Na de nodige inschrijvingsformaliteiten en uiteraard een hapje, konden we omstreeks 10:45 uur van start gaan voor één van de uitgepijlde tochten. Onderweg hadden we enkele controleposten, welke plaats vonden in het ILVO te Lemberge. Zo konden we even pauzeren en denken aan de inwendige mens omstreeks 12:15 en 14:15 uur. Tijdens het verloop van onze tocht bemerkten we onderweg tal van al dan niet plaatselijke wandel- of fietsroutes. Het Gondepad, de Rodelandroute 1, de GR122 (Hulst-Doornik) om op die manier tal van gemeentes te doorkruisen. We denken onder andere aan Melle, Gontrode, Merelbeke en Oosterzele. Al bij al een geslaagde 19de Deliriumtocht, maar vooral een zonnige wandeltocht, die we afsloten na zowat 20,008 km. Vervolgens konden we terug richting station voor de aanvang van de terugreis.”
Kilometers wandelervaringen, al dan niet voorzien van bijtende kou, gladde wegen, mistige velden, donkere wouden, broeiend hete dagen, bliksem en donder. Een pad via heuvels en dalen, langs oevers van rivieren en kanalen... maar of het einddoel ooit werd bereikt, dat zal de volhardende lezer uiteindelijk wel vernemen. Het begon allemaal heel lang geleden in 2008...
dinsdag 14 november 2023
567: Melle, Zaterdag 29 september 2018, 20,008 km. (11.091,991 km.)
vrijdag 25 november 2022
529: Lierde, Zaterdag 24 oktober 2020, 21,95 km. (10.466,421 km.)
Op deze betonbaan gingen we zowat 200 m naar links, om nadien rechts de smalle asfaltweg Assensveld op te gaan. In de eerste bocht naar links, verlieten we de weg en stapten verder rechtdoor op een grasweg langs de rand van het Kloosterbos van Sint-Maria-Oudenhove. We passeerden een oude waterpomp en volgden de hoofdweg doorheen het bos, om nadien naar links af te draaien en tenslotte het bos te verlaten, opnieuw aan Assensveld. We begaven ons op het smalle asfaltwegje een 100-tal m naar rechts, om er terug het Kloosterbos in te wandelen. We troffen er een omgevallen boom aan, de ideale plek om er omstreeks 11:00 uur even te genieten van een wandel- en eetpauze. Even later stapten we op het dalende bospad tot op een splitsing, om er links verder te dalen en uiteindelijk aan een hoeve opnieuw vaste voet te verkrijgen op Heyveld. We begaven ons rechtsaf op het smalle wegje tussen de velden en gingen voorbij een mooi kapelletje links van de weg. Het kronkelend en golvend wegje leidde voorbij de Kloosterbosstraat, waar de weg overging in Elverenberg, ondertussen deel uitmakend van Brakel. We gingen via Elverenberg tot aan de eerste zijstraat, de Vossenholstraat, om net er voorbij links een dalende veldweg te kiezen. Het pad ging tussen twee weiden door, gevolgd door een klein stukje bos, om even later via een houten brug de Zwalmbeek over te steken.
Aan de overzijde van de beek ging de wandeling over een lang vlonderpad, over het drassig land van het natuurreservaat Het Jansveld. Het aansluitend wandelpad verder bewandelend bereikten we opnieuw de openbare weg, de Zwalmbeekweg. We sloegen de weg rechts in en wandelden voorbij een paardenrenbaan, om uit te komen op de kruising met een dwars gelegen fiets-en wandelpad, het Mijnwerkerspad. We stapten aan de wandelboom naar rechts het smalle verkeersluwe wandel- en fietspad op en hadden oog voor de wit-rode tekens van de GR122. Even verder zagen we links op de Molenberg de vroegere Brouwershoeve. Op het einde gekomen van het Mijnwerkerspad, kwamen we aan het kruispunt met de N462, de Kasteeldreef, die we naar rechts opdraaiden, tot aan de brug over de Zwalmbeek. Hier zouden we links een veldweg dienen op te gaan, doch we weken even af van de route. Even verder op de Kasteeldreef bevond zich rechts van de weg het Kasteel van Lilare en het Sint-Franciscus Instituut. We wandelden even verder op de Kasteeldreef en gingen toen rechtsaf tot aan de toegangspoort van het kasteel. Na het nemen van enkele foto’s, keerden we op onze stappen terug tot aan de brug over de Zwalmbeek. Net vóór de brug gingen we dan rechtsaf een veldweg op, naast de Zwalmbeek.
Aan een bosje aangekomen, stapten we langs de bosrand omhoog. De aardeweg veranderde even verder in een kasseiweg en uiteindelijk in een verharde weg, het Rozenhoekje. Op dit dalende asfaltwegje, sloegen we net vóór het huis nr. 2 linksaf op een smal pad tussen afsluitingen, om op het einde van het pad nogmaals links de kiezen, verder langs de afsluiting van de weide. Tussen uitgestrekte weiden leidde het pad tenslotte naar huizen en achtertuintjes, om via een tegelpad tussen twee woningen, de openbare weg te betreden, de Berendries. We daalden af naar links, om op het eerste kruispunt opnieuw links te kiezen, eveneens Berendries. Ter hoogte van het huis nr. 34 verlieten we naar links de weg op een smal wandelpad, om verder af te dalen langs tuintjes en weiden tot op de Rozenhoek, waar we de asfaltweg rechtdoor opgingen. Na een lange bocht kwamen we opnieuw op het kruispunt met Berendries, om er linksaf te gaan, tot net vóór de brug over de Zwalmbeek. We gingen rechtsaf een brede veldweg op langs de oever van de Zwalmbeek. Wat verder, gekomen aan een kruispunt van wandelwegen, knooppunt 45, begaven we ons rechtsaf op een vlonderpad, om op het einde linksaf te draaien. We hielden er even halt op het einde van het vlonderpad om even te denken aan de inwendige mens omstreeks de klok van 13:25 uur. Nadien verlieten we het bos en volgden rechts de bosrand, om opnieuw aan hoogte te winnen. Na een eindje stappen ging het grindpad over in asfalt en kwamen we op de Boterhoek uit. Op het nabije kruispunt ging het vervolgens linksaf, eveneens via Boterhoek.
Aan het wandelknooppunt 47, verlieten we de weg naar rechts op een dalende veldweg, om nadien langs prikkeldraad tussen een bos en een weide opnieuw te klimmen. Aan het volgende wandelknooppunt 48, kozen we linksaf en klommen verder tot we een smalle asfaltweg konden betreden, Klappaardlos. Deze vrij korte weg leidde naar een bredere betonbaan, Langendries, die we links opgingen. Tussen akkers en weiland volgden we deze weg tot aan de GR-wandelboom. Het café op dit kruispunt, ‘In de Zavelput’ bleek dicht. Net naast het café begaven we ons op een stijgende veldweg, nog steeds de GR122 verder bewandelend. We kwamen tenslotte uit aan de dwars gelegen Kortendries, welke we dienden te kruisen. We konden er echter even verpozen op een zitbank aan een nieuw opgericht kruisbeeld, met zicht op het lager gelegen landschap. We volgden dan aan de overzijde van Kortendries verder de stijgende veldweg, tot aan een Y-splitsing, waar we het smalste pad opgingen schuin links. Via dit smalle wandelpad daalden we af naar Sint-Goriks-Oudenhove, om er de openbare weg te betreden, de Sint-Goriksstraat, die we links volgden tot aan de Sint-Gaugericuskerk. Ook hier alweer bleek alle horeca te zijn gesloten. We stapten rechtdoor op het Kruiswaterplein links van de kerk, tot aan het huis nr. 5, om daar links een smalle wegel op te gaan. We kruisten de Smisstraat en volgden het pad verder dat tenslotte naar links draaide en uitmondde in de Slijpstraat. We begaven ons rechtsaf op de Slijpstraat.
We wandelden voorbij het links gelegen Steenland en nadien voorbij de rechts gesitueerde Molenhoek, om na ongeveer 1,5 km een picknickplaats te bereiken aan het links gelegen Mijnwerkerspad. We hielden er dan ook omstreeks 15:20 uur even een wat langere rust- en eetpauze. Na deze wandelonderbreking ging het verder op de ditmaal kronkelende Slijpstraat tot aan de Bostmolenstraat, waar we even van het parcours afweken. We gingen even links de Bostmolenstraat in tot aan de eigenlijke Bostmolen. Na het nemen van enkele foto’s ging het nog even via de Slijpstraat verder tot op het kruispunt met de Zottegemsesteenweg, de N454. We draaiden deze steenweg op naar rechts, om nadien de spoorweg over te gaan, tot aan de iets verder geleden Sint-Jozefkapel. Net er voorbij gingen we links een smal pad op dat 50 m verder uitmondde in Kleite. Net voorbij het laatste huis, ging het via een smal pad rechts al klimmend naar de hoger gelegen Kluisstraat, die we links opgingen. We passeerden de Stedelijke Begraafplaats van Zottegem en volgden op het einde de Knutsegemstraat zowat rechtdoor, vermits de linkertak, een veldweg, min of meer onbegaanbaar was omwille van de modder.
Deze smalle kronkelende weg leidde naar het kruispunt met de Paddestraat, een smalle kasseiweg, alwaar we linksaf stapten en de weg volgden tot aan de brug over de Zwalm. Net over de brug begaven we ons rechtsaf op een aardeweg, welke het verloop volgde van de waterloop. Net voorbij een zuiveringsstation eindigde het pad op de openbare weg, Bruggenhoek. We gingen rechtsaf de brug over de Zwalm over en onmiddellijk linksaf op een pad langs de andere oever van de Zwalm. Dit smalle pad leidde tenslotte tot aan de gekende Zwalmmolen aan de Rekegemstraat. Nu gingen we links de brug over, om net er voorbij aan een picknickplaats, rechtsaf verder te wandelen op het Molenpad. We gingen de Vredeskapel voorbij en arriveerden op die manier aan de N415, de Zuidlaan, ondertussen op het grondgebied van Munkzwalm. We gingen de Zuidlaan op naar links en verlieten zo het traject van de GR122. Net voorbij de Sint-Mattheuskerk, ging het rechtsaf in de Decoenestraat, om na 100 m links een fiets- en wandelpad op te gaan dat leidde naar het station van Munkzwalm. Daar aangekomen om 17:40 uur konden we mits een kleine sprint nog net de stilstaande trein halen en beginnen aan de terugreis richting Mechelen. Met dank aan de treinbegeleider die even de trein liet wachten.”
woensdag 30 september 2020
382: Parfondeval, Maandag 11 juli 2016, 30,072 km. (7783,766 km.)
“Vandaag begonnen we aan onze tweede wandelweek op weg naar de stad Reims. De dag begon dan ook met een ontbijt in de eetzaal van de Chambre d’Hôtes Le Chrétien, alwaar we het volgende kregen geserveerd: brood, confituur, kaas, yoghurt, cake, fruitsap en koffie. Wellicht heel wat producten van eigen makelij. Even later, na het inpakken van het materiaal konden we opnieuw op pad, een volgende etappe tegemoet. Het was dan ook omstreeks 08:30 uur toen we de kleine dorpskern van Parfondeval verlieten en wandelden langsheen de St.-Medardkerk. Hier konden we wel even het gebouw bekijken, uitzonderlijk stonden we eens niet voor een gesloten kerkdeur. Na dit korte bezoek, ging het naast de kerk via de Rue Principale, de D520 linksaf in de richting van Grandrieux. Amper op weg kwamen we doorheen het kleine gehucht ‘La garde de Dieu’. Of daar meer dan tien huizen stonden, dat is nog niet zo zeker. We kruisten er de D977 en kwamen opnieuw terecht op de Rue Principale. Een paar bochten later bereikten we het dorpje Grandrieux. Het grensbord met de vermelding ‘Voisins Vigilants’, deed even denken aan de voorbije dagen, waarbij ontelbare honden langsheen de wegen, elke beweging beantwoordden met geblaf. Zouden dat de buren zijn? De kleine kerk van Grandrieux dienden we niet eens te bezoeken, we stonden immers voor een gesloten toegangshek ter hoogte van het kerkhofje. Dan maar verder de D520 gevolgd naar de volgende halte, Mainbresson.
De dorpskern van Grandrieux voorbij, bereikten we opnieuw de open ruimte. Uitgestrekte weiden, met hier en daar een kleine vijver, met in de nabijheid een boerderij. Bomen als afbakening met daaronder ontelbare grazende koeien. We verlieten stilaan het Département de l’Aisne en zouden spoedig het Département des Ardennes betreden. Toen we vervolgens het riviertje La Serre kruisten en we het plaatsnaambord van Mainbresson voorbij stapten, overschreden we dan ook de scheiding tussen de departementen. We bevonden ons in de Rue Maurice Martin en volgden nu over korte afstand de D14. Eigenlijk het verlengde van de D520, doch met een nieuwe nummering wegens het overschrijden van de departementale grens. De D14 draaide naar links, richting Mainbressy, doch wij hielden rechts, de tekens van een GR-pad volgend en verlieten bijgevolg het asfalt teneinde een keienpad op te gaan, de Rue Vital Canon. Uiteindelijk maakte ook dit verharde pad een bocht naar rechts, alwaar we ditmaal rechtdoor onze weg vervolgden en een graspad begonnen te bewandelen. Het gras bleek recent te zijn gemaaid, waardoor het nogal gemakkelijk te bewandelen was. Voorlopig dienden we onze route te volgen onder een weliswaar grijze en bewolkte hemel. De zon liet het voorlopig even afweten.
We kregen een tamelijk flinke beklimming te verwerken via dit graspad, maar eenmaal op het hoogste punt, wordt men beloond met een schitterend panorama. Het pad maakte op de top van de heuvel een haakse bocht naar links en konden we langzaam afdalen naar de lager gelegen D978, de Rue Haute, in de onmiddellijke nabijheid van de dorpskern van Mainbressy. We kruisten de D978 en wandelden aan de overzijde de Rue des Chiens in, richting kerkje van Mainbressy, dat we links in de bocht konden bemerken. Ter hoogte van deze splitsing zouden we echter rechts dienen te volgen via de Rue du Faubourg. Vermits we echter reeds een tijdje op zoek waren naar een winkel voor de aankoop van dranken, tot nog toe zonder enig resultaat, wandelden we even het dorpje door, op zoek naar een bereidwillige bewoner, alwaar we eventueel zouden kunnen overgaan tot de aankoop van water. We stapten dan ook doorheen de links gelegen Rue du Faubourg, linksaf in de Rue Basse en vervolgens opnieuw linksaf in de Rue Haute. Het hoekje om dus, met als gevolg dat een bejaarde dame ons toch een tweetal flessen mineraalwater kon verschaffen aan een democratische prijs. Terug op het kruispunt van de D978 en de Rue des Chiens, konden we omstreeks 11:05 uur, na een flinke slok, terug op pad. Ditmaal rechtsaf in de Rue du Faubourg.
Na de Rue du Faubourg ging het, nog steeds de rood-witte markeringen van een GR-route volgend Le Petit Sart in naar links. Het zowat 2 km lange smalle wegje, veranderde even later in Le Chemin de Maimbressy. Tussen de velden slingerde de weg zich naar het kruispunt met de D36. Hier zouden we rechtdoor aanhouden en aan de overzijde verder wandelen via de D136B, doch even ons wandelplan nader bekeken, werd besloten eerst te zorgen voor bevoorrading en dat via een ommetje naar het links van ons gelegen dorp Rocquigny, zowat 2 km verderop. Meteen dus extra 4 km op de teller. We begonnen dan ook aan het bewandelen van de smalle kronkelende Le Chemin de Maimbressy, om zowat 2 km verder de Rue des Bas Prés te bereiken, de toegang tot de dorpskom van Rocquigny. Op het einde ging het naar links en bereikten we de Place Jean Mermoz, ter hoogte van de kerk en de mairie, weliswaar beide gesloten. Links van het plein echter konden we even verpozen op het terras van bar Le Saint Christophe en er tevens overgaan tot de aankoop van drank. Gelet op het ondertussen reeds geworden middaguur, namen we vervolgens nog even een lunchpauze op het grasplein tegenover de Mairie, om nadien te beginnen aan de lange terugweg, richting kruispunt van de D36 en de D136B. Twee kilometer langsheen hetzelfde wegje dus.
Uiteindelijk bereikten we omstreeks 13:00 uur de plaats, waar we een uur voorheen waren aangekomen en konden we onze weg vervolgen via ditmaal de D136B, richting La Hardoye. Stilaan opnieuw aan hoogte winnend, wandelden we langsheen de D136B, alwaar we heel wat bijval verkregen van de paarden in de weiden. Toen we echter een deel van een koekje aanboden, werd dit gewoon genegeerd. Blijkbaar smaakte het malse gras beter, dan een stukje chocoladekoek. Dan maar verder op weg, ondanks deze mislukte poging. Heel wat bochten later, bereikten we de D337, de Rue du Pont du Château, alwaar we de D337 naar links kozen. Wat verderop, ter hoogte van de Place de la Liberté, verlieten we opnieuw de D337 en wandelden rechtsaf richting kerk van La Hardoye, via de Rue Jean Brosse. Weinige ogenblikken later konden we, via de Rue de Eglise, de église St. Urbain even bekijken van buitenaf, vermits een gesloten hek ons de toegang versperde. Onze klok wees aan dat het ondertussen kwart na twee in de namiddag was geworden. Het te volgen traject volgens onze wandelgids, zou nadien verder gaan via een pad naast de kerk, voorzien van GR-tekens. Vermits er echter onduidelijkheid was inzake de te volgen weg, aarzelden we even ter hoogte van het kerkgebouw. Een bewoner van het huis, tegenover de kerk, kwam ons echter te hulp. Bleek dat het oude pad niet meer volledig begaanbaar was en een eindje verderop gewoon eindigde tussen de velden. Volgens de man dienden we terug te keren tot het voorgaande kruispunt en daar gewoon naar rechts de Rue Haute te volgen. We zouden uiteindelijk het punt ontmoeten, waar het vroegere pad op de Rue Haute uitmondde.
We keerden dus op onze stappen terug in de Rue de l’Eglise, om vervolgens, ter hoogte van het punt waar we voorheen van links waren gekomen, nu rechts te houden en de Rue Haute te volgen. Zoals de naam al min of meer liet vermoeden, het ging inderdaad de hoogte in. De asfaltweg liet niets aan het toeval over en stilaan zagen we rechts de huizen verdwijnen in het dal. Nog altijd onder een bewolkte hemel, met af en toe wat zonneschijn, kregen we opnieuw schitterende vergezichten. Het glooiende landschap liet ook nu alweer uitgestrekte graanvelden zien, af en toe afgewisseld met weiland. Op een hoger punt van de weg gekomen, liet dit uiteraard toe, kilometers ver de omgeving te kunnen bekijken. Een opvallende aanwezige in het landschap, de enorme rollen hooi. Stilaan raakten we het asfalt van de kronkelende Rue Haute kwijt en kregen we een vervolg van de tocht op een weliswaar breed, nagenoeg recht grindpad. We wandelden dan ook voorbij een wandelpaal, waaruit we konden afleiden dat we de GR122 volgden en dat Chaumont-Porcien nog zowat 2,8 km verwijderd was. Maar meer nog, dat we ons bevonden op Les Crêtes Préardennaises. Bij het bereiken van het grindpad hadden we ditmaal het voordeel, het ging in dalende lijn richting Chaumont-Porcien. In de verte zagen we reeds een hoge zendmast verschijnen, het volgende richtpunt op onze wandelweg.
Opnieuw omgeven door prachtige dalen, met daarin grazende koeien, vorderden we gestaag tot aan de zendmast. Links van de weg enkele bewonderende blikken van een koe en een zogend kalf, in een opvallend donkere bruine kleur. Eenmaal de zendmast bereikt, omstreeks 15:25 uur, konden we het grind vaarwel zeggen en kregen opnieuw asfalt onder de schoenzolen. We nuttigden er ter plaatse dan ook zowat ons laatste brood, met nog een restje confituur van de ochtend en goten het laatste water naar binnen. Immers, op slechts een boogscheut van de volgende stopplaats, hoefden we niet langer zuinig te zijn. Terug op weg, draaide de weg voorbij de zendmast naar rechts en ging in sterk dalende zin, richting dorpskern. Vrijwel onmiddellijk zagen we links beneden de eerste huizen en vooral de kerk verschijnen. Na een haarspeldbocht naar links bereikten we de Rue de la Pisselotte, welke we volgden tot op het kruispunt met de D2, de Petite Rue. Aldaar ging het rechtsaf en meteen bereikten we het plein ter hoogte van de église Sainte-Croix. Een rustig plein, voorzien van een mooi oorlogsmonument en met in de nabijheid de plaatselijke Mairie. Tegenover de Mairie vonden we een geopend café, met enkele tafeltjes en stoeltjes in open lucht, koffiepauze dus. Het was ondertussen 15:55 uur geworden en in café Le Commerce, werd het nagenoeg een dubbele portie koffie. Dat hadden we ondertussen wel verdiend.
Stilaan de tijd uit het oog verliezend, dienden we nog vlug even, alvorens het sluitingsuur, de Mairie te bezoeken, teneinde een volgende stempel in het boekje te verkrijgen. Nadien konden we nog even terecht in een Boulangerie-Patisserie ernaast, voor de aanschaf van ditmaal een artisanale baguette en enkele sneden ham. Nadien werd het dan ook de hoogste tijd om verder te wandelen, we hadden nog een hele weg af te leggen, tot ons onderkomen voor de komende nacht. We verlieten dan ook het dorpsplein via de D14, de Rue de Reims, tiens, hoorden we daar plots een belletje rinkelen? Echter, vrijwel onmiddellijk volgden we een smal, sterk stijgend steegje ter hoogte van het huis nr. 2, de Ruelle la Ciré, naar de top van de nabijgelegen heuvel, alwaar zich de Chapelle Saint-Berthauld bevindt. Volgens een plaatselijke wegwijzer zelfs, Ermitage du Mont Saint Berthauld. Het was geen lachertje om de wandelkar naar boven te krijgen, maar uiteindelijk werden we even later beloond voor de geleverde moeite. We kregen er een pracht van een kapel te zien, ter ere van Berthauld, een voormalig kluizenaar die op de heuvel woonde. Na enkele foto’s te hebben genomen, daalden we naar rechts af, ditmaal via de Rue de l’Eglise, richting D202, eveneens Rue de Reims. Veilig beneden gekomen, volgden we de D202 naar rechts, tot aan het even verder gelegen kerkhof van Chaumont-Porcien.
Aldaar verlieten we de openbare weg en volgden we een veldweg, langsheen het rechts gelegen kerkhof. Het onverharde pad kronkelde ook hier tussen uitgestrekte akkers. We kruisten het riviertje Le Jarin en wandelden verder tot aan een kruispunt van veldwegen. Nog steeds in dezelfde richting verder stappend, begonnen we aan een lange beklimming naar het hoger gelegen bos, Le Bois des Indiens. Ook hier opnieuw veel hooirollen, klaar om te worden opgehaald. Het grindpad bleef maar aan hoogte winnen, tot we uiteindelijk een tweetal kilometer verder, het bos konden ingaan. Eenmaal in het bos, volgden we verder het kronkelende grindpad, af en toe nog wat aan hoogte winnend. We wisselden het grind voor een graspad en verlieten tot slot de boszone, om opnieuw tussen de velden aan te komen. Een eindje verderop verkregen we opnieuw grind te verwerken en meteen zagen we een eindeloze kronkelende veldweg, waarvan de hellingen elkaar opvolgden. Je zou voor minder even de moed verliezen. Alle zijwegen negerend, lukte het toch om de D114 te bereiken, ter hoogte van een grote boerderij. Enkele oude verroeste landbouwwerktuigen vormden hier het decor. Aan de overzijde van de weg, ging het nog steeds verder op een breed grindpad. Hier kwamen we terecht tussen enorme papavervelden, naar we enkele dagen later vernamen, geteeld onder streng toezicht van de overheid. De groene papaverknoppen, met daartussen ontelbare klaprozen, je kon je geen mooier onderwerp voor een schilderij voorstellen. In elk geval hebben we toch een flinke papaverknop als souvenir mee huiswaarts genomen. Tenminste toch een eerste herinnering aan ons verblijf in Remaucourt. Er zouden nog andere leuke momenten volgen, die ons nog lang zullen bijblijven.
Af en toe een kleine verandering van richting later, kwamen we terecht op een kruispunt van meerdere grindpaden, veldwegen dus, alwaar we rechts hielden in de richting van twee opvallende bomen. Nadien ging het zowat in rechte lijn naar de verder gelegen D946. Hier zouden we normaal gezien de weg kruisen en aan de overzijde verder stappen, richting Saint-Fergeux. Doch aangezien we in de nabijheid de nacht zouden doorbrengen, sloegen we op het kruispunt linksaf en volgden de gevaarlijke D946 over zowat 400 m tot aan het verder gelegen Hameau Lucquy. Eindelijk hadden we dus Remaucourt bereikt op het punt waar we de hele dag hadden naar uitgekeken; We bemerkten dan ook reeds in de verte, rechts van de weg een groep huizen, omringd door bomen. Toen we dan ook een lange veldweg aantroffen, rechts van de weg, met daarbij het bord ‘Ferme de Lucquy’, wisten we dat hier onze dagetappe zou eindigen. Naarmate we het zogeheten gehucht naderden, leek de voornaamste woning steeds groter te worden, tot we uiteindelijk bijna voor een kasteel stonden, met daar omheen enkele oude ambachtelijke kleinere woningen. Alles omheen een min of meer vierkant plein. Toen we de hoofdwoning naderden, zagen we een bejaard koppel naar buiten komen en de trap afdalen. Even later konden we dan ook kennis maken met Anne-Marie en Joseph. Ze hadden ons eigenlijk al vroeger verwacht, maar dat was geen enkel probleem, het eten stond al klaar.
We konden dan ook het riante gebouw betreden en
verkregen een kamer op de eerste verdieping. Vlug werd het materiaal naar boven
gebracht, waarna we even later in de eetzaal terecht konden voor een lekkere
maaltijd. Koude pasta, bereid met kaas, ham en tomaten, gevolgd door brood met
uiteraard de ondertussen bekende Franse kaasschotel en tot slot een ferm stuk
eigengemaakte rabarbertaart met een glaasje rode wijn... het is niet elke dag
zo geweest en het zou zowaar ook niet elke avond zo zijn. Na nog een tijdje te
hebben gepraat met het gastgezin, vooral over het verleden van de familie en de
geschiedenis van de boerderij, konden we op de tweede etage terecht voor een
zalige douche, waarna we toch nood hadden om even het oude familiebed op te zoeken.
Net als twee edellieden, genoten we toch van de speciale sfeer uitgaande van
deze oude woonst, waar reeds vele generaties hadden gewoond, geleefd en
gewerkt. Uiteraard met oprechte dank aan Anne-Marie en Joseph voor deze
prachtige ontvangst en vooral hun gastvrijheid. Uiteindelijk bleek deze
dagetappe goed te zijn geweest voor 30,072 km, 40097 stappen, 1441,9 cal in een
tijd van 07.24.58 uur. Onze belevenissen ten huize Lucquy zouden de volgende
dag nog een vervolg krijgen, maar dat is een ander verhaal.”
zaterdag 29 augustus 2020
336: Sint-Goriks-Oudenhove, Zaterdag 25 april 2015, 22,3 km. (6842,729 km.)
maandag 20 juli 2020
313: Ronse, Zaterdag 04 oktober 2014, 22,824 km. (6396,308 km.)
woensdag 17 juni 2020
289: Gontrode, Zaterdag 15 maart 2014, 21,9 km. (5811,179 km.)
“Vandaag volgden we nogmaals het traject van een wandeling, beschreven in de ‘Stationsstapper’. Ditmaal opteerden we voor een wandeltocht van 21,9 km met vertrek aan het station van Gontrode en aankomst aan het station van Munkzwalm. ’s Ochtends reden we dan ook naar het station van Zottegem, vermits we aldaar verbinding hadden per spoor, naar zowel de start- als aankomstplaats. Omwille van de aanwezigheid van een blauwe zone ter hoogte van het station van Zottegem, dienden we ons voertuig een eindje verderop te parkeren. Omstreeks kwart na negen zouden we de trein nemen naar Gontrode, doch de dag begon al meteen met een half uur vertraging, omwille van werkzaamheden en verkeer op enkel spoor. Dan maar een beetje wachten op het perron en nadien in de trein. Het weer was eerder grijs en een koude wind blies uit een onaangename richting. Nochtans deed de zon moeite om doorheen de wolken te breken. Uiteindelijk spoorden we dan toch richting Gontrode, alwaar we even later aankwamen en aan de wandeling konden beginnen.
We wandelden over de overweg en sloegen linksaf, om een betonwegje te volgen, juist naast de sporen gelegen. Een tweetal bochten verder bereikten we de Meersstraat en kregen daar aansluiting op de GR122 Scheldeland. We konden dus vanaf nu, tot zowat het einde van de tocht ons oriënteren op de wit-rode tekens van dit GR-pad. Onze tocht verliep nu langsheen een rustige landelijke weg, met natuurlijk links en rechts van de rijbaan uitgestrekte velden, weilanden en af en toe een alleenstaande boerderij. Gelukkig hadden we de wind niet volledig in het nadeel en dat maakte natuurlijk een groot verschil. Een voederbak en een tweetal knotwilgen doorbraken even de eentonigheid van deze akkers, nog grotendeels in winterslaap. Toch konden we hier en daar reeds wat kleur bemerken, vooral dan omwille van de aanwezigheid van koolzaad. Even later bereikten we de Landskoutersesteenweg, welke we over korte afstand naar links volgden tot aan de volgende zijstraat rechts, het Zonneveld. Hier bevonden we ons gedurende korte tijd op de Rodeland route 1 (een fietsomloop van 48 km).
Alhoewel, voorlopig kregen we de zon niet te zien. Het ging nog even scherp naar links, om dan een kleine kilometer te wandelen tot aan de Kloosterstraat, alwaar we rechtsaf sloegen naar de kerk van Moortsele. Daar hoopten we immers in de omgeving even een kopje koffie te nuttige in café ’t Neerhof. Korte tijd later echter stonden we voor een gesloten deur, wegens pas geopend vanaf 16 uur. Niet naar de zin van wandelmaatje. We namen dan maar gebruik van een picknicktafel er tegenover om even een broodje te nuttigen. We trokken terug op pad en lieten de kerk van Moortsele links, om verder te wandelen richting rechts gelegen Kasteelstraat. Zo kwamen we langsheen een overstromingsgebied, alwaar af en toe het water dient te worden opgevangen van de Molenbeek en de Kerkesbeek. Een huisje met trapgevel, genoemd het ‘Fazantenhuisje’ bleek een volgende bezienswaardigheid op weg doorheen de Kasteelstraat. Het ging vervolgens rechtsaf de Rattepas in, waar we zicht kregen op één bunker, welke voorheen deel had uitgemaakt van het ‘Bruggenhoofd Gent’.
Vervolgens bereikten we de Rollebaan, een asfaltweg, welke overging in een veldweg. Eindelijk autovrij wandelen zouden we zeggen. We liepen er enigszins hogerop dan de omliggende velden en dat maakte dat de wind hier duidelijker voelbaar was. Nochtans kregen we af en toe een straaltje zon te zien en dat was toch al iets. Min of meer een kilometer verder bereikten we opnieuw de openbare weg, de Asselkouter, die we echter slechts over een tweetal bochten dienden te volgen. Immers in de tweede bocht ging het voor ons rechtdoor via de Cristoforuswegel, een smal aarden paadje, dat ons zou leiden tot aan de kerk van Munte. Op de Asselkouter maakten we even kennis met de Asselkouter Wandelroute. Onze hoop was gevestigd op de volgende horecazaak, met name ‘Afspanning Oud Munte’ tegenover de kerk. Uiteindelijk bereikten we de dorpskern van Munte en ja… het café was geopend. Tijd voor een kopje koffie dus en een sanitaire stop. Vooraf bekeken we echter de GR-wandelboom op het plein, welke de diverse richtingen aangaf van de GR122, met name Hulst (Nl) en Doornik. Maar zover zouden we vandaag evenwel niet wandelen.
Na deze welgekomen pauze, vervolgden we onze weg. We verlieten de dorpskom van Munte richting Baaigem. We wandelden vooreerst via een kasseiweg, welke al heel vlug veranderde in een veldweg. We kregen afwisselend een drukke betonweg en opnieuw een rustige veldweg, tot we stilaan zicht kregen op de Prinsenmolen van Baaigem. Op weg daarheen verwerkten we nog een stukje van de Valeirroute, een fietstraject van zowat 42 km. Eenmaal de molen voorbij volgden enkele graspaden, rustige veldwegen en smalle betonwegjes elkaar op, tot we zowat drie kilometer verder de dorpskom van Dikkelvenne bereikten. Ook hier was een zogeheten stop gepland in café ‘De Betoverde Maan’. Jammer genoeg stonden we voor een gesloten deur, wegens overnemer gezocht. Dan maar enigszins teleurgesteld verder op weg. Een grindpad juist voor de dorpskom van Dikkelvenne, gevolgd door een smalle wegel leidde ons naar het grondgebied van Meilegem. Onderweg daarheen kregen we heel wat aanwijzingen te zien met betrekking tot wandel- en fietsroutes, met name: de Scheldevalleiroute, de LF 30 Schelde-Deltaroute, de Milieuroute (50 km) en tot slot de Watermolenroute.
Vervolgens aangekomen ter hoogte van het Provinciaal natuureducatief centrum De Kaaihoeve, vonden we een zitbank om even te pauzeren, iets te eten en te drinken. We bevonden ons dichtbij de Oude Schelde. Even later volgden we de oever verder, teneinde Nederzwalm binnen te treden. Enkele smalle wandelpaden en een stukje betegelde kerkwegel gingen in de richting van de kerk van Sint-Maria-Latem. Zoals algemeen geweten, driemaal is scheepsrecht. Immers, café ’t Spaans Hof in Sint-Maria-Latem was gesloten, wegens ‘te huur’, alweer tot groot ongenoegen van maatje. Restte niets anders dan verder te stappen, in de hoop alsnog een horecazaak open te vinden. Het ging dan stilaan richting verder gelegen Zwalmbeek, welke we korte tijd later bereikten. Net voor de beek dienden we een betegeld pad te volgen en bevonden we ons op de Zwalmbeek Wandelroute. Dit pad voerde ons tot aan de verder gelegen Ijzerkotmolen, ditmaal hadden we het geluk aan onze kant, de zaak was geopend. We konden er dan ook even de benen strekken en genieten van een kopje koffie. Even later ging het verder langsheen de Zwalmbeek tot we uiteindelijk het grondgebied bereikten van Munkzwalm en dit ter hoogte van de Zuidlaan.
Hier verlieten we het traject van de GR122 en sloegen rechtsaf, richting station. Vermits we aldaar nog even dienden te wachten op een trein richting Zottegem, namen we nog even de tijd voor een pauze in café De Kraai tegenover het station. Weinig later ging het per trein terug naar Zottegem en konden we even later terug huiswaarts. Alweer een wandeldag verstreken zouden we kunnen besluiten.”
zondag 31 mei 2020
264: Schorisse, Zaterdag 20 april 2013, 25,3 km. (5262,279 km.)
zondag 10 mei 2020
216: Beerlegem, Zondag 16 januari 2011, 18,4 km. (4368,516 km.)
zaterdag 11 april 2020
138: Kluisbergen, Zaterdag 16 januari 2010, 13,9 km. (2717,433 km.)
vrijdag 27 maart 2020
092: Wachtebeke, Zaterdag 20 juni 2009, 27,3 km. (1783,024 km.)
Gezien er kort voor de startdatum enkele problemen waren met het inrichten van de controleposten, diende de organisatie op het laatste moment nog enkele parcourswijzigingen door te voeren, met als gevolg dat de eerste controlepost nogal dicht bij de plaats van vertrek was gelegen. We verlieten het Cultuurcentrum en draaiden linksaf om via de ernaast gelegen school te wandelen in de richting van de kerk van Wachtebeke. Alvorens echter het dorpsplein te bereiken, dienden we naar rechts te gaan en op die manier de dorpskom van Wachtebeke te verlaten. Binnen de kortste keren waren we het centrum uit en bevonden ons al vlug middenin de vrije natuur. Het weer zat nogal mee, licht bewolkt, maar met af en toe toch de aanwezigheid van de zon. Algauw kregen we rechts van ons het gezelschap van een kleine waterweg die we volgden tot voorbij het gemaal ‘De Lange Lede’. Kort daarna mondde deze waterloop uit in de Moervaart.