De derde dag van de Vierdaagse
van de IJzer, editie 2009. Ook deze dagetappe werd slechts summier aangekondigd
in de wandelgids Marching, editie 2009 en wel als volgt: ‘Vrijdag – Vendredi
21/08/2009, 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32
km. Start: Diksmuide.’ Na afloop van deze meerdaagse wandeltocht, schreven we
het verhaal van onze belevenissen onderweg, op dinsdag 25 augustus 2009,
omstreeks 18:56 uur.
“De voorlaatste dag, van de 37ste
editie van de Vierdaagse van de IJzer bracht ons 's morgens naar de Grote Markt
van Diksmuide. De bus was reeds om zeven uur vertrokken uit het kamp van
Nieuwpoort, bijgevolg waren we meer dan een uur te vroeg op de startplaats.
Eerst even een terrasje dan maar en een koffietje gedronken. Vervolgens hebben
wij een demonstratie bijgewoond, over het gebruik van de kaartlezer voor
elektronische identiteitskaarten, na afloop een gratis exemplaar bekomen.
Omstreeks 08:30 uur konden we dan eindelijk op weg. Vanaf de start, volgden de
verschillende marsroutes een ander traject. Wij, deelnemers aan de kortere
afstand, dienden de Grote Markt te verlaten naar links, in de richting van de
Handzamedijk. We vonden op onze weg de eerste aangeduide wandel- en
fietsroutes, de Krekedalroute (47 km) en de Wandrille wandelroute. Om het
plaatje te vervolledigen, vonden we op onze weg ook nog de wit-rode markeringen
van een GR-pad, met name de GR131.
Het ging vlot langs enkele
landelijke wegen en tussen eindeloze velden door. Opvallende aanwezige
langsheen de weg, druk bezochte maïsvelden. De zon deed tenminste haar best om
door het donkere wolkendek heen te breken, een schril contrast alvast met de
voorgaande dagen. Na een tijdje wandelen, bereikten we het grondgebied van
Beerst, kort daarop gevolgd door een klein stukje Vladslo, om vervolgens de
Camardebeek te dwarsen. Een eerste bordje van de 5 km, zagen we langs de kant
van de weg. Ondertussen werd wat verderop de aandacht gevraagd voor de eerste
vraag van de dag, waar het antwoord kon worden gevonden ter hoogte van het
Dischhof. Hier kon men van de gelegenheid gebruik maken om even te proeven van
biologische kazen, roomijs en hoeveboter. Het ging hier rechtsaf, waarna we de
collega's van de lange afstand ontmoetten. Een stand van Campina bood even
verpozing door middel van een glaasje melk of een fruitdrankje. Opnieuw klaar
voor enkele kilometers, vervolgden we onze weg, via de Tervate Fietsroute.
Even voor elf uur, bereikten we
in Keiem de locatie waar enkele para's demonstratiesprongen deden vanuit een
helikopter. Goed voor een oponthoud en tijd om te genieten van enkele kunstige
sprongen, maar vooral precieze landingen. Jammer genoeg werd één en ander aan
het zicht onttrokken, omwille van het wolkendek. Na dit leuke intermezzo,
trokken we verder op pad langsheen deze veldweg. Deze mondde uit ter hoogte van
de Belgische Militaire Begraafplaats van Keiem. Hier dienden we op zoek te gaan
naar de juiste graad van de enige piloot welke op het kerkhof lag begraven.
Jammer genoeg ontbrak het register aan de ingang, dus dienden we zelf de
grafzerken af te lopen op zoek naar de juiste plek. Na deze korte zoektocht,
sloegen we linksaf en betraden het dorp van Keiem. Hier werden we verrast met
een koekje van Destrooper en op het dorpsplein konden we even uitblazen ter
hoogte van een feesttent aan ‘De Kroeg’, waar het geheel werd opgeluisterd met
muziek.
Ter hoogte van de kerk, bemerkten
we de borden van twee autoroutes, die het dorp passeerden, met name de
Hoevenroute en de IJzerfrontroute. Via de achterzijde van de kerk ging het in
de richting van de Oostendebaan. Deze werd gedwarst onder het toeziend oog van
de MP's, die heus wel een pluim verdienen voor het puike werk dat ze iedere dag
opnieuw leverden, om het de wandelaars comfortabel te maken en vooral enkele
drukke verkeerswegen veilig te laten oversteken. Een woord van dank is hier dan
ook wel op zijn plaats!! Er volgden enkele landelijke wegen, die ons in de
richting van de IJzer deden wandelen. Onderweg verkregen we figuurlijk het
gezelschap van de Boterlandroute (44 km). Zoals verwacht bereikten we de oever
van de IJzer, de waterloop die letterlijk als een rode draad door deze
Vierdaagse verliep. Ter hoogte van de IJzer ging het linksaf, richting
Diksmuide en uiteraard eindstreep. Maar er diende wel nog eerst een behoorlijk
eindje te worden gewandeld. Deze rustige waterloop liet niets vermoeden van wat
zich hier ooit had voorgedaan, tot we een eindje verder, aan de overzijde
bemerkten dat we waren gekomen ter hoogte van de ‘Dodengang’.
Hier vonden we het antwoord op de
derde vraag van de dag: ‘Zijn dit de overblijfselen van een Belgische of Duitse
bunker?’ Ja, het antwoord is eenvoudig, wanneer je weet waar de Dodengang voor
staat... In de verte zagen we de toren van de kerk van Diksmuide, alsook de
imposante IJzertoren. Gestaag naderden we de stad, waar we nog heel even werden
voorzien van een energiedrankje. Uiteindelijk bereikten we de jachthaven van
Diksmuide, het ging via een brugje naar het Alleyepad, richting Vismarkt. Daar
vonden we nog een laatste antwoord voor de prijsvraag van de dag, met name het
jaartal waarin de ‘Zwarte Zusters’ lief en leed begonnen te delen met de
inwoners van Diksmuide. De charmante (bronzen) dame ter plaatse, kon echter het
antwoord niet over haar lippen krijgen, bijgevolg dienden we zelf op zoek te
gaan naar hints in de omgeving. Om de hoek bereikten we tussen enkele vallende
druppels de Grote Markt. Gelukkig ging de bui snel een andere richting uit en
konden we ook deze derde dag droog houden. Nog één te gaan en de Vierdaagse is
alweer maar eens voorbij.”
We sluiten dit wandelverhaal
betreffende Diksmuide dan ook af, met een korte verwijzing, naar datgene wat
destijds aan onze respectievelijke wandelboekjes werd toevertrouwd. ‘K:
Diksmuide, Keiem, Beerst. Bewolkt 22°. J: Derde dag met vertrek in Diksmuide.
Tocht via Beerst en Keiem. Langs de IJzer en de Dodengang terug naar de start.’