Posts tonen met het label Dagstappergids. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Dagstappergids. Alle posts tonen

zondag 2 juli 2023

548: Herbeumont, Zaterdag 01 augustus 2020, 12,7 km. (10.791,061 km.)


“Het relaas betreffende een wandeling uit de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Herbeumont. Na de verplaatsing vooraf via Cambio, vonden we een parkeerplaats op de Grand’Place zelf. Alvorens de wandeling aan te vangen, namen we nog even de tijd voor een kopje koffie op de hoek met de Rue de la Hulette omstreeks 10:45 uur. Het beloofde in elk geval een vrij zonnige dag te worden. Na de koffie waren we alvast klaar om de tocht aan te vatten, volgens de wandelgids een tocht van 19,3 km. Onderweg zouden we beslissen hoever we het geplande traject zouden bewandelen. We begaven ons de Rue de la Hulette in en volgden de aanduiding ‘Groen kruisje’, vrijwel dadelijk al klimmend. Aan een eerste Y-splitsing stapten we rechtdoor verder via de reeds vermelde straat, meteen fors stijgend, wat zich liet voelen daar de klim meer dan 1 km ver bedroeg. Voorbij een eerste bocht naar links ging de brede weg over in Le Terme. Een tweede bocht naar rechts liet ons bijna het hoogste punt bereiken en stapten we min of meer op vals plat. Gekomen aan een picknickplaats rechts van de weg, verlieten we de brede weg en begaven ons schuin rechts op een dalende asfaltweg, de aangegeven Sentier des Songes. We volgden daarbij groen kruisje, blauw driehoekje en geel ruitje. Amper begonnen aan de afdaling vonden we beschutting tegen de zon, vermits we het bos inwandelden via enkele snel elkaar volgende bochten. Na een lange aangename afdaling kwamen we op een kruispunt van bospaden, om er nog even rechtdoor te gaan en via een brug de Antrogne over te steken, een zijrivier van de Semois. Net voorbij de brug draaiden we rechts de Rue de Plannois in.

We overschreden er een bijbeek van de Antrogne en begonnen andermaal te klimmen. Even verder aan de dwars gelegen weg, gingen we scherp linkaf en volgden er de richting aangegeven door een groen kruisje. Hier ging het vrij steil bergop, om na een bocht naar rechts, een minder stevige beklimming te verkrijgen. Na aanvankelijk nog een bochtige weg te hebben gevolgd, ging ondertussen de grindweg over in een kaarsrechte weg door een beukenbos. Op het einde van de lijnrechte weg aangeland, kwamen we uit op een kruispunt van boswegen, voorzien van een wandelboom en overdekte picknickplaats. We gingen nog zowat 700 m verder rechtdoor tot aan een volgende viersprong, tevens parking Les Epioux. We gingen er rechtsaf via de Rue des Epioux, richting Herbeumont pas Semois, aangeduid door een geel driehoekje van de Transsemoisienne. Wat verder de groene kruisjes opnieuw volgend, verlieten we de Rue des Epioux en kozen rechtsaf een brede grindweg, voorbij een groen bord met franstalige raadgevingen aan wandelaars, Domaine des Epioux. Nog altijd verder dalend ging de weg door een deels eiken- en beukenbos. We bemerkten er een beekje, de Ruisseau de Maissinette, dat we links lieten waar de weg naar rechts bochtte. Net voorbij een slagboom kwamen we terecht op een pad dat de Semois stroomafwaarts volgde. We passeerden een uitkijkpunt, waar we zicht kregen op de vallei, de Point de vue de l’écureuil. We zetten onze weg verder langs de oever van de Semois, tot we bij een houten reling, de weg naar links konden verlaten en een picknickplaats aantroffen aan de samenvloeiing van de Semois en de Antrogne.

Echter overbevolkt door toeristen die er diverse barbecue’s hadden aangestoken, vonden we geen vrij plekje om even te pauzeren. We stapten dan nog maar wat verder over een vrij smal rotsig paadje, tot we een eindje voorbij deze picknickplaats even konden zitten aan de waterlijn en tijdens de maaltijd konden genieten van een koel voetbad in de Semois. Na een wat langere wandelpauze, begaven we ons opnieuw op weg. We volgden verder het smalle paadje langs de Semois, aangegeven door rode liggende rechthoekjes. Het betrof een soort visserspad, voorzien van uitstekende boomwortels en af en toe uitgehouwen in de rotsen. Wat verderop verwijderde het pad zich enigszins van de Semois en leidde ons doorheen bos. Aan een wandelboom gekomen volgden we gewoon rechtdoor de richting ‘Vannes de Conques 0,5 km en Herbeumont 2,7 km’. Het pad bracht ons wat verder langs een grote camping, Arnocamps, alwaar we even halt hielden om er op het buitenterras even te genieten van een glas cola. Of waren het er zelfs twee ondanks het warme weer? In ieder geval het was er ook vrij druk, gelet uiteraard op de vakantieperiode. Na het lessen van de dorst gingen we de camping voorbij en vervolgens onder een enorm spoorwegviaduct. Het 150 m lange viaduct, voorzien van 38 m hoge bogen, maakte deel uit van de vroegere spoorlijn Bertrix – Massenpré. Het werd gebouwd en gebruikt door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een eind voorbij het viaduct mondde de weg uit op de dwars gelegen N884, een vrij druk bereden weg.

We begaven ons rechtsaf op de weg, gelukkig aan de overzijde min of meer in de goot. We lieten de Semois even achter ons en begonnen opnieuw hoogte te winnen langsheen de N884, de Rue de Bravy. Een lange bocht naar rechts liet ons opnieuw vrij fors klimmen. We gingen nogmaals onder een spoorwegviaduct door en wandelden voorbij het bord ‘Herbeumont Bienvenue’. Normaal zouden we de eerste straat links dienen in te gaan, de Avenue René Demarteau, doch we hielden het op rechtdoor en stapten verder via de N884 naar het centrum van Herbeumont. Via nog steeds de Rue de Bravy eindigde onze wandeling na 12,7 km op de Grand’Place. Alvorens echter huiswaarts te keren, bezochten we nog even de Ruïnes du château fort, gelegen op 340 m hoogte. Deze burcht van de graven van Herbeumont werd gebouwd in 1258 en vernield in 1657. We konden er de voormalige burcht langs alle kanten bekijken, maar verkregen vooral een prachtig uitzicht over de lager gelegen vallei en de Semois zelf. Al bij al een geslaagde wandeldag met een mooi slot alvorens de lange terugreis aan te vangen.”

donderdag 17 november 2022

528: Dourbes, Zaterdag 04 juni 2022, 16,3 km. (10.444,471 km.)


“Een beschreven wandeling uit de Dagstappergids Ardennen deel 3, met start en aankomst te Dourbes, over een afstand van 16,3 km. Na de verplaatsing via Cambio, vonden we een parkeerplaats in de Rue de Fagnolle, nabij de Eglise Saint-Servais. Alvorens van start te gaan namen we even de tijd voor een laat ontbijt, waarna we omstreeks 10:30 uur de wandeling konden aanvangen. Met onze rug naar het kerkje begaven we ons in de Rue de Fagnolle, lichtjes bergop richting centrum van het dorp. We volgden er voorlopig het traject van de GR12 Amsterdam-Parijs. Aan het voormalige gemeentehuis stapten we rechts voorbij het gebouw, om uit te komen op de voorrangsweg, de N939, de Rue de Mariembourg. Links aan de overzijde van de weg stapten we door een ander gedeelte van de Rue de Fagnolle, welke we enkele honderden meters verder naar links verlieten via de Tienne du Loret, een smalle grindweg. We hadden de laatste huizen van het dorp achter de rug en stapten nu tussen haag en weiland door. We voelden dadelijk dat we nog verder aan hoogte wonnen. We passeerden er enkele kleine vakantiehuisjes. Door een bosrijke zone daalden we nadien af naar een dwars gelegen asfaltweg, de Rue de Mariembourg, om die naar rechts in te gaan. Vrij vlug ging de weg opnieuw over in een grindweg en konden we nogmaals beginnen aan een beklimming. Ter hoogte van een min of meer open plek troffen we een infobord aan dat we ons bevonden in de Réserve naturelle Ardenne & Gaume de la Montagne-aux-Buis.

Jammer genoeg was het bord enkel voorzien in het Frans, doch eigenlijk bevonden we ons daar in het natuurreservaat van de Buksboomberg. We stapten het bord links voorbij op een smal bospad tussen de buxusbomen door. We kruisten vervolgens een dwarswegje en wandelden nagenoeg rechtdoor verder, een lokale route aangegeven met groene rechthoekjes. Ter hoogte van een Y-splitsing hielden we rechts, doch hielden er vooreerst even halt voor een korte picknick, ondertussen de klok van 11:50 uur nabij. Tijdens onze maaltijd konden we bezijden het pad even vlug een schuwe vos het pad zien kruisen. Na de maaltijd zetten we onze wandeling verder doorheen het bos, nu matig afdalend tot aan de volgende dwarsweg. We kozen linksaf en daalden verder via een brede bosdreef tot aan een driesprong, zowat aan de rand van het bos, een plek genaamd ‘Tienne aux Pauquis’. Het daar geplaatste baken vermeldde echter geen gegevens inzake hoogte. We begaven ons haaks linksaf op een vrij smal stenig pad, vol uitstekende boomwortels. Gelukkig een zonnige dag, anders een erg modderig en glibberig paadje. Rechts konden we af en toe via een doorkijkje het Witte Water zien, een smal kronkelend waterloopje, op weg naar de vereniging met het Zwarte Water. We wandelden in een vrij lange bocht naar links, langs de rand van het bos, tot aan een boerderij. Een beetje honger verkregen, hielden we er een korte eetpauze om 13:00 uur.

Inmiddels kregen we in de verte zicht op een heuvel met daarop een kruis, de Roche à Lomme, iets wat nog op zich liet wachten. Na de maaltijd aan de boerderij, ging het haaks rechtsaf op een steil dalend pad tussen de weiden, de Voye des Pauquis, om er via een brugje het Witte Water over te steken. Op het einde boog de weg naar links, naar het kruispunt met de N939, de Rue de la Station. Aan de overzijde van de weg bemerkten we het station van Nismes. We dienden de N939 links op te draaien, met rechts zicht op de spoorweg en tevens het reeds vermelde kronkelende Witte Water. Een asfaltweg leidde ons doorheen een buitenwijk van Nismes, waarna we nogmaals via een brug het Witte Water over wandelden. Net voorbij de brug verlieten we de af en toe druk bereden N939 naar links en volgden de richting aangegeven door een pijl Roche à Lomme. Na al een hele tijd te hebben geklommen en te hebben gedaald, begon nu pas echt het zware klimwerk. Een erg smal en zeer steil stenig pad leidde naar een rechterzijwegje dat we opgingen tot aan het bord ‘Réserve naturelle Roche à Lomme’. Een zeer steil pad volgden we tot halverwege de top om daar een dwarswegje rechts te kiezen om uiteindelijk om 13:50 uur de top van de heuvel te bereiken. De hoogste tijd om even uit te blazen en vooral te genieten van het uitzicht over de omgeving. Het vergde wel wat klauteren om tenslotte het kruis op de heuvel te bereiken, 96 m boven de zeespiegel.

Het kruis werd opgericht waar zich vroeger een heidense tempel bevond. Na voldoende op adem te zijn gekomen, maar vooral te hebben genoten van het uitzicht, begonnen we aan de afdaling van de Roche à Lomme. Via dezelfde weg als voorheen daalden we af, ditmaal voorbij het linkerzijwegje en hielden de richting rechtdoor aan. Reeds een tijdje aan het dalen troffen we links een infobord aan, om er rechts een dwarsweg op te gaan het bos in. Min of meer steeds dezelfde richting dalend, bereikten we het punt waar we vroeger op de dag waren langs gekomen, met name de kruising met de Tienne de Loret. Ditmaal gingen we er rechtdoor, met oog voor de blauw-wit-blauwe rechthoekjes. We wandelden nu op de Rue de Mariembourg, afdalend naar een verder gelegen voorrangsweg N939, alwaar zich een kapel bevond. We gingen over korte afstand naar links via deze Rue de Mariembourg en betraden opnieuw de woonkern van Dourbes. Kort daarna draaiden we rechts de Rue du Petit-Roly in, ditmaal terug langs het voormalige gemeentehuis om terug de Rue de Fagnolle te betreden. We begaven ons richting kerk, om echter halverwege de straat links de Rue de Fays in te gaan, om er de pijlen ‘Haute Roche’ en ‘Aire de pique-nique’ te volgen. Het verlaten van de woonkern betekende opnieuw klimmen op een smal asfaltwegje.

We wandelden voorbij de Haute Roche, om er net voorbij een mooie picknickplaats te vinden aan de oever van de Viroin, voorzien van enkele zitbanken en picknicktafels. Een ideale gelegenheid om er om 15:25 uur even te genieten van een vieruurtje. Na deze wandelpauze wandelden we verder langs de Viroin, nog steeds op de Rue de Fays, tevens op het traject van de GR12. Aan een Y-splitsing begaven we ons linksaf op een stijgende weg, welke leidde voorbij het Croix Sauvage, opgericht naar aanleiding van het overlijden in februari 1862 van Jacques Sauvage. Wat verder dienden we ons te richten op de routekens blauwe kruisjes, doch wellicht hebben we één of andere afslag gemist, waardoor we uiteindelijk een asfaltweg bereikten ter hoogte van een hoogspanningscabine, de Chemin de Paradis. We gingen de weg op naar links tot we wat verder opnieuw links de N939 konden opgaan. Na geruime tijd deze weg te hebben gevolgd bereikten we een bordje ‘Ravel Mariembourg – Dourbes’. We waren dus op de juiste terugweg naar de woonkern van Dourbes. Toen de N939 uitmondde op het kruispunt met de Rue de Givet, zagen we het agglomeratiebord van Dourbes en gingen dus links al dalend naar het eigenlijke centrum. Aan het voormalige gemeentehuis ging het linksaf op de Rue de Fagnolle, richting auto. Het was dan ook reeds 17:45 uur toen we de terugreis konden aanvangen, na een zonnige wandeldag in de streek van de Viroin.”

dinsdag 18 oktober 2022

514: Zoersel, Zaterdag 15 oktober 2022, 18,3 km. (10.213,768 km.)


“Een wandeltocht beschreven in de Dagstappergids Antwerpen 2, met start en aankomst te Zoersel. Deze tocht gaat gedeeltelijk via het traject van de GR5 en de GR565. Diverse afstanden kunnen worden gekozen. Na de verplaatsing vooraf via Cambio, bereikten we de parking gelegen in de Boshuisweg te Zoersel, alwaar we kort daarna omstreeks 10:15 uur konden van start gaan, weliswaar voorzien van lichte regenval. Vanaf de parking volgden we de rood-witte tekens van de GR565 schuin links tussen de bomen tot aan het Boshuisje. Daar troffen we een kruising aan van drie GR-paden, de GR5, de GR565 en de Streek-GR Kempen. We stapten er rechtdoor, ditmaal op het traject van de GR5, het Zoerselbos in. Een smal kronkelend bospaadje liet ons genieten van de talrijke paddestoelen in het bos, waar we diverse kleuren konden onderscheiden: zwart, licht bruin, rood, grijs, enz. De varens waren inmiddels donkerbruin gekleurd en de geur van een nat bos was treffend. Na zowat 1 km naderden we een woning, waar links een betonweg begon. We hielden er de richting rechtdoor aan, op een brede aardeweg, de Hallesstraat. Net voor een bocht naar rechts, ging het haaks linksaf op een grindweg, de Lage Weg. Nog steeds wandelden we door het Zoerselbos, tot we wat verder langs de bosrand stapten. Ter hoogte van de links gelegen straat Hooidonkeinde, draaiden we rechts een smal boswegje in.

We vertoefden nu even tussen uitgestrekte weiden, om omstreeks 11:00 uur bezijden het paadje een picknickbank aan te treffen. Ondanks wat motregen, konden we er toch genieten van een broodje. We begaven ons opnieuw op weg en overschreden via een klein brugje de Grote Schijn. Op het einde van het paadje kwamen we op een T-kruising, alwaar we linksaf een brede aardeweg kozen. Deze weg mondde uit ter hoogte van een bocht op een betonweg, Medelaar, om er rechtsaf de weg op te gaan. Even verder verlieten we Medelaar aan de eerste zijstraat links, Kleine Medelaar. Dit smalle landelijke wegje liet ons voorbij Sanatur gaan, een zogeheten doe-mee-boerderij, om nadien uit te komen op de drukke Kwadestraat, de weg van Sint-Antonius-Zoersel naar Halle. Gelukkig dienden we deze gevaarlijke baan slechts over korte afstand naar links te volgen, om aan de T-kruising met Medelaar rechts te kiezen en nadien in de bocht naar links de weg te verlaten. Rechts van de weg bevond zich een kapelletje van O.-L.-V. van Lourdes, waar we een fietspad konden opgaan dat leidde naar de even verder gelegen Bloemenwijk. Het fietspad eindigde dan ook opnieuw op de openbare weg, de Wandelweg. Een brede asfaltweg tussen de nieuw gebouwde woningen. We draaiden de Wandelweg links op en maakten uiteindelijk een ruime lange bocht naar rechts, tot we linksaf konden via de Kleine Wandelweg.

Op het einde van de Kleine Wandelweg, ging onze tocht verder via een grindpad links, de Liersebaan, dat zowat 300 m verder passeerde voorbij de toegang tot het gemeentepark Halle Hof. We sloegen rechts het smalle wandelpad in en kwamen terecht aan het eigenlijke kasteel Halle Hof, voorheen het gemeentehuis en op de dag van vandaag een exporuimte. We maakten er een ommetje omheen het statige gebouw doorheen een deel van het park. Op een van de talrijke zitbanken konden we er omstreeks 12:20 uur overgaan tot het nuttigen van een middagmaal. Gelukkig was ondertussen de regen verdwenen en deed de zon moeite om door de wolken heen te breken. Na een korte rust- en eetpauze kwamen we nadien opnieuw op dezelfde plaats aan, bezijden het Halle Hof. We verlieten via dezelfde weg het gemeentepark en volgden rechtsaf verder de grindweg van voorheen. Enkele honderden meters verder kruisten we de gevaarlijke Eikenlaan, om aan de overzijde verder te gaan op de Lemmekensbaan, teneinde deze over zowat 1,3 km te volgen, tot aan een toegangspoortje rechts, om het bos in te gaan. Hier weken we een eerste maal af van het geplande parcours en wandelden rechtdoor verder op de Lemmekensbaan, nog steeds een brede aardeweg in het bos.

Op het einde van de Lemmekensbaan kwamen we op het kruispunt met de Kantonbaan, inmiddels op het grondgebied van Ranst, net aan de bekende Antitankgracht. We draaiden op het kruispunt rechts de brug over de gracht over en hielden er even halt aan de rand van het bos op een rustplaats. We hadden reeds bemerkt dat we ons nu bevonden op het Renier Sniederspad, dat we vanaf hier een tijdje zouden bewandelen. Na even halt te hebben gehouden, kruisten we de weg en begaven ons op het smalle grindpad, rechts naast de Antitankgracht. Het einde van het grindpaadje kwam uit op een kasseiweg, de Goorstraat, die we naar links indraaiden en die ons voorbij het fort van Oelegem liet gaan. Jammer genoeg niet toegankelijk wegens overwinteringsplaats voor vleermuizen. Een eindje voorbij het fort, dienden we dan via een brug links de Antitankgracht over te steken en de Knodbaan op te gaan, op het traject van de GR565. Echter, omwille van het ondertussen verschenen zonnetje, weken we nogmaals af van het geplande parcours en stapten er rechtdoor verder, eveneens via de Knodbaan, om ter hoogte van de eerste bocht, rechtsaf een brede dreef in de gaan, welke leidde naar het kasteel Vrieselhof. De dreef mondde uit net over een klein brugje voor de kasteeltuin. We volgden het wandelpad links van het kasteel om er over te gaan tot een langere wandelpauze op het terras van taverne-restaurant Remise. We waren dan ook reeds de klok van 14:15 uur voorbij om een eerste kopje koffie te nuttigen.

Een klein uurtje later begaven we ons terug naar de brug over de Antitankgracht en draaiden er rechts de Knodbaan in, waar we het traject van de GR565 zouden volgen tot op het einde van de wandeling. Na zowat 350 m de Knodbaan te hebben gevolgd, draaiden we links een aardeweg op, de Gescheurde Heide, op weg naar de Halse bossen. We kozen even later de eerste bosweg rechts die leidde naar een vijver, om daar linksaf te draaien. Het GR-pad in het oog houdend veranderden we vaak van richting, om na veel draaien en keren een kruispunt van boswegen te vinden ter hoogte van de Kantonbaan. We konden er even overgaan tot een late picknick omstreeks 15:40 uur. Na een kort oponthoud ging het aan de overzijde van de weg op een wandelpad naast een aardeweg die ons even verder liet aankomen aan de drukke betonweg Liefkenshoek. We kruisten de weg en begaven ons aan de overzijde verder op alweer een smal bospad dat vrij kronkelend verliep. Tenslotte mondde het pad uit ter hoogte van een bejaardencomplex, Residentie Halmolen, waar we rechtdoor gingen tot aan een grindwegje rechts. Dit leidde naar de openbare weg, de Halmolenweg om er linksaf te gaan. We bevonden ons nu in de nabijheid van het centrum van Halle. Via de Halmolenweg, de Meester Berghmansstraat, Halle Velden en de Kerhofweg kwamen we aan de Sint-Martinuskerk van Halle.

We maakten van de gelegenheid gebruik de kerk even te bezoeken, waarna we de hoofdweg doorheen Halle rechts opdraaiden en die volgden tot we in een bocht naar rechts, rechtdoor de Peggerstraat konden opgaan. Deze 1,7 km lange weg tussen akkers en weilanden, leidde uiteindelijk terug naar het Zoerselbos, om uit te monden aan de afspanning In de Wandeling, met rechtdoor de Boshuisweg. Restte ons nog enkele honderden meters grindweg tot we opnieuw de plaats van vertrek, nabij het Boshuisje konden aantreffen. Ondertussen betere weersomstandigheden dan bij het vertrek van deze tocht, konden we om 17:30 uur de modderige wandelschoenen wisselen voor proper schoeisel en de terugreis aanvangen.”

maandag 10 oktober 2022

510: Rullingen, Zaterdag 08 oktober 2022, 16,2 km. (10.141,438 km.)


“Een wandeling beschreven in de Dagstappergids Limburg 2, met start en aankomst ter hoogte van het kasteel van Rullingen. Daar kon een wandelparcours naar keuze worden ondernomen, van respectievelijk 7,3 km, 16,2 km, 4,1 km of 14,1 km. Voordien hadden we reeds onze keuze laten vallen op de afstand van 16, 2 km, zijnde Lus B. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt via Cambio, waren we bij aankomst in Rullingen hopeloos op zoek naar de voorziene startplaats, zijnde de parking op het kasteeldomein. Na wat heen en weer te hebben gereden, vernamen we tenslotte van een bewoner, dat het kasteeldomein private eigendom was geworden en dat het domein op geen enkele manier meer toegankelijk was. Uiteindelijk parkeerden we dan maar het voertuig in de Bronstraat ter hoogte van het huis nummer 8 te Berlingen, net voorbij de Sint-Agathakerk, niet ver van het kasteel vandaan. Omwille van deze vertraging konden we pas om 11:10 uur van start gaan. Tussen de woningen met nummer 8 en 9, begaven we ons op een smal paadje tussen de boomgaarden, dat leidde naar de N777, de Weg op Berlingen. Aan de overzijde van de weg, zowat 10 m naar links, sloegen we rechts een brede aardeweg in welke eveneens verliep tussen de boomgaarden. Hier en daar konden we de appels bekijken, klaar om te worden geplukt. Gekomen aan een Y-splitsing hielden we het bij de linkertak, om tenslotte opnieuw de bewoonde wereld te betreden in de Oeterslovenstraat.

Op het kruispunt hielden we even halt voor een bezoekje aan de kapel van Oetersloven. We begaven ons nadien linksaf in de Oeterslovenstraat. Net voorbij een onverharde weg rechts, ging de weg over in de Kerselaarstraat. Het smalle asfaltwegje liet ons genieten van de uitgestrekte akkers bezijden de weg. Af en toe liet een wolk de zon even verdwijnen, maar gelukkig hielden we het droog en zonnig, ondanks een onaangename wind uit tegengestelde richting. De velden en weiden maakten vaak plaats voor percelen fruitbomen. We wandelden de Daalstraat voorbij, waar midden het kruispunt zich de Jongmanskapel bevindt. Eenmaal de rechts gelegen manège ’t Steenke bereikt, staken we de Bilterweg over, om aan de overzijde verder te stappen in de Kerselaarstraat. Opnieuw waren we begonnen aan een tocht tussen eindeloze boomgaarden, tal van appel- en perebomen gingen aan het oog voorbij. Geruime tijd later mondde de Kerselaarstraat uit op het kruispunt met de Vogeleindestraat, om er rechtdoor het kruispunt over te gaan en nog steeds de Kerselaarstraat te bewandelen. Na een linkse bocht bereikten we een picknickplaats, beter gekend als de Honsberg uitkijkpost. We namen en dan ook omstreeks 12:25 uur de tijd om een broodje te nuttigen, terwijl we een prachtig uitzicht hadden over het verder gelegen Zepperen. Voordien hadden we amper een paar honderd meters de GR128 gevolgd.

Na deze eerste rustpauze, ging het vanzelfsprekend verder, nog steeds tussen de boomgaarden via de Kerselaarstraat. Een kruispunt verder veranderde de naam van de weg in Kruiskapelstraat, om er nog steeds verder dezelfde richting aan te houden tussen de fruitplantages. We negeerden alle zijwegen rechts en links, tot we een kruispunt bereikten, met links een brugje. Via dit brugje ging het over een voormalige spoorbedding, waarna we aan de overkant onmiddellijk links het fiets-en wandelwegje opdraaiden. We stapten evenwijdig aan de lager gelegen wildernis. Dit pad eindigde aan het kruispunt met de Weg op Zepperen, die we rechts insloegen en zo de bebouwde kom betraden van Rijkel. Tussen de woningen leidde deze weg tot aan de Oude Truierbaan, welke we kruisten. Aan de overzijde volgden we dan de Schanzestraat, om op die manier de drukke N79, de Sint-Truidersteenweg over te gaan. We stapten verder via de Dionysius Van Leeuwenstraat, tot we het kasteel van Rijkel rechts van de weg konden bekijken. Blijkbaar tijdelijk gesloten wegens renovatie. Aan de linkerkant bemerkten we de plaatselijke Sint-Jozefkerk, met op de gevel een gedenkplaat ter ere van Dionysius Van Leeuwen, een beroemd theoloog uit de 15de eeuw.

Aan het volgende kruispunt kozen we links de Molenstraat. De taverne op de hoek, Oud Rycklen, was nog gesloten. We stapten dan maar verder via de Molenstraat tot aan de eerste straat links. Op dit kruispunt konden we een oude kapel bekijken ter ere van Aloysius Gonzaga. We hielden rechtdoor aan en betraden een autovrij fietspad dat we volgden tot aan het kruispunt met de Wildebornstraat. Daar verlieten we de verharding en kozen rechts een onverharde holle weg. We zouden nu over langere afstand de wit-rode markeringen volgen van de GR128. We wonnen geleidelijk aan hoogte tot we nagenoeg op het hoogste punt opnieuw beton onder de schoenen kregen. We stapten verder rechtdoor, ditmaal in de Helshovenstraat. Dit smalle wegje leidde uiteindelijk naar een dubbel kruispunt, waar we linksaf gingen en de Romeinse Kassei Tienen-Tongeren betraden. Zowat 50 m verder hielden we er even halt ter hoogte van een panoramisch uitzicht, voorzien van een picknickbank. We konden er de Zwevende Kapel bekijken, alsook de galg van Helshoven. Ondertussen 14:00 uur geworden maakten we van de gelegenheid gebruik er even een laat middagmaal te nuttigen.

Na deze zonnige rust- en eetpauze wandelden we verder via de Romeine Kassei tot aan het kruispunt met de Helshovenstraat, de steenweg Hoepertingen – Groot-Gelmen. Aldaar gingen we over tot het bekijken van de kluiskapel Helshoven met bijhorende crypte. In de aanpalende tuin bevindt zich het standbeeld van Andreas Gielen, de laatste kluizenaar die er verbleef tot 1908. Na dit bezoek en het nemen van enkele foto’s, konden we aan de overzijde van de kapel even genieten van een kopje koffie omstreeks 14:45 uur in Heirbaan 66. Het zonnetje op het buitenterras voelde aangenaam. Even later gingen we terug op pad en stapten naast de kluiskapel verder op de Romeinse Kassei, om via een brugje de Herk over te steken. We kregen opnieuw een smalle betonweg welke ons via een stijgende holle weg aan hoogte liet winnen. Tenslotte bereikten we een kruispunt van veldwegen aan het beeld van ’t Jenne. Dit beeld herinnert aan de verbranding van Jeanne Michiels in 1667, die als heks een doodsvonnis had verkregen. Op het kruispunt bevond zich tevens een wandelboom, we namen er afscheid van de GR128 en sloegen op het kruispunt linksaf, nu gericht op de rood-witte tekens van de GR564. Meteen in dalende zin richting Gotem. Na een ruime bocht naar rechts eindigde deze onverharde weg op Hoenshovenstraat, welke we over korte afstand naar rechts volgden, tot we links een smalle veldweg konden kiezen.

Andermaal tussen de boomgaarden ging het langs dit smalle wegje, dat even later kasseien verkreeg. Net vóór de brug over de Herk, begaven we ons op een grasweg langs de beek, tot aan de volgende weg, de Groenendaalstraat. We draaiden linksaf, opnieuw over de Herk en stapten door de Groenendaalstraat tot aan het kruispunt met de Wolfstraat. Even voordien hadden we het traject van de GR564 verlaten. Via de Wolfstraat, een vrij steile weg, konden we opnieuw de N79, de Sint-Truidersteenweg kruisen. Aan de overzijde ging het rechtdoor verder op een aardeweg langs een plantage, om er aan een splitsing links te houden. We bereikten tenslotte een smalle lager gelegen asfaltweg, een fiets-en wandelweg. Daar hadden we even de verkeerde richting gekozen, om er 200 m verder even halte houden aan een laatste picknickbank. We genoten er omstreeks 16:30 uur van een gebakje frangipane. We keerden even later op onze stappen en begaven ons links op het wandelwegje tot aan de weg Rullingen. Hier kozen we linksaf en begonnen aan het laatste stukje wandelweg van de dag. De bredere weg leidde voorbij het kasteeldomein van Rullingen, waar het net nog lukte om doorheen de haag het kasteel te kunnen waarnemen. Voorbij het kasteel overschreden we opnieuw de grens met Berlingen, waar Rullingen overging in de Muggestraat. Een laatste beklimming eindigde in de Berlingenstraat, welke ons linksaf opnieuw liet wandelen voorbij de Sint-Agathakerk, zowat het eindpunt van deze af en toe zonnige wandeldag.”

dinsdag 4 oktober 2022

507: Engsbergen, Zaterdag 01 juni 2019, 23,661 km. (10.089,738 km.)


“Een wandeling beschreven in de Dagstappergids Limburg 2, met start en aankomst te Engsbergen. Tijdens het verloop van deze tocht wordt een gedeelte van het traject gevolgd van de GR561 Kempen – Maaspad. Na de verplaatsing te hebben gemaakt via Cambio, vonden we een parkeerplaats naast de Sint-Luciakerk aan de Engsbergseweg. Het beloofde alvast een zonnige en warme dag te worden. Alvorens van start te gaan genoten we nog van een glaasje cola op het terras van het cultuurhuis ’t Goor. Even later om 10:45 uur gingen we op pad. We begaven ons rechtsaf op de Engsbergseweg en stapten langsheen de kerk, om net er voorbij rechtsaf te slaan via Goor. We bemerkten er de aanduiding van een fietsroute, de Drieprovincieënroute van 63 km. Na een lange bocht naar links mondde de weg uit in de dwars gelegen Goor, om er rechts aan te houden. Zowat 500 m verder bereikten we de mooi gerestaureerde Kievithoeve, nu een fraai restaurant. We wandelden rechtdoor verder, om even voorbij de hoeve te zien dat de straatnaam veranderde in Asdonkstraat, een smalle asfaltweg, welke vlug overging in een grindweg. Deze kronkelende weg ging voorbij een paar zandwegen en tenslotte onder de hoogspanningslijn door. Uiteindelijk mondde de grindweg uit op een vijfsprong van zand- en grindpaden, waar we het meest rechtse pad opgingen.

We kwamen nogmaals uit aan de hoogspanningslijn, om er voor het eerst de rood-witte markeringen te zien van de GR561. Vanaf nu zouden we geruime tijd dit traject volgen, over zowat 8 km tot aan de kerk van Vorst. Net onder deze lijn begaven we ons op een smal zanderig paadje, Voetweg 153, Bottes Vijver. Dit bochtige pad doorheen een gekapt bos, leidde langs tal van weiden, om te eindigen in de Heidestraat. We draaiden links de straat in om langs de rand van het bos de volgende straat rechts te kiezen, Prinsenbos welke na 500 m uitmondde op de Engsbergseweg. Over korte afstand ging het op deze drukke weg naar rechts, tot de eerste straat links, Heuvelken. Amper 100 m verder verlieten we deze weg naar rechts via een smal paadje en betraden het natuurreservaat Gerhagen. Door het bos ging het smalle pad richting een T-kruising, om er linksaf te gaan op het Mispad, dat later eindigde op een asfaltwegje, Heuvelken. We draaiden rechtsaf om spoedig het asfalt te verlaten en een onverharde weg te bewandelen. We betraden opnieuw bos, via een holle weg, de zogeheten Jagersweg. Ruim 1 km verder arriveerden we aan het Jagershuis, een Jeugdkampeercentrum.

Ondertussen de klok van 12:20 uur nabij, genoten we op het terrein van een koffiekoek. Na deze rustpauze hielden we nog even dezelfde richting aan op de Jagersweg tot we een volgende rustplaats aantroffen, een 800-tal meter verder aan de Gerhagenvijver, met de befaamde waterval van Too. Jammer genoeg, toen we er waren om 12:45 uur was de kantine van de vijver dicht. Er zat niets anders op dan maar de wandeling te hervatten. We gingen rechtdoor verder en dwarsten een bosweg, de Heggebossenweg en kwamen terecht in een klein duinengebied, dat we rechtdoor ingingen. Voorbij het duinengebied volgde opnieuw bos, om er na een S-bocht Sloterheide in te gaan, en zo een mooie O.-L.-Vrouw-van-Lourdesgrot te vinden. We hielden er dan ook op één van de vele zitbanken een wandelpauze om 13:20 uur. Voorbij de grot troffen we asfalt aan, tevens Sloterheide om die weg verder op te gaan tot we rechts de Boekdonkstraat konden indraaien en op het einde dezelfde straat linksaf. We staken de Schoterweg over en betraden een smal pad tussen afsluitingen; om even later een klein kruispunt aan te treffen, opnieuw met de Schoterweg. Daar pauzeerden we even om 14:00 uur voor het nuttigen van een chocomelk.

We volgden verder de Schoterweg en gingen voorbij een links gelegen vijver. Na een bocht naar rechts en vervolgens naar links eindigde de Schoterweg ter hoogte van een houten brug over de Grote Laak. Over het water kwamen we in de Kerkstraat en stapten voorbij het gemeentehuis in de richting van de Sint-Gertrudiskerk van Vorst. Net voorbij de kerk konden we het beeld bekijken van de Mijnwerker. Ter hoogte van de eerste straat voorbij de kerk, de Veldstraat, namen we afscheid van de GR561. Hier verlieten we even het geplande parcours, daar in de wandelgids werd vermeld, dat 400 m voorbij de Veldstraat, op het Marktplein van Vorst en een café was, waar wandelaars welkom waren. Jammer, maar helaas, het café Caro was gesloten, dus om 14:30 uur dan maar rechtsomkeer. Tijdens de terugtocht konden we toch even een cola aankopen in De Smisse, een tijdschriftenwinkel tegenover het kasteeltje op het Marktplein. Na het lessen van de dorst ging het opnieuw naar het kruispunt met de Veldstraat, welke we links indraaiden. Tussen de bewoning door wandelden we de Veldstraat uit tot aan de N174, de Nieuwebaan. Aan de overzijde stapten we verder de Veldstraat in tot waar deze weg bochtte naar links. Daar stapten we rechtdoor op een wegje voor plaatselijk verkeer, De Vloed, ondertussen op het grondgebied van Laakdal. Onze tocht ging voorbij een enorm serrecomplex en tenslotte voorbij de links gelegen Lindestraat.

Even verder bemerkten we het sportcentum De Vloed, waar we korte tijd later omstreeks 15:50 uur konden genieten van een drinkpauze op het terras van de tennisclub Laakdal. Na deze verkoelende wandelpauze, volgden we nog even rechtdoor De Vloed, gevolgd door Groenpoort om via de brug nogmaals de Grote Laak over te steken. Op het einde van de Groenpoort mondde de weg uit op de dwars gelegen Baal, waar we rechtsaf kozen. Opnieuw doorheen bosgebied, gingen we verder op een smalle asfaltweg. Na ongeveer 400 m, ging het een brede bosweg links in, Wetsberg, om voorbij het bos verder te verlopen tussen akkers en weiden. Het pad eindigde ter hoogte van de dwars gelegen openbare weg Liebroek. Over korte afstand ging het naar links, waarna we verder Liebroek bewandelden tot aan de Schoterweg. We staken de weg over om aan de overzijde verder Liebroek in te gaan, ditmaal via een onverharde veldweg. Amper 100 m verder kwamen we op de geasfalteerde Heggebossenweg, die we rechts opdraaiden, om nadien de eerste straat links te kiezen, het Marterpad. Tussen weekendhuisjes door, kruisten we even later het Marterpad en stapten verder tot op een T-kruispunt. Daar ging het rechtsaf op het Marterpad en dan linksaf op het Konijnepad dat uitmondde op het Vossepad. Nog altijd in bosrijk gebied, begaven we ons op het Vossepad linksaf.

Enkele honderden meters verder begaven we ons in een doodlopende bosweg links, om er vrijwel dadelijk rechts een andere bosweg te betreden die leidde naar de Gerhagenstraat. We volgden de weg naar links om er dadelijk een picknickbank aan te treffen, om er nog even te genieten van een broodje, ondertussen reeds 17:30 uur. Na deze laatste rustpauze, begaven we ons rechts in de straat genaamd Boshuis. Geruime tijd bleven we deze landelijke weg volgen tussen akkers, tot uiteindelijk de verharding ophield. Een honderdtal meter verder kozen we de linkertak van een Y-splitsing en wonnen wat aan hoogte om opnieuw de bossen in te gaan. We bevonden ons daar op de Rodenberg. Het pad eindigde ter hoogte van de N174, welke we dwarsten, om aan de overzijde een andere bosweg op te gaan, Houterenberg. Op het einde van het bos begaven we ons linksaf in de Smisstraat en stapten voorbij het kerkhof en de oude Engsbergse molen. Vijf minuten later bereikten we terug de Sint-Luciakerk, einde van deze zonnige wandeling, goed voor 31383 stappen.”

dinsdag 17 mei 2022

497: Vencimont, Zaterdag 14 mei 2022, 17,1 km. (9932,647 km.)


“Een wandeling beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Vencimont. De totale wandelafstand bedraagt 17,1 km en is opgedeeld in twee lussen, waarbij lokale wandeltekens worden gevolgd. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt per wagen, konden we terecht op de parking ter hoogte van het gebouw van de dienst toerisme. De nabije horecazaak ‘Le Relais des 3 frères’ opende pas omstreeks 11:30 uur. Dus konden we vrijwel dadelijk beginnen aan de eerste wandellus omstreeks 10:15 uur. Na een blik op het monument ter ere van de slachtoffers van beide oorlogen en natuurlijk het bord met de aangegeven wandelroutes, gingen we op weg. De eerste wandellus was volledig aangegeven door middel van groene rechthoekjes, voorzien van het cijfer 11. Eenvoudiger kan het niet. We verlieten het plein naar links en begaven ons op de Rue Grande richting Sint-Lambertuskerk, om net vóór de kerk, verder de Rue Grande naar links te bewandelen. Dadelijk konden we beginnen aan een vrije lange beklimming om uit het dal en de woonkern te komen. Na een tijdje klimmen bereikten we een splitsing op de weg, waar we de rechtertak kozen, richting Vonêche, in plaats van Winnene. De Rue Grande veranderde er van naam in de Rue de Vonêche. Nog steeds aan hoogte winnend bereikten we wat later een rechts gelegen parallelweg, de Rue de la Ramée. We lieten stilaan de laatste woningen achter ons en verkregen ondertussen reeds prachtige vergezichten.

De Rue de la Ramée opgaand, was het nog steeds verder klimmen. Voorbij de laatste huizen verkregen we rechts akkerland en links enkele leegstaande en deels verwaarloosde vakantiehuisjes. Van het erbij horend speelplein bleef evenmin nog iets over. Zo te zien was dit vakantiepark niet langer in gebruik. Enkele van de huisjes waren zelfs dicht getimmerd, alhoewel het meubilair nog aanwezig bleek te zijn. We konden er even pauzeren aan een van de optrekjes om gebruik te maken van de zonnemelk, vermits ondertussen de zon al stevig voelbaar was. Op het einde van de Rue de la Ramée, kwamen we op de drukke Rue de Vonêche, die we slechts over vrij korte afstand naar rechts dienden te volgen. Vrijwel dadelijk konden we rechts de weg verlaten en beginnen aan het aangename wandelen doorheen het bos. Licht dalend verkregen we vooreerst een brede bosweg tussen vrij hoge eiken en later sparren. We kruisten een dwars gelegen bosweg en hielden dezelfde richting aan. Voor het eerst kregen we rechts een smal beekje te zien, de Ri d’Aursis, een zijbeek van de Houille. Steeds verder afdalend kwamen we aan een links gelegen rotsformatie, om er na een korte beklimming, nagenoeg haaks linksaf te draaien. Opnieuw ging het verder in dalende lijn, doorheen de vallei van de Houille, welke ondertussen rechts duidelijk zichtbaar was.

Het geluid van het stromend water en daarbij het gefluit van de vogels, maakte het parcours nog aangenamer om te bewandelen. Een smal kronkelend pad tussen boomwortels en stukken rots, leidde uiteindelijk naar het laagste punt van de vallei van de Houille. Daar aangekomen omstreeks 12:10 uur, namen we even tijd om te genieten van een hapje en een drankje en dit ter hoogte van het brugje over de Houille. Ondertussen was het genieten van het uitzicht over de snel stromende rivier en aangenaam vertoeven in de zon. Na een gezellige rustpauze staken we via het brugje de Houille over en begaven ons aan de overzijde rechtsaf op het wandelpad naast de Houille. Vanaf dit punt verkregen we tevens de wit-rode tekens van de GR126 als gids, welke we zouden volgen tot op het einde van de eerste wandellus. Langzaam verwijderden we ons van de Houille, tot we een Y-splitsing bereikten en er de laagste weg kozen naar rechts. In dalende lijn wandelden we verder om nogmaals, ditmaal via een betonnen brugje de Houille over te steken. Aan de overkant ging het ditmaal linksaf langsheen de Houille, waarna de rivier zich verder verwijderde. We zetten onze wandeling verder doorheen een soort dreef en passeerden een oude steengroeve en de plaats van de voormalige watermolen van Vencimont.

Op het einde van de dreef verkregen we opnieuw asfalt onder de schoenen en kwamen terecht tussen de eerste woningen van Vencimont. Via deze Rue du Moulin daalden we tenslotte af richting plein waar we voordien waren van start gegaan. Onze klok gaf ondertussen 13:10 uur aan, tijd om ditmaal even te verpozen op het terras van ‘Le Relais des 3 frères’, nu wel reeds geopend en vooral druk bezet door Vlaamse wandelaars. Na deze pauze konden we beginnen aan de tweede wandellus, waarbij we voor een groot gedeelte verder de wit-rode tekens van de GR126 zouden volgen, alsook de blauwe driehoekjes voorzien van het cijfer 13. We begaven ons bijgevolg linksaf en begonnen aan de beklimming van de Rue de Bernonsart. Reeds heel wat aan hoogte gewonnen, kwamen we ter hoogte van een splitsing, om er links af te dalen naar de Rue de la Pichelotte, welke nagenoeg dadelijk overging in een grindweg, om er opnieuw het bos in te gaan. We wandelden zowat over vlak terrein, met links de vallei van de Houille. Even later kwamen we aan het baken ‘La Pichelotte, 280 m’, alwaar de weg zich splitste. We draaiden er rechtsaf en andermaal klommen we verder weg uit het dal, met ditmaal links de vallei van de Ri du Pré Lagasse, een zijbeek van de Houille. De bosweg leidde tenslotte naar een vijfsprong, waar we even overgingen tot een korte wandelpauze en het nuttigen van een rijsttaartje, inmiddels 14:30 uur nabij.

Voorzien van opnieuw wat energie begaven we ons vanaf deze vijfsprong op de tweede weg links, zij het eerder een smal bospad dat dalend verliep naar een klein zijbeekje van de eerder genoemde Ri du Pré Lagasse. Via enkele stapstenen ging het het water over om uit te komen op een dwars gelegen bredere bosweg. Daar kozen we de richting rechtsaf en kregen vrijwel dadelijk een steile klim te verwerken. We stapten voorbij een slagboom en kwamen terecht in het Forêt Domaniale de Sevry, nog steeds aan hoogte winnend. Even verder ging het op een dwarsweg naar links en stapten we vrijwel op vlak terrein op een brede grindweg. We troffen er een zitbank aan, waar we even konden genieten van het uitzicht over de vallei. Ondertussen voelden we goed hoe sterk de zon brandde. Na nogmaals wat zonnemelk te hebben gebruikt, volgden we nog wat hetzelfde pad, tot aan de tweede zijweg rechts, welke bestond uit asfalt. Op dit moment verlieten we het traject van de GR126, welke rechtdoor verder verliep. Wie had gedacht dat het klimmen achter de rug was, die was eraan voor de moeite. Pas nu voelden we dadelijk hoe steil deze asfaltweg ons doorheen het bos van Sevry zou leiden. Na zowat 800 m klimmen maakte de weg een bocht naar rechts en steeg nog wat verder tot we voorbij een slagboom terecht kwamen op een dwarsweg.

Tussen het reeds hoog opgeschoten gras troffen we een simpele zitbank aan, toch nuttig om na de felle inspanning even te bekomen en vooral de dorst te lessen. Eigenlijk was het ergste achter de rug, vermits we het hoogste punt hadden bereikt in het Forêt Domaniale de Sevry. Door de dwarsweg naar rechts op te gaan, wandelden we min of meer op vlak terrein, met af en toe een korte beklimming of afdaling, tot we uiteindelijk opnieuw het Forêt verlieten. Via een bredere grindweg daalden we matig verder tot aan een viersprong, om er gewoon rechtdoor verder te stappen, ditmaal fors dalend over af en toe grotere keien. Stilaan verlieten we het bos en bereikten een verharde weg, om er de eerste woningen van Vencimont aan te treffen. Ook langs deze Rue de la Chavée ging het af en toe flink bergaf tussen akkerland en nieuwbouw. Heel wat lager maakte de weg een haakse bocht naar rechts en daar hielden we even halt om de Sint-Antoniuskapel met bijhorend missiekruis even van nabij te bekijken. Jammer genoeg was de kapel zelf niet toegankelijk. Verder de weg volgend, daalden we tussen de bewoning door af naar het centrum van Vencimont, alwaar we omstreeks 17:10 uur de parking bereikten, meteen het einde van een prachtige en vooral zonnige wandeldag.”

dinsdag 19 april 2022

494: Kortenaken, Zaterdag 26 maart 2022, 19,74 km. (9881,747 km.)


“Onze belevenissen tijdens een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Vlaams-Brabant 2, met start en aankomst te Kortenaken. Een tocht welke gedeeltelijk zou verlopen langs het traject van de Streek-GR Hageland. Er kon worden gekozen uit te wandelen afstanden van 24,1 of 19,6 km. Na een verplaatsing via Cambio, konden we terecht op de parking van het Recreatiecentrum Den Hoek in de Hoekstraat. Na het wisselen van schoeisel konden we omstreeks 10:30 uur van start gaan. We verlieten de parking en volgden de Hoekstraat naar rechts tot aan het kruispunt met de Tiensestraat. Daar konden we aan de overzijde de Heilig Hartkapel bekijken, weliswaar in restauratie. We draaiden rechtsaf de Tiensestraat op, om deze vrij vlug naar links te verlaten via de Zandrodestraat. Op de hoek troffen we een oud toegangshek naar het kasteel Vroenhoven aan, met in het trottoir een gedenksteen welke herinnerde aan het kasteel als Rode Kruispost in 1914. De vrij druk bereden betonweg werd dan bewandeld, met links de omheining van het kasteel en rechts landerijen. Wat verder passeerden we een andere toegang tot het kasteel, om nog steeds de Zandrodestraat verder te volgen tot aan een bomenrij links. Daar verlieten we de openbare weg en sloegen linksaf een veldweg in, Voetweg 72.

Vooreerst ging het nog steeds langs de omheining links en een klein perceel bos rechts, om een eerste fruitplantage aan te treffen, alwaar we haaks rechtsaf stapten. Vrij kort erna mondde het pad uit op een berijdbare aardeweg, welke we haaks linksaf opgingen en een lichte beklimming begon. Op die manier ging het voorbij een links gesitueerd bosje. Er volgde een haakse bocht naar links, gevolgd door een haakse bocht naar rechts, om dan een weg naar links en vervolgens een naar rechts te negeren. We bleven de hoofdweg doorheen de plantages volgen, tot we een omheinde appelboom plantage bereikten. Ter hoogte van de omheining wandelden we zowat 100 m naar links, om dan haaks rechtsaf verder te gaan langs de omheining van deze aanplanting. Ter hoogte van de volgende splitsing kozen we rechts en gingen tussen twee boomgaarden gewoon rechtdoor. Op de volgende T-splitsing begaven we ons op een graspad naar rechts, dat onmiddellijk naar links bochtte en uitmondde op een smalle betonweg, de Wolfhaagweg. Ondertussen hadden we de voorbije kilometers al wat bloesem kunnen zien, echter misschien enkele dagen te vroeg nog. Hier ging onze geplande wandeling rechtsaf de Wolfhaagweg op.

We stapten zo het bord met de vermelding Geetbets voorbij. Het smalle wegje, links van de fruitplantages werd gevolgd tot waar de openbare weg een haakse bocht maakte naar links. Daar hielden we de richting rechtdoor aan en betraden een brede veldweg. Zowat 500 m verder kwamen we uit op een kruispunt van veldwegen, om er omstreeks 11:45 uur even halt te houden tussen de velden, teneinde even een broodje te nuttigen. Na dit korte oponthoud kozen we de veldweg links, welke verliep in de richting van een iets hoger gelegen woning, om uit komen in de Bergenstraat. We draaiden rechtsaf, verkregen enkele meters kasseien, gevolgd door een heel smal betonpaadje, dat we nu over een afstand van zowat 1 km zouden bewandelen, het pad maakt deel uit van de Grootveldwandeling. Na een haakse bocht naar links en wat later naar rechts, eindigde het zowat 1 m brede paadje op de openbare weg, de Dennenbosstraat. Deze smalle asfaltweg volgden we ongeveer 300 m naar links, tot aan het kruispunt met eveneens Dennenbosstraat links. Daar konden we even pauzeren op een aangebrachte zitbank onder een boom. Nadien ging het verder op de rechts gelegen grasweg.

We wandelden opnieuw tussen tal van fruitboomaanplantingen en negeerden tal van zijwegen, tot we de eerste woningen naderden van Hogen. Net vóór de eerste woningen, ter hoogte van een elektriciteitspaal, begaven we ons op een aardeweg naar links, welke tenslotte uitmondde in de Hogenstraat, net in een bocht op de scheiding van Geetbets en Zoutleeuw, zowat het centrum van Hogen. Deze Hogenstraat rechtdoor kiezend, kwamen we aan de kerk Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Vrede. Het vermelde café in de wandelgids ‘Bij Francine’ bleek tijdelijk gesloten. Gelukkig vonden we wat verder in de straat ‘Café Leemans’ alwaar we terecht konden voor een glaasje cola omstreeks 12:35 uur. We konden even uit de wind genieten in open lucht van een verfrissend drankje, ondertussen in het gezelschap van de bejaarde uitbaatster. Na het lessen van de dorst keerden we op onze stappen terug tot aan de kerk, om deze even van nabij te bekijken binnen. Daarna ging het voorbij de kerk linksaf de Halstraat in. Net voorbij de kerk vonden we links het speelplein van de Chiro van Hogen, alwaar tal van picknickbanken waren geplaatst. Daar konden we dan even verpozen om na de dorst, dan maar de honger te stillen. Een reusachtig kunstwerk in de vorm van een peer sierde de omgeving. Enkele boterhammen later, ging het verder de Halstraat in, langzaam aan hoogte winnend.

Waar de straat versmalde, ging het nog altijd dezelfde richting uit en vooral klimmend. Eenmaal het hoogste punt bereikt, konden we nadien langzaam afdalen om uiteindelijk een tweetal kilometer verder het kruispunt te bereiken met de Heerbaan. Eenmaal dit kruispunt bereikt, dienden we te kiezen welke route we verder zouden volgen, we kozen voor de korte afstand en begaven ons dus haaks rechtsaf de Heerbaan in, andermaal een smal betonwegje, echter druk bereden door vrachtauto’s, zoals vrij spoedig zou blijken. Aan de Y-splitsing met de Hulsbergstraat, kozen we de linkertak, zijnde nog steeds de Heerbaan. Het vrij smalle kronkelende betonwegje leidde voorbij de installaties van Biofer, vandaar het drukke verkeer. We kruisten wat verder de Leenhaagstraat om aan de overzijde verder de Heerbaan te bewandelen. Met links akkers en rechts fruitboomgaarden, kregen we enkele bochten voor de voeten, om nadien aan een T-kruising, verder rechts nog altijd de Heerbaan te volgen. Ondertussen beton geruild voor asfalt, ging onze tocht verder langs dit kronkelende landelijke wegje. We negeerden de Jodenstraat en de Terhagenstraat, om vervolgens een kruispunt aan te treffen, waar de Heerbaan eindigde en doodliep. We kregen de geel-rode tekens in zicht van de Streek-GR Hageland, welke ons nu zouden verder gidsen. Een twintigtal meter voorbij het kruispunt ging het haaks rechtsaf op een grasweg langsheen een haag rechts.

Gekomen ter hoogte van een witte woning, kozen we links de Panisbornestraat. Tussen enkele boomgaarden door en langs enkele opslagruimtes voor fruit, kwamen we uiteindelijk aan een klein bosje met een vijver, behorende tot het Kasteel a Speculo. Voorbij de toegangspoort van het kasteel kruisten we de Oudestraat en gingen aan de overzijde verder op een kasseiwegje, voorbij de watertoren tot op de drukke Dorpsstraat van Ransberg. Jammer genoeg bleek het café zowat 100 m naar rechts niet meer te bestaan. Aan de overzijde ging het dan maar in de dalende Welvaarstraat. Net voor een scherpe bocht veranderde de straatnaam in Koningsstraat. Hier gingen we even de verkeerde richting uit, gezien we net voor een scherpe bocht naar links, rechts een veldweg zouden moeten volgen. Wellicht kozen we een bocht te vroeg en wandelden we tussen tal van boomgaarden, tot we het spoor bijster waren. Na wat zoeken vonden we opnieuw de openbare weg, zijnde de Vissestraat, welke uitmondde in de Donkelstraat, een van de hoofwegen welke richting Kortenaken ging. Noodgedwongen en totaal weg van het geplande parcours, ging het via de Donkelstraat naar rechts tot aan de verder gelegen grote rotonde. Daar konden we even bekomen op een picknickbank en genieten van de laatste broodjes omstreeks 16:08 uur. Ondertussen met zicht op een kunstwerk midden de rotonde.

Na deze laatste rustpauze bleef niet anders over dan verder de hoofdweg richting centrum te volgen en dit via de druk bereden Tiensestraat. Iets meer dan twee kilometer verder vonden we opnieuw het kruispunt met de rechts gelegen Zandrodestraat, alwaar we vroeger op de dag reeds waren langs gekomen. Via een stukje van de heenweg, ditmaal in omgekeerde richting vonden we vrij vlug opnieuw de parking van het Recreatiecentrum. We eindigden dan ook, echter niet zoals gepland, de wandeling na 19,74 km.”

donderdag 10 maart 2022

490: Mazée, Zaterdag 05 maart 2022, 12,221 km. (9807,744 km.)


“Het relaas inzake onze belevenissen tijdens een wandeltocht, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Mazée. Een wandeling in hoofdzaak doorheen de vallei van de Viroin, met af en toe een stapje over de Franse grens. Na een lange autorit, met onderweg tijd voor een kopje koffie en een sanitaire stop, bereikten we het kleine dorp omstreeks 10:00 uur. De totale wandelafstand bedraagt volgens de gids 15,2 km en verloopt over een tweetal lussen. De aanbevolen startplaats bevindt zich op de Place du Bucq, zowat in het centrum gelegen. Het beloofde alvast een schitterende wandeldag te worden, ondanks de eerder lage temperatuur, gingen we toch van start onder een stralende zon. Bij gebrek aan horeca in het dorp, op weg dus zonder vooreerst een kopje koffie te hebben genoten. We verlieten bijgevolg de Place du Bucq, getooid met een muziekkiosk en begaven ons in de Rue du Bucq, om er de richting te volgen van Vireux en Najauge. Als routetekens hadden we oog voor blauwe liggende ruitjes. We stapten voorbij een groot infobord inzake plaatselijke wandelingen en kregen er vrijwel dadelijk een bekende sticker in het oog, welke een van de routes aangaf naar Santiago de Compostela. De Rue du Bucq ging al dadelijk steil de hoogte in, waarna we een Y-splitsing aantroffen. We kozen de linkerweg, richting ‘Bornes Frontières’. Even verder eindigde de weg en betraden we voor het eerst het bos. We dienden dan ook noodgedwongen afscheid te nemen van het panorama over het lager gelegen Mazée.

Bijna het hoogste punt in het bos bereikt, ging het op een dwars gelegen bosweg naar links, waarna we iets verder van links uit het bos het gezelschap verkregen van nog wat meer routetekens: liggende gele ruitjes, wit-gele en wit-rode tekens van de GRP125 (Tour de l’Entre-Sambre-et-Meuse) en de GTFPC (Grande Traversée de la Forêt de la Pays de Chimay), aan routekens dus geen gebrek. Langzaam afdalend lieten we het bos achter ons, om opnieuw via een rotsig pad fors bergop te gaan. Het pad bochtte naar links om uit te komen op een kruispunt van paden, aangegeven door het baken Najauge en voorzien van een wandelpaal. We kozen er de richting haaks linksaf en zouden op die manier een gedeelte bewandelen van de Sentier de la Frontière. Een smal stijgend wandelpaadje verliep nagenoeg op de grens tussen België en Frankrijk. We stapten voorbij enkele ferme grenspalen en kregen vanzelfsprekend schitterende vergezichten rechts over de grens heen. Tal van nieuw aangebrachte zitbanken nodigden uit even te pauzeren en met de blik gericht naar Frans grondgebied, konden we even genieten van een laat ontbijt, ondertussen genietend van de aankomende lente. Maatje ging dan ook even gewillig pauzeren op één van de grenspalen. Na dit aangenaam momentje pauzeren, gingen we verder op weg.

Waar het bos links ophield te bestaan, begaven we ons op een Y-splitsing naar rechts en kozen het dalend paadje, nog steeds aangegeven door liggende blauwe ruitjes. Af en toe op en neergaand, volgden we aan een volgende splitsing opnieuw de rechtertak en steeds in dalende richting, tot we een dwarsweggetje aantroffen, voorzien van een wandelpaal. Andermaal ging het rechtsaf en kregen we enkele nieuw aangelegde trappen voor de schoenen teneinde de meest steile stukken afdaling gemakkelijk te verwerken. Ondertussen waren we zowat 180° gedraaid en leidden de blauwe liggende ruitjes ons wat lager in tegenovergestelde richting. Een bredere bosweg liet ons vervolgens opnieuw wat aan hoogte winnen. Geruime tijd later kwamen we uit op een kruispunt van paden, waar rechts een begrazingsgebied was gelegen. We kozen er het pad naar links en begonnen verder af te dalen tot aan een volgende Y-splitsing, om er ditmaal rechts te kiezen richting lager gelegen drukke verkeersweg, de D47, Route de Najauge. We verlieten het bos en kwamen uit op een asfaltwegje, de Rue du Bois Thiry, die dadelijk uitmondde op de D47.

Over korte afstand ging het op de D47 naar links, om vervolgens aan de overzijde het Réserve naturelle en het Forêt Communale de Vireux-Molhain te betreden. Opnieuw dus de grens met Frankrijk over. We begonnen rechtsaf aan een klim, de pijlen volgend van ‘par les points de vue’, via een breed rotsachtig pad. Zowat het hoogste punt bereikt troffen we er een opstaande steen aan, met een bordje ‘point de vue 50 m’. We verlieten dan ook even het brede pad naar links tot aan het betreffende uitzichtpunt, voorzien van een zitbank. We namen er dan ook omstreeks 11:57 uur een langere eetpauze, terwijl we uitzicht hadden op het lager gelegen dorpje Molhain. Genietend van het aangename zonlicht lieten we de broodjes smaken. Nadien keerden we op onze stappen terug naar het brede wandelpad, om er linksaf verder te stappen. We dienden terug de blauwe liggende ruitjes in het oog te houden. We konden dan ook beginnen aan een langere afdaling doorheen het Forêt Communale. Voorbij een ietwat open plek ging het rechtsaf op een smaller en sterker dalend pad. Lager aangekomen ter hoogte van een dwars gelegen bosweg, ging het haaks rechtsaf en betraden we een vrij smal woudloperspad dat ons verder liet dalen tot in de vallei van de Viroin. We gingen een tijdje stroomopwaarts langsheen de rivier, tot we uiteindelijk een brug over de Viroin aantroffen.

Inmiddels wees de klok 12:55 uur en ter hoogte van de brug troffen we enkele picknicktafels aan, ideaal om nog even te pauzeren en te denken aan de inwendige mens. Even later draaiden we linksaf om via de smalle vroegere spoorwegbrug de Viroin over te steken. Over korte afstand ging het via het tracé van de vroegere spoorweg tot aan de even verder gelegen openbare weg, de N998 ofte Rue Bourboux. We gingen rechts de weg op, om nogmaals de Viroin over te steken via een tweede brug en te wandelen tot aan het kruispunt met de N963, de Rue de Najauge. Op de hoek bevond zich een inmiddels gerestaureerde watermolen. We staken het kruispunt over en gingen aan de overzijde de Rue du Moulin in, richting Mazée Centre. Opnieuw klimmen met andere woorden. We hielden er even halt op het plaatselijke kerkhof op zoek naar eventuele graven van verwanten, echter zonder resultaat. Dan maar verder doorheen de Rue du Moulin, om er op het einde opnieuw te arriveren in de Rue du Bucq, alwaar we vroeger waren van start gegaan. Linksaf bereikten we opnieuw de Place du Bucq, tijd om even te pauzeren op een bankje, omstreeks 13:57 uur. Even later gingen we opnieuw op weg, we verlieten de Place du Bucq om dadelijk links de Rue de Vaucelles te kiezen, om er ditmaal oog te hebben voor liggende gele ruitjes.

We wonnen dadelijk opnieuw aan hoogte om uit het dal weg te komen, ditmaal een eindeloos lijkende klim, tot we zowat op het hoogste punt een mooie Sint-Rochuskapel aantroffen. We hielden rechtdoor aan voorbij de kapel, om nadien de eerste straat rechts te nemen, een smal betonwegje dat ons nog verder liet klimmen. De weg bochtte zowat op het hoogste punt naar rechts en ging over in een onverhard pad. Waar het pad eindigde draaiden we rechtsaf het bos in en verkregen een smalle bosweg, gedeeltelijk stuk gereden omwille van bosbeheer. In dalende lijn ging het doorheen het bos, waar we in een flits af en toe een kleine ree konden spotten. Lager gedaald bereikten we een dwarsweg, waar we vroeger op de dag reeds waren gepasseerd. Vermits we daar links zouden moeten verder gaan, identiek een groot deel over hetzelfde traject, besloten we rechtsaf te gaan en opnieuw af te dalen naar het centrum van Mazée. We eindigden dus vroeger dan voorzien deze wandeling na 12,221 km omstreeks 14:52 uur. Nadien, speciaal op vraag van wandelmaatje reden we verder naar het Franse Givet om daar op de grote begraafplaats op zoek te gaan naar eventuele graven van voorouders of verwanten. Het bleef jammer genoeg bij een foto van slechts één graf.”

woensdag 23 februari 2022

487: Marbehan, Zaterdag 12 februari 2022, 13,495 km. (9766,772 km.)


“Onze belevenissen tijdens een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Marbehan. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt via Cambio, bereikten we omstreeks 10:15 uur het reeds vermelde dorp en vonden er een parkeerplaats tegenover de plaatselijke Eglise l’Immaculée Conception. De beschreven tocht gaat over een afstand van ongeveer 12 km, met aanbevolen vertrek aan de kerk. Tijdens het verloop van deze wandeltocht wordt een gedeelte gevolgd van het traject van de GR151. Na ons te hebben voorzien van stevig schoeisel en bijhorende warme kledij, konden we even later om 10:35 uur van start, ondanks de vrieskou. Maar, het moet gezegd, het prille zonnetje gaf toch een naderend lentegevoel. We begaven ons in de Rue du Hibé, rechts naast de kerk om zowat 100 m verder rechtsaf de Rue de la Fontaine in te draaien. We hadden oog voor de lokale aanduidingen, zijnde liggende gele rechthoekjes. Voorbij de eerste woning en net vóór een electriciteitscabine, ging het linksaf een smal paadje op een grasweg op. Iets aan hoogte winnend mondde het pad uit ter hoogte van de parking van het station van Marbehan, de Place de la Gare. We volgden de weg naar links, licht afdalend om opnieuw uit te komen op de Rue du Hibé, tegenover de begraafplaats van Marbehan.

We namen even de tijd om het kerkhof te bezoeken, misschien de kans om een graf van voorouders te ontdekken. Even later bleek dit tevergeefs te zijn geweest. We wandelden dan verder in dalende zin langs de Rue du Hibé, geleid door de gele driehoekjes en de wit-rode tekens van de GR151, evenwijdig aan de hoge spoorberm rechts. Iets voorbij het kerkhof ging de straat over in de Rue de Courtel, waarna we omringd werden door bos. Na een tijdje de Rue de Courtel te hebben gevolgd, arriveerden we ter hoogte van een grote olieopslagplaats van Total, naast de spoorberm. Net er voorbij maakte de weg een bocht naar rechts, teneinde onder de spoorweg door te gaan, doch wij hielden rechtdoor aan en verlieten de asfaltweg en betraden een brede elementair verharde weg. Tevens namen we afscheid van de GR151. We kwamen aan de eerste wandelboom van de dag, welke de richting aangaf naar ‘Les quatre mousquetaires’. Aan de overzijde van het pad stond een oud verweerd kruis. De weg volgend ging het langzaam dalend verder, nog steeds evenwijdig aan de verhoogde spoorberm. We staken een bronbeekje over om dan het eerste baken van de dag te bereiken, Les Quatre Mousquetaires, Alt. 380 m. alwaar een vierstammige beuk kon worden bekeken.

We troffen er een picknickbank aan om er even te genieten van een boterhammetje omstreeks 11:29 uur. De stilte van het bos namen we er bij, alsook het prille ochtendzonnetje. Na deze pauze ging het volgens het baken, richting ‘Les Forges Basses’. We overschreden nogmaals een bronbeekje via stapstenen en kregen links zicht op de lager stromende Mellier. Wat verderop verdween aan de linkerkant het bos en dienden we een modderige strook te verwerken. Gelukkig konden we daar de voeten droog houden, doch het zonlicht werkte verblinderd op het water dat over het pad stroomde. We kwamen op het einde van de modderstrook uit op een dwarsweg, welke rechtsaf ging onder de spoorweg, doch wij hielden het bij links en bereikten het volgende baken ‘Les Forges Basses, Alt. 365 m. We begaven ons daar rechts op een brede kiezelweg, laverend tussen bevroren waterplassen en met links enkele mooie gebouwen en ernaast een vijver, afgedamd van de Mellier. Net voorbij deze waterplas gingen we rechtsaf onder de spoorweg door, ditmaal richting ‘Les Forges Hautes’. Vrij vlug verlieten we deze brede bosweg, om schuin rechts een smaller bospad aan te treffen, alwaar we meteen konden beginnen aan een lange beklimming.

We verkregen er mooie vergezichten over de vallei van de Mellier en het spoorwegtraject dat de vallei doorsnijdt. Nagenoeg op het hoogste punt wandelden we voorbij het baken ‘Forges de Mellier, Alt. 410 m., om dan langzaam af te dalen naar een lager gelegen asfaltweg. We troffen er andermaal een wandelboom aan welke aangaf dat we ‘Les Forges de Mellier’ zouden bereiken na 5’. We sloegen linksaf en daalden via de deels met ijs bedekte weg af naar de lager gelegen ‘Forges Hautes’. Via een brug overschreden we de rechts gelegen spoorweg en vervolgens leidde de Rue des Forges ons naar het volgende baken ‘Les Forges Hautes, Alt. 380 m.’ Daar aangekomen omstreeks 12:57 uur konden we overgaan tot het nuttigen van ons middagmaal, terwijl we de ruïnes konden bekijken van de vroegere metaalnijverheid, maar tevens de grote vijver in de nabijheid. Deze iets langere wandelpauze achter de rug, begaven we ons opnieuw op weg. Via een brug staken we de Mellier over en bereikten de N897, de Rue du Chénel. Ook deze weg kruisten we, om aan de overzijde een smal rotsig paadje te beklimmen dat schuin rechts zich langzaam van de N897 verwijderde. We betraden op die manier het ‘Forêt domaniale de Mellier’. Na geruime tijd klimmen, arriveerden we zowat op het hoogste punt op een kruispunt van boswegjes.

Hier ging de gele wandelroute linkaf, doch wij stapten nog wat verder rechtdoor, voorbij een kale vlakte rechts. Iets later kruisten we een brede brandweg doorheen het bos. Nog wat aan hoogte winnend arriveerden we tenslotte opnieuw ter hoogte van een kruispunt van boswegen. Ditmaal draaiden we haaks linksaf en betraden een brede bosweg, welke stilaan verliep in dalende lijn, tot aan de eerste bosweg links. Daar ging het opnieuw even al klimmend verder, waarbij we onopgemerkt, volgens de wandelgids, het hoogste punt, met name 447 m overschreden. We kruisten nogmaals de brede brandweg, welke we voorheen reeds hadden bemerkt en daalden nu verder af tot aan het eerste dwarswegje, alwaar we rechtsaf draaiden. We bevonden ons terug op de wandelroute aangeduid door gele driehoekjes. Af en toe flink dalend en hier en daar wat plassen ontwijkend, mondde het smalle pad uit op een verharde dwarsweg, alwaar we het baken aantroffen ‘Le Chénel, Alt. 395 m.’, om er de weg te dwarsen. Aan de overzijde ging het vooreerst nog wat bergop, om nadien doorheen het Bois de Chénel, langzaam af te dalen naar een lager gelegen dwarsweg, die we links opgingen. We troffen er opnieuw de wit-rode markeringen aan van de GR151. Uiteindelijk verlieten we het bos en bereikten de openbare weg, de N897, de Rue du Chénel. Daar bevond zich de Chapelle Notre Dame de Chénel.

We vonden er bezijden de kapel een picknickbank en gingen dan ook omstreeks 15:57 uur over tot het nuttigen van de laatste restjes in de rugzak. Nadien konden we even de kapel van nabij bekijken, alsook het monument ervoor geplaatst ter ere van enkele gesneuvelden van de RAF. We hadden dan ook de gelegenheid het laatste baken van de dag te zien, ‘Chapelle du Chénel, Alt. 370 m.’, waarna we de brede en druk bereden N897 naar rechts opgingen, richting centrum van Marbehan. Voor het laatst overschreden we nogmaals de Mellier, om vrij vlug aan te komen ter hoogte van de kerk, jammer genoeg niet toegankelijk. Wegens het ontbreken van horeca in Marbehan, ging het dan na de wandeling omstreeks 16:20 richting thuisbasis, na te hebben genoten van een zonnige winterse tocht van 13,495 km.”

donderdag 27 januari 2022

486: Orgeo, Zaterdag 14 november 2020, 13,739 km. (9753,277 km.)


“Een wandeltocht beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Orgeo. Deze luswandeling gaat over een afstand van 11,9 km en gaat van start ter hoogte van de parochierkerk op de Place d’Urio. Na een verplaatsing vooraf dankzij Cambio, konden we ons voertuig parkeren op de parking ter hoogte van de kerk. Na vooreerst te hebben genoten van een broodje konden we even later omstreeks 10:35 uur van start gaan, weliswaar nog steeds onder het strenge regime van Corona. We verlieten de Place d’Urio en begonnen aan een lichte afdaling met de kerk rechts. Even voorbij de rechts gesitueerde Rue Sous-l’Eglise ging de Place d’Urio over in de Rue Notre Dame. Langzaam iets aan hoogte winnend ging het stilaan de bewoonde dorpskern uit. Gekomen net voor een geel pand, verlieten we de Rue Notre Dame voor een dalende landweg rechts. Via dit rotsig karrespoor wandelden we tussen weilanden, hierbij het gezelschap verkregen van een hond. Het beest vond genoegen in het halen van een geworpen stuk hout. Zowat 50 m van dit pad verwijderd stroomde de Vierre. We staken de amper zichtbare Ruisseau de Rossart over en bemerkten wat later een tweetal zware balken bezijden het pad. Ter hoogte van deze Y-splitsing ging het verder via een aan hoogte winnend wegje links. Over een vrij smal graspad wonnen we verder nog aan hoogte tot we een dwars gelegen asfaltweg aantroffen, de Rue du Miaumont.

Aan de overzijde stapten we een grindweg op, de Rue du Grand-Enclos, nog steeds klimmend. Opnieuw tussen weiden konden we genieten van mooie vergezichten. Links kregen we de kerk van Biourge te zien. Naarmate we vorderden op de Rue du Grand-Enclos, veranderde het stenige pad in asfalt en kwamen de eerste woningen in zicht van Nevraumont. Bij het betreden van dit dorpje, ging het op het eerste kruispunt rechtsaf, eveneens Rue du Grand-Enclos, om er vrijwel dadelijk opnieuw de bewoonde wereld te verlaten. Even voorbij het laatste pand ging het ditmaal linksaf via een onverharde weg tussen weiden, in de richting van het verder gelegen Bois de Waillimont, op de toepasselijke Chemin de Waillimont. Eenmaal de laatste weiden voorbij ging de Chemin over in een min of meer holle weg het eigenlijke bos in. Vrij vlug veranderde de holle weg in een modderig pad, alwaar we van tijd tot tijd even het bos dienden in te gaan, om de ergste passages te overwinnen. Over het hoogste punt heen, ging het dan in dalende lijn het bos uit, waarna we de Vierre overschreden en uitkwamen op de dwars gelegen Rue de Waillimont. We hielden er omstreeks 13:05 uur even halt voor een korte picknick, terwijl we ondertussen het hoge beeld konden bewonderen van de Onze-Lieve-Vrouw van Waillimont, waarvan de sokkel was bedolven onder talrijke danktegels.

Aan de overzijde van de Rue de Waillimont, wonnen we terug wat aan hoogte op een iets breder rotsig pad, dat vooreerst verliep langs de rand van een bos rechts, om iets later doorheen dit stuk bos verder te gaan. Ondertussen kon maatje de talrijke paddestoelen bezijden het pad digitaal vereeuwigen. Via dit pad dienden we van 360 m boven zeeniveau te klimmen naar 420 m, wat natuurlijk het wandeltempo gevoelig liet afnemen. Doch boven werden we beloond door zicht op een mooie rij eiken. Nadien konden we geleidelijk afdalen naar de dwars gelegen Rue de Martilly, om er aan de overzijde verder te stappen via een linker zijweg. Zowat in het dal aangekomen wandelden we tussen enkele huizen van Saint-Médard en mondden uit op de dwars gelegen Grand’Rue. Voorzichtig kruisten we de weg, om aan de overzijde via een hoge brug de spoorlijn over te gaan. Het smalle asfaltwegje verliep rechtdoor langs de rand van een bos links. We namen er plaats in de grasberm om er even een picknick te houden om 14:25 uur. Wat later gingen we opnieuw op weg, aanvankelijk met het bos links en weiland rechts, om korte tijd nadien aan weerszijden van de weg bos aan te treffen. Eenmaal het bos voorbij gegaan, namen we aan een Y-splitsing de rechtse weg, welke iets verder opnieuw doorheen een sparrenbos verliep.

We kruisten in het bos de Chemin de la Mellée en gingen rechtdoor verder door het bos. Nog wat klimmend arriveerden we tenslotte op het hoogste punt van deze wandeltocht, 440 m boven de zeespiegel, net aan een voetbalplein voorzien van enkele lichtmasten. Voorbij het voetbalveld kruisten we een asfaltwegje, Au Poupeau en stapten rechtdoor verder op een onverharde weg. Vrij vlug daarna kruisten we een ander asfaltbaantje, le Routeux en begaven ons aan de overzijde op een grindweg. In dalende lijn vorderden we richting lager gelegen N824, de Rue de la Station, die we opnieuw overstaken, nu wel heel dichtbij de rechts gelegen spoorlijn. Na nog een korte beklimming kruisten we de Rue de l’Abreuvoir om aan de overzijde een mooie bosweg te bewandelen, nagenoeg evenwijdig aan de spoorweg. Er restte ons nog een fors klimmetje tot we aan de overzijde van de spoorweg het stationsgebouw voorbij gingen. Even verder ging het via een brug rechtsaf over de sporen en begonnen we aan de afdeling naar het dorp Orgeo. Na een haakse bocht naar rechts, net voorbij de brug bereikten we de Rue du Point d’Arrêt, om die links op te gaan. Na een hele tijd dalen kwamen we beneden uit op de Rue du Briga.

Over korte afstand volgden we de weg naar rechts, om dan aan de overzijde linksaf te gaan in de Rue du Bout d’en Bas, die ons nog een laatste maal de Vierre liet oversteken. Net voor de brug over de waterloop en met uitzicht op de kerk van Orgeo, vonden we nog een picknickbank aan de oever van de Vierre, tijd om de laatste broodjes te nuttigen, ondertussen de klok van 15:50 uur nabij. Na deze laatste halte staken we de Vierre over en gingen op de Y-splitsing links de Rue-Sous l’Eglise in, om er dadelijk rechts via enkele trappen naar de kerk te gaan, voorbij een mooie calvarie. Boven aangekomen stapten we over een gedeelte van het kerkhof om tenslotte aan de parking de wandeling te eindigen, na 18078 stappen, goed voor ongeveer 13,739 km klimmen en dalen.”

485: Zonhoven, Zaterdag 06 april 2019, 16,209 km. (9739,538 km.)


 “Een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Limburg 2, met start en aankomst te Zonhoven. Een wandeling waar kan worden gekozen uit diverse afstanden, met name 24,7 km, 23 km of 19,6 km. Onderweg zijn af en toe verkortingen mogelijk waardoor nog andere afstanden beschikbaar zijn. De aanbevolen vertrekplaats bevindt zich ter hoogte van de camping Holsteenbron. Na een voorafgaande verplaatsing via Cambio, vonden we een parkeerplaats ter hoogte van de honden losloopweide Holsteenbron op de Hengelhoefseweg. Na een broodje te hebben genuttigd, konden we om even na 11:00 uur van start gaan. We kozen voor een eerste verkorting van het parcours en begaven ons dan ook op de Hengelhoefseweg, richting reeds vermelde camping, doch vooreerst gingen we nabij even de Holsteen bekijken. We volgden even later de zandweg langs de omheining van de honden losloopweide tot aan de eigenlijke camping, alwaar we omstreeks 11:20 uur even konden genieten van een kopje koffie. Even later volgden we verder de weg tot aan de brug, terwijl we ondertussen de routetekens verkregen van de GR564. We stapten onder de brug door en draaiden rechtsaf Klein Hengelhoef in. Ter hoogte van een driesprong kozen we de uiterst linkse tak. We overschreden een zijtak van de Roosterbeek, waarna de grindweg aan hoogte won. Na een bocht naar rechts, trokken we doorheen een boszone om tenslotte aan te komen op de openbare weg, de N726, Wagemanskeel.

Over korte afstand volgden we de weg naar links, om op die manier via de brug de autosnelweg E314 over te steken. Aan de overzijde van de brug, waar de stoeprand ophield te bestaan, ging het rechtsaf het bos in, hierbij de GR564 volgend, om zo het Recreatiedomein Hengelhoef binnen te gaan. Het bospad leidde ons na een tweetal richtingsveranderingen naar het Bezoekerscentrum Limburgs Landschap, dat we aantroffen omstreeks 12:30 uur. Na even het gebouw te hebben bekeken, zetten we onze wandeling verder. Nog altijd de wit-rode markeringen in het oog houdend van de GR564, ging onze wandeling doorheen een gedeelte van het Recreatiedomein Hengelhoef. Via de iets verder gelegen Hengelhoefdreef, passeerden we een parking, om dan een bospad op te gaan. We bevonden ons op een deel van de lokale fit-o-meter en gingen aan een aantal vakantieverblijven voorbij, om uiteindelijk aan te komen aan de receptie van het domein. Omstreeks 13:00 uur gingen we dan over tot het nuttigen van een kopje koffie in de taverne van Hengelhoef. Ondertussen konden we genieten van het uitzicht over de waterpatij van het vakantiepark. Na te hebben genoten van deze wandelpauze volgden we opnieuw de GR564, doorheen een boszone om door middel van een smal bospad vooreerst aan hoogte te winnen, om nadien af te dalen naar de Hengelhoefdreef.

We kruisten nogmaals de dreef om nog steeds doorheen het bos, even later de Donderslagweg, ofte N726 over te steken. Via een houten sluis betraden we de Tenhaagdoornheide. Een totaal andere wandelomgeving om te verkennen. We stapten in de richting van een electriciteitsmast en gingen er links omheen, om even later een bocht naar rechts te nemen, in de richting van een klein perceel bos. We vonden er een mooie picknickplaats omstreeks 14:00 uur, tijd om nog even te denken aan de inwendige mens. Net voorbij het bosje betraden we een brede grindweg naar links tot aan een duinengebied, om er dan rechtsaf te draaien. We beklommen de eerste duin en gingen even later links de duin met een mast op. Na wat draaien en keren kwamen we aan het zogeten Sterrenplekje, het hoogste punt van de Tenhaagdoornheide, goed voor 87 m boven zeeniveau. Natuurlijk beklommen we deze duinheuvel, om nadien even te pauzeren op de zitbank aan de voet van de duin, inmiddels de klok van 14:45 uur genaderd. Na deze zonnige onderbreking begaven we ons rechtsaf aan het Sterrenplekje om er over zowat 400 m een aardeweg te volgen. Rechts verkregen we zicht op het golfterrein van Houthalen. Gekomen aan een veesluis, verlieten we de aardeweg naar links en kwamen in een begrazingsgebied, waar ontelbare schapen waren waar te nemen.

Een golvend wandelpad verliep onder laaghangende takken en licht dalend doorheen nadien dennen en berken. Na het overschrijden van een tweede veesluis, namen we afscheid van het begrazingsgebied en kwamen terecht op een bredere weg, Het Genaderen, om er de richting linksaf te kiezen. De weg volgend, namen we langzaam maar zeker afscheid van de natuur en naderden de bewoonde wereld. Na het passeren van de parking van de Tenhaagdoornheide verkregen we asfalt onder de wandelschoenen en gingen even later voorbij de eerste huizen van Houthalen-Helchteren. Op het einde van de weg Het Genaderen gingen we voorbij de rechts gesitueerde De Genaderse watermolen, weliswaar afgesloten omwille van werkzaamheden. Ter hoogte van het kruispunt met de drukke Springstraat, gingen we via het fietspad naar links over de brug van de autosnelweg E314, om zodoende terug het grondgebied van Zonhoven te bereiken. Eenmaal over de brug gingen we linksaf in de eerste straat, de Teutseweg en stapten voorbij de Haagdoornstraat tot aan de parking van het Natuurreservaat De Teut. Vanaf de parking volgden we de plaatselijke rode route, wat nadien uiteraard klimmen betekende, vermits we de Teutheuvel dienden te overschrijden, alweer goed voor meer dan 75 m boven zeeniveau. Een zanderig parcours later hadden we de top overschreden en daalden af naar een lager gelegen brug.

Onder de brug door behielden we dezelfde richting om uiteindelijk uit te komen in de Hengelsbroekweg, welke uitmondde op de Holsteenweg, stilaan bekend terrein. Linksaf naderden we de camping Holsteenbron, alwaar we aanvankelijk waren van start gegaan. Alvorens echter de terugreis aan te vatten namen we nog even de tijd voor een frisse cola op het buitenterras van de Holsteenhoeve omstreeks 18:15 uur. We konden dan ook nog even nagenieten van een mooie tocht doorheen schitterende natuur, goed voor 21328 stappen en 16,209 afgelegde km.”

dinsdag 30 november 2021

476: Falmignoul, Zaterdag 19 september 2020, 10,6 km. (9597,901 km.)


 “Het relaas inzake een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Falmignoul. Men kan deze wandeling opsplitsen in een tweetal lussen, dan bedraagt de totale wandelafstand 22,2 km. We beperkten ons echter tot slechts een gedeelte van de tocht, vermits we na de wandeling nog even een bezoek brachten aan Celles. Na een autorit vooraf vonden we een parkeerplaats tegenover de Eglise Saint-Nicolas in de Rue du Cretia, gevolgd door een broodje, teneinde even later de wandeling aan te vangen. We lieten de plaatselijke kerk rechts en volgden over korte afstand de Rue du Cretia, met oog voor de liggende rode en gele rechthoekjes. Een vijftigtal meter verder, aan een Y-splitsing wandelden we rechtdoor verder, vrijwel dadelijk flink aan hoogte winnend, om zo stilaan de laatste huizen achter ons te laten. Bijna op het hoogste punt aangekomen, bochtte de weg naar rechts, net waar een klein oorlogsmonument schuil gaat onder enkele lindes. Wat verder aan een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw arriveerden we op het hoogste punt op een dwarsweg. We kozen linksaf in deze Rue Haute, om er de richting te volgen, aangegeven door een rood en geel rechthoekje. Iets verder aan een enorme es hielden we de richting rechtdoor aan, nog steeds licht bergop.

Een volgende splitsing van de Rue Haute liet ons afscheid nemen van het tot nog toe bewandelde betonwegje, om dit te ruilen voor een grindweg. We stapten er rechtdoor verder en kregen zo zicht op enkele windmolens links. Nog altijd matig verder klimmend overschreden we een heuvel, om dan langzaam af te dalen op een brede grasweg, in de richting van het verder gelegen bos. Bij het betreden van het bos ging het nog wat verder in dalende lijn, zij het iets forser dan voorheen. Ter hoogte van een kruispunt van boswegen hielden we rechtdoor aan, hierbij geleid door gele rechthoekjes en de wit-rode markeringen van de GR654. Vanaf dit punt doken we als het ware werkelijk de diepte in via een vrij steile afdaling langs een smal pad, dat was uitgehold door regenval. Af en toe diende een boom even als hulp om steun te zoeken. Eenmaal deze steile afdaling achter de rug, betraden we een dwars gelegen bosweg naar rechts, nu ook aangeduid met pijltjes ‘Cascatelles’. We daalden nog steeds verder af, via de Sentier des Cascatelles, zij het nu matiger dan voorheen, om af en toe via stapstenen de Ruisseau du Grand Étang over te steken. Zo wandelden we afwisselend links en dan weer rechts van het riviertje. Het verloop van het water geschiedde via een aantal treden en zo ontstonden kleine watervalletjes.

Jammer genoeg eindigde dit mooie stukje wandelweg voorbij een grote rots in de Maasvallei, alwaar we een grote picknickbank aantroffen. We namen er dan ook afscheid van het Grote Routepad dat een andere richting uitging. We hielden er alvast even halt teneinde te genieten van een hapje en even de ledematen wat rust te gunnen. Na dit korte oponthoud begaven we ons rechtsaf op het brede wandelpad langs de oever van de Maas. Aan de overzijde van het water kregen we zicht op het dorp Waulsort. Genietend nu van een stralende zon, na de duisternis van het bos, konden we kijken naar statige gebouwen uit de belle époque aan de overzijde van de Maas. Het tot nog toe gevolgde wandelpad leidde ons voorbij het plezierhaventje van Waulsort. Daar hielden we opnieuw even halt, vermits aan de overkant de horeca was waar te nemen. We maakten dan even later gebruik van een kleine schuit met veerman om op de andere oever te geraken. Daar konden we dan omstreeks 12:15 uur genieten van een kopje koffie in Panama Rio. Na een aangename wandelpauze in het zonnetje, ging het opnieuw de Maas over, teneinde onze wandeling verder te zetten.

Vanaf nu volgden we de blauwe ruitjes en de gele rechthoekjes voorbij de kleine jachthaven. Aan de overzijde van de Maas kregen we zicht op het kasteel van Waulsort en stapten we verder via de oever van de Maas. Links verschenen enkele doorkijkjes naar de rivier, terwijl rechts de eerste rotspunten te voorschijn kwamen. Even verder verliep het parcours over een uitgestrekte weide, terwijl we zowel links als rechts de hoge rotswanden konden bekijken. Gekomen aan het einde van een tweede weide, bereikten we het Colébi-ravijn, om er voorgoed afscheid te nemen van de Maas. Een draaihekje liet toe de weide te verlaten, waarna we rechtsaf gingen en een kiezelpad betraden, voortaan geleid door de rood-witte tekens van de GR126. Vooreerst matig bergop naderden we een bos, om er een dwarsweg rechts op te gaan, om dan meteen een forse beklimming aan te vangen. Eenmaal doorheen het bos kwamen we uit op een volgende dwarsweg, om er nogmaals rechts aan te houden. We wonnen nog iets aan hoogte tot we het plateau bereikten, de Crétia.

We wisselden ondertussen het kiezelpad voor een smalle betonweg, waarna we uiteindelijk het punt bereikten waar we vroeger op de dag waren langs gekomen, vermits de betonweg uitmondde in de Rue Haute. We gingen linksaf en volgden in tegengestelde richting een gedeelte van de heenweg. Aan het kapelletje onder de lindes, ging het ditmaal rechtsaf om af te dalen naar de kerk van Falmignoul. We eindigden dan ook deze wandeling omstreeks 14:30 uur na zowat 10,6 km te hebben gewandeld. We zagen af van het tweede gedeelte van deze uitgepijlde wandeling, vermits we vooreerst nog even de kerk van Falmignoul bezochten, om nadien koers te zetten naar Celles. Daar hielden we nog even halt in de bekende taverne, ter hoogte van het restant van een Duitse tank, bekend omwille van ‘The Battle of the Bulge’. We genoten er dan ook van een drankje, waarna we de terugreis aanvingen.”