“Een stralend blauwe hemel, het ideale moment
om de wandelschoenen aan te trekken op deze zaterdagochtend. We hadden dan ook
voor deze dag een wandeling gekozen uit de Dagstappergids Oost-Vlaanderen, met
start ter hoogte van de kerk van Schorisse. De afstand van deze dagtocht
bedroeg 25,3 km. In onze wandelgids werd deze trektocht omschreven als volgt:
‘Waar de Ronde van Vlaanderen geschiedenis schrijft’. Het beloofde dus een dag
te worden van klimmen en dalen doorheen de Vlaamse Ardennen. Na een autorit
bereikten we dan ook de plaats van vertrek in Schorisse. Na een hapje konden we
op pad. Naast de plaatselijke kerk begaven we ons in de Essestraat om vrijwel
dadelijk de eerste beklimming van de dag aan te vangen, naar de top van de
Foreest. Naarmate we aan hoogte wonnen verkregen we een prachtig zicht op
enkele heuvels van de Vlaamse Ardennen. Boven gekomen gingen het naar rechts in
de Omer Wattezstraat, alwaar we ons trouwens bevonden op de gelijknamige
Omer-Wattez Wandelroute. Een kruising verder daalde de weg, om de Rijststraat
te bereiken.
Eenmaal beneden, kondigde zich een nieuwe
beklimming aan, ditmaal via een veldweg. Op het einde van de heuvel kwamen we
in de A. Odevaartstraat. Wat verder bemerkten we aan één van de woningen een
gedenkplaat ter ere van Arthur Odevaert, die tijdens de Tweede Wereldoorlog
werd gearresteerd door de Gestapo en werd gefusilleerd te Oostakker in augustus
1944. In de verte zagen we de radartoren van La Houppe, een plaats waar we
later tijdens de wandeling zouden komen. Op het einde van de weg bereikten we
het kruispunt Bosgat, alwaar we kozen voor links. Zowat 200 m verder ging het
rechtsaf, richting bos Ter Rijst. We werden dan ook uitbundig begroet door
ontelbare aantallen witte boshyacinten, welke baadden in het zonlicht. Een ware
streling voor het oog. In het bos zelf volgden we de hoofddreef zuidwaarts.
Voorbij het bos volgde een andere bezienswaardigheid, een vervallen hoeve.
Fotogeniek op zich, doch meer valt daarover dan ook niet te zeggen. We
wandelden verder over een bospad voorbij de hoeve, een pad dat snel een
verharde weg werd. Gekomen op een kruispunt ging het naar rechts, richting kerk
van D’Hoppe (La Houppe). Aldaar kwamen we ter hoogte van de drukke N48.
We hielden er even halt om enkele foto’s te
nemen van de kerk en de dichtbij gelegen Lourdesgrot. Een grot waar trouwens
zich een steen bevond uit de echte grot te Lourdes. Ter hoogte van het klooster
van La Houppe ging het even later over korte afstand langsheen de N48 naar
links, om nadien de weg te dwarsen, richting Vloesberg-Flobecq. De weg ging een
stukje doorheen het bos, waarna we de kapel van D’Hoppe bereikten, de
‘Caplette’. Vanaf nu bevonden we ons op het traject van twee Groteroutepaden, de
GR122 (Zeeland-Champagne-Ardenne) en de GR5A (de Wandelronde van Vlaanderen).
We volgden de wit-rode markeringen naar boven, via een brede holle weg tussen
de bomen, passeerden een stortplaats en bereikten tot slot een reusachtige
antenne. De kleur van de grond was er opvallend zavelkleurig. Boven ter hoogte
van de radartoren ging het GR-pad linksaf en wandelden we doorheen het
Pottelbergbos. Ditmaal ontelbare gele hyacinten in het bos. Naarmate we het
einde van het bos hadden bereikt, kwamen we ter hoogte van de eerste woningen
van de wijk Queneau.
In Queneau wandelden we verder via een paadje
langs de N520, dus niet via de drukke weg. Even verder veranderde het paadje in
een aardeweg en vervolgens een asfaltbaan. We dwarsten de N520 om via een pad
af te dalen naar een beek. Het ging nadien richting gehucht Miclette. Onderweg
hadden we reeds kunnen genieten van een rustpauze, gezeten op enkele enorme
hooibalen. We bereikten de N519, welke we over korte afstand naar rechts
volgden, teneinde op die manier de N48 te bereiken, de weg Ronse-Brakel. We
staken de weg over om te beginnen aan een stijgende veldweg. Opnieuw konden we
genieten van een prachtig panorama. We wandelden doorheen het gehucht Breucq en
daalden later via een pad af naar het jeugdhuis ‘de Fiertel’. Aldaar hielden we
de richting rechtdoor aan om een splitsing te naderen ter hoogte van de kapel
Onze-Lieve-Vrouw van Lorette. We troffen er een wandelboom aan inzake de
samenkomst van enkele GR-paden, met name de GR5A, de GR122 en GR129. We konden
er de kapel bewonderen en uiteraard even genieten van een pauze in het
zonnetje. Heel even ging het in dalende lijn, om nadien via de Trogstraat een
felle beklimming aan te vangen, welke ons deed aankomen in de
Kanariebergstraat. Rechtsaf ging het aldaar om hogerop een volgende wandelboom
aan te treffen ter hoogte van de chalet Boekzitting.
Vanaf nu volgden we de GR129, om vooreerst een
stukje dalend bospad te volgen langsheen prikkeldraad. Eenmaal doorheen het bos
troffen we een graspad aan ter hoogte van een weide, dat ons vervolgens leidde
naar de kerk van Louise-Marie. Een klein dorp genoemd naar de eerste koningin
der Belgen, Louise-Marie van Orléans (1812-1850). De eerste steenlegging van de
kerk van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette viel samen met de eerste verjaardag
van haar overlijden. Na een zonnige pauze ter hoogte van de kerk, daalden we af
naar de N425, om aan de overzijde van de weg een kerkwegel aan te treffen. Na
zowat 600 m deze wegel te hebben gevolgd, ging het verder rechtdoor via de weg.
Uiteindelijk veranderde de weg opnieuw in een pad dat leidde naar een
asfaltweg, Bosketse, alwaar we rechts dienden te gaan. Ter hoogte van het
huisnummer 3, volgden we naar links nog steeds de GR129. Deze veldweg werd
verderop een graspad en even later een asfaltweg tot aan de Vlaamse
Ardennenweg. Via de dalende Kleistraat ging de tocht verder, tot we een veldweg
bereikten die ons deed klimmen naar de top van de Taaienberg. Boven gekomen
bevonden we ons in de Poesthemstraat alwaar we in de bocht zicht kregen op de
beroemde kasseien.
Over de top van de Taaienberg arriveerden we in
de Bossenaarstraat, om 300 m verder de GR129 te verlaten ter hoogte van een
elektriciteitscabine en rechts te kiezen naar de Bossenaremolen. Voorbij deze
gerestaureerde staakmolen bereikten we een kruispunt van vijf wegen, om de
Bovenstraat in te gaan. De weg werd wat verder een holle weg en daalde af naar
het gehucht Hokelbeke. Het ging naar links en nadien verder via de rechts
gelegen Gorisveldstraat. Via de Leideveldstraat en later de Heidestraat,
troffen we een oude bekende aan, de Omer Wattez wandelroute. We wandelden nu
aan hoogte winnend, richting Parkstraat. We daalden vervolgens terug af naar de
Molenbeek, om daar zicht te krijgen op de Kasteelmolen, een van de nog weinig werkende
watermolens. Even verder kwamen we opnieuw aan ter hoogte van de N454, om
rechts te kiezen, richting kerk van Schorisse, meteen het einde van een toch
wel vermoeiende wandeltocht vandaag.”