Posts tonen met het label Vierdaagse van de Ijzer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Vierdaagse van de Ijzer. Alle posts tonen

woensdag 29 april 2020

189: Ieper, Zaterdag 21 augustus 2010, 30,2 km. (3808,698 km.)



Na de eerste drie dagetappes van de Vierdaagse van de IJzer volgt de laatste etappe. Deze afsluitende wandeling, werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 21/8/2010 – 8900 Ieper (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop werd pas enkele dagen later het relaas geschreven, op dinsdag 24 augustus 2010, omstreeks 20:00 uur.

“Na reeds drie dagen de Westhoek te hebben verkend, werd het tenslotte zaterdag en konden we aan de vierde wandeldag beginnen van de Vierdaagse van de IJzer 2010. Een tocht die in de brochure werd aangekondigd als: ‘Gezwoeg naar de Kemmelbergtop en de stilte van talloze begraafplaatsen’. Ook deze laatste dag begon in alle vroegte in het kamp van Nieuwpoort, alwaar we na een vroeg ontbijt de bus namen richting Ieper. Daar aangekomen omstreeks acht uur, konden we een demonstratie bijwonen van het drillpeleton, waarna we even later het startschot hoorden weerklinken en konden vertrekken om de laatste 30,2 km te bewandelen. Met de stille wens dat het zou lukken de eindmeet te overschrijden, na een minder goede dag voordien. In het volste vertrouwen trokken we bijgevolg met de talrijke andere wandelaars door de startpoort en keken uit naar een aangename afsluiter van deze 38ste editie van de Vierdaagse. Na een laatste blik op de Lakenhalle trokken we door enkele straten van de stad, met name de Rijselsestraat, Burgtstraat, Boomgaardstraat en Seminariestraat.

We kwamen langs het oude tolhuisje, waar we de eerste vraag van de dag dienden te beantwoorden. Hoeft het gezegd dat de vraag iets te maken had met vissen? We bevonden ons immers op de Vismarkt, waarna het verder ging naar de gekende Vestingen. Vervolgens staken we de brug over naar het Eiland. De verkeersdrukke Oudstrijderslaan werd gedwarst, waarna de Dikkebusseweg volgde. Er werd afscheid genomen van de wandelaars aan de 8 en 16 km, welke links hun eigen traject volgden. De rest van het talrijke deelnemersveld volgde nog even de Dikkebusseweg om rechtsaf te gaan in de richting van het Dikkebussevijverpad. Dit pad volgend, werd al heel vlug de grens van de 5 km overschreden. De naam min of meer aanhoudend bereikten we korte tijd later de Dikkebussevijverdreef, die ons natuurlijk deed uitkomen aan de Dikkebusvijver zelf. Eenmaal daar werden we beloond voor de moeite door een prachtig zicht over dit enorme watergebied.

Tezelfdertijd werden er aldaar wedstrijden gehouden, een soort variant op waterpolo, doch dan gezeten in een kano. Tal van buitenlandse sporters hadden er hun kamp opgeslagen en bestreden elkaar in tal van afgebakende waterzones. Alvast het bekijken waard trouwens. We volgden de oever van de vijver en maakten kennis met de omvang van het geheel. Wat verderop lieten we de vijver achter ons en bewandelden een veldwegje tot aan de Vierstraat. Daar werden we nog maar eens bevoorraad met een flesje energiedrank, dat we wel eens nodig zouden kunnen hebben, immers in de verte openbaarde zich reeds de Kemmelberg!!! Ondertussen lukte het maatje aardig om door te stappen en waren blijkbaar de problemen van de voorbije dag verholpen door de deskundige behandeling van één van de medics. Die man kwamen we trouwens tegen ter hoogte van de vijver en hij was blij met een woordje van dank omwille van zijn geleverde werk. De mensen van de medische dienst mogen ook wel eens in de bloemetjes worden gezet trouwens…

Na een kort oponthoud aan de bevoorradingspost, trokken we links de Vierstraat in tot aan het eerstvolgende kruispunt, alwaar we ons afsplitsten van de 24 km wandelaars die rechtdoor hun weg vervolgden. Voor ons ging het rechtsaf, richting Kemmelberg. We konden hier een bezoekje brengen aan het eerste kerkhof van de dag, met name het Kemmel n°1 French Cemetery. Ook hier kregen we een kleine opdracht te verwerken in het kader van de Wandel en Kijk wedstrijd. De wandeltocht werd voortgezet en het werd al heel vlug duidelijk dat we op weg waren naar de reeds vernoemde berg. De talrijke liefhebbers van het wielrennen zullen al dadelijk knikken, wanneer ze namen horen als: Molenstraat, Kriekstraat en Pingelaarsstraat. De 10 km grens lag ondertussen achter de rug en het werd zwaarder onderweg. We dienden herhaaldelijk naar adem te happen, omwille van het hellende parcours, maar ook omwille van de warmte van de zon die zich steeds duidelijker liet aanvoelen. Het water in de flesjes slonk zienderogen en hoe dichter we kwamen, hoe hoger de Kemmelberg leek te worden. Even verderop volgde de Kattekerkhofstraat en het ging nog wat steviger de hoogte in.

Niet alleen ons wandeltempo ging zienderogen naar beneden, voorliggers en achterkomers beleefden net hetzelfde. Het ging ons dan blijkbaar toch niet zo slecht af als we aanvankelijk hadden gedacht. Daarna verlieten we het asfalt en ging het via het wandelpad verder naar de top van deze 156 m hoge Kemmelberg. Eenmaal we het bos hadden verlaten, troffen we ter hoogte van de kasseien een enorme vuilnisbelt aan van lege flessen, waar blijkbaar de meeste voorliggers hun lege bussen hadden achtergelaten. Heel even nog werd het zweten, om even later, na het verwerken van de kasseien de top te bereiken. Een zucht van opluchting, want eigenlijk lag het zwaarste stuk van de dag achter de rug, hetgeen maatje meteen toch stilaan liet geloven in een goede afloop van deze Vierdaagse. De dag voordien was enorm zwaar geweest, vandaag leek alles zoveel beter te gaan. Maar natuurlijk mochten we niet te vroeg juichen, we waren immers nog niet eens halfweg! Eenmaal boven, namen we de tijd om ter hoogte van de uitkijktoren even een verfrissing aan te schaffen en aldaar rustig op te drinken.

Daar kregen we er het gezelschap van Jimmy, die jammer genoeg ook hinder ondervond aan het scheenbeen. Elkaar wat moed toesprekend, werd later de wandeling voortgezet. Na enkele foto’s van de Engel, het monument ter ere van de franse soldaten, begonnen we aan de afdaling van de Kemmelberg. Geleidelijk aan ging het wat vlotter, omwille van de dalende weg. Het ging langsheen de bunker onder de Kemmelberg en op die manier naar het Warandepark, waar we een tussentijdse controle verkregen. We vervolgden onze weg naar de Dries. Hier zagen we het beeld van Het Kemmels Gapertje. We troffen er ook enkele horecazaken aan en dat leende zich ertoe even halt te houden en te bekomen van het harde labeur van even voordien. We zaten min of meer op schema en konden genieten van een langere rustpauze. Even later trokken we opnieuw op pad. We kwamen langs het bord van de 15 km en waren dus halfweg de laatste etappe. Eigenlijk mocht het nu niet meer misgaan.

We begonnen nu aan een tocht langs tal van militaire begraafplaatsen, waarbij we achtereenvolgens konden bezoeken: Kemmel Chateau Military Cemetery, Godezonne Farm Cemetery, Suffolk Cemetery en Elzenwalle Brasserie Cemetery. Ondertussen, langs deze ingetogen plaatsen wandelend, hadden we het gezelschap gekregen van de wandelaars aan de 24 en de 16 km, en waren we op weg naar Voormezele. Er volgden nog enkele andere begraafplaatsen, zoals Spoilbank en Chester Farm Military Cemetery. Uiteindelijk bereikten we het Provinciedomein De Palingbeek. Hier troffen we een plaatselijke sterrenwacht aan alsook het Astrolab Iris. Nu konden we genieten van de prachtige natuurlijke omgeving. Een stukje bos was een welkome afwisseling met de hete asfaltwegen die we hadden gevolgd. Even later dienden we nog even halt te houden aan een van de hulpposten, om alvorens het laatste stuk wandelweg aan te vangen, nog even maatje van een klein probleempje te verlossen. Na deze kleine ingreep en vol goede moed toegewenst door de militairen, begonnen we aan de laatste 5 km van deze Vierdaagse.

We verlieten de Palingbeek en trokken naar Hill 60. Ook hier dienden we het antwoord te vinden op een van de dagvragen en dat vlotte goed. Even later waren we op weg om Zillebeke binnen te trekken. De stoere kerktoren hadden we reeds een tijdje in het oog en even later konden we er langskomen. We bereikten de reeds bekende Zillebekevijver en zo wisten we dat de eindstreep kon worden bereikt. Tijdens vorige edities waren we hier ook al langs gekomen en dat de parking van de firma Picanol, de eindstreep, niet meer veraf was, dat gaf een beetje extra moed om nog even door te zetten. De laatste foto’s van de 38ste editie werden genomen en we wandelden even later door de eindcontrole op het einde van de vijver. Toen ons nog een laatste stukje wandelweg restte, na de controle, konden we op een plaatselijke thermometer 29°C aflezen. Het was inderdaad warm. Even later bereikten we de parking van Picanol en mochten we met fierheid onze medaille in ontvangst nemen. Het was een lange weg geweest, die niet altijd even gemakkelijk werd afgelegd, maar uiteindelijk bereikten we na vier dagen het einde en dat was het belangrijkste.

Als afsluiter van deze vierdaagse bijdrage, een woordje van dank aan de mensen van de organisatie in het kamp van Nieuwpoort, die ons verblijf aangenaam hebben gemaakt. Tevens een woordje van waardering voor de talrijke MP’s die de wandelaars een veilig gevoel hebben gegeven tijdens de vele kilometers doorheen de Westhoek. Bedankt ook aan de sponsors die af en toe een welkome bevoorrading hebben mogelijk gemaakt en tenslotte een dikke merci aan de mensen van de medische dienst. Zonder hen zouden waarschijnlijk velen de eindstreep niet hebben bereikt. Bedankt ook aan onze supporters onderweg: Jimmy, Guy en vooral Patrick. Een woordje van steun was vaak welkom… We zien elkaar wellicht terug bij een volgende editie, de Vierdaagse van de IJzer 2011 welke zal doorgaan van 24 tot 27 augustus. Welke afstand we dan zullen kiezen… daarop hebben we nu nog geen antwoord…”

Tot slot van de Vierdaagse, editie 2010, blikken we nog even terug naar datgene, wat kort na afloop werd genoteerd in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Ieper. Mooie plaatjes en indrukwekkend scenario. Geen bloemen en geen parades. Misschien meer geluk als Aussie mag komen!! Fier op mezelf, uiteindelijk. J: Laatste dag van deze 38ste editie van de Vierdaagse van de IJzer Vanuit Ieper naar de Dikkebusvijver en nadien over de Kemmelberg. Dan langs tal van kerkhoven terug via Kemmel, Voormezele en Zillebeke. Aankomst in Ieper en ontvangst van de welverdiende medaille. Tot bij een volgende gelegenheid…’

188: Diksmuide, Vrijdag 20 augustus 2010, 32,6 km. (3778,498 km.)



De derde dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Vrijdag – Vendredi 20/8/2010 – 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop schreven we ook ditmaal nog dezelfde avond in het kamp van Nieuwpoort een verslag, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg.

“Langs typische polderdorpjes en het oorlog- en fransmanverdriet van vele moeders, zo stond de derde wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, aangekondigd in de kleurrijke brochure die we mochten ontvangen bij de start enkele dagen geleden. Deze derde dag begon ook alweer in alle vroegte in het kamp van Nieuwpoort, alwaar we na het ontbijt met de bus vertrokken richting Grote Markt te Diksmuide. Maatje haar voeten hadden reeds een vroege beurt gekregen in het kamp, waar ijverige en behulpzame leden van de Medische dienst de handen uit de mouwen staken om toch iedereen op de been te krijgen en klaar te stomen voor de start van de volgende etappe. Met hernieuwde moed kwamen we dan even later ook aan op de Grote Markt, alwaar zich reeds een menigte wandelaars had verzameld. Het was dus nog even wachten alvorens het startschot zou weerklinken, dus trokken we naar één van de vele terrasjes om toch nog even te genieten van een kopje koffie. Even later konden we dan toch op weg, samen met een bont allegaartje van burgers en militairen, jong en oud, alles door elkaar.

Via de kortst mogelijke weg verlieten we het drukke centrum en volgden het verloop van de Handzamevaart. Hoeft het gezegd dat de smalle paden naast deze waterloop al vlug te smal bleken te zijn om deze grote menigte op te vangen. Gelukkig lossen deze problemen zichzelf op na enkele kilometers stappen. Het peloton schuift dan langzaam uit elkaar en elkeen vindt zijn eigen ritme. Het pad dat we volgden kronkelde mee met de ernaast liggende waterloop. Unieke vergezichten over de landerijen openbaarden zich aan de vele nieuwsgierige blikken. De zon was alweer van de partij en het beloofde een warme en zonnige dag te worden. Na een viertal kilometer scheidden zich de deelnemers aan de 8 km af naar rechts, om vanaf daar hun eigen weg te volgen. De andere wandelaars vervolgden hun weg via de Pouckestraat om aldus het eerste oranje bord van de 5 km aan te treffen. Het ging verder tot aan het eerste waterbevoorradingspunt, alwaar de deelnemers aan de 16 km ook een rechts gelegen weg insloegen. Net daar vonden we meteen het antwoord op de eerste vraag van de dag, in het kader van de wedstrijd Wandel en Kijk. Eigenlijk dienden we ons hier te beperken tot het tellen van een aantal kaarsen in een kapelletje bezijden de weg.

Net toen we dachten dat het een vlotte wandeldag zou worden, begon maatje haar motor te sputteren, problemen met de linkervoet en meer bepaald de tenen. Gelukkig konden we even verder halt houden ter hoogte van een hulppost, juist voor de stand van Campina. De eerste zorgen werden toegediend door een vrouwelijke militair, hetgeen slechts korte tijd in beslag nam. Het gevolg was dat we pas enkele honderden meters verder waren gestapt, toen de tenen al bloot kwamen te liggen en het verband was losgekomen. Peloton rechtsom dan maar en terug naar de hulppost. Ditmaal nam een mannelijke collega de honneurs waar, wat resulteerde in een verzorging van om en nabij de drie kwartier, alvorens maatje terug degelijk kon wandelen. Al bij al hadden we dus bijna een uur verloren en dat zou zich later op de dag nog laten voelen. Na de medische hulp kwamen we langs de stand van Campina en konden nog even wat energie bijtanken om onze weg verder te vervolgen. Gelukkig konden we daar een beetje rekenen op de morele steun van Guy en Patrick.

We zaten nu op het grondgebied van Koekelare en hadden nog een lange weg te gaan. Toen we even later opnieuw een degelijk tempo konden aanhouden, trokken we in de richting van het Koekelarebos, dat we even later konden betreden. Een mooie lange dreef kregen we voor de voeten geschoven en net dan hadden we onderweg een leuke babbel met enkele Nederlandse wandelaars. Samen konden we genieten van een mooi stukje natuur, waar de rust tastbaar aanwezig was. De 10 km grens was ondertussen overschreden en even verder dienden we afscheid te nemen van onze vrienden die deelnamen aan de 24 km. Hen wachtte een ander traject. Wijzelf volgden verder het parcours in de richting van het centrum van Koekelare. Aldaar aangekomen op een ludiek pleintje, namen we vooreerst even de tijd om een hapje te eten en vooral even de dorst te lessen. Nadien dienden we een kort bezoekje te brengen aan het aldaar gelegen museum (het Museum van de Fransmans), teneinde opnieuw een antwoord te vinden op een van de vragen van de dag. Gelukkig konden we hierbij rekenen op een beetje hulp van het personeel, teneinde vlug de juiste locatie te vinden in het museum.

Eenmaal het antwoord verkregen, konden we nog even stilstaan om te genieten van een deuntje, afkomstig van een gezellig orgeltje op het plein. Stilaan werd het dan tijd om het traject verder af te wandelen. We verlieten het centrum van Koekelare om ons te begeven in de richting van het verder gelegen Motepark. Een leuke plek om doorheen te wandelen met een prachtige vijver, waar eenden volop genoten van de zon en waar tevens de hengelaars in groten getale hun favoriete sport konden beoefenen. Eenmaal het park voorbij ging het via landelijke wegjes en veldwegen in de richting van het volgende dorp: Werken. Smalle paadjes, kerkwegels, zanderige veldwegen, karreslagen, … de zon was duidelijk aanwezig en dat liet zich voelen in de kledij. Ook vandaag kregen we talrijke kapelletjes te zien, konden we ervaren hoe het leven op het platteland aanvoelt en hoe de boeren druk doende waren met het binnenhalen van de graanoogst. Vaak verliep het traject tussen de maïsvelden en kreeg je het idee dat een muur je verhinderde ver om je heen te kijken. Een eindje voorbij het 15 km bordje troffen we gelukkig een tweede hulppost aan, aangezien maatje haar voeten dringend behoefte hadden aan een beetje verzorging.

Bleek dat nu ook de andere voet gekwetst was en ditmaal werd ook daar een behoorlijke hoeveelheid tape aangebracht. Ook nu verloren we behoorlijk wat tijd en het stappen verliep steeds moeilijker. Met een beetje goede wil en een aanpassing van het stapritme bereikten we nadien de oranje borden van de 20 km en even later de bebouwde kom van Werken. Het eerste terrasje werd bezocht en daar konden we vaststellen dat de buitentemperatuur was opgelopen tot 28°C. Geen wonder dat we het warm hadden gekregen. Na een kleine pauze trokken we opnieuw verder, via het centrum van Werken. Het ging verder langsheen de Kruisstraatmolen, die weliswaar werd gerestaureerd en daardoor zich bevond in de stellingen. Toch konden we enkele foto’s nemen van dit unieke bouwwerk. Vervolgens ging het aan het kruispunt linksaf en vonden we even verder op onze weg een ander archeologisch museum, waar ook alweer het antwoord te achterhalen was op een van de dagvragen. We wandelden verder om even later het grondgebied van Werken te verlaten en het te wisselen voor het grondgebied van Vladslo.

De grens van de 25 km werd bereikt en voor maatje ging het stilaan van kwaad naar erger. Het stappen werd moeilijker en de wandelsnelheid zakte zienderogen. Een blik op de klok leerde ons ondertussen dat we niet veel tijd meer mochten verliezen, wilden we nog tijdig de aankomst bereiken en eigenlijk was het nog behoorlijk ver. Uiteindelijk bereikten we wat later toch het centrum van Vladslo. We hielden er even kort halt op het dorpsplein, om vervolgens linksaf te wandelen en even verder te worden voorzien van een koekje en een blikje frisdrank. Zo konden we nog even, al wandelend, bijtanken en nog een beetje energie opdoen voor het laatste gedeelte van de wandeling. We lieten Vladslo achter ons en bereikten al vlug opnieuw de open velden, waar we even later zelfs tussen het riet doorwandelden. Wat verderop bereikten we de drukke weg richting Diksmuide. Dankzij de hulp van de MP’s raakten we veilig aan de overkant en kregen een bijna eindeloze grindweg te zien, langsheen de IJzer. De zon scheen nog steeds onverbiddelijk en de wind stond hier pal van voren. Niet meteen een ideale situatie om met pijnlijke voeten en wat vermoeidheid in de rug aan te beginnen.

Heel in de verte zagen we de IJzertoren en de kerk, maar het leek voor maatje net iets te ver weg. Met het laatste beetje moed probeerde ze toch het grindpad te verwerken, doch het ging niet meer. Korte tijd later weerklonk in stilte: ‘Het gaat niet meer…’ Het enige wat we konden doen was een beetje aanmoedigen om het vooral niet op te geven en langzaam verder te stappen in de richting van de kerk in de verte. Het lukte tenslotte toch om deze lange ellendige weg te verwerken, zodat we het centrum van Diksmuide bereikten. Via de bebouwde kom kwamen we nu langsheen enkele bezienswaardigheden en dat verlichtte even de pijn aan de voetjes. Het begijnhof, de Vismarkt met het beeld van Jette en tenslotte de kerk waar een laatste vraag diende te worden beantwoord. Op het einde van de straat zagen we reeds de Grote Markt en de eindstreep van de tocht. Het was ondertussen kwart voor zes en we hadden net tijdig de finish gehaald.

Het was bang afwachten wat de laatste dag nog brengen zou, vooral omdat de Kemmelberg diende te worden beklommen. Maar dat waren problemen voor de volgende dag. Nu volgde nog een lange bustocht naar het kamp, een verkwikkende douche, een laat avondmaal en dat werd afgesloten met nogmaals een bezoek aan de medische dienst, teneinde de opgelopen schade zoveel als mogelijk te herstellen. Het werd vrij vlug laat en een welverdiende nachtrust werd aangevangen. Vandaag hadden we de langste etappe te verwerken gekregen over een afstand van 32,6 km. Met een dikke merci alvast aan het medisch personeel dat het mogelijk maakte de eindstreep tijdig te halen. Nog 30,2 km te gaan dus, met andere woorden nog één keer alles geven…..”

We eindigen deze wandelbeschrijving met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Diksmuide. 4x32 km. Het proberen waard, maar toch een zware inspanning. De blaartjes, de rug en de benen eisten hun tol. Blij dat ik het gedaan en volbracht heb. Toch iets te hoog gegrepen. De vermoeidheid is te. Beer was wel lief maar toch. J: Derde dag van de Vierdaagse van de IJzer. Met start in Diksmuide ging het vervolgens via Koekelare, Werken en Vladslo. Warme wandeldag en een beetje een probleemdag voor maatje, omwille van blaren op de voeten en pijn in de rug. Uiteindelijk toch nog tijdig de aankomst bereikt even voor zes uur. Nog één dag te gaan!!!’

dinsdag 28 april 2020

187: Poperinge, Donderdag 19 augustus 2010, 31,95 km. (3745,898 km.)



De tweede wandeldag, een etappe met start in Poperinge. Deze tocht werd aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 19/8/2010 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop van deze tocht schreven we in het kamp van Nieuwpoort nog een samenvatting inzake de belevenissen onderweg.

“De tweede wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, ging uiteraard van start in Poperinge. Een lange busverplaatsing vanuit Nieuwpoort, richting hoppevelden vormde de aanvang van onze tweede dag. Met nog wat stramme spieren verschenen we ook op deze dag vol goede moed aan de start, net zoals vele duizenden andere medewandelaars. Omwille van werkzaamheden vond de start niet plaats op de Grote Markt van deze stad, die we nu toch ook wel al kenden van vorige edities. Onder de welluidende beschrijving ‘Langs charmante en kunstzinnige dorpjes aan de Schreve’, begonnen we even later andermaal aan een tocht van 31,950 km. Het zou nog een lange weg worden alvorens we de finish zouden overschrijden. Voor de start hadden we ook nog een babbel met clubgenoot Guy, naar wie een ander gekend wandelaar, Patrick van beneluxwandelen op zoek was de voorbije dag. Even later weerklonk het startschot en zette de menigte zich in beweging van op het Oud-strijdersplein.

Ook vandaag dienden we alweer aandacht te hebben voor de prijsvragen, waarop we onderweg hopelijk het juiste antwoord zouden vinden. Uitkijken dus maar de komende uren. Na het gekende startschot volgde vooreerst een eindje wandelen doorheen de stad zelf, met al bijna onmiddellijk na de start het antwoord op de eerste vraag van de dag. Tal van metalen plaatjes, voorzien van het symbool van de hoppevrucht, sierden de trottoirs onderweg. Eenmaal het centrum achter ons gelaten, kwamen de eerste kapelletjes te voorschijn. Sommigen waren dringend aan vernieuwing toe, andere schenen recent te zijn heropgebouwd. Altijd leuk deze kleine bouwwerken van nabij even te bekijken en vooral te zien hoe rijk Vlaanderen wel is aan deze kleine religieuze pareltjes. Ook vandaag, vooral bij de aanvang van de tocht en gedurende de eerste kilometers, bleek vaak dat de wegen te smal zijn om op een vlotte manier een dergelijke massa te verwerken.

Sommigen zoeken dan ook hun toevlucht in de bermen om nog sneller vooruit te komen dan anders het geval is. De aanwezigheid van kranige oudere wandelaars, naast het verschijnen van heel jeugdige deelnemers, levert soms wat wrevel op bij de echte diehards, die zichzelf soms een hoog tempo opleggen. Soms wordt dat niet door iedereen gesmaakt onderweg en af en toe met reden. Luidde immers het motto niet samen? Wat meer verdraagzaamheid onderweg zou af en toe een positieve inbreng zijn in deze sport. Iedereen heeft immers het recht om deel te nemen en vooral aan een eigen tempo. Het is toch geen wedstrijd om het snelst aan de aankomst?? Daarvoor bestaan andere tochten. Maar goed, eenmaal op weg werden we al heel vlug beloond, waarschijnlijk omwille van het vroeg opstaan, met een lekkere vanillewafel onderweg. De kans om even halt te houden en in het zonnetje te genieten van een lekker tussendoortje. Onderwijl af en toe bekenden te zien voorbij wandelen.

Tussen de hoppevelden door volgden we de smalle betonbaantjes tot waar de deelnemers aan de 16 en 24 km zich afscheidden. De rest trok verder in de richting van een stukje bos in de omgeving. De veldwegen erheen lieten toe gemakkelijk te wandelen en vooral te genieten van de weidse omgeving. Eenmaal het bos achter de rug, trokken we richting Proven. Even later konden we van ver reeds de kerktoren van deze gemeente aanschouwen, maar konden het toch even niet nalaten op weg erheen te genieten van enkele overheerlijke braambessen, zomaar binnen handbereik. Toen we later de dorpskern van Proven hadden bereikt, dienden we met bijzondere aandacht de omgeving van de kerk te bekijken, aangezien daar immers alweer een antwoord was te vinden op een volgende vraag. We verlieten al even vlug Proven en zetten koers naar de volgende stop op onze weg, Haringe. Onderweg kwamen we langsheen het monument ter ere van Karel de Blauwer. Een bord met het verzoek om stilte, gaf ons even later te kennen dat we een militaire begraafplaats naderden.

Inderdaad, het Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery, deed ons even van het parcours afwijken om deze plaats met een bezoekje te vereren. Zo konden we zien dat deze begraafplaats ook graven bevatte van enkele slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en dat er zich zelfs graven bevinden van Duitse krijgsgevangenen. Wie dergelijke plaatsen even bezoekt ervaart meteen de stilte die er tastbaar aanwezig is en staat al heel vlug versteld over de jeugdige leeftijd van de aldaar begraven slachtoffers. Na dit oponthoud zetten we ons terug in gang, om even verder het oranje bordje van de 15 km voorbij te komen. Langs enkele kleine en smalle landwegen, tussen graangewassen en vooral maïsvelden, ging de wandeling in de richting van het gekende Watou. Toen we een gevaarlijk kruispunt naderden, konden we opnieuw vertrouwen op de alom tegenwoordige MP’s die zorgden voor de veiligheid van de deelnemers. Aldaar dienden we rechts te houden en konden we op deze gevaarlijke weg (Haringe – Watou), enige beschutting vinden achter enkele nadarhekken en signalisatielinten.

De weg leek eindeloos lang en bovendien blies de wind hier in het nadeel. Het werd dus een lange tocht richting kunstdorp Watou. De spitse kerktoren kwam gestaag naderbij en even later konden we het dorp intrekken via de Kleine markt. Hier namen we vooreerst even een rustpauze in een kleine taverne en konden er op het terras even genieten van wat zomerse warmte. Ondertussen konden we het beeld bewonderen van de Brouwer. Aan de overkant van het plein troffen we de Communicatiepaal aan, een metselwerkje waar in ontelbare talen het woord mens kon worden gelezen. Onderweg troffen we tal van overvolle vuilnisbakken aan, hetgeen wat werk zal meebrengen voor de plaatselijke organisatie. Even later slenterden we langsheen de kerk van Watou en kwamen terecht op het Watouplein, dat barst van de horecazaken. Op het plein hadden we even aandacht voor enkele kunstwerken en enkele stukjes poëzie, vermits ook hier het antwoord lag verscholen op een van de prijsvragen van de dag.

Nadien vervolgden we onze weg, om stilaan Watou te verlaten. Op het trottoir troffen we een toepasselijk vers aan, aangezien het ging over maatjes, want dat zijn we toch nietwaar? Bij het verlaten van Watou volgde een iets bredere weg, waarna het even verder linksaf ging, in de richting van het vooral hoger gelegen Hellebos. Het begon met een stukje vals plat, waarna we voelden aan de beentjes dat het toch wel de hoogte inging. Een tussenstop in het volkscafé De Helleketel bezorgde ons nog een beetje suiker voor de komende klim. Aan leute geen gebrek aldaar trouwens. We begonnen vol goede moed aan de klim, richting hoger gelegen bos. De zon scheen er nog alles te willen aan doen, de klim nog wat zwaarder te maken, maar uiteindelijk restte ons niets anders dan te volharden en verder te stappen. Onderweg kwamen we langs het bekende ’t Sparhof, waar sommigen nog wat extra energie dachten te vinden. Moe, maar enigszins voldaan, konden we wat later wandelen doorheen het Helleketelbos en vooral wat genieten van de schaduwrijke omgeving.

Wat de hoogte ingaat, gaat uiteindelijk ook omlaag. Na een stukje doortocht door het bos, begon een geleidelijke afdaling in rechte lijn naar Poperinge, einde van deze tweede etappe. Maar vooraleer het zover was, werden we door Campina-medewerkers nog voorzien van een extra bekertje energie in de vorm van een kiwi-yoghurtdrank. Fris en vooral erg lekker. Nadien konden we de geleidelijke afdaling aanvangen naar Poperinge. Een weg die we kenden van vorig jaar, we wisten dus dat het niet meer zover kon zijn, dus dat gaf toch wel wat extra moed voor de laatste kilometers. Ondertussen waren we immers de grens van de 25 km voorbij gekomen. Toen we even later opnieuw langs enkele hoppevelden kwamen, hadden we ondertussen al duidelijk zicht op de kerktoren, een toren die maar traag naderde!

Toen het bordje van de 30 km in zicht kwam, kreeg maatje vleugels en kon niet nalaten een zucht te laten horen. Via de bebouwde kom ging het uiteindelijk naar de eindmeet. Een lange busverplaatsing later, bereikten we vermoeid het kamp in Nieuwpoort, met nog net voldoende energie om te douchen, een avondmaal te nuttigen en na een verkwikkende Hoegaerden rosé het bed op te zoeken. Vaak hebben we het gezegd, we zijn halverwege, nu mogen we niet meer afhaken. Het ergste moest evenwel nog komen en dat zullen velen geweten hebben. Niettemin, sommigen hoorden in het kamp zelfs het licht niet uitgaan, reeds verwijlend in dromenland… Tot in Diksmuide dan maar!”

Afsluiten doen we zoals gewoonlijk, met een blik in de wandelboekjes, alhoewel ook ditmaal slechts melding werd gemaakt van de startplaats, omwille van de aanwezigheid van enorme stickers. ‘K: Poperinge. J: 2de Dag – Poperinge.’

186: Oostduinkerke, Woensdag 18 augustus 2010, 31,8 km. (3713,948 km.)



De eerste dagetappe van de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Woensdag – Mercredi 18/8/2010 – 8670 Oostduinkerke (West-Vl), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Parking Sint-Niklaaskerk. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Aangezien we tijdens de Vierdaagse verbleven in het kamp van Nieuwpoort, werd het verslag van deze eerste wandeldag geschreven op zondag, 22 augustus 2010, omstreeks 16:56 uur.

“Ook dit jaar namen we opnieuw deel aan de Vierdaagse van de IJzer een organisatie van Defensie, welke dit jaar voor de 38ste keer plaats vond. Afgelopen dinsdag reisden we dan ook af naar onze kampplaats te Nieuwpoort, om er de volgende dagen deel te nemen aan de mini uitgave van deze Vierdaagse, met name vier wandeldagen van 16 km. In het kamp van Nieuwpoort troffen we enkele bekenden van vorige edities, hetgeen uiteindelijk resulteerde, dat we zouden deelnemen aan de lange afstand, met name 4 x 32 km. We hadden alvast de intentie om het te proberen, zo niet konden we achteraf nog altijd overschakelen naar de kleinere afstand. Dus  dienden we nog diezelfde namiddag met de kusttram naar het secretariaat te Oostduinkerke te rijden, teneinde alles te regelen en aan te passen, met het oog op de eerste wandeldag van woensdag 18 augustus.

Op woensdagochtend vertrokken we dan ook vol goede moed naar de startplaats te Oostduinkerke, voor de aanvang van de eerste etappe, over een afstand van 31,800 km. Volgens de informatiebrochure die we voordien hadden ontvangen, ging het Langs een mijmerend heropbloeiende IJzermonding en de stilte van de met bloed doordrenkte polders… Toen wij aldaar aankwamen omstreeks kwart voor negen, was het grootste gedeelte van de wandelaars reeds op weg. Op die manier hadden we een rustige start van op  het St. Niklaasplein, dat we reeds kenden als vast vertrekpunt de eerste dag. Het ging de drukke weg over en de Piet Verhaertstraat in. Bij het beschrijven van onze IJzeretappes tijdens vorige uitgaven, hadden we onderweg pen en papier bij de hand, teneinde de talrijke wandel- en fietsroutes onderweg te kunnen vermelden. Dit jaar wilden we in de eerste plaats genieten van de tochten op zich en vooral van de sfeer in zijn geheel. We onthouden jullie de komende vier dagen dan ook de in groten getale opgemerkte routes onderweg. We hechten er dit jaar aan, de wandelingen eens op een andere manier te beschrijven.

Via enkele woonstraten, met vooral veel toeschouwers aan de kant van de weg, trokken we in de richting van het verder gelegen Hannecartbos. Duizenden wandelaars trokken op die manier over de gehele breedte van de weg in de richting van dit prachtig natuurgebied, dat vandaag de dag fungeert als waterwinningsgebied. Een bonte mengeling van burgers en militairen trok doorheen dit unieke stukje natuur, via mooie aangelegde wandel- en fietspaden. Het bos geurde fris zo vroeg op de dag en het gras voelde nog nat aan. Eenmaal het bos achter de rug, volgden opnieuw enkele woonstraten die de wandelaars brachten tot aan het vakantiepark Sunparks. Hier scheidden zich de deelnemers van de 8 km af, om voor het eerst in het bestaan van deze Vierdaagse, verder een eigen programma te volgen. Het gros van de wandelaars werd verder geleid, af en toe met een beetje hulp van de MP’s, tot aan het vakantiecentrum Ter Duinen. Ter gelegenheid van de 25ste verjaardag, zorgde de directie voor een presentje in de vorm van een stukje fruit.

Tal van vakantiegasten: de chronisch zieken, gehandicapten en bejaarden, die hier kunnen genieten van een unieke vakantie, heetten de wandelaars welkom. Zo werd het hier even aanschuiven aan de sanitaire voorzieningen. Na een babbel met enkele clubgenoten, trokken we alweer op weg, om even verder de 5 km borden voorbij te wandelen. Na het dwarsen van de gevaarlijke Albert I laan, bereikten we korte tijd later de havengeul van Nieuwpoort. Deze plek kenden we reeds van vroeger, waar we toch nog konden genieten van het uitzicht over de IJzermonding en het erachter gelegen Kwartier Lombardsijde. Onze verzameling foto’s van vuurtorens konden we aldaar nog even verder uitbreiden. We volgden vervolgens rechts de Robert Orbanpromenade, waar we af en toe nog even de vuurtoren konden bekijken, maar tevens zien hoe tal van kunstwerken zich bevonden boven de waterspiegel, het ene al wat aantrekkelijker dan het andere. Maar ja, voor elk wat wils zo te zien. De poolreiziger Dixie Dansercoer, werd even verderop bedacht met een kunstwerk, dat hoog boven de promenade uitsteekt.

Op het einde van de promenade gaf een bruggetje verbinding naar de verder gelegen vismijn van Nieuwpoort. Hier kon men reeds van op geruime afstand de geur van verse garnaalsoep opsnuiven. Aangezien echter dit brouwsel niet dadelijk onze voorkeur geniet, vervolgden wij onze weg. Even voorbij de soepbevoorrading, scheidden zich de deelnemers verder van elkaar af. De afstanden 16 en 32 km, gingen via een loopbrug onder de Langebrug door om deze vervolgens over te steken. De deelnemers aan de 24 km staken onmiddellijk de brug over aan de linkerzijde en trokken verder richting Kwartier Lombardsijde. Wijzelf arriveerden even later ter hoogte van het monument ter ere van koning Albert I, net op tijd om daar een demonstratie bij te wonen van het drillpeleton. Na dit schouwspel ging het verder via het sluizencomplex, waar niet minder dan zes waterwegen, uiteindelijk de Noordzee bereiken. Enkele monumenten bezijden de weg konden worden bekeken, we hadden hier vooral oog voor het monument ter ere van de franse 81ste territoriale infanteriedivisie.

Een eindje verder volgden we samen met de andere deelnemers aan de 32 km een eigen traject voor het grootste gedeelte van de rest van de dag. We sloegen bijgevolg linksaf en volgden de loop van de IJzer. Via een ernaast gelegen landelijke weg, ging het vooreerst in de richting van het spaarbekken en nadien volgde een kleine doortocht doorheen camping Kompas. Ondertussen hadden we de grens van de 10 km overschreden en verlieten we de camping via de hoofduitgang. Na het aanvullen van onze watervoorraad bereikten we korte tijd later de kerk van St. Joris. Hier namen we even de tijd om het gebouw van naderbij te bekijken, doch moesten jammerlijk vaststellen dat de eigenlijke kerk was gesloten. Dan maar terug op weg, opnieuw naar de oever van de IJzer om deze verder te volgen. Wandelend langsheen deze stille waterloop, gingen we vervolgens enkele bruggen onderdoor, waar we tevens oog hadden voor enkele monumenten onderweg. Ter hoogte van de Uniebrug troffen we het monument aan ter ere van  het 7de Linieregiment.

Wat verderop bereikten we het 15 km punt en even later de stand van Campina. Hier konden we even genieten van de frisse en vooral lekkere drinkyoghurt, die we elke dag opnieuw langsheen het parcours kregen aangeboden. Een welkome verfrissing, vooral omwille van het zonnige en warme wandelweer. Na de melk werd de tocht voortgezet en bereikten we de Schoorbakkebrug om vervolgens richting Booitshoeke te trekken. Ondertussen voelden we stilaan ons wandelshirt nat worden en slonken de watervoorraden snel. Gelukkig werd het parcours voldoende voorzien van waterpunten om een en ander te verhelpen. Even later kwam de brug in zicht over de autosnelweg en diende even een kleine hindernis te worden genomen. Bovenop de brug zagen we in de verte reeds het volgende doel, met name de kerk van Wulpen. Even voordien had ons wandelmaatje een eerste keer behoefte aan wat medische verzorging, aangezien een klein wondje aan de teen, terug voor problemen zorgde. Met wat vakkundige hulp en wat tape konden we algauw terug op weg.

Toen we even later Wulpen binnentrokken, troffen we een dorp in feeststemming aan. Vooral Cyriel De Visser met zijn orgel trok de aandacht en bij sommigen zat de stemming er al goed in. We wandelden echter een stukje verder tot aan het kanaal Nieuwpoort – Duinkerke, alwaar we ter hoogte van het kleine bruggetje even op een terrasje gingen verpozen. Een koele verfrissing smaakte heerlijk. Nadien volgde de oversteek van het bruggetje, waarna we over korte afstand het kanaal volgden, om even verder linksaf te slaan, stilaan richting Oostduinkerke. De grens van de 30 km werd even later bereikt en nu was het langzaam aan richting aankomst. Ter hoogte van het kerkhof werden we nog voorzien van een koekje van Destrooper en een blikje frisdrank. Zo konden we al knabbelend en drinkend verder doorheen de woonstraten van Oostduinkerke. Uiteindelijk bereikten we de binnenplaats van het reeds gekende Visserijmuseum en aldus de eindstreep van deze eerste etappe.

De eerste dag was al bij al vlot verlopen, met nog een drietal te gaan konden we met nog wat goede moed terug naar onze kampplaats. Onze volgende afspraak met de oranje borden zou van start gaan in Poperinge, maar dat verhaal volgt even later… Onderweg hadden we natuurlijk ook oog voor de prijsvragen van Wandel en Kijk, een wedstrijd verbonden aan deze Vierdaagse.”

Afronden doen we stilaan met een blik in de wandelboekjes, alhoewel daarin niet veel werd neergeschreven omwille van de aanwezigheid van grote stickers. ‘K: Oostduinkerke. J: 1ste Dag Oostduinkerke.’

donderdag 2 april 2020

112: Ieper, Zaterdag 22 augustus 2009, 18,9 km. (2185,47 km.)



De afsluitende etappe van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. We verwijzen dan ook even naar de wandelgids Marching, waarin slechts in het kort deze wandeltocht werd aangekondigd en wel als volgt: ‘Zaterdag – Samedi 22/08/2009, 8900 Ieper (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Ieper.’ Het verhaal van onze belevenissen onderweg, werd pas voor het eerst geschreven op woensdag 26 augustus 2009, omstreeks 19:22 uur.

“De laatste dag van deze 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer begon voor ons extra vroeg in het kamp van Nieuwpoort. We werden immers gewekt omstreeks 04:15 uur en dienden reeds de bus te nemen om zes uur in de ochtend. Nog donker, vertrokken we in de richting van Ieper, waar we reeds even voor zeven uur aankwamen. Bijgevolg dienden we daar nog geruime tijd te wachten alvorens van start te kunnen gaan. Het logisch gevolg van dit vroeg aankomen was, dat volle bussen richting geopende cafés trokken, op zoek naar koffie. Binnen de kortste tijd zaten de terrassen van de zaken welke reeds hun deuren hadden geopend, afgeladen vol. Uiteindelijk werd dan toch omstreeks half negen het startschot gegeven voor deze vierde en laatste wandeldag. In tegenstelling met de voorbije dagen, verliepen de grote en kleine marsroute vanaf de start een eindje langsheen hetzelfde traject.

We vertrokken met de grote groep wandelaars vanaf de Grote Markt, via de Korte- en Lange Torhoutstraat. Langsheen ‘Rustenhove’, ging het in de richting van de drukke Brugse Weg, die werd gevolgd in de richting van St. Jan. Gelukkig was deze drukke baan gedeeltelijk afgezet voor de wandelaars, door middel van rode verkeerskegels en waren opnieuw de MP's trouw op post om te zorgen voor de veiligheid van de deelnemers. Onderweg konden we reeds de eerste militaire begraafplaatsen ontdekken, ‘White House Cemetery’ en even verder ‘Wieltje Farm Cemetery’. Wees gerust er zouden er nog veel volgen op deze laatste dag, waar we opnieuw enkele vragen dienden te beantwoorden, om nog kans te maken op het winnen van een prijs. Het parcours verliep verder door Wieltje, waar we voorbij ‘Oxford Road Cemetery’ trokken. Even voorbij de doorgang onder de autosnelweg, werden we voor het eerst op deze dag bevoorraad door Campina, waar kon worden gekozen tussen een beker melk of een fruityochurt. Lekker meegenomen zo vroeg op de dag trouwens.

Na een klein ommetje, bereikten we de drukke Brugse Weg, waar de marsroutes zich scheidden. Wij dienden links te houden en volgden de Hoge Ziekenweg. Vanaf hier konden we getuige zijn van het enorme leed uit den ‘Grooten Oorlog’, aangezien de militaire begraafplaatsen elkaar in snel tempo opvolgden langs de weg. ‘Buffs Road Cemetery’, ‘Track X Cemetery’, ‘No mans Cot Cemetery’ en wat verder ‘Welsch Cemetery’. Er leek geen einde te komen aan de lange rijen grafzerken van jonge kerels die hun leven hadden gegeven. Menige begraafplaats werd dan ook bezocht, vermits enkele vragen van de dag betrekking hadden op deze laatste rustplaatsen. Een eerste had betrekking op het stamnummer van een zekere T Lockton, die als Gunner sneuvelde en op één van deze plekken rustte. Een tweede vraag had betrekking op de plaats ‘Caesars Nose’ en meer bepaald de naam van de aldaar gelegen begraafplaats. Vervolgens ging het via de Kleine Poezelstraat langs ‘Dragoon Camp Cemetery’. Ter hoogte van het ‘Artillery Wood Cemetery’ werden we voor korte tijd herenigd met de wandelaars van de langere afstand.

Hier wachtte ook een derde vraag op een antwoordje, meer bepaald de juiste locatie van het graf van de dichter Francis Ledwidge. Dat graf ligt... juist, jullie hadden het ook vlug gevonden. Op het moment dat we aldaar halte maakten, even na elf uur, besloten we om wat langer te blijven, aangezien daar omstreeks half twaalf een plechtigheid doorging. We waren even later dan ook getuige van een serene hulde aan de overledenen, waarbij menig toeschouwer het water in de ogen verkreeg. Nadien ging het in de richting van het centrum van Boezinge. We splitsten ons opnieuw af van de lange afstandwandelaars en trokken meteen recht naar Boezinge. Hier namen we alvast de tijd om een hapje te eten en een verfrissend drankje te nuttigen. Een gezellig orkestje zorgde voor de nodige sfeer. Amper terug op weg, in de Diksmuidse weg, wachtte ons een andere verrassing, een degustatie van een ‘Hommel’, aangeboden door de brouwerij Sas. Daar ter plaatse, heerste een kermissfeer en werd zelfs een dansje opgevoerd ter hoogte van het podium. Hier leek het alsof alle vermoeidheid van de afgelopen dagen, plotseling niet langer aanwezig was.

Even later trokken we opnieuw op pad, om terug te keren in de richting van Ieper en dit langsheen het kanaal Ieper – IJzer. Hierbij volgden we vooreerst het Westkaaipad en later de Vredesroute. Onderweg, langsheen het kanaal konden we nog even verpozen bij de laatste monumenten van de dag, de John Mac Grae site en het monument van de 49th Division. Alvorens de binnenstad van Ieper te betreden, dienden we nog een ommetje te maken langsheen de parking van de firma Picanol. Een voorlopige eindcontrole had plaats bij het verlaten van de weg langsheen het kanaal, waarbij we nog werden voorzien van verse energie in de vorm van een Mars. Vervolgens ging het richting parking, waar we voor het laatst onze wandelboekjes konden laten afstempelen en waar de medailles werden uitgereikt.

Nadien ging het richting Menenpoort, de hand gevuld met een pracht van een roos. Deze Vierdaagse kwam tot een einde, via de Grote Markt en uiteindelijk via de stelplaats van de bussen, terug naar het kamp van Nieuwpoort. Hier wachtte ons nog een kleine verhuis. We kijken alvast uit naar de volgende editie, de Vierdaagse van de IJzer 2010, die zal plaats vinden van 18 tot 21 augustus!!”

We ronden deze laatste dag van de Vierdaagse af, met een korte verwijzing, naar datgene wat destijds werd toevertrouwd aan de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Ieper: warm! Een geslaagde 4-daagse. J: Vierde en laatste dag met vertrek in Ieper. Veel militaire begraafplaatsen. Serene sfeer onderweg. Vanaf nu aftellen naar de editie van 2010!!’

woensdag 1 april 2020

111: Diksmuide, Vrijdag 21 augustus 2009, 18,5 km. (2166,57 km.)



De derde dag van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. Ook deze dagetappe werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching, editie 2009 en wel als volgt: ‘Vrijdag – Vendredi 21/08/2009, 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Diksmuide.’ Na afloop van deze meerdaagse wandeltocht, schreven we het verhaal van onze belevenissen onderweg, op dinsdag 25 augustus 2009, omstreeks 18:56 uur.

“De voorlaatste dag, van de 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer bracht ons 's morgens naar de Grote Markt van Diksmuide. De bus was reeds om zeven uur vertrokken uit het kamp van Nieuwpoort, bijgevolg waren we meer dan een uur te vroeg op de startplaats. Eerst even een terrasje dan maar en een koffietje gedronken. Vervolgens hebben wij een demonstratie bijgewoond, over het gebruik van de kaartlezer voor elektronische identiteitskaarten, na afloop een gratis exemplaar bekomen. Omstreeks 08:30 uur konden we dan eindelijk op weg. Vanaf de start, volgden de verschillende marsroutes een ander traject. Wij, deelnemers aan de kortere afstand, dienden de Grote Markt te verlaten naar links, in de richting van de Handzamedijk. We vonden op onze weg de eerste aangeduide wandel- en fietsroutes, de Krekedalroute (47 km) en de Wandrille wandelroute. Om het plaatje te vervolledigen, vonden we op onze weg ook nog de wit-rode markeringen van een GR-pad, met name de GR131.

Het ging vlot langs enkele landelijke wegen en tussen eindeloze velden door. Opvallende aanwezige langsheen de weg, druk bezochte maïsvelden. De zon deed tenminste haar best om door het donkere wolkendek heen te breken, een schril contrast alvast met de voorgaande dagen. Na een tijdje wandelen, bereikten we het grondgebied van Beerst, kort daarop gevolgd door een klein stukje Vladslo, om vervolgens de Camardebeek te dwarsen. Een eerste bordje van de 5 km, zagen we langs de kant van de weg. Ondertussen werd wat verderop de aandacht gevraagd voor de eerste vraag van de dag, waar het antwoord kon worden gevonden ter hoogte van het Dischhof. Hier kon men van de gelegenheid gebruik maken om even te proeven van biologische kazen, roomijs en hoeveboter. Het ging hier rechtsaf, waarna we de collega's van de lange afstand ontmoetten. Een stand van Campina bood even verpozing door middel van een glaasje melk of een fruitdrankje. Opnieuw klaar voor enkele kilometers, vervolgden we onze weg, via de Tervate Fietsroute.

Even voor elf uur, bereikten we in Keiem de locatie waar enkele para's demonstratiesprongen deden vanuit een helikopter. Goed voor een oponthoud en tijd om te genieten van enkele kunstige sprongen, maar vooral precieze landingen. Jammer genoeg werd één en ander aan het zicht onttrokken, omwille van het wolkendek. Na dit leuke intermezzo, trokken we verder op pad langsheen deze veldweg. Deze mondde uit ter hoogte van de Belgische Militaire Begraafplaats van Keiem. Hier dienden we op zoek te gaan naar de juiste graad van de enige piloot welke op het kerkhof lag begraven. Jammer genoeg ontbrak het register aan de ingang, dus dienden we zelf de grafzerken af te lopen op zoek naar de juiste plek. Na deze korte zoektocht, sloegen we linksaf en betraden het dorp van Keiem. Hier werden we verrast met een koekje van Destrooper en op het dorpsplein konden we even uitblazen ter hoogte van een feesttent aan ‘De Kroeg’, waar het geheel werd opgeluisterd met muziek.

Ter hoogte van de kerk, bemerkten we de borden van twee autoroutes, die het dorp passeerden, met name de Hoevenroute en de IJzerfrontroute. Via de achterzijde van de kerk ging het in de richting van de Oostendebaan. Deze werd gedwarst onder het toeziend oog van de MP's, die heus wel een pluim verdienen voor het puike werk dat ze iedere dag opnieuw leverden, om het de wandelaars comfortabel te maken en vooral enkele drukke verkeerswegen veilig te laten oversteken. Een woord van dank is hier dan ook wel op zijn plaats!! Er volgden enkele landelijke wegen, die ons in de richting van de IJzer deden wandelen. Onderweg verkregen we figuurlijk het gezelschap van de Boterlandroute (44 km). Zoals verwacht bereikten we de oever van de IJzer, de waterloop die letterlijk als een rode draad door deze Vierdaagse verliep. Ter hoogte van de IJzer ging het linksaf, richting Diksmuide en uiteraard eindstreep. Maar er diende wel nog eerst een behoorlijk eindje te worden gewandeld. Deze rustige waterloop liet niets vermoeden van wat zich hier ooit had voorgedaan, tot we een eindje verder, aan de overzijde bemerkten dat we waren gekomen ter hoogte van de ‘Dodengang’.

Hier vonden we het antwoord op de derde vraag van de dag: ‘Zijn dit de overblijfselen van een Belgische of Duitse bunker?’ Ja, het antwoord is eenvoudig, wanneer je weet waar de Dodengang voor staat... In de verte zagen we de toren van de kerk van Diksmuide, alsook de imposante IJzertoren. Gestaag naderden we de stad, waar we nog heel even werden voorzien van een energiedrankje. Uiteindelijk bereikten we de jachthaven van Diksmuide, het ging via een brugje naar het Alleyepad, richting Vismarkt. Daar vonden we nog een laatste antwoord voor de prijsvraag van de dag, met name het jaartal waarin de ‘Zwarte Zusters’ lief en leed begonnen te delen met de inwoners van Diksmuide. De charmante (bronzen) dame ter plaatse, kon echter het antwoord niet over haar lippen krijgen, bijgevolg dienden we zelf op zoek te gaan naar hints in de omgeving. Om de hoek bereikten we tussen enkele vallende druppels de Grote Markt. Gelukkig ging de bui snel een andere richting uit en konden we ook deze derde dag droog houden. Nog één te gaan en de Vierdaagse is alweer maar eens voorbij.”

We sluiten dit wandelverhaal betreffende Diksmuide dan ook af, met een korte verwijzing, naar datgene wat destijds aan onze respectievelijke wandelboekjes werd toevertrouwd. ‘K: Diksmuide, Keiem, Beerst. Bewolkt 22°. J: Derde dag met vertrek in Diksmuide. Tocht via Beerst en Keiem. Langs de IJzer en de Dodengang terug naar de start.’

110: Poperinge, Donderdag 20 augustus 2009, 17,3 km. (2148,07 km.)



De tweede dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2009. Ook deze wandeltocht werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 20/08/2009, 8970 Poperinge (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Poperinge.’ Het relaas van de etappe met start in Poperinge, werd geschreven op maandag 24 augustus 2009, omstreeks 10:41 uur.

“De tweede dag van de 37ste Vierdaagse van de IJzer ging van start op de Grote Markt te Poperinge. Van bij de start stond de zon reeds hoog aan de hemel en het beloofde een bloedhete dag te worden. Voorafgaandelijk werden we 's ochtends om vijf uur gewekt en dienden we reeds om zeven uur de bus te nemen in het kamp van Nieuwpoort. Na de start, omstreeks 08:30 uur, gingen de wandelaars van beide afstanden samen, in de richting van de Ieperstraat. Even verderop splitsten zich beide groepen, waarna elke marsgroep gedeeltelijk zijn eigen weg ging. Wij, die hadden gekozen voor de kortere afstand volgden de Quintens Wandeling. Dit nogal brede wandelpad volgde een tijdje de loop van de Vleterbeek. We volgden die waterloop vanaf de linkeroever. Langsheen dit pad troffen we tevens de LF6 Vlaanderen Fietsroute aan. Na een tijdje deze waterloop te hebben gevolgd, kwamen we ter hoogte van de openbare weg, waarbij we aan de brug naar links dienden te gaan.

Hier kwamen we terecht op een gedeelte van het traject van de Schreveroute (46 km) en de Hoppelandroute (43 km). Op het eerstvolgende kruispunt, sloegen we de rechts gelegen Boescheepseweg in. Deze lange, bijna eindeloze weg, leidde ons naar het Lijssenthoek Military Cemetery. Deze begraafplaats is de op één na grootste Britse WOI-begraafplaats ter wereld. Op dit kerkhof wachtte het antwoord op de eerste vraag van de dag, de naam van de Gunner, wiens graf zich situeerde op de hoek van rij 11 A. Op onze weg vonden we nu ook de eerste controle van de dag. Vervolgens ging het verder langsheen de Bethunestraat. Een tweede vraag stond op het punt te worden beantwoord aan één van de vele kapelletjes onderweg. Een datum op één ervan, was voldoende om een verdere deelname aan de wedstrijd te garanderen. Langsheen deze talrijke kunstwerkjes, volgden we opnieuw de Schreveroute, alsook de GR5A. Er werd nu letterlijk langs de ‘frontière’ gewandeld, getuige daarvan de aanwezigheid van voertuigen met franse nummerplaten. In de verder gelegen Lappestraat, kwamen beide marsroutes opnieuw samen.

Het gaat nu langsheen de ‘Grooten Onzen Heere’, waar we een pauze nemen om een hapje te eten. Hier heeft men de kans om al dan niet met grote teugen, te proeven van de Picon. Vanaf nu volgen enkele veldwegen elkaar op, waarbij het af en toe stevig de hoogte kan ingaan. Het wordt onderweg steeds warmer en het leger heeft de handen meer dan vol met het aanvoeren van flesjes gekoeld water. Aan de voorbijgaande wandelaars wordt de raad gegeven om vooral veel te drinken. Ter hoogte van Wally's Farm, waar zelfs het Vrijheidsbeeld staat opgesteld, volgt een tweede controle van de dag. Binnen zit de zaak afgeladen vol en daarom beslissen we om verder te stappen. Het gaat nu in de richting van het Helleketelbos. Het gaat nog even stevig de hoogte in, alvorens we het koelere en prachtige bos kunnen betreden. Ter hoogte van de ingang van het bos, aan het Sparhof, kunnen we nog even op adem komen en genieten van een koel drankje, in een vooral muzikale ambiance. Nadien wacht ons het antwoord op de derde vraag van de dag, de naam van de beek die doorheen het Helleketelbos loopt.

Dit antwoord is eenvoudig te vinden op het informatiebord aan de ingang van het bos. Hier volgen we het Natuurleerpad Helleketelbos. Eenmaal het bos voorbij, wacht een lange en langzame afdaling richting het centrum van Poperinge. Onderweg naar de eindstreep, volgen we nog een tijdje het traject van de Hoppelandroute en de Schreveroute, die we in de loop van de dag herhaaldelijk op onze weg konden vinden. Tijdens de langzame afdaling naar Poperinge, konden we onderweg nog even genieten van een laatste blik op het omringende heuvelland. Tevens trekken we nu voorbij de hoog opgeschoten hoppeplanten, waar de vruchten reeds duidelijk waarneembaar zijn. Nog even de drukke weg over en de Grote Markt kwam alweer in zicht. Tijd om de wandelboekjes te laten afstempelen, maar vooral op zoek te gaan naar enkele vrije stoeltjes op één of ander terrasje.

Een klein ommetje langs de toeristische dienst van de stad, op zoek naar het antwoord op de laatste vraag, gaf echter geen resultaat. Op de vraag, hoeveel Hoptelers de stad bezat in 1880, kon men geen antwoord geven. Uiteindelijk vernamen we later het juiste antwoord van enkele kampgenoten die het museum hadden bezocht. Meteen zat de tweede dag erop en is de Vierdaagse al halfweg. Morgen gaat het richting Diksmuide, maar dat is een ander verhaal...”

Een korte blik in onze wandelboekjes, sluit stilaan het relaas van deze tweede dag van de Vierdaagse af. ‘K: Poperinge, Boeschepe (Fr.) 32° J: Tweede dag van de Vierdaagse. Start te Poperinge en langsheen Boeschepe. Tussen de hopvelden en een stukje Heuvelland. Erg warme wandeldag onderweg.’

109: Oostduinkerke, Woensdag 19 augustus 2009, 17,3 km. (2130,77 km.)



De eerste dag van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. Deze eerste dagetappe, werd destijds in de wandelgids Marching slechts kort aangekondigd en wel als volgt: ‘Woensdag – Mercredi 19/08/2009, 8670 Koksijde (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Koksijde – Oostduinkerke.’ Omwille van ons verblijf in het kamp van Nieuwpoort, konden we slechts overgaan tot het schrijven van dit wandelverslag, na afloop van deze Vierdaagse. Met andere woorden, pas op zondag 23 augustus 2009, omstreeks 11:57 uur.

“Op deze eerste dag van de 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer 2009, werden wij reeds om zes uur gewekt in het kamp van Nieuwpoort. Een half uurtje later volgde dan het ontbijt, waarbij tevens het lunchpakket diende te worden bereid. De voorziene start van de bussen om 08:10 uur, werd nadien gewijzigd naar 08:30 uur. Vanaf dan ging het richting startplaats aan de St. Niklaaskerk van Oostduinkerke. Velen waren reeds van start gegaan, toen onze bus aankwam. Echter niet getreurd, aan de inschrijvingstafel was het nog behoorlijk druk, met de inschrijving van de dagstappers. Met een beetje vertraging, konden we dus op weg, op de tonen van een stukje marsmuziek. Na de start, kregen we een eerste splitsing, waar de lange en de korte afstandwandelaars elk hun eigen weg gingen. Wij die hadden gekozen voor de kortere afstand, dienden na de start rechts te houden, en de drukke weg te volgen, richting Oostduinkerke Dorp. Hierbij werd een tijdje de Leopold II-laan gevolgd. Later ging het opnieuw rechtsaf, richting Koksijde. We vonden hier op onze weg de LF1a Kust Fietsroute die we een tijdje zouden volgen.

Verderop kreeg deze route het gezelschap van de Veurne-Ambachtroute (een fietstraject van 48 km). Beide routes verliepen doorheen enkele rustige woonstraten, waarbij af en toe reeds wat duinzand kon worden waargenomen. De zon stond al hoog en gaf al meteen de nodige warmte. Het zou een hete dag worden om te wandelen. De weg die we volgden bracht ons uiteindelijk tot aan de Doornpanne. Hier konden we voor het eerst genieten van een prachtig stukje natuurgebied, waarbij we een gedeelte volgden van de Doornpanne Wandelroute. Langsheen rustig grazende ezels, maar vooral prachtige stukjes duinengebied, volgden we de menigte wandelaars, om later de eerste woningen te bereiken van Koksijde-Bad. Tijdens de wandeling, dienden we ook af en toe op zoek te gaan naar antwoorden op vragen die werden gesteld, vermits er immers een wedstrijd was verbonden aan de Vierdaagse, onder de titel ‘Wandel en Kijk’. Via enkele druk bezochte straten, bereikten we tenslotte het Zouavenplein van Koksijde-Bad. Hier kregen we opnieuw het gezelschap van de lange afstandwandelaars en konden op dit plein meteen onze watervoorraad aanvullen. Deze was ondertussen, gelet op het warme weer, al danig geslonken.

De eerste vijf kilometer zaten erop. Op het plein, vonden we het antwoord op de eerste vraag van de dag, de naam van het monument waarop zich onder andere een Jodenster bevond. Tijd voor een korte pauze, maar vooral genieten van de zeelucht en omgeving. Vanaf nu volgden we de zeedijk in de richting van Sint-Idesbald. Her en der konden we onderweg genieten van enkele kunstwerken in het kader van Beaufort 03 of Getijdingen. Tevens vond er op de Koksijdse Zeedijk een rommelmarkt plaats, die natuurlijk kon rekenen op de belangstelling van tal van wandelaars. Af en toe was het even laveren tussen de vele toeristen, vakantiegangers en bezoekers aan deze markt. Ondertussen waren we op zoek naar het antwoord op de tweede vraag van de dag, met name de auteur van de Ode Maritima. Dit antwoord vonden we verder langsheen de zeedijk. Velen hadden dit antwoord echter gemist, waarna we diverse malen dit antwoord hebben doorgegeven aan andere wandelaars.

Uiteindelijk is het winnen niet van belang, eerder het deelnemen en vooral de afwisseling door het uitkijken naar zaken die zich langsheen het parcours bevinden. Het hoeft wellicht niet gezegd, dat de terrasjes langsheen de dijk druk werden bezocht. Overal kon men de oranje lintjes van de deelnemers herkennen. Het goede voorbeeld volgend, namen we ook even de tijd om een terrasje te bezoeken en even te verpozen door het bekijken van de voorbijgangers. Wat verderop, werd in Sint-Idesbald een beker garnaalsoep aangeboden. Ter hoogte van dit plein, het Georges Grardplein, vonden we het antwoord op de tweede vraag van de dag. Even verder gewandeld, verlieten we de zeedijk, om via de Dumontlaan de plaats te bereiken waar een derde vraag een antwoord verwachtte, met name ter hoogte van een van de oudste villa's van Sint-Idesbald, Mieke Hill. Hier scheidden zich voor de tweede maal op deze dag de routes van de verschillende afstanden. Wij bevonden ons ondertussen op het Artiesten Wandelpad. Op onze weg vonden we de Paul Delvauxlaan, waarin zich het gelijknamige museum bevindt.

Hierlangs troffen we opnieuw de borden aan van de Veurne-Ambachtroute. De trajecten van de verschillende marsroutes verliepen nu langsheen dezelfde weg, tot aan de eindstreep. Via enkele lanen met prachtige villa's, bereikten we de archeologische site ‘Ter Duinen’, welke is voorzien van een statige rode pater ter hoogte van de ingang. De naam van de kunstenaar van dit mooie kunstwerk, vervolledigde de vragenlijst voor deze eerste dag. Via het aanpalende park, konden we later genieten van enkele oude volksspelen en verpozen, bij een muziekje en een verfrissend drankje. Ter hoogte van de uitgang, troffen we de aanduidingen van het IJslandvaarder Wandelpad, in de richting van de Noordduinen. Even voordien hadden we nog onze watervoorraad kunnen bijvullen. Het ging nu stilaan in de richting van Koksijde-Dorp. Op weg daarheen werd gezorgd voor een lekkere vanillewafel. Ter hoogte van de kerk van Koksijde-Dorp, zorgde Jules Destrooper voor een pakje speculoos, dat door velen even later kon worden doorgespoeld, dankzij een melkbedeling door Campina.

Daar, ter hoogte van het vliegveld, voelde men pas echt goed de hitte van de dag. Ondertussen ging het nieuws als een lopend vuurtje, dat sommige wandelaars reeds onwel waren geworden en werden afgevoerd voor verzorging. Het ging terug in de richting van Oostduinkerke. Op weg daarheen, liepen we door de Ganzestraat, de thuisbasis van de vzw Vrienden der Blinden, mensen die zich bekommeren om blindengeleidehonden op te leiden. Het Polder Wandelpad volgend, bereikten we later de eindstreep, ter hoogte van ‘In De Peerdevisscher’. Hier, in open lucht, was het nog amper mogelijk om in volle zon even uit te blazen. De meesten zochten dan ook wat verkoeling in de aanpalende dreef, in de schaduw van de bomen. Na deze eerste wandeling, namen we nog even de tijd voor een verfrissing. Nadien ging het terug te voet naar de startplaats, voor het afstempelen van onze wandelboekjes en het opzoeken van de bussen. Vervolgens ging het terug naar het kamp van Nieuwpoort, waar een douche meer dan welkom was. Morgen volgt de tweede dag, met start in Poperinge.”

We sluiten dit wandelverhaal af, met de korte weergave van datgene wat werd toevertrouwd aan de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Oostduinkerke, Koksijde Bad en St. Idesbald. 32° J: Mini Vierdaagse van de IJzer. Eerste dag: Oostduinkerke. Tocht via Koksijde Bad en Sint Idesbald. Zonnig en warm wandelweer. Leuke ambiance onderweg.’

vrijdag 6 maart 2020

018: Ieper, Zaterdag 23 augustus 2008, 16 km. (347,8 km.)



De laatste etappe van de vierdaagse van de IJzer 2008. In het wandelboek Marching werd deze wandeling voorheen als volgt kort aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 23/08/2008 – 8900 Ieper (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. Start: Ieper’. Een tijdje na afloop van deze slotetappe, werd door wandelmaatje het navolgende verslag van deze tocht geschreven op maandag 13 oktober 2008 omstreeks 14:02 uur.

“Langs vredige dorpjes naar mijnkraters en slagvelden, bezaaid met graven van moedige mannen en bebloemd met van woede rood kleurende papavers. De vierde en laatste dag op weg naar de ‘kattestad'. Ieper, bekend om zijn ‘Menenpoort’ en ‘In Flanders Fields’. Het bleek de zwaarste, daar de spieren enorm gespannen waren. Al leek ik dan klein grut bij de meer ervaren stappers, ik behield mijn moed. Ik wou samen met maatje die fel begeerde medaille verdiend binnenhalen. Minder leuk was het feit, dat we terug naar huis zouden moeten afzakken. Kort na de parade en ‘The Last Post’, die nog elke avond weerklinkt, moesten we vertrekken. We werden feestelijk ingehaald en begroet door de elite van het Belgisch Leger. We hadden dat begeerde zilver fier op onze shirts steken en waren nog sterk onder de indruk van de hele Vierdaagse.

We vertrokken onder het immense van de Lakenhallen. Langs imposante gebouwen ging het. Met in gedachten, het nooit te vergeten wat zich hier ooit afspeelde. Nog enkele oud-strijders die fier rechtop staan langs de kant. Hun land ooit verdedigd te hebben, tegen de aanvallen van de vijand. Je leest het op hun gezichten. De pijn van toen niet helemaal gesleten. Het schitterende natuurgebied de ‘Palingbeek’ die rust uitstraalt. Langs de vele stille begraafplaatsen wandelen, is een ervaring die diepe indruk nalaat. Vormezele ligt er als stille getuige bij van wat ooit een enorm slagveld moet zijn geweest. Hierna splitsen we opnieuw van onze vrienden die de lange afstand bewandelen. Tot slot trekken we nog door Zillebeke. Zalig is het hier tussen de natuur en we passeren enkele dierenboerderijen. Hetgeen nog rest in onze knapzak wordt aan hen gegeven. Het behoeft geen uitleg dat de diertjes gretig toehapten. Het mocht ook voor een keertje, hier geen bordje met verboden erop. Dan kom je Ieper binnen. Menig mens had hierbij een krop in de keel. De ervaring, het applaus en de felicitaties die men je soms toeroept worden er graag bijgenomen.”

Na afloop konden we maar weinig indrukken kwijt in onze wandelboekjes, aangezien het grootste gedeelte van de voorziene pagina, reeds was ingenomen door een grote sticker ter zake. Toch werden enkele woordjes genoteerd: ‘K: Ieper – Vormezele – Zillebeke – Ieper. J: Mini: 4de Dag= Ieper.’

017: Diksmuide, Vrijdag 22 augustus 2008, 16,9 km. (331,8 km.)



De derde etappe van de vierdaagse van de IJzer, editie 2008. Voorheen werd deze wandeling heel in het kort aangekondigd in het wandelboek Marching: ‘Vrijdag – vendredi 22/08/2008 – 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. – Start: Diksmuide’. Geruime tijd na afloop van deze tocht, werd door wandelmaatje het volgend wandelrelaas geschreven op zaterdag 11 oktober 2008 omstreeks 16:09 uur.

“Langs kunstig poëtische dorpen, dijken en broedplaatsen naar 't museum van de dorst en de boom van Caesar. Ondertussen zijn we bij dag drie aanbeland van ons avontuur aan de IJzer. Welkom te Diksmuide, het sympathieke eeuwenoude stadje aan de IJzer ontstaan uit de deelgemeente Esen omstreeks 1089. Een stadje dat als geen ander ontelbare keren uit zijn as is verrezen. We starten vandaag op de Grote Markt. Onder het waakzame oog van de imposante St. Niklaaskerk en de glimlach van het manneke van de mane. Dat symbool staat voor de Vlaamse humor en trekken richting het IJzermonument. Het is een europees vredesmonument bestaande uit de Paxpoort , de IJzercrypte en de 22 verdiepingen tellende IJzertoren. Je voelt er de angst van de soldaat aan. Middenin de bombardementen en loopgraven. Je ruikt er soms het gas nog en maakt er kennis met het harde leven van toen. Maar wij stappen richting Oudekapelle nadat we alweer splitsten van diegenen die de 32 km zullen wandelen. Je passeert er langs de stelling van de 2de batterij van de 2de groep Zware Houwitsers. Een monument opgericht door de overlevende makkers.

Maar de weg naar Lampernisse lonkt. Deze gemeente bereiken we via de Lovaart om vervolgens in Sint-Jacobs-Kapelle aan te komen. ‘Eene sterke halve ure van Dixmuide gelegen’ en zelfs door de dichter G. Gezelle gekend. De Pelgrim staat er: hij wijst de exacte kilometers aan naar Compostela maar wij gingen richting Diksmuide. Om 's anderdaags te starten voor de laatste tocht van en naar Ieper. We zagen geregeld mensen met pijnlijke voeten, grote blaren maar gelukkig bleven wij van dat leed gespaard.”

Omwille van de nogal grote stickers welke we verkregen, bleef er weinig ruimte over in de wandelboekjes, om nog enkele persoonlijke indrukken na te laten. Toch schreven we enkele woordjes neer: ‘K: Diksmuide – Oudekapelle – Lampernisse – St. Jacobs-Kapelle – Diksmuide; J: Mini: 3de Dag – Diksmuide’.

016: Poperinge, Donderdag 21 augustus 2008, 16,9 km. (314,9 km.)



De tweede etappe van de vierdaagse van de IJzer, werd in het wandelboek Marching slechts kort aangekondigd als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 21/08/2008 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. Start: Poperinge’. De vrouw des huizes zorgde toen ook voor het hierna volgend wandelverslag dat aanvankelijk op vrijdag 10 oktober 2008 om 12:33 uur werd geschreven.

“Op de vlucht voor het oorlogsgeweld, langs kasteeldomeinen en nieuwe horizonten naar de vrede. Dag twee zou vertrekken in Poperinge en nadat we de Gasthuisstraat induiken, worden we gescheiden van de mensen die de 32 km zullen stappen. Maar we zullen elkaar later op de dag terugzien, als we opnieuw samenkomen. We wandelden langs het kasteeldomein ‘De Lovie’, dat sinds 2000 beschermd is als monument en het park er omheen als dorpsgezicht.  Het domein wordt nu gebruikt voor de begeleiding van meer dan 500 jongeren en volwassenen met een matige, ernstige en diep verstandelijke handicap, op het vlak van onderwijs, werk en wonen. Voorwaar een nobel werk dat ons aller respect verdient. We verlaten het domein met zijn rode beukendreven, de waterpartijtjes en bruggetjes, bosjes en hagen en gaan op weg langs café het Jagershof.

Daar buiten worden we vergast op een plaatselijke jazzband die ons op een ludieke manier moed inpompt om verder te gaan. We naderen het militair kerkhof van Dozinghem, een plaats om even stil te staan en te bezinnen. Oorlogsgeweld, eender in welk werelddeel is immers een tranendal. De rust die er hangt werkt sereen en de stilte is haast tastbaar. Er liggen 3309 gesneuvelden, waaronder 65 Duitse soldaten. Hier ontmoeten we onze medewandelaars van de lange tocht. Samen gaat het richting Westvleteren, bekend om zijn paterkes en zijn bier, maar er ligt ook alweer een Belgisch militair kerkhof, met 1208 zerkjes van wapenbroeders die sneuvelden voor ons aller vrijheid. Het is nu een vredig dorpje in de Westhoek en de plaatselijke taverne aan de abdij noemt dan ook toepasselijk ‘De Vrede’. Er is de kerk en de verschillende kapelletjes, maar onze aandacht gaat ook uit naar een paar parachutisten, die net een oefening houden en met de gratie van een vogel netjes op de grond landen.

Ook worden we regelmatig verrast met een kleine versnapering op de verschillende controleposten. Een kinderhand is gauw gevuld maar ook die van de groten, en als er iets invalt voelt het fijn aan. De innerlijke mens mag immers niet verwaarloosd worden. Als laatste deel, maar niet minder interessant, zijn er de hoppevelden. Een bestanddeel, om later gebrouwen te worden tot een lekker glas bier. Ze zijn het bekijken waard. Moe maar voldaan en met een lading indrukken en geschiedenis in onze ondertussen lege rugzak, komen we opnieuw aan in Poperinge. We keren terug naar ons kamp, om een welverdiende rust te gaan genieten. Morgen is er alweer vroeg appèl om richting Diksmuide te trekken. Wordt vervolgd dus ...”.

Ook onze wandelboekjes werden toen voorzien van enkele regeltjes, waarin gepoogd werd een eerste indruk na te laten: ‘K: Van Poperinge naar kasteeldomein De Lovie. Langs café het Jagershof naar het militair kerkhof van Dozinghem. Café De Vrede in Westvleteren. Demonstratie van enkele para’s, door de hopvelden terug naar Poperinge. J: Mini: 2de Dag = Poperinge. Kasteeldomein De Lovie, het Jagershof, het Dozinghem Military Cemetery, De Vrede en terug naar Poperinge. Mooie hopvelden langs het parcours’.

donderdag 5 maart 2020

015: Oostduinkerke, Woensdag 20 augustus 2008, 16,9 km. (298 km.)



De eerste dagetappe van de vierdaagse van de IJzer, welke doorging op woensdag 20 augustus 2008. Vooraf werd deze etappe in het wandelboek Marching in het kort aangekondigd: ‘Woensdag – Mercredi 20/08/2008 – 8670 Koksijde (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. Start: Koksijde-Oostduinkerke’. Enkele weken later, op donderdag 09 oktober 2008 om 14:38 uur, werd door de vrouw des huizes het volgende korte wandelverhaal geschreven, dat we hierna in oorspronkelijke versie weergeven.

“De vierdaagse van de IJzer ging van start en ik had er hoge verwachtingen van. Het stelde mij zeker niet teleur. De gemoedelijkheid en de samenhang zijn bekend. De vriendelijkheid onder de mensen en de goede organisatie van het Belgisch leger, hebben van begin tot einde ervoor gezorgd, dat het zeer tof en aangenaam is verlopen. Natuurlijk zijn er altijd minpuntjes, maar ons hoorde je niet klagen. We waren al het één en ander gewoon van op de Mesa. De eerste wandeldag was op 20/08/08 en ik citeer het volgende: ‘Met dankbaar bevrijdend gevoel over zeedijk, langs kabbelend water naar wuivende polders en de rijke geschiedenis van Bachten de Kupe. Op 20 augustus 1918, het tij is gekeerd, en na wanhopige pogingen van de Duitse troepen begint het Britse leger met ontzettingsgevechten in de Westhoek’. (Uit de brochure van de Vierdaagse van de IJzer 2008)

Dat er hevig gevochten is in die streek hoef ik niet te vertellen. Na 1568 dagen van ellende en schrik zwijgen de wapens en daalt over de bevrijde Westhoek eindelijk de stilte en de vrede neer, het wonden likken kan beginnen. 90 jaar later, trekken wij onze wandelschoenen aan, voorzien van proviand herdenken wij die dagen van weleer in een stevige mars van iets meer dan 16 km. Zodra het startschot weerklinkt wordt er meteen stevig tegenaan gegaan. Uitgeleid met muziek gaat de tocht voor ons van Oostduinkerke naar Nieuwpoort. Gedeeltelijk zal onze toch langs de IJzer verlopen met links en rechts de schorren en slikken, havengeulen en een park. Op de Grote Markt splitsen de wandelgroepen, want zij die de Grote mars stappen, moeten een andere kant uit om later weer samen te komen. Af en aan rijden de bussen om je terug te voeren naar je verblijfplaats. Niets moet en alles mag, het verloopt allemaal op een eigen tempo en niemand die je aanmaant even voort te maken. Gewoon even jezelf voor vier dagen zonder zorgen en alleen de gedachten en ervaringen om met anderen te delen”.

Na afloop van de eerste dagetappe van deze vierdaagse, editie 2008, noteerden we de volgende bevindingen in onze wandelboekjes: ‘K: Van Oostduinkerke naar Nieuwpoort-stad, gedeeltelijk langs de IJzer. Terug naar Oostduinkerke. J: Mini: 1ste Dag = Oostduinkerke’.