Posts tonen met het label Poperinge. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Poperinge. Alle posts tonen

dinsdag 28 april 2020

187: Poperinge, Donderdag 19 augustus 2010, 31,95 km. (3745,898 km.)



De tweede wandeldag, een etappe met start in Poperinge. Deze tocht werd aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 19/8/2010 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop van deze tocht schreven we in het kamp van Nieuwpoort nog een samenvatting inzake de belevenissen onderweg.

“De tweede wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, ging uiteraard van start in Poperinge. Een lange busverplaatsing vanuit Nieuwpoort, richting hoppevelden vormde de aanvang van onze tweede dag. Met nog wat stramme spieren verschenen we ook op deze dag vol goede moed aan de start, net zoals vele duizenden andere medewandelaars. Omwille van werkzaamheden vond de start niet plaats op de Grote Markt van deze stad, die we nu toch ook wel al kenden van vorige edities. Onder de welluidende beschrijving ‘Langs charmante en kunstzinnige dorpjes aan de Schreve’, begonnen we even later andermaal aan een tocht van 31,950 km. Het zou nog een lange weg worden alvorens we de finish zouden overschrijden. Voor de start hadden we ook nog een babbel met clubgenoot Guy, naar wie een ander gekend wandelaar, Patrick van beneluxwandelen op zoek was de voorbije dag. Even later weerklonk het startschot en zette de menigte zich in beweging van op het Oud-strijdersplein.

Ook vandaag dienden we alweer aandacht te hebben voor de prijsvragen, waarop we onderweg hopelijk het juiste antwoord zouden vinden. Uitkijken dus maar de komende uren. Na het gekende startschot volgde vooreerst een eindje wandelen doorheen de stad zelf, met al bijna onmiddellijk na de start het antwoord op de eerste vraag van de dag. Tal van metalen plaatjes, voorzien van het symbool van de hoppevrucht, sierden de trottoirs onderweg. Eenmaal het centrum achter ons gelaten, kwamen de eerste kapelletjes te voorschijn. Sommigen waren dringend aan vernieuwing toe, andere schenen recent te zijn heropgebouwd. Altijd leuk deze kleine bouwwerken van nabij even te bekijken en vooral te zien hoe rijk Vlaanderen wel is aan deze kleine religieuze pareltjes. Ook vandaag, vooral bij de aanvang van de tocht en gedurende de eerste kilometers, bleek vaak dat de wegen te smal zijn om op een vlotte manier een dergelijke massa te verwerken.

Sommigen zoeken dan ook hun toevlucht in de bermen om nog sneller vooruit te komen dan anders het geval is. De aanwezigheid van kranige oudere wandelaars, naast het verschijnen van heel jeugdige deelnemers, levert soms wat wrevel op bij de echte diehards, die zichzelf soms een hoog tempo opleggen. Soms wordt dat niet door iedereen gesmaakt onderweg en af en toe met reden. Luidde immers het motto niet samen? Wat meer verdraagzaamheid onderweg zou af en toe een positieve inbreng zijn in deze sport. Iedereen heeft immers het recht om deel te nemen en vooral aan een eigen tempo. Het is toch geen wedstrijd om het snelst aan de aankomst?? Daarvoor bestaan andere tochten. Maar goed, eenmaal op weg werden we al heel vlug beloond, waarschijnlijk omwille van het vroeg opstaan, met een lekkere vanillewafel onderweg. De kans om even halt te houden en in het zonnetje te genieten van een lekker tussendoortje. Onderwijl af en toe bekenden te zien voorbij wandelen.

Tussen de hoppevelden door volgden we de smalle betonbaantjes tot waar de deelnemers aan de 16 en 24 km zich afscheidden. De rest trok verder in de richting van een stukje bos in de omgeving. De veldwegen erheen lieten toe gemakkelijk te wandelen en vooral te genieten van de weidse omgeving. Eenmaal het bos achter de rug, trokken we richting Proven. Even later konden we van ver reeds de kerktoren van deze gemeente aanschouwen, maar konden het toch even niet nalaten op weg erheen te genieten van enkele overheerlijke braambessen, zomaar binnen handbereik. Toen we later de dorpskern van Proven hadden bereikt, dienden we met bijzondere aandacht de omgeving van de kerk te bekijken, aangezien daar immers alweer een antwoord was te vinden op een volgende vraag. We verlieten al even vlug Proven en zetten koers naar de volgende stop op onze weg, Haringe. Onderweg kwamen we langsheen het monument ter ere van Karel de Blauwer. Een bord met het verzoek om stilte, gaf ons even later te kennen dat we een militaire begraafplaats naderden.

Inderdaad, het Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery, deed ons even van het parcours afwijken om deze plaats met een bezoekje te vereren. Zo konden we zien dat deze begraafplaats ook graven bevatte van enkele slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en dat er zich zelfs graven bevinden van Duitse krijgsgevangenen. Wie dergelijke plaatsen even bezoekt ervaart meteen de stilte die er tastbaar aanwezig is en staat al heel vlug versteld over de jeugdige leeftijd van de aldaar begraven slachtoffers. Na dit oponthoud zetten we ons terug in gang, om even verder het oranje bordje van de 15 km voorbij te komen. Langs enkele kleine en smalle landwegen, tussen graangewassen en vooral maïsvelden, ging de wandeling in de richting van het gekende Watou. Toen we een gevaarlijk kruispunt naderden, konden we opnieuw vertrouwen op de alom tegenwoordige MP’s die zorgden voor de veiligheid van de deelnemers. Aldaar dienden we rechts te houden en konden we op deze gevaarlijke weg (Haringe – Watou), enige beschutting vinden achter enkele nadarhekken en signalisatielinten.

De weg leek eindeloos lang en bovendien blies de wind hier in het nadeel. Het werd dus een lange tocht richting kunstdorp Watou. De spitse kerktoren kwam gestaag naderbij en even later konden we het dorp intrekken via de Kleine markt. Hier namen we vooreerst even een rustpauze in een kleine taverne en konden er op het terras even genieten van wat zomerse warmte. Ondertussen konden we het beeld bewonderen van de Brouwer. Aan de overkant van het plein troffen we de Communicatiepaal aan, een metselwerkje waar in ontelbare talen het woord mens kon worden gelezen. Onderweg troffen we tal van overvolle vuilnisbakken aan, hetgeen wat werk zal meebrengen voor de plaatselijke organisatie. Even later slenterden we langsheen de kerk van Watou en kwamen terecht op het Watouplein, dat barst van de horecazaken. Op het plein hadden we even aandacht voor enkele kunstwerken en enkele stukjes poëzie, vermits ook hier het antwoord lag verscholen op een van de prijsvragen van de dag.

Nadien vervolgden we onze weg, om stilaan Watou te verlaten. Op het trottoir troffen we een toepasselijk vers aan, aangezien het ging over maatjes, want dat zijn we toch nietwaar? Bij het verlaten van Watou volgde een iets bredere weg, waarna het even verder linksaf ging, in de richting van het vooral hoger gelegen Hellebos. Het begon met een stukje vals plat, waarna we voelden aan de beentjes dat het toch wel de hoogte inging. Een tussenstop in het volkscafé De Helleketel bezorgde ons nog een beetje suiker voor de komende klim. Aan leute geen gebrek aldaar trouwens. We begonnen vol goede moed aan de klim, richting hoger gelegen bos. De zon scheen er nog alles te willen aan doen, de klim nog wat zwaarder te maken, maar uiteindelijk restte ons niets anders dan te volharden en verder te stappen. Onderweg kwamen we langs het bekende ’t Sparhof, waar sommigen nog wat extra energie dachten te vinden. Moe, maar enigszins voldaan, konden we wat later wandelen doorheen het Helleketelbos en vooral wat genieten van de schaduwrijke omgeving.

Wat de hoogte ingaat, gaat uiteindelijk ook omlaag. Na een stukje doortocht door het bos, begon een geleidelijke afdaling in rechte lijn naar Poperinge, einde van deze tweede etappe. Maar vooraleer het zover was, werden we door Campina-medewerkers nog voorzien van een extra bekertje energie in de vorm van een kiwi-yoghurtdrank. Fris en vooral erg lekker. Nadien konden we de geleidelijke afdaling aanvangen naar Poperinge. Een weg die we kenden van vorig jaar, we wisten dus dat het niet meer zover kon zijn, dus dat gaf toch wel wat extra moed voor de laatste kilometers. Ondertussen waren we immers de grens van de 25 km voorbij gekomen. Toen we even later opnieuw langs enkele hoppevelden kwamen, hadden we ondertussen al duidelijk zicht op de kerktoren, een toren die maar traag naderde!

Toen het bordje van de 30 km in zicht kwam, kreeg maatje vleugels en kon niet nalaten een zucht te laten horen. Via de bebouwde kom ging het uiteindelijk naar de eindmeet. Een lange busverplaatsing later, bereikten we vermoeid het kamp in Nieuwpoort, met nog net voldoende energie om te douchen, een avondmaal te nuttigen en na een verkwikkende Hoegaerden rosé het bed op te zoeken. Vaak hebben we het gezegd, we zijn halverwege, nu mogen we niet meer afhaken. Het ergste moest evenwel nog komen en dat zullen velen geweten hebben. Niettemin, sommigen hoorden in het kamp zelfs het licht niet uitgaan, reeds verwijlend in dromenland… Tot in Diksmuide dan maar!”

Afsluiten doen we zoals gewoonlijk, met een blik in de wandelboekjes, alhoewel ook ditmaal slechts melding werd gemaakt van de startplaats, omwille van de aanwezigheid van enorme stickers. ‘K: Poperinge. J: 2de Dag – Poperinge.’

186: Oostduinkerke, Woensdag 18 augustus 2010, 31,8 km. (3713,948 km.)



De eerste dagetappe van de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Woensdag – Mercredi 18/8/2010 – 8670 Oostduinkerke (West-Vl), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Parking Sint-Niklaaskerk. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Aangezien we tijdens de Vierdaagse verbleven in het kamp van Nieuwpoort, werd het verslag van deze eerste wandeldag geschreven op zondag, 22 augustus 2010, omstreeks 16:56 uur.

“Ook dit jaar namen we opnieuw deel aan de Vierdaagse van de IJzer een organisatie van Defensie, welke dit jaar voor de 38ste keer plaats vond. Afgelopen dinsdag reisden we dan ook af naar onze kampplaats te Nieuwpoort, om er de volgende dagen deel te nemen aan de mini uitgave van deze Vierdaagse, met name vier wandeldagen van 16 km. In het kamp van Nieuwpoort troffen we enkele bekenden van vorige edities, hetgeen uiteindelijk resulteerde, dat we zouden deelnemen aan de lange afstand, met name 4 x 32 km. We hadden alvast de intentie om het te proberen, zo niet konden we achteraf nog altijd overschakelen naar de kleinere afstand. Dus  dienden we nog diezelfde namiddag met de kusttram naar het secretariaat te Oostduinkerke te rijden, teneinde alles te regelen en aan te passen, met het oog op de eerste wandeldag van woensdag 18 augustus.

Op woensdagochtend vertrokken we dan ook vol goede moed naar de startplaats te Oostduinkerke, voor de aanvang van de eerste etappe, over een afstand van 31,800 km. Volgens de informatiebrochure die we voordien hadden ontvangen, ging het Langs een mijmerend heropbloeiende IJzermonding en de stilte van de met bloed doordrenkte polders… Toen wij aldaar aankwamen omstreeks kwart voor negen, was het grootste gedeelte van de wandelaars reeds op weg. Op die manier hadden we een rustige start van op  het St. Niklaasplein, dat we reeds kenden als vast vertrekpunt de eerste dag. Het ging de drukke weg over en de Piet Verhaertstraat in. Bij het beschrijven van onze IJzeretappes tijdens vorige uitgaven, hadden we onderweg pen en papier bij de hand, teneinde de talrijke wandel- en fietsroutes onderweg te kunnen vermelden. Dit jaar wilden we in de eerste plaats genieten van de tochten op zich en vooral van de sfeer in zijn geheel. We onthouden jullie de komende vier dagen dan ook de in groten getale opgemerkte routes onderweg. We hechten er dit jaar aan, de wandelingen eens op een andere manier te beschrijven.

Via enkele woonstraten, met vooral veel toeschouwers aan de kant van de weg, trokken we in de richting van het verder gelegen Hannecartbos. Duizenden wandelaars trokken op die manier over de gehele breedte van de weg in de richting van dit prachtig natuurgebied, dat vandaag de dag fungeert als waterwinningsgebied. Een bonte mengeling van burgers en militairen trok doorheen dit unieke stukje natuur, via mooie aangelegde wandel- en fietspaden. Het bos geurde fris zo vroeg op de dag en het gras voelde nog nat aan. Eenmaal het bos achter de rug, volgden opnieuw enkele woonstraten die de wandelaars brachten tot aan het vakantiepark Sunparks. Hier scheidden zich de deelnemers van de 8 km af, om voor het eerst in het bestaan van deze Vierdaagse, verder een eigen programma te volgen. Het gros van de wandelaars werd verder geleid, af en toe met een beetje hulp van de MP’s, tot aan het vakantiecentrum Ter Duinen. Ter gelegenheid van de 25ste verjaardag, zorgde de directie voor een presentje in de vorm van een stukje fruit.

Tal van vakantiegasten: de chronisch zieken, gehandicapten en bejaarden, die hier kunnen genieten van een unieke vakantie, heetten de wandelaars welkom. Zo werd het hier even aanschuiven aan de sanitaire voorzieningen. Na een babbel met enkele clubgenoten, trokken we alweer op weg, om even verder de 5 km borden voorbij te wandelen. Na het dwarsen van de gevaarlijke Albert I laan, bereikten we korte tijd later de havengeul van Nieuwpoort. Deze plek kenden we reeds van vroeger, waar we toch nog konden genieten van het uitzicht over de IJzermonding en het erachter gelegen Kwartier Lombardsijde. Onze verzameling foto’s van vuurtorens konden we aldaar nog even verder uitbreiden. We volgden vervolgens rechts de Robert Orbanpromenade, waar we af en toe nog even de vuurtoren konden bekijken, maar tevens zien hoe tal van kunstwerken zich bevonden boven de waterspiegel, het ene al wat aantrekkelijker dan het andere. Maar ja, voor elk wat wils zo te zien. De poolreiziger Dixie Dansercoer, werd even verderop bedacht met een kunstwerk, dat hoog boven de promenade uitsteekt.

Op het einde van de promenade gaf een bruggetje verbinding naar de verder gelegen vismijn van Nieuwpoort. Hier kon men reeds van op geruime afstand de geur van verse garnaalsoep opsnuiven. Aangezien echter dit brouwsel niet dadelijk onze voorkeur geniet, vervolgden wij onze weg. Even voorbij de soepbevoorrading, scheidden zich de deelnemers verder van elkaar af. De afstanden 16 en 32 km, gingen via een loopbrug onder de Langebrug door om deze vervolgens over te steken. De deelnemers aan de 24 km staken onmiddellijk de brug over aan de linkerzijde en trokken verder richting Kwartier Lombardsijde. Wijzelf arriveerden even later ter hoogte van het monument ter ere van koning Albert I, net op tijd om daar een demonstratie bij te wonen van het drillpeleton. Na dit schouwspel ging het verder via het sluizencomplex, waar niet minder dan zes waterwegen, uiteindelijk de Noordzee bereiken. Enkele monumenten bezijden de weg konden worden bekeken, we hadden hier vooral oog voor het monument ter ere van de franse 81ste territoriale infanteriedivisie.

Een eindje verder volgden we samen met de andere deelnemers aan de 32 km een eigen traject voor het grootste gedeelte van de rest van de dag. We sloegen bijgevolg linksaf en volgden de loop van de IJzer. Via een ernaast gelegen landelijke weg, ging het vooreerst in de richting van het spaarbekken en nadien volgde een kleine doortocht doorheen camping Kompas. Ondertussen hadden we de grens van de 10 km overschreden en verlieten we de camping via de hoofduitgang. Na het aanvullen van onze watervoorraad bereikten we korte tijd later de kerk van St. Joris. Hier namen we even de tijd om het gebouw van naderbij te bekijken, doch moesten jammerlijk vaststellen dat de eigenlijke kerk was gesloten. Dan maar terug op weg, opnieuw naar de oever van de IJzer om deze verder te volgen. Wandelend langsheen deze stille waterloop, gingen we vervolgens enkele bruggen onderdoor, waar we tevens oog hadden voor enkele monumenten onderweg. Ter hoogte van de Uniebrug troffen we het monument aan ter ere van  het 7de Linieregiment.

Wat verderop bereikten we het 15 km punt en even later de stand van Campina. Hier konden we even genieten van de frisse en vooral lekkere drinkyoghurt, die we elke dag opnieuw langsheen het parcours kregen aangeboden. Een welkome verfrissing, vooral omwille van het zonnige en warme wandelweer. Na de melk werd de tocht voortgezet en bereikten we de Schoorbakkebrug om vervolgens richting Booitshoeke te trekken. Ondertussen voelden we stilaan ons wandelshirt nat worden en slonken de watervoorraden snel. Gelukkig werd het parcours voldoende voorzien van waterpunten om een en ander te verhelpen. Even later kwam de brug in zicht over de autosnelweg en diende even een kleine hindernis te worden genomen. Bovenop de brug zagen we in de verte reeds het volgende doel, met name de kerk van Wulpen. Even voordien had ons wandelmaatje een eerste keer behoefte aan wat medische verzorging, aangezien een klein wondje aan de teen, terug voor problemen zorgde. Met wat vakkundige hulp en wat tape konden we algauw terug op weg.

Toen we even later Wulpen binnentrokken, troffen we een dorp in feeststemming aan. Vooral Cyriel De Visser met zijn orgel trok de aandacht en bij sommigen zat de stemming er al goed in. We wandelden echter een stukje verder tot aan het kanaal Nieuwpoort – Duinkerke, alwaar we ter hoogte van het kleine bruggetje even op een terrasje gingen verpozen. Een koele verfrissing smaakte heerlijk. Nadien volgde de oversteek van het bruggetje, waarna we over korte afstand het kanaal volgden, om even verder linksaf te slaan, stilaan richting Oostduinkerke. De grens van de 30 km werd even later bereikt en nu was het langzaam aan richting aankomst. Ter hoogte van het kerkhof werden we nog voorzien van een koekje van Destrooper en een blikje frisdrank. Zo konden we al knabbelend en drinkend verder doorheen de woonstraten van Oostduinkerke. Uiteindelijk bereikten we de binnenplaats van het reeds gekende Visserijmuseum en aldus de eindstreep van deze eerste etappe.

De eerste dag was al bij al vlot verlopen, met nog een drietal te gaan konden we met nog wat goede moed terug naar onze kampplaats. Onze volgende afspraak met de oranje borden zou van start gaan in Poperinge, maar dat verhaal volgt even later… Onderweg hadden we natuurlijk ook oog voor de prijsvragen van Wandel en Kijk, een wedstrijd verbonden aan deze Vierdaagse.”

Afronden doen we stilaan met een blik in de wandelboekjes, alhoewel daarin niet veel werd neergeschreven omwille van de aanwezigheid van grote stickers. ‘K: Oostduinkerke. J: 1ste Dag Oostduinkerke.’

woensdag 1 april 2020

110: Poperinge, Donderdag 20 augustus 2009, 17,3 km. (2148,07 km.)



De tweede dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2009. Ook deze wandeltocht werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 20/08/2009, 8970 Poperinge (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Poperinge.’ Het relaas van de etappe met start in Poperinge, werd geschreven op maandag 24 augustus 2009, omstreeks 10:41 uur.

“De tweede dag van de 37ste Vierdaagse van de IJzer ging van start op de Grote Markt te Poperinge. Van bij de start stond de zon reeds hoog aan de hemel en het beloofde een bloedhete dag te worden. Voorafgaandelijk werden we 's ochtends om vijf uur gewekt en dienden we reeds om zeven uur de bus te nemen in het kamp van Nieuwpoort. Na de start, omstreeks 08:30 uur, gingen de wandelaars van beide afstanden samen, in de richting van de Ieperstraat. Even verderop splitsten zich beide groepen, waarna elke marsgroep gedeeltelijk zijn eigen weg ging. Wij, die hadden gekozen voor de kortere afstand volgden de Quintens Wandeling. Dit nogal brede wandelpad volgde een tijdje de loop van de Vleterbeek. We volgden die waterloop vanaf de linkeroever. Langsheen dit pad troffen we tevens de LF6 Vlaanderen Fietsroute aan. Na een tijdje deze waterloop te hebben gevolgd, kwamen we ter hoogte van de openbare weg, waarbij we aan de brug naar links dienden te gaan.

Hier kwamen we terecht op een gedeelte van het traject van de Schreveroute (46 km) en de Hoppelandroute (43 km). Op het eerstvolgende kruispunt, sloegen we de rechts gelegen Boescheepseweg in. Deze lange, bijna eindeloze weg, leidde ons naar het Lijssenthoek Military Cemetery. Deze begraafplaats is de op één na grootste Britse WOI-begraafplaats ter wereld. Op dit kerkhof wachtte het antwoord op de eerste vraag van de dag, de naam van de Gunner, wiens graf zich situeerde op de hoek van rij 11 A. Op onze weg vonden we nu ook de eerste controle van de dag. Vervolgens ging het verder langsheen de Bethunestraat. Een tweede vraag stond op het punt te worden beantwoord aan één van de vele kapelletjes onderweg. Een datum op één ervan, was voldoende om een verdere deelname aan de wedstrijd te garanderen. Langsheen deze talrijke kunstwerkjes, volgden we opnieuw de Schreveroute, alsook de GR5A. Er werd nu letterlijk langs de ‘frontière’ gewandeld, getuige daarvan de aanwezigheid van voertuigen met franse nummerplaten. In de verder gelegen Lappestraat, kwamen beide marsroutes opnieuw samen.

Het gaat nu langsheen de ‘Grooten Onzen Heere’, waar we een pauze nemen om een hapje te eten. Hier heeft men de kans om al dan niet met grote teugen, te proeven van de Picon. Vanaf nu volgen enkele veldwegen elkaar op, waarbij het af en toe stevig de hoogte kan ingaan. Het wordt onderweg steeds warmer en het leger heeft de handen meer dan vol met het aanvoeren van flesjes gekoeld water. Aan de voorbijgaande wandelaars wordt de raad gegeven om vooral veel te drinken. Ter hoogte van Wally's Farm, waar zelfs het Vrijheidsbeeld staat opgesteld, volgt een tweede controle van de dag. Binnen zit de zaak afgeladen vol en daarom beslissen we om verder te stappen. Het gaat nu in de richting van het Helleketelbos. Het gaat nog even stevig de hoogte in, alvorens we het koelere en prachtige bos kunnen betreden. Ter hoogte van de ingang van het bos, aan het Sparhof, kunnen we nog even op adem komen en genieten van een koel drankje, in een vooral muzikale ambiance. Nadien wacht ons het antwoord op de derde vraag van de dag, de naam van de beek die doorheen het Helleketelbos loopt.

Dit antwoord is eenvoudig te vinden op het informatiebord aan de ingang van het bos. Hier volgen we het Natuurleerpad Helleketelbos. Eenmaal het bos voorbij, wacht een lange en langzame afdaling richting het centrum van Poperinge. Onderweg naar de eindstreep, volgen we nog een tijdje het traject van de Hoppelandroute en de Schreveroute, die we in de loop van de dag herhaaldelijk op onze weg konden vinden. Tijdens de langzame afdaling naar Poperinge, konden we onderweg nog even genieten van een laatste blik op het omringende heuvelland. Tevens trekken we nu voorbij de hoog opgeschoten hoppeplanten, waar de vruchten reeds duidelijk waarneembaar zijn. Nog even de drukke weg over en de Grote Markt kwam alweer in zicht. Tijd om de wandelboekjes te laten afstempelen, maar vooral op zoek te gaan naar enkele vrije stoeltjes op één of ander terrasje.

Een klein ommetje langs de toeristische dienst van de stad, op zoek naar het antwoord op de laatste vraag, gaf echter geen resultaat. Op de vraag, hoeveel Hoptelers de stad bezat in 1880, kon men geen antwoord geven. Uiteindelijk vernamen we later het juiste antwoord van enkele kampgenoten die het museum hadden bezocht. Meteen zat de tweede dag erop en is de Vierdaagse al halfweg. Morgen gaat het richting Diksmuide, maar dat is een ander verhaal...”

Een korte blik in onze wandelboekjes, sluit stilaan het relaas van deze tweede dag van de Vierdaagse af. ‘K: Poperinge, Boeschepe (Fr.) 32° J: Tweede dag van de Vierdaagse. Start te Poperinge en langsheen Boeschepe. Tussen de hopvelden en een stukje Heuvelland. Erg warme wandeldag onderweg.’

vrijdag 6 maart 2020

016: Poperinge, Donderdag 21 augustus 2008, 16,9 km. (314,9 km.)



De tweede etappe van de vierdaagse van de IJzer, werd in het wandelboek Marching slechts kort aangekondigd als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 21/08/2008 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. Start: Poperinge’. De vrouw des huizes zorgde toen ook voor het hierna volgend wandelverslag dat aanvankelijk op vrijdag 10 oktober 2008 om 12:33 uur werd geschreven.

“Op de vlucht voor het oorlogsgeweld, langs kasteeldomeinen en nieuwe horizonten naar de vrede. Dag twee zou vertrekken in Poperinge en nadat we de Gasthuisstraat induiken, worden we gescheiden van de mensen die de 32 km zullen stappen. Maar we zullen elkaar later op de dag terugzien, als we opnieuw samenkomen. We wandelden langs het kasteeldomein ‘De Lovie’, dat sinds 2000 beschermd is als monument en het park er omheen als dorpsgezicht.  Het domein wordt nu gebruikt voor de begeleiding van meer dan 500 jongeren en volwassenen met een matige, ernstige en diep verstandelijke handicap, op het vlak van onderwijs, werk en wonen. Voorwaar een nobel werk dat ons aller respect verdient. We verlaten het domein met zijn rode beukendreven, de waterpartijtjes en bruggetjes, bosjes en hagen en gaan op weg langs café het Jagershof.

Daar buiten worden we vergast op een plaatselijke jazzband die ons op een ludieke manier moed inpompt om verder te gaan. We naderen het militair kerkhof van Dozinghem, een plaats om even stil te staan en te bezinnen. Oorlogsgeweld, eender in welk werelddeel is immers een tranendal. De rust die er hangt werkt sereen en de stilte is haast tastbaar. Er liggen 3309 gesneuvelden, waaronder 65 Duitse soldaten. Hier ontmoeten we onze medewandelaars van de lange tocht. Samen gaat het richting Westvleteren, bekend om zijn paterkes en zijn bier, maar er ligt ook alweer een Belgisch militair kerkhof, met 1208 zerkjes van wapenbroeders die sneuvelden voor ons aller vrijheid. Het is nu een vredig dorpje in de Westhoek en de plaatselijke taverne aan de abdij noemt dan ook toepasselijk ‘De Vrede’. Er is de kerk en de verschillende kapelletjes, maar onze aandacht gaat ook uit naar een paar parachutisten, die net een oefening houden en met de gratie van een vogel netjes op de grond landen.

Ook worden we regelmatig verrast met een kleine versnapering op de verschillende controleposten. Een kinderhand is gauw gevuld maar ook die van de groten, en als er iets invalt voelt het fijn aan. De innerlijke mens mag immers niet verwaarloosd worden. Als laatste deel, maar niet minder interessant, zijn er de hoppevelden. Een bestanddeel, om later gebrouwen te worden tot een lekker glas bier. Ze zijn het bekijken waard. Moe maar voldaan en met een lading indrukken en geschiedenis in onze ondertussen lege rugzak, komen we opnieuw aan in Poperinge. We keren terug naar ons kamp, om een welverdiende rust te gaan genieten. Morgen is er alweer vroeg appèl om richting Diksmuide te trekken. Wordt vervolgd dus ...”.

Ook onze wandelboekjes werden toen voorzien van enkele regeltjes, waarin gepoogd werd een eerste indruk na te laten: ‘K: Van Poperinge naar kasteeldomein De Lovie. Langs café het Jagershof naar het militair kerkhof van Dozinghem. Café De Vrede in Westvleteren. Demonstratie van enkele para’s, door de hopvelden terug naar Poperinge. J: Mini: 2de Dag = Poperinge. Kasteeldomein De Lovie, het Jagershof, het Dozinghem Military Cemetery, De Vrede en terug naar Poperinge. Mooie hopvelden langs het parcours’.