bereikten we even verder
de bredere weg waarlangs we waren vertrokken. Ditmaal echter wachtte ons een
stevige klim om opnieuw de Place d’Ophain te bereiken. Ruim voldaan wat betreft
deze wandeling, bereikten we toch een beetje vermoeid de startzaal en deden er
ons toch nog even te goed aan een verfrissend drankje.
Of we de Keizer onderweg
daadwerkelijk hebben ontmoet, laten we hier even terzijde... zijn aanwezigheid
hebben we toch af en toe even kunnen aanvoelen... tja fantasie kent vaak geen
grenzen, nietwaar?”
Teneinde stilaan dit
wandelverhaal af te ronden, bekijken we nog even de eerste indrukken, die
werden neergeschreven, kort na afloop van deze ‘Keizerlijke’ wandeltocht. ‘K:
Mooie afwisselende wandeling in de streek van Ophain. Natuur en cultuur. J:
Wandeling vanuit Ophain langsheen de Leeuw van Waterloo, la Ferme d’Hougoumont
en La Belle Alliance. Een mooie tocht langs de groene gordel van de hoofdstad.’