Posts tonen met het label Kleine Gete. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Kleine Gete. Alle posts tonen

woensdag 23 augustus 2023

555: Zoutleeuw, Zaterdag 19 augustus 2023, 14,660 km. (10.901,323 km.)


“Een wandeling via knooppunten met start en aankomst ter hoogte van het Provinciedomein ‘Het Vinne’, gelegen aan de Ossenwegstraat 70 te Zoutleeuw. Na de verplaatsing vooraf via Cambio konden we terecht op de ruime parking aan de ingang van het domein. Even later, omstreeks 11:00 uur konden we onder een bewolkte hemel van start gaan en dit aan het knooppunt 304. We begaven ons rechtsaf op de Ossenwegstraat, om vrijwel dadelijk de eerste straat links, de Pijpstraat in te draaien. Deze licht stijgende kasseiweg volgden we slechts over vrij korte afstand, om er links een grasweg op te gaan. Bezijden het kasseiwegje bevond zich een wegwijzer naar het ‘Wijngaardpad’. Wat verder veranderde het graspad in een smalle wegel welke onder de bomen verdween. We stapten onder een houten portiek door, waarop de vermelding ‘Wijngaardpad’. Echter amper het bosje ingegaan, kregen we af te rekenen met honderden muggen, welke niet nalieten de eerste prikken uit te delen. Vlug de muggenspray boven gehaald, echter zonder al te veel succes. Het pad zouden we eerder kunnen vermelden als de ‘Muggenboulevard’. Na een ruime bocht naar rechts bereikten we na veel armgezwaai de muggenvrije openbare weg, de Bredestraat, tevens knooppunt 303. Deze brede grindweg leidde in een ruime bocht omheen de links gelegen bosrand. Ter hoogte van de eerste woningen veranderde het wegdek in asfalt. Deze weg tot op het einde volgend, kwamen we uit op de dwars gelegen drukke Budingenweg. Inmiddels het knooppunt 302.

We kruisten de weg, om aan de overzijde via het afgescheiden fietspad de weg naar links op te gaan. Deze druk bereden weg echter, konden we even later ter hoogte van het Gemaal Zoutleeuw verlaten naar rechts, via een brug over de Kleine Gete. We troffen er het knooppunt 301 aan, doch bovendien hielden we er even halt op de nieuw aangebrachte rustbanken voor een boterham met omelet. Na deze korte eet- en wandelpauze begaven we ons opnieuw op weg. Aan het knooppunt 301, volgden we ditmaal de richting naar het knooppunt 300, vooreerst via een smal grindpaadje links van de Kleine Gete, zowat in tegengestelde richting. Via een haakse bocht naar links ging het omheen een uitgestrekt grasveld. Een volgende bocht naar links liet ons via een brugje de Vloedgracht overschrijden, waarna het nagenoeg in rechte lijn verliep richting centrum van Zoutleeuw. Het tot nog toe gevolgde pad had dan ook als benaming ‘Verbrande Brug’. Het pad verliep min of meer evenwijdig aan deze gracht. We bemerkten er tevens de aanduiding dat we een gedeelte bewandelden van het traject van de Streek-GR Hageland, alsmede de GR128. Gekomen op de kruising met de rechts gelegen Melkweg, ging de grindweg over in een smalle betonweg. Tussen de akkers en weiden door wandelden we verder via de Verbrande Brug. Het af en toe bochtrijke wegje liet ons het knooppunt 300 voorbijgaan. Op het einde van de weg bereikten we een Y-splitsing aan het knooppunt 39.

We kozen de linkertak en gingen via een brug de Vloedgracht over om verder te stappen op de Leeuwerweg. Het betonbaantje mondde tenslotte uit op de dwars gelegen Tiensestraat, aan het knooppunt 38. We sloegen de straat in naar links, richting centrum Zoutleeuw. We begaven ons op deze drukke toegangsweg naar het centrum, om een drietal ruime bochten later aan te komen op de Schipstraat, ter hoogte van de brug over de Kleine Gete. We konden er de kapel bekijken van Onze-Lieve-Vrouw-Ster der Zee. We volgden over korte afstand de Prins Leopoldplaats naar rechts, evenwijdig aan de Kleine Gete, tot aan het knooppunt 3. Daar ging het haaks linksaf, de Kleine Gete over en vervolgens via de Vleesstraat tot aan de Sint-Leonarduskerk. Naast de kerk troffen we een klein kunstwerk aan, getiteld ‘De Voor Denker’. We betraden er vervolgens de Grote Markt aan het knooppunt 31. Men was er bezig met de oprichting van een podium ter gelegenheid van de kermis. We konden er omstreeks 12:45 uur even de dorst lessen op het terras van café ‘De Met’. Gelukkig voorzien van grote paraplu’s, vermits we tijdens het nuttigen van een cola werden voorzien van regenwater. Tevergeefs hopend op het einde van de regenbui, toch maar noodgedwongen de regenjas aangetrokken.

Aan het knooppunt 31 begaven we ons nadien naast het stadhuis in de Rijkswachtstraat, welke overging in de Vincent Betsstraat, richting stadspark van Zoutleeuw. Net vóór het park sloegen we links de doodlopende Kanonstraat in, welke op het einde via een graspad rechts toegang gaf naar het stadspark. Daar konden we nog even schuilen voor de regen, terwijl we nog even dachten aan de inwendige mens. Na de maaltijd volgden we verder het pad doorheen het stadspark tot we het park verlieten via de Vestenwandeling tot aan het knooppunt 32. Daar ging het haaks rechtsaf op een brede grasweg langs de rand van een perenboomgaard. Op het einde van de boomgaard vonden we het knooppunt 33, alwaar we haaks links kozen, om er nadien via een haakse bocht uit te komen op de Ossenwegstraat, een vrij drukke brede betonweg. Gelukkig dienden we over niet al te lange afstand deze weg naar links te volgen, weliswaar onder de striemende regen. Net voorbij het huis nr. 62 begaven we ons rechtsaf op een brede grindweg, Voetweg 50, welke leidde naar het knooppunt 309. We draaien er haaks linksaf om via een brugje de Sint-Odolphusbeek over te gaan. Aan de overzijde van het brugje betraden we het Provinciedomein ‘Het Vinne’. Na de doortocht doorheen een stukje bos mondde het pad uit aan het knooppunt 308, aan de rand van een rietzone. We gingen er haaks rechtsaf en betraden het wellicht langste vlonderpad dat we ooit hebben gezien, tussen het riet dat boven onze hoofden uitkwam. Het bochtige vlonderpad eindigde wat verder aan een schuilhut.

Net voorbij de schuilhut was het vlonderpad versperd en niet toegankelijk omwille van het broedseizoen. We dienden bijgevolg een alternatieve grasweg te volgen omheen deze broedzone. Het pas gemaaide pad wees duidelijk de weg. We stapten nu verder over diverse brede graspaden omheen het eigenlijke Vinne. Het knooppunt 345 voorbij, zetten we onze wandeling verder langs open grasvelden, doorheen kleine rietzones en af en toe een bosrijk gebied. Net alvorens we het volgende knooppunt 344 zouden aantreffen, konden we nog even halt houden omstreeks 14:30 uur ter hoogte van één van de vele picknickplaatsen omheen het Vinne. Een rijsttaartje ging zonder al te veel moeite naar binnen. We begaven ons nog wat verder doorheen een volgende rietzone via een ander knuppelpad tot aan een mooie vogelkijkhut. Daar konden we even van nabij het waterwild bekijken dat zich bevond op het Vinne. Vanaf de vogelkijkhut bereikten we tenslotte het knooppunt 344. We kozen rechtsaf en betraden opnieuw een boszone op vrij modderige paden. Uiteindelijk dienden we even later een tijdje afscheid te nemen van de natuur, daar het pad uitmondde op de Rondeweg, een asfaltweg die naar links werd betreden. Wat verderop voorbij de eerste woningen ging de straatnaam over in de Zwartaardeweg, langs de rand van het Zwartaardebos. Op het einde aan een Y-splitsing gingen we links verder op de Zwartaardeweg om de bebouwde kom te betreden van Ossenweg. Een kruispunt verder hielden we rechts en begaven ons op de Muggenberg, vrijwel dadelijk een flinke kuitenbijter.

De steile beklimming overwonnen arriveerden we aan de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Ossenweg. Vermits de deur was geopend brachten we een bezoekje aan de kapel zelf. Na het bezoek kruisten we de Ossenwegstraat en stapten aan de overzijde verder door de Lindeweg. Vervolgens kruisten we wat later de dwars gelegen Lindeweg en wandelden verder door de gelijknamige doodlopende weg. Op het einde ging de betonbaan over in een smalle wegel op een grasweg om uit te komen op een kruispunt van veldwegen aan het knooppunt 343. We kozen er links de stijgende Pijpstraat, een holleweg, welke over het hoogste punt verder verliep tussen akkers en overging in een smalle kasseiweg. Na een tweetal bochten verliep de kasseiweg in rechte lijn naar het knooppunt 305 op de kruising met de Bredestraat, die we links insloegen. Langs een boomgaard en akkersland daalden we af naar de Ossenwegstraat, om aan de overzijde opnieuw het Provinciedomein te betreden en er het knooppunt 306 te vinden naast een picknickbank. We hielden nog even kort halt om nadien een grindweg naar rechts te bewandelen, evenwijdig aan de openbare weg om even later aan te komen ter hoogte van het bezoekerscentrum, tevens knooppunt 307 en einde van de wandeling.”

donderdag 16 juli 2020

311: Ezemaal, Zaterdag 20 september 2014, 21,537 km. (6346,861 km.)



“Ditmaal kozen we voor een wandeltocht, zoals beschreven in de Dagstappergids Vlaams-Brabant 2, met start en aankomst in Ezemaal. Volgens de wandelgids een tocht van 20,5 km die kon worden ingekort tot 14,6 km. We besloten echter het volledige parcours te volgen. ’s Ochtends reden we dan ook tot aan de parking van het station van Ezemaal, alwaar we, na een hapje, klaar waren voor de start. Het zonnetje gaf alvast een aangenaam gevoel om kennis te maken met een stukje Vlaams-Brabant. We wandelden vanaf de parking aan het station lichtjes bergaf, evenwijdig met de spoorlijn. Een eerste wandelpad werd aangeduid, met name het Laar Wandelpad. Beneden gekomen, ging het verder via de tunnel onder de spoorweg en zaten we op het traject van de GR128, tevens bemerkten we aanwijzingen inzake een wandelroute naar Santiago de Compostela. Zowat 400 m verder, ter hoogte van een kleine kapel, ging het naar links, via de Ardevoorstraat. Zo bevonden we ons op de grens tussen Vlaanderen en Wallonië. Ter hoogte van een klein bosje, ging het rechtsaf, een veldweg op, welke leidde naar de oever van de Kleine Gete.

Een bocht naar rechts markeerde de plaats, alwaar La Seype uitmondde in de Kleine Gete. We volgden nu de oever van deze beek, staken de drukke N279 over en volgden verder het verloop van deze kleine waterloop. Wat verderop ging het via een brugje over de Seype, nadat we vooreerst even van nabij de H. Bloedkapel uit 1897 hadden bekeken, welke zich even verderop rechts van ons bevond. We vervolgden nadien onze weg, om via enkele landelijke paadjes en vervolgens kerkwegels, opnieuw de N279 te bereiken, ter hoogte van de kerk van Neerheylissem. Een café, met name Le St. Sulpice, ter hoogte van de kerk, nodige alvast uit om even te pauzeren en in het zonnetje te genieten van een kopje koffie. Na dit oponthoud volgden we een tijdje de drukke weg, om ter hoogte van een electriciteitscabine, rechtsaf te wandelen en zo de Kleine Gete over te steken. Een rustig landelijk wegje liet ons genieten van de rust uitgaande van de natuur. Zo wandelden we verder, met rechts zicht op de mooie Sint-Sulpitiuskerk van Neerheylissem.

Uiteindelijk bereikten we even later een stukje bos en verlieten we de openbare weg, teneinde een rechts gelegen bospad op te gaan. Ook hier erg drassig en af en toe dienden we het gras op te zoeken, teneinde de voeten droog te houden. We staken vervolgens opnieuw de Kleine Gete over via een houten ophaalbrugje en bereikten verder de vijver van het Provinciaal Domein van Opheylissem. Het vrij modderige wegje volgden we naar links, richting ingang van het domein. Op weg daarheen kregen we tal van dieren te zien, welke in het domein een onderkomen hebben gevonden: hertjes, struisvogels, hangbuikzwijnen, enz. Gekomen aan de ingang van het domein troffen we een wandelpaal aan met verwijzing naar de samenkomst van de GR128 en de GR579. Alvorens richting kasteel verder te wandelen, namen we even een korte pauze op het terras aan de oever van de vijver. We lieten ons de koffie smaken. Nadien wandelden we langsheen de voorzijde van het kasteel en verlieten het domein opnieuw via een zogeheten dienstingang.

Even verder passeerden we de kerk van Opheylissem en sloegen een links gelegen veldweg in, welke vrij vlug overging in een steile holle weg. We volgden hier een gedeelte van de Promenade des Chavées, aangeduid door groen-wit-groene rechthoekjes. Boven namen we de meest linkse veldweg en wandelden richting Goetsenhoven, waarvan we reeds van ver de kerk konden bemerken. Tenslotte bereikten we op die manier de steenweg tussen Tienen en Hannuit. We staken deze drukke weg over en volgden een veldweg naar links, om nadien het dorpsplein te bereiken van Goetsenhoven. We troffen er de aanduidingen dat we ons bevonden op de Suikerroute. Even voor de kerk vervolgden we ons tocht via de Konijnenbergstraat, waarna we korte tijd later het traject van de GR128 verlieten. We klommen verder via de kasseien van de Konijnenbergstraat tot op de top van de helling. Aldaar ging het rechtsaf via een smal graspad, Druivenspoor geheten. Dit paadje verliep achter de tuintjes van de aanpalende huizen.

Aan het einde van dit graswegje bereikten we de N64 welke we dwarsten om vervolgens een betonwegje te betreden. We volgden hier een tijdje het traject van de LF6 Vlaanderen Fietsroute. Enkele landelijke wegen brachten ons vervolgens tot in het dorpje Hakendover, waarbij we tevens even konden proeven van het Bedevaarders Wandelpad. In het centrum van Hakendover konden we even onze dorst lessen in café De Korenbloem. Even later vervolgden we onze tocht via de Keienpoelweg, tot we geruime tijd later de weg Tienen – Sint-Truiden bereikten. We wandelden korte tijd langsheen deze drukke N3 om verder een rechts gelegen kasseiweg op te gaan. Dit was een deel van de Romeinse heirweg tussen Keulen en Boulogne-sur-Mer. Hierlangs verliep tevens de Landense Fietsroute. We kwamen langsheen diverse boomgaarden, alwaar de rijpe peren, omwille van de Russische boycot, zomaar bleven hangen, tot ze van de bomen zouden vallen. We lieten ons dan ook enkele exemplaren bijzonder smaken.

Een bijna eindeloos lijkende betonweg bracht ons uiteindelijk tot aan een kruispunt, alwaar we opnieuw de aanduidingen vonden van de GR128. We sloegen rechtsaf, richting Ezemaal, hierbij voorlopig het Hespensche Wandelpad volgend. Enkele veldwegen leidden ons tot in het dorp Eliksem. Korte tijd nadien wandelden we voorbij de Koningsmolen, om vervolgens nogmaals de Kleine Gete over te steken. Er volgden nog enkele bruggen over deze waterloop, tot we tenslotte de oever stroomopwaarts dienden te volgen. Vrij vlug echter bleek dat het pad onbegaanbaar was, omwille van recente overstromingen. We zakten meteen in de drassige ondergrond. Een koppel moedige wandelaars kwam ons uit tegengestelde richting tegemoet en meldden dat er verder geen doorkomen meer mogelijk was. De modder kwam tot halverwege hun benen. Er was geen andere mogelijkheid, dan een eindje terug te keren, tot aan de dichtst bijgelegen openbare weg en die te volgen tot aan het station van Ezemaal. Het was een kleine omweg, doch we zaten al dichtbij het einde van de wandeltocht.

Even later bereikten we opnieuw ons voertuig op de parking van het station, weliswaar met schoeisel dat dringend aan een onderhoudsbeurt toe was. We sloten deze dagtocht af met een gewandelde afstand van 21,537 km, goed voor 1062 cal en 28717 stappen in een tijd van 5.05.58.”

maandag 22 juni 2020

294: Zoutleeuw, Zaterdag 19 april 2014, 28,2 km. (5928,429 km.)

“Het volgend wandelverslag handelt over een tocht, beschreven in de Dagstappergids Vlaams-Brabant, met start en aankomst te Zoutleeuw. In deze gids verkreeg deze dagtocht als titel: ‘Driesterrenkunst in het Geteland’. De totale afstand van de tocht bedraagt 28,2 km, doch kon onderweg worden verkort tot 27,35 km. De plaats van vertrek situeerde zich ter hoogte van de Grote Markt in Zoutleeuw. Een plaats welke we bereikten na een ritje met de auto. Onderweg tijdens de wandeltocht zouden we een gedeelte volgen van de GR128 en de Streek-GR Hageland. Een hele tijd de blik gericht op enerzijds rood-witte markeringen en anderzijds geel-rode aanwijzingen. Na vooraf te hebben genoten van een hapje, konden we even later op pad. We verlieten de Grote Markt van Zoutleeuw via de Ridderstraat en de Koepoortstraat, om dan de Ijzerenweg over te steken. Dit is het fietspad Tienen – Sint-Truiden, aangelegd op de gelijknamige voormalige spoorlijn. Inmiddels hadden we het asfalt geruild voor een prachtige kasseiweg en staken de Dormaalbeek over. Tussen de weiden door ging het richting Helen, doch vooreerst staken we de Kleine Gete over. Logisch volgden we aldaar het Kleine Gete Wandelpad. Eenmaal het dorpje binnen gewandeld voerde de route ons tot aan een rotonde. We hielden rechtdoor aan en wandelden voorbij een kapelletje ter ere van O.-L.-V. van Gedurige Bijstand.

Net voor het plaatsnaambord van Melkwezer dienden we een betonweg schuin rechts op te gaan. Hier kregen we voor het eerst zicht op de in bloei staande fruitboomgaarden. Gekomen ter hoogte van een brede weg, gingen we rechtsaf tot we het fietspad Zoutleeuw-Tienen bereikten. Vanaf daar volgden we over zowat 1,8 km het fietspad naar links. Tijdens dit wandelgedeelte staken we achtereenvolgens de ’s Hertogengracht en de Grote Gete over. We arriveerden ter hoogte van een splitsing, alwaar we linksaf gingen richting Tienen, om tenslotte de weg Drieslinter – Melkwezer te bereiken. We zetten onze tocht verder via het Stationsplein en de Stationsbaan. We hadden reeds de aanwijzing bemerkt dat we het Viskot – Terhagen Wandelpad volgden en ons bevonden op het grondgebied van Drieslinter. Ook het Linterse Wandelpad mocht niet ontbreken tijdens deze dagtocht. We stapten rustig verder via de Motstraat en de Molenstraat om een brug te bereiken over de Grote Gete. We staken de rivier over om 500 m verder rechts aan te houden. De weg leidde naar een betonbaantje alwaar we opnieuw rechts kozen om andermaal aan te komen aan de Grote Gete. We draaiden naar links om een halve kilometer verder bij een brug te arriveren. Meteen de plaats waar we even het traject van de GR128 verlieten.

We staken de rivier over en stapten door de Getestraat naar Neerlinter. Opvallend bevonden we ons op een deel van de Twee Geten Route. We dwarsten nogmaals het spoorweg fietspad en wandelden rechtdoor tot op de Grote Steenweg in het centrum van Neerlinter. Aan de overzijde volgden we de Kasteelstraat om via een links gelegen kasseiwegje achter de kerk en het kerkhof van Neerlinter te stappen. Rechtsaf wandelden we even later tussen een bosje en een fruitplantage, om via enkele bochten de Braambeekstraat in te gaan. Een kasseiweg later, waar we het Heerebeke Wandelpad volgden, bereikten we een asfaltweg die we rechts ingingen. Stilaan kwamen we aan ter hoogte van een kruispunt bij een kapelletje. Aan de overzijde zetten we onze tocht verder via de Heistraat om korte tijd nadien via een poortje het Heibos te betreden. We stapten doorheen dit bosgebied, terwijl we werden gegidst via een lokale wandelroute van Natuurpunt, aangegeven door het logo van de vereniging. Eenmaal door het bos kwamen we op een asfaltweg terecht aan de rand ervan. Deze weg vooreerst naar links opgaand, bracht ons via enkele haakse richtingsveranderingen in het centrum van Ransberg, het hoogste punt tijdens deze tocht, met name 80 m. Zowat 1 km verder kwamen we aan een watertoren.

Aan de watertoren gekomen sloegen we rechtsaf en volgden vanaf nu de geel-rode markeringen van de Streek-GR Hageland en tezelfdertijd de aanduidingen van een lokale wandelroute het à Speculopad. Gedurende zowat 3,4 km wandelen in zuidoostelijke richting, verkregen we verscheiden wandelwegen onder de voeten, passeerden alweer enkele fruitplantages en dienden af en toe doorheen de boomgaarden te wandelen. Uiteindelijk kwamen we terecht op een brede weg en wandelden rechtsaf, voorbij de bushalte Café David. Aan de overzijde van de weg wandelden we de Getestraat in en dwarsten nogmaals het fietspad Diest-Tienen. Even verder werd de weg onverhard en gingen we een links gelegen pad op, stapten langs de rand van een bosje om nadien via een houten brugje de Grote Gete over te steken. Nadien staken we opnieuw de ’s Hertogengracht over en kwamen terecht in het gehucht Bos. Het pad werd breder en kwam uit op een asfaltweg, om die links te volgen tot aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Bos, een restant van het vroegere klooster van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. De huidige kerk was toen dienstig als kapel van het klooster.

We stapten verder tot op een splitsing ter hoogte van een kapelletje om daar linksaf te gaan. Ter hoogte van het huis nr. 10 betraden we een aardeweg rechts, om net voor een weide opnieuw rechts te kiezen en een smal pad te betreden dat leidde naar de Vloedgracht. Daar troffen we een wandelboom aan, de plaats waar we even de geel-rode markeringen van de Streek-GR Hageland inruilden voor de rood-witte van de GR128, welke we nu zouden volgen tot op de Grote Markt van Zoutleeuw. We wandelden bijgevolg naar rechts en bereikten kort nadien reeds de bebouwde kom van Zoutleeuw in de Tiensestraat, welke ons links leidde naar het centrum, niet alvorens we nogmaals de Kleine Gete overschreden. Zo kwam dan een einde aan alweer een mooie en vooral zonnige wandeltocht.”

donderdag 28 mei 2020

257: Hélécine, Zondag 28 oktober 2012, 13,9 km. (5125,779 km.)



Een kort wandelverhaal, met betrekking tot een tochtje einde oktober 2012 in het dorp Hélécine. Hierna volgt dan ook een korte impressie ter zake.

“Een zonnige nazomerdag leek ons de ideale gelegenheid, de vrije ongerepte natuur te verkennen in de omgeving van Hélécine, of op zijn Vlaams gezegd: Opheylissem. We hadden dan ook voorheen via internet, het traject gevonden van een wandeltocht aldaar onder de welluidende naam ‘Wandeling van de Chavées’. De startplaats bevond zich ter hoogte van het aldaar gelegen museum Armand Pellegrin. We hadden er dan ook de kans even te praten met een dame welke het museum open diende te houden en kregen dan ook een gratis wandelgids van de omgeving. Ter hoogte van de ingang van het gebouw bevindt zich immers een informatiebord met tekst en uitleg over een drietal wandelingen in de omgeving. Zoals reeds gezegd kozen we voor de wandeling van de Chavées, met een lengte van ongeveer 11 km. We zouden uiteindelijk stranden op 13,9 km, vermits we af en toe even de verkeerde weg opgingen, omwille van gebrek aan aanduidingen van het traject.

Maar goed, we vertrokken dus aan het museum, voorzien van het nodige teneinde onderweg even de innerlijke mens te versterken. We hadden een goed gevoel, vermits we ons bevonden op een pelgrimsroute, waarvan de blauwgele sticker op het informatiebord als aanwijzing ter zake. We lieten dus het museum achter ons en wandelden in de richting van het Provinciaal Domein van Hélécine. We maakten op die manier kennis met enkele overgebleven gebouwen en konden tevens genieten van de uitgestrektheid van dit prachtige domein. Onderweg tal van markeringen dat we ons bevonden op het traject van de GR128. Het ging omheen de vijver en langsheen het hoofdgebouw, om vervolgens, even voorbij de oude stallingen, het domein opnieuw te verlaten. Langsheen het traject ontbrak evenmin een passage langsheen de Sint-Maartenskerk van Opheylissem, alwaar we even halt hielden op het plaatselijke kerkhof. Ook hier alweer tal van oude metalen kruisen als laatste eerbetoon aan de overledenen.

Het ging nu stilaan de dorpskom uit en al vrij vlug wandelden we doorheen de eerste holle weg (chavée). De uitgestrektheid van de omgeving kon worden bewonderd en een fel blauwe lucht, vergezeld van een najaarszonnetje konden garant staan voor een aangename wandeldag. Zo wandelden we langsheen velden, waar de maïs wachtte om te worden geoogst, alwaar kerstbomen hun laatste weken aarde voelden om nadien te worden overgebracht naar enkele warme huiskamers, of waar bieten klaar lagen om te worden vervoerd. Dat het terrein heuvelachtig aanvoelde hoeft wellicht niet te worden vermeld. Onze kuitspieren echter voelden wel het gevolg van het voortdurend hellend landschap. Op die manier wandelden we richting Sint-Donatiuskapel, een eenzaam bouwwerkje op een heuvel gelegen. We troffen er een verweerd bankje aan, enigszins schuin gezakt, maar toch handig om even een hapje te eten. Met een uniek uitzicht over de omgeving kan zo een gedekte tafel fijn aanvoelen.

Na deze zonnige rustpauze trokken we opnieuw op pad. Tal van land- en veldwegen trokken aan het oog voorbij, richting volgende bezienswaardigheid, andermaal een prachtige kapel. Dat we onderweg vaak af te rekenen hadden met enkele modderige passages, mag wel blijken uit de hoeveelheid modder die aan de schoenen bleef kleven. Ze wogen meteen een beetje zwaarder dan naar gewoonte. Genietend van het aangename wandelweer, bereikten we even later de dorpskern van Neerheylissem en troffen er zowaar een geopende herberg aan, de eerste van de dag. Een unieke kans om even de dorst te lessen. Weinig later ging het langsheen de Sint-Sulpitiuskerk, naar de verder gelegen oude watermolen. Ter hoogte van deze molen veranderden we van richting en volgden het verloop van de Kleine Gete, of zoals men aldaar zegt ‘La Petite Gette’. We passeerden zo het oude gemeentehuis van Neerheylissem en terug een prachtig religieus gebouwtje, de Sint-Kruiskapel. Aan devotie geen gebrek blijkbaar in deze streek.

Stilaan vorderden we opnieuw richting startplaats en bereikten even later opnieuw het museum Armand Pellegrin. Het einde van deze eerder korte wandeltocht, waarbij we uitkwamen, volgens onze wandel-gps op een afstand van 13,9 km. Zo kwam dan ook een einde aan deze kennismaking met Hélécine en omgeving. Enigszins tevreden konden we de terugreis aanvatten.”

J: Wandeling van de Chavées met start en aankomst te Opheylissem (Hélécine). Zonnige wandeltocht over heuvelachtig terrein. Langsheen heel wat kapelletjes en de Kleine Gete.