“Omwille van de aanhoudende staking bij de
spoorwegen, opteerden we vandaag voor een wandeling in de nabijheid van onze
woonplaats. Een wandeltocht welke dan ook van start ging ter hoogte van onze
voordeur en ons zou brengen tot ergens in Boom. Zo zouden we op een
gemakkelijke manier, via het openbaar vervoer toch terug onze thuishaven
bereiken. Met de zon reeds in vol ornaat, gingen we dan ook omstreeks vijf na
negen in de ochtend van start, voorzien van de noodzakelijke mondvoorraad. Een
korte wandeling langsheen de Dijle, als inleiding, zowat ons dagelijks traject
op weg naar de lokale supermarkt, liet ons alvast genieten van een gedeelte van
het traject van de LF2 Stedenroute. Even later, gekomen ter hoogte van een
voetgangersbrug over de Dijle, met name Haverwerf, ging het naar de aan de
overkant gelegen Vismarkt, bekend om de vele terrasjes, waar het op een zonnige
dag heerlijk genieten is van een glaasje wijn. Op deze plaats zouden we voor
een groot gedeelte van de dag, de markeringen volgen van de GR12, maar dan wel
de ‘Westelijke Variant’. Aldus gingen we meteen van start, voor een soort
toeristische wandeling doorheen een gedeelte van de stad Mechelen.
Via de Drabstraat en de Melaan wandelden we
naar de Minderbroedersgang. Via een stukje route Van Gogh
(Eindhoven-Amsterdam-Paris), bewonderden we enkele gevels van gebouwen, het
Scheppersinstituut en het Stedelijk Conservatorium. We stonden even later oog
in oog met de Sint-Rombautskathedraal, waarvan men de toren eigenlijk in de
weidse omgeving nooit uit het oog verliest. Bezijden de kathedraal stapten we
verder doorheen de Schoolstraat naar de Frederik de Merodestraat. Vervolgens
ging het langsheen de Sint-Janskerk, doorheen het Klapgat naar de Goswin de
Stassartstraat. Oude geveltjes en geveltuintjes baadden in het zonlicht. De
Schoutestraat volgend konden we even later figuurlijk een blik werpen in de
‘Tuin van het Oh’, een mooi idyllisch plekje, voorzien van een vlietje en een
wandelpad. Nadien trokken we doorheen het Klein Begijnhof, alwaar de tijd bleef
stille staan. Een oude waterbron liet even denken aan de tijd toen tijdens het
dagelijks leven, de omstandigheden minder goed waren. Via het
Sint-Katelijnekerkhof, het Begijnenkerkhof en tot slot de Sint-Beggastraat
bereikten we de Twaalf-Apostelenstraat.
Langzaam maar zeker verlieten we dit oude
stadsgedeelte, om vervolgens via de Schrijnstraat en de Sint-Katelijnestraat de
stadsring te bereiken, ter hoogte van de Edgard Tinellaan. We wandelden via de
Maurits Sabbestraat over de Dijle en hielden dezelfde richting aan. Langsheen
deze drukke toegangsweg naar de stad ging het op het kruispunt met de Oude
Liersebaan verder via de links gelegen Schijfstraat. Hier bemerkten we de
borden van de plaatselijke Fiets Educatieve Route Mechelen, kortweg FERM. Wat
verder bereikten we Overheide en kwamen op die manier terecht tussen een aantal
woonblokken en nieuw gebouwde sociale woningen, waar nog tal van wegen in
aanleg waren. Volgens onze huisgids bevonden we ons hier op ‘De Plaon’, een
plein dus. Het ging allereerst omheen de nieuwe gelijknamige sporthal via de
Eksterstraat, waarna we een oud en deels beschadigd standbeeld aantroffen ter
hoogte van het Plein-der-Verenigde-Naties. Dit kunstwerk, voorstellende ‘Het
Gelukkige Gezin’, zou worden hersteld en een nieuwe plaats krijgen na de
heraanleg van de omgeving.
We begaven ons vervolgens via enkele smalle
wandelpaden tussen de reeds verouderde sociale woonhuisjes, welke reeds dateren
van enkele decennia terug. Tussen voor- en achtertuintjes door leek het op een
trip doorheen de tijd. Uiteindelijk, eenmaal doorheen deze woonzone, bereikten
we de drukke Eikestraat. Veilig aan de overkant, kwamen we via de inrit van een
bedrijf terecht in een erachter gelegen bosje. Na al dat huisjes kijken waren
we wel toe aan een beetje natuur. Een smal pad tussen het hoog opgeschoten gras
leidde ons tot op het jaagpad langsheen een zijarm van de Dijle. Aan de
overzijde van deze waterloop, bemerkten we reeds het Park Tivoli. Het jaagpad,
met name de Slachthuislaan naar links volgend, bereikten we even later de
ingang van het park ter hoogte van de Antwerpsesteenweg. Het wandelpad volgend
doorheen deze groene oase van de stad, liet ons even verder ter hoogte van
kasteel Tivoli halt houden aan een picknickbank teneinde even te denken aan de
inwendige mens. Op dit ochtendlijk uur, 10:20, smaakten de broodjes dan ook
heerlijk, ondertussen genietend van de geuren van het park.
Een kopje koffie even later lukte niet, vermits
ter hoogte van de cafetaria alles werd in gereedheid gebracht voor een feest en
dus uitzonderlijk de zaak gesloten was voor het publiek. Dan maar verder
gewandeld doorheen het park, onder andere over tal van bruggetjes, langs
sierlijke bomen en zelfs een gedenkteken ter ere van Louis Neefs. Op die manier
verlieten we even later langsheen de kinderboerderij, hierbij begroet door een
hangbuikzwijn, het park om opnieuw de openbare weg te bereiken ter hoogte van
de Tivolilaan. We wandelden naar de verder gelegen Liersesteenweg, gingen
aldaar rechtsaf, opnieuw in de richting van een zijarm van de Dijle, welke we
naar links zouden volgen via het jaagpad, ditmaal echter een graspad. Naarmate
we echter vorderden, werd het gras steeds hoger, tot we uiteindelijk niet meer
verder konden, wegens onbegaanbaar. We besloten dan maar om op onze stappen
terug te keren en de waterloop te volgen via de andere oever, langsheen een
smalle asfaltweg, in de hoop wat verder opnieuw het geplande traject te
vervoegen.
Even later wandelden we dus op de andere oever,
hierbij een gedeelte volgend van de Fietsostrade Antwerpen-Mechelen. Vrij vlug
was hier meer verkeer, in hoofdzaak fietsers. Ondertussen konden we aanvoelen
dat de temperatuur steeg en dat kon enkel maar het wandelen aangenamer maken.
Het jaagpad leidde ons vervolgens tot aan een volgende brug in de
Ziekebeemdenstraat. Aldaar ging het linksaf, over de brug en konden we gewoon
de openbare weg verder volgen en de waterloop laten voor wat die was. De
Kadodderstraat herkenden we meteen, vermits we hier voorheen reeds hadden
gewandeld tijdens het volgen van een gedeelte van de Via Brabantica van Lier
naar Mechelen. We bemerkten dan ook vrijwel meteen de geel-blauwe stickers ter
zake. Na de Kadodderstraat volgde de Duivenstraat, alwaar we net voor de
spoorweg, links een breed pad volgden doorheen een gedeelte bos, evenwijdig met
de spoorweg. We troffen er onderweg een bordje aan, dat we het Borgersteinpad
volgden. Eenmaal het andere einde van het bos bereikt, bevonden we ons in Kauwendaal
en betraden korte tijd nadien, omstreeks 11:30 uur het grondgebied van
St.-Katelijne-Waver.
Vervolgens ging het voorbij de autosnelweg
linksaf, om via Zorgvliet en nadien een smalle wegel, een volgend stukje bos te
betreden. Enkele honderden meters verder herkenden we de Ekelenhoek en
bereikten het kruispunt met de Clemenceaustraat. Rechts bemerkten we in de
nabijheid de kerk van de wijk Elzenstraat en verlieten we even onze route, in
de hoop wat verder een kopje koffie te kunnen bemachtigen. Echter, het enige
café aldaar bleek gesloten. Doch, ditmaal hadden we wat meer geluk, vermits we
terecht konden in ‘Ons Parochiehuis’. Daar was immers een palingfestijn gepland
voor de supporters van KV Mechelen. Terwijl alles werd in gereedheid gebracht,
mochten we er even genieten van een gratis kopje koffie. Het was toen zowat
12:00 uur geworden en het zwarte goud werd in dank aanvaard. Na een leuke
babbel zetten we onze wandeltocht verder en keerden terug naar het eerder
vermelde kruispunt. Een mooi wandelpad rechts liet ons toe de Liersesteenweg te
bereiken ter hoogte van de begraafplaats. Met enige voorzichtigheid kruisten we
de weg om aan de overzijde onze weg verder te zetten via een ander wandelpad.
Ditmaal ging het via een voormalige spoorwegbedding nagenoeg in rechte lijn
naar de voormalige abdijsite Roosendael. Op weg langsheen dit mooie wandelpad
konden we genieten van een weids zicht op de lager gelegen akkers en tevens de
bedrijvigheid aldaar. We bewandelen onder andere het Roosendaelpad en het Groentepad,
een route van 37 km.
Even vóór de klok van één uur bereikten we
tenslotte de voormalige abdijsite en konden het terrein betreden via een
monumentale toegangspoort. Rechts bevond zich een kleine taverne en daar konden
we vooreerst even op het terrasje onze dorst lessen. Heel wat wandelaars en
fietsers deelden van tijd tot tijd dezelfde mening. Na deze korte wandelpauze,
vervolgden we onze route doorheen het domein Roosendael, langs enkele kleine
waterlopen en vervolgens de Blankaartvijver. Via een wandelsluis verlieten we
het domein en bereikten nadien de drukke Koning Albertstraat ter hoogte van de
brug over de Beneden-Nete. We bevonden ons ondertussen in Walem. Via een wegje
naast de brug stapten we tot aan de trappen, om dan de brug over de Beneden-Nete
over te steken, naar het jaagpad aan de overzijde van de rivier. De
aanduidingen inzake het bestaan van de LF5 Vlaanderen Fietsroute zijn ons
ondertussen meer dan bekend. Aan de overzijde van de brug bereikten we het
grondgebied van Rumst. We hielden links en betraden het lager gelegen jaagpad,
dat we zouden volgen tot Boom. De Westelijke Variant van de GR12 echter, zou
ergens onderweg daarheen worden verlaten.
Met het zonnetje dat zalig voelde, gingen we op
zoek naar een zitbank langsheen deze waterloop, teneinde nog even voor wat
bijkomende energie te zorgen. We vonden dan ook een plekje om iets te eten in
de nabijheid van de brug van de E19 over het water. Het was zowat 14:00 uur
geworden en een knorrende maag bevordert niet echt het stappen. Met het
zonlicht in het aangezicht genoten we toch van een later middagmaal. Korte tijd
nadien, ging het onder de autosnelweg door en wandelden we verder langsheen het
jaagpad evenwijdig met de Nete. Zo bereikten we het natuurgebied ‘Ontdek de
Oude-Netearm’. We verlieten dan ook kortstondig het jaagpad, om via een rechts
gelegen pad dit natuurgebied van dichtbij te bewonderen. Eenmaal de andere kant
bereikt ter hoogte van de openbare weg, bemerkten we dat de wit-rode tekens van
de GR12 hier rechts aangaven, richting Rumst. We verlieten echter het traject
en keerden een eindje op onze stappen terug, om dan via een ander pad, terug te
gaan richting jaagpad. Er volgde dan een afdaling doorheen het natuurgebied, om
dan later de dijk naar het jaagpad opnieuw te beklimmen. We zouden vanaf nu dit
pad verder volgen tot in Boom.
Opnieuw een eindje gewandeld bereikten we
verderop een grote visput, met bijhorend chalet ‘De Visput’. De klok gaf reeds
15:05 uur aan, we vonden dit de hoogste tijd om even de dorst te lessen. Zo
verlieten we opnieuw het jaagpad om af te dalen naar de lager gelegen
horecazaak. Op het terrasje was het zalig genieten van een gekoeld drankje,
terwijl we bemerkten hoe talrijke vissen uit het water werden gehaald. Eenmaal
de dorst verdwenen, ging het terug naar het jaagpad, om aldus het laatste
stukje wandelparcours af te leggen. We stapten voorbij de wandel- en fietsbrug
over de Nete en bereikten het punt, alwaar Nete en Dijle samenvloeien en de
Rupel vormen. Af en toe week het jaagpad even af van de oever, omwille van de
aanwezigheid van industrie. We volgden nog een gedeelte van het Frans
Bruynseelpad (37 km) en hielden nog even een korte pauze op een zitbankje, ter
hoogte van de ingang naar De Schorre. Uiteindelijk verlieten we via Hoek
definitief het jaagpad langsheen de Rupel en begaven ons via de Leopoldstraat
en de Hoogstraat naar de Grote Markt van Boom. Als afsluiter van onze tocht
pauzeerden we nog even, in afwachting van de bus, op het terras van het
praatcafé ’t Forum. Het was toen zowat 17:15 uur geworden.
Deze dagtocht langsheen de westelijke variant
van de GR12, was goed voor 23,951 km, 31935 stappen, 1162,1 cal in een zonnige
wandeltijd van 5.46.25 uur. Na een laatste kopje koffie ging het dan ook
richting bushalte, waarna we na een busrit onze thuishaven bereikten, klaar om
vooral te genieten van een koele douche, in de hoop, dat bij een volgende
gelegenheid de treinen opnieuw zouden rijden.”