Posts tonen met het label GRP127. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GRP127. Alle posts tonen

vrijdag 4 juni 2021

467: Villers-la-Ville, Zaterdag 10 april 2021, 14,028 km. (9440,417 km.)


“Een wandeltocht met start en aankomst te Villers-la-Ville, waar we een uitgepijlde route volgden, gevonden via Cirkwi. Deze tocht ging van start ter hoogte van het Syndicat d’Initiative en werd aangegeven door gele rechthoekjes. Reeds tijdens de autorit richting Villers-la-Ville, kregen we onderweg af te rekenen met felle regenbuien. Meteen was het weerbeeld voor de rest van de dag bepaald. We vonden een parkeerplaats ter hoogte van de Rue de l’Abbaye, net vóór de spoorwegtunnel. Na een hapje ter plaatse en na ons te hebben voorzien van de nodige regenkledij, konden we omstreeks 10:30 uur aan de wandeling beginnen. We verlieten de parking en draaiden rechtsaf de Rue de l’Abbaye op om onder de spoorweg door te gaan, weliswaar via een aangelegd pad tussen dranghekkens, omwille van de werken aan het spoor. We gingen voorbij de dienst toerisme en volgden verder de stijgende kasseiweg, zijnde de Rue de l’Abbaye doorheen bosgebied. Na een tijdje klimmen bereikten we een kruispunt alwaar zich de Chapelle des Affligés bevindt. Daar kozen we de linkertak en stapten verder over kasseien, nog steeds door het bos. Eenmaal de rand van het bos bereikt, verlieten we de Rue de l’Abbaye naar links en begaven ons op een onverharde brede weg, de Chemin du Bati Gai, ofwel buurtweg 22. We troffen er enkele markeringen aan dat we ons bevonden op het traject van de GRP127 en de GR126.

Ondertussen zetten we maar onze tocht verder via modderige paden en de regen trotserend. Een zaak is duidelijk, een nat bos verpreidt een heerlijke geur. Toen we verder in het bos een kruispunt van boswegen aantroffen ging het rechstaf via de Rue Basse Heuval, een brede bosweg. Wat later ging het op een andere bosweg dalend linksaf en arriveerden we korte tijd later aan een kleine vijver. We vonden er een baken met de vermelding ‘Ri Pirot’. Net voorbij de vijver sloegen we rechtsaf en wonnen opnieuw aan hoogte, om tenslotte de rand van het bos aan te treffen op de Rue d’Heuval, een smalle kasseiweg. Daar ging het linksaf en wandelden we langs de rand van het bos links en uitgestrekte landerijen rechts. Het smalle wegje bracht ons in de richting van het dorpje La Roche, deelgemeente van Court-St-Etienne. We passeerden het bord van de bebouwde kom en konden de kasseien ruilen voor een betegelde weg. De Rue d’Heuval leidde ons tussen de woningen door tot aan een Y-splitsing, alwaar we de linkertak volgden, de Rue Sainte-Gertrude, om op die manier steil af te dalen naar de Rue du Pont de Bois. Daar op het T-kruispunt gingen we links verder om vrij snel de weg te ruilen voor een smal wandelpad.

We troffen er een baken aan ‘Sentier Touristique’ dat ons toeliet schuin rechts af te dalen tussen weiden richting lager gelegen spoorweg. Net vóór we de spoorweg bereikten, ging het opnieuw linksaf en betraden we een bredere bosweg, welke nagenoeg evenwijdig verliep met de spoorweg. Ondanks de regen hielden we er toch even halt voor het nuttigen van een broodje, min of meer beschut door de bomen. Nadien volgden we verder het pad tot we terug de Rue Sainte-Gertrude betraden, zij het een bosweg, welke wat later overging in de Rue du Ry Pirot. Dit pad bracht ons dichter en dichter bij de spoorlijn rechts, tot we tenslotte wat verderop de spoorweg konden kruisen. We kwamen op die manier terecht aan het baken ‘Moulin de Chevelipont, waar we inderdaad een blik konden werpen op de watermolen. Via de Rue Basse Heuval kwamen we even voorbij de molen uit op de drukke N275, de Rue de Chevelipont. We konden er even pauzeren op een picknickplaats ter hoogte van een kleine vijver en er even denken aan de inwendige mens. Wat later konden we opnieuw op weg. We volgden de drukke N275 zowat 100 m naar links, om dan aan de overzijde een stijgende bosweg op te gaan.

Na een tijdje klimmen doorheen het bos, verlieten we tenslotte het gebied en kwamen uit in de Rue du Ghête, inmiddels grondgebied van Tangissart. In dalende lijn ging het vooreerst via asfalt en nadien over kasseien doorheen een gedeelte van het dorp, tot we de eerste afslag naar links konden nemen, een doodlopend smal straatje. We troffen opnieuw een baken aan ‘Sentier Touristique’, om daar een steil paadje te volgen dat daalde naar het lager gelegen bos. Omwille van de regen was het eerder een beek welke we afdaalden. Beneden in het bos aangekomen troffen we tal van zijpaden aan en ontbraken verdere routetekens. Op goed geluk begaven we ons in een van de paden, om uiteindelijk na een steile klim uit te komen in de Rue du Cerisier. We waren dus totaal uit de richting aangekomen. We belden dan maar aan in de buurt, alwaar we min of meer de juiste weg kregen aangeboden. Via de zojuist genomen steile klim, ging het nu opnieuw naar beneden het bos in, om eenmaal beneden, rechts te kiezen. We volgden er min of meer het hoofdpad doorheen het bos, tot we een infobord aantroffen met betrekking tot de bevers. Daar vonden we opnieuw de gele routetekens en konden we ons opmaken voor opnieuw een steile beklimming.

Zo vorderden we gestaag doorheen het bos, om eenmaal het hoogste punt bereikt, te beginnen aan een lange afdaling via een soms gevaarlijk paadje richting vallei. We mondden uiteindelijk uit op de N275, tegenover de Rue de l’Abbaye. Korte tijd later bevonden we ons aan de ingang van de ruïnes van de abdij en eindigden we onze wandeling met een bezoekje aan de site. Na dit afsluitend bezoek en nog steeds doornat konden we stilaan denken aan de terugreis, nog steeds geplaagd door regenval. We eindigden dan ook ons bezoek aan Villers-la-Ville omstreeks 16:30 uur na een wandeling van 14,028 km.”

donderdag 18 maart 2021

456: Grez-Doiceau, Zaterdag 27 juni 2020, 19,016 km. (9238,794 km.)


“De drie valleien, een wandeltocht met start en aankomst te Grez-Doiceau, over een afstand van 10 km. Deze mooie tocht gaat van start op de Place Ernest Dubois, doch alvorens daar aan te komen, hadden we vooraf nog een lange verplaatsing. Vooreerst ging het per bus en trein vanuit Mechelen naar het station van Eerken, of op zijn Waals gezegd Archennes. Eenmaal daar aangekomen hadden we nog een aanlooproute te voet van meer dan 3 km. We verlieten het perron van Eerken en dwarsten de spoorweg, om ons te begeven in de dalende Rue de Florival, welke later overging in de Rue des Moulins, tot net voorbij de kerk van Archennes. Daar ging het rechtsaf in de Rue des Monts, nog steeds een dalende weg, ditmaal over kasseien. Ter hoogte van een Y-splitsing hielden we links en betraden de Ruelle des Foins, een smal kronkelend asfaltwegje tussen de velden en weilanden. Verderop dwarsten we een eerste maal de Chaussée de Wavre, om rechtdoor via de Ruelle des Foins een tweede maal de Chaussée de Wavre te passeren, ditmaal via een tunnel onder de weg. Tenslotte mondde de weg uit op de drukke hoofdweg doorheen Grez-Doiceau, met name de N240, de Chaussée de Libération, om daar links de weg te volgen. In de eerste bocht veranderde de weg in de Chaussée de Jodoigne en bereikten we de Place Ernest Dubois, ondertussen voorbij de klok van 11:20 uur. We namen er vooreerst even de tijd voor een kopje koffie op het terras van taverne Le Saint Georges.

Omstreeks 11:30 uur konden we dan aan de eigenlijke wandeltocht beginnen. We verlieten aldus de Place Ernest Dubois en wandelden schuin rechts in de richting van de église Saint-Georges, welke ondanks Corona toch toegankelijk was. We namen dan ook de tijd deze kerk even binnen te bekijken. Voorbij de kerk kwamen we in de Rue de la Barre, alwaar we links afdraaiden. Net voor de brug over de rivier Le Train, gingen we rechts een kasseiwegje op, de Rue Fontaine, naast de rivier. Wat verder maakte de weg een bocht naar rechts, doch we hielden de richting rechtdoor aan via een wandelpad, ‘Réservé aux Piétons’, luiterend naar de naam Quai Saint Michel. We bemerkten er de rood-gele aanduidingen van de GRP127. Na het kruisen van de Rue Jean-Baptiste Leblicq, veranderde de wegbedekking van asfalt naar grind. Zo vorderden we verder via de Quai Saint Michel, met links de beboste vallei van Le Train en rechts uitgestrekte velden. Vrij spoedig ging het grindpad over in een smalle wegel. Zowat halverwege troffen we aan de rand van een maîsveld een omgekeerde badkuip aan, een ideaal zitplaatsje voor een lunch. Gezeten in het zonnetje smaakten de broodjes dan ook heerlijk. Zelfs de koeien zochten de schaduw op van de bomen. Na even te hebben gepauzeerd, stapten we nog wat verder langs het wegeltje tot we opnieuw de openbare weg bereikten in de Rue de Morsaint, van het gelijknamige gehucht.

We begaven ons op de weg naar links, over korte afstand om via de brug Le Train te overschrijden. Voorbij de brug draaiden we rechtsaf in de Rue de Royenne en begonnen aan een klim richting bebouwde kom van Royenne. Even daar voorbij verlieten we de weg naar links en begaven ons in de Chemin du Ry de Hèze, voorlopig nog een smalle asfaltweg bergop. Vrij vlug ging de weg over in een brede grindweg, met links de beboste heuvel van Biez en rechts het landelijke Royenne. Op het einde van deze lange veldweg, maakte het pad een bocht naar links en ging het over kasseien tot aan de nabij gesitueerde kapel Coppe, een klein bouwwerk, enigszins verdoken onder een lindeboom. De weg maakte er een bocht naar rechts en we konden alweer beginnen aan een beklimming. Voorbij het bord van de bebouwde kom van Hèze, bevonden we ons in de Rue du Résidal. De weg kronkelde verder en we passeerden tal van smalle zijstraten, ondertussen langzaam dalend. Voorbij enkele huizen ging de weg doorheen een boszone tot aan het kruispunt van meerdere wegen. We stapten echter verder in dezelfde richting, ditmaal via de Rue Marguerite. Opnieuw ging de weg stevig de hoogte in, langs tal van mooi gerestaureerde huisjes met typische voortuintjes. De door ons gevolgde weg mondde tenslotte uit op de drukke Avenue Félix Lacourt.

We kruisten de weg en volgden die over zowat 300 m naar rechts tot aan de kapel Saint Sang. Enkele tientallen meters daarvoor bevond zich echter een zitbank, ter hoogte van de bushalte Chapelle du Saint-Sang. We maakten er dan ook even gebruik van, de inwendige mens wat aan te sterken na al het reeds geleverde daal- en klimwerk. We waren ondertussen reeds de klok van 13:10 uur voorbij en de maag liet zich duidelijk horen. Na onze maaltijd begaven we ons opnieuw op pad. Aan de reeds vernoemde kapel verlieten we de Avenue Félix Lacourt naar links, om er een smalle landelijke weg op te gaan, de Chavée de la Sarte, waarbij we ons trouwens bevonden op het traject van een plaatselijke wandelroute, Promenade des trois vallées. Een stuk gereden kasseiwegje leidde tot aan de Ferme de la Sart. We gingen omheen de hoeve naar rechts en stapten verder via de Chavée de la Sarte, tussen uitgestrekte velden, rechts naar het verder gelegen bos. Daar verkregen we een prachtige holle zandweg te verwerken, die ons doorheen het bos leidde en liet aankomen in de Rue de Renival. We gingen onmiddellijk linksaf via de Rue de Bettinval, om aan het eerste straatje rechts, de Rue de la Chapelle Saint-Sébastien even van de route af te wijken en de verder gelegen kapel te bekijken van Cocrou-Biez. Jammer genoeg een maat voor niets, kapel gesloten. Dan maar terug naar de Rue de Bettinval.

Deze lijnrechte kasseiweg dienden we nu te bewandelen en liet links de beboste heuvels zien en rechts enkele eindeloos uitziende akkers. Heel in de verte konden we de heuvel van Biez zien, met daar bovenop de kerk van het dorp. Op het einde van de Rue de Bettinval kruisten we opnieuw de Avenue Félix Lacourt, om aan de overzijde even later een lange beklimming aan te vatten naar de kerk van Biez. Op het kruispunt echter troffen we een bushokje aan, waar we even konden pauzeren en een hapje eten, terwijl enkele regendruppels de pret dreigden te verstoren. Wat later begonnen we dan toch aan de beklimming van de Rue du Beau Site, een kronkelende kasseiweg. Voorbij een eerste bocht passeerden we de begraafplaats om tenslotte na nog enkele bochten, de top van de heuvel te bereiken, aan een grindpleintje net voor de église Saint-Martin van Biez. Een bezoek aan de kerk konden we vergeten wegens gesloten. We wandelden omheen de kerk teneinde aan de achterzijde te beginnen aan een lange afdaling via de Champ du Curé, een smal kasseiwegje. Deze vrij bochtige en af en toe steile weg, verkreeg vaak het uitzicht van een holle weg. Beneden aangekomen gingen we rechtsaf op de brede Rue de Basse Biez. Na een tijdje deze weg te hebben gevolgd, hielden we aan een kruispunt links aan in de Avenue Comte Jean Dumonceau.

We begaven ons op deze brede asfaltweg en wandelden voorbij het links gesitueerde kasteel van Piétrebais-en Grez. Op het einde van de Avenue Comte Jean Dumonceau kwamen we opnieuw aan het riviertje Le Train, om er rechts terug de Quai Saint Michel te betreden. We volgden nu in omgekeerde richting dit wandelpad naar de plaats waar we waren van start gegaan, de Place Ernest Dubois. We namen er nog even de tijd voor een afsluitend drankje op het terras van café Le Sphinx. Na te hebben genoten van een rustpauze, begonnen we aan de terugweg naar het station van Eerken, via dezelfde weg als tijdens de aanlooproute. We eindigden onze wandeling na exact 19,016 km.”

maandag 11 mei 2020

219: Cortil-Noirmont, Zaterdag 05 februari 2011, 19,47 km. (4428,286 km.)



Een georganiseerde tocht welke in de wandelgids Marching, als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 5/2/2011 – 1450 Cortil-Noirmont (Brabant-W.), Marche des Abbayes, 6-12-20-27-42-50 km. Les Spartiates de Gembloux. Départ: O.N.E. Bois et campagne.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verhaal, aangaande de bezienswaardigheden en belevenissen onderweg, omstreeks 20:30 uur.

“Na een weekje afwezigheid, konden we vandaag opnieuw de wandelschoenen aantrekken. Deze ochtend begaven we ons dan ook nogmaals naar de overzijde van de taalgrens, meer bepaald naar Cortil-Noirmont, een deelgemeente van Chastre. Aldaar zorgden Les Spartiates van Gembloux voor de organisatie van de Marche des Abbayes. Met wat moeite en vooral na enkele veldwegen (?) te hebben afgereden, bereikten we toch de startlocatie, gesitueerd op het ONE Domaine de Chastre. Even later konden we terecht in de startzaal, nadat we onze auto op wandelafstand hadden kunnen parkeren. Er kon ter plaatse worden gekozen uit de navolgende afstanden: 6, 12, 20, 27, 42 of zelfs 50 km. Wij hielden het bij een bescheiden 20 km wandeling. Na een laat ontbijt en een koffie konden we op weg voor deze tocht, welke was voorzien van drie controleposten. Na een laatste blik op de mascotte van de club en een onverwacht versierde trommel voor de startkaarten, kregen we nog wat info met betrekking tot wandelen in de Provence. Nadien begon het eerste gedeelte van de wandeling en dat bedroeg 8,32 km. Een traject dat ons algauw kennis zou laten maken met de wind onderweg.

Bij het verlaten van het domein, begaven de deelnemers aan de 6 km wandeling zich naar links, de andere afstanden dienden rechts aan te houden. Nog maar pas van start gegaan, volgden we een plaatselijk wandelcircuit, met name de Promenade de Noirmont. Jammer genoeg leende zich geen enkel van de borden tot het fotograferen ervan, de tand des tijds had namelijk de meeste gegevens onleesbaar gemaakt. Via een landelijke weg, ging het langsheen het plaatselijk kerkhof, om even verderop de weg te verlaten en een smalle wegel links op te gaan. Hier zakten we zo goed als tot aan de rand van de schoenen in de modder, een goedje dat we een tijdje zouden meedragen onderweg. De eerste vervallen kapelletjes lieten zich aanschouwen en het zouden niet de laatste zijn onderweg. Na de modderige passage bereikten we weer droge weg en lieten Cortil-Noirmont achter ons. Op een van de zeldzame kruispunten, troffen we even verder een bejaard koppel aan, op zoek naar de pijlen voor de zes km wandeling. Blijkbaar hadden ze hun start gemist. Ze besloten dan maar om aldaar verder naar rechts het parcours te volgen van de 12 km.

Wij hielden links aan en overschreden op die manier voor de eerste maal de l’Orne. Er volgde nu een landelijke weg, welke af en toe onder water stond, als gevolg van de afwatering van de aanpalende landerijen. In de verte was een Frans militair kerkhof zichtbaar, doch we hielden een andere koers aan en lieten deze laatste rustplaats links liggen. Het ging de andere richting uit en op die manier betraden we het grondgebied van Chastre. Opnieuw kregen we enkele vervallen kapellen te zien. Binnen de bebouwde kom van deze gemeente, vonden we wat verder een links gelegen kerkwegel en die leidde ons naar de plaatselijke kerk. We volgden aldaar de Promenade de Villeroux en konden tezelfdertijd enkele markeringen aantreffen van de GRP127. Ter hoogte van de kerk troffen we enkele monumenten aan, welke herinnerden aan de zware gevechten van mei 1940. Het ging verder langsheen de kerk, via een kerkwegel, begrensd door een hoge muur, welke vervolgens verbinding gaf naar een mooie dreef. We overschreden nogmaals de l’Orne en kregen dan zicht op een mooi gerestaureerd gebouw, dat nu onderdak geeft aan politie, bibliotheek en andere gemeentediensten. We konden een blik werpen op de binnenplaats en stonden versteld van de pracht ervan.

Het ging dan linksaf, via de Drève des Prisonniers de Guerre, alwaar we een monument aantroffen ter nagedachtenis van de plaatselijke helden. Na het overschrijden van alweer de l’Orne, ging het via een wegel richting Blanmont. We wandelden nu over een hoger gelegen terrein en zagen rechts van ons in de diepte de kleine meanders van de l’Orne. Het paadje volgend bereikten we de spoorweg, alwaar we vervolgens onder het viaduct doorgingen. Op die manier aangekomen op het grondgebied van Blanmont, ging het na het viaduct haaks linksaf en kregen we een onverharde weg te verwerken, welke ons een heuvel liet beklimmen. Aan de andere zijde bevond zich een afdaling en die leidde ons naar beneden, richting centrum van Blanmont. Het ging langsheen de plaatselijke kerk, alwaar we de aanwijzingen vonden dat we ons bevonden op de Promenade de l’Orne. Op korte afstand daarvan vonden we de eerste controlepost in het gebouw van de lokale scoutafdeling. We waren, na de eerste gevechten met de wind, toe aan een warme kop koffie. Na een korte pauze, begonnen we aan het tweede gedeelte van de tocht, over een afstand van 5,17 km.

We verlieten de controlepost en hielden links aan. De deelnemers aan de grotere afstanden, dienden hier vooreerst bij een eerste passage een andere richting te nemen. Wij vervolgden onze weg, via de Promenade de l’Orne en bestegen enkele trappen. Daarachter troffen we een tegelpad aan en zo verlieten we al heel vlug deze kleine gemeente. Eenmaal terug op de openbare weg, ging het haaks linksaf en zagen we voor ons een hellende en lange weg. Hier konden we opnieuw een tandje bijsteken. Naarmate we de top van de heuvel naderden, blies de wind meer en meer in het nadeel en liet zich ook vrij goed voelen. Opnieuw troffen we onderweg kapelletjes aan, die eerder leken op een ruïne. Jammer dat niemand kosten noch moeite neemt om deze getuigen uit een religieus verleden te bewaren voor komende generaties. We trokken vervolgens door het kleine Perbais (Walhain) en konden ons ook hier niet van de indruk ontdoen dat veel voormalige fabriekspanden leeg staan en rijp zijn voor de sloophamer. Eenmaal voorbij deze woonzone, kregen we zicht op een kronkelende landelijke weg, waar we ook ditmaal het gevecht dienden aan te gaan met de wind. Hier hadden we die van voren en dat maakte het stappen af en toe bijzonder moeilijk.

We hadden dan ook op deze hoger gelegen landelijke zone geen enkele beschutting. Uiteindelijk ging het even verder bergaf en bereikten we Ernage (Gembloux). We kregen een beetje beschutting als gevolg van de bebouwde kom en bereikten zo even later het plaatselijk kerkje, alwaar momenteel grondige straatwerken bezig waren. Blijkbaar werd het kerkplein en omliggende heraangelegd. Achter de kerk konden we in een klein zaaltje terecht voor een tweede controle van de dag. We waren ondertussen reeds 13,49 km gevorderd en hadden de grootste afstand reeds achter de rug. Restten ons nog twee kortere trajecten nadien. Het volgend stukje wandelweg bedroeg iets minder dan drie km. We volgden vooreerst een wegeltje richting drukke verkeersweg, om aldaar terug naar rechts een andere wegel te volgen. Iets verderop bereikten we de erachter gelegen landelijke weg en op die manier ging het in de richting van de spoorwegbrug, waar, getuige de gedenkplaten, hevige gevechten hadden plaats gehad. Voorbij de brug ging het naar links, waar we de Chemin Creux volgden.

Ook hier onderweg tal van borden welke herinnerden aan de zware gevechten van mei 1940, beter gekend als Bataille de Gembloux. Ook ditmaal kregen we zowaar een bijna loodrechte landelijke weg te verwerken, alwaar, hoeft het nog gezegd, we ook alweer waren blootgesteld aan de grillen van het weer. Zo bereikten we uiteindelijk het grondgebied van Gembloux. Gekomen ter hoogte van een aldaar gelegen Ravel, ging het rechtsaf en vonden we in een klein houten bouwwerk de laatste controle van de dag. We hadden reeds 16,44 km afgelegd en waren even toe aan een pauze. Een laatste stukje wandelweg van iets meer dan drie km, liet ons vooreerst deze Ravel Ligne 147 volgen, waar we opnieuw kregen af te reken met wind op kop. Ditmaal misschien nog heviger dan voordien. Het werd wandelmaatje af en toe iets te veel van het goede.

Na een stukje Ravel ging het aan het eerste kruispunt rechtsaf en kregen we als toemaatje nog een stuk kasseiweg te verwerken, alwaar we hevige wind kregen van opzij. Gelukkig zagen we in de verte reeds de gebouwen verschijnen waar de startzaal was gelegen. Na nog een beetje alle moed te hebben bijeen gebracht, lukt het nog om deze laatste kilometer af te werken. Toen we uiteindelijk even later de startzaal opnieuw hadden bereikt, was dit toch wel met rode oortjes. Na een gevecht van 19,47 km tegen de wind volstond het wel voor vandaag. Na het afstempelen van de wandelboekjes ging het dan ook vrijwel snel richting auto voor de lange terugreis richting Vlaanderen. Morgen mag het alvast wat minder waaien...”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Winderige wandeling. Niet zoveel variatie in deze anders wel mooie streek. J: Wandeling vanuit Cortil-Noirmont, doorheen o.a. Blanmont en Gembloux. Erg winderige tocht langs heuvelachtig gebied. Mooie vergezichten onderweg. Talrijke herdenkingsplaten m.b.t. de gevechten van mei 1940 in Gembloux en omgeving.’

dinsdag 28 april 2020

184: Grand-Leez, Zondag 01 augustus 2010, 20,79 km. (3661,748 km.)



Een wandeltocht welke van start zou gaan in Mazy, doch uiteindelijk om de één of andere reden werd verplaatst naar Grand-Leez. Voorheen werd deze georganiseerde tocht in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 1/8/2010 – 5032 Mazy (Namur), Marche du Président, 6-12-21 km. Les Spartiates de Gembloux. Départ: Salle Le Ranil.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een kort verhaal, inzake de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 20:09 uur.

“Vandaag trokken we nogmaals richting Wallonië, ditmaal naar Mazy in de provincie Namen. Volgens het Marching-boek zou daar een wandeling doorgaan georganiseerd door Les Spartiates de Gembloux, onder de titel Marche du Président. Toen we echter deze ochtend aankwamen in Mazy, konden we nergens een spoor aantreffen dat kon leiden naar de startzaal. Geen marspijlen en evenmin wandelaars. Na wat heen en weer rijden kwamen we langs een plaatselijke voetbalkantine, waar we van in het voertuig konden zien dat er een bericht was opgehangen aan de ramen van het gebouw. Bij nader inzien bleek de startplaats te zijn verplaatst naar de Salle Chez Nous in het verder gelegen Grand-Leez. Er zat dus niets anders op dan de gps bij te stellen en nog even verder te rijden. Uiteindelijk bereikten we iets later dan gepland Grand-Leez (Gembloux) en konden we in dit kleine oord op zoek naar een parkeerplaats. Gelukkig vonden we nog een plaatsje op wandelafstand van de startzaal, die we even later bereikten.

Na de inschrijving en een hapje vooraf, konden we even later op weg. Er kon ter plaatse worden gekozen uit de afstanden 6, 12 of 21 km. Wij kozen voor de langste afstand met een werkelijke lengte volgens de inrichters van 20,790 km. Even later verlieten we de Salle Chez Nous en trokken langs de hoofdbaan in de richting van de plaatselijke kerk. We volgden hierbij een lokale route, zijnde de Route fermes et tumuli de Hesbaye, welke ons tot aan het kerkplein leidde. Aldaar hadden we even oog voor een monument ter ere van de gesneuvelden, waarna we onze weg vervolgden via een kerkwegel naast de kerk. Het smalle pad, begrensd door een hoge muur, liet toe dat de braambessen binnen handbereik hingen. Jammer genoeg waren die nog niet echt rijp voor consumptie. De kerkwegel mondde vervolgens uit op een bredere veldweg, waar we tussen de rijpende graangewassen onze weg dienden te zoeken. In de verte konden we de Moulin Defrenne waarnemen. De hoop dat het parcours die richting zou uitgaan, hield niet lang stand. Even verder bereikten we een asfaltweg, welke we links volgden.

We wandelden op die manier een eindje door een lokale woonzone. Een eerste bezienswaardigheid volgde korte tijd later, toen we een grote visvijver bereikten. De zonnende ganzen werden opgeschrikt door enkele honden en haastten zich het water in. We volgden het wandelpaadje omheen de vijver en konden wat verderop zien hoe een enorme vis op het droge werd gehaald. Even later werd het beestje terug in het water gelaten. Het paadje omheen de vijver mondde terug uit op de openbare weg. Korte tijd nadien bereikten we na 2,820 km een eerste controlepunt ter hoogte van het Stade J. Josis, van het plaatselijke FC Grand-Leez. We haalden hier enkel een controlestempel en vervolgden onze weg, aangezien de volgende controle zich al situeerde na een viertal kilometer. We verlieten de kantine en sloegen rechtsaf, om bijna onmiddellijk links het Bois de Grand-Leez in te gaan. Een bospad bracht ons verder in het bos, alwaar we de aanduidingen aantroffen dat we de Promenade n° 3 volgden. Het paadje ging wat op en neer, zigzagde enigszins door het bosgebied, dat we al vrij vlug opnieuw verlieten om een grasland over te steken. Het ging nog even kort het bos in, waarna we uitkwamen ter hoogte van een driesprong op de openbare weg.

Hier troffen we een eerste maal een splitsing aan op het parcours. De wandelaars van de 12 km gingen hier bij een eerste doortocht naar rechts. Rechtdoor ging het voor de 21 km bij een eerste passage en naar links voor de 6 km en de andere afstanden bij een tweede doortocht. We staken dus de weg over en vervolgden rechtdoor langs enkele huizen. Al vrij vlug lieten we de woningen achter ons en volgden een landelijk betonbaantje tussen de graangewassen. Zo wandelden we vrijwel alleen. Toen we het hoogte punt van het wegje bereikten, konden we de windturbines in de verte waarnemen. We konden er genieten van de kleurschakeringen in de velden en hadden oog voor de prachtige bloemen welke zich tussen de gewassen bevonden. Wat verderop bereikten we het einde van de weg en mondde de baan uit in het veld. Hier wandelden we verder tussen de gewassen door op een smalle wegel. Aan het andere eind van het veld bereikten we een veldweg, bestaande uit gras en hier dienden we linksaf te gaan. Geruime tijd volgden we hier een begroeid pad dat kronkelde en het verloop volgde van de ernaast staande bomen.

Wat later bereikten we een grindpad, alwaar we naar rechts dienden te gaan. Het pad leidde ons naar een openbare weg. Deze nogal druk bereden baan, bracht ons tot aan een volgende controlepost, gesitueerd op de binnenkoer van een hoeve, niet ver van het voormalige station van Grand-Leez. Ondertussen hadden we 6,8 km afgelegd. Tijdens de onderbreking konden we zien dat vervolgens een plaatselijke lus diende te worden gewandeld, waarna we op hetzelfde punt zouden terugkeren. Even later kwamen we terug op gang en verlieten de hoeve naar rechts, in de richting van het Bois de Buis. We volgden vooreerst het traject van de langeafstandsfietsroute RV10, om wat later een tweede splitsing aan te treffen. Hier dienden we bij een eerste doortocht rechtdoor aan te houden, later zouden we hier bij een tweede passage rechtsaf dienen te gaan. We troffen nu ook bezijden de weg de eerste markeringen aan van de Streek-GR GRP127, waarna de weg het bos bereikte. In plaats van de openbare weg verder te volgen, sloegen we rechts een bospad in. Hier volgden we de tractorsporen verder het bos in.

Het werd wat donkerder omwille van het dichte bladerdek. Enkele voederplaatsen konden we langs het pad aantreffen. We volgden enkele bospaden die ons uiteindelijk aan de rand van het bos deden uitkomen. We volgden de bosrand naar links en konden opnieuw de windturbines in de verte waarnemen. Ook hier waren we onder de indruk van het glooiende terrein en de talrijke kleurschakeringen die de velden ons lieten zien. De bosrand werd gevolgd tot we een drukke weg bereikten. Via een droogstaande sloot bereikten we de weg. De drukke baan werd gedwarst, waarna we aan de overzijde opnieuw het bos ingingen. Hier kondigde zich een lange dreef aan, waar we opnieuw de sporen van de bostrekkers konden volgen. De varens oogden fris groen en we konden genieten van de frisse geuren die het bos vrijgaf. Even later dienden we opnieuw de drukke weg te dwarsen, waarna we een kasseienwegje volgden, richting hoeve, even voordien onze controlepost.

We konden opnieuw het traject van de RV10 volgden tot voorbij het oude stationsgebouw, om na 11,280 km opnieuw even halt te houden. Tijdens deze onderbreking hadden we met een medewandelaar een leuke babbel met als onderwerp Santiago de Compostela. Onze oren stonden uiteraard wijd open. Even later vervolgden we opnieuw onze wandeling, langsheen het verloop van de RV10, om ter hoogte van de splitsing, ditmaal een landelijke weg rechts te kiezen. Deze eindeloos uitziende landelijke weg, bevatte enige hoogteverschillen en was links en rechts begrensd door akkers. Ook ditmaal overheersten de graangewassen en bepaalden het beeld van de omgeving. Enkele eenzame medewandelaars waren in de verte te bemerken en zo hadden we enig idee inzake het verdere verloop van het parcours. Toen we later een kruispunt bereikten, ging het rechtsaf, in de richting van het Bois de Grand-Leez dat opnieuw naderbij was gekomen. We vonden ook langs de weg informatie inzake de steden waarmee Gembloux was verbroederd.

Even voorbij deze aanduiding ging het opnieuw links het bos in en konden we nogmaals genieten van enkele mooie bospaden en ervaren hoe rustgevend het is door dergelijke groenzones te wandelen. We wisselden het bosgebied af met enkele korte stukjes asfaltweg en kasseizones, waarbij we hier opnieuw hoofdzakelijk het traject volgden van de Promenade n° 3. Even later wandelden we zelfs langs een Piste de Santé, waar we ons niet hebben gewaagd aan de diverse toestellen. Jammer genoeg bereikten we uiteindelijk het einde van het Bois Communale de Grand-Leez, om opnieuw voor de tweede maal het terrein van de plaatselijke voetbalclub te bereiken. Ditmaal was de controle verhuisd naar buiten, aangezien de kantine gesloten was, omwille van een aan de gang zijnde wedstrijd van FC Grand-Leez. We nuttigden dan maar een koffie in open lucht en zaten ondertussen op 17,790 km. Het einde van de wandeling was niet meer veraf. Na de laatste controle volgden we opnieuw hetzelfde traject als voordien, tot we opnieuw de driesprong bereikten ter hoogte van de openbare weg.

We hadden hiervoor nog even een korte passage door het Bois de Grand-Leez. Toen we ter hoogte van de splitsing, ditmaal naar links dienden te gaan, volgden we het verloop van de route van de 6 en 12 km wandelaars. Het parcours leidde ons vooreerst door een gedeelte woonzone, waarna we enkele opmerkelijke kerkwegels kregen te verwerken. Eentje situeerde zich letterlijk tussen de gevels van de huizen, een andere had dringend nood aan wat maaiwerk. Gelukkig konden we toch nog vlot er doorheen komen, waarna we langzaam maar zeker in de richting van de kerk wandelden, een kerk die trouwens reeds in de verte zichtbaar was. Korte tijd nadien bereikten we opnieuw het plein aan de kerk en zagen even verder reeds de Salle Chez Nous, wat betekende dat er voor vandaag een einde kwam aan een dagje genieten van de Ardennen.

We genoten nog even na van een drankje op het terras en konden met een voldaan gevoel terug richting Vlaanderen, gelukkig ditmaal zonder fileleed. Er zijn ons geen cijfers bekend omtrent aantal wandelaars. Ten huize konden we vaststellen dat er melding was gemaakt van de verandering van startplaats op de website van de FFBMP, doch dat er niets was te merken op de site van Marching. We zijn alweer een tip rijker, wanneer we de volgende maal richting Ardennen trekken. Zo leert men elke dag bij. Om de sfeer van het wandelen in de Ardennen echt goed te ervaren, moet je er uiteraard zelf aanwezig zijn. Dat we alweer hebben genoten hoeft hier in feite niet te worden herhaald…”

We sluiten dit wandelverhaal voor vandaag stilaan af met een blik in de vertrouwde wandelboekjes. ‘K: Marching vermeldde campagnard et boisé. Was inderdaad een voltreffer. Veel natuur en goed uitgepijld. Mazy -> Grand-Leez. J: Wandeling door de omgeving van Grand-Leez, met doortocht door het Bois de Grand-Leez en het Bois de Buis. Mooie en zonnige wandeling. Wandeling uit Mazy verplaatst!!’