Posts tonen met het label Marching. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Marching. Alle posts tonen

vrijdag 29 mei 2020

262: Terhagen, Zaterdag 30 maart 2013, 21,1 km. (5217,479 km.)



Een tocht welke voorheen in de wandelgids Marching, als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag 30 maart 2013, Klinkaerttocht, Memorial André Vanheulekom en François Schoeters, 2840 Terhagen (Antwerpen), vzw De Kleitrappers, 7-14-21 km.’

“Na een ritje per auto bereikten we de plaats van vertrek en vonden vrij gemakkelijk een parkeerplaats in de nabijheid van de startplaats. Er kon worden gekozen uit de afstanden 7-14 of 21 km. We verkozen de langste afstand te wandelen, met een werkelijke lengte van 21,1 km. Het traject was verdeeld als volgt: 5,3 km – 5,5 km – 8,2 km en 2,1 km. Onderweg zouden we drie controleposten aantreffen. Na een hapje en een kopje koffie konden we op weg. Het eerste gedeelte van de te wandelen afstand bedroeg zoals reeds vermeld 5,3 km. We verlieten de plaats van inschrijving en bemerkten reeds de aanduiding dat we ons bevonden in de nabijheid van het Museum Rupelklei. We volgden een soort tegelpad in de richting van de Rupeldijk, hierbij reeds een lokaal wandelpad volgend, het Frans Bruynseelspad. Gekomen ter hoogte van de Rupeldijk ging het linksaf. We verkregen aldaar de bordjes aangaande de LF5 Vlaanderen Fietsroute en de Rupelkleiroute. Een stukje poëzie onderweg mocht niet ontbreken, zoals we konden lezen: ‘Zeewater, vissen zwemmen, haaien jagen, bubbels vliegen naar de lucht. Het duister komt eraan, ik zie de maanvis al staan’. We wandelden voorbij een restant van de vroegere steenbakkerij om stilaan wat verder een stukje bos te betreden.

Links en rechts van het pad kregen we verwijzingen naar de vroegere nijverheid in de streek, vooral verwijzingen naar ‘Steen en Klei’. Even verder kregen we dan zicht op de lager gelegen kleiputten. We konden even van het parcours afwijken door een 800 m verder gelegen heuvel te beklimmen. Aldaar troffen we dan bovenop de heuvel een oriëntatietafel aan alsook enkele zitbanken. We zetten nadien onze weg verder doorheen het bos om tot slot opnieuw de Rupeldijk te bereiken en aldaar ditmaal naar rechts te gaan. Zo vorderden we langzaam maar zeker naar de eerste controlepost, gesitueerd in een hangaar van een bedrijf. Tijd dus om het lunchpakket aan te spreken en de inwendige mens wat aan te sterken. Na deze eerste rustpauze konden we op weg voor het tweede gedeelte van de wandeling, over een afstand van 5,5 km. Vooreerst kregen we opnieuw een stukje bos te verwerken, waarna we konden wandelen doorheen heidegebied. De voornaamste gids aldaar betrof het Keibrekerspad. Over zanderige wegen ging het af en toe stevig de hoogte in, doch de natuur was er schitterend. Af en toe kregen we zicht op de lager gelegen kleiputten.

Na de doortocht in het heidegebied, ging het later over veldwegen richting Koningin Astridpark om uiteindelijk aan te komen ter hoogte van de kerk van Reet. Niet ver daar vandaan hadden we dan uiteindelijk een tweede controle, gesitueerd in de voetbalkantine van K. Reet S.K. Tijd alweer om de koffie te laten smaken en een hapje te nuttigen. Inmiddels waren we zowat halverwege de wandeltocht. Het derde gedeelte bedroeg iets langer in afstand, met name 8,2 km. Gedurende dit gedeelte van het traject ging het langsheen de Molenbeekse Plassen, een soort overstromingsgebied gesitueerd in Rumst, verkregen we een doortocht in nieuw aangelegde verkavelingen, om nadien het Provinciaal Recreatie Domein De Schorre te betreden. Aldaar konden we genieten van een weids uitzicht over het domein, konden smalle wandelpaden volgen doorheen het omliggend bos, maar vooral wandelen over aangelegde vlonderpaden. We konden er nagenoeg de sfeer ervaren van het jaarlijks festival op het domein. Na deze aantrekkelijke passage, ging het opnieuw naar de Rupeldijk, om korte rijd later een korte pauze in te lassen in ’t Steencaycken. De hoogste tijd om de dorst te lessen door middel van een kopje koffie.

Nadien zetten we onze tocht verder langs de Rupeldijk, alwaar we een ondertussen oude bekende ontmoetten, met name de LF5 Vlaanderen Fietsroute. We kregen dan nog een laatste controle in dezelfde hangaar als voorheen. Restte nog een laatste stukje wandelweg van 2,1 km. Na dit laatste oponthoud begonnen we aan de terugtocht naar de plaats van vertrek. Het ging dan nagenoeg via dezelfde weg als voorheen, door een klein stukje bos en vervolgens nog een korte doortocht over het nabij gelegen heidegebied. Uiteindelijk bereikten we dan de startplaats en konden we met voldoening terug zien op een geslaagde wandeling. Alleen de drukte onderweg dienden we er noodgedwongen bij te nemen. Voortaan zouden we dan ook niet langer kiezen voor georganiseerde wandeltochten, doch het houden bij de ondertussen vertrouwde tochten langsheen groteroutepaden.”

dinsdag 12 mei 2020

220: Elingen, Zondag 06 februari 2011, 22,4 km. (4450,686 km.)



Deze wandeltocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 6/2/2011 – 1671 Elingen (Vlaams-Brabant), Het Pajottenland op zijn mooist!-tochten, 6-10-15-20-25-32-42-50 km. Halfoogstvrienden Bellingen. Start: Parochiezaal Elingen. Tocht vanuit de kleinste Pepingse deelgemeente, het landelijke Elingen, door de heuvelende groene Pajotse natuur met prachtige vergezichten. Het parcours bestaat uit een maximum aan paadjes, veldwegjes en privédomeinen. Hier telt de natuur!’ Na afloop van deze tocht, schreven we nog dezelfde avond een relaas, met betrekking tot onze belevenissen onderweg, omstreeks 19:52 uur.

“Vandaag stuurden onze wandelschoenen ons richting Vlaams-Brabant, meer bepaald naar de kleinste deelgemeente van Pepingen, met name Elingen. Aldaar zorgden de Halfoogstvrienden Bellingen, voor de organisatie van een wandeltocht onder de welklinkende naam ‘Het Pajottenland op zijn mooist’. De club had verzamelen geblazen in Ons Parochiehuis, gelegen naast de kerk. Toen we daar deze ochtend aankwamen, was het even zoeken naar een parkeerplaats, aangezien zowat alle toegangswegen naar het centrum waren afgesloten. Even later konden we terecht in de ruime startzaal voor de inschrijving en alvast voor een zondags ontbijt. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 6, 10, 15, 20, 25, 32, 42 of 50 km. De deelnemers aan de tocht van 6 of 10 km hadden zelfs de keuze tussen een verhard of onverhard parcours. Wijzelf besloten deel te nemen aan de tocht van 20 km, met een werkelijke afstand volgens de inrichters van 22,4 km. We zouden onderweg de gelegenheid krijgen een drietal maal te pauzeren.

We verlieten Ons Parochiehuis en begaven ons, samen met de wandelaars aan de 6 km naar rechts, de anderen dienden links aan te houden. We zaten goed en wel op het Vier Dorpen Wandelpad. Aan het eerste kruispunt ging het naar links, richting grondgebied Pepingen, dat we na enkele honderden meters al hadden bereikt. De openbare weg leidde ons langsheen enkele boomgaarden en liet ons de eerste prachtige vergezichten zien. Eindeloos ver kon men hier het licht golvend landschap bewonderen. Onderweg konden we op tal van gevels een stukje poëzie lezen, al dan niet voorzien van een illustratie. Het werd vaak even mijmeren bij deze mooi gekozen teksten. Even verder ging het rechtsaf op de Geynsberg. Deze straat ging vervolgens over in een veldweg en we begonnen aan een steile afdaling naar het beneden gelegen bos. Beneden aangekomen konden we een stukje wandelen over een aangelegde plankenvloer, ditmaal voorzien van antislipstof ten behoeve van de mountainbikes, welke met ons de rest van de dag het parcours zouden delen. Een smalle wegel volgend bereikten we een bredere veldweg, welke, zoals later zou blijken, voorheen dienst had gedaan als trambedding voor de lijn Leerbeek-Halle.

Een foto aan een gevel liet nog even de geschiedenis haar verhaal doen. Een steil stukje kasseiweg, deed ons uitkomen in het centrum van Pepingen, ter hoogte van de kerk. Hier ging het linksaf, alwaar we de drukke steenweg volgden naar de basisschool Harten Troef. Hier hadden we reeds na 3,4 km een eerste gelegenheid om even te rusten en te genieten van een kopje warme chocomelk. Na de rust ging het voor iedereen naar links verder. We volgden nu een landelijke weg doorheen het heuvelachtige landschap. Opnieuw vergezichten in alle mogelijke richtingen. Spoedig echter verlieten we de openbare weg en begaven ons op een stuk weideland, aangegeven als privé-eigendom. We volgden een kronkelend spoor van enkele voorgangers, en slingerden langsheen waterplassen en modderige passages. Halverwege het weiland, splitsten zich de wandelaars naar twee verschillende richtingen, al naar gelang de gekozen afstand. Wij hielden aldaar links aan, net zoals de deelnemers aan de 6, 10 of 15 km. Er volgde een doortocht doorheen een klein stukje bos. Het pad mondde opnieuw uit op de openbare weg en aldaar ging het rechtsaf en meteen stevig de hoogte in. Een kruispunt verder namen we samen met de wandelaars aan de 15 km een andere richting dan de 6 en 10 km wandelaars.

We hadden ondertussen het grondgebied bereikt van Oudenaken (Sint-Pietersleeuw). Er volgde een langzame afdaling via een landelijke weg, richting kerk van Oudenaken. Bij het betreden van de bebouwde kom van deze gemeente, vonden we zowaar de aanwijzingen inzake de Bruegelroute (45 km) en het Daan Vervaet Wandelpad (9 km). Deze aanwijzingen volgend bereikten we even later de dorpskerk van Oudenaken, een plaats welke we voorheen reeds hadden betreden, naar aanleiding van een andere wandeltocht in de omgeving. Juist voor de kerk namen we vervolgens de Kerkweg (hoe toepasselijk) en volgden het smalle paadje naar het lager gelegen akkerland. Af en toe dienden we mountainbikes te laten voorgaan. Even verder wachtte een steile klim langsheen een kronkelend pad om het grondgebied te bereiken van Sint-Laurens-Berchem. Aldaar kregen we de bordjes in zicht dat een tweede controlepost was gevestigd in de Gemeenteschool. We hadden ondertussen 5,1 km erbij afgelegd en waren dus reeds 8,5 km ver gevorderd. In het kleine schooltje namen we even de tijd om een hapje te eten.

Het volgende onderdeel van de wandeling bedroeg 7 km. Bij het verlaten van de school dienden we links aan te houden. De grotere afstanden dienden hier echter vooreerst nog enkele bijkomende kilometers af te leggen. We volgden alvast een gedeelte van de GR512, tot we werden geconfronteerd met een links gelegen weideland. Ook hier de melding dat we privégrond betraden, maar meer nog een beklimming die we zouden voelen. Al even steil als de beklimming, volgde later een even steile afdaling. We volgden dan een smal paadje langsheen de rand van een stukje bos, om nadien opnieuw een heuveltje te beklimmen, hierbij aangestaard door een drietal ezels in de ernaast gelegen weide. Uiteindelijk bereikten we vervolgens een hoger gelegen landelijke weg en hier ging het voor ons rechtsaf. Een verharde veldweg, voorzien van twee karsporen, liet ons even tot rust komen. We volgden even later zowaar een wilgendreef en die mondde uit in een klein natuurgebied. We sloegen linksaf en volgden het verloop van een plaatselijke beek, om opnieuw aansluiting te krijgen met de openbare weg.

We volgden er het verloop van het Bosveld Wandelpad. Een kronkelende landelijke weg, zou ons brengen tot aan de Zuunvallei, waar we doorheen het Volsembroek trokken. Hier dienden we af en toe even goed te kijken waar we de voeten plaatsten, omwille van de modderige ondergrond. Veilig en wel bereikten we opnieuw de openbare weg en kregen nog maar eens een beklimming te verwerken. Er wachtte ons evenwel even verder nog een drassig stukje parcours, alwaar we tussen de landerijen een smalle veldweg volgden, die niet in al te beste staat verkeerde. Gelukkig konden we verder een tent zien staan, een aanduiding dat de controle- en rustpost nabij was. Korte tijd later konden we ons daar even tegoed doen aan het lokale gebak en even op adem komen. Midden in de vrije natuur was het beslist even genieten van de rust van de omgeving. We waren reeds 15,5 km ver, restte ons nog een laatste stukje wandelweg van bijna 7 km.

Na de laatste rust ging het naar links verder, behalve natuurlijk voor de grotere afstanden. We bestegen opnieuw een smal verhard paadje om verder de weg te bereiken. Hier kregen we niet minder dan vijf verschillende aanduidingen van wandel- en fietsroutes te zien. Het Hogebossen Wandelpad, de GR512, het Daan Vervaet Wandelpad, de LF6 Vlaanderen Fietsroute en tenslotte de Zuunbeek route. Even verder ging het linksaf naar beneden, alwaar we opnieuw een modderige passage kregen te verwerken. We kwamen langsheen een punt waar we reeds vroeger tijdens de wandeling waren langs gekomen en hielden ditmaal rechts aan. Een kapelletje liet ons links houden en zo trokken we richting Gaasbeek. We wandelden via de openbare weg langsheen dit domein en kregen er zowaar een triomfboog te zien. Het domein zelf zouden we niet betreden. We daalden geleidelijk af naar het lager gelegen Hof ter Rammeken, waar we even er voorbij opnieuw privégrond betraden.

Een lager gelegen weiland diende te worden doortrokken en dat zouden we vlug ervaren. Hoe verder we op dit terrein vorderden, des te meer modder kregen we te verwerken. Sommige passages waren dermate slecht, dat schoenen bijna volledig zonken in de smurrie. Dit was uiteindelijk toch wel een domper op een overigens tot nog toe geslaagde wandeling. Sommige medewandelaars vonden dit toch ook een beetje te ver gaan. Gelukkig bereikten we na deze moeilijke passage een grindpad en kregen de kerk van Elingen in zicht. Een klein half uurtje later bereikten we opnieuw de startzaal. Daar konden we zien dat 1560 wandelaars zich vandaag hadden gemeld en hadden genoten van Het Pajottenland op zijn mooist. Na een terugtocht kan één en ander opnieuw proper worden gemaakt voor een volgende gelegenheid.”

We sluiten af, met een blik in de wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Veel natuur met toegang tot enkele privépaden. Goed ingericht. Het laatste deel was een modderbad! J: Tocht vanuit Elingen, de kleinste deelgemeente van Pepingen. Mooie tocht over het golvende pajottenland. Opnieuw een nogal winderige tocht, door mooie natuurgebieden. Laatste km’s erg modderig parcours.’

maandag 11 mei 2020

219: Cortil-Noirmont, Zaterdag 05 februari 2011, 19,47 km. (4428,286 km.)



Een georganiseerde tocht welke in de wandelgids Marching, als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 5/2/2011 – 1450 Cortil-Noirmont (Brabant-W.), Marche des Abbayes, 6-12-20-27-42-50 km. Les Spartiates de Gembloux. Départ: O.N.E. Bois et campagne.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verhaal, aangaande de bezienswaardigheden en belevenissen onderweg, omstreeks 20:30 uur.

“Na een weekje afwezigheid, konden we vandaag opnieuw de wandelschoenen aantrekken. Deze ochtend begaven we ons dan ook nogmaals naar de overzijde van de taalgrens, meer bepaald naar Cortil-Noirmont, een deelgemeente van Chastre. Aldaar zorgden Les Spartiates van Gembloux voor de organisatie van de Marche des Abbayes. Met wat moeite en vooral na enkele veldwegen (?) te hebben afgereden, bereikten we toch de startlocatie, gesitueerd op het ONE Domaine de Chastre. Even later konden we terecht in de startzaal, nadat we onze auto op wandelafstand hadden kunnen parkeren. Er kon ter plaatse worden gekozen uit de navolgende afstanden: 6, 12, 20, 27, 42 of zelfs 50 km. Wij hielden het bij een bescheiden 20 km wandeling. Na een laat ontbijt en een koffie konden we op weg voor deze tocht, welke was voorzien van drie controleposten. Na een laatste blik op de mascotte van de club en een onverwacht versierde trommel voor de startkaarten, kregen we nog wat info met betrekking tot wandelen in de Provence. Nadien begon het eerste gedeelte van de wandeling en dat bedroeg 8,32 km. Een traject dat ons algauw kennis zou laten maken met de wind onderweg.

Bij het verlaten van het domein, begaven de deelnemers aan de 6 km wandeling zich naar links, de andere afstanden dienden rechts aan te houden. Nog maar pas van start gegaan, volgden we een plaatselijk wandelcircuit, met name de Promenade de Noirmont. Jammer genoeg leende zich geen enkel van de borden tot het fotograferen ervan, de tand des tijds had namelijk de meeste gegevens onleesbaar gemaakt. Via een landelijke weg, ging het langsheen het plaatselijk kerkhof, om even verderop de weg te verlaten en een smalle wegel links op te gaan. Hier zakten we zo goed als tot aan de rand van de schoenen in de modder, een goedje dat we een tijdje zouden meedragen onderweg. De eerste vervallen kapelletjes lieten zich aanschouwen en het zouden niet de laatste zijn onderweg. Na de modderige passage bereikten we weer droge weg en lieten Cortil-Noirmont achter ons. Op een van de zeldzame kruispunten, troffen we even verder een bejaard koppel aan, op zoek naar de pijlen voor de zes km wandeling. Blijkbaar hadden ze hun start gemist. Ze besloten dan maar om aldaar verder naar rechts het parcours te volgen van de 12 km.

Wij hielden links aan en overschreden op die manier voor de eerste maal de l’Orne. Er volgde nu een landelijke weg, welke af en toe onder water stond, als gevolg van de afwatering van de aanpalende landerijen. In de verte was een Frans militair kerkhof zichtbaar, doch we hielden een andere koers aan en lieten deze laatste rustplaats links liggen. Het ging de andere richting uit en op die manier betraden we het grondgebied van Chastre. Opnieuw kregen we enkele vervallen kapellen te zien. Binnen de bebouwde kom van deze gemeente, vonden we wat verder een links gelegen kerkwegel en die leidde ons naar de plaatselijke kerk. We volgden aldaar de Promenade de Villeroux en konden tezelfdertijd enkele markeringen aantreffen van de GRP127. Ter hoogte van de kerk troffen we enkele monumenten aan, welke herinnerden aan de zware gevechten van mei 1940. Het ging verder langsheen de kerk, via een kerkwegel, begrensd door een hoge muur, welke vervolgens verbinding gaf naar een mooie dreef. We overschreden nogmaals de l’Orne en kregen dan zicht op een mooi gerestaureerd gebouw, dat nu onderdak geeft aan politie, bibliotheek en andere gemeentediensten. We konden een blik werpen op de binnenplaats en stonden versteld van de pracht ervan.

Het ging dan linksaf, via de Drève des Prisonniers de Guerre, alwaar we een monument aantroffen ter nagedachtenis van de plaatselijke helden. Na het overschrijden van alweer de l’Orne, ging het via een wegel richting Blanmont. We wandelden nu over een hoger gelegen terrein en zagen rechts van ons in de diepte de kleine meanders van de l’Orne. Het paadje volgend bereikten we de spoorweg, alwaar we vervolgens onder het viaduct doorgingen. Op die manier aangekomen op het grondgebied van Blanmont, ging het na het viaduct haaks linksaf en kregen we een onverharde weg te verwerken, welke ons een heuvel liet beklimmen. Aan de andere zijde bevond zich een afdaling en die leidde ons naar beneden, richting centrum van Blanmont. Het ging langsheen de plaatselijke kerk, alwaar we de aanwijzingen vonden dat we ons bevonden op de Promenade de l’Orne. Op korte afstand daarvan vonden we de eerste controlepost in het gebouw van de lokale scoutafdeling. We waren, na de eerste gevechten met de wind, toe aan een warme kop koffie. Na een korte pauze, begonnen we aan het tweede gedeelte van de tocht, over een afstand van 5,17 km.

We verlieten de controlepost en hielden links aan. De deelnemers aan de grotere afstanden, dienden hier vooreerst bij een eerste passage een andere richting te nemen. Wij vervolgden onze weg, via de Promenade de l’Orne en bestegen enkele trappen. Daarachter troffen we een tegelpad aan en zo verlieten we al heel vlug deze kleine gemeente. Eenmaal terug op de openbare weg, ging het haaks linksaf en zagen we voor ons een hellende en lange weg. Hier konden we opnieuw een tandje bijsteken. Naarmate we de top van de heuvel naderden, blies de wind meer en meer in het nadeel en liet zich ook vrij goed voelen. Opnieuw troffen we onderweg kapelletjes aan, die eerder leken op een ruïne. Jammer dat niemand kosten noch moeite neemt om deze getuigen uit een religieus verleden te bewaren voor komende generaties. We trokken vervolgens door het kleine Perbais (Walhain) en konden ons ook hier niet van de indruk ontdoen dat veel voormalige fabriekspanden leeg staan en rijp zijn voor de sloophamer. Eenmaal voorbij deze woonzone, kregen we zicht op een kronkelende landelijke weg, waar we ook ditmaal het gevecht dienden aan te gaan met de wind. Hier hadden we die van voren en dat maakte het stappen af en toe bijzonder moeilijk.

We hadden dan ook op deze hoger gelegen landelijke zone geen enkele beschutting. Uiteindelijk ging het even verder bergaf en bereikten we Ernage (Gembloux). We kregen een beetje beschutting als gevolg van de bebouwde kom en bereikten zo even later het plaatselijk kerkje, alwaar momenteel grondige straatwerken bezig waren. Blijkbaar werd het kerkplein en omliggende heraangelegd. Achter de kerk konden we in een klein zaaltje terecht voor een tweede controle van de dag. We waren ondertussen reeds 13,49 km gevorderd en hadden de grootste afstand reeds achter de rug. Restten ons nog twee kortere trajecten nadien. Het volgend stukje wandelweg bedroeg iets minder dan drie km. We volgden vooreerst een wegeltje richting drukke verkeersweg, om aldaar terug naar rechts een andere wegel te volgen. Iets verderop bereikten we de erachter gelegen landelijke weg en op die manier ging het in de richting van de spoorwegbrug, waar, getuige de gedenkplaten, hevige gevechten hadden plaats gehad. Voorbij de brug ging het naar links, waar we de Chemin Creux volgden.

Ook hier onderweg tal van borden welke herinnerden aan de zware gevechten van mei 1940, beter gekend als Bataille de Gembloux. Ook ditmaal kregen we zowaar een bijna loodrechte landelijke weg te verwerken, alwaar, hoeft het nog gezegd, we ook alweer waren blootgesteld aan de grillen van het weer. Zo bereikten we uiteindelijk het grondgebied van Gembloux. Gekomen ter hoogte van een aldaar gelegen Ravel, ging het rechtsaf en vonden we in een klein houten bouwwerk de laatste controle van de dag. We hadden reeds 16,44 km afgelegd en waren even toe aan een pauze. Een laatste stukje wandelweg van iets meer dan drie km, liet ons vooreerst deze Ravel Ligne 147 volgen, waar we opnieuw kregen af te reken met wind op kop. Ditmaal misschien nog heviger dan voordien. Het werd wandelmaatje af en toe iets te veel van het goede.

Na een stukje Ravel ging het aan het eerste kruispunt rechtsaf en kregen we als toemaatje nog een stuk kasseiweg te verwerken, alwaar we hevige wind kregen van opzij. Gelukkig zagen we in de verte reeds de gebouwen verschijnen waar de startzaal was gelegen. Na nog een beetje alle moed te hebben bijeen gebracht, lukt het nog om deze laatste kilometer af te werken. Toen we uiteindelijk even later de startzaal opnieuw hadden bereikt, was dit toch wel met rode oortjes. Na een gevecht van 19,47 km tegen de wind volstond het wel voor vandaag. Na het afstempelen van de wandelboekjes ging het dan ook vrijwel snel richting auto voor de lange terugreis richting Vlaanderen. Morgen mag het alvast wat minder waaien...”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Winderige wandeling. Niet zoveel variatie in deze anders wel mooie streek. J: Wandeling vanuit Cortil-Noirmont, doorheen o.a. Blanmont en Gembloux. Erg winderige tocht langs heuvelachtig gebied. Mooie vergezichten onderweg. Talrijke herdenkingsplaten m.b.t. de gevechten van mei 1940 in Gembloux en omgeving.’

zondag 10 mei 2020

217: Staden, Zaterdag 22 januari 2011, 21,6 km. (4390,116 km.)



Een wandeltocht, welke in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 22/1/2011, 8840 Staden (West-Vlaanderen) – Putje Wintertocht, 5-10-15-20 km. W.S.V. De Colliemolen Oostnieuwkerke – Staden. Start: Vrije Basisschool. Rustig en lichtgolvend parcours over de heuvelrug van Staden. Gratis zakje chips voor elke deelnemer.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verslag, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 19:06 uur.

“Dat de winter nog lang niet voorbij is, dat mochten we vandaag een beetje ervaren. Deze ochtend begaven we ons naar het West-Vlaamse Staden, alwaar onder de noemer Putje Wintertocht, een wandeling werd georganiseerd door de plaatselijke club WSV De Colliemolen. De startplaats bevond zich aldaar in de lokale Vrije Basisschool. Bij onze aankomst was de parking reeds volzet, doch wij werden doorverwezen naar de even verder gelegen sporthal, alwaar er voldoende kon worden geparkeerd. Even later, vergezeld van wat regendruppels, bereikten we een reeds drukke zaal. Om even na acht uur bleek dat reeds meer dan 200 wandelaars onderweg waren. Wij namen vooreerst de tijd om een hapje te eten en een koffie te drinken. Ondertussen konden we zien dat kon worden gekozen uit vijf verschillende afstanden, met name 7, 10, 14, 17 of 22 km. Wij kozen vandaag voor de 22 km, met een werkelijke afstand van 21,6 km. Onderweg zouden we tweemaal halt houden op dezelfde rustpost.

Korte tijd later, voorzien van regenpak en poncho, konden we op weg. Bij het verlaten van de Basisschool ging het linksaf, richting sportcomplex. We kregen al onmiddellijk de aanduiding dat we twee lokale fietsroutes volgden, De keur jeuze neuze Route en de Staen-Oost-West. Aan het volgende kruispunt ging het rechtsaf, langsheen de sporthal, waarna zich de deelnemers aan de wandeling naar verschillende richtingen splitsten. De afstanden 10, 14 en 17 gingen linksaf, de 22 km naar rechts. Beide richtingen werden evenwel gevolgd door de 7 km stappers. We volgden een korte doorsteek tussen enkele woonstraten van een verkaveling, waarna we een klein stukje winkelstraat bewandelden. Onderweg kregen we wat informatie over de plaatselijke reuzin Wanne van de Speyhoek, wiens laatste optreden jammer genoeg reeds dateert van 2003. We vervolgden onze weg doorheen enkele woonstraten, in de richting van de sportvelden. Een klein ommetje rond een van de terreinen, deed ons uitkomen ter hoogte van één van de drukke invalswegen naar Staden.

We volgden deze weg over korte afstand, om ter hoogte van een kapel, links een landelijke weg in te slaan. Zo konden we al heel vlug zien, hoe de landerijen nog te lijden hadden van de wateroverlast van de afgelopen weken. Hier voelden we ook al de schrale wind, welke ons de rest van de dag zou blijven gezelschap houden. Deze landelijke weg leidde ons naar een voormalige spoorwegbedding. Aldaar konden we vernemen dat langsheen de voormalige spoorlijn Armentières – Oostende, nu kon worden gewandeld en gefietst langsheen de Vrijbosroute. We kozen de linkse richting en wandelden zo een eindje langsheen dit traject. Wat verderop verlieten we de route en namen de richting van een rechts gelegen woongedeelte. We kregen er de aanduiding dat we ons bevonden langsheen het ’s Graveneikepad. Een kort stukje woonstraat, werd opnieuw gevolgd door landelijke wegen.

We kregen als het ware een rondleiding langsheen enkele statige boerderijen. Af en toe kregen we onderweg een kapelletje in zicht, doch voelden op iedere hoek van de straat, hoe telkens de wind in het nadeel blies. We bevonden ons terug op de fietsroute Staen-Oost-West en vernamen via een infobord dat deze route een aanvang neemt in Staden en een lengte heeft van 47 km. Het parcours ervan bevindt zich in hoofdzaak tussen Roeselare en Houthulst. Ook De keur jeuze neuze Route werd even later opnieuw bewandeld, een route waarover we vernamen dat die beschikt over een lussenpatroon en in elke deelgemeente kan worden aangevangen. Na tal van landelijke wegen te hebben gezien, bereikten we na 6,8 km de Klerkenstraat, alwaar we in de hangaar van een boerderij even konden genieten van een pauze. We lieten ons de warme drank dan ook welgevallen. Even later begonnen we aan een plaatselijke lus.

We kregen over korte afstand een tweetal splitsingen onderweg, waarbij we bij een eerste passage, tweemaal na elkaar rechts dienden aan te houden. Ook ditmaal verliep het traject in hoofdzaak langsheen landelijke wegen, waarbij we onderweg zicht kregen op de lokale boerderijen en de er omheen liggende weilanden en landerijen. Af en toe werden we voorzien van wat regendruppels, zij het eerder met mate. Toch dienden af en toe regenjassen en paraplu’s ter hand te worden genomen. Onderweg kwamen we langsheen de plaatselijke Sint Antoniusschool, welke werd opgericht in 1908. Later in 1974, zou een moderner prefab gebouw het vorige vervangen. We volgden naast de school een kerkwegel, welke overging in een smalle geasfalteerde wegel. Die gaf uit op een drukke weg, alwaar we het grondgebied betraden van Zarren (Kortemark). Even verder ging het haaks links een veldweg op. Hier werd het even ploeteren door de modder, maar in hoofdzaak konden we toch een stukje grasberm volgen.

We kwamen terug op een landelijke weg uit en gingen rechtsaf, hierbij de Molenroute volgend, een fietstraject van 30 km. In de verte konden we een molen zien, doch jammer genoeg ging het parcours van de wandeling een andere richting uit, terug naar de hoofdweg van even voordien. Deze weg werd vervolgens gedwarst, om aan de overzijde een andere landelijke route te volgen. Even ging het zowaar over het erf van een boerderij, waarbij we net langs de mesthoop gingen naar het erachter gelegen paadje. Onderweg kregen we nu tal van serres te zien, waar blijkbaar werd gekozen voor de teelt van aardbeien. Nog eenmaal ging het de drukke weg naar Zarren over en volgden de landelijke wegen elkaar op, opnieuw in de richting van de controlepost. Korte tijd later bereikten we opnieuw een punt waar we reeds vroeger tijdens de wandeling waren langs gekomen en zodoende volgden we een stukje dezelfde route, richting boerderij voor een tweede halte, ditmaal na 14,4 km. Restte ons nog een laatste stukje wandelweg van 7,2 km.

Na onze tweede onderbreking, leidde het parcours ons opnieuw langsheen een tweetal splitsingen, waarbij we ditmaal ter hoogte van de tweede splitsing rechtdoor aanhielden. Op die manier dienden we even te klimmen, vermits we ditmaal de heuvelrug van Staden van nabij gingen bekijken en aan de benen aanvoelen. We volgden er terug een gedeelte van het s’ Gaveneikepad, een lokale route welke een aanvang kent in Staden en een lengte heeft van 8,5 km. What goes up, must go down, dus volgde even verder een afdaling, waarbij we voor het eerst het zonnetje kregen te zien. Jammer genoeg zou dat slechts voor een korte periode zijn. Een langzame afdaling werd gevolgd door enkele landelijke weggetjes, waarbij we als het ware een wijde boog wandelden. Dit had tot gevolg, dat we een tijdje later opnieuw de heuvelrug dienden te overschrijden, ditmaal komende vanuit een andere richting. Bij deze tweede klim zat de wind echt wel volledig in het nadeel en dat voelde heel onaangenaam.

Eenmaal de top van de heuvel overschreden, konden we in de verte reeds de kerk van Staden herkennen. Alvorens een tweede maal langsheen de voormalige spoorlijn te wandelen, begaven we ons nog een kort stukje langsheen de Gitsbergroute, een fietsomloop van 45 km. Een bocht verder op de weg, ging het haaks linksaf en zo bereikten we voor de tweede maal de voormalige spoorbedding Armentières – Oostende. Ditmaal ging het in rechte lijn, richting centrum van Staden. Het voormalige station van Staden werd gepasseerd en even verder de plaatselijke brandweerkazerne. Een aangeplante boom uit 1993, herinnerde aan de verbroedering met het Duitse Staden. Zo bereikten we opnieuw de openbare weg en gingen rechtsaf, richting aankomst. Deze laatste rechte lijn, bracht ons nog langsheen het kerkhof van Staden en hier maakten we nog even halt. Op deze begraafplaats bevindt zich immers het graf van de Britse piloot, luitenant Peter James Nankivell, die op 07 februari 1943 sneuvelde in een luchtgevecht met een Duits vliegtuig. Op 11 november 2009, werd in de nabijheid van diens graf, een gedenkplaat onthuld.

Vervolgens begaven we ons terug op weg en wandelden doorheen de laatste straat, richting Basisschool van Staden. Een laatste bord, inzake de autoroute A. Rodenbach, deed ons vervolgens uitkomen in een volle startzaal. Met een beetje geluk konden we nog ergens aanschuiven aan een tafeltje en nog even nakaarten over de tocht. Omstreeks 14 uur hadden zich reeds 1410 wandelaars aangemeld. Wij begaven ons echter vervolgens richting thuishaven om plaats te nemen achter de pc en jullie te voorzien van een reeks foto’s en een wandelverslag. Morgen kiezen we andere oorden...”

We eindigen met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, waarin ook enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Wandeling zonder karakter. Boerenput met alles erop en eraan. Hier keer ik zeker niet terug! J: Wandeling door Staden en omgeving. Langs landelijke wegen en via de heuvelrug van Staden, korte doortocht door Zarren.’

216: Beerlegem, Zondag 16 januari 2011, 18,4 km. (4368,516 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 16/1/2011 – 9630 Beerlegem (Oost-Vlaanderen), Zwalm in de Winter – Viggaaltocht, 7-12-18 km. Gentbrugse Zwalmvrienden. Start: Mariaheem Sportzaal De Beekmeers. Tocht door de mooie Zwalmstreek op goed begaanbare wegen aan de voet van de Vlaamse Ardennen.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verhaal, met betrekking tot de bezienswaardigheden en belevenissen onderweg, omstreeks 19:31 uur.

“Dat er vaak ook prachtige wandelingen worden georganiseerd, dicht bij huis, dat mochten we vandaag ervaren. Deze ochtend trokken we dan ook richting Beerlegem (Zwalm), alwaar door de Gentbrugse Zwalmvrienden een wandeltocht werd ingericht onder de benaming Zwalm in de Winter. De plaats van inschrijving bevond zich in de Beekmeers, alwaar we zelfs nog in de duisternis aankwamen. We namen dan ook wat langer dan gewoonlijk de tijd om een hapje te eten en een koffie te nuttigen. Er kon worden gekozen uit een drietal afstanden, met name 7, 12 of 18 km. We opteerden voor de langste afstand en zouden hierbij onderweg tweemaal halt houden in café Klein Zwitserland, zo konden we het tenminste lezen op de rode blaadjes welke op de tafels waren gelegd. Blijkbaar diende men deze oplossing te kiezen, wegens gebrek aan medewerkers. De wandeling zou verlopen over drie afzonderlijke stukken, met name 5,8 – 6,1 en 7,1 km, met een totale afstand volgens de inrichters van 18,4 km. Wij hielden het echter bij 19 km.

Bij het verlaten van de startplaats konden we zien dat de deelnemers aan de 7 km, twee plaatselijke lussen dienden te wandelen met een controle in de startzaal. Het ging voor hen bij een eerste doortocht naar rechts, net zoals dit het geval was voor de andere afstanden. Er volgde een landelijke weg, waarbij we al onmiddellijk konden zien hoe de landerijen en weilanden nog voorzien waren van een grote hoeveelheid water. We volgden er tevens de Zwalmroute, een fietsomloop van 25 of 50 km. Korte tijd later bereikten we een Y-splitsing, waar we links aanhielden, we betraden op die manier het grondgebied van Meilegem. Bezijden de weg bemerkten we de aanduiding Heen, we zouden dus later op de dag via dezelfde weg terugkeren naar de startzaal. Wat verderop bereikten we een klein kruispunt, alwaar de wandelaars aan de 7 km zich naar rechts afsplitsten. De andere afstanden gingen over het kruispunt naar links, om aldus Nederzwalm-Hermelgem te betreden. We kregen al dadelijk de markeringen in zicht van de GR122, die we later tijdens de wandeling nog vaak zouden herkennen.

Wat later kregen we enkele molenstenen te aanschouwen, overschreden een bruggetje en volgden een tegelpad, langsheen een kleine waterloop. Dat de deelgemeenten van Zwalm niet bijzonder groot zijn, konden we ervaren, toen we even verder al Nederzwalm betraden en bijna onmiddellijk gevolgd door Sint Maria Latem. We bereikten opnieuw een landelijke weg welke ons leidde in de richting van de Zwalm zelf. Gekomen ter hoogte van deze waterloop, kregen we tal van routes en paden te zien. Vooreerst een autoroute, met name de Vlaamse Ardennenroute, de Watermolenroute, zijnde een fietsomloop van 42 km en tenslotte de 9 km lange Zwalmbeek Wandelroute, welke uiteraard het verloop van deze rivier volgde. We konden er vaststellen hoeveel kracht er uitgaat van water. De stroming was sterk en overal zagen we restafval, nagelaten als gevolg van de overstromingen van de afgelopen dagen. Het water moet hier heel hoog hebben gestaan, gelet op de schade aan de oevers.

Ter hoogte van de Zwalm sloegen we dan ook linksaf en volgden de oever van deze waterloop via een ernaast gelegen tegelpad. Zo wandelden we op de Zwalmbeek Wandelroute. Het pad kronkelde verder doorheen een uniek stukje natuur, waarbij we hier en daar zelfs door het water dienden te waden. Sommige delen van het pad stonden nog onder water. Gelukkig viel het allemaal nogal mee. Uiteindelijk bereikten we na geruime tijd het tegelpad te hebben gevolgd, de Ijzerkotmolen. We staken er de brug over om aan de andere kant een tegelpad te volgen naar het dichtbij gelegen café Klein Zwitserland. Hier in deze gezellige kroeg hadden we na 5,8 km een eerste gelegenheid om een hapje te eten en iets te drinken. Na de controle begonnen de wandelaars aan de 12 km aan hun terugweg. Wijzelf dienden hier vooreerst nog een lus te wandelen van 6,1 km. Bij een eerste vertrek vanaf de rustpost ging het bijgevolg naar links.

Een paadje leidde ons naar de nabijgelegen openbare weg en zo betraden we Munkzwalm. We begonnen dan aan een wijde bocht in deze omgeving, waarbij we ons al spoedig bevonden op het grondgebied van Sint Denijs Boekel. Overal kregen we zowat hetzelfde beeld, ondergelopen akkers en overvolle beken. Het ging langsheen het station van Sint Denijs, waarna we de drukke weg bereikten richting Zingem. Hier kregen we de aanduiding dat we ons bevonden op de Ronde van Vlaanderenroute, een fietsomloop van niet minder dan 80 km. Op weg langsheen deze druk bereden baan, kregen we tal van wielertoeristen als tegenliggend verkeer. We verlieten Sint Denijs Boekel en kwamen vervolgens opnieuw terecht op het grondgebied van Nederzwalm-Hermelgem. Gekomen aan een druk kruispunt troffen we rechts op de hoek een kapel aan, hier ging het rechtsaf en verlieten we de drukke weg, om opnieuw een rustige landelijke weg te volgen. Onderweg kregen we nu meerdere kapelletjes te zien, afgewisseld met enkele statige boerderijen. Uiteindelijk bereikten we een tijdje later opnieuw de Zwalm, een punt waar we reeds eerder op de dag waren langs gekomen.

We troffen er aan de andere kant van de waterloop opnieuw het reeds gevolgde tegelpad aan en de Zwalmbeek Wandelroute. Op die manier volgden we voor de tweede maal een gedeelte van het traject dat ons leidde naar de Ijzerkotmolen. Toen we ditmaal dit molengebouw voor de tweede maal bereikten, was de toegang vrij en konden we dus binnen een kijkje nemen. Ook hier stonden we versteld van de kracht van het water. Na deze bezienswaardigheid, ging het opnieuw naar het nabijgelegen café Klein Zwitserland, alwaar we de tweede en laatste controle van de dag hadden. We hadden nu 11,9 km afgelegd, restte ons nadien nog een laatste stukje wandelweg van 7,1 km. Na ons tweede oponthoud ging het ditmaal naar rechts, waarbij we verder het verloop volgden van de Zwalmbeek Wandelroute. Ondertussen was de bewolking verdwenen en kregen we de zon in haar volle glorie te zien. Het werd aangenamer om te wandelen.

Ook al lag het volgende stukje tegelpad er vuil bij, toch namen we dat er maar bij. Stilaan vorderden we richting Munkzwalm, waar we terecht kwamen ter hoogte van de Vredeskapel. Ook hier de aanduidingen van de GR122 (Hulst – Doornik) en de Zwalm, welke we terug over korte afstand zouden volgen. We overschreden nogmaals de Zwalm, via een wel erg beschadigd bruggetje, om vervolgens aan de andere oever te beginnen aan een stevige klim. Hier konden we beroep doen op betonnen tegels, welke het wat gemakkelijker maakten de heuvel te beklimmen. Eenmaal het hoogste punt bereikt, kregen we als beloning een uniek zicht over de lager gelegen landerijen en dorpen. We begonnen vervolgens via een landelijke weg aan een afdaling, richting Paulatem. We volgden er vooreerst de Vlaamse Ardennenroute en even later, de Hoeveroute. Het ging nog even een drukke weg over, waarna we stilaan vorderden richting parochiekerk van Paulatem.

Onderweg erheen kregen we zowaar een kleine Mariagrot te zien met bijhorende kruisweg. Korte tijd later ging het langsheen de kerk van Paulatem, om er even voorbij naar rechts af te draaien. Zo bereikten we nog een stukje drassig terrein, maar toch alweer een mooi stukje natuurgebied. Eens voorbij dit modderig pad, kregen we een licht hellende, begroeide veldweg, welke ons deed uitmonden op de weg welke we vroeger op de dag reeds hadden bewandeld, bij aanvang van de tocht. We bevonden ons terug op het grondgebied van Meilegem en kregen zowaar de bordjes Terug in zicht. We hadden nog slechts enkele honderden meters te gaan en kregen onderweg veel tegenliggers, welke nog vol goeie moed aan de tocht begonnen. Toen sommigen een blik gaven in de richting van onze broekspijpen en wandelschoenen, zagen we hun gezichten een beetje betrekken. Tja, de Zwalmstreek had haar sporen nagelaten.

Eenmaal de startzaal opnieuw bereikt, namen we toch nog even de tijd om iets te drinken, maar vooral om te genieten van een lekker stukje vlaai. Tijdens het genieten van deze zoeternij, konden we zien dat reeds 1314 wandelaars waren vertrokken en nog was de inschrijving niet afgesloten. Even later wandelden we opnieuw richting auto en kwamen langsheen het beeld van de jager op het plein in Beerlegem. Het monument kreeg als bijschrift Elk schot is geen haas. We zouden kunnen zeggen dat elke wandeling ook geen schot in de roos is, toch was deze spreuk vandaag niet echt van toepassing. We hebben genoten van een prachtige tocht doorheen een uniek stukje natuur, de weergoden waren ons gunstig gezind en we keerden blijgezind terug huiswaarts. Meer kan men van een zondagse wandeling toch niet verlangen nietwaar?”

We sluiten af, met nog een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Aangename natuurwandeling. De Zwalmstreek met vaak verschillende plaatsjes en tegelpaden. Was duidelijk overstroomd! J: Rustige wandeling doorheen de Zwalmstreek. De eerste voorjaarszonnestralen tijdens de namiddag. Beerlegem, Meilegem, Nederzwalm-Hermelgem, Sint Denijs Boekel, Munkzwalm, Paulatem.’

215: Schaffen, Zaterdag 15 januari 2011, 21 km. (4350,116 km.)



Deze tocht werd voorheen in de wandelgids Marching als volgt in het kort aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 15/1/2011 – 3290 Schaffen (Vlaams-Brabant), Hezerheidetocht, 4-6-12-20-30 km. VOS Schaffen. Start: Gildenzaal.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het relaas, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 19:50 uur.

“Vandaag trokken we nogmaals onze wandelschoenen aan in Vlaams-Brabant. Deze ochtend ging het dan ook voor dag en dauw richting Schaffen (Diest). Aldaar ging een wandeltocht door onder de naam Hezerheidetocht, een organisatie van de plaatselijke wandelclub vzw Vos Schaffen. Er werd verzameld in de Gildenzaal, zowat gelegen onder de kerktoren. Met een beetje moeite vonden we nog een plaatsje om ons voertuig te parkeren, waarna we even later terecht konden in de startzaal voor de inschrijving en alvast voor een hapje en een koffie vooraf. We ontmoetten er alvorens van start te gaan, Patrick van Beneluxwandelen. We konden op die manier de beste wensen voor het nieuwe wandeljaar overmaken. Vandaag kon er in Schaffen worden gekozen voor de volgende afstanden: 4, 6, 13, 21 of 31 km. Wij besloten deel te nemen aan de tocht van 21 km. De respectievelijke afstanden van deze tocht situeerden zich als volgt: 6,6 – 8,2 en 6,2 km. Exact 21 km dus, met onderweg tweemaal dezelfde rust- en controlepost in Meldert. Even later konden we op weg voor onze zaterdagse wandeltocht.

Bij het verlaten van de startzaal en op weg naar het eerste kruispunt, volgden we al het verloop van de Drieprovinciënroute, een plaatselijke fietsomloop van 56 km. We kregen ter hoogte van dit eerste kruispunt op het parcours tevens de eerste splitsing van de dag. De deelnemers aan de 4 of 6 km, dienden rechtsaf te gaan, net zoals de wandelaars aan de 31 km, welke hier vooreerst een plaatselijke lus van 9,9 km dienden af te leggen. Wijzelf gingen naar links, samen met de deelnemers aan de 13 km en later de 31 km stappers, na hun eerste rust. Het ging lichtjes hellend richting drukke Diestseweg. We troffen onderweg de aanduidingen van het Vliegveld Wandelpad aan, een wandeling welke start aan de kerk, met een lengte van 9,6 km. Het ging de drukke weg over en rechtdoor, om alzo de bebouwde kom stilaan te verlaten. In de verte zagen we zo de kerk van Schaffen verdwijnen achter de huizen. We wandelden langsheen de plaatselijke begraafplaats, waar we even halt hielden om enkele oorlogsgraven van vliegeniers te bezichtigen. We zetten daarna onze tocht verder langsheen de openbare weg, om later een rechts gelegen bos in te gaan.

Het ging een lang recht bospad op, waar we een andere ondergrond kregen om te bewandelen. Een licht modderig pad, bedekt met afgevallen bladeren. Onderweg hier en daar een afgeknapte boom, een klein bruggetje over een beek en voor de rest, natuurlijk de aangename stilte van het bos. De mengeling van geuren en vooral de diversiteit in kleuren. Enkele verschillende percelen bos volgden elkaar het ene na de andere op. Steeds afgewisseld met een kort stukje openbare weg. Hier en daar nodigde een bankje zelfs uit om even uit te blazen. Tussen de percelen troffen we akkers en weilanden aan, de meeste zelfs reeds voorzien van hopen mest, om later het land in gereedheid te brengen voor het telen van nieuwe gewassen. Sommige bomen lieten zelfs reeds kleine knoppen zien, een teken dat ook de natuur zich opmaakt voor de komende lente. De wandeling bracht ons uiteindelijk tot aan de grens met Meldert (Lummen). Aldaar ging het juist voor het grensbord, rechtsaf, om via een veldweg en met een klein ommetje uit te komen ter hoogte van de kerk.

Dit gebouw staat slechts nog gedeeltelijk overeind, nadat in juli 2006 de toren en een deel van het schip instortten. Even voor de kerk hadden we ons reeds bevonden op de LF50b Jeugdherbergroute . Ter hoogte van de kerk zelf maakte de Midden-Limburg route 1, een bocht naar rechts. Wij deden net hetzelfde, om op die manier de eerste controlepost aan te treffen in het Ontmoetingscentrum De Kalen Dries. We waren 6,6 km gevorderd en waren toe aan een hapje en een drankje. In het kleine zaaltje kostte het wel wat moeite om een zitplaats te bemachtigen, maar uiteindelijk lukte dit toch. Na de eerste pauze, keerden we op onze stappen terug tot aan de kerk. We kregen onmiddellijk twee fietsroutes te vermelden, met name de Populierenroute en De Melkweg. Deze beide omlopen zouden we herhaaldelijk volgen tijdens onze plaatselijke lus van 8,2 km waaraan we nu waren begonnen.

Ter hoogte van de kerk ging het dan ook bij een eerste doortocht voor de 21 en de 31 km naar rechts. Een klein beetje verderop, ging het linksaf via een kleine kerkwegel. Zo kwamen we terecht in de erachter liggende woonwijk en konden we ons verkijken aan een plaatselijk kapelletje. We vervolgden onze weg via een landelijke weg, om opnieuw een klein stukje bos te doorkruisen. Aan het andere eind kwamen we terecht op het Dominopad, dat uitweg gaf naar de openbare weg. Een stukje landelijke weg volgend, bereikten we een rechts gelegen veldweg. Hier ging het even bergop doorheen een wel erg modderige strook. Wat hogerop volgden we de rand van een bosgebied om korte tijd later een nieuwe klim aan te treffen. Deze veldweg leidde naar de top van de Venusberg. Hier konden we op een verhoog een kijkje nemen over de omgeving en tevens een woordje uitleg aantreffen inzake dit natuurgebied. Het ging in dalende lijn naar de landelijke wegen. Herhaaldelijk troffen we nu onderweg de aanduidingen aan van De Melkweg, welke we voorheen reeds over korte afstand hadden gevolgd.

Een groot informatiebord, ter hoogte van een plaatselijk melkveebedrijf, leerde ons het verschil kennen tussen een kalf, een vaars, een koe en een stier. Je ziet dat ook wandelen dus heel leerzaam kan zijn. Na in een wijde boog omheen Meldert te zijn gegaan, kregen we op de terugweg enkele prachtige holle wegen om te bewandelen. De bruin gekleurde grond vormde als het ware een muur waarlangs je wandelde met hier en daar een kluwen van boomwortels welke aan de oppervlakte verschenen. Ook hier kon je de kracht van de natuur duidelijk aanvoelen. Af en toe kregen we een nijdig klimmetje te verwerken en ook dienden we vaak af te rekenen met modderige en sompige paden, een duidelijk gevolg van de overvloedige regen van de voorbije dagen. Al bij al viel het eigenlijk allemaal nog wel mee. Stilaan kwamen we terug in de bebouwde kom van Meldert en konden we de kerk ontwaren. Het ging naar het ontmoetingscentrum voor onze tweede en laatste controle van de dag. Ook nu, na ondertussen 14,8 km te hebben afgelegd, waren we toe aan een hapje en een drankje.

Het laatste gedeelte van de wandeling leidde ons opnieuw naar de kerk, waar het ditmaal linksaf ging, net zoals dat het geval was voor de wandelaars aan de 13 km. Even voorbij de kerk namen we een kleine helling en kwamen terecht op een verkaveling in aanleg. Er volgde een kort stukje openbare weg langsheen enkele statige villa’s, waarna het via een wegel even de hoogte inging. Zo bereikten we een stuk bosgebied en konden we voor het laatst genieten van een wandeling over afgevallen bladeren en langs geurend hout. Jammer genoeg eindigde ook dit bospad en bereikten we terug enkele huizen. In de verte zagen we reeds de drukke Diestseweg en konden reeds het lawaai van de auto’s aanhoren. Een stukje veldweg rechts, bracht ons tot aan deze drukke verkeersader. Met de nodige voorzichtigheid geraakten we aan de overkant en volgden vanaf daar een verharde veldweg, bijna in rechte lijn naar het centrum van Schaffen. Enkele beken hadden duidelijk nog wat moeite om het overtollige water te verwerken.

Bij het binnenkomen van de bebouwde kom van Schaffen, wandelden we nog gedurende korte tijd langsheen het Kelbergen wandelpad (9 km), een traject dat eveneens start aan de kerk van Schaffen. Via een paar woonstraten bereikten we de kerk en om de hoek troffen we opnieuw de Gildenzaal aan. Het einde van een aangename, maar vooral bosrijke wandeling. Gelukkig zat het weer een beetje mee vandaag en dat geeft alvast uitzicht naar de komende lente. Na het afstempelen van onze wandelboekjes, lieten we ons nog even de rijstpap smaken en konden we nog even napraten over de tocht van vandaag. Om 14 uur hadden de inrichters reeds 1305 wandelaars weten te bekoren. Morgen blijven we alvast wat dichter bij huis, maar dat leest u dan later wel...”

We sluiten af met de vertrouwde blik in de wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Rustige bosrijke wandeling. Stevige wind op kop! J: Wandeling doorheen Schaffen en Meldert. Modderig maar zeer bosrijk. Aangename wandeltocht… en rijstpap!’

zaterdag 9 mei 2020

214: Namur, Zondag 09 januari 2011, 21,8 km. (4329,116 km.)



Een tocht welke in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 9/1/2011 – 5000 Namur (Namur), 33ste Wandeltocht in de Citadel van Namen – 4-7-11-15-22-30 km. Les Spitants de Namur. Départ: Arsenal. Arsenal, gebouwd in 1692 door Vauban, ooit wapenentrepot, paardenstallen van het leger en kazerne van de Rijkswacht. Gratis toegang tot het versterkte domein en de ondergrondse ruimtes van de Citadel. Prachtige vergezichten over de Maas en Namen.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het relaas, met betrekking tot onze belevenissen onderweg, omstreeks 21:12 uur.

“Na het vlakke land van Lier en omgeving, trokken we deze ochtend vroeg richting Namen. Aldaar vond vandaag de 33ste Wandeltocht in de Citadel van Namen plaats, een tocht ingericht door de plaatselijke wandelclub Les Spitants de Namur. De plaats van afspraak was gelegen in het Arsenal. We mochten vrij parkeren in een nabijgelegen parkeertoren, op wandelafstand van de startzaal. Even later konden we aldaar terecht voor de inschrijving en voor een hapje voor onderweg. We ontmoetten er Freddy en echtgenote uit Schelle, welke met hun club naar Namen waren afgereisd. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 7, 11, 15, 22 of 30 km. Gelet op de aard van het terrein, hielden we het vandaag bij 22 km, met een werkelijke afstand volgens de organisatie van 21,8 km. Onderweg zouden we een drietal rustposten aantreffen. Het eerste gedeelte van de wandeltocht bedroeg slechts 3,7 km en zou ons brengen tot in de Citadelle.

We verlieten even later het Arsenal en wandelden vervolgens via een brug over de nabijgelegen Samber. Aan de overkant namen we de trap naar beneden en wandelden zo verder op de kaai, gelegen naast deze rivier. Opvallend was de hoge waterstand van de Samber, wat duidde op de overvloedige regen van de voorbije nacht, maar meer nog de hoeveelheid smeltwater die via deze weg werd afgevoerd. We volgden de Samber tot aan de volgende brug, de voet van de Citadel. Aldaar splitsten zich de wandelaars van de 4 km af, welke hun weg vervolgden langsheen de rivier. De rest ging hier rechtsaf en begon aan de beklimming van de Citadel. De rood-witte markeringen van de GR126 toonden ons de weg naar boven. De Citadel werd beklommen, gedeeltelijk via de openbare weg en gedeeltelijk via enkele verkortingen langsheen onverharde paden. Dadelijk kregen we rechts van ons een uniek zicht op de stad Namen. Na een tijdje klimmen, bereikten we uiteindelijk de grote parking bovenaan de Citadel en tevens de ingang daarvan. Via een eerste stukje tunnel daalden we af naar het lager gelegen hoofdgebouw op de site. Daar konden we terecht voor een eerste controle. Deze beklimming had er natuurlijk voor gezorgd dat we al heel vlug waren opgewarmd. De eerste 3,7 km stonden op de teller en we konden een eerste maal pauzeren.

Het tweede gedeelte van de tocht bedroeg 7,7 km en begon uiteraard bij het verlaten van de controle. Hier kregen we de keuze, ofwel de Citadel bewandelen via de voetpaden, ofwel via de ondergrondse gangen. We kozen uiteraard voor de tweede optie en verdwenen voor korte tijd ondergronds. Hier maakten we kennis met gladde tunnels, waar gelukkig kon worden gerekend op de hulp van de metalen staven op de muur als houvast. Even later kwamen we opnieuw terecht in de open lucht, een stukje lager dan voordien. Tijdens het verdere verloop van de wandeling binnen de Citadel, kozen nadien ook de wandelaars van de 7 km een eigen weg. Wijzelf begonnen opnieuw aan een klim, aan de andere zijde van de Citadel. Eenmaal het hoogste punt bereikt, kregen we een schitterend zicht op de samenvloeiing van de Samber en de Maas. Het ging vervolgens verder via een onverhard pad, verder weg van de Citadel en op die manier lieten we de site achter ons. We bereikten een erachter gelegen openbare weg en zodoende ging het geleidelijk dalend verder weg van het militaire bouwwerk. Een eindje verder splitsten zich ook de wandelaars van de 11 km af, welke de weg verder volgden. Hier hadden we over korte afstand de Route monastères de la Marlagne gevolgd. De rest nam een rechts gelegen veldweg aan de overkant van de rijbaan en zo ging het richting bosgebied verderop. Op die manier bereikten we een eerste baken, genaamd Milieu du Monde en volgden we het circuit N°4 entre Sambre et Meuse.

Het pad dat we volgden, stond af en toe onder water, waardoor we genoodzaakt waren ons heil te zoeken in de ernaast gelegen grasberm. Stilaan werd het pad slechter begaanbaar, omwille van de modder. Het pad was ondertussen beschadigd door de vele wandelaars welke ons hier reeds waren voorgegaan. Onderweg splitsten zich ook de 15 km wandelaars naar links af. Wat verderop dienden we een drukke rijweg te dwarsen en aan de overzijde betraden we een stukje pelgrimsweg, aangeduid door het ondertussen bekende symbool. Het ging nu doorheen het bos bergaf en dat maakte het wandelen er niet eenvoudiger op. Halverwege de afdaling naderden we opnieuw een splitsing, waar we bij een eerste passage rechtdoor dienden aan te houden. Later op de dag zouden we hier links afslaan. Even later, bij het verlaten van het bos, bevonden we ons op het grondgebied van Wépion. Het ging via een rechts gelegen veldweg tussen de landerijen. Ook hier alweer een slecht begaanbaar stuk. Na deze korte klim bereikten we opnieuw bosgebied en daar ging het gestaag dalwaarts naar Malonne. Eenmaal de tweede boszone voorbij, bereikten we een landelijke weg en die leidde ons naar de tweede controle, gesitueerd in het Domaine de Reumonjoie, wat uiteindelijk een school bleek te zijn. Daar konden we na 11,4 km terecht in de conferentiezaal voor een hapje en een drankje.

In Malonne bevonden we ons op het verst verwijderde punt van Namen en na de controle begonnen we bijgevolg aan de terugweg. Een stuk parcours van 7,1 km zou ons terug in de nabijheid van de Maas moeten brengen. Bij het verlaten van het domein, bemerkten we dat de wandelaars van de 30 km hier een plaatselijke lus dienden te bewandelen. Wijzelf sloegen rechtsaf en begonnen aan de lange klim om Malonne te verlaten. We bereikten op die manier even later een tweede baken Reumont, gelegen op 200 m hoogte. Nadien ging het gestaag terug bergaf, tot we later een links gelegen smal pad aantroffen. Hier dienden we opnieuw stevig te klimmen en bereikten op die manier terug het bosgebied. Eenmaal in het bos aangekomen, troffen we een bredere, maar vooral rechte en lange dreef aan. Opnieuw kregen we de aanduidingen van de GR126 te zien. Het brede pad was goed begaanbaar en op die manier vorderden we snel richting Namen. Later bereikten we opnieuw het Circuit N° 4, ditmaal in dalende zin. Zo bereikten we de splitsing welke we vroeger op de dag reeds hadden gezien en ditmaal ging het linksaf, om via de openbare weg onze route te vervolgen.

Na een eindje de openbare weg te hebben gevolgd, dienden we nog een laatste heuvel te overschrijden. Bijgevolg dienden we een links gelegen pad te nemen en zo kwamen we opnieuw in bosgebied terecht. Een lange klim, deed ons uiteindelijk het hoogste punt van de heuvel bereiken, waarna het sterk dalend richting vallei ging. Na het laatste stuk bos, bereikten we de open ruimte en zodoende ging het tussen weilanden naar beneden. We daalden nu sterk af en even later kwamen we terecht aan de oever van de Maas. Hier zagen we hoe hoog het water ook hier stond. De kaai naast de rivier was zelfs gedeeltelijk overstroomd. Kort nadat we de oever hadden bereikt, hadden we nog een laatste controle in een plaatselijk schooltje. We zaten reeds 18,5 km ver en restte ons nog een laatste stukje wandelweg van 3,3 km.

We begonnen aan de slotetappe, door de boorden van de Maas te volgen, richting centrum van Namen. Op die manier volgden we opnieuw het verloop van de GR126 en van enkele fietsomlopen, met name de RV6 en 8. Ook onderweg kregen we nog enkele aanduidingen te zien dat we ons bevonden op de Camino de Santiago. Terwijl we de kracht van het water konden aanschouwen, naderden we stilaan opnieuw de Citadel en ging het vervolgens terug naar het Arsenal. Een mooie wandeling liep ten einde. Eenmaal aangekomen in de startzaal, lieten we ons het lokale gebak smaken. Vandaag konden in Namen 1543 wandelaars worden geteld en dat is zeker een niet onaardig getal, gelet op de aard van het terrein. Nu stilaan de spieren wat stram worden, kijken we uit naar een welverdiende douche na een lange dag. Straks zal het deugd doen het dekbed te voelen. Zodoende komt aan een eerste weekend wandelen een einde. De wandelschoenen zijn meteen alweer goed ingelopen.”

We sluiten af, met een blik in de respectieve wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Het overstroomde Namur. Goed verzorgd. Beklimming van de Citadelle. Bos en groen. Soms moeilijk begaanbaar. Open weer met soms een zonnetje. J: Wandeltocht langs de Citadel en verder naar Malonne en Wépion.’

vrijdag 8 mei 2020

213: Lier, Zaterdag 08 januari 2011, 25,7 km. (4307,316 km.)



De eerste tocht van een nieuw wandelseizoen, werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 8/1/2011 – 2500 Lier (Antwerpen), Lispertocht, 5-10-15-20-25 km. WSV De Dauwstappers VZW. Start: Zaal De Lispenaar. Wandeling door het groen van Lier, Kesselse Heide en Fort.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het relaas met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 20:26 uur.

“Vandaag trokken we voor de eerste maal dit jaar onze wandelschoenen aan en begonnen op die manier aan het wandelseizoen 2011. Onze eerste tocht van dit nieuwe jaar, bracht ons naar Lier. Aldaar werd door de WSV De Dauwstappers uit Edegem, de Lispertocht georganiseerd. De startplaats bevond zich in zaal De Lispenaar, tegenover het stadion van SK Lierse. We vonden er dan ook parkeergelegenheid in overvloed op de parking van de club. Aan de overzijde van de weg, konden we vervolgens terecht voor de inschrijving en ter versterking van de inwendige mens. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 5, 10, 15, 20 of 25 km. We kozen voor de afstand van 25 km, bestaande uit een kleine lus van iets meer dan 5 km en een grote lus van iets meer dan 20 km. Op die manier zouden we een totale afstand afleggen volgens de inrichters van 25,7 km. Na een hapje en een drankje waren we klaar voor de kleine lus van 5,2 km.

Na de start, verlieten we via een drukke steenweg, de bebouwde kom en volgden een smal geasfalteerd paadje, in de richting van de Nete. We volgden op die manier een eerste wandelroute van de dag, met name het Havenpad. Dit enigszins kronkelend paadje, bood ons een eerste stukje verwilderde natuur om te bekijken en vervolgens de nogal snel stromende Nete. We gingen onder de spoorweg door, om deze over korte afstand te volgen. Hierna volgde de eerste splitsing van de dag, waar we bij een eerste passage rechts dienden aan te houden, net zoals de deelnemers aan de 15 en de 5 km. Hier volgden we over korte afstand de Diamantroute, een fietstraject van 30 km, alsook de LF5 Vlaanderen Fietsroute. Later tijdens de wandeling, zouden we nog vaak deze route gedeeltelijk volgen. De omloop van de 5 km liet ons wandelen langsheen enkele restaurants uit de vermoedelijk duurdere prijsklasse, gelet op de aard van de bouwwerken. Voortdurend hoorden we het geluid van opstijgende vliegtuigen, die laag boven onze hoofden het luchtruim kozen. Ondertussen zagen we heel in de verte de kerk van de stad Lier verschijnen. Het verloop van het wandelparcours, leidde ons langzaam die richting uit. Wat later bereikten we opnieuw een waterloop, waar we juist na het overschrijden ervan, rechts het jaagpad volgden. Hier opnieuw enkele wandel- en fietsomlopen, met name de Arkelroute van 42 km en het Nazarethpad. We volgden het jaagpad verder, waarbij we stilaan terug in de richting wandelden van de bebouwde kom van Lier. Even later bereikten we de Leuvensepoort en aldaar, sloegen we rechtsaf, om de andere oever te volgen. Op die manier volgden we even later het Timmermanspad (5 km), een pad dat ons liet kennismaken met het Groot Spui. Een prachtig gerestaureerd gebouw, dat vroeger dienst deed als sluis. Ter hoogte van dit bouwwerk troffen we eveneens een GR-paal aan, welke de beide richtingen aangaf met betrekking tot de GR12, zijnde Amsterdam – Parijs. Net zoals de GR doorheen het Groot Spui verliep, zo vervolgden wij ook onze weg. Ondertussen zagen we links van ons de kerk van Lier en meteen was het duidelijk dat we niet deze richting zouden uitgaan. We vervolgden verder het verloop van het rechts van ons gelegen water, stilaan terug in de richting van het stadion van Lierse. Korte tijd later, na een korte passage langsheen een van de invalswegen naar de stad, bereikten we opnieuw de startzaal. Meteen zaten de eerste 5,2 km erop.

Na een korte pauze, begonnen we aan de grote lus van 20 km. We volgden in het begin daarvan dezelfde weg, tot we opnieuw de splitsing bereikten waar we reeds eerder op de dag waren langs gekomen. Ditmaal ging het naar links, dezelfde weg die diende te worden gevolgd door de wandelaars aan de 10 of 20 km en bij een tweede passage voor de 15 en 25 km. We volgden hierbij opnieuw het traject van de LF5 Vlaanderen Fietsroute en het verloop van de GR12. We staken opnieuw het water over, via de spoorwegbrug. De wind wakkerde fel aan en af en toe leek het eerder op een stormachtige dag. Bomen bogen zich onder het geweld van de wind en hier en daar bemerkten we een exemplaar dat was afgeknakt. Voorbij de brug volgden we een rustige landelijke weg, langsheen enkele in de bomen opgehangen kapelletjes. Even verder ging het een rechts gelegen zijstraat in en die ging over in een onverhard pad. Aldus bereikten we een eerste stukje bos. Hier konden we opnieuw even wandelen over paadjes, bedekt met afgevallen bladeren. De laatste restjes sneeuw waren af en toe nog zichtbaar. De paadjes en de stukjes landelijke weg, brachten ons even later in het natuurgebied de Steenbeemden. Hier kregen we zicht op hoe de natuur zichzelf in stand tracht te houden. Afgevallen bomen die toch nog hun nut bewijzen in dit biotoop. Bij het verlaten van een van de talrijke groenzones, bevonden we ons plotseling op het grondgebied van Kessel (Nijlen). Na nog een stukje bos te zijn doorgetrokken, bereikten we de openbare weg, welke ons bracht naar de bebouwde kom van deze gemeente. Ter hoogte van het eerste drukke kruispunt, vervolgden de wandelaars aan de 10 en 15 km hun tocht rechtdoor, terwijl wijzelf, samen met de deelnemers aan de 20 km, rechts aanhielden en wandelden in de richting van de spoorlijn. Eenmaal de overweg bereikt, hadden we een volgende controle in café ’t Stationnetje. We hadden ondertussen 9,7 km afgelegd en waren toe aan een hapje en een drankje. De stempelcontrole gebeurde hier middels zelfbediening.

We volgden de spoorlijn naar rechts tot aan een volgende overweg. Even verder bereikten we het aldaar gelegen Fort van Kessel. Jammer genoeg gesloten tijdens de wintermaanden, maar tijdens de zomer gratis te bezoeken op aanvraag, zo meldden ons de infoborden ter zake. Toch konden we even van nabij de ingang van dit voormalig militair bouwwerk bekijken. Blijkbaar waren enkele vrijwilligers bezig met de grote schoonmaak in een van de gangen. Na deze bezienswaardigheid, volgden we het Fortpad, welke omheen de omwalling verloopt. Blijkbaar zijn er 14983 stappen noodzakelijk om het gehele traject af te leggen. Wij beperkten ons echter tot een kort gedeelte omheen het fort, waarna we de omwalling verlieten via een rechts gelegen pad. We bereikten een asfaltwegje dat aldaar aansluiting gaf en zodoende wandelden we verder richting Hoogbos. Hier volgden we een bredere weg, welke leidde naar het Provinciaal Groendomein Kesselse Heide. Na een gevaarlijke weg te hebben gedwarst, betraden we dit prachtige natuurgebied. Meteen kregen we een zanderige ondergrond en veranderde de beplanting. Enkele zandduinen konden worden bekeken. Hier kregen we zowaar een zomers gevoel, toen de zon zich even liet zien, zij het eerder beperkt in tijdsduur. Dat het Heidepad niet mocht ontbreken in zo een omgeving, dat konden we even later ervaren. Na enkele zandwegen te hebben betreden, bereikten we later opnieuw de reeds bekende Nete. Ditmaal klommen we even hogerop om het jaagpad te bereiken. Het ging ditmaal linksaf en zo volgden we de meanders van deze rivier. Geruime tijd later, maar bovendien tal van bochten verder, bereikten we het lokaal van de Sasvrienden, een plaatselijke vissersclub. Hier hadden we de laatste controle van de dag na ondertussen 17,4 km te hebben afgelegd. Restte ons nog een laatste stukje wandelweg van 8,3 km tot aan het stadion van Lierse.

Na deze laatste halte, ging het over de brug, richting centrum van Emblem (Ranst). Amper opnieuw vertrokken begon het te regenen, waardoor we genoodzaakt waren om poncho en paraplu boven te halen. Niet altijd eenvoudig aan te trekken bij hevige wind. We kregen opnieuw een landelijke weg aangeboden, welke verliep tussen tal van boomgaarden. Gemakkelijk te begrijpen dat we dan ook een gedeelte volgden van de 30 km lange Boomgaardroute. Onderweg splitste zich nogmaals het traject van de 10/15 en 20/25 km. We namen nog even een kijkje in een Maria kapel welke we onderweg zagen om vervolgens verder het gevecht aan te gaan met de regen, maar vooral met de wind. Beide factoren bemoeilijkten het nemen van foto’s onderweg en zodoende bleek er niet veel anders over dan moedig verder te stappen, ondanks de minder gunstige weersomstandigheden. Uiteindelijk bereikten we een aangelegd fietspad, dat vrijwel in rechte lijn verliep, richting Lier. Zo konden we dan toch nog min of meer droog de eindstreep bereiken in de Voetbalstraat, waar de startzaal was gelegen. Daar konden we bemerken dat omstreeks 14 uur reeds 503 wandelaars waren geteld. We konden vandaag een niet onaardige wandeling beleven, de eerste van het nieuwe jaar en zo zijn we begonnen aan een hopelijk goed gevuld wandeljaar 2011.”

We sluiten af met een blik in de respectieve wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Rustige wandeling door het groene Lier. Via Kessel en Emblem. Regen! Het historische ontbrak hier! J: Tocht doorheen Lier en omgeving. Het Fort van Kessel, de Nete, de Kesselse Heide, Emblem enz. Een mooi begin van het nieuwe wandeljaar.’

212: Sleidinge, Zaterdag 25 december 2010, 13,8 km. (4281,616 km.)



De laatste wandeltocht tijdens het jaar 2010. Deze tocht werd in de wandelgids Maching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 25/12/2010 – 9940 Sleidinge (Oost-Vlaanderen), Eindejaarstocht, 7-9-13-17-21 km. W.A.K. (Wandelclub Al Kontent). Start: Vrije Basisschool De Bijenkorf. Langs rustige en landelijke wegen. Verzorgde controleposten.’ Het verhaal van de tocht werd pas ‘s anderendaags geschreven, omstreeks 14:51 uur.

“Het jaar loopt stilaan naar zijn einde toe, vandaar dat wij vandaag opteerden om deel te nemen aan de Eindejaarstocht, ingericht door Wandelclub Al Kontent te Sleidinge. De gemeente zelf is voor ons geen onbekende, aangezien we er werden geboren en er tevens zijn opgegroeid. Er zouden ons dus geen verrassingen te wachten staan, behalve natuurlijk het fenomeen van de weergoden. Immers, vandaag beleefden we een witte Kerst en dat zou spoedig duidelijk worden tijdens de wandeling, met name een parcours, af en toe zeer moeilijk begaanbaar omwille van de aanwezigheid van sneeuw, maar vooral ijs. De plaats van afspraak situeerde zich in de Vrije Basisschool De Bijenkorf. Aldaar konden we terecht voor de inschrijving en konden er tevens parkeren op de binnenkoer van de school. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 7, 9, 13, 15, 17 of 21 km. Een blik op het traject leerde ons dat het een tocht zou worden omheen de kerktoren, met een kleine zijsprong naar het grondgebied van de fusiegemeente Evergem. Na een hapje voor onderweg, konden we op stap.

We verlieten het schoolgebouw via een zijuitgang, langsheen het Akkerken, om langsheen een plaatselijk monument, voorstellende een V2, te wandelen. Op die manier ging het via een aanpalende woonstraat in de richting van de open velden. We troffen er kort na de start, de aanwijzingen aan, dat we ons bevonden op de Burggraven route (45 km) en tezelfdertijd het Sint Kristoffel pad. Het werd al spoedig duidelijk dat sommige straten, waar nog niet werd gestrooid, er spiegelglad bij lagen. Dat maakte het moeilijk om te stappen. Even verder bereikten we een eerste veldweg en daar ging het iets makkelijker, omwille van de nog nagenoeg verse sneeuwlaag. Eenmaal de open velden bereikt, kregen we schitterende vergezichten voor ogen, alles nagenoeg bedekt onder een wit deken. Sloten dicht gevroren en voor de rest stilte alom. Via een pad ging het tussen de landerijen door, in de richting van de Langendam. Daar kregen we in een voortuintje de eerste sneeuwpop van de dag te zien. Er zouden er nog enkele volgen later tijdens de wandeling.

We volgden de weg verder in de richting van de Weststraat. Op dat kruispunt, ter hoogte van de psychiatrische kliniek, ging het rechtsaf, richting Linde. Korte tijd later bereikten we aldaar, na iets meer dan 3 km, de eerste rustpost, gevestigd in de lokalen van de plaatselijke judo club. Hier konden we de handen een beetje verwarmen en ons tegoed doen aan een warm drankje. Diegenen die deelnamen aan de wandeling van de 17 of 21 km, hadden hier vervolgens een plaatselijke lus te wandelen. Omwille van de slechte begaanbaarheid van de wegen, zagen we hiervan af en beperkten ons vandaag tot een kortere afstand. Na de controle, vervolgden we naar links onze weg, richting grondgebied van Evergem. We kregen enkele landelijke wegen te verwerken, waar ook af en toe stroken dienden te worden begaan, die nog niet ijsvrij waren. Bijzonder glad op bepaalde momenten. Gelukkig kregen we ook wegen welke reeds sneeuw- en ijsvrij waren gemaakt en dat maakte het wandelen er een stukje eenvoudiger op. Via Kromvelde en de Zevekotestraat, bereikten we de Kwadeweg, de drukke verbindingsweg tussen Gent en Eeklo.

Onderweg bewandelden we een gedeelte van het Everpad. We dwarsten deze weg en zetten aan de overzijde onze wandeling verder via een landelijke weg. Na wat bochtenwerk, verlieten we de openbare weg, via een links gelegen veldweg en trokken de open velden in. In de verte zagen we de kerktoren verschijnen. Via enkele paden bereikten we de bebouwde kom en kwamen uit ter hoogte van de kerk. In de Dorpsstraat ging het rechtsaf, richting Gemeenteschool. We konden aldaar terecht voor een kleine opwarming. Ondertussen was de zon verschenen, doch we konden nog niet spreken van voelbare warmte, evenmin begon het ijs op de weg te dooien. Na deze controle, de laatste van de dag, trokken we op weg om het laatste gedeelte van de wandeling af te werken. Het ging rechtsaf, richting Hooiwege, waar we langsheen het voormalige moederhuis Ave Maria wandelden.

We volgden de drukke weg richting Lembeke, tot aan de Mithremstraat, alwaar het linksaf ging. Aldaar kregen we een hele verzameling sneeuwpoppen te zien, een niet alledaags zicht. Verder in de Mithremstraat, ging het via een links gelegen veldweg, richting dorpskerk. We volgden er een moeilijk begaanbaar pad, deels ondergesneeuwd, deels bedekt met ijs. Stapvoets ging het tussen de akkers, richting Dellaertsdreef, alwaar we reeds vroeger op de dag waren van start gegaan. Hier wachtte ons een stukje bijna onbegaanbare openbare weg, waar het wegdek was bedekt met een laag ijs. Hier maakten velen een schuiver en konden zich met moeite staande houden. Gelukkig bereikten we de Weststraat en daar ging het linksaf, richting aankomst. Uiteindelijk bereikten we na 13,8 km de startzaal en dat volstond ruimschoots voor vandaag.

Jammer genoeg hadden de inrichters van deze wandeling geen verhaal tegen de omstandigheden, waardoor af en toe het parcours minder begaanbaar was en daardoor uiteraard de pret van het wandelen snel verdwijnt. Gelukkig is het niet elke dag van het jaar zo erg gesteld. Zo waren we vandaag waarschijnlijk toe aan onze laatste wandeldag van 2010. We sluiten het jaar af met een voorlopige totaalstand van 4281,616 km.”

We eindigen met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden nagelaten. ‘K: Wandeling in en rond Sleidinge. Deze anders zo mooie streek lag er nu spiegelglad bij. Heel moeilijk begaanbare wegen. Met deze wordt het jaar afgesloten! J: Wandeltocht met vertrek in de Bijenkorf te Sleidinge. Zeer moeilijk begaanbaar parcours omwille van sneeuw en ijs. Dit was wellicht de laatste wandeling van 2010. Alvast hop naar een volgend jaar. Wie weet wordt het wandelen op een andere manier??’

donderdag 7 mei 2020

210: Blankenberge, Zondag 28 november 2010, 20,22 km. (4246,816 km.)



Een wandeltocht welke in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 28/11/2010 – 8370 Blankenberge (West-Vl.), 22ste Stormtocht, 6-12-21 km. Internationale Tweedaagse Blankenberge V.Z.W. Start: Forum. Stadswandeling langs Belle Epoque huizen gecombineerd met een frisse neus langs strand, duin en jachthaven. Start en aankomst in de gezellige zaal Forum in de belangrijkste winkelstraat van Blankenberge. Gratis Glühwein onderweg.’ Na afloop van deze koude winterse wandeltocht, schreven we nog dezelfde avond een verhaal met betrekking tot onze belevenissen onderweg, omstreeks 21:04 uur.

“Vandaag was het een ideale dag om een frisse neus te halen in de gezonde vrieslucht. We trokken deze ochtend dan ook vol goede moed en bij een temperatuur van - 3,5 ° C naar Blankenberge aan de Belgische kust. Aldaar werd door de vzw Internationale Tweedaagse Blankenberge, de 22ste Stormtocht ingericht. De startplaats was gelegen in zaal Forum, in de bekendste winkelstraat van Blankenberge, de Kerkstraat. We parkeerden ons voertuig op de parking aan het station en hadden nadien een kleine wandeling, als opwarming wel te verstaan, naar de startzaal. Even later konden we daar terecht voor de inschrijving en nadien voor een hapje en een warm drankje. Het parcours dat vandaag kon worden gekozen, bestond uit een wandelafstand van 7, 12 of 18 km. We kozen voor de laatste afstand, met een werkelijke lengte van 20,22 km. Onderweg hadden we de keuze uit vijf controleposten, hetgeen bij deze koude temperaturen meer dan welkom zou zijn. Na nog een sanitaire stop, trokken we alvast op weg voor deze Stormtocht.

Het eerste gedeelte leidde ons de winkelstraat uit, om vervolgens via enkele binnenstraten en langsheen enkele kunstwerken ons te laten kennismaken met enkele als monumenten geklasseerde belle-epoque woningen. Op die manier bereikten we het golfterrein van Blankenberge, dat vervolgens aansluiting gaf met de zeedijk. Zo vroeg op de ochtend was er heel weinig beweging in de stad en dat gaf een wel heel speciaal gevoel. Eenmaal de zeedijk bereikt, ging het linksaf, richting vuurtoren. Ondertussen konden we genieten van de aanblik van een deels ondergesneeuwd strand, wat je nu ook niet elke dag kan zien. Voorbij de vuurtoren, bewandelden we vervolgens het Oosterstaketsel, waar we op het einde een eerste controle hadden in de gelijknamige brasserie. Hier konden we na 1,83 km een eerste maal beroep doen op een warme chocomelk om terug op temperatuur te komen. Na deze eerste halte, ging het terug via het Oosterstaketsel in de richting van de nabijgelegen jachthaven.

Ook hier nog weinig bootverkeer, gelet op de koude weersomstandigheden. We wandelden vervolgens omheen de gehele jachthaven, hierbij de A. Wittewrongel wandeling volgend. Halverwege deze tocht langsheen de jachthaven, splitsten zich de deelnemers aan de 6 km af naar links. Wij vervolgden onze weg, opnieuw langsheen enkele kunstwerken en ondertussen kijkend naar de talrijke jachten welke lagen aangemeerd. Aan de andere kant van de jachthaven, splitsten zich ook de wandelaars aan de 12 km af naar links. De langste afstand hield aldaar rechtdoor aan en op die manier betraden we het strand. Een restant van een voormalige bunker scheen ons te verwelkomen op het bevroren zand. Af en toe leek het alsof we op een betonweg wandelden. We hielden op het strand links aan en trokken op die manier naar het verder gelegen Wenduine. Ook ditmaal, tijdens de lange wandeling langsheen de branding, kregen we een merkwaardig zicht op ondergesneeuwde duinen, waarbij het duinengras ditmaal schitterende in het zonlicht. Ontelbare hengelaars stonden aan de branding hun favoriete hobby te beleven.

Eenmaal het strand van Wenduine bereikt, wandelden we vervolgens een kort stukje over de zeedijk. Even later ging het haaks linksaf en kregen we een stel trappen te verwerken, om op die manier te klimmen tot aan de kiosk welke zich bevindt op het topje van de duinen. Hier kregen we een schitterend uitzicht over de omliggende omgeving en over het strand in zijn geheel. We daalden vervolgens af via een geasfalteerd wegje, hierbij het Duinbossen wandelpad volgend. Zo ging het stilaan in de richting van de volgende controlepost, welke we bereikten na 5,85 km te hebben gewandeld. Onze tweede rustpauze van de dag vond plaats in Chalet Westhinder, gelegen langsheen het strand. In het chalet namen we even de tijd voor een hapje en een warm drankje. Dat het buiten koud was, dat hadden we ondertussen al voldoende ervaren. Het volgende gedeelte van de wandeling bedroeg slechts 2,09 km en stuurde ons vooreerst in de richting van de Kustbaan en de kusttram. Beide hindernissen werden veilig gedwarst, waarna we aan de overzijde van de weg verdwenen in het Duinbos van Wenduine.

Hier konden we met gemak een smal asfaltpaadje volgen tussen af en toe besneeuwde, maar helaas reeds omgevallen bomen. Altijd mooi om naar te kijken. Het pad kronkelde zich tussen de bomen en af en toe was het even opletten, vooral wanneer stroken aan de beurt kwamen welke geen zonlicht verkregen. Op het ijs was het dan even voorzichtig stappen om erger te voorkomen. Eenmaal het Duinbos achter de rug, bereikten we de drukke kustbaan, alwaar we een stukje het traject volgden van de LF1b Kust Fietsroute en van de Permekeroute. Korte tijd later, bereikten we de molen van Wenduine, altijd goed voor een paar mooie foto’s onderweg. Voorbij de molen ging het rechtsaf, via een klein buurtparkje, waar we enkele geiten zagen zoeken naar voedsel. Via enkele woonstraten, bereikten we wat later een binnenplein, waar we in het café De Beurs, nog even toe waren aan een kopje warme koffie. Na dit zoveelste intermezzo, dienden we stilaan te gaan denken aan de terugweg. Het wandelgedeelte dat we nu zouden aanvangen bedroeg 6,15 km en zou ons terug leiden naar Blankenberge.

Het ging terug in de richting van de kustbaan en kusttram, waar we meteen een schelpenpad kregen aangeboden, dat evenwijdig verliep aan deze beide verkeersaders. We wandelden hier enigszins hoger dan de rijbaan en kregen op die manier een weids zicht over het hinterland. Ook hier ondergesneeuwde akkers en weilanden, welke af en toe lagen te blinken in het zonlicht. Het pad dat we volgden, kronkelde zich verder langsheen de kustweg en bevatte ook tal van niveauverschillen. Zo diende af en toe een beetje te worden geklommen. Heel in de verte waren de flatgebouwen en de kerk van Blankenberge reeds waar te nemen. Na geruime tijd het duinenpad te hebben gevolgd, dienden we rechts een stel trappen af te dalen en vervolgens de tramlijn en de kustbaan te dwarsen. Op die manier bereikten we de erachter gelegen gemeente Harendijke (De Haan). Weinig verder bereikten we terug het grondgebied van Blankenberge. Via een woonstraat ging het vervolgens richting Blankenbergse Vaart, waar we opnieuw rechtsaf gingen en het verloop van deze waterloop volgden.

Het water vloeide er aan hoge snelheid richting zee. Om de hoek bereikten we vervolgens een verkaveling, alwaar we het traject volgden van de Genteleroute, een fietsomloop van 33 km. Via diverse kasseiweggetjes binnen deze verkaveling, bereikten we wat later een volgende rustpost, gelegen in de Jeugdherberg De Wullok. Hier werden we alvast voorzien van gratis glühwein en dat smaakte naar behoren. Jammer genoeg zat deze te kleine ruimte overvol wandelaars en dat was toch wel een klein minpuntje tijdens deze overigens tot nu toe prachtige wandeling. In deze Jeugdherberg immers kwamen opnieuw alle afstanden samen, wat meteen zorgde voor een drukte van jewelste. We zijn er dan ook niet lang blijven talmen, maar vervolgden onze wandeltocht. Een kort stukje wandelweg zou ons vervolgens brengen tot aan het domein Floreal. Dit stukje parcours verliep hoofdzakelijk langs geplaveide verbindingswegjes binnen een woonwijk. Na een korte halte aldaar, ging het terug richting startzaal. Beide laatste stukjes wandelweg hadden respectievelijk een lengte van 2,26 en 2,04 km. Toen we het domein Floreal verlieten, ging het opnieuw de drukke weg over, richting zeedijk van Blankenberge.

Het laatste gedeelte ging langs tal van horecazaken, gelegen op de dijk, waarna we uiteindelijk via de bekende trappen ter hoogte van de Kerkstraat, uitzicht kregen op de aankomststreep. Ook daar wachtte ons een volle zaal met wandelaars welke wachtten op de bus, de trein, of gewoon nog even de tijd namen om na te praten over de tocht van vandaag. We namen ook nog even een korte pauze om iets te nuttigen, waarna het stilaan huiswaarts ging. Bij het afsluiten van de inschrijvingen was men gekomen tot een totaal van 1613 wandelaars. Gelet op de vriestemperaturen, een niet onaardig getal. Uiteindelijk konden we vandaag genieten van zon en zee, zij het in andere omstandigheden dan we gewoon zijn te doen. Een bevroren strand en ondergesneeuwde duinen, je ervaart het niet elke dag. Nu genieten we thuis nog even na bij het bekijken van de foto’s, en dat terwijl de oortjes stilaan beginnen gloeien...”

We eindigen dit wandelverhaal, met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin, kort na afloop van de tocht, enkele eerste indrukken werden nagelaten. ‘K: Blankenberge in de winter. Zonnig, koud op een bevroren strand. De sneeuwkristallen gaven een mooi decor aan de duinen. Heel aparte kijk op de zee. J: Wandeling met start in Blankenberge en langs het strand naar Wenduine. Een tocht door ondergesneeuwde duinen en over een bevroren strand. Een stukje hinterland en tenslotte een stukje Zeedijk en binnenstad. Koude winterse (storm) tocht.’

209: Genk, Zaterdag 27 november 2010, 17,8 km. (4226,596 km.)



Een tocht welke in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 27/11/2010 – 3600 Genk (Limburg), 17de Mijnmonumentenwandeling – 4-7-12-22 km. W.S.V. Winterslag. Start: C-mine. Deze wandeling is in 1994 tot stand gekomen als eerbetoon aan de mijnwerkers en hun gezinnen, maar ook opdat de jeugd en latere generaties zouden weten waarom de mijnbouw bestond.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een verslag inzake de belevenissen onderweg, omstreeks 21:03 uur.

“Een wandeling, welke in 1994 tot stand kwam, als eerbetoon aan de mijnwerkers en hun gezinnen, was vandaag aan zijn 17de editie toe. We hebben het hier over de Mijnmonumentenwandeling, welke vandaag zaterdag werd georganiseerd door de WSV Winterslag. De startplaats was gelegen in het complex Q-sports – C-mine te Genk. Na een lange autorit, af en toe langsheen licht besneeuwde landschappen, bereikten we om even voor negen uur Genk. We vonden na een beetje zoeken toch een parkeerplaats in de nabijheid van de voormalige mijnsite. Even later konden we terecht in het vernieuwde gebouw voor de inschrijving. We kwamen net aan toen een drietal bussen met wandelaars de startzaal eveneens bereikten, met als gevolg een klein beetje chaos aan de inschrijvingstafel. We vonden evenwel vlug een vrije tafel en konden allereerst een beetje denken aan de versterking van de inwendige mens. Vandaag kon er worden gekozen uit vier verschillende wandelafstanden, met name 4, 6, 12 of 18 km.

We kozen voor de laatste afstand met een werkelijke lengte volgens de inrichters van 17,8 km. Iets korter dus dan de aangekondigde afstand van 22 km. Onderweg zouden we twee controleposten aantreffen, namelijk na respectievelijk 6,1 en 13 km. Aan het begin van de wandeling kregen we zicht op de enorme mijntorens, welke de omgeving min of meer domineren. Het voormalige mijngebouw zelf, werd ondertussen gerestaureerd en herbergt nu een sportcomplex, een restaurant, een bioscoop, enz. We wandelden een stukje op het voormalige terrein van deze mijnsite en kwamen langsheen enkele vervallen gebouwen. We kregen een houten brugje om over te steken en daar konden we ervaren dat het brugdek glad was, omwille van de nachtvorst. Hier splitsten zich de wandelaars van de 6 km naar links af. Wij hielden rechts aan en volgden een verhard paadje.

Op korte afstand daar vandaan, verlieten ons ook de wandelaars aan de 4 km, welke een rechts gelegen wegje opgingen. Samen met de wandelaars aan de 12 km ging het rechtdoor, waarna we een eerste stukje natuurgebied, met andere woorden een bosje, aantroffen. Ondertussen hadden we geruime tijd zicht op een links gelegen terril. Eenmaal op weg in het bos, volgden we een met afgevallen bladeren bedekt wandelpaadje, dat ondanks de regen van de voorbije dagen, goed begaanbaar was. Even ontbraken loofbomen en bereikten we een zone met naaldbomen. Hier ging het via een smalle wegel tussen de beplanting. Aan het andere uiteinde van deze groene zone, bereikten we de openbare weg. Aldaar splitsten zich de wandelroutes van de 12 en de 18 km. Wij dienden rechts af te draaien en vervolgden onze weg, doorheen een ander bosgebied, ditmaal via een smalle geasfalteerde weg. We bereikten op die manier de wijk Driehoeven ter hoogte van een gevaarlijk kruispunt.

We staken de weg over en verdwenen aan de overzijde in een stukje bosgebied. Ditmaal kronkelde zich een wandelpad tussen de berken. Geruime tijd later, mondde dit pad uit in een woonwijk. Het werd korte tijd huisjes kijken, om onze weg te vervolgen achter twee woonblokken, waarna we uitkwamen ter hoogte van een drukke weg. Via enkele trappen bereikten we deze hoger gelegen baan en hielden links aan. Via een brug ging het over een verlaten spoorlijn en tezelfdertijd bevonden we ons op de Midden–Limburg route 3. We daalden af naar een rotonde, alwaar we een eerste aandenken aantroffen met betrekking tot het mijngebeuren. We vonden er de aanduidingen inzake de Maas–Mijnroute 2. Ter hoogte van de rotonde ging het in eerste instantie naar rechts, waar 300 m verder de eerste controlepost was gesitueerd. We bereikten dan ook na 6,1 km het Plot, een opleidingscentrum voor brandweer, politie en hulpdiensten. Daar konden we in de refter terecht voor een hapje en een warm drankje.

Na een eerste halte, keerden we een eindje op onze stappen terug tot aan de reeds eerder vernoemde rotonde. Ditmaal volgden we rechtdoor en wandelden een eindje door de bebouwde kom. Even later ging het naar links, richting wijk Nieuwe Kempen. Onderweg kwamen we langsheen het plaatselijke compost schooltje. Amper dit gebouw voorbij, bereikten we een bosgebied, zoals later zou blijken het Hengelbos. Hier een lang wandelpad dat evenwijdig verliep aan de bosrand en waar we af en toe een klein hoogteverschil aantroffen. Onderweg waren grote stukken bos gekapt, omwille van de aanleg van een hoogspanningslijn. Gelukkig kwam ondertussen de zon te voorschijn en dat gaf een aangenamer gevoel om te wandelen. Ook al was het temperatuurverschil slechts gering, alle beetjes helpen vaak. Na geruime tijd het pad te hebben gevolgd, bereikten we terug de openbare weg.

We staken de baan over en vonden aan de overkant een bosgebied, waar we een geasfalteerd wandelpad volgden. Dit bracht ons ter hoogte van een erg druk bereden weg, welke we gelukkig konden volgen via een fietspad naast de rijbaan. We bemerkten er het traject van de Midden–Limburg route 3. Een schroothandelaar zorgde even voor een ludieke afwisseling en was het alvast waard om enkele foto’s te nemen. Naarmate we het verloop van deze drukke weg volgden, bereikten we het rechts gelegen natuurgebied Schemmersberg. Het ging dan ook haaks rechtsaf in de richting van deze zone. Het ging via een brug over enkele sporen, waarna we aan de andere kant het natuurgebied konden betreden. We belandden algauw tussen de sparren en de eerste zandduinen. Af en toe kregen we een klein klimmetje voor de voeten geschoven, doch al bij al viel het allemaal nogal mee. De te overwinnen hoogtes waren eerder miniem.

Voorbij het zand kwamen we in een bosgebied terecht, waar we een pad naar links dienden te volgen. Ook ditmaal over lange afstand een bijna loodrecht doorlopend pad, waar enkele niveauverschillen dienden te worden overbrugd. Eenmaal het pad achter de rug, bereikten we een bebouwde zone, waar de weg die we volgden, uitmondde op een T-kruispunt, ter hoogte van de Casa Papa Giovanni. Hier troffen we de tweede controlepost van de dag aan en konden achteraan in een zaaltje terecht voor een hapje en een drankje. We waren ondertussen 13 km ver en restte ons nog een laatste stukje wandelweg van 4,8 km. Bij het verlaten van de tweede controle was het meer dan duidelijk dat we omheen de grote terril aan het wandelen waren. Tijdens de wandeling hadden we die kleine berg reeds vanuit alle mogelijke hoeken kunnen aanschouwen. Nu ging het terug over de spoorlijnen en onmiddellijk rechtsaf, om daar een smalle wegel te volgen, welke evenwijdig verliep met de spoorweg. Het smalle paadje kronkelde enigszins en ging een beetje op- en neerwaarts. Aan het einde van het paadje, staken de wandelaars van de 6 km de weg over en verdwenen aan de overkant in een ander stukje bos. Wij gingen rechtsaf om wat verder hetzelfde bosgebied in te gaan.

Wat verderop bevonden we ons op een plaatselijke wandelroute, met name het Heikneuterpad. Op die manier ging het dadelijk het Kriekelbos in, waar we smalle paadjes konden volgen. Een kleine klim onderweg liet ons dit gebied even vanuit een hoger gelegen positie bekijken. Het paadje volgend, bereikten we een plaatselijke kerk, gesitueerd naast een afdeling van het Syntra. Ook hier kregen we zicht op een klein monument dat deed denken aan het mijnwezen. Vervolgens ging het via de openbare weg, terug in de richting van de mijnsite waar we enkele uren voorheen waren van start gegaan. Stilaan kwamen de enorme torens in zicht. Een stel wagonnetjes op de laatste rechte lijn, deed ons nog even stilstaan bij de leefomstandigheden van de mijnwerkers destijds. Wat later bereikten we de gerestaureerde mijnsite, om er nog even na te kaarten over deze wel bijzondere wandeling van vandaag. Toen enkele bussen met wandelaars terug huiswaarts vertrokken, werd het even rustig in de startzaal.

Later, toen we terug huiswaarts gingen, noteerden we omstreeks 14 uur reeds 1495 deelnemende wandelaars. Na de kennismaking met het Waalse mijnwezen vorige week, hadden we vandaag een ontmoeting op Vlaams grondgebied met de restanten van wat ooit een bloeiende nijverheid is geweest. Jammer genoeg is ook dat deel van de industrie teloor gegaan en moeten we het voortaan doen met enkele herinneringen ter zake. Gelukkig bestaan er nog voldoende initiatieven om dit stukje erfgoed te bewaren voor de komende generaties.”

We sluiten af, met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, aangezien ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Om en rond de oude terril. Verrassende natuur. Fijne wandeling maar koud. J: Wandeltocht in Genk-Winterslag ter herdenking aan de vroegere mijnwerkers en hun gezinnen. Een tocht omheen de terrils, met start in de vroegere mijngebouwen.’