Posts tonen met het label GR129. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GR129. Alle posts tonen

donderdag 3 november 2022

522: Ath, Zaterdag 08 september 2018, 22,698 km. (10.360,331 km.)


“Het relaas betreffende een wandeling via knooppunten behorende tot het Wandelnetwerk Pays des Collines, met start en aankomst te Ath. Vooraf maakten we de verplaatsing via bus en trein, waarna we omstreeks 10:00 uur de wandeling konden aanvangen ter plaatse. We verlieten het station van Ath via de Rue de la Station, om deze over korte afstand naar links te bewandelen, tot we schuin rechts de Rue des Frères Descamps konden ingaan. Op het einde kwamen we op de Rue de Pintamont uit, waar onze geplande wandeling van start ging, aan het knooppunt GR. We begaven ons rechtsaf in de straat, om er onmiddellijk links via een doorgang onder een woning uit te komen in ‘Le Jardin des Arts et des Lettres’. We kregen er dadelijk zicht op een beeldhouwwerk van Joséphine Harard, ‘Le Cordon de l’Intime’, maar tevens levensgrote vogels voorzien van muziekinstrumenten, welke zich bevonden tussen metershoge planten. Zowaar een spektakel voor het oog. Via een wandelpaadje ‘Promenade de la Culture’ zochten we ons een weg doorheen de tuin, om uit te komen in de Rue de l’Industrie. Aan de overzijde van de weg ging het nog steeds via dezelfde ‘Promenade’ richting kasteel Burbant, waarbij we een gedeelte volgden van de GR129. We maakten er bocht omheen het bouwwerk om tenslotte te eindigen op de Grand’Place tussen talrijke winkels en horecazaken. We draaiden even rechtsaf en stapten tot aan de grote parking, om die links over te steken en aan de overzijde dadelijk links de Rue de Brantignies in te draaien.

Even verder sloegen we rechts de vrij smalle Rue Saint-Martin in tot aan de gelijknamige Eglise Saint-Martin, met naast de kerkdeur een Calvarie. We gingen verder op de nog smallere Rue Saint-Martin links van de kerk tot op de Grand’Rue des Bouchers, alwaar we het volgende knooppunt GR vonden. We gingen links in de Petite Rue des Bouchers om uit te komen op een plein. We stapten nagenoeg rechtdoor via de Rue de la Bienfaisance om via de brug ‘La Dendre Orientale’ over te steken. Aan de overzijde van het water stapten we rechtdoor verder op een brede kasseiweg, de Rue Maria Thomée, voorbij het ziekenhuis tot aan een grote rotonde. Voorbij de rotonde, in de Chemin des Peupliers, kozen we de eerste weg links de doodlopende Chemin des Lilas. Op het einde ging het door middel van een serie trappen en een brug nogmaals over de reeds vermelde waterloop, om vervolgens via trappen af te dalen naar het jaagpad langs de Dender. We kozen er rechtsaf en stapten verder op het jaagpad, genaamd Cité Fourdin en gingen onder de N7 door. Gekomen aan een klein brugje over de Dender, troffen we voor het laatst een knooppunt GR aan. We gingen rechts via het brugje het water over en begaven ons linksaf op de Ravel langs de Dender. We passeerden de sluis van Bilhée en volgden verder het jaagpad langs de kronkelende waterloop. Na geruime tijd deze Ravel te hebben bewandeld kwamen we aan het knooppunt 89.

Aan de daar dwars gelegen Chemin de Tenre, verlieten we het jaagpad en gingen links via een ophaalbrug de Dender over, om kort erna een doodlopende zijarm van de Dender over te gaan. De Chemin de Tenre leidde na enkele bochten tussen akkers en weiden, via een brug over de N56 en de ernaast gelegen spoorweg. Nadien ging de weg verder via een smal asfaltwegje tussen de akkers, tot aan het knooppunt 90, om er uit te komen op de Place de Rebaix in het centrum van Rebaix, net aan de plaatselijke Eglise Saint Amand. Net vóór de kerk begaven we ons rechtsaf via de Place de Rebaix, tot waar de straat eindigde op het einde van de kerk. Haaks rechtsaf voorbij het laatste huis, kwamen we terecht op de Sentier d’Ardennes, een erg smal asfaltpad tussen de weiden en akkers door. We stapten er zowat halverwege voorbij het knooppunt 95, doch stapten verder tot op het einde, de kruising met de Rue Jean Watrin, die we links opdraaiden. Deze brede betonweg, bracht ons na een tweetal bochten op de Rue Croisette, waar we ditmaal rechtsaf kozen. Tussen de bewoning door volgden we deze weg, voorbij de Chemin d’Ath rechts en wat verder voorbij de Rue Robier links. Ondertussen talrijke mooi kapelletjes te zijn voorbij gegaan.

We verlieten uiteindelijk de bebouwde kom van Rebaix en volgden nog steeds de Rue Croisette, nu doorheen een deels bosrijke omgeving. Het einde van de weg bereikt ter hoogte van een Y-splitsing, ging het rechtsaf op de Chemin des Heures Heureuses, die net voor de spoorweg bochtte naar links en overging in de Rue Princesse Astrid. We stapten evenwijdig aan de spoorweg en gingen onder de N56 door, om voorbij de tunnel een langere bocht naar links te maken en ons van de spoorweg te verwijderen. De route verliep nu evenwijdig aan de N56 links en uitgestrekt weiland rechts. Tenslotte arriveerden we op de Rue Notre Dame, een smal asfaltwegje, net naast de N56. We volgden het wegje naar rechts en stapten een tijdje evenwijdig aan de drukke weg links. Via deze weg overschreden we de grens met Isières, waarna de Rue Notre Dame, zich schuin rechts van de N56 verwijderde en we zowat in rechte lijn tussen de akkers wandelden naar de Chapelle Notre-Dame de la Cavée. We hielden er dan ook even een wandel- en eetpauze omstreeks 13:00 uur, waarna we de tijd namen om deze kapel en omgeving van nabij te bekijken. Achter de kapel bevindt zich een Maria-grot, voorzien van een serie zitbanken. De ideale plek voor een laat middagmaal. Even later zetten we onze wandeltocht verder.

Net vóór de kapel verlieten we de Rue Notre Dame haaks rechtsaf op een tegelpad langs de afsluiting van een weide, om uit te komen op de erachter gelegen Chemin de la Cavée. We begaven ons rechtsaf op deze smalle landelijke asfaltweg. We overschreden wat later de spoorweg en wandelden verder via de Chemin de la Cavée, tot we geruime tijd later via een ophaalbrugje opnieuw de Dender konden kruisen. Net over de brug begaven we ons rechtsaf op de Ravel, het jaagpad langs de waterloop. Net voorbij een voetgangersbrug over de Dender, verlieten we het jaagpad naar links op de Chemin de la Tourette, om er te wandelen tussen weilanden. Aan de eerste kruising ging het nadien rechtsaf, eveneens op de Chemin de la Tourette, ditmaal een grindweg, welke leidde naar een Y-splitsing ter hoogte van het knooppunt 97. We kozen de linkertak en gingen zo voorbij het lokaal van de club Ultra Leger Motorise Ath. Een opvallende treinwagon bevond er zich midden de velden. Een tijdje later en bij het naderen van de eerste woningen, verkregen we opnieuw asfalt onder de schoenen. Ondertussen was de naam van het pad gewijzigd in Chemin de Maufrancs en mondde uit op de Route de Lessines. We kruisten de weg en begaven ons aan de overzijde in de Chemin du Castillon. Amper de straat ingegaan kwamen we ter hoogte van het terrein van Jeunesse Sportive Isières, waar we omstreeks 14:05 uur terecht konden in de kantine voor een kopje koffie.

Na de koffie ging het verder door de Chemin du Castillon, om er het knooppunt 98 voorbij te gaan. Een bocht verder staken we de spoorweg over, om er net voorbij rechts een veldweg op te draaien. We verkregen er vrijwel dadelijk een haakse bocht naar links en stapten vervolgens in rechte lijn tussen de velden door, om er tenslotte het grondgebied van Isières te verlaten. Zowat 2 km verder eindigde deze veldweg aan de Chemin des Crolites, inmiddels opnieuw deel uitmakend van Ath. We begaven ons linksaf tot aan het knooppunt 93, om er rechtsaf de Rue du Croquet in te wandelen, een aardeweg welke verbinding gaf naar de Chemin des Crolites, om die ditmaal naar rechts op te gaan. We wandelden voorbij het grensbord van Lanquesaint, om tenslotte nogmaals de Route de Lessines te bereiken. Over korte afstand volgden we de weg naar rechts, om nadien de eerste links te kiezen, de Rue du Saint-Sacrement. Op die manier kwamen we aan de plaatselijke Sint-Maartenskerk op de Chemin du Tanquin. We hielden er omstreeks 14:55 een korte wandel- en eetpauze. We bevonden er ons inmiddels aan het knooppunt 94. Na deze zowat laatste onderbreking, ging het ter hoogte van de kerk links verder op de Rue du Saint-Sacrement, ditmaal een doodlopende weg. Bijna op het einde gingen we rechtsaf via de Sentier du Point d’Arrêt, richting spoorweg. Daar aangekomen stapten we een tijdje evenwijdig aan de ijzeren weg, om die even verder te kruisen aan de Chemin de Tenre, die we dadelijk rechts opgingen.

Deze smalle asfaltweg bracht ons na enkele bochten terug tot op de Ravel langs de Dender en tevens aan het knooppunt 89, het ophaalbrugje over de Dender, alwaar we vroeger op de dag waren langs gekomen. Ditmaal volgden we het jaagpad naar links en volgden in omgekeerde richting de weg naar het centrum van Ath. Zo eindigde tenslotte deze aangename en zonnige wandeling door Ath en omgeving na 30.265 stappen, zo rond de klok van 16:35 uur. Alvorens echter via het spoor de terugreis aan te vangen, genoten we nog van een afsluitend drankje in La Nation op de Grand’Place. Om exact 17:08 uur konden we even later in het station van Ath de weg huiswaarts aanvatten.”

dinsdag 8 september 2020

352: Maarkedal, Zaterdag 18 juli 2015, 19,896 km. (7175,499 km.)

“Dat de Vlaamse Ardennen een uniek wandelgebied zijn, dat mochten we reeds meermaals ervaren. Vandaag trokken we dan ook nogmaals richting Maarkedal voor een dagtocht doorheen deze mooie streek. We hadden rendez-vous ter hoogte van het wandelknooppunt 57, gesitueerd in de Keizerrei 14. Omwille echter van de onmogelijkheid aldaar te parkeren, vonden we iets verder, tussen de knooppunten 57 en 58, een geschikte plaats om de wagen achter te laten. Even later, na een hapje en het aantrekken van de wandeluitrusting, konden we omstreeks 09:40 uur van start, op weg naar knooppunt 57. Het ging in dalende lijn langsheen een smalle landelijke asfaltweg. Eenmaal knooppunt 57 bereikt, volgden we verder dit verkeersluwe wegje, afwisselend klimmend en dalend. De eerste vergezichten openbaarden zich links van de weg. Een rustiek hek passeerde de revue. Het einde van de weg bereikt, kregen we een veldweg voor de voeten en die liet ons wandelen langsheen een boerderij. Toen ook het grind en de steenslag verdwenen, ging het verder via een graspad. Na zowat anderhalve kilometer bereikten we ter hoogte van een kruispunt het wandelknooppunt 56.

Hier dienden we rechts aan te houden en kregen we alweer een op- en neergaande asfaltweg, welke ons bracht tot aan de visvijvers van Nukerke. Het was reeds kwart na tien en dat werd dus de hoogste tijd voor een kopje koffie. We konden dan ook op een terrasje in open lucht genieten van een korte wandelpauze en tezelfdertijd de gasten van de camping in hun bezigheden volgen. Even later gingen we terug op weg, via een stukje betonweg. Even later ging het op een kruispunt linksaf en bevonden we ons op het traject van de Hermes Route (40 km), de LF6 Vlaanderen Fietsroute en route van De Ronde van Vlaanderen. Heel wat aanwijsbordjes dus aan de kant van de weg. We dwarsten vervolgens een drukke weg, zowat op de scheiding van Etikhove en Nukerke. Aan de overzijde betraden we de Vlaamse Ardennen straat en vonden er de aanwijsborden inzake de Vlaamse Ardennen Route. Korte tijd later verlieten we deze weg en sloegen een rechts gelegen kasseiweg in. Zo bereikten we na iets meer dan drie kilometer het knooppunt 46.

Ook aldaar ging het naar rechts via een reeds begroeide kasseiweg en wandelden we langsheen het traject van de GR129 (Brugge-Ronse). De kasseien maakten plaats voor een grasweg en uiteindelijk belandden we op een smalle eindeloos lang lijkende wegel. Een hele tijd wandelden we nu tussen weiden en akkers, met af en toe enkele niveauverschillen. Het wegeltje verliep in de richting van een dorpskern, welke reeds in de verte kon worden waargenomen. Via een steil smal paadje tussen afsluitingen, kwamen we zo plots terecht in het centrum van Louise-Marie. Meteen bemerkten we links een uithangbord van de gelijknamige taverne Louise. Ondertussen 11:10 uur geworden, waren we opnieuw toe aan iets drinkbaar. We konden dan ook even genieten van een welverdiende koffiepauze op het terras van deze taverne. We hadden dan ook een mooi zicht op de kerk en het erachter gelegen bos. Na een sanitaire stop, begaven we ons richting kerk en volgden even de Fiertelommegang, een lokale wandelroute. Een picknickbank ter hoogte van het kerkplein, liet ons de mogelijkheid, een broodje te nuttigen. Het was zowat half twaalf op de middag.

Na onze lunch wandelden we langsheen de kerk, ondertussen enkele monumenten bekijkend en troffen vervolgens de bordjes aan, dat we voortaan de Muziekbos Wandelroute zouden volgen. Het klonk wel als muziek in de oren, vooral omwille van het aangename zomerweer. Even nadat we het einde van de openbare weg hadden bereikt, volgde een dalende veldweg, richting lager gelegen bos. Een doordringende geur van vers hooi prikkelde enigszins de neus. Eenmaal beneden de rand van het Muziekbos bereikt, begonnen we aan een lange klim, via een kronkelend bospad. Een mooi stukje natuur om van te genieten. Na een flinke klim bereikten we het knooppunt 36 en even later opnieuw de openbare weg. Het ging via een asfaltweg links, naar het nabij gelegen knooppunt 37, alwaar we terug een stukje dalende weg aantroffen. Een leuke verademing na het klimwerk voordien. Via een stukje druk bereden weg, wandelden we vervolgens verder via een stukje links gelegen kasseien en konden afdalen via een grindpad, naar een volgende boszone. Nu volgde wellicht het mooiste wandelgedeelte, aangezien het pad zich kronkelde tussen de bomen en voortdurend ons liet klimmen en dalen. Sommige passages waren nogal modderig, omwille van kleine waterlopen welke het bos doorkruisen. Knooppunt 38 bereikten we even later ter hoogte van de weg. We namen er even een korte rustpauze op een roestige rioolput.

Aan de overkant van de weg, vervolgden we onze wandeltocht via een graspad langsheen enkele voetbalvelden, uiteraard enigszins klimmend. Verderop bereikten we opnieuw een verharde grindweg, alwaar we ons bevonden op het traject van de Streek-GR Vlaamse Ardennen. Tenslotte kwamen we min of meer terecht in de bewoonde wereld en volgden enkele landelijke wegen. Toevallig kwamen we aan een hoeve, alwaar een hoefsmid druk doende was. Zo konden we van nabij even kijken, hoe wellicht sommige van onze voorouders hun dagelijks brood verdienden. De boer zelf, met een pintje in de hand, had voldoende de tijd om een praatje te maken. Na dit eerder uitgelopen onderonsje, wandelden we maar verder. We hadden immers nog een heel eind te gaan. Het ging nog even dezelfde richting uit, tot we een dalende grindweg bereikten.

Na een hele tijd gestaag afdalen, bereikten we het laagste punt van deze veldweg en mochten we natuurlijk klimmen, om uit het dal weg te komen. Zo bereikten we boven gekomen het knooppunt 40 ter hoogte van een kruispunt, voorzien van een mooie kapel en rustbank. Het was stilaan half twee in de namiddag en hier namen we nog even een korte rustpauze, alvorens onze beklimming te vervolgen via een rechts gelegen asfaltweg. Een tijdje later verlieten we deze oase van stilte en klommen verder tot aan een veldweg rechts. Hier verlieten we de openbare weg en wandelden langsheen enkele velden, vooreerst via een veldweg, daarna een grasweg. Een haakse bocht naar links en we bereikten een knooppuntpaal welke heel wat hoger stond opgesteld. Via een klimtouw raakten we toch boven op deze talud en wandelden verder langsheen de rand van een maïsveld. Achter ons kregen we mooie vergezichten te zien. We bereikten nadien opnieuw de openbare weg en bevonden ons even later in Schorisse in de Kapelstraat. Hoe kon het ook anders of we troffen er een mooie kapel aan voorzien van een ommegang. Tijd om even van nabij te bekijken.

We waren ondertussen knooppunt 39 voorbij gewandeld en volgden een stukje bewoonde wereld. Een oude gierpomp bezijden de weg trok even de aandacht. Vrij snel verlieten we de bebouwde kom en ging het verder via een grasweg. We trokken door een stukje holle weg, dat omwille van de bomen eerder het uitzicht had van een tunnel. Uiteindelijk bereikten we een brede veldweg, zowat op de scheiding van twee provincies en wandelden hier rechtsaf. Eindeloos ver kon je hier de streek bekijken. Links en rechts troffen we enkel maïsvelden aan. Aan het einde van deze eindeloze weg, bereikten we een druk bereden weg ter hoogte van de grens met Ellezelles. Hier voelden we even de wind te keer gaan, vermits we ons wat hogerop bevonden, de straat had dan ook de toepasselijke naam ‘Quatre Vents’. Aan de overzijde van de weg bevond zich een smalle wegel en die betraden we vervolgens om langzaam af te dalen. Zoals zo vaak gebeurt, na een lange afdaling, volgde alweer een lange klim, via een al even smalle wegel.

Eenmaal knooppunt 32 bereikt, bevonden we ons opnieuw op asfalt en naderden we de Jeugdherberg De Fiertel. Het was stilaan 15:20 uur geworden en de hoogste tijd om even de dorst te lessen. We vonden er enkele bereidwillige medewerkers, die ons lieten genieten van een koel drankje en dat op een aangename picknickbank. Na deze deugdzame pauze daalden we via de openbare weg verder af, richting kapel O.L.V. Lorette, welke we reeds van ver konden bemerken. Even voorbij de kapel ging het via een veldweg rechtsaf om nadien onze route te vervolgen via een kiezelpaadje. Zo bereikten we het volgende knooppunt, met name 91. We waren ondertussen zowat 15 km onderweg. Aan dit knooppunt ging het rechtdoor, om via een wel steil bospad opnieuw het Muziekbos te betreden. Hier volgde een mooie passage doorheen de natuur. Klimmen en dalen, kronkelende paden, af en toe een bruggetje, omgevallen bomen, het ritselen van de bladeren en vooral het (muzikale) geluid van het bos. Jammer genoeg komt aan alles een einde en na een weliswaar inspannende beklimming, bereikten we de openbare weg ter hoogte van de ingang van het bos, tevens knooppunt 35.

Rechts van ons echter, op zowat 220 m, bevond zich bistro Boekzitting. Het was zowat half vijf geworden, dus tijd voor een laatste drinkpauze. Na weliswaar de nodige dosis geduld, werden we bediend en konden we genieten van een fris drankje op het terras, gezeten in het zonnetje. Korte tijd later keerden we op onze stappen terug, richting knooppunt 35, alwaar we aan de overzijde van de weg begonnen aan een lange afdaling. Ergens onderweg ontbrak een verdere aanwijzing, zodat we lager aankwamen op een druk kruispunt op de N425. We waren dus enigszins uit de richting gegaan. Er restten ons twee opties, ofwel rechtsomkeer naar knooppunt 35, ofwel de drukke weg naar links volgen, teneinde opnieuw op het juiste spoor te geraken. We kozen dan maar voor de tweede optie en dienden op die manier zowat drie kilometer druk bereden weg te volgen. Veilig en wel bereikten we dan toch opnieuw de plaats, alwaar we eerder op de dag waren vertrokken.

Deze wandeltocht doorheen het wandelnetwerk ‘Getuigenheuvels Vlaamse Ardennen’ eindigde dan ook na 19,896 km in een tijd van 4.58.29, goed voor 917,7 cal en dat na 26528 stappen te hebben gezet. De zon was vandaag opnieuw uitdrukkelijk aanwezig en dat hebben we vaak mogen ervaren. Een volgende wandeltocht gaat wellicht een andere windrichting uit.”

maandag 6 juli 2020

304: Steenbrugge, Zaterdag 02 augustus 2014, 26,766 km. (6176,663 km.)



“Het relaas met betrekking tot onze belevenissen, tijdens een wandeltocht met start en aankomst te Steenbrugge. Deze wandeling werd beschreven in de Dagstappergids West-Vlaanderen 2, met als titel: ‘O! ’t Ruisen van het ranke riet!.. komt langs en hoort en ziet’. Tijdens het verloop van deze tocht zou een gedeelte worden gevolgd van de GR129 en de Streek-GR Uilenspiegel. De aanbevolen vertrekplaats situeerde zich ter hoogte van de Sint-Pietersabdij te Steenbrugge. De totale wandelafstand bedroeg 25,5 km, doch kon onderweg worden verkort tot 20,5 km. Na een verplaatsing per auto, konden we het voertuig kwijt op de parking links van de ophaalbrug aan de abdij, teneinde even later van start te gaan. Rechts van de Sint-Pietersabdij, troffen we de wit-rode tekens aan van de GR129, welke ons vrijwel onmiddellijk de richting gaven van een oude spoorwegbedding, de vroegere lijn 58 tussen Gent en Brugge. We dwarsten een weg en volgden de bedding tot aan het bos, waar het groteroutepad naar links draaide en het bos inging. Een aangenaam te bewandelen pad liet ons gaan voorbij het Sint-Lucasziekenhuis, waar we de Mazelbeek en het Sint-Trudoledeke overstaken. Ondertussen volgden we een deel van een lokale wandelroute, het Meersen Wandelpad. Even verder echter dienden we afscheid te nemen van de wit-rode tekens van de GR129.

We bleven voorlopig nog even de oude spoorwegbedding volgen en staken de N337 over, terwijl we ondertussen het gezelschap hadden verkregen van de Beverhoutsroute (38 km). In de nabijheid troffen we het geopende café Wegwijzer aan, tijd om even te pauzeren en te genieten van een kopje koffie. Na deze wandelpauze vervolgden we onze wandeltocht. Iets voorbij een eerste kruispunt op de oude bedding, verlieten we deze naar links via een fietspad, aangeduid als Fietsroute 5, dat ons even later liet gaan op de Gemeneweideweg Zuid. Op korte afstand daar vandaan betraden we het natuurgebied Gemene Weidebeek. Geruime tijd wandelden we aldaar naast een beek, over de beek, opnieuw naast de beek, eerst links dan weer rechts, om vervolgens doorheen een bosje te stappen. Na wat draaien en keren door het bos, kwamen we aan de uitgang ter hoogte van de weg. Aan de overzijde gingen we verder via een kasseiweg, de Rijkeveldestraat om ter hoogte van een bocht naar rechts, links opnieuw de oude spoorwegbedding op te gaan. Zowat 300 m verder verlieten we alweer de bedding om rechts een dreef in te stappen, om zo het natuurreservaat de Schobbejakshoogte te betreden. We bemerkten er de aanduidingen inzake het Ryckevelde Wandelpad.

Langsheen de rand van het bos stappend, ging het even verder ter hoogte van een andere dreef met slagboom linksaf. Op die manier passeerden we het brandbestrijdingscentrum, om nadien er naar rechts verder te stappen. De bosweg boog uiteindelijk naar links richting kasteel Ryckevelde. We gingen omheen het kasteel tot aan de toegangsdreef, dwarsten beide toegangswegen om dan de eerste rood-gele tekens aan te treffen van de Streek-GR Uilenspiegel, waarvan we de volgende 7,5 km het traject zouden bewandelen. Deze route liet ons vooreerst voorbij een Mariabeeld gaan, om dan links verder te gaan tot aan de Meersbeek. Een tijdje volgden we het verloop van de beek om aan te komen aan een kasseiweg, welke we naar links dienden op te gaan. Wat verder ging het nogmaals naar links via een andere kasseiweg Ten Torre, dat leidde langsheen de rand van een bosje en voorbij de hoeve Ter Leiden. Een 300-tal m verder kozen we een mooie dreef rechts om door te wandelen. Na enkele malen te zijn veranderd van wandelrichting arriveerden we tenslotte aan de vakantiehoeve De Bergvallei.

De Streek-GR volgend, wandelden we naar links, licht klimmend tot aan een bosje, waar we andermaal links draaiden. We klommen nog wat hogerop tot aan de Egyptestraat die we naar rechts dienden in te gaan. We staken vervolgens de weg Sijsele-Oedelem over en bereikten verderop de Zangberghoeve. Daar aangekomen namen we even de tijd om te genieten van een drankje in de Zandberghoeve. Een korte pauze later zetten we onze wandeltocht verder naar rechts, voorbij de poort en even later voorbij de Bergbeek. Via een lange dreef ging het vooreerst in dalende zin, om nadien terug te klimmen tot aan een verharde weg. Hier verlieten we de Streek-GR Uilenspiegel welke een andere richting uitging. We sloegen rechtsaf om even verder opnieuw de weg Sijsele-Oedelem over te steken en de Bergstraat in te gaan. Eenmaal over het hoogste punt kwamen we aan een hoeve, tevens splitsing, waar we ditmaal naar links wandelden. We gingen in dalende zin, om dan een rechts gelegen veldweg tussen populieren in te wandelen. Aldaar bevonden we ons op de plaatselijke Oedelemberg Wandelroute. Verder afdalend tot aan een T-splitsing, dienden we vervolgens de rechterweg op te gaan om dan de N327 over te steken. Via een fietsdoorgang betraden we de erachter gelegen wijk. Daar konden we nog even wat energie opslaan in Pat’s Coffee. We bevonden ons inmiddels in de Beverhoutsveldstraat.

Aan de overzijde van de straat namen we vervolgens een afslag ‘Hof Ter Praet’, om even later, na een rechts-links beweging, het Rijkevelde Ruiterpad in te gaan. Langsheen een mooie rietkraag stapten we verder langs het voormalige tracé van de oude stoomtram naar Knesselare. De weg boog licht naar links, om dan opnieuw aansluiting te vinden met de GR129. Over zowat 700 m volgden we nu de wit-rode markeringen naar links, door middel van een veldweg langs het Sint-Trudoledeke, om halverwege naar rechts een zeer modderig pad te volgen tot aan de Hoofdsloot. Daar gingen we via een veldweg naar rechts en namen er afscheid van de GR129. We trokken zo door de Assebroekse Meersen en hadden in de verte zicht op de kerk van Assebroek. Voorbij de Hoofdsloot ging het linksaf, waar we nogmaals konden genieten van het plaatselijke Meersen Wandelpad. We passeerden nog een klein bosje en dan ging het rechtsaf. Via een hekje betraden we een pad tussen weiden die we nadien verlieten langs een tweede hekje. Volgens lokale info ging het hier over de Chartreuzenmeersen. Tal van kleine bosjes, de Steenbrugse Bosjes, gingen aan het oog voorbij. Eenmaal het laatste bosje voorbij, leidde een veldweg rechts ons terug naar de voormalige spoorwegbedding, welke we vroeger op de dag reeds hadden betreden.

We kwamen terug op de plaats van vroeger op de dag en gingen nu in tegengestelde richting naar de plaats van vertrek van de wandeling. Een halve kilometer later kwam een einde aan deze mooie en vooral zonnige wandeldag. We bereikten opnieuw de parking aan de Sint-Pietersabdij na 35688 stappen en 26,766 km wandelen. Met een voldaan gevoel konden we beginnen aan de terugreis.”

dinsdag 16 juni 2020

287: Brugge, Zaterdag 08 maart 2014, 17,5 km. (5766,079 km.)

“Hierna volgt het relaas van onze belevenissen tijdens een wandeltocht, beschreven in de handige wandelgids ‘Stationsstapper’. Een reeks ‘Groene Haltewandelingen van station naar station langs Grote Routepaden’. We volgden dan ook het traject van de eerste daarin beschreven tocht, met name een wandeling van Brugge naar Beernem, goed voor 17,5 km. De weergoden hadden voor die dag prachtig lenteweer beloofd, we namen dan ook de wandelschoenen onder de arm en trokken deze ochtend richting Beernem. Daar aangekomen, parkeerden we ons vehikel ter hoogte van het station en spoorden verder naar Brugge. Daar ging immers de wandeling van start. Eenmaal in het station van Brugge aangekomen, namen we de uitgang richting centrum en bevonden ons op het stationsplein. Een zitbankje nodigde alvast uit een beetje mondvoorraad in te nemen en vrijwel tezelfdertijd al een beetje te genieten van het ochtendzonnetje. Op de lantaarnpalen kregen we de wit-rode aanduidingen van de GR5A (Wandelronde van Vlaanderen), De Panne – Antwerpen. We wandelden vervolgens over het plein, staken de ringweg over en sloegen rechtsaf, de Begijnevest in.

Deze mooie dreef, nu nog getooid door kale bomen, leidde ons richting brug over het Minnewater. Ter hoogte daarvan bevindt zich de Poertoren, vroeger dienstig als opslagplaats voor buskruit. Heel wat toeristen waren reeds vroeg op pad, wat ter hoogte van het Minnewater zorgde voor heel intensief gebruik van de camera’s. We staken de brug over en vervolgden onze weg via de Katelijnevest. Enkele honderden meters verder bereikten we de Katelijnestraat, alwaar we een wandelboom aantroffen, plaats waar twee Grote Routepaden elkaar kruisten. Hier verlieten we de GR5A en sloegen rechtsaf, teneinde voor de rest van de wandeling de GR129 (Dwars door België) te volgen. We bevonden ons dan ook op het gedeelte Brugge – Ronse. We staken de brug over de Ringvaart over en volgden hierbij een stukje van het traject van de LF 5 Vlaanderen Fietsroute. Net over de brug ging het vrijwel dadelijk naar rechts, langsheen een fietspad dat het verloop volgde van het kanaal naar Gent. Een houten loopbrug liet ons onder de brug van de Ringweg wandelen, zodat we verder konden stappen langsheen het kanaal.

Op het water kregen we aan de overkant zicht op enkele oude schepen, welke lagen aangemeerd. We hadden de zon voor ons, doch een eerder schrale wind liet zich af en toe voelen. We trokken onder een voetgangersbrug door en wandelden vervolgens evenwijdig met de drukke Baron Ruzettelaan. Een kleine kilometer verder, ter hoogte van een parking van een Delhaize supermarkt, verlieten we het fietspad langs het kanaal naar links, staken de parking en vervolgens de Baron Ruzettelaan over en bevonden ons ter hoogte van de kerk van de St.-Pietersabdij. Het ging even naar rechts, om vervolgens een links gelegen wandelpad te volgen. Hier volgden we de oude spoorwegbedding van de vroegere Lijn 58 Brugge – Eeklo, waarvan vandaag nog slechts een klein stukje wordt gebruikt als museumspoorlijn tussen Maldegem en Eeklo. Langsheen deze oude spoorwegbedding troffen we vrij vlug enkele zitbanken aan, tijd om in het zonnetje een hapje te eten. Heel wat fietsers reden af en aan langsheen dit rustige wandeltraject. Na een korte pauze vervolgden we onze wandeling.

Het ging doorheen een stukje bos, waarvan de meeste bomen letterlijk in het water stonden en vervolgens langs de achterzijde van het nieuw gebouwde St. Lucasziekenhuis. Daar troffen we de wandelbordjes aan, dat we ons bevonden op het Meersen Wandelpad. We staken de Mazelbeek en het St.-Trudoledeke over en volgden nog steeds de oude bedding, tot aan het kasteel Bergskes. Daar verlieten we dit rustige wandelpad en volgden een schuin rechts gelegen veldweg.  Stilaan naderden we op die manier de dorpskern van Ver-Assebroek, na vooreerst doorheen een nieuwbouwwijk te zijn gewandeld. Niet ver van de kerk vandaan, konden we even gezellig verpozen op het terras van café ’t Leenhof met een lekker kopje koffie en de zon in vol ornaat aanwezig. Even later trokken we opnieuw op weg en verlieten de dorpskom van Ver-Assebroek, om via een verharde veldweg, de Assebroekse Meersen op te zoeken. Aanvankelijk via een gemakkelijk begaanbaar pad, kregen we kort daarna een wel erg modderige passage voor de voeten, in zoverre, dat we het riet bezijden het pad dienden op te zoeken, teneinde droge voeten te houden. Gelukkig lukte dat vrijwel goed, zodat we even later een picknickplaats vonden, voorzien van tafel en bank.

Tijd alweer om de laatste broodjes naar binnen te werken. Korte tijd later ging het verder richting Bootsdreef, alwaar we het traject volgden van het Beverhoutsveld Wandelpad. Hier hadden we de wind in het nadeel en ging het wat moeizamer voorwaarts. Een volgende dreef, de Langedreef liet ons uiteindelijk uitkomen ter hoogte van de drukke weg Oostkamp – Oedelem, welke we vervolgens dwarsten. We vervolgden onze weg in de Langedreef, vervolgens de Gevaertsdreef om uiteindelijk via enkele veldwegen het kanaal Gent-Brugge te bereiken. Hier ging het linksaf, waarna we zowat 50 m verder via een klappoortje de ‘Vallei van de Zuidleie’ betraden. Een prachtig stukje natuurgebied, alwaar we ergens halverwege even een badlaken op het gras legden en even een lange pauze namen, gezeten in het zonnetje en met uitzicht op de voorbij varende jachten. Geruime tijd later kwamen we terug in beweging, verlieten even verder dit stukje natuur en volgden terug de openbare weg naast het kanaal.

Op die manier bereikten we Beernem en ging het vervolgens via de brug over het kanaal de Parkstraat in. Even later verlieten we het traject van de GR 129 en volgden we verder rechtdoor onze weg richting station. Alvorens echter de weg aan te vatten naar huis, namen we nog even de tijd om aan een lokale herberg, het terras even te gebruiken om nog een laatste drankje te nuttigen. Even later bereikten we opnieuw de parking van het station van Beernem en ging het via de autosnelweg terug huiswaarts. Het einde van een eerste kennismaking met het fenomeen ‘stappen van station naar station’”.

woensdag 10 juni 2020

280: Falaën, Zaterdag 10 augustus 2013, 17,8 km. (5626,679 km.)


“Het relaas van onze belevenissen tijdens een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst in Falaën. De beschrijving verkreeg in de wandelgids als titel: ‘Het land van Molignée en Flavion’. Het voorziene parcours had een lengte van 17,8 km. Het dorp Falaën trouwens behoort tot één van Les plus beaux villages de Wallonie’. Alvast dus iets om naar uit te kijken. Na een lange autorit bereikten we de startplaats van deze dagtocht ter hoogte van de kerk van het dorpje. Jammer genoeg onder een bewolkte hemel, doch na een broodje konden we van start gaan. We gingen op pad aan de St. Légerkerk van Falaën via de Rue de la Gare, om dan links de Rue du Château ferme in te gaan. We konden dan ook vrijwel onmiddellijk de in 1662 opgerichte kasteelhoeve zien. Lichtjes bergop volgden we de Route de la Bière, alsook de lokale routetekens, aangeven door middel van groene rechthoekjes 3. De weg kronkelde verder omhoog tot aan een Onze-Lieve-Vrouwkapel. Aldaar ging onze wandeling rechtsaf, om even verder het voorlopig hoogste punt te bereiken in een klein gehucht. Langsheen de dalende Rue du Grand-Feu, kwamen we uit ter hoogte van alweer een prachtige Mariakapel. We kozen andermaal rechtsaf en daalden verder af richting centrum van Falaën. Eenmaal voorbij het kerkhof kwamen we opnieuw aan ter hoogte van de kerk.

Net voor de kerk gingen we ditmaal linksaf, teneinde een plaatselijke wandelroute te volgen, aangegeven door middel van liggende blauwe rechthoekjes 4. Matig bergop wandelden we even later langs de Rue de Chertin, om nadien te beginnen aan een vrij forse beklimming. We stapten voorbij het bord einde bebouwde kom Falaën, om uiteindelijk het hoogste punt te bereiken ter hoogte van slechts één huis. Na het klimwerk, konden we nadien genieten van het zalig afdalen. Vooreest matig, doch even later stevig de diepte in. We trokken door een klein stukje loofbos om verder te wandelen langs het links stromende water, de Ruisseau de Biert. Eenmaal doorheen het bos bevonden we ons in de Rue de Falaën en bereikten enkele huizen van het dorpje Sosoye. We gingen nog wat verder om dan opnieuw rechtsaf te gaan ter hoogte van een Sint-Barbarakapelletje. Hier dienden we ons wandeltempo even aan te passen, daar het fors klimmen werd in de straat Boly geheten. Nog steeds de blauwe rechthoekjes 4 volgend, bemerkten we links de vallei van de Molignée, doch dit was voorbehouden voor later tijdens onze tocht. Na een hele tijd te hebben geklommen, konden we gelukkig wat pauzeren tijdens een afdaling.

Het einde van Boly bereikt, staken we een dwarsweg over, nog steeds dalend naar de volgende dwarsweg, de Rue de Chertin. Hier ging het linksaf en volgden we een stukje van de heenweg vroeger op de dag. Ter hoogte van de eerstvolgende dwarsstraat ging het naar links, hierbij het traject volgend van de Route de la Bière en het Circuit Charlemagne. Tevens zagen we een pijl richting ‘Railbikes Draisines’. Even later passeerden we een kapel ter ere van Sint-Antonius van Padua, Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jozef. Vanaf daar begonnen we af te dalen via de Rue de la Gare, naar de vallei van de Molignée, om aan te komen ter hoogte van een voormalige spoorlijn. We konden er dan ook het gebouw zien van ‘De Railbikes van de Molignée’, waar men een soort spoorfiets kan huren, om via het spoor de vallei te verkennen. Tal van dit soort vehikels stonden klaar om te worden verhuurd. We konden het niet nalaten even een spoorfiets te beklimmen. Ter hoogte van het Railbike-station dienden we rechts aan te houden en het wandel- en fietspad te volgen, richting Anhée en Warnant. Via dit pad overschreden we wat verder de Molignée en de N971. Net voorbij deze laatste brug ging het via een dalend bospad linksaf, om beneden opnieuw links te gaan op de N971, de Rue de Warnant. Wat verderop ging het in de rechts gelegen Marteau.

We kregen nu als leidraad voor de wandeling liggende rode rechthoekjes, alsook de wit-rode markeringen van de GR129. We wandelden verder rechtdoor en kregen zicht op de ruïnes van Montaigle, of anders gezegd het Arendsnest. We stapten voorbij de toegang tot de ruïne om even veder de Flavion te overschrijden. Wanneer de weg is afgesloten met een hek, betreden we via een hekje een weide rechts van de weg en verlaten daar het Groteroutepad. Op de weide ging het verder langs de snel stromende Flavion om even verderop de weide te verlaten via een ander poortje en een bosweg op te gaan. Een vrij lange, maar vooral steile beklimming, eindigde ter hoogte van de Ferme de Montaigle. Na het volgen van de Rue de Montaigle rechts en alweer rechts de Rue des Hayettes, doken we als het ware de diepte in. We bemerkten dan ook bezijden de weg het bord ‘Descente très dangereuse’. Het laagste punt van de weg bereikt, staken we de Le Flavion opnieuw over.

Voor het laatst dienden we nu alweer flink te klimmen om nadien, tussen weiden en akkers langzaam het einde van de wandeling te naderen. We kregen dan ook stilaan de dorpskern van Falaën in zicht, waarheen we langzaam afdaalden. Al bij al een zeer afwisselende wandeltocht welke eindigde.”

zondag 31 mei 2020

266: Gottem, Zaterdag 27 april 2013, 23 km. (5306,979 km.)


“Een volgende beschreven wandeling uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, leidde ons op een zonnige zaterdag naar Gottem. Aldaar, ter hoogte van de kerk, zouden we van start gaan voor een wandeling van 23 km. Deze dagtocht verkreeg in de wandelgids als titel: ‘In het teken van de Leie en de vlasindustrie’. In hoofdzaak zou de tocht verlopen langsheen het parcours van de GR128 en GR129. We vonden een parkeerplaats ter hoogte van het parochiecentrum De Vlasschuur. Na een hapje ter plaatse, alvorens van start te gaan, konden we even later op weg. We konden er ter hoogte van het parkeerpleintje het beeld bewonderen van de Vlasser. Vanaf de kerk wandelden we al dadelijk langs het traject van de GR129 en dit in de richting van het Leiekanaal. Gekomen ter hoogte van de gekanaliseerde Leie, ging het naar links, langsheen de oever van deze waterloop. De Mandeldalfietsroute, welke we over vrij korte afstand hadden gevolgd, ging hier een andere richting uit. We wandelden onder een brug door. De GR129 verliet even verder de oever, doch wij wandelden verder rechtdoor.

Het ging voorbij het domein ‘de Oude Leie Deinze-Zulte’, om even verder links de Grammenestraat in te gaan. Een betonweg kronkelde tussen de weiden en veranderde later in een onverharde weg, welke ons liet aankomen ter hoogte van een ingang van het natuurreservaat van de Oude Leie. Net vóór deze ingang wandelden we naar rechts en volgden zo het verloop van de oude Leie links van ons. Een graspad volgend, konden we genieten van de omgeving en de rust uitgaande van de natuur. We kregen zicht op de mooie kerk van Grammene, aan de overzijde van de oude Leie en even verder wandelden we onder een wel bijzondere spoorwegbrug door. Voorbij de brug verbreedde de Leiearm alsook het pad dat we volgden. We bereikten uiteindelijk een brede plas, alwaar we konden genieten van enkele watervogels. Nogmaals troffen we een infobord aan inzake het natuurreservaat. We bevonden ons dan ook ter hoogte van de samenvloeiing van de Leie en het Schipdonkkanaal. 

Over korte afstand volgden we nu de oever van het Afleidingskanaal, beter gekend als Schipdonkkanaal, tot waar we een asfaltweg bereikten en we ons bevonden op het traject van de GR128 (Kemmel-Aken). We dienden nu de aanwijzingen van deze GR te volgen, om op de andere oever te geraken van de oude Leie, bijgevolg ging het via de straat Dhoye. Vrij vlug draaide de GR naar links en voorbij een kapelletje kwamen we terug ter hoogte van de oude Leie. Ditmaal volgden we de oever naar rechts. Een drassige passage werd vermeden, vermits we gebruik konden maken van aangelegde vlonderpaden. We naderden opnieuw de spoorwegbrug van voorheen, alwaar de GR128 een andere richting uitging en de oever van de oude Leie verliet. Wij wandelden verder rechtdoor tot aan de brug zelf. Daar klommen we naar de hoger gelegen Oude Heirweg en stapten in de richting van de kerk van Grammene. Ter hoogte van café De Zwaan, in de nabijheid van de kerk, troffen we een oude kerkwegel aan. Via deze kerkwegel kwamen we in de Grijsbulckstraat welke we naar rechts volgden, tot aan het kapelletje van O.-L.-V. van Altijddurende Bijstand.

Voorbij de kapel ging het rechtsaf en net voor de spoorweg, draaiden we links in de Zavelstraat. Via een wandelpad verlieten we de Zavelstraat en staken even verder de spoorweg over. We bevonden ons terug op het parcours van de GR128 en wandelden via de Goedstraat verder. We dwarsten de weg naar Wontergem en gingen de Dosweg in, richting enkele oude bedrijfsgebouwen. Voorbij deze gebouwen ging het via de links gelegen Puttenstraat, welke vrij snel veranderde in een tegelpad. Het pad mondde even verder uit in de Houtbulkstraat, alwaar we rechts aanhielden. De Houtbulkstraat kwam over de spoorweg uit in de Tabakstraat, alwaar de GR’s 128 en 129 elkaar kruisen. We troffen er dan ook een wandelboom aan met vermelding van de GR’s en hun verschillende wandelrichtingen. Wat betreft de GR129 had men de keuze, richting Brugge of Ronse en Dinant. De GR128 liet toe te wandelen naar Deinze en Gent of Roeselare en Kemmel. We verkozen dan ook de GR128, richting Roeselare en Kemmel. 

Een nogal kronkelende weg liet ons genieten van de omgeving. Voorbij een kleine poel ging het naar rechts in de Kattesteertstraat, om aan de volgende splitsing de Groeneweg te kiezen. Even later overschreden we de grens met West-Vlaanderen en dit via de straat Herpelplas. We bereikten nadien een T-kruising, waar de niet langer het traject zouden volgen van de GR128, welke naar rechts verder verliep. Wij gingen naar links, richting kerk van Dentergem. We overschreden de Speijebeek en bereikten een eind verder de kapel van O.-L.-V. van Salette. Net tegenover deze kapel ging onze wandelroute verder via een tegelpad. We staken nogmaals de beek over en via een ander tegelpad wandelden we tussen de kerk van Dentergem en de brouwerij, deze laatste vooral bekend omwille van de ‘Witte van Dentergem’. Tegenover de brouwerij zetten we onze wandeltocht verder via de Gottemstraat. Zowat 100 m verder ging het via een smal wegje tussen weiden door. Er volgden terug enkele stroken betegelde paden. Gekomen ter hoogte van een bushalte ging het verder linksaf in de Kapittelstraat.

We bevonden ons inmiddels terug in Oost-Vlaanderen en bereikten korte tijd later de weg Wontergem-Gottem. We volgden deze weg naar rechts, ondertussen opnieuw het parcours volgend van de GR129. Op het einde van de weg ging het naar links in de Donkerstraat en kwamen we aan ter hoogte van de Kapelledreef. We wandelden verder via de Donkerstraat voorbij een klein wit kapelletje in de richting van Gottem. We dwarsten de Oude Heirbaan en even verder bereikten we de kerk van Gottem, het einde van deze aangename wandeltocht.”

264: Schorisse, Zaterdag 20 april 2013, 25,3 km. (5262,279 km.)



“Een stralend blauwe hemel, het ideale moment om de wandelschoenen aan te trekken op deze zaterdagochtend. We hadden dan ook voor deze dag een wandeling gekozen uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, met start ter hoogte van de kerk van Schorisse. De afstand van deze dagtocht bedroeg 25,3 km. In onze wandelgids werd deze trektocht omschreven als volgt: ‘Waar de Ronde van Vlaanderen geschiedenis schrijft’. Het beloofde dus een dag te worden van klimmen en dalen doorheen de Vlaamse Ardennen. Na een autorit bereikten we dan ook de plaats van vertrek in Schorisse. Na een hapje konden we op pad. Naast de plaatselijke kerk begaven we ons in de Essestraat om vrijwel dadelijk de eerste beklimming van de dag aan te vangen, naar de top van de Foreest. Naarmate we aan hoogte wonnen verkregen we een prachtig zicht op enkele heuvels van de Vlaamse Ardennen. Boven gekomen gingen het naar rechts in de Omer Wattezstraat, alwaar we ons trouwens bevonden op de gelijknamige Omer-Wattez Wandelroute. Een kruising verder daalde de weg, om de Rijststraat te bereiken.

Eenmaal beneden, kondigde zich een nieuwe beklimming aan, ditmaal via een veldweg. Op het einde van de heuvel kwamen we in de A. Odevaartstraat. Wat verder bemerkten we aan één van de woningen een gedenkplaat ter ere van Arthur Odevaert, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gearresteerd door de Gestapo en werd gefusilleerd te Oostakker in augustus 1944. In de verte zagen we de radartoren van La Houppe, een plaats waar we later tijdens de wandeling zouden komen. Op het einde van de weg bereikten we het kruispunt Bosgat, alwaar we kozen voor links. Zowat 200 m verder ging het rechtsaf, richting bos Ter Rijst. We werden dan ook uitbundig begroet door ontelbare aantallen witte boshyacinten, welke baadden in het zonlicht. Een ware streling voor het oog. In het bos zelf volgden we de hoofddreef zuidwaarts. Voorbij het bos volgde een andere bezienswaardigheid, een vervallen hoeve. Fotogeniek op zich, doch meer valt daarover dan ook niet te zeggen. We wandelden verder over een bospad voorbij de hoeve, een pad dat snel een verharde weg werd. Gekomen op een kruispunt ging het naar rechts, richting kerk van D’Hoppe (La Houppe). Aldaar kwamen we ter hoogte van de drukke N48.

We hielden er even halt om enkele foto’s te nemen van de kerk en de dichtbij gelegen Lourdesgrot. Een grot waar trouwens zich een steen bevond uit de echte grot te Lourdes. Ter hoogte van het klooster van La Houppe ging het even later over korte afstand langsheen de N48 naar links, om nadien de weg te dwarsen, richting Vloesberg-Flobecq. De weg ging een stukje doorheen het bos, waarna we de kapel van D’Hoppe bereikten, de ‘Caplette’. Vanaf nu bevonden we ons op het traject van twee Groteroutepaden, de GR122 (Zeeland-Champagne-Ardenne) en de GR5A (de Wandelronde van Vlaanderen). We volgden de wit-rode markeringen naar boven, via een brede holle weg tussen de bomen, passeerden een stortplaats en bereikten tot slot een reusachtige antenne. De kleur van de grond was er opvallend zavelkleurig. Boven ter hoogte van de radartoren ging het GR-pad linksaf en wandelden we doorheen het Pottelbergbos. Ditmaal ontelbare gele hyacinten in het bos. Naarmate we het einde van het bos hadden bereikt, kwamen we ter hoogte van de eerste woningen van de wijk Queneau.

In Queneau wandelden we verder via een paadje langs de N520, dus niet via de drukke weg. Even verder veranderde het paadje in een aardeweg en vervolgens een asfaltbaan. We dwarsten de N520 om via een pad af te dalen naar een beek. Het ging nadien richting gehucht Miclette. Onderweg hadden we reeds kunnen genieten van een rustpauze, gezeten op enkele enorme hooibalen. We bereikten de N519, welke we over korte afstand naar rechts volgden, teneinde op die manier de N48 te bereiken, de weg Ronse-Brakel. We staken de weg over om te beginnen aan een stijgende veldweg. Opnieuw konden we genieten van een prachtig panorama. We wandelden doorheen het gehucht Breucq en daalden later via een pad af naar het jeugdhuis ‘de Fiertel’. Aldaar hielden we de richting rechtdoor aan om een splitsing te naderen ter hoogte van de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette. We troffen er een wandelboom aan inzake de samenkomst van enkele GR-paden, met name de GR5A, de GR122 en GR129. We konden er de kapel bewonderen en uiteraard even genieten van een pauze in het zonnetje. Heel even ging het in dalende lijn, om nadien via de Trogstraat een felle beklimming aan te vangen, welke ons deed aankomen in de Kanariebergstraat. Rechtsaf ging het aldaar om hogerop een volgende wandelboom aan te treffen ter hoogte van de chalet Boekzitting.

Vanaf nu volgden we de GR129, om vooreerst een stukje dalend bospad te volgen langsheen prikkeldraad. Eenmaal doorheen het bos troffen we een graspad aan ter hoogte van een weide, dat ons vervolgens leidde naar de kerk van Louise-Marie. Een klein dorp genoemd naar de eerste koningin der Belgen, Louise-Marie van Orléans (1812-1850). De eerste steenlegging van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette viel samen met de eerste verjaardag van haar overlijden. Na een zonnige pauze ter hoogte van de kerk, daalden we af naar de N425, om aan de overzijde van de weg een kerkwegel aan te treffen. Na zowat 600 m deze wegel te hebben gevolgd, ging het verder rechtdoor via de weg. Uiteindelijk veranderde de weg opnieuw in een pad dat leidde naar een asfaltweg, Bosketse, alwaar we rechts dienden te gaan. Ter hoogte van het huisnummer 3, volgden we naar links nog steeds de GR129. Deze veldweg werd verderop een graspad en even later een asfaltweg tot aan de Vlaamse Ardennenweg. Via de dalende Kleistraat ging de tocht verder, tot we een veldweg bereikten die ons deed klimmen naar de top van de Taaienberg. Boven gekomen bevonden we ons in de Poesthemstraat alwaar we in de bocht zicht kregen op de beroemde kasseien.

Over de top van de Taaienberg arriveerden we in de Bossenaarstraat, om 300 m verder de GR129 te verlaten ter hoogte van een elektriciteitscabine en rechts te kiezen naar de Bossenaremolen. Voorbij deze gerestaureerde staakmolen bereikten we een kruispunt van vijf wegen, om de Bovenstraat in te gaan. De weg werd wat verder een holle weg en daalde af naar het gehucht Hokelbeke. Het ging naar links en nadien verder via de rechts gelegen Gorisveldstraat. Via de Leideveldstraat en later de Heidestraat, troffen we een oude bekende aan, de Omer Wattez wandelroute. We wandelden nu aan hoogte winnend, richting Parkstraat. We daalden vervolgens terug af naar de Molenbeek, om daar zicht te krijgen op de Kasteelmolen, een van de nog weinig werkende watermolens. Even verder kwamen we opnieuw aan ter hoogte van de N454, om rechts te kiezen, richting kerk van Schorisse, meteen het einde van een toch wel vermoeiende wandeltocht vandaag.”

vrijdag 22 mei 2020

245: Oudenaarde, Zaterdag 19 november 2011, 23 km. (4879,839 km.)



Het relaas van een gedeelte van de Via Scaldea die we hebben bewandeld. Tijdens een vorige tocht waren we gekomen tot in Oudenaarde. Het relaas dat hierna wordt weergegeven, betreft dan ook de beschrijving van een tocht welke van start ging in datzelfde Oudenaarde. Het verhaal met betrekking tot de bezienswaardigheden en belevenissen onderweg, werd destijds geschreven omstreeks 20:34 uur.

“Vandaag genoten we van een vrije dag, het was immers weekend. Deze ochtend namen we de wandelschoenen onder de arm en onze wandelgids met betrekking tot de ‘Via Scaldea’, om even later koers te zetten naar Oudenaarde, meer bepaald de brug over de Schelde. Daar waren we immers een tijdje terug aangekomen, nadat we een tweede etappe van deze ‘Pelgrimsweg’ hadden afgelegd. Vandaag namen we ons dan ook voor, om vanuit Oudenaarde het verloop van de Schelde te volgen tot in Bossuit, een kleine twintig kilometer verderop. We waren met andere woorden toe aan een derde onderdeel van deze ‘Via’. Toen we deze ochtend Oudenaarde hadden bereikt, parkeerden we ons voertuig ter hoogte van het station. Nadien ging het te voet door de winkelstraat naar de reeds vermelde brug over de Schelde. Met een stad, nog gedeeltelijk verscholen in de dikke mist, begonnen we onze wandeling langsheen de linkeroever van de Schelde, hierbij de rood-witte markeringen volgend van de GR129 (Brugge – Ronse).

Het centrum bevond zich rechts van ons, links aan de overkant van het water bemerkten we de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Pamele en de vroegere abdij van Maagdendale. De gebouwen waren echter amper zichtbaar, gelet op de laaghangende mist boven het Scheldewater. De zon deed moeite om te verschijnen, doch dit lukte nog niet meteen. Het voelde bovendien fris aan. We volgden het jaagpad, doch even verderop was men doende met het heraanleggen van het wegdek. Het ging dus over korte afstand over een kiezelpad. Van het landschap was in de beginfase van de wandeling amper iets te bemerken. Het zicht beperkte zich tot enkele meters op het jaagpad. Gelukkig zou daar vrij snel verandering in komen. Na enkele kilometers ging het langsheen een golfterrein. We troffen ook de eerste routebordjes aan langsheen de weg en zo konden we bemerken dat we ons bevonden op de Scheldevalleiroute. Even later kreeg deze fietsomloop zelfs het gezelschap van de Scheldekant wandelroute. Eenmaal doorheen de werken, bereikten we terug goed beloopbaar asfalt.

Naarmate we onze weg vervolgden, ging het langsheen het prachtige Domein de Ghellinck, waarvan we reeds van verre het kasteel konden zien en de prachtige tuinen er omheen. Ter hoogte van de toegang tot dit gemeentelijk domein, troffen we enkele aanwijzingen aan, met betrekking tot de Sneukelfietsroute, een omloop van 35 km. Eenmaal het domein voorbij, belandden we stilaan in de Avelgemse Scheldemeersen, een natuurlijk overstromingsgebied van de Bovenschelde. Een verderop gelegen Scheldearm, vormde aldaar onderdeel van het Domein Scheldearm Kerckhove. In elk geval prachtige natuur om naar te kijken, vooral terwijl ondertussen de zon was verschenen. De linkeroever bracht ons uiteindelijk ter hoogte van de brug van Kerckhove. Daar we inmiddels reeds enkele kilometers hadden afgelegd, verlieten we even de route en gingen in het nabij gelegen centrum van deze gemeente op zoek naar een herberg. Even later konden we terecht in café ‘De Sportwereld’ voor een kopje koffie en een korte wandelpauze.

Nadien ging het via dezelfde weg terug naar het jaagpad langs de Schelde om onze tocht te vervolgen. We volgden dan ook in eerste instantie de Eddy Merckx route (een omloop van 46 km), in de richting van de jachthaven van Kerckhove. We dienden even omheen deze kleine jachthaven te wandelen, om uiteindelijk opnieuw de linkeroever te kunnen volgen richting Bossuit. We kwamen dan ook vooreerst langsheen de archeologische site van Kerckhove en wat verder het romaanse kerkje van Waarmaarde. De weg bracht ons tot aan de sluis van Kerckhove, waar we even de tijd namen om te zien hoe een boot zich in de sluis begaf. Even voorbij de sluis volgden we de plaatselijke Waterhoek route, een fietsomloop van niet minder dan 50 km. Even voorbij de sluis troffen we aan de overzijde de centrale van Ruien aan. De dampende schoorsteen zorgde er zelfs voor dat heel even de zon werd verduisterd. Op de achtergrond verscheen zowaar de Kluisberg, ook al lang geen onbekende meer voor ons beiden. We trokken onder een volgende brug door en kwamen terecht in een omgeving die bekendheid kreeg omwille van de film ‘De teleurgang van de Waterhoek’.

Even verder volgden we zelfs de Mira wandelroute, waarschijnlijk vernoemd naar de gelijknamige hoofdrolspeelster in de film destijds. Dat we niet altijd de linkeroever konden volgen, bleek even later, toen we doorheen een stukje bedrijventerrein dienden te wandelen, om wat verderop, terug de Schelde te kunnen bereiken. Ter hoogte van de volgende brug, gelegen op de scheiding van West-Vlaanderen en Henegouwen, verlieten we nogmaals het parcours, om in het nabijgelegen Escanaffles, nogmaals een herberg op te zoeken. We vonden even later een café ‘La Maréchal’, alwaar we op het terras even konden tot rust komen en genieten van een kopje koffie. Even later begonnen we aan het laatste stukje wandelweg en volgden de linkeroever van de Schelde tot we het kanaal Kortrijk – Bossuit bereikten, alsook het gelijknamige pompstation en de sluis van Bossuit. Hier besloten we de tocht van vandaag te eindigen. We verlieten dan ook het jaagpad, staken de brug over het kanaal over en gingen op zoek naar transport richting Oudenaarde, alwaar we van start waren gegaan.

Ter hoogte van de brug troffen we een bushokje aan met info aangaande een bus richting Avelgem. We dienden echter 45’ te wachten alvorens we konden opstappen. Enkele minuten later zouden we ter hoogte van het station van Avelgem aansluiting vinden naar het station van Oudenaarde. Echter, we hadden buiten de waard gerekend. De chauffeurs van de Lijn slaagden er namelijk in om even niet op elkaar te wachten, zodat we net aankwamen aan het station, wanneer de andere bus een halve minuut voorheen was vertrokken. Resultaat: exact een uur wachten op de volgende bus. De Lijn, een dienst waar je dus kan op rekenen zo te zien. Gelukkig waren er in de buurt voldoende herbergen om het uur wachttijd wat aangenamer door te brengen. Een volgende etappe op deze ‘Via Scaldea’ zal ons dus waarschijnlijk nogmaals naar Bossuit brengen...”

We eindigen met een blik in de wandelboekjes, waarin ook enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Derde deel Via Scaldea. Vanuit Oudenaarde tot in Bossuit. Kerckhove, Escanaffles. Zonnig! J: Derde deel van de Via Scaldea. Vertrek in Oudenaarde in de mist. Via Kerckhove naar Bossuit. Een tussenstop in Kerckhove en Escanaffles. Zonnige tocht de rest van de dag.’

maandag 27 april 2020

183: Gerpinnes, Zondag 25 juli 2010, 20,15 km. (3640,958 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 25/7/2010 – 6280 Gerpinnes (Hainaut), Marche des Vacances, 4-6-12-20 km. Les Traînes-Savates Montignies s/Sambre. Départ: Salle des Fêtes. Parcours campagnard et boisé. Possibilité de visiter la Musée des marches folkloriques.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het hierna weergegeven wandelrelaas, omstreeks 18:57 uur.

“Na een maand de wandelschoenen te hebben verbannen naar de berging, werden deze vanmorgen terug te voorschijn gehaald. De hoogste tijd om deze terug wat in te lopen en vooral de benen opnieuw te laten wennen aan het wandelen. Het is immers een bekend gezegde, dat rust roest. We zouden dat in de loop van de dag letterlijk en figuurlijk ervaren. Vermits we nog een beetje verkeren in een vakantiestemming, besloten we vandaag deel te nemen aan de Marche des Vacances te Gerpinnes (Hainaut), een wandeltocht ingericht door de wandelclub Les Traînes-Savates uit Montignies s/Sambre. We vertrokken deze ochtend dan ook in alle vroegte naar de Salle des Fêtes te Gerpinnes. Bij aankomst vonden we voldoende parkeerplaats ter hoogte van de post en het plaatselijke kerkhof, op wandelafstand van de startzaal. Aldaar heerste reeds de gekende ambiance, zoals je dat alleen in Wallonië kan ervaren. Na een hapje voor onderweg en de gebruikelijke formaliteiten konden we even later op weg. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6, 12 of 20 km.

We opteerden voor de laatste afstand, met een werkelijke lengte van 20,150 km. Na de start situeerde zich een splitsing, waarbij de kortste afstanden naar rechts werden gestuurd, terwijl de langste afstanden naar links dienden te gaan. Zo gezegd, zo gedaan, samen met de wandelaars van de 12 km, verlieten we de Place des Combattants naar links, om op die manier de bebouwde kom van Gerpinnes te verlaten. Alzo lieten we de kerk van Gerpinnes achter ons. Een rustige landelijke weg volgend, bereikten we al heel gauw de weidsheid van de akkers, waar al dadelijk als opvallende aanwezige, de talrijke graanvelden konden worden bekeken. Sommige landbouwers hadden hun oogst reeds binnen gehaald, anderen lieten hun graangewassen nog even genieten van de zomerzon. De goudgele kleur was opvallend aanwezig langsheen dit traject. Hier en daar konden enkele landbouwvoertuigen worden opgemerkt. Langsheen de weg kregen we ook de eerste markeringen in het oog aangaande de GR129.

Even buiten de bebouwde kom van Gerpinnes, splitsten zich de trajecten van de 12 en 20 km. De wandelaars aan de 12 km sloegen een links gelegen veldweg in, terwijl wijzelf rechts aanhielden, richting Tarcienne. Wat verderop, ter hoogte van een plaatselijke begraafplaats, kregen ook wij een grindpad voor de voeten geschoven en kregen we ook de eerste hoogteverschillen te verwerken. Dat dit onmiddellijk voelbaar was in de benen, na een maand zonder wandelen, zal wel normaal zijn geweest. Een donkere wolk liet even de zon verdwijnen en wat later kregen we zowaar enkele regendruppels te verwerken, gelukkig zonder veel erg. Het zou korte tijd nadien ophouden en de rest van de wandeling droog blijven. Na een tijdje het golvende pad te hebben gevolgd, bereikten we opnieuw de openbare weg en tevens het grondgebied van Les Flaches (Gerpinnes). We staken de drukke weg over en volgden een landelijke weg. Later kregen we langsheen deze weg links een weiland, waar we linksaf gingen en de ernaast staande haag volgden.

Het smalle pad ernaast kronkelde enigszins en verliep in de richting van het centrum van Les Flaches. We bereikten terug de openbare weg en wandelden vervolgens voorbij de kerk via een asfaltwegje, om deze te volgen naar het verder gelegen Tarcienne. Dit wegje liet ons enkele malen wat hoogte winnen en daarvoor kregen we enkele prachtige vergezichten in de plaats. Hier kregen we ook een idee inzake het heuvelachtige karakter van deze streek. Heel in de verte waren af en toe enkele mijnterrils waar te nemen. Uiteindelijk bereikten we korte tijd nadien de kerk van Tarcienne (Walcourt), waarnaast zich in een klein schoolgebouw de eerste controlepost situeerde. We hadden ondertussen 6,7 km afgelegd en waren toe aan een momentje van rust en vooral een hapje en een drankje. Na dit eerste oponthoud vervolgden we onze weg en verlieten via een smalle weg de dorpskern van Tarcienne. We bereikten verderop een drukke weg en het herkenningsbaken Le Grand Bon Dieu. Aldaar staken we de baan over, om aan de overkant een smalle landelijke weg te volgen in de richting van het verder gelegen Hanzinne. Hier kregen we zicht op enkele windturbines welke zich bevonden in de naast de weg gelegen velden.

Deze molens zouden geruime tijd het uitzicht van de verdere wandeling bepalen. Ook hier waren alweer opvallend de graanvelden aanwezig, waarbij we ondertussen reeds hun typische kleuren kenden. De weg liet ons af en toe opnieuw stevig klimmen en dalen en verliep bijna in rechte lijn naar het volgende dorp. De volgende rustpost situeerde zich immers slechts 3,5 km verderop. Langsheen dit wegje volgden we nu ook de Tour Sainte-Rolende, een omloop van 35 km, welke jaarlijks het voorwerp uitmaakt van een processie doorheen de omliggende gemeenten van Gerpinnes. Een gedeelte van deze route volgend, bereikten we later de dorpskern van Hanzinne (Florennes), alwaar we een controlepost aantroffen ter hoogte van een garage. Met wat improvisatie en goede wil, was hier een rustpost gebouwd, bestaande uit banken en tafels. Gelukkig konden we hier in open lucht even genieten van de zomerzon. We hadden reeds 10,2 km afgelegd en dienden vervolgens een plaatselijke lus te wandelen, waarna we opnieuw op dezelfde controlepost zouden aankomen.

Na de eerste doortocht in Hanzinne, verlieten we de controlepost naar links, waarbij we een eindje op onze stappen terugkeerden. Even verderop echter, sloegen we een links gelegen veldweg in en algauw kreeg het parcours een totaal ander uitzicht. Er diende even stevig te worden geklommen en het pad verkreeg een zanderig uitzicht. Bij elke stap konden we het zand zien opwaaien. We waanden ons even zowaar in het zuiden. De windturbines kregen we van zowat elke hoek te zien en dat bepaalde natuurlijk de vergezichten. Eenmaal het hoogste punt bereikt, volgden we een tijdje een gedeelte vals plat, langsheen een klein stukje bos, waarna we uiteindelijk een felle afdaling kregen te verwerken. Tussen losliggende stenen en een rotsige ondergrond, ging het in een versneld tempo bergaf, naar het lager gelegen Thy-Le-Bauduin (Florennes). Alvorens het centrum van dit kleine gehucht te bereiken, dienden we rechtsaf te draaien en kregen we een stevige helling te verwerken, om op die manier opnieuw het dorp te verlaten.

Langsheen enkele grazende koeien, ging het opnieuw richting windturbines en uiteraard richting Hanzinne. We kregen korte tijd later opnieuw de borden langsheen de weg, dat we ons bevonden op het traject van de Tour Sainte-Rolende. Even later kwamen we opnieuw langsheen een punt dat we reeds vroeger op de dag hadden bereikt en volgden vanaf daar het landelijke wegje naar Hanzinne. Bij het bereiken van de garage stond onze teller op 15,450 km en konden we even genieten van een momentje rust. We waren enigszins onder de indruk van de pracht van de natuur die we hadden gezien tijdens het bewandelen van deze lus. Toen we de tweede maal de controlepost achter ons lieten, vervolgden we onze weg naar rechts, langsheen een druk bereden weg, om wat verderop de baan te dwarsen in de richting van de kerk van Hanzinne. We hadden nu opnieuw het gezelschap van de wandelaars aan de 12 km. We bevonden ons terug op de omloop van de processie en die leidde ons langsheen de plaatselijke kerk, die trouwens niet in al te beste staat verkeerde.

Aan de ramen van de woningen konden we pamfletten bemerken tegen de nakende (??) verdwijning van deze kerk. Voorbij de kerk volgden we een asfaltweg, welke ons even verderop het grondgebied van Hanzinne liet verlaten om meteen dat van Hymiée (Gerpinnes) te betreden. De hoogteverschillen werden nu kleiner en korte tijd later bereikten we het plein ter hoogte van de plaatselijke kerk. Hier konden we nog een laatste controlepost aantreffen in het Maison de Village, doch we zagen af van een rustpauze en vervolgden onze weg, richting Gerpinnes en meteen eindpunt van de wandeling. Ter hoogte van het gemeentehuis zaten we op 17,9 km en er restte ons nog slechts iets meer dan 2 km. We wandelden vervolgens langs de overkant van het plein en kwamen langsheen een monument ter ere van de Marche van Sainte-Rolende. Voorbij de kerk van Hymiée ging het nadien linksaf, waarbij we het centrum van het dorp verlieten.

Even verder, ter hoogte van een kleine, ondertussen stilaan wegzakkende kapel, ging het verder via een rechts van de weg gelegen veldweg. Deze laatste rustige onverharde weg, liet ons stilaan naderen tot Gerpinnes. Zo bereikten we even later het centrum van Gerpinnes en het einde van de wandeling van vandaag. Er zijn ons geen gegevens bekend inzake het aantal deelnemers, aangezien daarover geen info ter beschikking was. De tocht van vandaag liet ons opnieuw smaken van het gevoel een mooie wandeling te hebben gemaakt. Na een afwezigheid van een maand, konden we ons geen betere tocht wensen... We horen er opnieuw bij zo te zien.”

We eindigen zoals gewoonlijk onze wandelbijdrage met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Rustgevende wandeling door het Henegouwse landschap. De lus was bijzonder mooi. De legende van Saint-Rolende was overal aanwezig. Bewolkt met af en toe een streepje zon. J: Wandeling vanuit Gerpinnes, doorheen Les Flaches, Tarcienne, Hanzinne en Hymriée. Mooie tocht door een stukje Henegouwen. Eerste test van aangekochte Gps.’

vrijdag 3 april 2020

116: Deinze, Zondag 20 september 2009, 25,8 km. (2277,87 km.)



Deze tocht werd voorheen in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche, 20/09/2009 – 9800 Deinze (Oost-Vlaanderen), 28ste Canteclaermarsen – De Gordel der Leiestreek – Wisselbekertocht, 6-12-18-24-32 km. A.T.B. De Natuurvrienden Deinze, Start: V.T.I. Via Leieoever naar Machelen, dorp van kunstschilder Roger Raveel. Via dreven langs het kasteel van Olsene, de Veerhoek, Machelenput en terug via een Leiemeander.’ Na afloop schreven we zoals gewoonlijk een verslag van onze belevenissen onderweg, op zondag 20 september 2009, omstreeks 18:57 uur.

“Vandaag zouden sommige steden autovrij blijven, wij zochten echter de rust wat verder van huis. Deze morgen vertrokken we onder een bewolkte hemel naar Deinze, waar de 28ste Canteclaermarsen zouden doorgaan. De plaats van afspraak was deze keer gelegen in het ‘Vrij Technisch Instituut’ te Deinze, waar de plaatselijke wandelvereniging ATB De Natuurvrienden, verzamelen had geblazen. Er was voldoende parkeerplaats voorhanden en in de ruime vertrekhal heerste er al een gezellige drukte bij onze aankomst. Volgens de infoborden, kon worden gekozen uit te wandelen afstanden van 4, 7, 12, 18, 24 en 32 km. Vandaag opteerden we voor de 24 km, met een werkelijke afstand van 25,8 km. Na een kleine hap en de nodige inschrijvingsformaliteiten, trokken we op weg. We verlieten de startplaats en wandelden in de richting van de Onze Lieve Vrouwkerk, niet ver van het Instituut gelegen. We konden de eerste foto's van de dag nemen. Juist voorbij de kerk, ter hoogte van de Tolpoortbrug, kregen we een eerste splitsing, waarbij de afstanden 4 en 7 km rechts aanhielden.

Wijzelf staken de brug over, om aan de overzijde het Antoon van Parys Pad op te wandelen, langsheen het water. We bevonden ons al dadelijk op een tweetal routes, met name de Filliers Wandelroute en de Milieuroute voor fietsers. Via een stukje buurtpark aan de linkerkant, wandelden we langsheen enkele hengelaars en wat verderop een hondentrainingschool. Zo brengt iedereen zijn vrije dag op een andere manier door. Via enkele woonstraten trokken we vervolgens doorheen de Leiemeers, om wat verder onder de drukke spoorlijn te wandelen. Zo bereikten we de Leie Rechteroever en trokken we in de richting van Machelen (Zulte). Geruime tijd volgden we het jaagpad langsheen deze waterloop, waarbij het opmerkelijk was om te zien, in welke slechte staat de oevers zich bevonden. Op vele plaatsen waren de oevers gedeeltelijk ingezakt en werd later signalisatie aangebracht, voorzien van de nodige borden verboden toegang. Ondertussen volgden we reeds geruime tijd de Gulderoute, een fietsroute van 32 km lang. Nadat we de oevers van de Leie rechts hadden gelaten, ging het via tal van landelijke wegen naar de dorpskom van Machelen.

Hier hadden we na exact 6 km, een eerste halte in de School voor Aangepast Beroepsonderwijs Leieland. Na een kort oponthoud, vervolgden we onze wandeling. Na deze eerste controle dienden we onze weg verder te vervolgen langsheen het Raveelmuseum. Later op de dag zouden we hier nog een tweede keer langskomen en dan zouden we een andere richting volgen. Langsheen de flanken van het museum was men doende met het aanleggen van een nieuw looppad. Om de hoek vonden we de aanwijzingen van de Roger Raveel Route en die leidde ons naar het Terras aan het water. Deze uitkijkpost in de vorm van arduinen trappen, was druk bevolkt door het plaatselijke eendenvolkje. Een ideale plek om te zonnebaden, echter wij dienden genoegen te nemen met een dik wolkendek. We gingen verder naar links via de Gaverbeekroute en het traject van een Grote Routepad, de GR129. De muur der verbeelding vonden we even verder, waar we het werk van Raveel konden aanschouwen. Hier kon je eigenhandig een foto nemen van het kunstwerk, met jezelf erbij. Aan de overzijde stonden de restanten van een molen, echter zonder zijn wieken.

We sloegen rechtsaf en volgden opnieuw de Gulderoute, die het gezelschap kreeg van de Zwanenroute (15 km). Zo belandden we aan de Mariagrot, volgens aangebrachte info, de Olsene Rotse. Menig wandelaar haalde ook hier het fotoapparaat boven. Ter hoogte van deze grot splitsten zich de afstanden, waarbij de 18 km-wandelaars rechts aanhielden. Wij vervolgden onze weg naar links en trokken door de Oude Kasteeldreef. Aan het begin van deze lange dreef, vonden we de aanduidingen van de Modest Huys Route. De dreef liep kaarsrecht in de richting van de drukke Kortrijksesteenweg, welke wij enige tijd later bereikten en vervolgens dwarsten. Hierbij troffen we links van de weg een oude boerderij aan, die eerlijk gezegd, betere tijden had gekend. Blijkbaar werd tegenwoordig de dienst uitgemaakt door kippen, katten en ander gedierte... In elk geval de moeite waard om even bij stil te staan. Aan de overzijde van de weg echter, bevond zich het statige kasteel van Olsene. Een groot gedeelte van de omliggende wallen werd gevolgd, waarbij we uiteindelijk de woonzone bereikten van Olsene.

Via enkele steegjes tussen achtertuintjes door, bereikten we een verkaveling, waarin zich het Ontmoetingscentrum Sint Pieter bevond. Hier hadden we na exact 12 km, een tweede controle. Het derde gedeelte van de wandeling, leidde ons verder doorheen de woonwijk, om nadien opnieuw de drukke Kortrijksesteenweg te dwarsen. We volgden terug de Modest Huys route en die bracht ons langzaam naar de open velden. Zover het oog kon reiken trof je maïsvelden aan. De landelijke rust van deze streek was aangenaam om te ervaren. Een tijdje wandelen bracht ons een tweede maal tot aan de Olsene Rotse, waar we vanaf nu het traject verder volgden van de 18 km. De reeds gekende Zwanenroute zette ons op weg. Opnieuw kregen we enkele landelijke paden onder de voeten geschoven, waar tal van wandel- en fietsroutes elkaar opvolgden. Om er enkele te noemen: de Gulderoute, de Roger Raveel Route en de Gaverbeekroute. Deze gezamenlijke trajecten, brachten ons tot aan het Domeinbos Machelenput. Hier sloegen we rechtsaf het veld in en volgden een stukje meander van de Leie.

Blijkbaar was deze ontstaan als gevolg van de rechttrekking van de Leie. In de verte bemerkten we reeds de kerk van Machelen en zo naderden we langzaam maar zeker voor de tweede maal de School voor Aangepast Beroepsonderwijs. Een laatste hapje en een verfrissend drankje zouden moeten volstaan om het laatste stukje wandelweg af te leggen. Ondertussen waren we reeds meer dan 18 km onderweg en er restten ons nog een zevental kilometer tot de eindstreep. Vol goede moed verlieten we opnieuw de plaats van controle en gingen dit keer naar rechts, ter hoogte van het Raveelmuseum. We volgden voor de zoveelste keer vandaag de Gulderoute. Al gauw verlieten we opnieuw de woonstraten en belandden terug tussen de open velden. Je raadt nooit welke gewassen we onderweg konden aanschouwen... Wat verderop kwamen we aan de Leie en volgden we de linkeroever, in de richting van Deinze uiteraard. De overkant hadden we reeds eerder op de dag kunnen bekijken. Zover het oog kon reiken trof je medewandelaars aan. Ondertussen konden we volop genieten van het zonnetje en dat het deugd deed hoeft wellicht niet gezegd te worden.

In de verte zagen we reeds de bekende torens langsheen de vaart in Deinze, het signaal dat het niet meer zo heel ver kon zijn. We trokken een tweede maal onder de drukke spoorlijn door en konden voor het laatst nog even genieten van de Leie. Stilaan trokken we naar de stad en het einde van deze aangename herfstwandeling langsheen de Leie, inspiratiebron voor tal van kunstenaars. Alvorens de aankomst te bereiken, wandelden we nog langsheen het Kongoplein, om wat later, enigszins moe maar voldaan, het Instituut te bereiken. Bij onze aankomst werden we door de organisatie nog getrakteerd op een suikerwafel en deden we voor ons hetzelfde met een lekkere roomijs, voorzien van aardbeien. Zo te zien waren we lang niet de enigen die deze lekkernij konden smaken. Tot slot nog even vermelden dat 2444 wandelaars de weg vandaag naar Deinze hadden gevonden. Wij hebben de autoluwe zondag op onze manier doorgebracht in de vrije natuur en ook dat zal een tijdje bijblijven. Misschien tot bij een volgende gelegenheid...”

We sluiten dit wandelhoofdstuk af met een blik naar datgene, wat kort na afloop van de tocht in onze wandelboekjes werd neergeschreven. ‘K: Deinze, Machelen, Olsene, Zulte. Natuurwandeling langs de Leie, zijn meanders en bezienswaardigheden. 24°. J: Rustige wandeling doorheen de Leiestreek, vanuit Deinze naar Machelen en Olsene. Opnieuw zonnig en warm herfstweer.’