Posts tonen met het label GR122. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GR122. Alle posts tonen

dinsdag 14 november 2023

567: Melle, Zaterdag 29 september 2018, 20,008 km. (11.091,991 km.)


“Reeds lang geleden, namen we deel aan een georganiseerde wandeltocht, ingericht door de wandelsportvereniging ‘Land van Rhode’. De tocht ging destijds van start ter hoogte van het College, gelegen op de Brusselsesteenweg 549 te Melle. Vooraf maakten we via het openbaar vervoer de verplaatsing naar Melle. Deze wandeling werd toen als volgt door de organisatie aangekondigd: ‘Ontdek in uw eigen tempo de schoonheid van het Land van Rhode: Kalverhage, Gontrode, proefvelden Universiteit, ILVO Lemberge, Moortsele, Landskouter, Bunkerroute, Munte, wachtbekken, Hasselkouterbos, Bakkershof, Makkegem, Heilig Geestgoed, Zink, Dries, Bottelare, Gentbos, Brouwerij Huyghe. Het Land van Rode is absoluut het verkennen waard. De tocht van 50 km is redelijk stevig maar dat wordt zoals op de andere tochten van 6 km tot 28 km ruimschoots gecompenseerd door de rust en de stilte, en door de mooie dorpjes onderweg’. Eenmaal ter plaaste konden we bemerken dat er diverse afstanden konden worden bewandeld, met name: 6, 12, 15, 18, 21, 25, 28 of 50 km.

Na de nodige inschrijvingsformaliteiten en uiteraard een hapje, konden we omstreeks 10:45 uur van start gaan voor één van de uitgepijlde tochten. Onderweg hadden we enkele controleposten, welke plaats vonden in het ILVO te Lemberge. Zo konden we even pauzeren en denken aan de inwendige mens omstreeks 12:15 en 14:15 uur. Tijdens het verloop van onze tocht bemerkten we onderweg tal van al dan niet plaatselijke wandel- of fietsroutes. Het Gondepad, de Rodelandroute 1, de GR122 (Hulst-Doornik) om op die manier tal van gemeentes te doorkruisen. We denken onder andere aan Melle, Gontrode, Merelbeke en Oosterzele. Al bij al een geslaagde 19de Deliriumtocht, maar vooral een zonnige wandeltocht, die we afsloten na zowat 20,008 km. Vervolgens konden we terug richting station voor de aanvang van de terugreis.”

vrijdag 25 november 2022

529: Lierde, Zaterdag 24 oktober 2020, 21,95 km. (10.466,421 km.)


“Het relaas inzake een wandeltocht, beschreven in de wandelgids ‘Treinstapper 2’, met andere woorden een tocht tussen de nmbs stations van Lierde en Munkzwalm. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt via het openbaar vervoer, konden we omstreeks 10:00 uur de wandeling aanvangen ter hoogte van het station van Lierde, onder een bewolkte hemel. We verlieten de parking aan het station, om er dadelijk rechts de N8, de Steenweg op te gaan. Naast de openbare weg staat het standbeeld van ‘De Pendelaar uit Lierde vroeger’. Een beeld dat verwijst naar de vroegere Lierdenaars welke pendelden naar de koolmijnen en staalfabrieken in Wallonië. Een paar honderd meters verder kozen we rechtsaf via de Neerstraat, waar een eerste beklimming wachtte. Op het einde van de straat, gekomen aan een rotonde, draaiden we linksaf Caudenberg in. We bemerkten er de geel-rode markeringen van de Streek-GR Vlaamse Ardennen. Nog altijd wonnen we verder aan hoogte, stilaan voorbij de laatste woningen en langs velden rechts van de weg. We negeerden alle zijstraten en kozen op de Y-splitsing met Eikenmolen, de richting rechtdoor. Op het hoogste punt van de weg en tevens van Lierde (92 m), gekomen op een T-kruispunt, draaiden we haaks rechtsaf via Eikenmolen, om er voorbij de B&B Eyckenmolen te gaan. Net er voorbij begaven we ons linksaf op een smal asfaltwegje, later een aardeweg, die verliep tussen de akkers en via een lange bocht naar rechts, uitmondde op de Bontestraat.

Op deze betonbaan gingen we zowat 200 m naar links, om nadien rechts de smalle asfaltweg Assensveld op te gaan. In de eerste bocht naar links, verlieten we de weg en stapten verder rechtdoor op een grasweg langs de rand van het Kloosterbos van Sint-Maria-Oudenhove. We passeerden een oude waterpomp en volgden de hoofdweg doorheen het bos, om nadien naar links af te draaien en tenslotte het bos te verlaten, opnieuw aan Assensveld. We begaven ons op het smalle asfaltwegje een 100-tal m naar rechts, om er terug het Kloosterbos in te wandelen. We troffen er een omgevallen boom aan, de ideale plek om er omstreeks 11:00 uur even te genieten van een wandel- en eetpauze. Even later stapten we op het dalende bospad tot op een splitsing, om er links verder te dalen en uiteindelijk aan een hoeve opnieuw vaste voet te verkrijgen op Heyveld. We begaven ons rechtsaf op het smalle wegje tussen de velden en gingen voorbij een mooi kapelletje links van de weg. Het kronkelend en golvend wegje leidde voorbij de Kloosterbosstraat, waar de weg overging in Elverenberg, ondertussen deel uitmakend van Brakel. We gingen via Elverenberg tot aan de eerste zijstraat, de Vossenholstraat, om net er voorbij links een dalende veldweg te kiezen. Het pad ging tussen twee weiden door, gevolgd door een klein stukje bos, om even later via een houten brug de Zwalmbeek over te steken.

Aan de overzijde van de beek ging de wandeling over een lang vlonderpad, over het drassig land van het natuurreservaat Het Jansveld. Het aansluitend wandelpad verder bewandelend bereikten we opnieuw de openbare weg, de Zwalmbeekweg. We sloegen de weg rechts in en wandelden voorbij een paardenrenbaan, om uit te komen op de kruising met een dwars gelegen fiets-en wandelpad, het Mijnwerkerspad. We stapten aan de wandelboom naar rechts het smalle verkeersluwe wandel- en fietspad op en hadden oog voor de wit-rode tekens van de GR122. Even verder zagen we links op de Molenberg de vroegere Brouwershoeve. Op het einde gekomen van het Mijnwerkerspad, kwamen we aan het kruispunt met de N462, de Kasteeldreef, die we naar rechts opdraaiden, tot aan de brug over de Zwalmbeek. Hier zouden we links een veldweg dienen op te gaan, doch we weken even af van de route. Even verder op de Kasteeldreef bevond zich rechts van de weg het Kasteel van Lilare en het Sint-Franciscus Instituut. We wandelden even verder op de Kasteeldreef en gingen toen rechtsaf tot aan de toegangspoort van het kasteel. Na het nemen van enkele foto’s, keerden we op onze stappen terug tot aan de brug over de Zwalmbeek. Net vóór de brug gingen we dan rechtsaf een veldweg op, naast de Zwalmbeek.

Aan een bosje aangekomen, stapten we langs de bosrand omhoog. De aardeweg veranderde even verder in een kasseiweg en uiteindelijk in een verharde weg, het Rozenhoekje. Op dit dalende asfaltwegje, sloegen we net vóór het huis nr. 2 linksaf op een smal pad tussen afsluitingen, om op het einde van het pad nogmaals links de kiezen, verder langs de afsluiting van de weide. Tussen uitgestrekte weiden leidde het pad tenslotte naar huizen en achtertuintjes, om via een tegelpad tussen twee woningen, de openbare weg te betreden, de Berendries. We daalden af naar links, om op het eerste kruispunt opnieuw links te kiezen, eveneens Berendries. Ter hoogte van het huis nr. 34 verlieten we naar links de weg op een smal wandelpad, om verder af te dalen langs tuintjes en weiden tot op de Rozenhoek, waar we de asfaltweg rechtdoor opgingen. Na een lange bocht kwamen we opnieuw op het kruispunt met Berendries, om er linksaf te gaan, tot net vóór de brug over de Zwalmbeek. We gingen rechtsaf een brede veldweg op langs de oever van de Zwalmbeek. Wat verder, gekomen aan een kruispunt van wandelwegen, knooppunt 45, begaven we ons rechtsaf op een vlonderpad, om op het einde linksaf te draaien. We hielden er even halt op het einde van het vlonderpad om even te denken aan de inwendige mens omstreeks de klok van 13:25 uur. Nadien verlieten we het bos en volgden rechts de bosrand, om opnieuw aan hoogte te winnen. Na een eindje stappen ging het grindpad over in asfalt en kwamen we op de Boterhoek uit. Op het nabije kruispunt ging het vervolgens linksaf, eveneens via Boterhoek.

Aan het wandelknooppunt 47, verlieten we de weg naar rechts op een dalende veldweg, om nadien langs prikkeldraad tussen een bos en een weide opnieuw te klimmen. Aan het volgende wandelknooppunt 48, kozen we linksaf en klommen verder tot we een smalle asfaltweg konden betreden, Klappaardlos. Deze vrij korte weg leidde naar een bredere betonbaan, Langendries, die we links opgingen. Tussen akkers en weiland volgden we deze weg tot aan de GR-wandelboom. Het café op dit kruispunt, ‘In de Zavelput’ bleek dicht. Net naast het café begaven we ons op een stijgende veldweg, nog steeds de GR122 verder bewandelend. We kwamen tenslotte uit aan de dwars gelegen Kortendries, welke we dienden te kruisen. We konden er echter even verpozen op een zitbank aan een nieuw opgericht kruisbeeld, met zicht op het lager gelegen landschap. We volgden dan aan de overzijde van Kortendries verder de stijgende veldweg, tot aan een Y-splitsing, waar we het smalste pad opgingen schuin links. Via dit smalle wandelpad daalden we af naar Sint-Goriks-Oudenhove, om er de openbare weg te betreden, de Sint-Goriksstraat, die we links volgden tot aan de Sint-Gaugericuskerk. Ook hier alweer bleek alle horeca te zijn gesloten. We stapten rechtdoor op het Kruiswaterplein links van de kerk, tot aan het huis nr. 5, om daar links een smalle wegel op te gaan. We kruisten de Smisstraat en volgden het pad verder dat tenslotte naar links draaide en uitmondde in de Slijpstraat. We begaven ons rechtsaf op de Slijpstraat.

We wandelden voorbij het links gelegen Steenland en nadien voorbij de rechts gesitueerde Molenhoek, om na ongeveer 1,5 km een picknickplaats te bereiken aan het links gelegen Mijnwerkerspad. We hielden er dan ook omstreeks 15:20 uur even een wat langere rust- en eetpauze. Na deze wandelonderbreking ging het verder op de ditmaal kronkelende Slijpstraat tot aan de Bostmolenstraat, waar we even van het parcours afweken. We gingen even links de Bostmolenstraat in tot aan de eigenlijke Bostmolen. Na het nemen van enkele foto’s ging het nog even via de Slijpstraat verder tot op het kruispunt met de Zottegemsesteenweg, de N454. We draaiden deze steenweg op naar rechts, om nadien de spoorweg over te gaan, tot aan de iets verder geleden Sint-Jozefkapel. Net er voorbij gingen we links een smal pad op dat 50 m verder uitmondde in Kleite. Net voorbij het laatste huis, ging het via een smal pad rechts al klimmend naar de hoger gelegen Kluisstraat, die we links opgingen. We passeerden de Stedelijke Begraafplaats van Zottegem en volgden op het einde de Knutsegemstraat zowat rechtdoor, vermits de linkertak, een veldweg, min of meer onbegaanbaar was omwille van de modder.

Deze smalle kronkelende weg leidde naar het kruispunt met de Paddestraat, een smalle kasseiweg, alwaar we linksaf stapten en de weg volgden tot aan de brug over de Zwalm. Net over de brug begaven we ons rechtsaf op een aardeweg, welke het verloop volgde van de waterloop. Net voorbij een zuiveringsstation eindigde het pad op de openbare weg, Bruggenhoek. We gingen rechtsaf de brug over de Zwalm over en onmiddellijk linksaf op een pad langs de andere oever van de Zwalm. Dit smalle pad leidde tenslotte tot aan de gekende Zwalmmolen aan de Rekegemstraat. Nu gingen we links de brug over, om net er voorbij aan een picknickplaats, rechtsaf verder te wandelen op het Molenpad. We gingen de Vredeskapel voorbij en arriveerden op die manier aan de N415, de Zuidlaan, ondertussen op het grondgebied van Munkzwalm. We gingen de Zuidlaan op naar links en verlieten zo het traject van de GR122. Net voorbij de Sint-Mattheuskerk, ging het rechtsaf in de Decoenestraat, om na 100 m links een fiets- en wandelpad op te gaan dat leidde naar het station van Munkzwalm. Daar aangekomen om 17:40 uur konden we mits een kleine sprint nog net de stilstaande trein halen en beginnen aan de terugreis richting Mechelen. Met dank aan de treinbegeleider die even de trein liet wachten.”

woensdag 30 september 2020

382: Parfondeval, Maandag 11 juli 2016, 30,072 km. (7783,766 km.)

“Vandaag begonnen we aan onze tweede wandelweek op weg naar de stad Reims. De dag begon dan ook met een ontbijt in de eetzaal van de Chambre d’Hôtes Le Chrétien, alwaar we het volgende kregen geserveerd: brood, confituur, kaas, yoghurt, cake, fruitsap en koffie. Wellicht heel wat producten van eigen makelij. Even later, na het inpakken van het materiaal konden we opnieuw op pad, een volgende etappe tegemoet. Het was dan ook omstreeks 08:30 uur toen we de kleine dorpskern van Parfondeval verlieten en wandelden langsheen de St.-Medardkerk. Hier konden we wel even het gebouw bekijken, uitzonderlijk stonden we eens niet voor een gesloten kerkdeur. Na dit korte bezoek, ging het naast de kerk via de Rue Principale, de D520 linksaf in de richting van Grandrieux. Amper op weg kwamen we doorheen het kleine gehucht ‘La garde de Dieu’. Of daar meer dan tien huizen stonden, dat is nog niet zo zeker. We kruisten er de D977 en kwamen opnieuw terecht op de Rue Principale. Een paar bochten later bereikten we het dorpje Grandrieux. Het grensbord met de vermelding ‘Voisins Vigilants’, deed even denken aan de voorbije dagen, waarbij ontelbare honden langsheen de wegen, elke beweging beantwoordden met geblaf. Zouden dat de buren zijn? De kleine kerk van Grandrieux dienden we niet eens te bezoeken, we stonden immers voor een gesloten toegangshek ter hoogte van het kerkhofje. Dan maar verder de D520 gevolgd naar de volgende halte, Mainbresson.

De dorpskern van Grandrieux voorbij, bereikten we opnieuw de open ruimte. Uitgestrekte weiden, met hier en daar een kleine vijver, met in de nabijheid een boerderij. Bomen als afbakening met daaronder ontelbare grazende koeien. We verlieten stilaan het Département de l’Aisne en zouden spoedig het Département des Ardennes betreden. Toen we vervolgens het riviertje La Serre kruisten en we het plaatsnaambord van Mainbresson voorbij stapten, overschreden we dan ook de scheiding tussen de departementen. We bevonden ons in de Rue Maurice Martin en volgden nu over korte afstand de D14. Eigenlijk het verlengde van de D520, doch met een nieuwe nummering wegens het overschrijden van de departementale grens. De D14 draaide naar links, richting Mainbressy, doch wij hielden rechts, de tekens van een GR-pad volgend en verlieten bijgevolg het asfalt teneinde een keienpad op te gaan, de Rue Vital Canon. Uiteindelijk maakte ook dit verharde pad een bocht naar rechts, alwaar we ditmaal rechtdoor onze weg vervolgden en een graspad begonnen te bewandelen. Het gras bleek recent te zijn gemaaid, waardoor het nogal gemakkelijk te bewandelen was. Voorlopig dienden we onze route te volgen onder een weliswaar grijze en bewolkte hemel. De zon liet het voorlopig even afweten.

We kregen een tamelijk flinke beklimming te verwerken via dit graspad, maar eenmaal op het hoogste punt, wordt men beloond met een schitterend panorama. Het pad maakte op de top van de heuvel een haakse bocht naar links en konden we langzaam afdalen naar de lager gelegen D978, de Rue Haute, in de onmiddellijke nabijheid van de dorpskern van Mainbressy. We kruisten de D978 en wandelden aan de overzijde de Rue des Chiens in, richting kerkje van Mainbressy, dat we links in de bocht konden bemerken. Ter hoogte van deze splitsing zouden we echter rechts dienen te volgen via de Rue du Faubourg. Vermits we echter reeds een tijdje op zoek waren naar een winkel voor de aankoop van dranken, tot nog toe zonder enig resultaat, wandelden we even het dorpje door, op zoek naar een bereidwillige bewoner, alwaar we eventueel zouden kunnen overgaan tot de aankoop van water. We stapten dan ook doorheen de links gelegen Rue du Faubourg, linksaf in de Rue Basse en vervolgens opnieuw linksaf in de Rue Haute. Het hoekje om dus, met als gevolg dat een bejaarde dame ons toch een tweetal flessen mineraalwater kon verschaffen aan een democratische prijs. Terug op het kruispunt van de D978 en de Rue des Chiens, konden we omstreeks 11:05 uur, na een flinke slok, terug op pad. Ditmaal rechtsaf in de Rue du Faubourg.

Na de Rue du Faubourg ging het, nog steeds de rood-witte markeringen van een GR-route volgend Le Petit Sart in naar links. Het zowat 2 km lange smalle wegje, veranderde even later in Le Chemin de Maimbressy. Tussen de velden slingerde de weg zich naar het kruispunt met de D36. Hier zouden we rechtdoor aanhouden en aan de overzijde verder wandelen via de D136B, doch even ons wandelplan nader bekeken, werd besloten eerst te zorgen voor bevoorrading en dat via een ommetje naar het links van ons gelegen dorp Rocquigny, zowat 2 km verderop. Meteen dus extra 4 km op de teller. We begonnen dan ook aan het bewandelen van de smalle kronkelende Le Chemin de Maimbressy, om zowat 2 km verder de Rue des Bas Prés te bereiken, de toegang tot de dorpskom van Rocquigny. Op het einde ging het naar links en bereikten we de Place Jean Mermoz, ter hoogte van de kerk en de mairie, weliswaar beide gesloten. Links van het plein echter konden we even verpozen op het terras van bar Le Saint Christophe en er tevens overgaan tot de aankoop van drank. Gelet op het ondertussen reeds geworden middaguur, namen we vervolgens nog even een lunchpauze op het grasplein tegenover de Mairie, om nadien te beginnen aan de lange terugweg, richting kruispunt van de D36 en de D136B. Twee kilometer langsheen hetzelfde wegje dus.

Uiteindelijk bereikten we omstreeks 13:00 uur de plaats, waar we een uur voorheen waren aangekomen en konden we onze weg vervolgen via ditmaal de D136B, richting La Hardoye. Stilaan opnieuw aan hoogte winnend, wandelden we langsheen de D136B, alwaar we heel wat bijval verkregen van de paarden in de weiden. Toen we echter een deel van een koekje aanboden, werd dit gewoon genegeerd. Blijkbaar smaakte het malse gras beter, dan een stukje chocoladekoek. Dan maar verder op weg, ondanks deze mislukte poging. Heel wat bochten later, bereikten we de D337, de Rue du Pont du Château, alwaar we de D337 naar links kozen. Wat verderop, ter hoogte van de Place de la Liberté, verlieten we opnieuw de D337 en wandelden rechtsaf richting kerk van La Hardoye, via de Rue Jean Brosse. Weinige ogenblikken later konden we, via de Rue de Eglise, de église St. Urbain even bekijken van buitenaf, vermits een gesloten hek ons de toegang versperde. Onze klok wees aan dat het ondertussen kwart na twee in de namiddag was geworden. Het te volgen traject volgens onze wandelgids, zou nadien verder gaan via een pad naast de kerk, voorzien van GR-tekens. Vermits er echter onduidelijkheid was inzake de te volgen weg, aarzelden we even ter hoogte van het kerkgebouw. Een bewoner van het huis, tegenover de kerk, kwam ons echter te hulp. Bleek dat het oude pad niet meer volledig begaanbaar was en een eindje verderop gewoon eindigde tussen de velden. Volgens de man dienden we terug te keren tot het voorgaande kruispunt en daar gewoon naar rechts de Rue Haute te volgen. We zouden uiteindelijk het punt ontmoeten, waar het vroegere pad op de Rue Haute uitmondde.

We keerden dus op onze stappen terug in de Rue de l’Eglise, om vervolgens, ter hoogte van het punt waar we voorheen van links waren gekomen, nu rechts te houden en de Rue Haute te volgen. Zoals de naam al min of meer liet vermoeden, het ging inderdaad de hoogte in. De asfaltweg liet niets aan het toeval over en stilaan zagen we rechts de huizen verdwijnen in het dal. Nog altijd onder een bewolkte hemel, met af en toe wat zonneschijn, kregen we opnieuw schitterende vergezichten. Het glooiende landschap liet ook nu alweer uitgestrekte graanvelden zien, af en toe afgewisseld met weiland. Op een hoger punt van de weg gekomen, liet dit uiteraard toe, kilometers ver de omgeving te kunnen bekijken. Een opvallende aanwezige in het landschap, de enorme rollen hooi. Stilaan raakten we het asfalt van de kronkelende Rue Haute kwijt en kregen we een vervolg van de tocht op een weliswaar breed, nagenoeg recht grindpad. We wandelden dan ook voorbij een wandelpaal, waaruit we konden afleiden dat we de GR122 volgden en dat Chaumont-Porcien nog zowat 2,8 km verwijderd was. Maar meer nog, dat we ons bevonden op Les Crêtes Préardennaises. Bij het bereiken van het grindpad hadden we ditmaal het voordeel, het ging in dalende lijn richting Chaumont-Porcien. In de verte zagen we reeds een hoge zendmast verschijnen, het volgende richtpunt op onze wandelweg.

Opnieuw omgeven door prachtige dalen, met daarin grazende koeien, vorderden we gestaag tot aan de zendmast. Links van de weg enkele bewonderende blikken van een koe en een zogend kalf, in een opvallend donkere bruine kleur. Eenmaal de zendmast bereikt, omstreeks 15:25 uur, konden we het grind vaarwel zeggen en kregen opnieuw asfalt onder de schoenzolen. We nuttigden er ter plaatse dan ook zowat ons laatste brood, met nog een restje confituur van de ochtend en goten het laatste water naar binnen. Immers, op slechts een boogscheut van de volgende stopplaats, hoefden we niet langer zuinig te zijn. Terug op weg, draaide de weg voorbij de zendmast naar rechts en ging in sterk dalende zin, richting dorpskern. Vrijwel onmiddellijk zagen we links beneden de eerste huizen en vooral de kerk verschijnen. Na een haarspeldbocht naar links bereikten we de Rue de la Pisselotte, welke we volgden tot op het kruispunt met de D2, de Petite Rue. Aldaar ging het rechtsaf en meteen bereikten we het plein ter hoogte van de église Sainte-Croix. Een rustig plein, voorzien van een mooi oorlogsmonument en met in de nabijheid de plaatselijke Mairie. Tegenover de Mairie vonden we een geopend café, met enkele tafeltjes en stoeltjes in open lucht, koffiepauze dus. Het was ondertussen 15:55 uur geworden en in café Le Commerce, werd het nagenoeg een dubbele portie koffie. Dat hadden we ondertussen wel verdiend.

Stilaan de tijd uit het oog verliezend, dienden we nog vlug even, alvorens het sluitingsuur, de Mairie te bezoeken, teneinde een volgende stempel in het boekje te verkrijgen. Nadien konden we nog even terecht in een Boulangerie-Patisserie ernaast, voor de aanschaf van ditmaal een artisanale baguette en enkele sneden ham. Nadien werd het dan ook de hoogste tijd om verder te wandelen, we hadden nog een hele weg af te leggen, tot ons onderkomen voor de komende nacht. We verlieten dan ook het dorpsplein via de D14, de Rue de Reims, tiens, hoorden we daar plots een belletje rinkelen? Echter, vrijwel onmiddellijk volgden we een smal, sterk stijgend steegje ter hoogte van het huis nr. 2, de Ruelle la Ciré, naar de top van de nabijgelegen heuvel, alwaar zich de Chapelle Saint-Berthauld bevindt. Volgens een plaatselijke wegwijzer zelfs, Ermitage du Mont Saint Berthauld. Het was geen lachertje om de wandelkar naar boven te krijgen, maar uiteindelijk werden we even later beloond voor de geleverde moeite. We kregen er een pracht van een kapel te zien, ter ere van Berthauld, een voormalig kluizenaar die op de heuvel woonde. Na enkele foto’s te hebben genomen, daalden we naar rechts af, ditmaal via de Rue de l’Eglise, richting D202, eveneens Rue de Reims. Veilig beneden gekomen, volgden we de D202 naar rechts, tot aan het even verder gelegen kerkhof van Chaumont-Porcien.

Aldaar verlieten we de openbare weg en volgden we een veldweg, langsheen het rechts gelegen kerkhof. Het onverharde pad kronkelde ook hier tussen uitgestrekte akkers. We kruisten het riviertje Le Jarin en wandelden verder tot aan een kruispunt van veldwegen. Nog steeds in dezelfde richting verder stappend, begonnen we aan een lange beklimming naar het hoger gelegen bos, Le Bois des Indiens. Ook hier opnieuw veel hooirollen, klaar om te worden opgehaald. Het grindpad bleef maar aan hoogte winnen, tot we uiteindelijk een tweetal kilometer verder, het bos konden ingaan. Eenmaal in het bos, volgden we verder het kronkelende grindpad, af en toe nog wat aan hoogte winnend. We wisselden het grind voor een graspad en verlieten tot slot de boszone, om opnieuw tussen de velden aan te komen. Een eindje verderop verkregen we opnieuw grind te verwerken en meteen zagen we een eindeloze kronkelende veldweg, waarvan de hellingen elkaar opvolgden. Je zou voor minder even de moed verliezen. Alle zijwegen negerend, lukte het toch om de D114 te bereiken, ter hoogte van een grote boerderij. Enkele oude verroeste landbouwwerktuigen vormden hier het decor. Aan de overzijde van de weg, ging het nog steeds verder op een breed grindpad. Hier kwamen we terecht tussen enorme papavervelden, naar we enkele dagen later vernamen, geteeld onder streng toezicht van de overheid. De groene papaverknoppen, met daartussen ontelbare klaprozen, je kon je geen mooier onderwerp voor een schilderij voorstellen. In elk geval hebben we toch een flinke papaverknop als souvenir mee huiswaarts genomen. Tenminste toch een eerste herinnering aan ons verblijf in Remaucourt. Er zouden nog andere leuke momenten volgen, die ons nog lang zullen bijblijven.

Af en toe een kleine verandering van richting later, kwamen we terecht op een kruispunt van meerdere grindpaden, veldwegen dus, alwaar we rechts hielden in de richting van twee opvallende bomen. Nadien ging het zowat in rechte lijn naar de verder gelegen D946. Hier zouden we normaal gezien de weg kruisen en aan de overzijde verder stappen, richting Saint-Fergeux. Doch aangezien we in de nabijheid de nacht zouden doorbrengen, sloegen we op het kruispunt linksaf en volgden de gevaarlijke D946 over zowat 400 m tot aan het verder gelegen Hameau Lucquy. Eindelijk hadden we dus Remaucourt bereikt op het punt waar we de hele dag hadden naar uitgekeken; We bemerkten dan ook reeds in de verte, rechts van de weg een groep huizen, omringd door bomen. Toen we dan ook een lange veldweg aantroffen, rechts van de weg, met daarbij het bord ‘Ferme de Lucquy’, wisten we dat hier onze dagetappe zou eindigen. Naarmate we het zogeheten gehucht naderden, leek de voornaamste woning steeds groter te worden, tot we uiteindelijk bijna voor een kasteel stonden, met daar omheen enkele oude ambachtelijke kleinere woningen. Alles omheen een min of meer vierkant plein. Toen we de hoofdwoning naderden, zagen we een bejaard koppel naar buiten komen en de trap afdalen. Even later konden we dan ook kennis maken met Anne-Marie en Joseph. Ze hadden ons eigenlijk al vroeger verwacht, maar dat was geen enkel probleem, het eten stond al klaar.

We konden dan ook het riante gebouw betreden en verkregen een kamer op de eerste verdieping. Vlug werd het materiaal naar boven gebracht, waarna we even later in de eetzaal terecht konden voor een lekkere maaltijd. Koude pasta, bereid met kaas, ham en tomaten, gevolgd door brood met uiteraard de ondertussen bekende Franse kaasschotel en tot slot een ferm stuk eigengemaakte rabarbertaart met een glaasje rode wijn... het is niet elke dag zo geweest en het zou zowaar ook niet elke avond zo zijn. Na nog een tijdje te hebben gepraat met het gastgezin, vooral over het verleden van de familie en de geschiedenis van de boerderij, konden we op de tweede etage terecht voor een zalige douche, waarna we toch nood hadden om even het oude familiebed op te zoeken. Net als twee edellieden, genoten we toch van de speciale sfeer uitgaande van deze oude woonst, waar reeds vele generaties hadden gewoond, geleefd en gewerkt. Uiteraard met oprechte dank aan Anne-Marie en Joseph voor deze prachtige ontvangst en vooral hun gastvrijheid. Uiteindelijk bleek deze dagetappe goed te zijn geweest voor 30,072 km, 40097 stappen, 1441,9 cal in een tijd van 07.24.58 uur. Onze belevenissen ten huize Lucquy zouden de volgende dag nog een vervolg krijgen, maar dat is een ander verhaal.”

zaterdag 29 augustus 2020

336: Sint-Goriks-Oudenhove, Zaterdag 25 april 2015, 22,3 km. (6842,729 km.)



“Een wandeltocht, beschreven in de Dagstappergids Oost-Vlaanderen 2, met start en aankomst in Sint-Goriks-Oudenhove. In de wandelgids verkreeg deze tocht als titel: ‘Langs de watermolens van de Zwalm’. De totale wandelafstand bedraagt 22,3 km en gaat van start ter hoogte van het Kruiswaterplein. We vonden er voldoende parkeerplaats en konden na een hapje ter plaatse alvast uitkijken naar een aangename tocht langsheen tal van watermolens. We gingen dus van start op het reeds vermelde plein en konden ons richtten op de wit-rode markeringen van de GR122, via de Sint-Goriksstraat. Net voor het eerste huis rechts, wonnen we aan hoogte via een veldweg rechts. We verkregen schitterende vergezichten en hielden dezelfde richting aan waar enkele veldwegen samen kwamen. Via een bredere weg kwamen we aan een wandelboom, om er afscheid te nemen van de GR122, doch tezelfdertijd de rood-gele tekens te volgen van de Streek-GR Vlaamse Ardennen. Bijgevolg wandelden we schuin rechts verder, om even later een verhard fietspad te dwarsen en aan te komen op de Wolvenhoek. Na een tweetal bochten, leidde een smal paadje ons doorheen een bosje. Een kronkelend pad liet ons een brugje oversteken, waarna we een asfaltweg bereikten, die we naar links opgingen. Zowat 500 m verder gingen het rechtsaf en in stijgende lijn naar de kerk van Rozebeke.

Net voor de kerk ging het naar rechts in de Sint-Annastraat, we verlieten er de rood-gele tekens van de Streek-GR Vlaamse Ardennen. We begaven ons nadien in de dalende Kamperstraat rechts, tot aan een driesprong om vervolgens verder te wandelen naar links, langsheen de bosrand. Een bocht later vervolgden we onze wandeling in de links gelegen Groenstraat en arriveerden in Roborst. Langs de dalende Machelgemstraat kwamen we tot bij de Bostmolen. Na het bekijken van dit bouwwerk stapten we rechts het brugje over tot aan de volgende T-splitsing. We troffen er opnieuw de rood-witte tekens aan van de GR122, welke ons links de Slijpstraat lieten ingaan. We kwamen aan de drukke N454, welke we over korte afstand naar rechts volgden, voorbij de spoorweg en tot aan een kapelletje. Daar ging het linksaf op een smal paadje, tot aan het pand met nr. 25, om er rechts een stijgend wegje op te gaan. Even later ging het bij het bereiken van een betonweg linksaf, voorbij het kerkhof van Zottegem tot op een T-kruising. Via een veldweg links, trokken we later doorheen een stukje bos via een dalend en moeilijk begaanbaar pad. Beneden aangekomen, staken we de Zwalm over en kwamen op een asfaltweg uit, welke we naar rechts opgingen.

Een volgende T-kruising gebood ons opnieuw rechts te kiezen en te wandelen langs de rand van een links gelegen bosgebied. Ter hoogte gekomen van de brug over de Zwalm, ging het voor de brug linksaf op een veldweg tussen het bos en het water, waarna we een waterzuiveringsstation aantroffen. Via een volgend brugje stapten we verder aan de overzijde van de Zwalm op een tegelpad en bereikten zo de Zwalmmolen. We overschreden nogmaals de beek, om dan rechts het Molenpad te kiezen, net voorbij een gedenksteen ter ere van Omer Wattez. Even later kwamen we aan de N416, om er definitief afscheid te nemen van de rood-witte tekens van de GR122. In stijgende lijn ging het over korte afstand naar rechts, tot nagenoeg op de top van de helling, om dan rechts de dalende Krekelstraat in te wandelen. Zowat 500 m verder ging het opnieuw linksaf op een stijgende betonweg, om daar op het einde rechts aan te houden in de richting van een alleenstaande boom. Steeds rechtdoor aanhoudend kwamen we aan de Pedemolen.

Steeds verder dezelfde richting volgend, bevonden we ons opnieuw op het grondgebied van Zottegem, om daar rechts de Ruddershovestraat in te draaien. Deze bracht ons uiteindelijk in de Paddestraat, bekend uit de Ronde van Vlaanderen. Een kruispunt verder ging het linksaf in de Knutsegemstraat om dan opnieuw aan hoogte te winnen tot op een T-kruising, waar we vroeger op de dag reeds waren langs gekomen. Ditmaal ging het via een betonweg naar links, om ongeveer 150 m verder opnieuw links te kiezen voor een veldweg richting draaihekje. We betraden een stukje bos alwaar de Molenbeek werd overschreden en we de aanwijzingen aantroffen inzake het lokale Jan de Lichtepad. We stapten dan ook over zowat 700 m langs dit wandelpad, om nadien het bos te verlaten via een tweede draaihekje. Door middel van een betonweg naar links kwamen we ter hoogte van het Psychiatrisch Ziekenhuis van Velzeke, even later opnieuw in de bekende Paddestraat. Ditmaal ging het over de kasseien naar rechts en bereikten we het Provinciaal Acheologisch Museum PAMZOV, alwaar zich een monument bevindt ter ere van de Ronde van Vlaanderen. Op korte afstand daar vandaan kwamen we op het Romeins Plein met het standbeeld van Julius Caesar.

We staken het plein over en gingen verder in de Kerklandstraat, steeds in dezelfde richting. Onze wandeling passeerde het jeugdcentrum De Populier waarna we aankwamen in de Blarenhoek. Op het einde van de straat ging het in de rechts gelegen Velzekestraat, tot we een brug aantroffen, tevens de startplaats van het Jan de Lichtepad. We volgden naar rechts dit pad om dan omheen het wachtbekken Bettelhovebeek te wandelen. Nog steeds het Jan de Lichtepad bewandelend, kwamen we geruime tijd later aan de N454 in Strijpen. Aan de overzijde ging het dalend verder tot bij de Van Den Borres watermolen, om dan de spoorweg te bereiken. Via een brug overschreden we de spoorweg om links de Krommestraat in te gaan. Nagenoeg 300 m verder leidde een veldweg rechts ons in de richting van de eerste huizen van Sint-Goriks-Oudenhove. We stegen naar de kerk toe om opnieuw het Kruiswaterplein te bereiken, meteen het einde van een aangename wandeltocht, langs tal van watermolens.”

maandag 20 juli 2020

313: Ronse, Zaterdag 04 oktober 2014, 22,824 km. (6396,308 km.)



“Een wandeltocht, beschreven in de Dagstappergids Oost-Vlaanderen 2 met start in Ronse. Deze wandeling kreeg als titel: ‘Wandeling op en rond de taalgrens, in de Vlaamse Ardennen’. De aanbevolen vertrekplaats bevond zich ter hoogte van de jeugdherberg De Fiertel. De totale wandelafstand bedroeg 21,2 km, waarbij tijdens het verloop van de tocht een gedeelte zou worden gevolgd van de GR122, de GR5A en de Streek-GR Vlaamse Ardennen. Na een autorit richting Ronse, een laattijdig ontbijt ter plaatse, konden we van start gaan, voorzien van een blauwe hemel en behoorlijk wat zonneschijn. We verlieten dan ook de parking aan de jeugdherberg De Fiertel, om af te dalen richting kapel van Loreto. Op het kruispunt in de nabijheid daarvan, gingen we naar rechts. We bevonden ons toen reeds op het traject van de GR5A, de GR122 en volgden tevens een lokale fietsroute, de Hermes Route van 40 km. Langzaam wonnen we opnieuw aan hoogte om rechts de Trogstraat in te gaan, vooreerst een asfaltweg, later een aardeweg. Een tweetal boerderijen verder ging het opnieuw naar rechts, tot aan het chalet Boekzitting. Nogmaals gingen we rechtsaf tot aan een wandelboom, alwaar we voorlopig afscheid namen van de wit-rode GR-tekens. Via de dalende Sint-Pietersbosstraat kwamen we ter hoogte van de N454, om vervolgens aan de overzijde een dalende kasseiweg in te gaan.

Na een bocht naar rechts, betraden we een stukje bosgebied, om door middel van een kronkelend pad doorheen het bos te wandelen. Ter hoogte van een T-kruising hielden we links aan, richting wandelknooppunt 38. Korte tijd later verlieten we het bosje en bereikten een asfaltweg, alwaar we links afdraaiden. Weinige meters verders stapten we rechts een veldweg op naast een voetbalveld. We kregen er de geel-rode markeringen van de Streek-GR Vlaamse Ardennen te zien, waarvan we het traject over zowat 5 km zouden volgen. We gingen richting wandelknooppunt 40 om ter hoogte van een kapel, terug de N454 aan te treffen. Ditmaal ging het aan de overzijde de Gielestraat in, nog altijd in de richting van het reeds vermelde knooppunt 40. Onderweg stapten we een tijdje op de lokale Omer Wattez Wandelroute om tenslotte te arriveren aan de ingang van het bos Terrijst. We draaiden linksaf om te bos in te gaan, voorbij een slagboom tot aan het grote infobord betreffende het bos Terrijst. Daar kozen we de richting van het wandelknooppunt 23, via een brede bosweg die we over zowat 1 km zouden bewandelen. Eenmaal voorbij een volgende slagboom maakten we een bocht naar rechts om te komen aan een brede betonweg. Over korte afstand volgden we die weg naar links.

Aan de overzijde, ter hoogte van een kapelletje namen we een zijstraat rechts, die ons leidde tot aan een uitzichtpunt, het Bosgat. We wonnen nog wat aan hoogte tot een haakse bocht naar rechts, waar we afscheid namen van de rood-gele markeringen van de Streek-GR Vlaamse Ardennen. We gingen rechtsaf, staken een kruispunt over en vervolgden onze tocht doorheen een doodlopende straat, welke overging in een veldweg. Ter hoogte van een aldaar gelegen boerderij dienden we te gaan in de richting van het wandelknooppunt 25. De veldweg liet ons wandelen langs het kasteel te Wolfskerke en Hof te Wolfskerke. Inmiddels was de veldweg opnieuw verhard, welke we verder naar rechts indraaiden. We bevonden ons daar op een gedeelte van het plaatselijke Sigelshempad alsook de Zwalmbronnen Wandelroute. We hielden voorlopig de aanduidingen naar het wandelknooppunt 33 in het oog, even later gevolgd door wandelknooppunt 51. Zo bereikten we even later de drukke N48. Aan de overzijde ging het verder via een dalende veldweg naast een rij struiken en later langsheen de rand van het Brakelbos. Zowat 800 m verder sloegen we rechtsaf het Brakelbos in voorbij een slagboom, om twee bruggetjes verder een wandelboom te bereiken.

Dit was dan ook het punt, vanaf waar we nu het gezamelijke traject zouden volgen van de GR5A, de GR122 en de Streek-GR Vlaamse Ardennen. Het begon in een lange brede bosweg doorheen het Brakelbos naar de top van de heuvel. Net alvorens de top te bereiken dienden we links af te slaan en op de volgende T-splitsing rechtsaf. We gingen voorbij een volgende slagboom om ter hoogte van een afsluiting rechts te houden en aan te komen aan de kapel in het gehucht La Houppe. Ondertussen waren we toe aan een sanitaire pauze en uiteraard een verfrissing, dus hielden we even halt in Chalet Gerard aan de overzijde van de straat. Na deze verdiende rustpauze, stapten we naast Chalet Gerard al klimmend het bos in. We kregen een holle weg te verwerken, om even verder het bosgebied te verlaten op een grindpad. Net voor een voetbalveld troffen we links een asfaltweg aan welke leidde naar een radartoren. Even voor we een tweede radartoren bereikten ging het via een sterk dalende holle weg naar links. Beneden aangekomen wandelden we verder langs de bosrand om tenslotte aan te komen tussen de huizen van het gehucht Queneau.

Eenmaal op de N520, gingen we even naar rechts, om wat verder de eerste veldweg rechts in te gaan. Een kruispunt verder kozen we een veldweg naar links, alwaar we via een bosweg afdaalden naar een beekje. Aan de overzijde van de beek ging het dan in stijgende lijn naar het gehucht Miclette. Zowat 400 m verder dienden we na een huis een smal aardewegje te nemen en twee poortjes te passeren, teneinde op die manier te wandelen naar de verder gelegen N48. Aan de overzijde van deze drukke weg, ging het via een stijgende veldweg rechtdoor naar het gehucht Breucq, terwijl we ons bevonden op de Muziekbos Wandelroute. In het gehucht kozen we andermaal links een kronkelende weg, welke we volgden tot de tweede bocht naar links. Daar verlieten we de weg om een paadje tussen twee huizen in te gaan naar de jeugdherberg De Fiertel. Zo kwam dan ook een einde aan een dagje Vlaamse Ardennen. We eindigden de tocht na 30432 stappen en een gewandelde afstand van 22,824 km.”

woensdag 17 juni 2020

289: Gontrode, Zaterdag 15 maart 2014, 21,9 km. (5811,179 km.)

“Vandaag volgden we nogmaals het traject van een wandeling, beschreven in de ‘Stationsstapper’. Ditmaal opteerden we voor een wandeltocht van 21,9 km met vertrek aan het station van Gontrode en aankomst aan het station van Munkzwalm. ’s Ochtends reden we dan ook naar het station van Zottegem, vermits we aldaar verbinding hadden per spoor, naar zowel de start- als aankomstplaats. Omwille van de aanwezigheid van een blauwe zone ter hoogte van het station van Zottegem, dienden we ons voertuig een eindje verderop te parkeren. Omstreeks kwart na negen zouden we de trein nemen naar Gontrode, doch de dag begon al meteen met een half uur vertraging, omwille van werkzaamheden en verkeer op enkel spoor. Dan maar een beetje wachten op het perron en nadien in de trein. Het weer was eerder grijs en een koude wind blies uit een onaangename richting. Nochtans deed de zon moeite om doorheen de wolken te breken. Uiteindelijk spoorden we dan toch richting Gontrode, alwaar we even later aankwamen en aan de wandeling konden beginnen.

We wandelden over de overweg en sloegen linksaf, om een betonwegje te volgen, juist naast de sporen gelegen. Een tweetal bochten verder bereikten we de Meersstraat en kregen daar aansluiting op de GR122 Scheldeland. We konden dus vanaf nu, tot zowat het einde van de tocht ons oriënteren op de wit-rode tekens van dit GR-pad. Onze tocht verliep nu langsheen een rustige landelijke weg, met natuurlijk links en rechts van de rijbaan uitgestrekte velden, weilanden en af en toe een alleenstaande boerderij. Gelukkig hadden we de wind niet volledig in het nadeel en dat maakte natuurlijk een groot verschil. Een voederbak en een tweetal knotwilgen doorbraken even de eentonigheid van deze akkers, nog grotendeels in winterslaap. Toch konden we hier en daar reeds wat kleur bemerken, vooral dan omwille van de aanwezigheid van koolzaad. Even later bereikten we de Landskoutersesteenweg, welke we over korte afstand naar links volgden tot aan de volgende zijstraat rechts, het Zonneveld. Hier bevonden we ons gedurende korte tijd op de Rodeland route 1 (een fietsomloop van 48 km).

Alhoewel, voorlopig kregen we de zon niet te zien. Het ging nog even scherp naar links, om dan een kleine kilometer te wandelen tot aan de Kloosterstraat, alwaar we rechtsaf sloegen naar de kerk van Moortsele. Daar hoopten we immers in de omgeving even een kopje koffie te nuttige in café ’t Neerhof. Korte tijd later echter stonden we voor een gesloten deur, wegens pas geopend vanaf 16 uur. Niet naar de zin van wandelmaatje. We namen dan maar gebruik van een picknicktafel er tegenover om even een broodje te nuttigen. We trokken terug op pad en lieten de kerk van Moortsele links, om verder te wandelen richting rechts gelegen Kasteelstraat. Zo kwamen we langsheen een overstromingsgebied, alwaar af en toe het water dient te worden opgevangen van de Molenbeek en de Kerkesbeek. Een huisje met trapgevel, genoemd het ‘Fazantenhuisje’ bleek een volgende bezienswaardigheid op weg doorheen de Kasteelstraat. Het ging vervolgens rechtsaf de Rattepas in, waar we zicht kregen op één bunker, welke voorheen deel had uitgemaakt van het ‘Bruggenhoofd Gent’.

Vervolgens bereikten we de Rollebaan, een asfaltweg, welke overging in een veldweg. Eindelijk autovrij wandelen zouden we zeggen. We liepen er enigszins hogerop dan de omliggende velden en dat maakte dat de wind hier duidelijker voelbaar was. Nochtans kregen we af en toe een straaltje zon te zien en dat was toch al iets. Min of meer een kilometer verder bereikten we opnieuw de openbare weg, de Asselkouter, die we echter slechts over een tweetal bochten dienden te volgen. Immers in de tweede bocht ging het voor ons rechtdoor via de Cristoforuswegel, een smal aarden paadje, dat ons zou leiden tot aan de kerk van Munte. Op de Asselkouter maakten we even kennis met de Asselkouter Wandelroute. Onze hoop was gevestigd op de volgende horecazaak, met name ‘Afspanning Oud Munte’ tegenover de kerk. Uiteindelijk bereikten we de dorpskern van Munte en ja… het café was geopend. Tijd voor een kopje koffie dus en een sanitaire stop. Vooraf bekeken we echter de GR-wandelboom op het plein, welke de diverse richtingen aangaf van de GR122, met name Hulst (Nl) en Doornik. Maar zover zouden we vandaag evenwel niet wandelen.

Na deze welgekomen pauze, vervolgden we onze weg. We verlieten de dorpskom van Munte richting Baaigem. We wandelden vooreerst via een kasseiweg, welke al heel vlug veranderde in een veldweg. We kregen afwisselend een drukke betonweg en opnieuw een rustige veldweg, tot we stilaan zicht kregen op de Prinsenmolen van Baaigem. Op weg daarheen verwerkten we nog een stukje van de Valeirroute, een fietstraject van zowat 42 km. Eenmaal de molen voorbij volgden enkele graspaden, rustige veldwegen en smalle betonwegjes elkaar op, tot we zowat drie kilometer verder de dorpskom van Dikkelvenne bereikten. Ook hier was een zogeheten stop gepland in café ‘De Betoverde Maan’. Jammer genoeg stonden we voor een gesloten deur, wegens overnemer gezocht. Dan maar enigszins teleurgesteld verder op weg. Een grindpad juist voor de dorpskom van Dikkelvenne, gevolgd door een smalle wegel leidde ons naar het grondgebied van Meilegem. Onderweg daarheen kregen we heel wat aanwijzingen te zien met betrekking tot wandel- en fietsroutes, met name: de Scheldevalleiroute, de LF 30 Schelde-Deltaroute, de Milieuroute (50 km) en tot slot de Watermolenroute.

Vervolgens aangekomen ter hoogte van het Provinciaal natuureducatief centrum De Kaaihoeve, vonden we een zitbank om even te pauzeren, iets te eten en te drinken. We bevonden ons dichtbij de Oude Schelde. Even later volgden we de oever verder, teneinde Nederzwalm binnen te treden. Enkele smalle wandelpaden en een stukje betegelde kerkwegel gingen in de richting van de kerk van Sint-Maria-Latem. Zoals algemeen geweten, driemaal is scheepsrecht. Immers, café ’t Spaans Hof in Sint-Maria-Latem was gesloten, wegens ‘te huur’, alweer tot groot ongenoegen van maatje. Restte niets anders dan verder te stappen, in de hoop alsnog een horecazaak open te vinden. Het ging dan stilaan richting verder gelegen Zwalmbeek, welke we korte tijd later bereikten. Net voor de beek dienden we een betegeld pad te volgen en bevonden we ons op de Zwalmbeek Wandelroute. Dit pad voerde ons tot aan de verder gelegen Ijzerkotmolen, ditmaal hadden we het geluk aan onze kant, de zaak was geopend. We konden er dan ook even de benen strekken en genieten van een kopje koffie. Even later ging het verder langsheen de Zwalmbeek tot we uiteindelijk het grondgebied bereikten van Munkzwalm en dit ter hoogte van de Zuidlaan.

Hier verlieten we het traject van de GR122 en sloegen rechtsaf, richting station. Vermits we aldaar nog even dienden te wachten op een trein richting Zottegem, namen we nog even de tijd voor een pauze in café De Kraai tegenover het station. Weinig later ging het per trein terug naar Zottegem en konden we even later terug huiswaarts. Alweer een wandeldag verstreken zouden we kunnen besluiten.”

zondag 31 mei 2020

264: Schorisse, Zaterdag 20 april 2013, 25,3 km. (5262,279 km.)



“Een stralend blauwe hemel, het ideale moment om de wandelschoenen aan te trekken op deze zaterdagochtend. We hadden dan ook voor deze dag een wandeling gekozen uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, met start ter hoogte van de kerk van Schorisse. De afstand van deze dagtocht bedroeg 25,3 km. In onze wandelgids werd deze trektocht omschreven als volgt: ‘Waar de Ronde van Vlaanderen geschiedenis schrijft’. Het beloofde dus een dag te worden van klimmen en dalen doorheen de Vlaamse Ardennen. Na een autorit bereikten we dan ook de plaats van vertrek in Schorisse. Na een hapje konden we op pad. Naast de plaatselijke kerk begaven we ons in de Essestraat om vrijwel dadelijk de eerste beklimming van de dag aan te vangen, naar de top van de Foreest. Naarmate we aan hoogte wonnen verkregen we een prachtig zicht op enkele heuvels van de Vlaamse Ardennen. Boven gekomen gingen het naar rechts in de Omer Wattezstraat, alwaar we ons trouwens bevonden op de gelijknamige Omer-Wattez Wandelroute. Een kruising verder daalde de weg, om de Rijststraat te bereiken.

Eenmaal beneden, kondigde zich een nieuwe beklimming aan, ditmaal via een veldweg. Op het einde van de heuvel kwamen we in de A. Odevaartstraat. Wat verder bemerkten we aan één van de woningen een gedenkplaat ter ere van Arthur Odevaert, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gearresteerd door de Gestapo en werd gefusilleerd te Oostakker in augustus 1944. In de verte zagen we de radartoren van La Houppe, een plaats waar we later tijdens de wandeling zouden komen. Op het einde van de weg bereikten we het kruispunt Bosgat, alwaar we kozen voor links. Zowat 200 m verder ging het rechtsaf, richting bos Ter Rijst. We werden dan ook uitbundig begroet door ontelbare aantallen witte boshyacinten, welke baadden in het zonlicht. Een ware streling voor het oog. In het bos zelf volgden we de hoofddreef zuidwaarts. Voorbij het bos volgde een andere bezienswaardigheid, een vervallen hoeve. Fotogeniek op zich, doch meer valt daarover dan ook niet te zeggen. We wandelden verder over een bospad voorbij de hoeve, een pad dat snel een verharde weg werd. Gekomen op een kruispunt ging het naar rechts, richting kerk van D’Hoppe (La Houppe). Aldaar kwamen we ter hoogte van de drukke N48.

We hielden er even halt om enkele foto’s te nemen van de kerk en de dichtbij gelegen Lourdesgrot. Een grot waar trouwens zich een steen bevond uit de echte grot te Lourdes. Ter hoogte van het klooster van La Houppe ging het even later over korte afstand langsheen de N48 naar links, om nadien de weg te dwarsen, richting Vloesberg-Flobecq. De weg ging een stukje doorheen het bos, waarna we de kapel van D’Hoppe bereikten, de ‘Caplette’. Vanaf nu bevonden we ons op het traject van twee Groteroutepaden, de GR122 (Zeeland-Champagne-Ardenne) en de GR5A (de Wandelronde van Vlaanderen). We volgden de wit-rode markeringen naar boven, via een brede holle weg tussen de bomen, passeerden een stortplaats en bereikten tot slot een reusachtige antenne. De kleur van de grond was er opvallend zavelkleurig. Boven ter hoogte van de radartoren ging het GR-pad linksaf en wandelden we doorheen het Pottelbergbos. Ditmaal ontelbare gele hyacinten in het bos. Naarmate we het einde van het bos hadden bereikt, kwamen we ter hoogte van de eerste woningen van de wijk Queneau.

In Queneau wandelden we verder via een paadje langs de N520, dus niet via de drukke weg. Even verder veranderde het paadje in een aardeweg en vervolgens een asfaltbaan. We dwarsten de N520 om via een pad af te dalen naar een beek. Het ging nadien richting gehucht Miclette. Onderweg hadden we reeds kunnen genieten van een rustpauze, gezeten op enkele enorme hooibalen. We bereikten de N519, welke we over korte afstand naar rechts volgden, teneinde op die manier de N48 te bereiken, de weg Ronse-Brakel. We staken de weg over om te beginnen aan een stijgende veldweg. Opnieuw konden we genieten van een prachtig panorama. We wandelden doorheen het gehucht Breucq en daalden later via een pad af naar het jeugdhuis ‘de Fiertel’. Aldaar hielden we de richting rechtdoor aan om een splitsing te naderen ter hoogte van de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette. We troffen er een wandelboom aan inzake de samenkomst van enkele GR-paden, met name de GR5A, de GR122 en GR129. We konden er de kapel bewonderen en uiteraard even genieten van een pauze in het zonnetje. Heel even ging het in dalende lijn, om nadien via de Trogstraat een felle beklimming aan te vangen, welke ons deed aankomen in de Kanariebergstraat. Rechtsaf ging het aldaar om hogerop een volgende wandelboom aan te treffen ter hoogte van de chalet Boekzitting.

Vanaf nu volgden we de GR129, om vooreerst een stukje dalend bospad te volgen langsheen prikkeldraad. Eenmaal doorheen het bos troffen we een graspad aan ter hoogte van een weide, dat ons vervolgens leidde naar de kerk van Louise-Marie. Een klein dorp genoemd naar de eerste koningin der Belgen, Louise-Marie van Orléans (1812-1850). De eerste steenlegging van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette viel samen met de eerste verjaardag van haar overlijden. Na een zonnige pauze ter hoogte van de kerk, daalden we af naar de N425, om aan de overzijde van de weg een kerkwegel aan te treffen. Na zowat 600 m deze wegel te hebben gevolgd, ging het verder rechtdoor via de weg. Uiteindelijk veranderde de weg opnieuw in een pad dat leidde naar een asfaltweg, Bosketse, alwaar we rechts dienden te gaan. Ter hoogte van het huisnummer 3, volgden we naar links nog steeds de GR129. Deze veldweg werd verderop een graspad en even later een asfaltweg tot aan de Vlaamse Ardennenweg. Via de dalende Kleistraat ging de tocht verder, tot we een veldweg bereikten die ons deed klimmen naar de top van de Taaienberg. Boven gekomen bevonden we ons in de Poesthemstraat alwaar we in de bocht zicht kregen op de beroemde kasseien.

Over de top van de Taaienberg arriveerden we in de Bossenaarstraat, om 300 m verder de GR129 te verlaten ter hoogte van een elektriciteitscabine en rechts te kiezen naar de Bossenaremolen. Voorbij deze gerestaureerde staakmolen bereikten we een kruispunt van vijf wegen, om de Bovenstraat in te gaan. De weg werd wat verder een holle weg en daalde af naar het gehucht Hokelbeke. Het ging naar links en nadien verder via de rechts gelegen Gorisveldstraat. Via de Leideveldstraat en later de Heidestraat, troffen we een oude bekende aan, de Omer Wattez wandelroute. We wandelden nu aan hoogte winnend, richting Parkstraat. We daalden vervolgens terug af naar de Molenbeek, om daar zicht te krijgen op de Kasteelmolen, een van de nog weinig werkende watermolens. Even verder kwamen we opnieuw aan ter hoogte van de N454, om rechts te kiezen, richting kerk van Schorisse, meteen het einde van een toch wel vermoeiende wandeltocht vandaag.”

zondag 10 mei 2020

216: Beerlegem, Zondag 16 januari 2011, 18,4 km. (4368,516 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 16/1/2011 – 9630 Beerlegem (Oost-Vlaanderen), Zwalm in de Winter – Viggaaltocht, 7-12-18 km. Gentbrugse Zwalmvrienden. Start: Mariaheem Sportzaal De Beekmeers. Tocht door de mooie Zwalmstreek op goed begaanbare wegen aan de voet van de Vlaamse Ardennen.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verhaal, met betrekking tot de bezienswaardigheden en belevenissen onderweg, omstreeks 19:31 uur.

“Dat er vaak ook prachtige wandelingen worden georganiseerd, dicht bij huis, dat mochten we vandaag ervaren. Deze ochtend trokken we dan ook richting Beerlegem (Zwalm), alwaar door de Gentbrugse Zwalmvrienden een wandeltocht werd ingericht onder de benaming Zwalm in de Winter. De plaats van inschrijving bevond zich in de Beekmeers, alwaar we zelfs nog in de duisternis aankwamen. We namen dan ook wat langer dan gewoonlijk de tijd om een hapje te eten en een koffie te nuttigen. Er kon worden gekozen uit een drietal afstanden, met name 7, 12 of 18 km. We opteerden voor de langste afstand en zouden hierbij onderweg tweemaal halt houden in café Klein Zwitserland, zo konden we het tenminste lezen op de rode blaadjes welke op de tafels waren gelegd. Blijkbaar diende men deze oplossing te kiezen, wegens gebrek aan medewerkers. De wandeling zou verlopen over drie afzonderlijke stukken, met name 5,8 – 6,1 en 7,1 km, met een totale afstand volgens de inrichters van 18,4 km. Wij hielden het echter bij 19 km.

Bij het verlaten van de startplaats konden we zien dat de deelnemers aan de 7 km, twee plaatselijke lussen dienden te wandelen met een controle in de startzaal. Het ging voor hen bij een eerste doortocht naar rechts, net zoals dit het geval was voor de andere afstanden. Er volgde een landelijke weg, waarbij we al onmiddellijk konden zien hoe de landerijen en weilanden nog voorzien waren van een grote hoeveelheid water. We volgden er tevens de Zwalmroute, een fietsomloop van 25 of 50 km. Korte tijd later bereikten we een Y-splitsing, waar we links aanhielden, we betraden op die manier het grondgebied van Meilegem. Bezijden de weg bemerkten we de aanduiding Heen, we zouden dus later op de dag via dezelfde weg terugkeren naar de startzaal. Wat verderop bereikten we een klein kruispunt, alwaar de wandelaars aan de 7 km zich naar rechts afsplitsten. De andere afstanden gingen over het kruispunt naar links, om aldus Nederzwalm-Hermelgem te betreden. We kregen al dadelijk de markeringen in zicht van de GR122, die we later tijdens de wandeling nog vaak zouden herkennen.

Wat later kregen we enkele molenstenen te aanschouwen, overschreden een bruggetje en volgden een tegelpad, langsheen een kleine waterloop. Dat de deelgemeenten van Zwalm niet bijzonder groot zijn, konden we ervaren, toen we even verder al Nederzwalm betraden en bijna onmiddellijk gevolgd door Sint Maria Latem. We bereikten opnieuw een landelijke weg welke ons leidde in de richting van de Zwalm zelf. Gekomen ter hoogte van deze waterloop, kregen we tal van routes en paden te zien. Vooreerst een autoroute, met name de Vlaamse Ardennenroute, de Watermolenroute, zijnde een fietsomloop van 42 km en tenslotte de 9 km lange Zwalmbeek Wandelroute, welke uiteraard het verloop van deze rivier volgde. We konden er vaststellen hoeveel kracht er uitgaat van water. De stroming was sterk en overal zagen we restafval, nagelaten als gevolg van de overstromingen van de afgelopen dagen. Het water moet hier heel hoog hebben gestaan, gelet op de schade aan de oevers.

Ter hoogte van de Zwalm sloegen we dan ook linksaf en volgden de oever van deze waterloop via een ernaast gelegen tegelpad. Zo wandelden we op de Zwalmbeek Wandelroute. Het pad kronkelde verder doorheen een uniek stukje natuur, waarbij we hier en daar zelfs door het water dienden te waden. Sommige delen van het pad stonden nog onder water. Gelukkig viel het allemaal nogal mee. Uiteindelijk bereikten we na geruime tijd het tegelpad te hebben gevolgd, de Ijzerkotmolen. We staken er de brug over om aan de andere kant een tegelpad te volgen naar het dichtbij gelegen café Klein Zwitserland. Hier in deze gezellige kroeg hadden we na 5,8 km een eerste gelegenheid om een hapje te eten en iets te drinken. Na de controle begonnen de wandelaars aan de 12 km aan hun terugweg. Wijzelf dienden hier vooreerst nog een lus te wandelen van 6,1 km. Bij een eerste vertrek vanaf de rustpost ging het bijgevolg naar links.

Een paadje leidde ons naar de nabijgelegen openbare weg en zo betraden we Munkzwalm. We begonnen dan aan een wijde bocht in deze omgeving, waarbij we ons al spoedig bevonden op het grondgebied van Sint Denijs Boekel. Overal kregen we zowat hetzelfde beeld, ondergelopen akkers en overvolle beken. Het ging langsheen het station van Sint Denijs, waarna we de drukke weg bereikten richting Zingem. Hier kregen we de aanduiding dat we ons bevonden op de Ronde van Vlaanderenroute, een fietsomloop van niet minder dan 80 km. Op weg langsheen deze druk bereden baan, kregen we tal van wielertoeristen als tegenliggend verkeer. We verlieten Sint Denijs Boekel en kwamen vervolgens opnieuw terecht op het grondgebied van Nederzwalm-Hermelgem. Gekomen aan een druk kruispunt troffen we rechts op de hoek een kapel aan, hier ging het rechtsaf en verlieten we de drukke weg, om opnieuw een rustige landelijke weg te volgen. Onderweg kregen we nu meerdere kapelletjes te zien, afgewisseld met enkele statige boerderijen. Uiteindelijk bereikten we een tijdje later opnieuw de Zwalm, een punt waar we reeds eerder op de dag waren langs gekomen.

We troffen er aan de andere kant van de waterloop opnieuw het reeds gevolgde tegelpad aan en de Zwalmbeek Wandelroute. Op die manier volgden we voor de tweede maal een gedeelte van het traject dat ons leidde naar de Ijzerkotmolen. Toen we ditmaal dit molengebouw voor de tweede maal bereikten, was de toegang vrij en konden we dus binnen een kijkje nemen. Ook hier stonden we versteld van de kracht van het water. Na deze bezienswaardigheid, ging het opnieuw naar het nabijgelegen café Klein Zwitserland, alwaar we de tweede en laatste controle van de dag hadden. We hadden nu 11,9 km afgelegd, restte ons nadien nog een laatste stukje wandelweg van 7,1 km. Na ons tweede oponthoud ging het ditmaal naar rechts, waarbij we verder het verloop volgden van de Zwalmbeek Wandelroute. Ondertussen was de bewolking verdwenen en kregen we de zon in haar volle glorie te zien. Het werd aangenamer om te wandelen.

Ook al lag het volgende stukje tegelpad er vuil bij, toch namen we dat er maar bij. Stilaan vorderden we richting Munkzwalm, waar we terecht kwamen ter hoogte van de Vredeskapel. Ook hier de aanduidingen van de GR122 (Hulst – Doornik) en de Zwalm, welke we terug over korte afstand zouden volgen. We overschreden nogmaals de Zwalm, via een wel erg beschadigd bruggetje, om vervolgens aan de andere oever te beginnen aan een stevige klim. Hier konden we beroep doen op betonnen tegels, welke het wat gemakkelijker maakten de heuvel te beklimmen. Eenmaal het hoogste punt bereikt, kregen we als beloning een uniek zicht over de lager gelegen landerijen en dorpen. We begonnen vervolgens via een landelijke weg aan een afdaling, richting Paulatem. We volgden er vooreerst de Vlaamse Ardennenroute en even later, de Hoeveroute. Het ging nog even een drukke weg over, waarna we stilaan vorderden richting parochiekerk van Paulatem.

Onderweg erheen kregen we zowaar een kleine Mariagrot te zien met bijhorende kruisweg. Korte tijd later ging het langsheen de kerk van Paulatem, om er even voorbij naar rechts af te draaien. Zo bereikten we nog een stukje drassig terrein, maar toch alweer een mooi stukje natuurgebied. Eens voorbij dit modderig pad, kregen we een licht hellende, begroeide veldweg, welke ons deed uitmonden op de weg welke we vroeger op de dag reeds hadden bewandeld, bij aanvang van de tocht. We bevonden ons terug op het grondgebied van Meilegem en kregen zowaar de bordjes Terug in zicht. We hadden nog slechts enkele honderden meters te gaan en kregen onderweg veel tegenliggers, welke nog vol goeie moed aan de tocht begonnen. Toen sommigen een blik gaven in de richting van onze broekspijpen en wandelschoenen, zagen we hun gezichten een beetje betrekken. Tja, de Zwalmstreek had haar sporen nagelaten.

Eenmaal de startzaal opnieuw bereikt, namen we toch nog even de tijd om iets te drinken, maar vooral om te genieten van een lekker stukje vlaai. Tijdens het genieten van deze zoeternij, konden we zien dat reeds 1314 wandelaars waren vertrokken en nog was de inschrijving niet afgesloten. Even later wandelden we opnieuw richting auto en kwamen langsheen het beeld van de jager op het plein in Beerlegem. Het monument kreeg als bijschrift Elk schot is geen haas. We zouden kunnen zeggen dat elke wandeling ook geen schot in de roos is, toch was deze spreuk vandaag niet echt van toepassing. We hebben genoten van een prachtige tocht doorheen een uniek stukje natuur, de weergoden waren ons gunstig gezind en we keerden blijgezind terug huiswaarts. Meer kan men van een zondagse wandeling toch niet verlangen nietwaar?”

We sluiten af, met nog een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Aangename natuurwandeling. De Zwalmstreek met vaak verschillende plaatsjes en tegelpaden. Was duidelijk overstroomd! J: Rustige wandeling doorheen de Zwalmstreek. De eerste voorjaarszonnestralen tijdens de namiddag. Beerlegem, Meilegem, Nederzwalm-Hermelgem, Sint Denijs Boekel, Munkzwalm, Paulatem.’

zaterdag 11 april 2020

138: Kluisbergen, Zaterdag 16 januari 2010, 13,9 km. (2717,433 km.)



Een georganiseerde wandeltocht, welke voorheen in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 16/01/2010 – 9690 Kluisbergen (Oost-Vl.), 3de Winterwandeling – 7-14-21 km. Omloop Kluisbergen. Start: Zaal Volkswelzijn. Wandeling in het hartje van de Vlaamse Ardennen.’ Na afloop schreven we nog dezelfde namiddag het verhaal van onze belevenissen onderweg, omstreeks 15:43 uur.

“Vandaag kozen we nog eens het zuiden van onze provincie om te gaan wandelen. De vzw Omloop Kluisbergen richtte vandaag immers voor de derde maal een winterwandeling in, met start in Ruien. Plaats van inschrijving was gelegen in Zaal Volkswelzijn aldaar. We vonden op aanwijzen van de organisatie parkeerplaats in de onmiddellijke nabijheid van de startzaal en konden even later overgaan tot de inschrijvingsformaliteiten. De inrichters van de wandeling hadden een parcours uitgezet, bestaande uit twee lussen, een van 7 km en een van 14 km. Samen kon je dan de langste afstand wandelen van 21 km. Bij het bekijken van het parcours, konden we zien dat de grote lus van 14 km hoofdzakelijk door het nabijgelegen Kluisbos ging, vandaar onze keuze om eerst de grote lus af te leggen, met een werkelijke afstand van 13,9 km.

Toen we vertrokken voor onze wandeling was de temperatuur ongeveer 4° C. Bij het verlaten van de startplaats, ging het voor alle afstanden naar rechts. Het parcours was aangegeven door gele pijlen en voorzien van gekleurde lintjes al naargelang de afstand. Vanaf de start verliep het traject van de 7 en de 14 km gelijk. Bijna onmiddellijk na de start verlieten we even verder de hoofdstraat, door een rechts gelegen pad in te slaan. Even verderop verkregen we enkele betegelde wandelpaden en trokken we tussen de akkers door. Voor ons, hogerop, zagen we reeds duidelijk het Kluisbos liggen. Na enkele smalle paden, volgde een stukje asfaltweg, waar we voelden dat het traject de hoogte inging. Spoedig veranderde de weg in een verharde dreef en trokken we het Kluisbos in. Het ging al dadelijk stevig omhoog en dat was duidelijk voelbaar zo kort na het begin van de wandeling. We bevonden ons op het plaatselijk Bosleerpad, dat enkele bochten verder het gezelschap verkreeg van de Kluisbos Wandelroute en een ander wandelpad, aangeduid door T1.

Voor wie bekend is met het Kluisbos, weet dat aldaar weinig vlakke stroken wandelparcours zijn aan te treffen. We verkregen dan ook een opeenvolging van brede en ietwat smallere dreven en wandelpaden, die afwisselend op en neerwaarts gingen. Sommige stroken lagen nog bevroren en soms bedekt met nog een weinig sneeuw. Het was dus opletten om niet onderuit te schuiven. We konden genieten van dit bos in winterrust, wat een fel contrast vormde met de zomerse outfit, wanneer de bomen hun gebladerte laten zien. Nu gaf alles een wat kale indruk, maar mede daardoor kon je ver doorheen de bomen de omgeving en vooral de vallei aanschouwen. Na wat stevig klimwerk af en toe, bereikten we op een hoogte van ongeveer 80 m, een plaats in het bos genaamd Pensemont. Hier ging het haaks naar rechts en zagen we voor ons een lange klim welke zich aankondigde. Hierlangs situeerde zich de Muziekbos Wandelroute.

Na het verwerken van deze nogal sterke klim, kwamen we op een ietwat open plek in het bos en ging het terug naar rechts, richting Vierschaar. Jammer genoeg bleek de gelijknamige taverne gesloten. We volgden nu een verharde brede dreef, waarlangs het traject verliep van de Vlaanderen Fietsroute LF6 en de GR5A. Het parcours vervolgde lichtjes dalend, tot we even verder na 7,3 km de eerste controlepost bereikten ter hoogte van Taverne De Toren. Ter hoogte van de ingang vonden we een GR-paal, welke het kruispunt aanduidde van enkele GR-paden. Binnenin de taverne konden we ons even opwarmen met wat hete chocomelk of verse soep. Na deze korte lunchpauze, vervolgden we onze wandeling. We verlieten de taverne en trokken verder door bosgebied, waar we een klein stukje asfaltweg kregen te verwerken. We volgden opnieuw een gedeelte van de LF6 fietsroute en de GR5A (zuid). Naarmate we verder afdaalden in het bos, kondigden zich ook de eerste huizen aan langsheen het parcours.

Via enkele bospaden bereikten we uiteindelijk het grondgebied van Orroir (Mont de l'Enclus). Het ging even over een stuk openbare weg, in de richting van de top van de Kluisberg. Deze plaats kwam ons bekend voor uit de Tv-beelden van de talrijke wielerklassiekers tijdens het voorjaar. Aldaar kwamen we langs het ‘Maison des Randonneurs’, waar we konden zien hoe aldaar tal van plaatselijke fiets- en wandeltrajecten een aanvang namen. Alle routes werden hier voorgesteld en aangeduid door middel van letters en cijfers, waarbij elk parcours ook een eigen naam had verkregen. Een ideaal idee om tijdens de komende zomermaanden eens uit te proberen. Voorbij het ‘Maison’, volgden we links de grote brede weg naar beneden, waar we wat verder een mooi panorama verkregen van de lager gelegen vallei.

Hier ging het terug naar rechts, een smalle dalende weg op, waar we het traject volgden van de GR122 en GR123. In de verte zagen we tal van andere wandelaars welke zich op diverse lager gelegen paden, begaven in de richting van de aankomst, vermits heel in de verte in het dal de kerk van Ruien reeds zichtbaar was. We vervolgden rustig deze dalende paden en smalle wegen deels over het grondgebied van Orroir. Ondertussen was het gevoelig kouder geworden en voelden we in deze vlakte ook de strakke wind welke begon op te steken. Uiteindelijk verlieten we de asfaltwegjes om het laatste stuk van deze lus via veldwegen voort te zetten. Af en toe kondigde zich een stukje modderig traject aan, een gevolg van de zich doorzettende dooi. We bereikten even later de achterzijde van de kerk van Ruien, waar een tegelpad ons terug tot in de dorpskom van deze gemeente bracht. We passeerden langsheen een monumentje ter ere van Eddy Merkx en vonden aan de overzijde van de straat de startzaal.

Na een blik op het parcours van de kleine lus, konden we opmaken dat deze verliep over hoofdzakelijk wegen en paden in open gebied. Langsheen dit traject werd geen bosgebied meer voorzien. We zagen dan ook af om nog de kleinere lus te bewandelen, ook al omwille van het feit dat het begon te regenen. We konden vandaag genieten van een mooie wandeling doorheen het Kluisbos en onderweg ervaren dat het parcours prima was uitgepijld. De rustpost welke we onderweg aandeden was ruim en verzorgd. Uiteindelijk hadden we 13,9 km afgelegd, waarvan een groot gedeelte doorheen dit unieke bosgebied verliep. Verder was het aangenaam wandelen langsheen de rustige wegen van deze Vlaamse Ardennen. Toen wij terug huiswaarts gingen, konden we bemerken dat omstreeks 12 uur reeds meer dan 700 wandelaars deze startplaats hadden bezocht. Morgen kiezen we waarschijnlijk een andere windrichting om onze wandelschoenen aan te trekken.”

We eindigen dan ook de beschrijving van deze wandeltocht zoals gewoonlijk, met een blik in de wandelboekjes, vermits ook daar enkele eerste indrukken werden nagelaten. ‘K: Bosrijke en rustgevende wandeling. Kluisbos – Kluisbergen. Frisse wind! J: Winterse tocht doorheen het mooie Kluisbos en weidse omgeving. Af en toe de laatste resten gezien van de afgelopen winterprik? Enkel de lus van 14 km gewandeld, later op de dag koud en begin van regen.’

vrijdag 27 maart 2020

092: Wachtebeke, Zaterdag 20 juni 2009, 27,3 km. (1783,024 km.)



Een georganiseerde wandeltocht, waaraan we deelnamen in juni 2009. Deze gebeurtenis werd voorheen als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 20/06/2009, 9185 Wachtebeke (Oost-Vl.) – 14de Wachtebeekse Zomerwandeling, 7-14-20-30 km. De Kwartels Groot-Assenede. Start: Cultuurcentrum. Veldweggetjes en lommerrijke boswegen leiden de wandelaars doorheen het Klooster- en Heidebos.’ Na afloop schreven we nog diezelfde namiddag het navolgende relaas, omstreeks 18:48 uur.

“Vandaag kozen we voor een wandeling dicht bij huis. Meer bepaald trokken we naar Wachtebeke, waar De Kwartels, hun 14de Wachtebeekse Zomerwandeling hadden georganiseerd. De inschrijving, alsmede de start van de wandeling vond plaats in het Cultuurcentrum van Wachtebeke. Het kostte geen enkele moeite om een parkeerplaats te vinden in de nabijheid van het centrum, vermits er voldoende ruimte werd voorbehouden voor de bezoekende wandelaars. In het nieuwe Cultuurcentrum konden we terecht voor het afhalen van onze inschrijvingskaart, alsook voor het bestellen van enkele reuze-éclairs, die we wilden voorbehouden voor na de wandeling. Er kon worden geopteerd voor de afstanden 7, 14, 20 of 30 km. Wij kozen voor de 30 km, met een werkelijke afstand van 27,3 km. Er werd bij het begin van de wandeltocht veel bos beloofd onderweg, nadien zou blijken dat dit ook het geval was. Na een koffie en een hapje waren we klaar voor het vertrek.

Gezien er kort voor de startdatum enkele problemen waren met het inrichten van de controleposten, diende de organisatie op het laatste moment nog enkele parcourswijzigingen door te voeren, met als gevolg dat de eerste controlepost nogal dicht bij de plaats van vertrek was gelegen. We verlieten het Cultuurcentrum en draaiden linksaf om via de ernaast gelegen school te wandelen in de richting van de kerk van Wachtebeke. Alvorens echter het dorpsplein te bereiken, dienden we naar rechts te gaan en op die manier de dorpskom van Wachtebeke te verlaten. Binnen de kortste keren waren we het centrum uit en bevonden ons al vlug middenin de vrije natuur. Het weer zat nogal mee, licht bewolkt, maar met af en toe toch de aanwezigheid van de zon. Algauw kregen we rechts van ons het gezelschap van een kleine waterweg die we volgden tot voorbij het gemaal ‘De Lange Lede’. Kort daarna mondde deze waterloop uit in de Moervaart.

We konden nu kijken naar de aangemeerde motorjachten, het ene al wat indrukwekkender dan het andere. We volgden de linkeroever tot aan de Overledebrug, waar een eerste controlepost was gelegen in café ‘Het Loze Vissertje’. Aangezien we amper 2 km onderweg waren, beperkten we ons hier tot het laten afstempelen van onze controlekaart en vervolgden onze weg. We gingen terug op pad, over de Overledebrug en sloegen dan onmiddellijk linksaf om de andere oever van de Moervaart te volgen. Hier een klein betonbaantje met voortdurend zicht op de links gelegen vaart. Wat verder kwamen we in het natuurreservaat ‘De Reepkens’ en hier begon tevens het Kano en Kajaktraject Moervaart en Zuidlede. We hadden nu rechts een prachtig stukje natuurgebied, volop in bloei. Eén van de infoborden, gaf nadere uitleg over de plaatselijke Natuurfietstocht. Dergelijke borden zouden we later op de dag nog kunnen bekijken.

Deze tocht leidde langs de vijf belangrijke natuurgebieden van de streek, het Complex Puyenbroekse bossen, de Reepkens, het Kloosterbos, het Heidebos en de Turfmeersen. We volgden de oever tot aan de Kalvebrug. Hier bevond zich rechts ter hoogte van het kruispunt een zaak waar men kano's kon huren om de Moervaart af te varen. We sloegen linksaf, gingen over de Kalvebrug en volgden de openbare weg. Op een verder gelegen kruispunt sloegen we rechtsaf en volgden vanaf nu de LF30 Schelde-Deltaroute, tevens de Reynaert route voor motorvoertuigen. We betraden een links gelegen private weg, die ons leidde tot aan het Heidebos. Hier was aan de ingang van het bos een alternatieve route voorzien voor wandelaars in het gezelschap van een viervoeter, vermits deze dieren blijkbaar niet waren toegelaten in het bos. We sloegen een rechts gelegen bospad in en bevonden ons voor geruime tijd in dit prachtige natuurgebied. Er volgde nu een aaneenschakeling van brede bospaden, dreven, smalle wegeltjes en af en toe een open stuk heide. Een grote diversiteit aan planten kon worden aanschouwd. De rust in dit gebied is des te opvallender. Weg is het storend geluid van voertuigen.

In dit Heidebos volgden we de Aardgasroute, uitgestippeld door Natuurpunt. De weg kronkelde zich en af en toe trokken we over een wegel tussen de hoog opgeschoten varens. Na een hele poos wandelen doorheen het bos, bereikten we de openbare weg en toen bemerkten we, dat we ons bevonden in de Keizershoek te Moerbeke. Over een afstand van hooguit 100 m volgden we een stukje de GR122 en kwamen uit in een woonwijk. Hier liepen we even het blokje om, alwaar we een tweede controlepost aantroffen in café Welkom. Ondertussen hadden we 7,9 km bij op onze teller. Dit kleine café deed denken aan de tijd van toen, een tijd zonder de hedendaagse ontspanningsmogelijkheden, toen men nog de tijd nam in de buurt om sociale contacten te leggen. Vergeelde foto's aan de muren herinnerden aan vroegere krulbolkampioenen. Een ingekaderd ‘eereteeken van den arbeid’ gaf ons een vermoeden aangaande de ouderdom van het café. De prijslijst was eenvoudig, alles kostte hier 1,1 euro. Waar is de tijd??

Na dit kleine nostalgische oponthoud werd het tijd om verder te wandelen. We volgden de Keizershoek, om opnieuw het Heidebos te betreden. We kregen er enkele meters van de GR122 te verwerken, om nadien een oude bekende te ontmoeten, de Aardgasroute, dewelke ons kris kras door het bos leidde. Opvallend hier ook de zanderige ondergrond van dit stuk natuurgebied. Ontelbaar waren de afgevallen dennenappels op het pad. Toen we een dreef verlieten en uitzicht kregen op het open veld, zagen we zowaar een jonge ree, starend in onze richting. Heel vlug echter verdween het diertje in het bos. Toen we het Heidebos verlieten, volgden we een tijdje een betonweg en de Schelde-Deltaroute. Een stukje bos deed ons belanden ter hoogte van een kleine overweg. Tot onze verbazing dienden we af te slaan naar rechts en het spoor te volgen. Het was duidelijk geworden dat deze spoorweg reeds lang buiten dienst was. Het onkruid had zich doorheen de jaren meester gemaakt van de verroeste rails en overwoekerde hier en daar zelfs de metalen sporen. Aan een volgende overweg verlieten we deze metalen metgezel en wandelden verder in de richting van onze volgende controlepost, de kantine van SK Wachtebeke.

Volgens de gerant van dienst, speelde deze ploeg in vierde provinciale en telde niet minder dan 14 afdelingen, naargelang de leeftijd van de spelers. We maakten van deze pauze gebruik om een verfrissing te nemen en de benen wat te laten rusten. We hadden alweer 9,5 km achter de rug. Er restte ons nog een kleine acht kilometer tot aan het eindpunt. We verlieten het terrein van SK Wachtebeke om aan de overzijde van de weg, een aardeweg op te gaan die ons leidde in de richting van het nabije bos. Er volgde een afwisseling van bos met enkele stukken open veld. Soms waren de wegeltjes net breed genoeg om een voet in te plaatsen. Het hoge gras, links en rechts van het pad kwam reeds boven de heupen. Wat verder kwamen we op de openbare weg en bevonden ons op de Langelede, zoals we konden aflezen op een straatnaambord. Bij het verlaten van de bebouwde kom van Wachtebeke, dienden we een links gelegen veldweg te volgen en die deed ons uitkomen aan de Langelede waterloop. Het enige alternatief was de oever volgen naar links.

Deze oever werd gevolgd tot een spoorwegbrug over de Langelede. We dwarsten de brug en volgden naar rechts de andere oever van de Langelede. Een eindje verder zagen we links van ons een stuk bos verschijnen, het Kloosterbos. We verlieten de Langelede en trokken met plezier in de richting van deze mooie omgeving. Terug bemerkten we de opvallende aanwezigheid van varens en zanderige ondergrond. We dienden middenin het bos een kleine heuvel te beklimmen en dat gaf een prachtig zicht op het lager gelegen varengebied. Via een stukje heide, bereikten we de spoorlijn, welke dwars door dit bosgebied loopt. We volgden de spoorweg naar links, tot we dezelfde spoorbrug bereikten als even voordien. We dwarsten deze voor de tweede keer en wandelden dan verder naar rechts om opnieuw de oever van de Langelede te volgen. Gekomen aan de Walderdonkbrug staken we de drukke weg over om aan de overkant de oever van de waterloop te volgen. Het brede pad ging over in een veldwegel en die bracht ons tot aan de dorpskom van Wachtebeke.

De laatste honderden meters van de wandeling voerden ons langsheen de kerk en enkele winkels, om terug te komen aan het Cultuurcentrum. Het beloofde bosgebied hadden we in ruime mate verkregen. Het weer was dit keer aan de droge kant, geen reden om te klagen dus. We eindigden onze aanwezigheid in Wachtebeke met een laatste verfrissende drank, het afstempelen van onze wandelboekjes en het afhalen van de bestelde eclairs. Bij het afsluiten van de inschrijving werden niet minder dan 736 wandelaars geteld. We kunnen terugblikken op een geslaagde tocht, zeker in vergelijking met vorige week. Op deze eerste dag van onze jaarlijkse vakantie hadden we alvast geen enkele reden om mistevreden huiswaarts te rijden. We kijken alvast uit naar volgende week, wanneer Bastogne en de Mesa 2009 hun opwachting zullen maken.”

We ronden stilaan dit wandelverhaal af, met de weergave van datgene wat na afloop van de tocht in de wandelboekjes werd neergeschreven: ‘K: Wachtebeke, Moerbeke, langs de vaart en de Langelede. Spoorbedding, Heidebos en Kloosterbos. Rustig weer! J: Wandeling langsheen de Moervaart en de Langelede. Door het prachtige Heidebos en het Kloosterbos. Rustige vakantiewandeling bij het afsluiten van een eerste wandeljaartje...’

donderdag 26 maart 2020

087: Eksaarde, Maandag 01 juni 2009, 27 km. (1666,604 km.)



Deze georganiseerde tocht, werd als volgt aangekondigd via flyers: ‘OxfamTrailwalker.be – Team 66 ‘De Doetjes’ dankt u voor uw steun. Alle opbrengsten van team 66 ‘De Doetjes’ gaan naar Oxfam-Solidariteit. Oxfam-Solidariteit werkt samen met partners in meer dan 25 landen aan duurzame oplossingen voor armoede en onrecht.’ Na afloop van deze wandeling in zomerse omstandigheden, schreven we naderhand het volgende relaas, op maandag 01 juni 2009, omstreeks 20:17 uur.

“Vandaag gingen we als afsluiter van het verlengd weekend, wandelen voor het goede doel. Deze morgen trokken we dan ook blijgezind en vergezeld van een stralende zon richting Eksaarde. Daar werd een wandeltocht ingericht door ‘De Doetjes (team 66)’ ten voordele van de Oxfam Trailwalker. Eén van de deelnemers aan deze tocht, Guy, is tevens lid van onze wandelclub De Kwartels. Vandaar dat we ons min of meer zedelijk verplicht voelden om deel te nemen aan deze tocht. Nog voor het eigenlijke vertrek hadden we ook reeds een ontmoeting met Freddy. De start, alsook plaats van inschrijving geschiedde in de Stedelijke Basisschool te Eksaarde. Er kon worden gekozen uit de afstanden 6, 10, 12 en 21 km. Voor de afstanden 12 en 21 was er een bijkomende optie om een extra lus van 6 km te wandelen, later op het parcours. De inschrijving kostte vier euro, met inbegrip van twee gewone consumpties. Alle opbrengsten van het team 66 gaan naar Oxfam-Solidariteit.

Guy ondertussen een beetje kennende, wisten we op voorhand dat de tocht schitterend zou zijn en dat niets aan het toeval zou worden overgelaten. Vol goede moed, namen we een start in de basisschool. We verlieten de drukke weg, om via een rustiger baan de bebouwde kom te ontwijken. We volgden kort na de start het traject van de Liniewegel, een fietsroute in de omgeving. Deze Liniewegel bracht ons voor een eerste maal langs het plein van FC Eksaarde. Onmiddellijk waren we verbaasd over het witte gras, het leek wel sneeuw in juni, doch de oorzaak was te vinden in de omliggende bomen. De lucht zag wit van de zwevende pluizen. Voorbij het plein vonden we een indicatie van de aanwezigheid van de Ronde van Urbanus. Deze fietsroute zouden we nog herhaaldelijk tijdens de loop van de dag aandoen en telkens weer stonden we versteld van de getekende markeerplaatjes. Net alsof ze uit het stripverhaal waren gekozen. Wat verderop zagen we ook de wit-rode markeringen van de GR122 (Zeeland - Champagne/Ardenne) die ons leidden naar de kerk van Eksaarde.

Hier zagen we het eerste kapelletje van de plaatselijke kruisweg die kan gevolgd worden. We draaiden linksaf en stapten verder om de drukke weg naar rechts te verlaten en een lange dreef in te wandelen. Deze dreef leidde ons recht naar de Moervaart. Ter hoogte van de Moervaart liep de weg ten einde en gingen we linksaf om de oevers van de vaart te volgen. Prachtig was hier het uitzicht over de lager gelegen landerijen en rechts zagen we de zon schitteren op het wateroppervlak. We wandelden voorbij de Lokerse Moervaartmeersen om uiteindelijk aan te komen aan de Sinaaibrug, waar het grondgebied van Sint Niklaas begon. We sloegen echter linksaf om wat verderop een bosgebied te betreden. Via tal van kleine weggetjes en bospaden, belandden we uiteindelijk aan de Kruiskapel, waar een eerste controlepost was geplaatst. Tijd dus voor een hapje en een drankje. Volgens de legende zouden hier twee miraculeuze kruisen gevonden zijn. Hier bevindt zich ook de laatste kapel van de kruisweg welke begint aan de kerk van Eksaarde. Na een korte pauze trokken we alweer op pad.

We vonden hier de Ronde van Urbanus terug en wat verderop de Liniewegel Wandelroute. Deze route herdenkt de verdedigingslinie welke door Frankrijk in 1701 werd aangelegd om Vlaanderen te beschermen tegen de Republiek Holland. We volgden deze wandelroute, dewelke ons terug leidde in de richting van de bossen. Alweer volgden we kleine paadjes om nadien tussen enkele velden, vervolgens het plein van FC Eksaarde voorbij te wandelen. Korte tijd later hadden we een tussenstop aan de basisschool en hadden we het eerste gedeelte van de wandeling achter de rug. Tijdens dit oponthoud proefden we van de lekkere appeltaart die speciaal voor deze wandeling was gebakken. Na die zoete lekkernij trokken we terug op pad voor het tweede deel van de tocht. Ditmaal verlieten we de school en draaiden rechtsaf. We waren nog maar honderd meter verder of we kwamen terecht op het grondgebied van Moerbeke Waas. De Ronde van Urbanus, reeds voordien vermeld, leidde ons dit keer naar links, richting Zuidlede. Hier trokken we door een klein stukje natuurgebied, om nadien de Zuidlede te volgen op één van haar oevers.

Hier vonden we de Puidonkroute op onze weg. Na een tijdje de betonnen paadjes te hebben gevolgd, kwamen we aan een kleine brug, waar we van oever wisselden en nu aan de overkant van de Zuidlede verder wandelden. Hier volgden we de reeds vermelde GR122. Nadien wisselden we nogmaals van oever om opnieuw de Puidonkroute en de Ronde van Urbanus te volgen. Links zagen we enkele betonnen bunkers, stille getuigen uit rumoeriger tijden. Het grindpad veranderde voortdurend van richting en heette wat verderop de Ledebeekroute, om nadien zelfs over te gaan in de Schelde-Deltaroute. Kronkelend tussen de velden en akkers waren we ondertussen terug op het grondgebied van Eksaarde beland en op een boogscheut van Wachtebeke. Bij het verlaten van het laatste pad, bereikten we terug de grote baan en wat verderop rechts een nieuwe controlepost: Groenten en Fruit ‘De Korf’. Hier konden we alweer even verpozen op een terrasje in het zonnetje en vooral de dorst lessen.

Navraag leerde ons dat we van hieruit een lus van 6 km konden wandelen doorheen het Provinciaal Domein Puyenbroeck. Een plannetje werd ons ter beschikking gesteld. Na het lessen van de dorst, trokken we naar rechts om de wat verder gelegen brug over de Zuidlede te dwarsen en de parking van het domein over te steken. Zo gingen we het domein binnen en bevonden we ons dadelijk op de Zuidlede Wandelroute, welke ons verder door het domein zou vergezellen. We volgden in eerste instantie de Putjeshoekdam, om ter hoogte van de vijvers naar rechts te wandelen in de richting van de Zuidlededam. Onderweg trokken we door het Levend Erfgoedpad, waar tal van neerhofdieren de kinderen konden bekoren. De Zuidlede bereikt, volgden we deze van op de oever om terug te keren naar het fietsknooppunt 84 aan de uitgang van het domein. Hier restte ons nog een kleine afstand om terug te keren naar ‘De Korf’ voor een laatste controle. Restte ons nu nog enkel een weg om terug te keren naar de plaats van vertrek. Dit laatste deel van de wandeling leek logisch.

We volgden terug de Zuidlede in de richting van Eksaarde. Via kronkelende veldwegen, af en toe zelfs door een smal paadje, aan weerzijden begroeid tot boven onze hoofden, zakten we stilaan terug af naar de plaats waar we deze ochtend waren vertrokken. Alweer konden we onderweg genieten van een prachtig stukje natuur en de rust welke uitstraalt van watergebieden. Op het einde van de route hadden we nog een laatste ontmoeting met de Ronde van Urbanus en zo kwam de basisschool terug in zicht. Op de binnenkoer troffen we tal van clubgenoten, gezeten op een bankje. Als afsluiter kochten we nog enkele Oxfam producten, zoals koffie en peperkoek, om ook op die manier een steentje bij te dragen aan de eerlijke handel. Ondanks de inzet van de organiserende club en het verzorgde en prachtige parcours, was de opkomst eerder gering. Een domper op de vreugde. Wij kunnen enkel besluiten dat zij die er vandaag aanwezig waren, het hun zeker niet zullen beklagen.”

In onze wandelboekjes noteerden we toen de navolgende eerste indrukken: ‘K: Verzorgde wandeling vanuit Eksaarde. Veel natuur en een ‘zonneke’ als gids. J: Wandeling doorheen Eksaarde, Moerbeke-Waas en Wachtebeke. Prachtig parcours langsheen de Moervaart en de Zuidlede. Tocht t.v.v. Oxfam-Trailwalker.’