Posts tonen met het label Ardennen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ardennen. Alle posts tonen

zondag 2 juli 2023

548: Herbeumont, Zaterdag 01 augustus 2020, 12,7 km. (10.791,061 km.)


“Het relaas betreffende een wandeling uit de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Herbeumont. Na de verplaatsing vooraf via Cambio, vonden we een parkeerplaats op de Grand’Place zelf. Alvorens de wandeling aan te vangen, namen we nog even de tijd voor een kopje koffie op de hoek met de Rue de la Hulette omstreeks 10:45 uur. Het beloofde in elk geval een vrij zonnige dag te worden. Na de koffie waren we alvast klaar om de tocht aan te vatten, volgens de wandelgids een tocht van 19,3 km. Onderweg zouden we beslissen hoever we het geplande traject zouden bewandelen. We begaven ons de Rue de la Hulette in en volgden de aanduiding ‘Groen kruisje’, vrijwel dadelijk al klimmend. Aan een eerste Y-splitsing stapten we rechtdoor verder via de reeds vermelde straat, meteen fors stijgend, wat zich liet voelen daar de klim meer dan 1 km ver bedroeg. Voorbij een eerste bocht naar links ging de brede weg over in Le Terme. Een tweede bocht naar rechts liet ons bijna het hoogste punt bereiken en stapten we min of meer op vals plat. Gekomen aan een picknickplaats rechts van de weg, verlieten we de brede weg en begaven ons schuin rechts op een dalende asfaltweg, de aangegeven Sentier des Songes. We volgden daarbij groen kruisje, blauw driehoekje en geel ruitje. Amper begonnen aan de afdaling vonden we beschutting tegen de zon, vermits we het bos inwandelden via enkele snel elkaar volgende bochten. Na een lange aangename afdaling kwamen we op een kruispunt van bospaden, om er nog even rechtdoor te gaan en via een brug de Antrogne over te steken, een zijrivier van de Semois. Net voorbij de brug draaiden we rechts de Rue de Plannois in.

We overschreden er een bijbeek van de Antrogne en begonnen andermaal te klimmen. Even verder aan de dwars gelegen weg, gingen we scherp linkaf en volgden er de richting aangegeven door een groen kruisje. Hier ging het vrij steil bergop, om na een bocht naar rechts, een minder stevige beklimming te verkrijgen. Na aanvankelijk nog een bochtige weg te hebben gevolgd, ging ondertussen de grindweg over in een kaarsrechte weg door een beukenbos. Op het einde van de lijnrechte weg aangeland, kwamen we uit op een kruispunt van boswegen, voorzien van een wandelboom en overdekte picknickplaats. We gingen nog zowat 700 m verder rechtdoor tot aan een volgende viersprong, tevens parking Les Epioux. We gingen er rechtsaf via de Rue des Epioux, richting Herbeumont pas Semois, aangeduid door een geel driehoekje van de Transsemoisienne. Wat verder de groene kruisjes opnieuw volgend, verlieten we de Rue des Epioux en kozen rechtsaf een brede grindweg, voorbij een groen bord met franstalige raadgevingen aan wandelaars, Domaine des Epioux. Nog altijd verder dalend ging de weg door een deels eiken- en beukenbos. We bemerkten er een beekje, de Ruisseau de Maissinette, dat we links lieten waar de weg naar rechts bochtte. Net voorbij een slagboom kwamen we terecht op een pad dat de Semois stroomafwaarts volgde. We passeerden een uitkijkpunt, waar we zicht kregen op de vallei, de Point de vue de l’écureuil. We zetten onze weg verder langs de oever van de Semois, tot we bij een houten reling, de weg naar links konden verlaten en een picknickplaats aantroffen aan de samenvloeiing van de Semois en de Antrogne.

Echter overbevolkt door toeristen die er diverse barbecue’s hadden aangestoken, vonden we geen vrij plekje om even te pauzeren. We stapten dan nog maar wat verder over een vrij smal rotsig paadje, tot we een eindje voorbij deze picknickplaats even konden zitten aan de waterlijn en tijdens de maaltijd konden genieten van een koel voetbad in de Semois. Na een wat langere wandelpauze, begaven we ons opnieuw op weg. We volgden verder het smalle paadje langs de Semois, aangegeven door rode liggende rechthoekjes. Het betrof een soort visserspad, voorzien van uitstekende boomwortels en af en toe uitgehouwen in de rotsen. Wat verderop verwijderde het pad zich enigszins van de Semois en leidde ons doorheen bos. Aan een wandelboom gekomen volgden we gewoon rechtdoor de richting ‘Vannes de Conques 0,5 km en Herbeumont 2,7 km’. Het pad bracht ons wat verder langs een grote camping, Arnocamps, alwaar we even halt hielden om er op het buitenterras even te genieten van een glas cola. Of waren het er zelfs twee ondanks het warme weer? In ieder geval het was er ook vrij druk, gelet uiteraard op de vakantieperiode. Na het lessen van de dorst gingen we de camping voorbij en vervolgens onder een enorm spoorwegviaduct. Het 150 m lange viaduct, voorzien van 38 m hoge bogen, maakte deel uit van de vroegere spoorlijn Bertrix – Massenpré. Het werd gebouwd en gebruikt door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een eind voorbij het viaduct mondde de weg uit op de dwars gelegen N884, een vrij druk bereden weg.

We begaven ons rechtsaf op de weg, gelukkig aan de overzijde min of meer in de goot. We lieten de Semois even achter ons en begonnen opnieuw hoogte te winnen langsheen de N884, de Rue de Bravy. Een lange bocht naar rechts liet ons opnieuw vrij fors klimmen. We gingen nogmaals onder een spoorwegviaduct door en wandelden voorbij het bord ‘Herbeumont Bienvenue’. Normaal zouden we de eerste straat links dienen in te gaan, de Avenue René Demarteau, doch we hielden het op rechtdoor en stapten verder via de N884 naar het centrum van Herbeumont. Via nog steeds de Rue de Bravy eindigde onze wandeling na 12,7 km op de Grand’Place. Alvorens echter huiswaarts te keren, bezochten we nog even de Ruïnes du château fort, gelegen op 340 m hoogte. Deze burcht van de graven van Herbeumont werd gebouwd in 1258 en vernield in 1657. We konden er de voormalige burcht langs alle kanten bekijken, maar verkregen vooral een prachtig uitzicht over de lager gelegen vallei en de Semois zelf. Al bij al een geslaagde wandeldag met een mooi slot alvorens de lange terugreis aan te vangen.”

donderdag 17 november 2022

528: Dourbes, Zaterdag 04 juni 2022, 16,3 km. (10.444,471 km.)


“Een beschreven wandeling uit de Dagstappergids Ardennen deel 3, met start en aankomst te Dourbes, over een afstand van 16,3 km. Na de verplaatsing via Cambio, vonden we een parkeerplaats in de Rue de Fagnolle, nabij de Eglise Saint-Servais. Alvorens van start te gaan namen we even de tijd voor een laat ontbijt, waarna we omstreeks 10:30 uur de wandeling konden aanvangen. Met onze rug naar het kerkje begaven we ons in de Rue de Fagnolle, lichtjes bergop richting centrum van het dorp. We volgden er voorlopig het traject van de GR12 Amsterdam-Parijs. Aan het voormalige gemeentehuis stapten we rechts voorbij het gebouw, om uit te komen op de voorrangsweg, de N939, de Rue de Mariembourg. Links aan de overzijde van de weg stapten we door een ander gedeelte van de Rue de Fagnolle, welke we enkele honderden meters verder naar links verlieten via de Tienne du Loret, een smalle grindweg. We hadden de laatste huizen van het dorp achter de rug en stapten nu tussen haag en weiland door. We voelden dadelijk dat we nog verder aan hoogte wonnen. We passeerden er enkele kleine vakantiehuisjes. Door een bosrijke zone daalden we nadien af naar een dwars gelegen asfaltweg, de Rue de Mariembourg, om die naar rechts in te gaan. Vrij vlug ging de weg opnieuw over in een grindweg en konden we nogmaals beginnen aan een beklimming. Ter hoogte van een min of meer open plek troffen we een infobord aan dat we ons bevonden in de Réserve naturelle Ardenne & Gaume de la Montagne-aux-Buis.

Jammer genoeg was het bord enkel voorzien in het Frans, doch eigenlijk bevonden we ons daar in het natuurreservaat van de Buksboomberg. We stapten het bord links voorbij op een smal bospad tussen de buxusbomen door. We kruisten vervolgens een dwarswegje en wandelden nagenoeg rechtdoor verder, een lokale route aangegeven met groene rechthoekjes. Ter hoogte van een Y-splitsing hielden we rechts, doch hielden er vooreerst even halt voor een korte picknick, ondertussen de klok van 11:50 uur nabij. Tijdens onze maaltijd konden we bezijden het pad even vlug een schuwe vos het pad zien kruisen. Na de maaltijd zetten we onze wandeling verder doorheen het bos, nu matig afdalend tot aan de volgende dwarsweg. We kozen linksaf en daalden verder via een brede bosdreef tot aan een driesprong, zowat aan de rand van het bos, een plek genaamd ‘Tienne aux Pauquis’. Het daar geplaatste baken vermeldde echter geen gegevens inzake hoogte. We begaven ons haaks linksaf op een vrij smal stenig pad, vol uitstekende boomwortels. Gelukkig een zonnige dag, anders een erg modderig en glibberig paadje. Rechts konden we af en toe via een doorkijkje het Witte Water zien, een smal kronkelend waterloopje, op weg naar de vereniging met het Zwarte Water. We wandelden in een vrij lange bocht naar links, langs de rand van het bos, tot aan een boerderij. Een beetje honger verkregen, hielden we er een korte eetpauze om 13:00 uur.

Inmiddels kregen we in de verte zicht op een heuvel met daarop een kruis, de Roche à Lomme, iets wat nog op zich liet wachten. Na de maaltijd aan de boerderij, ging het haaks rechtsaf op een steil dalend pad tussen de weiden, de Voye des Pauquis, om er via een brugje het Witte Water over te steken. Op het einde boog de weg naar links, naar het kruispunt met de N939, de Rue de la Station. Aan de overzijde van de weg bemerkten we het station van Nismes. We dienden de N939 links op te draaien, met rechts zicht op de spoorweg en tevens het reeds vermelde kronkelende Witte Water. Een asfaltweg leidde ons doorheen een buitenwijk van Nismes, waarna we nogmaals via een brug het Witte Water over wandelden. Net voorbij de brug verlieten we de af en toe druk bereden N939 naar links en volgden de richting aangegeven door een pijl Roche à Lomme. Na al een hele tijd te hebben geklommen en te hebben gedaald, begon nu pas echt het zware klimwerk. Een erg smal en zeer steil stenig pad leidde naar een rechterzijwegje dat we opgingen tot aan het bord ‘Réserve naturelle Roche à Lomme’. Een zeer steil pad volgden we tot halverwege de top om daar een dwarswegje rechts te kiezen om uiteindelijk om 13:50 uur de top van de heuvel te bereiken. De hoogste tijd om even uit te blazen en vooral te genieten van het uitzicht over de omgeving. Het vergde wel wat klauteren om tenslotte het kruis op de heuvel te bereiken, 96 m boven de zeespiegel.

Het kruis werd opgericht waar zich vroeger een heidense tempel bevond. Na voldoende op adem te zijn gekomen, maar vooral te hebben genoten van het uitzicht, begonnen we aan de afdaling van de Roche à Lomme. Via dezelfde weg als voorheen daalden we af, ditmaal voorbij het linkerzijwegje en hielden de richting rechtdoor aan. Reeds een tijdje aan het dalen troffen we links een infobord aan, om er rechts een dwarsweg op te gaan het bos in. Min of meer steeds dezelfde richting dalend, bereikten we het punt waar we vroeger op de dag waren langs gekomen, met name de kruising met de Tienne de Loret. Ditmaal gingen we er rechtdoor, met oog voor de blauw-wit-blauwe rechthoekjes. We wandelden nu op de Rue de Mariembourg, afdalend naar een verder gelegen voorrangsweg N939, alwaar zich een kapel bevond. We gingen over korte afstand naar links via deze Rue de Mariembourg en betraden opnieuw de woonkern van Dourbes. Kort daarna draaiden we rechts de Rue du Petit-Roly in, ditmaal terug langs het voormalige gemeentehuis om terug de Rue de Fagnolle te betreden. We begaven ons richting kerk, om echter halverwege de straat links de Rue de Fays in te gaan, om er de pijlen ‘Haute Roche’ en ‘Aire de pique-nique’ te volgen. Het verlaten van de woonkern betekende opnieuw klimmen op een smal asfaltwegje.

We wandelden voorbij de Haute Roche, om er net voorbij een mooie picknickplaats te vinden aan de oever van de Viroin, voorzien van enkele zitbanken en picknicktafels. Een ideale gelegenheid om er om 15:25 uur even te genieten van een vieruurtje. Na deze wandelpauze wandelden we verder langs de Viroin, nog steeds op de Rue de Fays, tevens op het traject van de GR12. Aan een Y-splitsing begaven we ons linksaf op een stijgende weg, welke leidde voorbij het Croix Sauvage, opgericht naar aanleiding van het overlijden in februari 1862 van Jacques Sauvage. Wat verder dienden we ons te richten op de routekens blauwe kruisjes, doch wellicht hebben we één of andere afslag gemist, waardoor we uiteindelijk een asfaltweg bereikten ter hoogte van een hoogspanningscabine, de Chemin de Paradis. We gingen de weg op naar links tot we wat verder opnieuw links de N939 konden opgaan. Na geruime tijd deze weg te hebben gevolgd bereikten we een bordje ‘Ravel Mariembourg – Dourbes’. We waren dus op de juiste terugweg naar de woonkern van Dourbes. Toen de N939 uitmondde op het kruispunt met de Rue de Givet, zagen we het agglomeratiebord van Dourbes en gingen dus links al dalend naar het eigenlijke centrum. Aan het voormalige gemeentehuis ging het linksaf op de Rue de Fagnolle, richting auto. Het was dan ook reeds 17:45 uur toen we de terugreis konden aanvangen, na een zonnige wandeldag in de streek van de Viroin.”

dinsdag 17 mei 2022

497: Vencimont, Zaterdag 14 mei 2022, 17,1 km. (9932,647 km.)


“Een wandeling beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Vencimont. De totale wandelafstand bedraagt 17,1 km en is opgedeeld in twee lussen, waarbij lokale wandeltekens worden gevolgd. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt per wagen, konden we terecht op de parking ter hoogte van het gebouw van de dienst toerisme. De nabije horecazaak ‘Le Relais des 3 frères’ opende pas omstreeks 11:30 uur. Dus konden we vrijwel dadelijk beginnen aan de eerste wandellus omstreeks 10:15 uur. Na een blik op het monument ter ere van de slachtoffers van beide oorlogen en natuurlijk het bord met de aangegeven wandelroutes, gingen we op weg. De eerste wandellus was volledig aangegeven door middel van groene rechthoekjes, voorzien van het cijfer 11. Eenvoudiger kan het niet. We verlieten het plein naar links en begaven ons op de Rue Grande richting Sint-Lambertuskerk, om net vóór de kerk, verder de Rue Grande naar links te bewandelen. Dadelijk konden we beginnen aan een vrije lange beklimming om uit het dal en de woonkern te komen. Na een tijdje klimmen bereikten we een splitsing op de weg, waar we de rechtertak kozen, richting Vonêche, in plaats van Winnene. De Rue Grande veranderde er van naam in de Rue de Vonêche. Nog steeds aan hoogte winnend bereikten we wat later een rechts gelegen parallelweg, de Rue de la Ramée. We lieten stilaan de laatste woningen achter ons en verkregen ondertussen reeds prachtige vergezichten.

De Rue de la Ramée opgaand, was het nog steeds verder klimmen. Voorbij de laatste huizen verkregen we rechts akkerland en links enkele leegstaande en deels verwaarloosde vakantiehuisjes. Van het erbij horend speelplein bleef evenmin nog iets over. Zo te zien was dit vakantiepark niet langer in gebruik. Enkele van de huisjes waren zelfs dicht getimmerd, alhoewel het meubilair nog aanwezig bleek te zijn. We konden er even pauzeren aan een van de optrekjes om gebruik te maken van de zonnemelk, vermits ondertussen de zon al stevig voelbaar was. Op het einde van de Rue de la Ramée, kwamen we op de drukke Rue de Vonêche, die we slechts over vrij korte afstand naar rechts dienden te volgen. Vrijwel dadelijk konden we rechts de weg verlaten en beginnen aan het aangename wandelen doorheen het bos. Licht dalend verkregen we vooreerst een brede bosweg tussen vrij hoge eiken en later sparren. We kruisten een dwars gelegen bosweg en hielden dezelfde richting aan. Voor het eerst kregen we rechts een smal beekje te zien, de Ri d’Aursis, een zijbeek van de Houille. Steeds verder afdalend kwamen we aan een links gelegen rotsformatie, om er na een korte beklimming, nagenoeg haaks linksaf te draaien. Opnieuw ging het verder in dalende lijn, doorheen de vallei van de Houille, welke ondertussen rechts duidelijk zichtbaar was.

Het geluid van het stromend water en daarbij het gefluit van de vogels, maakte het parcours nog aangenamer om te bewandelen. Een smal kronkelend pad tussen boomwortels en stukken rots, leidde uiteindelijk naar het laagste punt van de vallei van de Houille. Daar aangekomen omstreeks 12:10 uur, namen we even tijd om te genieten van een hapje en een drankje en dit ter hoogte van het brugje over de Houille. Ondertussen was het genieten van het uitzicht over de snel stromende rivier en aangenaam vertoeven in de zon. Na een gezellige rustpauze staken we via het brugje de Houille over en begaven ons aan de overzijde rechtsaf op het wandelpad naast de Houille. Vanaf dit punt verkregen we tevens de wit-rode tekens van de GR126 als gids, welke we zouden volgen tot op het einde van de eerste wandellus. Langzaam verwijderden we ons van de Houille, tot we een Y-splitsing bereikten en er de laagste weg kozen naar rechts. In dalende lijn wandelden we verder om nogmaals, ditmaal via een betonnen brugje de Houille over te steken. Aan de overkant ging het ditmaal linksaf langsheen de Houille, waarna de rivier zich verder verwijderde. We zetten onze wandeling verder doorheen een soort dreef en passeerden een oude steengroeve en de plaats van de voormalige watermolen van Vencimont.

Op het einde van de dreef verkregen we opnieuw asfalt onder de schoenen en kwamen terecht tussen de eerste woningen van Vencimont. Via deze Rue du Moulin daalden we tenslotte af richting plein waar we voordien waren van start gegaan. Onze klok gaf ondertussen 13:10 uur aan, tijd om ditmaal even te verpozen op het terras van ‘Le Relais des 3 frères’, nu wel reeds geopend en vooral druk bezet door Vlaamse wandelaars. Na deze pauze konden we beginnen aan de tweede wandellus, waarbij we voor een groot gedeelte verder de wit-rode tekens van de GR126 zouden volgen, alsook de blauwe driehoekjes voorzien van het cijfer 13. We begaven ons bijgevolg linksaf en begonnen aan de beklimming van de Rue de Bernonsart. Reeds heel wat aan hoogte gewonnen, kwamen we ter hoogte van een splitsing, om er links af te dalen naar de Rue de la Pichelotte, welke nagenoeg dadelijk overging in een grindweg, om er opnieuw het bos in te gaan. We wandelden zowat over vlak terrein, met links de vallei van de Houille. Even later kwamen we aan het baken ‘La Pichelotte, 280 m’, alwaar de weg zich splitste. We draaiden er rechtsaf en andermaal klommen we verder weg uit het dal, met ditmaal links de vallei van de Ri du Pré Lagasse, een zijbeek van de Houille. De bosweg leidde tenslotte naar een vijfsprong, waar we even overgingen tot een korte wandelpauze en het nuttigen van een rijsttaartje, inmiddels 14:30 uur nabij.

Voorzien van opnieuw wat energie begaven we ons vanaf deze vijfsprong op de tweede weg links, zij het eerder een smal bospad dat dalend verliep naar een klein zijbeekje van de eerder genoemde Ri du Pré Lagasse. Via enkele stapstenen ging het het water over om uit te komen op een dwars gelegen bredere bosweg. Daar kozen we de richting rechtsaf en kregen vrijwel dadelijk een steile klim te verwerken. We stapten voorbij een slagboom en kwamen terecht in het Forêt Domaniale de Sevry, nog steeds aan hoogte winnend. Even verder ging het op een dwarsweg naar links en stapten we vrijwel op vlak terrein op een brede grindweg. We troffen er een zitbank aan, waar we even konden genieten van het uitzicht over de vallei. Ondertussen voelden we goed hoe sterk de zon brandde. Na nogmaals wat zonnemelk te hebben gebruikt, volgden we nog wat hetzelfde pad, tot aan de tweede zijweg rechts, welke bestond uit asfalt. Op dit moment verlieten we het traject van de GR126, welke rechtdoor verder verliep. Wie had gedacht dat het klimmen achter de rug was, die was eraan voor de moeite. Pas nu voelden we dadelijk hoe steil deze asfaltweg ons doorheen het bos van Sevry zou leiden. Na zowat 800 m klimmen maakte de weg een bocht naar rechts en steeg nog wat verder tot we voorbij een slagboom terecht kwamen op een dwarsweg.

Tussen het reeds hoog opgeschoten gras troffen we een simpele zitbank aan, toch nuttig om na de felle inspanning even te bekomen en vooral de dorst te lessen. Eigenlijk was het ergste achter de rug, vermits we het hoogste punt hadden bereikt in het Forêt Domaniale de Sevry. Door de dwarsweg naar rechts op te gaan, wandelden we min of meer op vlak terrein, met af en toe een korte beklimming of afdaling, tot we uiteindelijk opnieuw het Forêt verlieten. Via een bredere grindweg daalden we matig verder tot aan een viersprong, om er gewoon rechtdoor verder te stappen, ditmaal fors dalend over af en toe grotere keien. Stilaan verlieten we het bos en bereikten een verharde weg, om er de eerste woningen van Vencimont aan te treffen. Ook langs deze Rue de la Chavée ging het af en toe flink bergaf tussen akkerland en nieuwbouw. Heel wat lager maakte de weg een haakse bocht naar rechts en daar hielden we even halt om de Sint-Antoniuskapel met bijhorend missiekruis even van nabij te bekijken. Jammer genoeg was de kapel zelf niet toegankelijk. Verder de weg volgend, daalden we tussen de bewoning door af naar het centrum van Vencimont, alwaar we omstreeks 17:10 uur de parking bereikten, meteen het einde van een prachtige en vooral zonnige wandeldag.”

donderdag 10 maart 2022

490: Mazée, Zaterdag 05 maart 2022, 12,221 km. (9807,744 km.)


“Het relaas inzake onze belevenissen tijdens een wandeltocht, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Mazée. Een wandeling in hoofdzaak doorheen de vallei van de Viroin, met af en toe een stapje over de Franse grens. Na een lange autorit, met onderweg tijd voor een kopje koffie en een sanitaire stop, bereikten we het kleine dorp omstreeks 10:00 uur. De totale wandelafstand bedraagt volgens de gids 15,2 km en verloopt over een tweetal lussen. De aanbevolen startplaats bevindt zich op de Place du Bucq, zowat in het centrum gelegen. Het beloofde alvast een schitterende wandeldag te worden, ondanks de eerder lage temperatuur, gingen we toch van start onder een stralende zon. Bij gebrek aan horeca in het dorp, op weg dus zonder vooreerst een kopje koffie te hebben genoten. We verlieten bijgevolg de Place du Bucq, getooid met een muziekkiosk en begaven ons in de Rue du Bucq, om er de richting te volgen van Vireux en Najauge. Als routetekens hadden we oog voor blauwe liggende ruitjes. We stapten voorbij een groot infobord inzake plaatselijke wandelingen en kregen er vrijwel dadelijk een bekende sticker in het oog, welke een van de routes aangaf naar Santiago de Compostela. De Rue du Bucq ging al dadelijk steil de hoogte in, waarna we een Y-splitsing aantroffen. We kozen de linkerweg, richting ‘Bornes Frontières’. Even verder eindigde de weg en betraden we voor het eerst het bos. We dienden dan ook noodgedwongen afscheid te nemen van het panorama over het lager gelegen Mazée.

Bijna het hoogste punt in het bos bereikt, ging het op een dwars gelegen bosweg naar links, waarna we iets verder van links uit het bos het gezelschap verkregen van nog wat meer routetekens: liggende gele ruitjes, wit-gele en wit-rode tekens van de GRP125 (Tour de l’Entre-Sambre-et-Meuse) en de GTFPC (Grande Traversée de la Forêt de la Pays de Chimay), aan routekens dus geen gebrek. Langzaam afdalend lieten we het bos achter ons, om opnieuw via een rotsig pad fors bergop te gaan. Het pad bochtte naar links om uit te komen op een kruispunt van paden, aangegeven door het baken Najauge en voorzien van een wandelpaal. We kozen er de richting haaks linksaf en zouden op die manier een gedeelte bewandelen van de Sentier de la Frontière. Een smal stijgend wandelpaadje verliep nagenoeg op de grens tussen België en Frankrijk. We stapten voorbij enkele ferme grenspalen en kregen vanzelfsprekend schitterende vergezichten rechts over de grens heen. Tal van nieuw aangebrachte zitbanken nodigden uit even te pauzeren en met de blik gericht naar Frans grondgebied, konden we even genieten van een laat ontbijt, ondertussen genietend van de aankomende lente. Maatje ging dan ook even gewillig pauzeren op één van de grenspalen. Na dit aangenaam momentje pauzeren, gingen we verder op weg.

Waar het bos links ophield te bestaan, begaven we ons op een Y-splitsing naar rechts en kozen het dalend paadje, nog steeds aangegeven door liggende blauwe ruitjes. Af en toe op en neergaand, volgden we aan een volgende splitsing opnieuw de rechtertak en steeds in dalende richting, tot we een dwarsweggetje aantroffen, voorzien van een wandelpaal. Andermaal ging het rechtsaf en kregen we enkele nieuw aangelegde trappen voor de schoenen teneinde de meest steile stukken afdaling gemakkelijk te verwerken. Ondertussen waren we zowat 180° gedraaid en leidden de blauwe liggende ruitjes ons wat lager in tegenovergestelde richting. Een bredere bosweg liet ons vervolgens opnieuw wat aan hoogte winnen. Geruime tijd later kwamen we uit op een kruispunt van paden, waar rechts een begrazingsgebied was gelegen. We kozen er het pad naar links en begonnen verder af te dalen tot aan een volgende Y-splitsing, om er ditmaal rechts te kiezen richting lager gelegen drukke verkeersweg, de D47, Route de Najauge. We verlieten het bos en kwamen uit op een asfaltwegje, de Rue du Bois Thiry, die dadelijk uitmondde op de D47.

Over korte afstand ging het op de D47 naar links, om vervolgens aan de overzijde het Réserve naturelle en het Forêt Communale de Vireux-Molhain te betreden. Opnieuw dus de grens met Frankrijk over. We begonnen rechtsaf aan een klim, de pijlen volgend van ‘par les points de vue’, via een breed rotsachtig pad. Zowat het hoogste punt bereikt troffen we er een opstaande steen aan, met een bordje ‘point de vue 50 m’. We verlieten dan ook even het brede pad naar links tot aan het betreffende uitzichtpunt, voorzien van een zitbank. We namen er dan ook omstreeks 11:57 uur een langere eetpauze, terwijl we uitzicht hadden op het lager gelegen dorpje Molhain. Genietend van het aangename zonlicht lieten we de broodjes smaken. Nadien keerden we op onze stappen terug naar het brede wandelpad, om er linksaf verder te stappen. We dienden terug de blauwe liggende ruitjes in het oog te houden. We konden dan ook beginnen aan een langere afdaling doorheen het Forêt Communale. Voorbij een ietwat open plek ging het rechtsaf op een smaller en sterker dalend pad. Lager aangekomen ter hoogte van een dwars gelegen bosweg, ging het haaks rechtsaf en betraden we een vrij smal woudloperspad dat ons verder liet dalen tot in de vallei van de Viroin. We gingen een tijdje stroomopwaarts langsheen de rivier, tot we uiteindelijk een brug over de Viroin aantroffen.

Inmiddels wees de klok 12:55 uur en ter hoogte van de brug troffen we enkele picknicktafels aan, ideaal om nog even te pauzeren en te denken aan de inwendige mens. Even later draaiden we linksaf om via de smalle vroegere spoorwegbrug de Viroin over te steken. Over korte afstand ging het via het tracé van de vroegere spoorweg tot aan de even verder gelegen openbare weg, de N998 ofte Rue Bourboux. We gingen rechts de weg op, om nogmaals de Viroin over te steken via een tweede brug en te wandelen tot aan het kruispunt met de N963, de Rue de Najauge. Op de hoek bevond zich een inmiddels gerestaureerde watermolen. We staken het kruispunt over en gingen aan de overzijde de Rue du Moulin in, richting Mazée Centre. Opnieuw klimmen met andere woorden. We hielden er even halt op het plaatselijke kerkhof op zoek naar eventuele graven van verwanten, echter zonder resultaat. Dan maar verder doorheen de Rue du Moulin, om er op het einde opnieuw te arriveren in de Rue du Bucq, alwaar we vroeger waren van start gegaan. Linksaf bereikten we opnieuw de Place du Bucq, tijd om even te pauzeren op een bankje, omstreeks 13:57 uur. Even later gingen we opnieuw op weg, we verlieten de Place du Bucq om dadelijk links de Rue de Vaucelles te kiezen, om er ditmaal oog te hebben voor liggende gele ruitjes.

We wonnen dadelijk opnieuw aan hoogte om uit het dal weg te komen, ditmaal een eindeloos lijkende klim, tot we zowat op het hoogste punt een mooie Sint-Rochuskapel aantroffen. We hielden rechtdoor aan voorbij de kapel, om nadien de eerste straat rechts te nemen, een smal betonwegje dat ons nog verder liet klimmen. De weg bochtte zowat op het hoogste punt naar rechts en ging over in een onverhard pad. Waar het pad eindigde draaiden we rechtsaf het bos in en verkregen een smalle bosweg, gedeeltelijk stuk gereden omwille van bosbeheer. In dalende lijn ging het doorheen het bos, waar we in een flits af en toe een kleine ree konden spotten. Lager gedaald bereikten we een dwarsweg, waar we vroeger op de dag reeds waren gepasseerd. Vermits we daar links zouden moeten verder gaan, identiek een groot deel over hetzelfde traject, besloten we rechtsaf te gaan en opnieuw af te dalen naar het centrum van Mazée. We eindigden dus vroeger dan voorzien deze wandeling na 12,221 km omstreeks 14:52 uur. Nadien, speciaal op vraag van wandelmaatje reden we verder naar het Franse Givet om daar op de grote begraafplaats op zoek te gaan naar eventuele graven van voorouders of verwanten. Het bleef jammer genoeg bij een foto van slechts één graf.”

woensdag 23 februari 2022

487: Marbehan, Zaterdag 12 februari 2022, 13,495 km. (9766,772 km.)


“Onze belevenissen tijdens een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Marbehan. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt via Cambio, bereikten we omstreeks 10:15 uur het reeds vermelde dorp en vonden er een parkeerplaats tegenover de plaatselijke Eglise l’Immaculée Conception. De beschreven tocht gaat over een afstand van ongeveer 12 km, met aanbevolen vertrek aan de kerk. Tijdens het verloop van deze wandeltocht wordt een gedeelte gevolgd van het traject van de GR151. Na ons te hebben voorzien van stevig schoeisel en bijhorende warme kledij, konden we even later om 10:35 uur van start, ondanks de vrieskou. Maar, het moet gezegd, het prille zonnetje gaf toch een naderend lentegevoel. We begaven ons in de Rue du Hibé, rechts naast de kerk om zowat 100 m verder rechtsaf de Rue de la Fontaine in te draaien. We hadden oog voor de lokale aanduidingen, zijnde liggende gele rechthoekjes. Voorbij de eerste woning en net vóór een electriciteitscabine, ging het linksaf een smal paadje op een grasweg op. Iets aan hoogte winnend mondde het pad uit ter hoogte van de parking van het station van Marbehan, de Place de la Gare. We volgden de weg naar links, licht afdalend om opnieuw uit te komen op de Rue du Hibé, tegenover de begraafplaats van Marbehan.

We namen even de tijd om het kerkhof te bezoeken, misschien de kans om een graf van voorouders te ontdekken. Even later bleek dit tevergeefs te zijn geweest. We wandelden dan verder in dalende zin langs de Rue du Hibé, geleid door de gele driehoekjes en de wit-rode tekens van de GR151, evenwijdig aan de hoge spoorberm rechts. Iets voorbij het kerkhof ging de straat over in de Rue de Courtel, waarna we omringd werden door bos. Na een tijdje de Rue de Courtel te hebben gevolgd, arriveerden we ter hoogte van een grote olieopslagplaats van Total, naast de spoorberm. Net er voorbij maakte de weg een bocht naar rechts, teneinde onder de spoorweg door te gaan, doch wij hielden rechtdoor aan en verlieten de asfaltweg en betraden een brede elementair verharde weg. Tevens namen we afscheid van de GR151. We kwamen aan de eerste wandelboom van de dag, welke de richting aangaf naar ‘Les quatre mousquetaires’. Aan de overzijde van het pad stond een oud verweerd kruis. De weg volgend ging het langzaam dalend verder, nog steeds evenwijdig aan de verhoogde spoorberm. We staken een bronbeekje over om dan het eerste baken van de dag te bereiken, Les Quatre Mousquetaires, Alt. 380 m. alwaar een vierstammige beuk kon worden bekeken.

We troffen er een picknickbank aan om er even te genieten van een boterhammetje omstreeks 11:29 uur. De stilte van het bos namen we er bij, alsook het prille ochtendzonnetje. Na deze pauze ging het volgens het baken, richting ‘Les Forges Basses’. We overschreden nogmaals een bronbeekje via stapstenen en kregen links zicht op de lager stromende Mellier. Wat verderop verdween aan de linkerkant het bos en dienden we een modderige strook te verwerken. Gelukkig konden we daar de voeten droog houden, doch het zonlicht werkte verblinderd op het water dat over het pad stroomde. We kwamen op het einde van de modderstrook uit op een dwarsweg, welke rechtsaf ging onder de spoorweg, doch wij hielden het bij links en bereikten het volgende baken ‘Les Forges Basses, Alt. 365 m. We begaven ons daar rechts op een brede kiezelweg, laverend tussen bevroren waterplassen en met links enkele mooie gebouwen en ernaast een vijver, afgedamd van de Mellier. Net voorbij deze waterplas gingen we rechtsaf onder de spoorweg door, ditmaal richting ‘Les Forges Hautes’. Vrij vlug verlieten we deze brede bosweg, om schuin rechts een smaller bospad aan te treffen, alwaar we meteen konden beginnen aan een lange beklimming.

We verkregen er mooie vergezichten over de vallei van de Mellier en het spoorwegtraject dat de vallei doorsnijdt. Nagenoeg op het hoogste punt wandelden we voorbij het baken ‘Forges de Mellier, Alt. 410 m., om dan langzaam af te dalen naar een lager gelegen asfaltweg. We troffen er andermaal een wandelboom aan welke aangaf dat we ‘Les Forges de Mellier’ zouden bereiken na 5’. We sloegen linksaf en daalden via de deels met ijs bedekte weg af naar de lager gelegen ‘Forges Hautes’. Via een brug overschreden we de rechts gelegen spoorweg en vervolgens leidde de Rue des Forges ons naar het volgende baken ‘Les Forges Hautes, Alt. 380 m.’ Daar aangekomen omstreeks 12:57 uur konden we overgaan tot het nuttigen van ons middagmaal, terwijl we de ruïnes konden bekijken van de vroegere metaalnijverheid, maar tevens de grote vijver in de nabijheid. Deze iets langere wandelpauze achter de rug, begaven we ons opnieuw op weg. Via een brug staken we de Mellier over en bereikten de N897, de Rue du Chénel. Ook deze weg kruisten we, om aan de overzijde een smal rotsig paadje te beklimmen dat schuin rechts zich langzaam van de N897 verwijderde. We betraden op die manier het ‘Forêt domaniale de Mellier’. Na geruime tijd klimmen, arriveerden we zowat op het hoogste punt op een kruispunt van boswegjes.

Hier ging de gele wandelroute linkaf, doch wij stapten nog wat verder rechtdoor, voorbij een kale vlakte rechts. Iets later kruisten we een brede brandweg doorheen het bos. Nog wat aan hoogte winnend arriveerden we tenslotte opnieuw ter hoogte van een kruispunt van boswegen. Ditmaal draaiden we haaks linksaf en betraden een brede bosweg, welke stilaan verliep in dalende lijn, tot aan de eerste bosweg links. Daar ging het opnieuw even al klimmend verder, waarbij we onopgemerkt, volgens de wandelgids, het hoogste punt, met name 447 m overschreden. We kruisten nogmaals de brede brandweg, welke we voorheen reeds hadden bemerkt en daalden nu verder af tot aan het eerste dwarswegje, alwaar we rechtsaf draaiden. We bevonden ons terug op de wandelroute aangeduid door gele driehoekjes. Af en toe flink dalend en hier en daar wat plassen ontwijkend, mondde het smalle pad uit op een verharde dwarsweg, alwaar we het baken aantroffen ‘Le Chénel, Alt. 395 m.’, om er de weg te dwarsen. Aan de overzijde ging het vooreerst nog wat bergop, om nadien doorheen het Bois de Chénel, langzaam af te dalen naar een lager gelegen dwarsweg, die we links opgingen. We troffen er opnieuw de wit-rode markeringen aan van de GR151. Uiteindelijk verlieten we het bos en bereikten de openbare weg, de N897, de Rue du Chénel. Daar bevond zich de Chapelle Notre Dame de Chénel.

We vonden er bezijden de kapel een picknickbank en gingen dan ook omstreeks 15:57 uur over tot het nuttigen van de laatste restjes in de rugzak. Nadien konden we even de kapel van nabij bekijken, alsook het monument ervoor geplaatst ter ere van enkele gesneuvelden van de RAF. We hadden dan ook de gelegenheid het laatste baken van de dag te zien, ‘Chapelle du Chénel, Alt. 370 m.’, waarna we de brede en druk bereden N897 naar rechts opgingen, richting centrum van Marbehan. Voor het laatst overschreden we nogmaals de Mellier, om vrij vlug aan te komen ter hoogte van de kerk, jammer genoeg niet toegankelijk. Wegens het ontbreken van horeca in Marbehan, ging het dan na de wandeling omstreeks 16:20 richting thuisbasis, na te hebben genoten van een zonnige winterse tocht van 13,495 km.”

donderdag 27 januari 2022

486: Orgeo, Zaterdag 14 november 2020, 13,739 km. (9753,277 km.)


“Een wandeltocht beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Orgeo. Deze luswandeling gaat over een afstand van 11,9 km en gaat van start ter hoogte van de parochierkerk op de Place d’Urio. Na een verplaatsing vooraf dankzij Cambio, konden we ons voertuig parkeren op de parking ter hoogte van de kerk. Na vooreerst te hebben genoten van een broodje konden we even later omstreeks 10:35 uur van start gaan, weliswaar nog steeds onder het strenge regime van Corona. We verlieten de Place d’Urio en begonnen aan een lichte afdaling met de kerk rechts. Even voorbij de rechts gesitueerde Rue Sous-l’Eglise ging de Place d’Urio over in de Rue Notre Dame. Langzaam iets aan hoogte winnend ging het stilaan de bewoonde dorpskern uit. Gekomen net voor een geel pand, verlieten we de Rue Notre Dame voor een dalende landweg rechts. Via dit rotsig karrespoor wandelden we tussen weilanden, hierbij het gezelschap verkregen van een hond. Het beest vond genoegen in het halen van een geworpen stuk hout. Zowat 50 m van dit pad verwijderd stroomde de Vierre. We staken de amper zichtbare Ruisseau de Rossart over en bemerkten wat later een tweetal zware balken bezijden het pad. Ter hoogte van deze Y-splitsing ging het verder via een aan hoogte winnend wegje links. Over een vrij smal graspad wonnen we verder nog aan hoogte tot we een dwars gelegen asfaltweg aantroffen, de Rue du Miaumont.

Aan de overzijde stapten we een grindweg op, de Rue du Grand-Enclos, nog steeds klimmend. Opnieuw tussen weiden konden we genieten van mooie vergezichten. Links kregen we de kerk van Biourge te zien. Naarmate we vorderden op de Rue du Grand-Enclos, veranderde het stenige pad in asfalt en kwamen de eerste woningen in zicht van Nevraumont. Bij het betreden van dit dorpje, ging het op het eerste kruispunt rechtsaf, eveneens Rue du Grand-Enclos, om er vrijwel dadelijk opnieuw de bewoonde wereld te verlaten. Even voorbij het laatste pand ging het ditmaal linksaf via een onverharde weg tussen weiden, in de richting van het verder gelegen Bois de Waillimont, op de toepasselijke Chemin de Waillimont. Eenmaal de laatste weiden voorbij ging de Chemin over in een min of meer holle weg het eigenlijke bos in. Vrij vlug veranderde de holle weg in een modderig pad, alwaar we van tijd tot tijd even het bos dienden in te gaan, om de ergste passages te overwinnen. Over het hoogste punt heen, ging het dan in dalende lijn het bos uit, waarna we de Vierre overschreden en uitkwamen op de dwars gelegen Rue de Waillimont. We hielden er omstreeks 13:05 uur even halt voor een korte picknick, terwijl we ondertussen het hoge beeld konden bewonderen van de Onze-Lieve-Vrouw van Waillimont, waarvan de sokkel was bedolven onder talrijke danktegels.

Aan de overzijde van de Rue de Waillimont, wonnen we terug wat aan hoogte op een iets breder rotsig pad, dat vooreerst verliep langs de rand van een bos rechts, om iets later doorheen dit stuk bos verder te gaan. Ondertussen kon maatje de talrijke paddestoelen bezijden het pad digitaal vereeuwigen. Via dit pad dienden we van 360 m boven zeeniveau te klimmen naar 420 m, wat natuurlijk het wandeltempo gevoelig liet afnemen. Doch boven werden we beloond door zicht op een mooie rij eiken. Nadien konden we geleidelijk afdalen naar de dwars gelegen Rue de Martilly, om er aan de overzijde verder te stappen via een linker zijweg. Zowat in het dal aangekomen wandelden we tussen enkele huizen van Saint-Médard en mondden uit op de dwars gelegen Grand’Rue. Voorzichtig kruisten we de weg, om aan de overzijde via een hoge brug de spoorlijn over te gaan. Het smalle asfaltwegje verliep rechtdoor langs de rand van een bos links. We namen er plaats in de grasberm om er even een picknick te houden om 14:25 uur. Wat later gingen we opnieuw op weg, aanvankelijk met het bos links en weiland rechts, om korte tijd nadien aan weerszijden van de weg bos aan te treffen. Eenmaal het bos voorbij gegaan, namen we aan een Y-splitsing de rechtse weg, welke iets verder opnieuw doorheen een sparrenbos verliep.

We kruisten in het bos de Chemin de la Mellée en gingen rechtdoor verder door het bos. Nog wat klimmend arriveerden we tenslotte op het hoogste punt van deze wandeltocht, 440 m boven de zeespiegel, net aan een voetbalplein voorzien van enkele lichtmasten. Voorbij het voetbalveld kruisten we een asfaltwegje, Au Poupeau en stapten rechtdoor verder op een onverharde weg. Vrij vlug daarna kruisten we een ander asfaltbaantje, le Routeux en begaven ons aan de overzijde op een grindweg. In dalende lijn vorderden we richting lager gelegen N824, de Rue de la Station, die we opnieuw overstaken, nu wel heel dichtbij de rechts gelegen spoorlijn. Na nog een korte beklimming kruisten we de Rue de l’Abreuvoir om aan de overzijde een mooie bosweg te bewandelen, nagenoeg evenwijdig aan de spoorweg. Er restte ons nog een fors klimmetje tot we aan de overzijde van de spoorweg het stationsgebouw voorbij gingen. Even verder ging het via een brug rechtsaf over de sporen en begonnen we aan de afdeling naar het dorp Orgeo. Na een haakse bocht naar rechts, net voorbij de brug bereikten we de Rue du Point d’Arrêt, om die links op te gaan. Na een hele tijd dalen kwamen we beneden uit op de Rue du Briga.

Over korte afstand volgden we de weg naar rechts, om dan aan de overzijde linksaf te gaan in de Rue du Bout d’en Bas, die ons nog een laatste maal de Vierre liet oversteken. Net voor de brug over de waterloop en met uitzicht op de kerk van Orgeo, vonden we nog een picknickbank aan de oever van de Vierre, tijd om de laatste broodjes te nuttigen, ondertussen de klok van 15:50 uur nabij. Na deze laatste halte staken we de Vierre over en gingen op de Y-splitsing links de Rue-Sous l’Eglise in, om er dadelijk rechts via enkele trappen naar de kerk te gaan, voorbij een mooie calvarie. Boven aangekomen stapten we over een gedeelte van het kerkhof om tenslotte aan de parking de wandeling te eindigen, na 18078 stappen, goed voor ongeveer 13,739 km klimmen en dalen.”

dinsdag 30 november 2021

476: Falmignoul, Zaterdag 19 september 2020, 10,6 km. (9597,901 km.)


 “Het relaas inzake een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Falmignoul. Men kan deze wandeling opsplitsen in een tweetal lussen, dan bedraagt de totale wandelafstand 22,2 km. We beperkten ons echter tot slechts een gedeelte van de tocht, vermits we na de wandeling nog even een bezoek brachten aan Celles. Na een autorit vooraf vonden we een parkeerplaats tegenover de Eglise Saint-Nicolas in de Rue du Cretia, gevolgd door een broodje, teneinde even later de wandeling aan te vangen. We lieten de plaatselijke kerk rechts en volgden over korte afstand de Rue du Cretia, met oog voor de liggende rode en gele rechthoekjes. Een vijftigtal meter verder, aan een Y-splitsing wandelden we rechtdoor verder, vrijwel dadelijk flink aan hoogte winnend, om zo stilaan de laatste huizen achter ons te laten. Bijna op het hoogste punt aangekomen, bochtte de weg naar rechts, net waar een klein oorlogsmonument schuil gaat onder enkele lindes. Wat verder aan een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw arriveerden we op het hoogste punt op een dwarsweg. We kozen linksaf in deze Rue Haute, om er de richting te volgen, aangegeven door een rood en geel rechthoekje. Iets verder aan een enorme es hielden we de richting rechtdoor aan, nog steeds licht bergop.

Een volgende splitsing van de Rue Haute liet ons afscheid nemen van het tot nog toe bewandelde betonwegje, om dit te ruilen voor een grindweg. We stapten er rechtdoor verder en kregen zo zicht op enkele windmolens links. Nog altijd matig verder klimmend overschreden we een heuvel, om dan langzaam af te dalen op een brede grasweg, in de richting van het verder gelegen bos. Bij het betreden van het bos ging het nog wat verder in dalende lijn, zij het iets forser dan voorheen. Ter hoogte van een kruispunt van boswegen hielden we rechtdoor aan, hierbij geleid door gele rechthoekjes en de wit-rode markeringen van de GR654. Vanaf dit punt doken we als het ware werkelijk de diepte in via een vrij steile afdaling langs een smal pad, dat was uitgehold door regenval. Af en toe diende een boom even als hulp om steun te zoeken. Eenmaal deze steile afdaling achter de rug, betraden we een dwars gelegen bosweg naar rechts, nu ook aangeduid met pijltjes ‘Cascatelles’. We daalden nog steeds verder af, via de Sentier des Cascatelles, zij het nu matiger dan voorheen, om af en toe via stapstenen de Ruisseau du Grand Étang over te steken. Zo wandelden we afwisselend links en dan weer rechts van het riviertje. Het verloop van het water geschiedde via een aantal treden en zo ontstonden kleine watervalletjes.

Jammer genoeg eindigde dit mooie stukje wandelweg voorbij een grote rots in de Maasvallei, alwaar we een grote picknickbank aantroffen. We namen er dan ook afscheid van het Grote Routepad dat een andere richting uitging. We hielden er alvast even halt teneinde te genieten van een hapje en even de ledematen wat rust te gunnen. Na dit korte oponthoud begaven we ons rechtsaf op het brede wandelpad langs de oever van de Maas. Aan de overzijde van het water kregen we zicht op het dorp Waulsort. Genietend nu van een stralende zon, na de duisternis van het bos, konden we kijken naar statige gebouwen uit de belle époque aan de overzijde van de Maas. Het tot nog toe gevolgde wandelpad leidde ons voorbij het plezierhaventje van Waulsort. Daar hielden we opnieuw even halt, vermits aan de overkant de horeca was waar te nemen. We maakten dan even later gebruik van een kleine schuit met veerman om op de andere oever te geraken. Daar konden we dan omstreeks 12:15 uur genieten van een kopje koffie in Panama Rio. Na een aangename wandelpauze in het zonnetje, ging het opnieuw de Maas over, teneinde onze wandeling verder te zetten.

Vanaf nu volgden we de blauwe ruitjes en de gele rechthoekjes voorbij de kleine jachthaven. Aan de overzijde van de Maas kregen we zicht op het kasteel van Waulsort en stapten we verder via de oever van de Maas. Links verschenen enkele doorkijkjes naar de rivier, terwijl rechts de eerste rotspunten te voorschijn kwamen. Even verder verliep het parcours over een uitgestrekte weide, terwijl we zowel links als rechts de hoge rotswanden konden bekijken. Gekomen aan het einde van een tweede weide, bereikten we het Colébi-ravijn, om er voorgoed afscheid te nemen van de Maas. Een draaihekje liet toe de weide te verlaten, waarna we rechtsaf gingen en een kiezelpad betraden, voortaan geleid door de rood-witte tekens van de GR126. Vooreerst matig bergop naderden we een bos, om er een dwarsweg rechts op te gaan, om dan meteen een forse beklimming aan te vangen. Eenmaal doorheen het bos kwamen we uit op een volgende dwarsweg, om er nogmaals rechts aan te houden. We wonnen nog iets aan hoogte tot we het plateau bereikten, de Crétia.

We wisselden ondertussen het kiezelpad voor een smalle betonweg, waarna we uiteindelijk het punt bereikten waar we vroeger op de dag waren langs gekomen, vermits de betonweg uitmondde in de Rue Haute. We gingen linksaf en volgden in tegengestelde richting een gedeelte van de heenweg. Aan het kapelletje onder de lindes, ging het ditmaal rechtsaf om af te dalen naar de kerk van Falmignoul. We eindigden dan ook deze wandeling omstreeks 14:30 uur na zowat 10,6 km te hebben gewandeld. We zagen af van het tweede gedeelte van deze uitgepijlde wandeling, vermits we vooreerst nog even de kerk van Falmignoul bezochten, om nadien koers te zetten naar Celles. Daar hielden we nog even halt in de bekende taverne, ter hoogte van het restant van een Duitse tank, bekend omwille van ‘The Battle of the Bulge’. We genoten er dan ook van een drankje, waarna we de terugreis aanvingen.”

maandag 17 mei 2021

464: Bohan, Zaterdag 04 juli 2020, 20,746 km. (9390,86 km.)


“Een wandeling uit de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst in Bohan. Volgens de wandelgids bedraagt de afstand 17,6 km en gaat van start ter hoogte van de brug over de Semois. Na een ritje met de auto bereikten we uiteindelijk Bohan, alwaar we ter hoogte van de kerk op de Rue du Pont tal van parkeerplaatsen aantroffen. Echter alvorens de wandeling aan te vangen, namen we omstreeks 10:15 uur nog even de tijd voor een kopje koffie in ‘La Folie Douce’. Nadien, omstreeks 10:30 uur konden we eindelijk van start gaan voor een dagje klimmen en dalen doorheen dit gedeelte van de Ardennen, na een bezoekje aan de église Saint-Léger van Bohan. We begonnen onze tocht ter hoogte van de brug over de Semois, alwaar we aan de overzijde café Des Ardennes aantroffen. Rechts van het café begonnen we aan een steile beklimming van de doodlopende Rue du Herdier, voorzien van tal van gekleurde symbolen inzake lokale wandelroutes, alsook de rood-witte markeringen van de GR16. Waar de weg ophield te bestaan, ging het in een bocht naar rechts, en troffen we een steil smal bospad aan. Na een vermoeiende en steile beklimming kwamen we boven aan het baken ‘Roche la Dame, 310 m’, om er even te verpozen op een zitbank met uitzicht op de Semois en het dorp Bohan. Een groot kruisbeeld siert dit uitzichtspunt. Nadat we opnieuw op adem waren gekomen, volgden we verder de GR16 en enkele andere symbolen tot aan een kruispunt. We volgden er inmiddels de Promenade du Bois Jean.

Aan het kruispunt wandelden we rechtdoor, waar even verder het bospad versmalde en nadien veranderde in een cornicheweg, om er rechts via enkele doorkijkjes de vallei van de Semois te zien. We kruisten een bredere dwarsweg en stapten verder tot we tenslotte een Y-splitsing aantroffen, alwaar we de linkertak kozen, de grootste welke via een bocht naar rechts licht stijgend verliep. Gekomen aan het hoogste punt, troffen we een zitbank aan naast het baken ‘Bois Jean, 330 m’. Het was inmiddels 12:00 uur geworden, tijd voor de lunch. We genoten er van een broodje met uizticht op hoog opgeschoten gras en varens. Nadien zetten we onze wandeling verder via de dwarsweg links en volgden daarbij de Promenade dans la vallée des Baraques. We verlieten er tijdelijk het traject van de GR16. Even later wandelden we voorbij de restanten van het vakantiedorp ‘Les Dolimarts’. Voorbij deze plek, waar de asfaltweg naar rechts boog, hielden we de richting rechtdoor aan, op een steile dalende rotsige weg. Eenmaal de lange afdaling overwonnen, kwamen we uit op de N935, de Rue du Vieux Moulin, zijnde de weg Bohan-Sugny. Hier dienden we deze weg over korte afstand naar rechts te volgen, voorbij een oude calvarie. Iets verderop verlieten we de N935 naar links via een flink stijgende onverharde weg, de Rue de Durmont, doorheen het bos. Voorbij een hoge gsm-mast, zowat het hoogste punt, ging het in dalende lijn naar de lager gelegen N914, de Rue de Membre. We bevonden ons nu dicht bij de links stromende Semois. Op de N914 ging het aan de overzijde matig dalend rechtsaf.

Wat lager gekomen en dichter bij de Semois, troffen we in een bocht naar rechts, bezijden de weg een picknicktafel aan. We hielden er dan ook even een korte lunchpauze omstreeks 13:50 uur. Hier kregen we een schitterend zicht op de brug over de Semois en de hoger gelegen église Saint-Fiacre van Membre. Net vóór het eerste huis rechts op de N914, kwam van rechts de GR16, welke we een tijdje zouden volgen. We passeerden een oude tabaksdroogkast om dan via de brug over de Ruisseau de Membre te gaan. Aan de overzijde stond het baken ‘Ruisseau de Membre 200 m’. We bereikten de dwars gelegen Rue de Charleville, die we links opdraaiden, richting Vresse. We troffen er het baken ‘Roche à Saloru 180 m’ aan en in de nabijheid het baken ‘La Chêne plié 180 m’. We staken vervolgens via een brug de Semois over en begonnen aan een matige beklimming richting kerk van Membre, nog steeds via de N914. Net voor de bocht naar links, richting kerk, begaven we ons even in de links gelegen Rue de la Fontaine, waar we even verder konden pauzeren op het terras van Taverne Au Vieux Tournay, zowat omstreeks de klok van 14:20 uur. Een kopje koffie smaakte ernaar behoren. Een pauze later keerden we een eindje op onze stappen terug en volgden links nog heel even de N914 tot aan de kerk van Membre.

Voorbij de kerk hielden we oog voor de geel-wit-gele rechthoekjes en sloegen rechstaf in La Routaine, een flink stijgende asfaltweg, waarbij we vrijwel meteen de kerk in de diepte zagen verdwijnen. Ondertussen bevonden we ons opnieuw op het traject van de GR16. Na een hele tijd klimmen, passeerden we het laatste huis en een electriciteitscabine, waarna de weg ophield te bestaan en we verder rechtdoor het bos ingingen via een onverhard pad. Min of meer op vlak terrein trokken we verder het bos in, om even later nog wat aan hoogte te winnen, nog steeds rechtdoor aanhoudend. Tenslotte konden we even herademen, toen we begonnen af te dalen via een naar links buigende weg. Deze liet ons een Y-splitsing bereiken, om er de linkertak te kiezen en zo toeliet lager de N935 te betreden, ter hoogte van het baken ‘Les Blanches Roches 305 m’. We begaven ons rechtsaf en volgden een tijdje de plaatselijke Promenade du Sautou, tot we links van de weg naar een uitzichtpunt konden gaan, met name ‘Point de vue du jambon de la Semois’. We konden er genieten van een schitterend uitzicht over de lager gelegen Semois en de ‘Table des Fées’, terwijl we even genoten van een broodje op een rustbank. Nadien gingen we terug naar de N935 om die links op te draaien en matig bergop te volgen. Een heel eind verder, ter hoogte van de rechts gelegen weg ‘Hameau de Conrad’, stapten we links een grasweg op, welke uitmondde op dwarswegje, waarop we ons naar links begaven, nog wat aan hoogte winnend.

Voorbij een zijwegje, ging het even later dalend richting bos, vooreerst matig, later steil dalend. Tenslotte bereikten we opnieuw de openbare weg, een smal asfaltwegje, de Rue de Bohan, om er linksaf te stappen. Een flinke beklimming langs de bosrand later, kwamen we terecht aan het kleine ommuurde kerkhof van Hérisson. Net voor het kerkhof begaven we ons links op een onverhard pad in dalende zin, dat vrij vlug naar rechts wegdraaide in het bos, om uit te komen op een kruispunt van boswegen, waar we rechts een brede onverharde weg dienden te kiezen. Omwille van het gebrek aan routetekens en de onduidelijkheid van tal van zijpaadjes, kwamen we even later uit op een bredere grindweg die eindigde ter hoogte van de N973, de Rue de Bohan. We zaten met andere woorden totaal uit de richting. Gezien we toch stilaan aan het einde van de tocht waren gekomen, besloten we dan maar de N973 naar links te volgen, richting centrum van Bohan. We kwamen zo voorbij het baken ‘Réserve Ardenne et Gaume 240 m’, ter hoogte van een linkerzijweg. Hier zouden we normaal gezien het bos hebben moeten verlaten. We zaten dus opnieuw op de juiste route en daalden verder af via de N973, ondertussen de Rue d’Hérissart, naar de brug over de Semois. Eindpunt van de wandeling.

Alvorens de terugreis aan te vangen, genoten we nog even van een kopje koffie in café des Ardennes en bekeken nadien de vruchtbaardheidssteen aan de oever van de Semois. Uiteindelijk eindigden we deze weliswaar vermoeiende tocht na 27290 stappen, goed voor 20,746 km. De klok wees dan ook bijna 19:00 uur aan, toen we Bohan verlieten richting thuishaven.”

dinsdag 11 mei 2021

462: Senzeilles, Zaterdag 01 mei 2021, 24,735 km. (9352,753 km.)


“Een wandeltocht uit de Dagstappergids Ardennen – deel 3, met start en aankomst te Senzeilles. Volgens de wandelgids een tocht over een afstand van 21,4 km, met als aanbevolen vertrekpunt, de Eglise Saint-Martin. Na een lange autorit vonden we een parkeerplaats bezijden de kerk in de Rue de l’Horloge, om er te wisselen van schoeisel en vast te stellen dat het niet bijzonder warm bleek te zijn. Na alles te hebben nagezien, konden we omstreeks 10:35 uur aan de wandeltocht beginnen. We verlieten de Rue de l’Horloge en wandelden voorbij het monument ter ere van de oorlogsslachtoffers, staken een pleintje over en begaven ons aan de overzijde in de dalende Rue de l’Eglise, welke leidde naar de Place Verte. Voorbij de Place Verte kruisten de we Rue de Neuville, om nadien links verder te gaan in de Rue Trieu du Loup. De gele kruisjes als routekens zouden het juiste pad aangeven. Eenmaal voorbij de laatste huizen, ging het asfalt over in een rotsig pad, na een haakse bocht naar rechts. We kwamen terecht tussen akkers en weiden en verkregen zicht op de omliggende hellingen. Een bocht naar links later, ging het nagenoeg in rechte lijn naar het verder gelegen Forêt de Senzeilles. Links konden we tal van windmolens waarnemen, behorende tot het windmolenpark. Nog steeds dezelfde richting aanhoudend kwamen we aan de rand van het bos. Het baken ‘Les Spèches’, bleek van de aardbodem te zijn verdwenen.

In het bos aangekomen volgden we de verharde naar rechts draaiende hoofdweg, om er voor de rest zijpaden te vermijden. Via een oude brug overschreden we een voormalige spoorweg, om nog steeds verder, het op- en neergaande pad doorheen het bos te bewandelen. Wat verder boog de weg naar links en via het nog steeds dalende asfalt arriveerden we aan de Carrière du Beau Château, een verlaten steengroeve waar ooit rood marmer werd gewonnen tot 1950. Op de dag van vandaag is dit een mooie picknickplaats geworden, waar we dan ook omstreeks 11:20 uur even halt hielden voor het nuttigen van een broodje. Min of meer wat uit de wind, konden we genieten van wat zon met zicht op de wanden van de groeve. Na deze aangename pauze gingen we opnieuw op weg, via de Rue du Culot Massin, met andere woorden, nog steeds dezelfde richting verder door het bos. Tenslotte verlieten we het bos en stapten naar de nabij gelegen N978. Deze druk bereden weg kruisten we, om aan de overzijde opnieuw het Forêt de Senzeilles in te gaan. Amper deze kant van het bos ingegaan, namen we een pad naar rechts, dat zowat evenwijdig verliep aan de N978. Een breed kaarsrecht wandelpad bracht ons wat later opnieuw tot aan deze weg. We daalden naar rechts af, om over korte afstand de N978 naar links te volgen, tot we opnieuw het bos konden ingaan.

We verwijderden ons opnieuw van de weg en trokken dieper het bos in. We wandelden voorbij een ondergronds vleermuizenreservaat. Langaam wonnen we stilaan aan hoogte om uiteindelijk een dwarsweg te bereiken van rood marmer, om daar rechtsaf te gaan en te beginnen aan een lange en vermoeiende beklimming. Een Y-splisting verder hielden we de rechtertak en wonnen nog wat aan hoogte. Eenmaal het hoogste punt aangetroffen, vonden we links van het pad een picknickplaats net voor de N978. Het was ondertussen 12:30 uur geworden, tijd voor een hapje en een drankje. Na deze verdiende rustpauze, begaven we ons even op het verkeerde pad naar links, om vrij snel te bemerken dat iets niet strookte met de aangegeven route. Dus rechtsomkeer en dan volgens de beschrijving de N978 over, om aan de overzijde een smalle wandelweg te betreden. Nog wat verder aan hoogte winnend staken we via een brugje opnieuw de voormalige spoorbedding over om nog even te genieten van de passage doorheen een stukje bos. Voorbij het bos ging onze tocht verder tussen weilanden, nog wat klimmend, om tenslotte het centrum van Senzeilles in zicht te krijgen. In dalende lijn kwamen we terug aan op de Place Verte. Een zitbankje op het plein liet toe omstreeks 13:30 uur nog even een rustpauze in te lassen.

Terug in Senzeilles waren we nu klaar om een tweede wandellus aan te vangen. Vooreerst stapten we een tijdje doorheen het dorp, eerst linksaf verder via de Rue du Trieu du Loup, gevolgd door de Rue Basse. De eerste straat rechts leidde terug naar de Rue de l’Eglise, om er linksaf te gaan naar de kerk en het pleintje ervoor gelegen. Ditmaal verlieten we de Eglise Saint-Martin in een andere richting, langs de Rue Houpière, ditmaal geleid door groene kruisjes. Deze brede asfaltweg liet ons wat verder aankomen ter hoogte van een rotonde met in het midden een rotsblok. Daar verlieten we de Rue Houpière en kozen de tweede straat links, de Chemin Montaval, vrijwel dadelijk stevig dalend. Achterom kregen we zicht op het hoger gelegen kerkhof, om wat lager het asfalt te ruilen voor een stenig pad. We staken een zijbeekje over van de Ruisseau de Senzeilles, om dan ter hoogte van een dwarsweg, nog verder af te dalen naar rechts. Blijkbaar was ook hier het baken ‘Les Cloyes’ verdwenen. Op het laagste punt gekomen ging het over de echte Ruisseau de Senzeilles en dat betekende het einde van het dalen. Voor ons openbaarde zicht een beklimming die zich later duidelijk liet voelen. Een keienpad liet ons langzaam maar zeker aan hoogte winnen, richting rand van het Bois du Mont. Aan de rand van het bos ging het via de linkerweg verder, om nog steeds de steile klim af te werken, tot we tot groot genoegen van maatje, een dwars gelegen bosweg aantroffen, voorzien van een picknickbank tussen de bomen. Het baken ‘La Butte 285,5 m’ liet ons weten hoe hoog we waren geklommen. Tijd voor een hapje, intussen 14:30 uur voorbij.

Het gezegde indachtig ‘What goes up, must go down’, waren we vanaf hier verzekerd van een langere periode wandelen zonder beklimmingen. Nog steeds de groene kruisjes in het oog houdend, ging het op de kruising linksaf en konden we via een brede wandelweg doorheen het bos langzaam beginnen dalen. Toen we het bos verlieten daalden we nog even verder tot we de openbare weg bereikten, de Rue de Daussois. We sloegen linksaf en begonnen via deze kronkelende weg aan een steile afdaling richting lager gelegen Soumoy. Bij het binnenkomen van Soumoy ging het aan het eerste kruispunt rechtsaf, tussen een monument voor een oorlogsslachtoffer en een speeltuin, om dadelijk daarna links de Rue Nicodème te kiezen. Tussen enkele bouwvallige huizen ging het naar de Rue de Daussois, om er aan de overzijde de Ruisseau de Soumoy te overschrijden. Via de Rue de Daussois kwamen we aan de Eglise Saint-André en het kasteel van Soumoy, waar we omheen gingen via een tweetal haakse bochten. Tegenover het tweede hek van het ommuurd kasteelpark draaiden we rechts een landwegje is. Vrij vlug ging dit over in een smal paadje doorheen een stukje bos, om tenslotte het einde van het paadje te bereiken net voor de vangrails van de N978a, de Rue Malcampé, aan het meer van Falemprise. We stapten een eindje naar rechts, tot we de weg konden kruisen via een oversteekplaats. Daar bevond zich een picknickplaats, waar we omstreeks 16:00 uur nog even konden overgaan tot het nuttigen van een broodje en tevens wat konden pauzeren.

Na deze onderbreking dienden we voortaan oog te hebben voor blauwe driehoekjes. Over zowat 3 km zouden we nu een wandel- en fietspad volgen langs de oever van het meer. We gingen dus linksaf en maakten een ruime bocht naar rechts omheen het uiteinde van de waterplas. Nadien ging het zowat evenwijdig aan het rechts gesitueerde meer. Verderop boog de weg nagenoeg haaks linksaf en verliep dicht bij de oever, weliswaar goed beveiligd. Heel even gingen we aan de overzijde van de weg een monument bekijken ter ere van 11 gesneuvelde franse militairen tijdens de meidagen van 1940. Aan het einde gekomen van het meer, ging de Rue Malcampé over in de Rue du Moulin en wandelden we Cerfontaine in. In de bocht ging het vrijwel dadelijk linksaf in een naamloos straatje, aangegeven via liggende gele ruitjes. Vooreerst matig bergop, ging het nadien steil de hoogte in doorheen een stukje bos en via een smal paadje dat eerder het uitzicht had van een greppel. Met moeite deze hindernis overwonnen kwamen we terecht in de dwars gelegen Rue du Bailly, welke we rechts insloegen. Ter hoogte van een Y-splisting kozen we links de Rue de la Trinité, net aan een bushalte. We hielden er dan ook even voor het laatst halt voor een korte wandelpauze, alvorens de steil dalende Rue de la Trinité te volgen. Beneden kwamen we uit op de Rue de Senzeilles, net voor het kerkhof van Cerfontaine.

We stapten rechtsaf tot voorbij de kerkhofmuur om dan links, langs deze muur de Rue des Vaux in te gaan. Net voorbij het kerkhof ging het andermaal linksaf op een veldweg, waar we de rood-witte tekens vonden van de GR125 bis. De veldweg veranderde in een karrespoor en daar ging het GR-pad rechtsaf. We bleven rechtdoor stappen om er een kleine ruïne aan te treffen van de vroegere Chapelle de la Croix Gillot. Inmiddels kregen we zicht op de kerktoren van Senzeilles. Via een draaihekje zetten we ons wandeling verder over een hooiweide, om door middel van een tweede draaihekje een volgende weide op te gaan. Aan het andere einde van de weide vonden we een karrespoor en dat leidde naar de lager gelegen Rue de Senzeilles. We betraden de weg naar rechts en begonnen aan de laatste klim richting centrum van Senzeilles. We passeerden nog het pand waar zich de astronomische klok van Senzeilles bevindt, in de Rue de l’Horloge. Nog even ging het rechtsaf in de Rue du Château om er voorbij het kasteel van Senzeilles te gaan, richting kerk. We eindigden dan ook deze vrij vermoeiende tocht omstreeks 18:45 uur na 24,735 km wandelen, goed voor 32125 stappen. Even later volgde nog een lang rit huiswaarts.”

dinsdag 27 april 2021

459: Nismes, Zaterdag 03 april 2021, 14,718 km. (9288,316 km.)


“Een wandeling uit de Dagstappergids Ardennen – deel 3, met start en aankomst te Nismes. Deze luswandeling verloopt over een afstand van 12,8 km en gaat van start ter hoogte van de Eglise Saint-Lambert in de Rue Bassidaine. We vonden alvast een parkeerplaats in de aanpalende Rue Grande. Na een hapje ter plaatse konden we omstreeks 10:45 uur de tocht aanvangen. We vertrokken dan ook aan de kerk en staken via de Rue Bassidaine het Zwart Water over dat naast de kerk stroomt. We dienden enkel oog te hebben voor de gele rechthoekjes, welke ons verder de weg zouden aangeven. We passeerden het links gelegen gemeentepark en gingen rechtdoor via de Rue des Juifs. Ter hoogte van de eerste haakse bocht naar links, verlieten we de openbare weg naar rechts via enkele trappen en begonnen aan een steile klim, richting bos. Een smal wegje liet ons vrij vlug boven het dorp uitkomen. Daar hebben we wellicht een afslag naar links over het hoofd gezien, daar we, eenmaal doorheen het bos uitkwamen op een dwars gelegen smalle asfaltweg. We volgden die even naar rechts, in de richting van een nabij gelegen kruispunt en bevonden ons in de Rue Orgeveau. We troffen er een wegwijzer welke de richting aangaf van de Fondry des Chiens. Fondry’s zijn een soort openluchtgrotten. Daar deze eerste Fondry op onze route lag en om verder verdwalen te voorkomen, kozen we bijgevolg deze richting.

We begaven ons naar rechts en begonnen opnieuw aan een beklimming, richting Fondry des Chiens. We kwamen wat later aan ter hoogte van een kleine parking en tevens enkele picknickbanken op de plaats waar kon worden van start gegaan voor enkele korte wandelingen. Ter plaaste benoemd als ‘Départ marche nordique Nismes’. We pauzeerden even op één van de banken en genoten van een broodje en een drankje. Na deze korte onderbreking wandelden we verder richting Fondry des Chiens. Na nog wat aan hoogte te hebben gewonnen troffen we het baken ‘Fondry des Chiens en tevens de befaamde grotten. We namen de tijd enkele foto’s te nemen en wandelden ondertussen in tegenwijzerzin omheen de site. Eenmaal er voorbij bevonden we ons op het traject van de GR125, om vrij snel naar rechts via een smal paadje af te dalen. Beneden aangekomen ging het rechtsaf en begonnen we opnieuw aan een geleidelijke klim welke ons terug het bos liet ingaan. Geruime tijd konden we genieten van een breder bospad dat langzaam begon te dalen tot we aan het einde van het bos terecht kwamen op een smalle dalende asfaltweg, de Rue Saint Joseph. Via deze weg daalden we verder af richting centrum van Nismes. Een bocht later ging de weg over in de Rue Sainte Anne.

In dalende lijn zetten we onze wandeling verder tot we links de Rue Pierre Bosseau konden inslaan, welke ons verderop via een brug opnieuw het Zwarte Water liet oversteken. Aan de overkant van het water gingen we links verder in de Rue du Calvaire. Rechts in het begin van de straat bevond zich inderdaad de ‘Calvaire du Baty’. Vanaf deze plaats dienden we nu enkel nog oog te hebben voor de rood-witte markeringen van de GR125, alsook blauwe rechthoekjes, welke ons verder op het juiste pad zouden houden. De Rue du Calvaire hield vooreerst in dat we begonnen aan een volgende lange en vrij steile beklimming. Toen we een Y-splitsing bereikten, volgden we de betreffende routetekens en kozen dus de linkerweg. Zo verlieten we de bebouwde wereld en betraden even later een smal wandelpad tussen weiden links en bos rechts. We konden links het verloop van het Zwarte Water min of meer zien tussen de bomen. Af en toe dienden we wat hoogteverschillen te overwinnen, nu eens dichter bij de waterloop, dan weer er wat verder van verwijderd. We bevonden ons trouwens tevens op een gedeelte van een route naar Santiago de Compostela, getuige de bekende stickers op de bomen. Links kregen we in de verte zicht op het dorp Petigny, waar de kerktoren de blikvanger bleek te zijn.

Tenslotte mondde de tot nog toe gevolgde weg uit op een bredere grindweg welke eindigde ter hoogte van een brug over het Zwarte Water. Net voor de brug troffen we een soort pomphuisje aan, alwaar we even uit de wind konden plaatsnemen op een betonnen blok om er even te denken aan de inwendige mens. Na wat te hebben genoten van een rustpauze, gingen we opnieuw op weg. De grindweg gaf toegang tot de Rue des Monts, welke we rechts opgingen. We lieten op die manier het Zwarte Water achter ons. Andermaal begonnen we aan een nieuwe beklimming, vooreerst voorbij een pas aangelegde speeltuin. Nog wat hoger passeerden we de straat ‘Devant le Village’ om nadien terecht te komen op een driesprong. Daar verlieten we de Rue des Monts naar rechts, en kregen een nog steilere klim voor de voeten op een rotsig pad. Nog wat hoger gekomen via deze Chemin de Notre-Dame de Foix, hielden we even halt aan de betreffende kapel ter ere van de Notre-Dame de Foix. Kapel is een groot woord voor een bouwwerkje van amper een meter hoog, maar wel omgeven door vier mooie lindes. Nog verder fors stijgend op een rotsig pad eindigde dit smalle pad op een dwars gelegen asfaltweg, Domeine de Bouvreuils, alwaar we rechtsaf gingen. Aan een pyloon ging het andermaal naar rechts en wandelden we door een klein bebouwde zone.

We betraden opnieuw het bos en herwonnen nog wat aan hoogte tot we de top bereikten op zowat 253 m boven de zeespiegel. We gingen voorbij een soort ‘Villa des Oursons’ om dan via een brede bosweg te beginnen aan een geleidelijke afdaling. We bevonden ons wat later opnieuw op het traject van de GR125, doch hadden nog steeds de blauwe rechthoekjes gevolgd. Even later konden we even pauzeren op een zitbank in het zonnetje, om er te genieten van een hapje en dit aan de Matricolo, de grootste fondry van Mismes. Weliswaar bijna volledig overgroeid. Na deze aangename rustpauze gingen we ter hoogte van deze fondry haaks rechtsaf en stapten nu in plaats van doorheen een loofbos, door een dennenbos. We hadden er even voorheen de GR125 verlaten. Op weg door het bos stapten we nog voorbij enkele kleine fondry’s. Nog steeds verder dalend naderden we stilaan opnieuw het centrum van Nismes. De afdaling werd steiler, zodat we konden gebruik maken van houten relingen. We betraden vervolgens een steil kasseiwegje, waar we ook via relingen veilig konden afdalen. We bereikten opnieuw de bebouwde wereld om er via de Rue Vieille-Eglise de wandeling te eindigen ter hoogte van de kerk.

Na exact 14,718 km waren we aan het einde gekomen van deze toch wel vermoeiende wandeltocht. Alvorens de terugreis aan te vangen, namen we nog even de tijd voor een take-away koffie naast de kerk in het café Rive Gauche. Nadien wandelden we nog even doorheen het Parc Communal van Nismes, alwaar we enkele kunstwerken konden bekijken. Uiteindelijk namen we even later afscheid van het drukke Nismes om richting thuishaven te rijden.”

woensdag 16 september 2020

358: Furfooz, Zaterdag 29 augustus 2015, 9,810 km. (7266,132 km.)

“Vermits de zon nog altijd verschijnt in het oosten en draait naar het zuiden, reden we dan ook zowat zuidoostwaarts, teneinde aldaar in het kleine Furfooz een wandeling aan te vangen van 16,5 km, zoals beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3. Met wat moeite, omwille van een verkeerde afrit op de N97, bereikten we pas omstreeks 10:00 uur een rotonde aan de ingang van het dorp, alwaar de wandeling van start zou gaan. Nadat we het gepaste schoeisel hadden aangetrokken en alles in de rugzak hadden gestopt, konden we even later omstreeks 10:20 uur van start gaan, onder een vooralsnog blauwe hemel. Slechts heel in de verte waren enkele kleine wolken zichtbaar. De temperatuur was ondertussen behoorlijk opgelopen tot boven de 20°, een ideaal moment om te vertrekken dus. Onze tocht begon dan ook ter hoogte van de kleine rotonde op het kruispunt van de Rue du Camp Romain en de Rue de Monchon. We gingen dan ook van start op een hoogte van 212 m en zouden snel afdalen naar de lager gelegen oever van de Lesse. We verlieten het kruispunt en gingen de links gelegen Rue des Aiguilles de Chaleux in. De naam op zich, zou later meer duidelijkheid brengen.

Vrijwel onmiddellijk bemerkten we de aanduidingen van de GR126. Via het smalle wegje, wandelden we de woonkern uit. Een eerste blikvanger was een gedenksteen, opgericht ter nagedachtenis van Gabriel Denamur, welke tijdens een expeditie in 1991 op de Annapurna spoorloos is verdwenen. Het asfalt maakte even verder plaats voor wat grind en begonnen we aan een lichte beklimming. We konden dan ook voor het eerst de weidse omgeving bekijken, met als blikvanger, een enorme vierkantshoeve in de verte. Maar we bemerkten ook de koeltorens van de kerncentrale in Chooz (Fr) en niet te vergeten, links het diepe dal van de Lesse. Een eerste rustbank troffen we aan bezijden het pad, doch het was nog vroeg om nu al uit te rusten. De veldweg verder volgend, bereikten we het Bois de Chaleux en konden we beginnen aan een vrij forse, lange afdaling naar het lager gelegen dal. Een smal kalkstenen pad, voorzien van losliggend gesteente en nog nat van de regen van de voorbije dagen, maakte het pad gevaarlijk om af te dalen. Met de nodige voorzichtigheid bereikten we wat verder het baken ‘Point de vue sur Chaleux’ – 205 m).

Hier verkregen we een schitterend uitzicht over het in de diepte gelegen gehucht Chaleux, de kronkelende Lesse en de spoorwegbrug over de rivier. Tevens konden we een eerste glimp opvangen van de Roche à la Chandelle, de zogeheten vetkaarsrots. Jammer genoeg was de picknickplaats bezet, door een grote groep kampeerders. We zetten onze tocht dan maar verder, richting dal. Afdalend kwamen we langsheen het baken ‘Les Aiguilles de Chaleux’ – 200 m, en volgden er het traject van de Promenade des Aiguilles de Chaleux. Steeds verder dalend over vaak een vrij moeilijk begaanbaar steenachtig pad, bereikten we uiteindelijk het dal en stonden aan één van de oevers van de Lesse, ter hoogte van een eerste spoorwegbrug. De eerste kajakkers zagen we op de rivier voorbij peddelen. We maakten hier van de gelegenheid gebruik, de rugzak wat te verlichten, door het nuttigen van een broodje. Een grote groep wandelaars kon worden opgemerkt. Na deze korte pauze vervolgden we onze weg, onder de brug door, verder langsheen de oever van de Lesse, stroomopwaarts.

De tot nu toe gevolgde rotsachtige paden, werden nu vervangen door een bosweg, waarvan het einde van de ellende nog niet meteen in zicht kwam. In het begin nogal modderig, hadden we wat verder af te rekenen met plassen over de gehele breedte van het pad, zodat we noodgedwongen af en toe dienden uit te wijken naast het pad, teneinde vooral de voeten droog te houden. Met enige moeite, na een passage doorheen de netels, bereikten we een parallel gelegen paadje, dat beter begaanbaar was, ook al was de grond er erg kleverig. Af en toe een stukje gras maakte het wandelen er wat eenvoudiger op. Na geruime tijd het pad te hebben gevolgd, bereikten we een tweede spoorwegbrug over de rivier. We verlieten de oever en klommen via enkele trappen tot boven de brug, om vervolgens aan de overkant, via trappen af te dalen naar de andere oever. We wandelden dan onder de brug door en bereikten korte tijd later het baken ‘Roche à la Chandelle’, zowat ter hoogte van toegang tot het gehucht Chaleux. Een bankje aan de oever van de Lesse nodigde alvast uit tot een korte pauze. We konden dan ook heel wat beweging waarnemen op en naast het water.

We sloegen meteen rechtsaf en wandelden het gehucht binnen, hierbij het traject volgend van de Promenade de Walzin. Het was ondertussen 12:40 uur geworden en we hadden amper iets meer dan drie kilometer afgelegd. We kwamen langs de Sint-Niklaaskapel en volgden vanaf nu een gemakkelijk begaanbare asfaltweg, welke de kronkels van de Lesse min of meer volgde. Een splitsing liet ons vervolgens links aanhouden, waarbij we ons nu bevonden op het traject van de Promenade du Ropy. We stapten nu doorheen de vallei, nogmaals onder een spoorwegbrug door. Geruime tijd later, bereikten we het baken ‘Ri de Vesse’ – 115 m, alwaar we nog steeds dezelfde richting dienden aan te houden. Zo bemerkten we op onze weg enkele vakantiehuisjes en tevens grote weiden, blijkbaar de uitverkoren picknickplaats voor velen. We namen dan ook plaats aan één van de stenen tafels teneinde nog even de inwendige mens te sterken, ondertussen kijkend naar de talrijke kajakkers op de Lesse. Terug op pad, bereikten we nadien een rustplaats voor kajakkers, een drankhut met frituur en een buitenterras. We namen er dan ook even de tijd een frisdrankje te nuttigen.

Omwille van de drukte en het lawaai, maakten we dat we vrij snel opnieuw verder wandelden. Aan de volgende brug, ging het rechtsaf, om vervolgens via de brug de Lesse over te steken. Aan de overkant van de brug, bereikten we het baken ‘Pont de Gendron’ en bevonden ons dichtbij het station van Gendron. Een laatste spoorwegbrug gingen we onderdoor en de brede weg leidde ons tot de iets verder gelegen Auberge de la Lesse. Tijd dus voor een kopje koffie, alvorens het zware klimwerk aan te vatten. De klok wees ondertussen 14:10 uur aan. Min of meer wat uitgerust, volgden we een tijdje de drukke N916, tot voorbij het grensbord Celles. Enkele honderden meters verder verlieten we de drukke weg en sloegen een links gesitueerd bospad in. Via een klein bruggetje ging het over de Ri des Forges en konden we beginnen aan de lange beklimming om uit het dal van de Lesse weg te komen. Een gelijkaardig pad als voorheen op de dag, wachtte nu om te worden beklommen. Het rotsachtige, steile pad, zou heel wat energie vergen en bovendien liet de zon zich meer en meer aanvoelen. Zweten en puffen dus.

Uiteindelijk bereikten we wat hoger een vlakkere bosweg en die leidde ons naar de rand van het bos, zodat we terecht kwamen in een glooiend open terrein. Heel even nog ging het wat de hoogte in, tot we het hoogste punt hadden bereikt, ter hoogte van een linde, voorzien van een rustbankje. Ondertussen zagen we in het dal reeds de dorpskern van Furfooz liggen en in de verte de reeds bekende vierkantshoeve. Na een laatste rustpauze, volgden we rechtdoor een veldwegje, richting dal. Na nog een laatste stukje rotsig pad, bereikten we de openbare weg aan de rand van de dorpskern. We stegen lichtjes tot aan de plaatselijke kerk, om vervolgens linksaf, even verder opnieuw de plaats van vertrek te bereiken. We waagden ons niet meer aan de tweede lus van deze beschreven wandeling, vermits we op de terugweg nog even halt zouden houden in Celles, alwaar zich een monument bevindt, dat herinnert aan de veldslag in de Ardennen.

Zowat een kwartier later bereikten we de taverne ter hoogte van het monument en genoten nog van een laatste verfrissing, alvorens de terugreis aan te vangen. Uiteraard namen we de tijd om nog wat foto’s te nemen van een aldaar opgestelde Panther. De wandeling van vandaag was goed voor 9,810 km, 446 cal in een tijd van 2.29.44. We hadden 13080 stappen nodig om de klus te klaren.”

vrijdag 19 juni 2020

291: Leffe, Zaterdag 29 maart 2014, 17,1 km. (5843,279 km.)

“Het volgende wandelverhaal brengt ons nogmaals over de taalgrens. Toen immers, hadden we een wandeltocht gekozen, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Leffe. Deze tocht ging over een lengte van 17,1 km en verkreeg in de wandelgids de volgende beschrijving: ‘Natuur en vergezichten hoog boven de Maas’. De voorziene startplaats bevond zich ter hoogte van de parking tegenover de kerk van de abdij van Leffe. Na een weliswaar lange autorit bereikten we tenslotte Leffe, voorzien van een stralend blauwe hemel en reeds een flinke dosis zonneschijn. Na vooreerst te hebben genoten van een hapje voor onderweg, konden we op pad, een aangename wandeltocht tegemoet. Bij het verlaten van de parking bevonden we ons vrijwel dadelijk op het kruispunt aan de Place de l’Abbaye, om dan rechtsaf te gaan, richting Lisogne. Ter hoogte van de oversteekplaats gingen we aan de overzijde van de weg, haaks linksaf naast het oorlogsmonument, om vanaf daar de rood-witte markeringen te volgen van de GR126. Zo verlieten we de woonzone en kwamen ter hoogte van de N948, om die vervolgens aan de overzijde naar rechts te volgen. Aan het bord, einde bebouwde kom Dinant, verlieten we links de N948 om een smal pad op te gaan, dat zich bevond op een berm. We verkregen een korte passage doorheen een stukje natuurreservaat en een klein stukje bos.

We verkregen links zicht op de steengroeve Carrière de Leffe, waar we korte tijd later arriveerden ter hoogte van het terrein van de steengroeve op een geasfalteerde dwarsweg, om die naar rechts in te gaan. Die weg volgend bereikten we een groot kruispunt voorzien van een es. Gevolg gevend aan de wegwijzer richting Purnode, draaiden we bijgevolg linksaf, om bijna onmiddellijk de weg naar rechts te verlaten via een veldweg. We voelden dat we matig bergop wandelden om een tijdje later, haaks rechtsaf nog steeds stijgend verder de veldweg te bewandelen, tot aan een alleenstaand pand. We hadden ondertussen het grondgebied betreden van Loyers. Voorbij de volgende boerderij wandelden we in de straat Sur les brûlés, om vast te stellen dat de GR126 een andere richting uitging. Wij stapten rechtdoor en volgden hierbij een plaastelijke wandelroute aangeduid door liggende rode ruitjes, tot aan een oude toren van een voormalige boerderij, welke volledig overwoekerd werd door begroeiiing. We betraden echter niet het centrum van Loyers, doch sloegen de eerstvolgende straat rechts, de dalende Rue de la Galerie in. Vanaf nu ging het geruime tijd onafgebroken rechtdoor en vooral bergaf.

We staken even later opnieuw de N948 over, om verder te gaan via de Route de Froidin. We verlieten vervolgens deze weg naar rechts via een smal pad, net voor het bereiken van de Rue Val de Douaine. Tussen de weiden daalden we snel af en bereikten een strook bos, waar we doorheen wandelden via een brede bosweg, nog steeds verder dalend. Eenmaal het bos achter de rug, wandelden we links een dwarsgelegen asfaltweg in welke ons leidde tot aan een bocht, waar we oog in oog stonden met het Château de Chession. Links ervan bemerkten we de kabbelende Ruisseau des Fonds de Leffe. Na het nemen van enkele foto’s zetten we onze wandeling verder. Net voorbij het kasteel gingen we de eerste stijgende rechterweg in, om aan de volgende Y-splitsing links verder te klimmen. Immers het ging vrij steil te hoogte in, over een ondergrond van kalksteen. Eerst verdween het bos aan onze linkerzijde en even verder ook aan de rechterkant. We verkregen nu een weids uitzicht over akkers, beheerst door een watertoren in de verte. Wat verder kwamen we aan een onverharde dwarsweg, welke we naar rechts dienden te volgen.

Matig dalend, ging het opnieuw rechtsaf, net voor het bereiken van de eerste woningen. Een alweer stijgende asfaltweg leidde naar een grote verlaten boerderij. Net voor de boerderij wandelden we opnieuw rechtsaf, naast een electriciteitscabine, dalend over een met gras begroeide weg. Voorbij de boerderij ging het naar links, om nogmaals te kunnen genieten van de doortocht van een mooie strook bos. Na het afdalen bereikten we opnieuw de Ruisseau des Fonds de Leffe en vervolgens de N948. Via de Rue Remy Himmer, waarin we ons thans bevonden, arriveerden we terug op de Place de l’Abbaye, om nadien het tweede gedeelte van de wandeling aan te vatten. We gingen andermaal rechtsaf, ditmaal flink stijgend, richting Huy om even verder de rechts gelegen Charrau de Leffe te kiezen. Ditmaal ging het nog steviger bergop voorbij een rotswand links. We konden ons verder houden aan de tekens van enkele plaatselijke wandelpaden, met name liggend geel ruitje en liggend rood ruitje. Net voorbij het laatste pand, dienden we scherp linksaf te gaan, via een steil pad langs de rand van het bos. We gingen dieper het bos in en kregen links, via doorkijkjes, zicht op de ruïne van de burcht van Crèvecoeur.

We bereikten een dwarsweg voor de Carrière de Leffe, welke we naar links dienden in te gaan, om verder aan het bord Carrière de Leffe, opnieuw links te kiezen. We kwamen op die manier terecht bij de schaapstal Au Mouton Noir van de natuurvereniging Natagora. Normaal gezien zouden we hier, net voor de schaapstal links dienen te wandelen, om te genieten van een gedeelte van het natuurreservaat, doch om één of andere reden, werd dit geweigerd door een lid van de natuurvereniging. We dienden bijgevolg rechtdoor verder te wandelen, aangezien de voorzien route wat verderop uitmondde op het pad dat we nu zouden inwandelen. Tenslotte arriveerden we toch op een punt waar we opnieuw de juiste route volgden en begonnen af te dalen doorheen het bos om beneden een stand voor kleiduifschieten aan te treffen. De weg boog af naar rechts en bevonden we ons in het dal van de Maas met ernaast de drukke N92. We wandelden een tijdje langsheen de N92, tot aan kilometerpaal 24. Een wandelpad links was onze volgende wandelrichting. Via een slagboom betraden we een weggetje dat ons liet wandelen langs de oever van de Maas.

Gekomen ter hoogte van een kleine binnenhaven, gingen we opnieuw voorbij een slagboom en even verder het kerkhof. We kwamen terug bij de N92 die we ditmaal volgden via een voetpad, voorbij een camping. Na het passeren van het plaatsnaambord Dinant en een stuw in de Maas, ging het een laatste maal linksaf naar de parkeerplaats aan de Abdij van Leffe. Het eindpunt van een mooie, doch vermoeiende tocht door een stukje Ardennen.”