Posts tonen met het label Vladslo. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Vladslo. Alle posts tonen

woensdag 29 april 2020

188: Diksmuide, Vrijdag 20 augustus 2010, 32,6 km. (3778,498 km.)



De derde dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Vrijdag – Vendredi 20/8/2010 – 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop schreven we ook ditmaal nog dezelfde avond in het kamp van Nieuwpoort een verslag, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg.

“Langs typische polderdorpjes en het oorlog- en fransmanverdriet van vele moeders, zo stond de derde wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, aangekondigd in de kleurrijke brochure die we mochten ontvangen bij de start enkele dagen geleden. Deze derde dag begon ook alweer in alle vroegte in het kamp van Nieuwpoort, alwaar we na het ontbijt met de bus vertrokken richting Grote Markt te Diksmuide. Maatje haar voeten hadden reeds een vroege beurt gekregen in het kamp, waar ijverige en behulpzame leden van de Medische dienst de handen uit de mouwen staken om toch iedereen op de been te krijgen en klaar te stomen voor de start van de volgende etappe. Met hernieuwde moed kwamen we dan even later ook aan op de Grote Markt, alwaar zich reeds een menigte wandelaars had verzameld. Het was dus nog even wachten alvorens het startschot zou weerklinken, dus trokken we naar één van de vele terrasjes om toch nog even te genieten van een kopje koffie. Even later konden we dan toch op weg, samen met een bont allegaartje van burgers en militairen, jong en oud, alles door elkaar.

Via de kortst mogelijke weg verlieten we het drukke centrum en volgden het verloop van de Handzamevaart. Hoeft het gezegd dat de smalle paden naast deze waterloop al vlug te smal bleken te zijn om deze grote menigte op te vangen. Gelukkig lossen deze problemen zichzelf op na enkele kilometers stappen. Het peloton schuift dan langzaam uit elkaar en elkeen vindt zijn eigen ritme. Het pad dat we volgden kronkelde mee met de ernaast liggende waterloop. Unieke vergezichten over de landerijen openbaarden zich aan de vele nieuwsgierige blikken. De zon was alweer van de partij en het beloofde een warme en zonnige dag te worden. Na een viertal kilometer scheidden zich de deelnemers aan de 8 km af naar rechts, om vanaf daar hun eigen weg te volgen. De andere wandelaars vervolgden hun weg via de Pouckestraat om aldus het eerste oranje bord van de 5 km aan te treffen. Het ging verder tot aan het eerste waterbevoorradingspunt, alwaar de deelnemers aan de 16 km ook een rechts gelegen weg insloegen. Net daar vonden we meteen het antwoord op de eerste vraag van de dag, in het kader van de wedstrijd Wandel en Kijk. Eigenlijk dienden we ons hier te beperken tot het tellen van een aantal kaarsen in een kapelletje bezijden de weg.

Net toen we dachten dat het een vlotte wandeldag zou worden, begon maatje haar motor te sputteren, problemen met de linkervoet en meer bepaald de tenen. Gelukkig konden we even verder halt houden ter hoogte van een hulppost, juist voor de stand van Campina. De eerste zorgen werden toegediend door een vrouwelijke militair, hetgeen slechts korte tijd in beslag nam. Het gevolg was dat we pas enkele honderden meters verder waren gestapt, toen de tenen al bloot kwamen te liggen en het verband was losgekomen. Peloton rechtsom dan maar en terug naar de hulppost. Ditmaal nam een mannelijke collega de honneurs waar, wat resulteerde in een verzorging van om en nabij de drie kwartier, alvorens maatje terug degelijk kon wandelen. Al bij al hadden we dus bijna een uur verloren en dat zou zich later op de dag nog laten voelen. Na de medische hulp kwamen we langs de stand van Campina en konden nog even wat energie bijtanken om onze weg verder te vervolgen. Gelukkig konden we daar een beetje rekenen op de morele steun van Guy en Patrick.

We zaten nu op het grondgebied van Koekelare en hadden nog een lange weg te gaan. Toen we even later opnieuw een degelijk tempo konden aanhouden, trokken we in de richting van het Koekelarebos, dat we even later konden betreden. Een mooie lange dreef kregen we voor de voeten geschoven en net dan hadden we onderweg een leuke babbel met enkele Nederlandse wandelaars. Samen konden we genieten van een mooi stukje natuur, waar de rust tastbaar aanwezig was. De 10 km grens was ondertussen overschreden en even verder dienden we afscheid te nemen van onze vrienden die deelnamen aan de 24 km. Hen wachtte een ander traject. Wijzelf volgden verder het parcours in de richting van het centrum van Koekelare. Aldaar aangekomen op een ludiek pleintje, namen we vooreerst even de tijd om een hapje te eten en vooral even de dorst te lessen. Nadien dienden we een kort bezoekje te brengen aan het aldaar gelegen museum (het Museum van de Fransmans), teneinde opnieuw een antwoord te vinden op een van de vragen van de dag. Gelukkig konden we hierbij rekenen op een beetje hulp van het personeel, teneinde vlug de juiste locatie te vinden in het museum.

Eenmaal het antwoord verkregen, konden we nog even stilstaan om te genieten van een deuntje, afkomstig van een gezellig orgeltje op het plein. Stilaan werd het dan tijd om het traject verder af te wandelen. We verlieten het centrum van Koekelare om ons te begeven in de richting van het verder gelegen Motepark. Een leuke plek om doorheen te wandelen met een prachtige vijver, waar eenden volop genoten van de zon en waar tevens de hengelaars in groten getale hun favoriete sport konden beoefenen. Eenmaal het park voorbij ging het via landelijke wegjes en veldwegen in de richting van het volgende dorp: Werken. Smalle paadjes, kerkwegels, zanderige veldwegen, karreslagen, … de zon was duidelijk aanwezig en dat liet zich voelen in de kledij. Ook vandaag kregen we talrijke kapelletjes te zien, konden we ervaren hoe het leven op het platteland aanvoelt en hoe de boeren druk doende waren met het binnenhalen van de graanoogst. Vaak verliep het traject tussen de maïsvelden en kreeg je het idee dat een muur je verhinderde ver om je heen te kijken. Een eindje voorbij het 15 km bordje troffen we gelukkig een tweede hulppost aan, aangezien maatje haar voeten dringend behoefte hadden aan een beetje verzorging.

Bleek dat nu ook de andere voet gekwetst was en ditmaal werd ook daar een behoorlijke hoeveelheid tape aangebracht. Ook nu verloren we behoorlijk wat tijd en het stappen verliep steeds moeilijker. Met een beetje goede wil en een aanpassing van het stapritme bereikten we nadien de oranje borden van de 20 km en even later de bebouwde kom van Werken. Het eerste terrasje werd bezocht en daar konden we vaststellen dat de buitentemperatuur was opgelopen tot 28°C. Geen wonder dat we het warm hadden gekregen. Na een kleine pauze trokken we opnieuw verder, via het centrum van Werken. Het ging verder langsheen de Kruisstraatmolen, die weliswaar werd gerestaureerd en daardoor zich bevond in de stellingen. Toch konden we enkele foto’s nemen van dit unieke bouwwerk. Vervolgens ging het aan het kruispunt linksaf en vonden we even verder op onze weg een ander archeologisch museum, waar ook alweer het antwoord te achterhalen was op een van de dagvragen. We wandelden verder om even later het grondgebied van Werken te verlaten en het te wisselen voor het grondgebied van Vladslo.

De grens van de 25 km werd bereikt en voor maatje ging het stilaan van kwaad naar erger. Het stappen werd moeilijker en de wandelsnelheid zakte zienderogen. Een blik op de klok leerde ons ondertussen dat we niet veel tijd meer mochten verliezen, wilden we nog tijdig de aankomst bereiken en eigenlijk was het nog behoorlijk ver. Uiteindelijk bereikten we wat later toch het centrum van Vladslo. We hielden er even kort halt op het dorpsplein, om vervolgens linksaf te wandelen en even verder te worden voorzien van een koekje en een blikje frisdrank. Zo konden we nog even, al wandelend, bijtanken en nog een beetje energie opdoen voor het laatste gedeelte van de wandeling. We lieten Vladslo achter ons en bereikten al vlug opnieuw de open velden, waar we even later zelfs tussen het riet doorwandelden. Wat verderop bereikten we de drukke weg richting Diksmuide. Dankzij de hulp van de MP’s raakten we veilig aan de overkant en kregen een bijna eindeloze grindweg te zien, langsheen de IJzer. De zon scheen nog steeds onverbiddelijk en de wind stond hier pal van voren. Niet meteen een ideale situatie om met pijnlijke voeten en wat vermoeidheid in de rug aan te beginnen.

Heel in de verte zagen we de IJzertoren en de kerk, maar het leek voor maatje net iets te ver weg. Met het laatste beetje moed probeerde ze toch het grindpad te verwerken, doch het ging niet meer. Korte tijd later weerklonk in stilte: ‘Het gaat niet meer…’ Het enige wat we konden doen was een beetje aanmoedigen om het vooral niet op te geven en langzaam verder te stappen in de richting van de kerk in de verte. Het lukte tenslotte toch om deze lange ellendige weg te verwerken, zodat we het centrum van Diksmuide bereikten. Via de bebouwde kom kwamen we nu langsheen enkele bezienswaardigheden en dat verlichtte even de pijn aan de voetjes. Het begijnhof, de Vismarkt met het beeld van Jette en tenslotte de kerk waar een laatste vraag diende te worden beantwoord. Op het einde van de straat zagen we reeds de Grote Markt en de eindstreep van de tocht. Het was ondertussen kwart voor zes en we hadden net tijdig de finish gehaald.

Het was bang afwachten wat de laatste dag nog brengen zou, vooral omdat de Kemmelberg diende te worden beklommen. Maar dat waren problemen voor de volgende dag. Nu volgde nog een lange bustocht naar het kamp, een verkwikkende douche, een laat avondmaal en dat werd afgesloten met nogmaals een bezoek aan de medische dienst, teneinde de opgelopen schade zoveel als mogelijk te herstellen. Het werd vrij vlug laat en een welverdiende nachtrust werd aangevangen. Vandaag hadden we de langste etappe te verwerken gekregen over een afstand van 32,6 km. Met een dikke merci alvast aan het medisch personeel dat het mogelijk maakte de eindstreep tijdig te halen. Nog 30,2 km te gaan dus, met andere woorden nog één keer alles geven…..”

We eindigen deze wandelbeschrijving met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Diksmuide. 4x32 km. Het proberen waard, maar toch een zware inspanning. De blaartjes, de rug en de benen eisten hun tol. Blij dat ik het gedaan en volbracht heb. Toch iets te hoog gegrepen. De vermoeidheid is te. Beer was wel lief maar toch. J: Derde dag van de Vierdaagse van de IJzer. Met start in Diksmuide ging het vervolgens via Koekelare, Werken en Vladslo. Warme wandeldag en een beetje een probleemdag voor maatje, omwille van blaren op de voeten en pijn in de rug. Uiteindelijk toch nog tijdig de aankomst bereikt even voor zes uur. Nog één dag te gaan!!!’

woensdag 1 april 2020

111: Diksmuide, Vrijdag 21 augustus 2009, 18,5 km. (2166,57 km.)



De derde dag van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. Ook deze dagetappe werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching, editie 2009 en wel als volgt: ‘Vrijdag – Vendredi 21/08/2009, 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Diksmuide.’ Na afloop van deze meerdaagse wandeltocht, schreven we het verhaal van onze belevenissen onderweg, op dinsdag 25 augustus 2009, omstreeks 18:56 uur.

“De voorlaatste dag, van de 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer bracht ons 's morgens naar de Grote Markt van Diksmuide. De bus was reeds om zeven uur vertrokken uit het kamp van Nieuwpoort, bijgevolg waren we meer dan een uur te vroeg op de startplaats. Eerst even een terrasje dan maar en een koffietje gedronken. Vervolgens hebben wij een demonstratie bijgewoond, over het gebruik van de kaartlezer voor elektronische identiteitskaarten, na afloop een gratis exemplaar bekomen. Omstreeks 08:30 uur konden we dan eindelijk op weg. Vanaf de start, volgden de verschillende marsroutes een ander traject. Wij, deelnemers aan de kortere afstand, dienden de Grote Markt te verlaten naar links, in de richting van de Handzamedijk. We vonden op onze weg de eerste aangeduide wandel- en fietsroutes, de Krekedalroute (47 km) en de Wandrille wandelroute. Om het plaatje te vervolledigen, vonden we op onze weg ook nog de wit-rode markeringen van een GR-pad, met name de GR131.

Het ging vlot langs enkele landelijke wegen en tussen eindeloze velden door. Opvallende aanwezige langsheen de weg, druk bezochte maïsvelden. De zon deed tenminste haar best om door het donkere wolkendek heen te breken, een schril contrast alvast met de voorgaande dagen. Na een tijdje wandelen, bereikten we het grondgebied van Beerst, kort daarop gevolgd door een klein stukje Vladslo, om vervolgens de Camardebeek te dwarsen. Een eerste bordje van de 5 km, zagen we langs de kant van de weg. Ondertussen werd wat verderop de aandacht gevraagd voor de eerste vraag van de dag, waar het antwoord kon worden gevonden ter hoogte van het Dischhof. Hier kon men van de gelegenheid gebruik maken om even te proeven van biologische kazen, roomijs en hoeveboter. Het ging hier rechtsaf, waarna we de collega's van de lange afstand ontmoetten. Een stand van Campina bood even verpozing door middel van een glaasje melk of een fruitdrankje. Opnieuw klaar voor enkele kilometers, vervolgden we onze weg, via de Tervate Fietsroute.

Even voor elf uur, bereikten we in Keiem de locatie waar enkele para's demonstratiesprongen deden vanuit een helikopter. Goed voor een oponthoud en tijd om te genieten van enkele kunstige sprongen, maar vooral precieze landingen. Jammer genoeg werd één en ander aan het zicht onttrokken, omwille van het wolkendek. Na dit leuke intermezzo, trokken we verder op pad langsheen deze veldweg. Deze mondde uit ter hoogte van de Belgische Militaire Begraafplaats van Keiem. Hier dienden we op zoek te gaan naar de juiste graad van de enige piloot welke op het kerkhof lag begraven. Jammer genoeg ontbrak het register aan de ingang, dus dienden we zelf de grafzerken af te lopen op zoek naar de juiste plek. Na deze korte zoektocht, sloegen we linksaf en betraden het dorp van Keiem. Hier werden we verrast met een koekje van Destrooper en op het dorpsplein konden we even uitblazen ter hoogte van een feesttent aan ‘De Kroeg’, waar het geheel werd opgeluisterd met muziek.

Ter hoogte van de kerk, bemerkten we de borden van twee autoroutes, die het dorp passeerden, met name de Hoevenroute en de IJzerfrontroute. Via de achterzijde van de kerk ging het in de richting van de Oostendebaan. Deze werd gedwarst onder het toeziend oog van de MP's, die heus wel een pluim verdienen voor het puike werk dat ze iedere dag opnieuw leverden, om het de wandelaars comfortabel te maken en vooral enkele drukke verkeerswegen veilig te laten oversteken. Een woord van dank is hier dan ook wel op zijn plaats!! Er volgden enkele landelijke wegen, die ons in de richting van de IJzer deden wandelen. Onderweg verkregen we figuurlijk het gezelschap van de Boterlandroute (44 km). Zoals verwacht bereikten we de oever van de IJzer, de waterloop die letterlijk als een rode draad door deze Vierdaagse verliep. Ter hoogte van de IJzer ging het linksaf, richting Diksmuide en uiteraard eindstreep. Maar er diende wel nog eerst een behoorlijk eindje te worden gewandeld. Deze rustige waterloop liet niets vermoeden van wat zich hier ooit had voorgedaan, tot we een eindje verder, aan de overzijde bemerkten dat we waren gekomen ter hoogte van de ‘Dodengang’.

Hier vonden we het antwoord op de derde vraag van de dag: ‘Zijn dit de overblijfselen van een Belgische of Duitse bunker?’ Ja, het antwoord is eenvoudig, wanneer je weet waar de Dodengang voor staat... In de verte zagen we de toren van de kerk van Diksmuide, alsook de imposante IJzertoren. Gestaag naderden we de stad, waar we nog heel even werden voorzien van een energiedrankje. Uiteindelijk bereikten we de jachthaven van Diksmuide, het ging via een brugje naar het Alleyepad, richting Vismarkt. Daar vonden we nog een laatste antwoord voor de prijsvraag van de dag, met name het jaartal waarin de ‘Zwarte Zusters’ lief en leed begonnen te delen met de inwoners van Diksmuide. De charmante (bronzen) dame ter plaatse, kon echter het antwoord niet over haar lippen krijgen, bijgevolg dienden we zelf op zoek te gaan naar hints in de omgeving. Om de hoek bereikten we tussen enkele vallende druppels de Grote Markt. Gelukkig ging de bui snel een andere richting uit en konden we ook deze derde dag droog houden. Nog één te gaan en de Vierdaagse is alweer maar eens voorbij.”

We sluiten dit wandelverhaal betreffende Diksmuide dan ook af, met een korte verwijzing, naar datgene wat destijds aan onze respectievelijke wandelboekjes werd toevertrouwd. ‘K: Diksmuide, Keiem, Beerst. Bewolkt 22°. J: Derde dag met vertrek in Diksmuide. Tocht via Beerst en Keiem. Langs de IJzer en de Dodengang terug naar de start.’