Posts tonen met het label Diksmuide. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Diksmuide. Alle posts tonen

woensdag 29 april 2020

188: Diksmuide, Vrijdag 20 augustus 2010, 32,6 km. (3778,498 km.)



De derde dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2010. Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Vrijdag – Vendredi 20/8/2010 – 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer – 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop schreven we ook ditmaal nog dezelfde avond in het kamp van Nieuwpoort een verslag, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg.

“Langs typische polderdorpjes en het oorlog- en fransmanverdriet van vele moeders, zo stond de derde wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, aangekondigd in de kleurrijke brochure die we mochten ontvangen bij de start enkele dagen geleden. Deze derde dag begon ook alweer in alle vroegte in het kamp van Nieuwpoort, alwaar we na het ontbijt met de bus vertrokken richting Grote Markt te Diksmuide. Maatje haar voeten hadden reeds een vroege beurt gekregen in het kamp, waar ijverige en behulpzame leden van de Medische dienst de handen uit de mouwen staken om toch iedereen op de been te krijgen en klaar te stomen voor de start van de volgende etappe. Met hernieuwde moed kwamen we dan even later ook aan op de Grote Markt, alwaar zich reeds een menigte wandelaars had verzameld. Het was dus nog even wachten alvorens het startschot zou weerklinken, dus trokken we naar één van de vele terrasjes om toch nog even te genieten van een kopje koffie. Even later konden we dan toch op weg, samen met een bont allegaartje van burgers en militairen, jong en oud, alles door elkaar.

Via de kortst mogelijke weg verlieten we het drukke centrum en volgden het verloop van de Handzamevaart. Hoeft het gezegd dat de smalle paden naast deze waterloop al vlug te smal bleken te zijn om deze grote menigte op te vangen. Gelukkig lossen deze problemen zichzelf op na enkele kilometers stappen. Het peloton schuift dan langzaam uit elkaar en elkeen vindt zijn eigen ritme. Het pad dat we volgden kronkelde mee met de ernaast liggende waterloop. Unieke vergezichten over de landerijen openbaarden zich aan de vele nieuwsgierige blikken. De zon was alweer van de partij en het beloofde een warme en zonnige dag te worden. Na een viertal kilometer scheidden zich de deelnemers aan de 8 km af naar rechts, om vanaf daar hun eigen weg te volgen. De andere wandelaars vervolgden hun weg via de Pouckestraat om aldus het eerste oranje bord van de 5 km aan te treffen. Het ging verder tot aan het eerste waterbevoorradingspunt, alwaar de deelnemers aan de 16 km ook een rechts gelegen weg insloegen. Net daar vonden we meteen het antwoord op de eerste vraag van de dag, in het kader van de wedstrijd Wandel en Kijk. Eigenlijk dienden we ons hier te beperken tot het tellen van een aantal kaarsen in een kapelletje bezijden de weg.

Net toen we dachten dat het een vlotte wandeldag zou worden, begon maatje haar motor te sputteren, problemen met de linkervoet en meer bepaald de tenen. Gelukkig konden we even verder halt houden ter hoogte van een hulppost, juist voor de stand van Campina. De eerste zorgen werden toegediend door een vrouwelijke militair, hetgeen slechts korte tijd in beslag nam. Het gevolg was dat we pas enkele honderden meters verder waren gestapt, toen de tenen al bloot kwamen te liggen en het verband was losgekomen. Peloton rechtsom dan maar en terug naar de hulppost. Ditmaal nam een mannelijke collega de honneurs waar, wat resulteerde in een verzorging van om en nabij de drie kwartier, alvorens maatje terug degelijk kon wandelen. Al bij al hadden we dus bijna een uur verloren en dat zou zich later op de dag nog laten voelen. Na de medische hulp kwamen we langs de stand van Campina en konden nog even wat energie bijtanken om onze weg verder te vervolgen. Gelukkig konden we daar een beetje rekenen op de morele steun van Guy en Patrick.

We zaten nu op het grondgebied van Koekelare en hadden nog een lange weg te gaan. Toen we even later opnieuw een degelijk tempo konden aanhouden, trokken we in de richting van het Koekelarebos, dat we even later konden betreden. Een mooie lange dreef kregen we voor de voeten geschoven en net dan hadden we onderweg een leuke babbel met enkele Nederlandse wandelaars. Samen konden we genieten van een mooi stukje natuur, waar de rust tastbaar aanwezig was. De 10 km grens was ondertussen overschreden en even verder dienden we afscheid te nemen van onze vrienden die deelnamen aan de 24 km. Hen wachtte een ander traject. Wijzelf volgden verder het parcours in de richting van het centrum van Koekelare. Aldaar aangekomen op een ludiek pleintje, namen we vooreerst even de tijd om een hapje te eten en vooral even de dorst te lessen. Nadien dienden we een kort bezoekje te brengen aan het aldaar gelegen museum (het Museum van de Fransmans), teneinde opnieuw een antwoord te vinden op een van de vragen van de dag. Gelukkig konden we hierbij rekenen op een beetje hulp van het personeel, teneinde vlug de juiste locatie te vinden in het museum.

Eenmaal het antwoord verkregen, konden we nog even stilstaan om te genieten van een deuntje, afkomstig van een gezellig orgeltje op het plein. Stilaan werd het dan tijd om het traject verder af te wandelen. We verlieten het centrum van Koekelare om ons te begeven in de richting van het verder gelegen Motepark. Een leuke plek om doorheen te wandelen met een prachtige vijver, waar eenden volop genoten van de zon en waar tevens de hengelaars in groten getale hun favoriete sport konden beoefenen. Eenmaal het park voorbij ging het via landelijke wegjes en veldwegen in de richting van het volgende dorp: Werken. Smalle paadjes, kerkwegels, zanderige veldwegen, karreslagen, … de zon was duidelijk aanwezig en dat liet zich voelen in de kledij. Ook vandaag kregen we talrijke kapelletjes te zien, konden we ervaren hoe het leven op het platteland aanvoelt en hoe de boeren druk doende waren met het binnenhalen van de graanoogst. Vaak verliep het traject tussen de maïsvelden en kreeg je het idee dat een muur je verhinderde ver om je heen te kijken. Een eindje voorbij het 15 km bordje troffen we gelukkig een tweede hulppost aan, aangezien maatje haar voeten dringend behoefte hadden aan een beetje verzorging.

Bleek dat nu ook de andere voet gekwetst was en ditmaal werd ook daar een behoorlijke hoeveelheid tape aangebracht. Ook nu verloren we behoorlijk wat tijd en het stappen verliep steeds moeilijker. Met een beetje goede wil en een aanpassing van het stapritme bereikten we nadien de oranje borden van de 20 km en even later de bebouwde kom van Werken. Het eerste terrasje werd bezocht en daar konden we vaststellen dat de buitentemperatuur was opgelopen tot 28°C. Geen wonder dat we het warm hadden gekregen. Na een kleine pauze trokken we opnieuw verder, via het centrum van Werken. Het ging verder langsheen de Kruisstraatmolen, die weliswaar werd gerestaureerd en daardoor zich bevond in de stellingen. Toch konden we enkele foto’s nemen van dit unieke bouwwerk. Vervolgens ging het aan het kruispunt linksaf en vonden we even verder op onze weg een ander archeologisch museum, waar ook alweer het antwoord te achterhalen was op een van de dagvragen. We wandelden verder om even later het grondgebied van Werken te verlaten en het te wisselen voor het grondgebied van Vladslo.

De grens van de 25 km werd bereikt en voor maatje ging het stilaan van kwaad naar erger. Het stappen werd moeilijker en de wandelsnelheid zakte zienderogen. Een blik op de klok leerde ons ondertussen dat we niet veel tijd meer mochten verliezen, wilden we nog tijdig de aankomst bereiken en eigenlijk was het nog behoorlijk ver. Uiteindelijk bereikten we wat later toch het centrum van Vladslo. We hielden er even kort halt op het dorpsplein, om vervolgens linksaf te wandelen en even verder te worden voorzien van een koekje en een blikje frisdrank. Zo konden we nog even, al wandelend, bijtanken en nog een beetje energie opdoen voor het laatste gedeelte van de wandeling. We lieten Vladslo achter ons en bereikten al vlug opnieuw de open velden, waar we even later zelfs tussen het riet doorwandelden. Wat verderop bereikten we de drukke weg richting Diksmuide. Dankzij de hulp van de MP’s raakten we veilig aan de overkant en kregen een bijna eindeloze grindweg te zien, langsheen de IJzer. De zon scheen nog steeds onverbiddelijk en de wind stond hier pal van voren. Niet meteen een ideale situatie om met pijnlijke voeten en wat vermoeidheid in de rug aan te beginnen.

Heel in de verte zagen we de IJzertoren en de kerk, maar het leek voor maatje net iets te ver weg. Met het laatste beetje moed probeerde ze toch het grindpad te verwerken, doch het ging niet meer. Korte tijd later weerklonk in stilte: ‘Het gaat niet meer…’ Het enige wat we konden doen was een beetje aanmoedigen om het vooral niet op te geven en langzaam verder te stappen in de richting van de kerk in de verte. Het lukte tenslotte toch om deze lange ellendige weg te verwerken, zodat we het centrum van Diksmuide bereikten. Via de bebouwde kom kwamen we nu langsheen enkele bezienswaardigheden en dat verlichtte even de pijn aan de voetjes. Het begijnhof, de Vismarkt met het beeld van Jette en tenslotte de kerk waar een laatste vraag diende te worden beantwoord. Op het einde van de straat zagen we reeds de Grote Markt en de eindstreep van de tocht. Het was ondertussen kwart voor zes en we hadden net tijdig de finish gehaald.

Het was bang afwachten wat de laatste dag nog brengen zou, vooral omdat de Kemmelberg diende te worden beklommen. Maar dat waren problemen voor de volgende dag. Nu volgde nog een lange bustocht naar het kamp, een verkwikkende douche, een laat avondmaal en dat werd afgesloten met nogmaals een bezoek aan de medische dienst, teneinde de opgelopen schade zoveel als mogelijk te herstellen. Het werd vrij vlug laat en een welverdiende nachtrust werd aangevangen. Vandaag hadden we de langste etappe te verwerken gekregen over een afstand van 32,6 km. Met een dikke merci alvast aan het medisch personeel dat het mogelijk maakte de eindstreep tijdig te halen. Nog 30,2 km te gaan dus, met andere woorden nog één keer alles geven…..”

We eindigen deze wandelbeschrijving met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Diksmuide. 4x32 km. Het proberen waard, maar toch een zware inspanning. De blaartjes, de rug en de benen eisten hun tol. Blij dat ik het gedaan en volbracht heb. Toch iets te hoog gegrepen. De vermoeidheid is te. Beer was wel lief maar toch. J: Derde dag van de Vierdaagse van de IJzer. Met start in Diksmuide ging het vervolgens via Koekelare, Werken en Vladslo. Warme wandeldag en een beetje een probleemdag voor maatje, omwille van blaren op de voeten en pijn in de rug. Uiteindelijk toch nog tijdig de aankomst bereikt even voor zes uur. Nog één dag te gaan!!!’

dinsdag 28 april 2020

187: Poperinge, Donderdag 19 augustus 2010, 31,95 km. (3745,898 km.)



De tweede wandeldag, een etappe met start in Poperinge. Deze tocht werd aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 19/8/2010 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen), Vierdaagse van de IJzer 08-16-24-32 km. Vierdaagse van de IJzer. Start: Grote Markt. De 8 km is een familiale wandeling met randanimatie.’ Na afloop van deze tocht schreven we in het kamp van Nieuwpoort nog een samenvatting inzake de belevenissen onderweg.

“De tweede wandeldag van de Vierdaagse van de IJzer 2010, ging uiteraard van start in Poperinge. Een lange busverplaatsing vanuit Nieuwpoort, richting hoppevelden vormde de aanvang van onze tweede dag. Met nog wat stramme spieren verschenen we ook op deze dag vol goede moed aan de start, net zoals vele duizenden andere medewandelaars. Omwille van werkzaamheden vond de start niet plaats op de Grote Markt van deze stad, die we nu toch ook wel al kenden van vorige edities. Onder de welluidende beschrijving ‘Langs charmante en kunstzinnige dorpjes aan de Schreve’, begonnen we even later andermaal aan een tocht van 31,950 km. Het zou nog een lange weg worden alvorens we de finish zouden overschrijden. Voor de start hadden we ook nog een babbel met clubgenoot Guy, naar wie een ander gekend wandelaar, Patrick van beneluxwandelen op zoek was de voorbije dag. Even later weerklonk het startschot en zette de menigte zich in beweging van op het Oud-strijdersplein.

Ook vandaag dienden we alweer aandacht te hebben voor de prijsvragen, waarop we onderweg hopelijk het juiste antwoord zouden vinden. Uitkijken dus maar de komende uren. Na het gekende startschot volgde vooreerst een eindje wandelen doorheen de stad zelf, met al bijna onmiddellijk na de start het antwoord op de eerste vraag van de dag. Tal van metalen plaatjes, voorzien van het symbool van de hoppevrucht, sierden de trottoirs onderweg. Eenmaal het centrum achter ons gelaten, kwamen de eerste kapelletjes te voorschijn. Sommigen waren dringend aan vernieuwing toe, andere schenen recent te zijn heropgebouwd. Altijd leuk deze kleine bouwwerken van nabij even te bekijken en vooral te zien hoe rijk Vlaanderen wel is aan deze kleine religieuze pareltjes. Ook vandaag, vooral bij de aanvang van de tocht en gedurende de eerste kilometers, bleek vaak dat de wegen te smal zijn om op een vlotte manier een dergelijke massa te verwerken.

Sommigen zoeken dan ook hun toevlucht in de bermen om nog sneller vooruit te komen dan anders het geval is. De aanwezigheid van kranige oudere wandelaars, naast het verschijnen van heel jeugdige deelnemers, levert soms wat wrevel op bij de echte diehards, die zichzelf soms een hoog tempo opleggen. Soms wordt dat niet door iedereen gesmaakt onderweg en af en toe met reden. Luidde immers het motto niet samen? Wat meer verdraagzaamheid onderweg zou af en toe een positieve inbreng zijn in deze sport. Iedereen heeft immers het recht om deel te nemen en vooral aan een eigen tempo. Het is toch geen wedstrijd om het snelst aan de aankomst?? Daarvoor bestaan andere tochten. Maar goed, eenmaal op weg werden we al heel vlug beloond, waarschijnlijk omwille van het vroeg opstaan, met een lekkere vanillewafel onderweg. De kans om even halt te houden en in het zonnetje te genieten van een lekker tussendoortje. Onderwijl af en toe bekenden te zien voorbij wandelen.

Tussen de hoppevelden door volgden we de smalle betonbaantjes tot waar de deelnemers aan de 16 en 24 km zich afscheidden. De rest trok verder in de richting van een stukje bos in de omgeving. De veldwegen erheen lieten toe gemakkelijk te wandelen en vooral te genieten van de weidse omgeving. Eenmaal het bos achter de rug, trokken we richting Proven. Even later konden we van ver reeds de kerktoren van deze gemeente aanschouwen, maar konden het toch even niet nalaten op weg erheen te genieten van enkele overheerlijke braambessen, zomaar binnen handbereik. Toen we later de dorpskern van Proven hadden bereikt, dienden we met bijzondere aandacht de omgeving van de kerk te bekijken, aangezien daar immers alweer een antwoord was te vinden op een volgende vraag. We verlieten al even vlug Proven en zetten koers naar de volgende stop op onze weg, Haringe. Onderweg kwamen we langsheen het monument ter ere van Karel de Blauwer. Een bord met het verzoek om stilte, gaf ons even later te kennen dat we een militaire begraafplaats naderden.

Inderdaad, het Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery, deed ons even van het parcours afwijken om deze plaats met een bezoekje te vereren. Zo konden we zien dat deze begraafplaats ook graven bevatte van enkele slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en dat er zich zelfs graven bevinden van Duitse krijgsgevangenen. Wie dergelijke plaatsen even bezoekt ervaart meteen de stilte die er tastbaar aanwezig is en staat al heel vlug versteld over de jeugdige leeftijd van de aldaar begraven slachtoffers. Na dit oponthoud zetten we ons terug in gang, om even verder het oranje bordje van de 15 km voorbij te komen. Langs enkele kleine en smalle landwegen, tussen graangewassen en vooral maïsvelden, ging de wandeling in de richting van het gekende Watou. Toen we een gevaarlijk kruispunt naderden, konden we opnieuw vertrouwen op de alom tegenwoordige MP’s die zorgden voor de veiligheid van de deelnemers. Aldaar dienden we rechts te houden en konden we op deze gevaarlijke weg (Haringe – Watou), enige beschutting vinden achter enkele nadarhekken en signalisatielinten.

De weg leek eindeloos lang en bovendien blies de wind hier in het nadeel. Het werd dus een lange tocht richting kunstdorp Watou. De spitse kerktoren kwam gestaag naderbij en even later konden we het dorp intrekken via de Kleine markt. Hier namen we vooreerst even een rustpauze in een kleine taverne en konden er op het terras even genieten van wat zomerse warmte. Ondertussen konden we het beeld bewonderen van de Brouwer. Aan de overkant van het plein troffen we de Communicatiepaal aan, een metselwerkje waar in ontelbare talen het woord mens kon worden gelezen. Onderweg troffen we tal van overvolle vuilnisbakken aan, hetgeen wat werk zal meebrengen voor de plaatselijke organisatie. Even later slenterden we langsheen de kerk van Watou en kwamen terecht op het Watouplein, dat barst van de horecazaken. Op het plein hadden we even aandacht voor enkele kunstwerken en enkele stukjes poëzie, vermits ook hier het antwoord lag verscholen op een van de prijsvragen van de dag.

Nadien vervolgden we onze weg, om stilaan Watou te verlaten. Op het trottoir troffen we een toepasselijk vers aan, aangezien het ging over maatjes, want dat zijn we toch nietwaar? Bij het verlaten van Watou volgde een iets bredere weg, waarna het even verder linksaf ging, in de richting van het vooral hoger gelegen Hellebos. Het begon met een stukje vals plat, waarna we voelden aan de beentjes dat het toch wel de hoogte inging. Een tussenstop in het volkscafé De Helleketel bezorgde ons nog een beetje suiker voor de komende klim. Aan leute geen gebrek aldaar trouwens. We begonnen vol goede moed aan de klim, richting hoger gelegen bos. De zon scheen er nog alles te willen aan doen, de klim nog wat zwaarder te maken, maar uiteindelijk restte ons niets anders dan te volharden en verder te stappen. Onderweg kwamen we langs het bekende ’t Sparhof, waar sommigen nog wat extra energie dachten te vinden. Moe, maar enigszins voldaan, konden we wat later wandelen doorheen het Helleketelbos en vooral wat genieten van de schaduwrijke omgeving.

Wat de hoogte ingaat, gaat uiteindelijk ook omlaag. Na een stukje doortocht door het bos, begon een geleidelijke afdaling in rechte lijn naar Poperinge, einde van deze tweede etappe. Maar vooraleer het zover was, werden we door Campina-medewerkers nog voorzien van een extra bekertje energie in de vorm van een kiwi-yoghurtdrank. Fris en vooral erg lekker. Nadien konden we de geleidelijke afdaling aanvangen naar Poperinge. Een weg die we kenden van vorig jaar, we wisten dus dat het niet meer zover kon zijn, dus dat gaf toch wel wat extra moed voor de laatste kilometers. Ondertussen waren we immers de grens van de 25 km voorbij gekomen. Toen we even later opnieuw langs enkele hoppevelden kwamen, hadden we ondertussen al duidelijk zicht op de kerktoren, een toren die maar traag naderde!

Toen het bordje van de 30 km in zicht kwam, kreeg maatje vleugels en kon niet nalaten een zucht te laten horen. Via de bebouwde kom ging het uiteindelijk naar de eindmeet. Een lange busverplaatsing later, bereikten we vermoeid het kamp in Nieuwpoort, met nog net voldoende energie om te douchen, een avondmaal te nuttigen en na een verkwikkende Hoegaerden rosé het bed op te zoeken. Vaak hebben we het gezegd, we zijn halverwege, nu mogen we niet meer afhaken. Het ergste moest evenwel nog komen en dat zullen velen geweten hebben. Niettemin, sommigen hoorden in het kamp zelfs het licht niet uitgaan, reeds verwijlend in dromenland… Tot in Diksmuide dan maar!”

Afsluiten doen we zoals gewoonlijk, met een blik in de wandelboekjes, alhoewel ook ditmaal slechts melding werd gemaakt van de startplaats, omwille van de aanwezigheid van enorme stickers. ‘K: Poperinge. J: 2de Dag – Poperinge.’

woensdag 1 april 2020

111: Diksmuide, Vrijdag 21 augustus 2009, 18,5 km. (2166,57 km.)



De derde dag van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. Ook deze dagetappe werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching, editie 2009 en wel als volgt: ‘Vrijdag – Vendredi 21/08/2009, 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Diksmuide.’ Na afloop van deze meerdaagse wandeltocht, schreven we het verhaal van onze belevenissen onderweg, op dinsdag 25 augustus 2009, omstreeks 18:56 uur.

“De voorlaatste dag, van de 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer bracht ons 's morgens naar de Grote Markt van Diksmuide. De bus was reeds om zeven uur vertrokken uit het kamp van Nieuwpoort, bijgevolg waren we meer dan een uur te vroeg op de startplaats. Eerst even een terrasje dan maar en een koffietje gedronken. Vervolgens hebben wij een demonstratie bijgewoond, over het gebruik van de kaartlezer voor elektronische identiteitskaarten, na afloop een gratis exemplaar bekomen. Omstreeks 08:30 uur konden we dan eindelijk op weg. Vanaf de start, volgden de verschillende marsroutes een ander traject. Wij, deelnemers aan de kortere afstand, dienden de Grote Markt te verlaten naar links, in de richting van de Handzamedijk. We vonden op onze weg de eerste aangeduide wandel- en fietsroutes, de Krekedalroute (47 km) en de Wandrille wandelroute. Om het plaatje te vervolledigen, vonden we op onze weg ook nog de wit-rode markeringen van een GR-pad, met name de GR131.

Het ging vlot langs enkele landelijke wegen en tussen eindeloze velden door. Opvallende aanwezige langsheen de weg, druk bezochte maïsvelden. De zon deed tenminste haar best om door het donkere wolkendek heen te breken, een schril contrast alvast met de voorgaande dagen. Na een tijdje wandelen, bereikten we het grondgebied van Beerst, kort daarop gevolgd door een klein stukje Vladslo, om vervolgens de Camardebeek te dwarsen. Een eerste bordje van de 5 km, zagen we langs de kant van de weg. Ondertussen werd wat verderop de aandacht gevraagd voor de eerste vraag van de dag, waar het antwoord kon worden gevonden ter hoogte van het Dischhof. Hier kon men van de gelegenheid gebruik maken om even te proeven van biologische kazen, roomijs en hoeveboter. Het ging hier rechtsaf, waarna we de collega's van de lange afstand ontmoetten. Een stand van Campina bood even verpozing door middel van een glaasje melk of een fruitdrankje. Opnieuw klaar voor enkele kilometers, vervolgden we onze weg, via de Tervate Fietsroute.

Even voor elf uur, bereikten we in Keiem de locatie waar enkele para's demonstratiesprongen deden vanuit een helikopter. Goed voor een oponthoud en tijd om te genieten van enkele kunstige sprongen, maar vooral precieze landingen. Jammer genoeg werd één en ander aan het zicht onttrokken, omwille van het wolkendek. Na dit leuke intermezzo, trokken we verder op pad langsheen deze veldweg. Deze mondde uit ter hoogte van de Belgische Militaire Begraafplaats van Keiem. Hier dienden we op zoek te gaan naar de juiste graad van de enige piloot welke op het kerkhof lag begraven. Jammer genoeg ontbrak het register aan de ingang, dus dienden we zelf de grafzerken af te lopen op zoek naar de juiste plek. Na deze korte zoektocht, sloegen we linksaf en betraden het dorp van Keiem. Hier werden we verrast met een koekje van Destrooper en op het dorpsplein konden we even uitblazen ter hoogte van een feesttent aan ‘De Kroeg’, waar het geheel werd opgeluisterd met muziek.

Ter hoogte van de kerk, bemerkten we de borden van twee autoroutes, die het dorp passeerden, met name de Hoevenroute en de IJzerfrontroute. Via de achterzijde van de kerk ging het in de richting van de Oostendebaan. Deze werd gedwarst onder het toeziend oog van de MP's, die heus wel een pluim verdienen voor het puike werk dat ze iedere dag opnieuw leverden, om het de wandelaars comfortabel te maken en vooral enkele drukke verkeerswegen veilig te laten oversteken. Een woord van dank is hier dan ook wel op zijn plaats!! Er volgden enkele landelijke wegen, die ons in de richting van de IJzer deden wandelen. Onderweg verkregen we figuurlijk het gezelschap van de Boterlandroute (44 km). Zoals verwacht bereikten we de oever van de IJzer, de waterloop die letterlijk als een rode draad door deze Vierdaagse verliep. Ter hoogte van de IJzer ging het linksaf, richting Diksmuide en uiteraard eindstreep. Maar er diende wel nog eerst een behoorlijk eindje te worden gewandeld. Deze rustige waterloop liet niets vermoeden van wat zich hier ooit had voorgedaan, tot we een eindje verder, aan de overzijde bemerkten dat we waren gekomen ter hoogte van de ‘Dodengang’.

Hier vonden we het antwoord op de derde vraag van de dag: ‘Zijn dit de overblijfselen van een Belgische of Duitse bunker?’ Ja, het antwoord is eenvoudig, wanneer je weet waar de Dodengang voor staat... In de verte zagen we de toren van de kerk van Diksmuide, alsook de imposante IJzertoren. Gestaag naderden we de stad, waar we nog heel even werden voorzien van een energiedrankje. Uiteindelijk bereikten we de jachthaven van Diksmuide, het ging via een brugje naar het Alleyepad, richting Vismarkt. Daar vonden we nog een laatste antwoord voor de prijsvraag van de dag, met name het jaartal waarin de ‘Zwarte Zusters’ lief en leed begonnen te delen met de inwoners van Diksmuide. De charmante (bronzen) dame ter plaatse, kon echter het antwoord niet over haar lippen krijgen, bijgevolg dienden we zelf op zoek te gaan naar hints in de omgeving. Om de hoek bereikten we tussen enkele vallende druppels de Grote Markt. Gelukkig ging de bui snel een andere richting uit en konden we ook deze derde dag droog houden. Nog één te gaan en de Vierdaagse is alweer maar eens voorbij.”

We sluiten dit wandelverhaal betreffende Diksmuide dan ook af, met een korte verwijzing, naar datgene wat destijds aan onze respectievelijke wandelboekjes werd toevertrouwd. ‘K: Diksmuide, Keiem, Beerst. Bewolkt 22°. J: Derde dag met vertrek in Diksmuide. Tocht via Beerst en Keiem. Langs de IJzer en de Dodengang terug naar de start.’

vrijdag 6 maart 2020

017: Diksmuide, Vrijdag 22 augustus 2008, 16,9 km. (331,8 km.)



De derde etappe van de vierdaagse van de IJzer, editie 2008. Voorheen werd deze wandeling heel in het kort aangekondigd in het wandelboek Marching: ‘Vrijdag – vendredi 22/08/2008 – 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. – Start: Diksmuide’. Geruime tijd na afloop van deze tocht, werd door wandelmaatje het volgend wandelrelaas geschreven op zaterdag 11 oktober 2008 omstreeks 16:09 uur.

“Langs kunstig poëtische dorpen, dijken en broedplaatsen naar 't museum van de dorst en de boom van Caesar. Ondertussen zijn we bij dag drie aanbeland van ons avontuur aan de IJzer. Welkom te Diksmuide, het sympathieke eeuwenoude stadje aan de IJzer ontstaan uit de deelgemeente Esen omstreeks 1089. Een stadje dat als geen ander ontelbare keren uit zijn as is verrezen. We starten vandaag op de Grote Markt. Onder het waakzame oog van de imposante St. Niklaaskerk en de glimlach van het manneke van de mane. Dat symbool staat voor de Vlaamse humor en trekken richting het IJzermonument. Het is een europees vredesmonument bestaande uit de Paxpoort , de IJzercrypte en de 22 verdiepingen tellende IJzertoren. Je voelt er de angst van de soldaat aan. Middenin de bombardementen en loopgraven. Je ruikt er soms het gas nog en maakt er kennis met het harde leven van toen. Maar wij stappen richting Oudekapelle nadat we alweer splitsten van diegenen die de 32 km zullen wandelen. Je passeert er langs de stelling van de 2de batterij van de 2de groep Zware Houwitsers. Een monument opgericht door de overlevende makkers.

Maar de weg naar Lampernisse lonkt. Deze gemeente bereiken we via de Lovaart om vervolgens in Sint-Jacobs-Kapelle aan te komen. ‘Eene sterke halve ure van Dixmuide gelegen’ en zelfs door de dichter G. Gezelle gekend. De Pelgrim staat er: hij wijst de exacte kilometers aan naar Compostela maar wij gingen richting Diksmuide. Om 's anderdaags te starten voor de laatste tocht van en naar Ieper. We zagen geregeld mensen met pijnlijke voeten, grote blaren maar gelukkig bleven wij van dat leed gespaard.”

Omwille van de nogal grote stickers welke we verkregen, bleef er weinig ruimte over in de wandelboekjes, om nog enkele persoonlijke indrukken na te laten. Toch schreven we enkele woordjes neer: ‘K: Diksmuide – Oudekapelle – Lampernisse – St. Jacobs-Kapelle – Diksmuide; J: Mini: 3de Dag – Diksmuide’.

016: Poperinge, Donderdag 21 augustus 2008, 16,9 km. (314,9 km.)



De tweede etappe van de vierdaagse van de IJzer, werd in het wandelboek Marching slechts kort aangekondigd als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 21/08/2008 – 8970 Poperinge (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer – 16-32 km. Start: Poperinge’. De vrouw des huizes zorgde toen ook voor het hierna volgend wandelverslag dat aanvankelijk op vrijdag 10 oktober 2008 om 12:33 uur werd geschreven.

“Op de vlucht voor het oorlogsgeweld, langs kasteeldomeinen en nieuwe horizonten naar de vrede. Dag twee zou vertrekken in Poperinge en nadat we de Gasthuisstraat induiken, worden we gescheiden van de mensen die de 32 km zullen stappen. Maar we zullen elkaar later op de dag terugzien, als we opnieuw samenkomen. We wandelden langs het kasteeldomein ‘De Lovie’, dat sinds 2000 beschermd is als monument en het park er omheen als dorpsgezicht.  Het domein wordt nu gebruikt voor de begeleiding van meer dan 500 jongeren en volwassenen met een matige, ernstige en diep verstandelijke handicap, op het vlak van onderwijs, werk en wonen. Voorwaar een nobel werk dat ons aller respect verdient. We verlaten het domein met zijn rode beukendreven, de waterpartijtjes en bruggetjes, bosjes en hagen en gaan op weg langs café het Jagershof.

Daar buiten worden we vergast op een plaatselijke jazzband die ons op een ludieke manier moed inpompt om verder te gaan. We naderen het militair kerkhof van Dozinghem, een plaats om even stil te staan en te bezinnen. Oorlogsgeweld, eender in welk werelddeel is immers een tranendal. De rust die er hangt werkt sereen en de stilte is haast tastbaar. Er liggen 3309 gesneuvelden, waaronder 65 Duitse soldaten. Hier ontmoeten we onze medewandelaars van de lange tocht. Samen gaat het richting Westvleteren, bekend om zijn paterkes en zijn bier, maar er ligt ook alweer een Belgisch militair kerkhof, met 1208 zerkjes van wapenbroeders die sneuvelden voor ons aller vrijheid. Het is nu een vredig dorpje in de Westhoek en de plaatselijke taverne aan de abdij noemt dan ook toepasselijk ‘De Vrede’. Er is de kerk en de verschillende kapelletjes, maar onze aandacht gaat ook uit naar een paar parachutisten, die net een oefening houden en met de gratie van een vogel netjes op de grond landen.

Ook worden we regelmatig verrast met een kleine versnapering op de verschillende controleposten. Een kinderhand is gauw gevuld maar ook die van de groten, en als er iets invalt voelt het fijn aan. De innerlijke mens mag immers niet verwaarloosd worden. Als laatste deel, maar niet minder interessant, zijn er de hoppevelden. Een bestanddeel, om later gebrouwen te worden tot een lekker glas bier. Ze zijn het bekijken waard. Moe maar voldaan en met een lading indrukken en geschiedenis in onze ondertussen lege rugzak, komen we opnieuw aan in Poperinge. We keren terug naar ons kamp, om een welverdiende rust te gaan genieten. Morgen is er alweer vroeg appèl om richting Diksmuide te trekken. Wordt vervolgd dus ...”.

Ook onze wandelboekjes werden toen voorzien van enkele regeltjes, waarin gepoogd werd een eerste indruk na te laten: ‘K: Van Poperinge naar kasteeldomein De Lovie. Langs café het Jagershof naar het militair kerkhof van Dozinghem. Café De Vrede in Westvleteren. Demonstratie van enkele para’s, door de hopvelden terug naar Poperinge. J: Mini: 2de Dag = Poperinge. Kasteeldomein De Lovie, het Jagershof, het Dozinghem Military Cemetery, De Vrede en terug naar Poperinge. Mooie hopvelden langs het parcours’.