Posts tonen met het label Haringhe Military Cemetery. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Haringhe Military Cemetery. Alle posts tonen

dinsdag 28 april 2020

187: Poperinge, Donderdag 19 augustus 2010, 31,95 km. (3745,898 km.)



De tweede wandeldag, een etappe met start in Poperinge. Deze tocht werd aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 19/8/2010 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop van deze tocht schreven we in het kamp van Nieuwpoort nog een samenvatting inzake de belevenissen onderweg.

“De tweede wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, ging uiteraard van start in Poperinge. Een lange busverplaatsing vanuit Nieuwpoort, richting hoppevelden vormde de aanvang van onze tweede dag. Met nog wat stramme spieren verschenen we ook op deze dag vol goede moed aan de start, net zoals vele duizenden andere medewandelaars. Omwille van werkzaamheden vond de start niet plaats op de Grote Markt van deze stad, die we nu toch ook wel al kenden van vorige edities. Onder de welluidende beschrijving ‘Langs charmante en kunstzinnige dorpjes aan de Schreve’, begonnen we even later andermaal aan een tocht van 31,950 km. Het zou nog een lange weg worden alvorens we de finish zouden overschrijden. Voor de start hadden we ook nog een babbel met clubgenoot Guy, naar wie een ander gekend wandelaar, Patrick van beneluxwandelen op zoek was de voorbije dag. Even later weerklonk het startschot en zette de menigte zich in beweging van op het Oud-strijdersplein.

Ook vandaag dienden we alweer aandacht te hebben voor de prijsvragen, waarop we onderweg hopelijk het juiste antwoord zouden vinden. Uitkijken dus maar de komende uren. Na het gekende startschot volgde vooreerst een eindje wandelen doorheen de stad zelf, met al bijna onmiddellijk na de start het antwoord op de eerste vraag van de dag. Tal van metalen plaatjes, voorzien van het symbool van de hoppevrucht, sierden de trottoirs onderweg. Eenmaal het centrum achter ons gelaten, kwamen de eerste kapelletjes te voorschijn. Sommigen waren dringend aan vernieuwing toe, andere schenen recent te zijn heropgebouwd. Altijd leuk deze kleine bouwwerken van nabij even te bekijken en vooral te zien hoe rijk Vlaanderen wel is aan deze kleine religieuze pareltjes. Ook vandaag, vooral bij de aanvang van de tocht en gedurende de eerste kilometers, bleek vaak dat de wegen te smal zijn om op een vlotte manier een dergelijke massa te verwerken.

Sommigen zoeken dan ook hun toevlucht in de bermen om nog sneller vooruit te komen dan anders het geval is. De aanwezigheid van kranige oudere wandelaars, naast het verschijnen van heel jeugdige deelnemers, levert soms wat wrevel op bij de echte diehards, die zichzelf soms een hoog tempo opleggen. Soms wordt dat niet door iedereen gesmaakt onderweg en af en toe met reden. Luidde immers het motto niet samen? Wat meer verdraagzaamheid onderweg zou af en toe een positieve inbreng zijn in deze sport. Iedereen heeft immers het recht om deel te nemen en vooral aan een eigen tempo. Het is toch geen wedstrijd om het snelst aan de aankomst?? Daarvoor bestaan andere tochten. Maar goed, eenmaal op weg werden we al heel vlug beloond, waarschijnlijk omwille van het vroeg opstaan, met een lekkere vanillewafel onderweg. De kans om even halt te houden en in het zonnetje te genieten van een lekker tussendoortje. Onderwijl af en toe bekenden te zien voorbij wandelen.

Tussen de hoppevelden door volgden we de smalle betonbaantjes tot waar de deelnemers aan de 16 en 24 km zich afscheidden. De rest trok verder in de richting van een stukje bos in de omgeving. De veldwegen erheen lieten toe gemakkelijk te wandelen en vooral te genieten van de weidse omgeving. Eenmaal het bos achter de rug, trokken we richting Proven. Even later konden we van ver reeds de kerktoren van deze gemeente aanschouwen, maar konden het toch even niet nalaten op weg erheen te genieten van enkele overheerlijke braambessen, zomaar binnen handbereik. Toen we later de dorpskern van Proven hadden bereikt, dienden we met bijzondere aandacht de omgeving van de kerk te bekijken, aangezien daar immers alweer een antwoord was te vinden op een volgende vraag. We verlieten al even vlug Proven en zetten koers naar de volgende stop op onze weg, Haringe. Onderweg kwamen we langsheen het monument ter ere van Karel de Blauwer. Een bord met het verzoek om stilte, gaf ons even later te kennen dat we een militaire begraafplaats naderden.

Inderdaad, het Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery, deed ons even van het parcours afwijken om deze plaats met een bezoekje te vereren. Zo konden we zien dat deze begraafplaats ook graven bevatte van enkele slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en dat er zich zelfs graven bevinden van Duitse krijgsgevangenen. Wie dergelijke plaatsen even bezoekt ervaart meteen de stilte die er tastbaar aanwezig is en staat al heel vlug versteld over de jeugdige leeftijd van de aldaar begraven slachtoffers. Na dit oponthoud zetten we ons terug in gang, om even verder het oranje bordje van de 15 km voorbij te komen. Langs enkele kleine en smalle landwegen, tussen graangewassen en vooral maïsvelden, ging de wandeling in de richting van het gekende Watou. Toen we een gevaarlijk kruispunt naderden, konden we opnieuw vertrouwen op de alom tegenwoordige MP’s die zorgden voor de veiligheid van de deelnemers. Aldaar dienden we rechts te houden en konden we op deze gevaarlijke weg (Haringe – Watou), enige beschutting vinden achter enkele nadarhekken en signalisatielinten.

De weg leek eindeloos lang en bovendien blies de wind hier in het nadeel. Het werd dus een lange tocht richting kunstdorp Watou. De spitse kerktoren kwam gestaag naderbij en even later konden we het dorp intrekken via de Kleine markt. Hier namen we vooreerst even een rustpauze in een kleine taverne en konden er op het terras even genieten van wat zomerse warmte. Ondertussen konden we het beeld bewonderen van de Brouwer. Aan de overkant van het plein troffen we de Communicatiepaal aan, een metselwerkje waar in ontelbare talen het woord mens kon worden gelezen. Onderweg troffen we tal van overvolle vuilnisbakken aan, hetgeen wat werk zal meebrengen voor de plaatselijke organisatie. Even later slenterden we langsheen de kerk van Watou en kwamen terecht op het Watouplein, dat barst van de horecazaken. Op het plein hadden we even aandacht voor enkele kunstwerken en enkele stukjes poëzie, vermits ook hier het antwoord lag verscholen op een van de prijsvragen van de dag.

Nadien vervolgden we onze weg, om stilaan Watou te verlaten. Op het trottoir troffen we een toepasselijk vers aan, aangezien het ging over maatjes, want dat zijn we toch nietwaar? Bij het verlaten van Watou volgde een iets bredere weg, waarna het even verder linksaf ging, in de richting van het vooral hoger gelegen Hellebos. Het begon met een stukje vals plat, waarna we voelden aan de beentjes dat het toch wel de hoogte inging. Een tussenstop in het volkscafé De Helleketel bezorgde ons nog een beetje suiker voor de komende klim. Aan leute geen gebrek aldaar trouwens. We begonnen vol goede moed aan de klim, richting hoger gelegen bos. De zon scheen er nog alles te willen aan doen, de klim nog wat zwaarder te maken, maar uiteindelijk restte ons niets anders dan te volharden en verder te stappen. Onderweg kwamen we langs het bekende ’t Sparhof, waar sommigen nog wat extra energie dachten te vinden. Moe, maar enigszins voldaan, konden we wat later wandelen doorheen het Helleketelbos en vooral wat genieten van de schaduwrijke omgeving.

Wat de hoogte ingaat, gaat uiteindelijk ook omlaag. Na een stukje doortocht door het bos, begon een geleidelijke afdaling in rechte lijn naar Poperinge, einde van deze tweede etappe. Maar vooraleer het zover was, werden we door Campina-medewerkers nog voorzien van een extra bekertje energie in de vorm van een kiwi-yoghurtdrank. Fris en vooral erg lekker. Nadien konden we de geleidelijke afdaling aanvangen naar Poperinge. Een weg die we kenden van vorig jaar, we wisten dus dat het niet meer zover kon zijn, dus dat gaf toch wel wat extra moed voor de laatste kilometers. Ondertussen waren we immers de grens van de 25 km voorbij gekomen. Toen we even later opnieuw langs enkele hoppevelden kwamen, hadden we ondertussen al duidelijk zicht op de kerktoren, een toren die maar traag naderde!

Toen het bordje van de 30 km in zicht kwam, kreeg maatje vleugels en kon niet nalaten een zucht te laten horen. Via de bebouwde kom ging het uiteindelijk naar de eindmeet. Een lange busverplaatsing later, bereikten we vermoeid het kamp in Nieuwpoort, met nog net voldoende energie om te douchen, een avondmaal te nuttigen en na een verkwikkende Hoegaerden rosé het bed op te zoeken. Vaak hebben we het gezegd, we zijn halverwege, nu mogen we niet meer afhaken. Het ergste moest evenwel nog komen en dat zullen velen geweten hebben. Niettemin, sommigen hoorden in het kamp zelfs het licht niet uitgaan, reeds verwijlend in dromenland… Tot in Diksmuide dan maar!”

Afsluiten doen we zoals gewoonlijk, met een blik in de wandelboekjes, alhoewel ook ditmaal slechts melding werd gemaakt van de startplaats, omwille van de aanwezigheid van enorme stickers. ‘K: Poperinge. J: 2de Dag – Poperinge.’