Posts tonen met het label Mesa. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Mesa. Alle posts tonen

maandag 18 mei 2020

236: Dochamps, Woensdag 29 juni 2011, 15 km. (4703,789 km.)



Op woensdag 29 juni 2011, namen we deel aan de tweede dagetappe van de meerdaagse wandeltocht Mesa, waarvan echter het relaas pas werd geschreven, op dinsdag 19 juli 2011, omstreeks 13:40 uur.

“Het relaas van de tweede dagetappe, met name de wandeling op 29 juni 2011, met aankomst te La Roche-en-Ardenne. Aangezien wij ook dit jaar hadden geopteerd om deel te nemen aan de verkorte versie, met name de Mini-Mesa, vertrokken we dan ook vroeg vanuit het kamp in Bastogne naar Dochamps. Aldaar begonnen we even vóór het dorp aan onze tocht richting La Roche. De weersomstandigheden echter bij het vertrek waren helemaal anders dan de vorige dag. De warme 34° C van de eerste dag, waren nu bij aanvang van de tweede etappe gehalveerd en bovendien regende het onophoudelijk. Het zicht op de omgeving was zo goed als herleid tot nihil, omwille van de laaghangende wolken en mistflarden. Bij het verlaten van de bus werd dan ook meteen de poncho aangetrokken en dat zou zo blijven tot nagenoeg het einde van de dagetappe.

We werden door Defensie gedropt ter hoogte van een klein kruispunt, alwaar we dan maar begonnen aan de tocht, richting Marcourt, voor zover we dat konden afleiden uit de wegwijzers. We bevonden ons trouwens al dadelijk op een toeristische route, met name de Route au fil de l’eau. Aan water voorlopig geen gebrek trouwens. Via een stukje geasfalteerde weg, bereikten we vrij vlug een onverhard pad en verdwenen tussen het fris ruikende groen. Er stond een strakke wind, die vooral in het nadeel blies, iets wat al vrij vlug werd aangevoeld, van zodra het traject een beetje de hoogte inging. Alles zag er enigszins grauw en grijs uit, vooral de dieren welke vertoefden in de aanpalende weilanden. Een stel paarden trok dan ook de aandacht van menig fotograaf. Na een stukje vals plat te hebben bewandeld, hoofdzakelijk via een karrenspoor, diende zich de eerste boszone aan. Hier vonden we gelukkig algauw enige beschutting tegen de neerslag. Dat we ons bevonden op een relatief hoog gelegen pad, bleek toen we het eerste baken van de dag kregen te zien, met name Les Baraques Alt. 535.

We vervolgden onze etappe via een kiezelweg, tot aan een volgend baken Eole panorama Alt. 570. Van panorama was er eigenlijk niet veel sprake, aangezien de omgeving gehuld was in een nevelig laaghangend wolkendek. We bevonden ons nu op een lokale wandelroute, welke ons leidde naar het Bois Saint Jean, aangegeven door gele rechthoekjes. Een eenzaam kruis, getooid met wat verwelkte bloemen sierde deze aansluiting van het kiezelpad met de openbare weg. We dienden nu een tijdje een smalle asfaltweg te volgen, welke ons een heuveltje verder bracht tot binnen de bebouwde kom van het dorpje Samrée. Onderweg daarheen troffen we het volgende baken aan in de lange reeks Les Grands Sarts Alt. 565. Even verder bereikten we de plaatsnaamborden van Samrée en kregen enkele prachtige bloemkunstwerken te zien. In het centrum van deze locatie, konden we vervolgens overgaan tot het versterken van de inwendige mens, aangezien we aldaar een bevoorradingspost aantroffen. Enkele kleine tentjes, opgesteld ter hoogte van de plaatselijke kerk boden toch een beetje beschutting tegen de regen.

Het dorpje bevindt zich op 525 m hoogte, informatie die we konden aflezen van het baken geplaatst ter hoogte van de kerk: Eglise de Samrée Alt. 525. Om de hoek, naast de kerk troffen we op de muur van het kerkhof een gedenkplaat aan ter ere van de Amerikaanse 2de Pantserdivisie Hell on Wheels en meer in het bijzonder enkele onderdanen, gevallen op het veld van eer in januari 1945 bij de gevechten in Samrée. Deze gedenkplaat bevindt zich trouwens naast het plaatselijke monument voor de slachtoffers van de beide wereldoorlogen. We trokken verder door de dorpskom, langsheen een kunstwerkje, om zo stilaan te vorderen in de richting van het immense Forêt Communale de La Roche-en-Ardenne. Hoeft het nog gezegd dat we op die manier het bos even later ingingen en begonnen aan een lange geleidelijke afdaling naar het stadje gelegen aan de Ourthe. Hierbij wandelden we langs ontelbare bakens, waarbij we steeds opnieuw konden vaststellen dat we aan hoogte inleverden.

Een kleine greep uit de volgende passages leert ons het volgende: Haussire Alt. 495 m, waarbij het nog ongeveer 1h20 wandelen was naar Le Diable Château. Vervolgens bemerkten we Prangeleux du Gros Chène Alt. 460 m, Les Laides Basses Alt. 455 m, Li Chaffour Alt. 335 m en vervolgens L’Plumtrey Alt. 290 m. Uiteindelijk, na een lange tocht door dit mooie bos, kregen we de ruïnes van het feodale kasteel van La Roche in zicht. We ruilden het bos voor de openbare weg en daalden op die manier af, langsheen de voet van het kasteel tot in de drukke hoofdstraat van het stadje aan de Ourthe. Tegenover de kerk troffen we dan ook de eindcontrole aan. Vrij vlug ging het nadien, nat en besmeurd richting bussen, om terug te keren naar het kamp van Bastogne. We kunnen moeilijk beweren dat we van deze tweede etappe hadden genoten. Enerzijds hadden we zo goed als niets gezien van de omgeving, omwille van de slechte weersomstandigheden en anderzijds waren we ook wel een beetje ontgoocheld door de geringe randanimatie aan de aankomst, dit in vergelijking met vorige edities.

Toen we dan later in het kamp werden geconfronteerd met enkele defecte douches, waardoor we ons dienden te wassen met ijskoud water, begonnen de gemoederen toch een beetje verhit te raken. Toen tot overmaat van ramp, de vrouw des huizes haar slaapzak werd bevuild door rondvliegende vogels in de slaapzaal, het eten niet was wat ervan werd verwacht en bovendien de bagage vochtig begon te worden, werd in onderling overleg besloten er een punt achter te zetten. Er werd dan ook overgegaan tot het samenvouwen van de bedden en het inpakken van de bagage, waarna we vervolgens vertrokken in de richting van de thuishaven. Na drie geslaagde edities, was deze uitgave net een brug te ver.”

We sluiten af, met een blik in de wandelboekjes, aangezien ook daarin enkele eerste indrukken werden nagelaten. ‘K: Van Dochamps naar La Roche in de gietende regen. Bosrijke wandeling. Nagenoeg viel deze Mesa tegen en zijn we vroegtijdig gestopt. J: Tweede dag van de Mesa 2011. Vanuit Dochamps, via Samrée naar het gemeentelijk bos van La Roche. Regenachtige dag. Op het einde van de dag de Vierdaagse gestopt en terug huiswaarts gekeerd.’

235: Wibrin, Dinsdag 28 juni 2011, 15 km. (4688,789 km.)



De eerste dagetappe uit de Mesa 2011, de vierdaagse wandeltocht doorheen de Ardennen. Alhoewel de eerste wandeldag doorging op dinsdag 28 juni 2011, werd pas het relaas geschreven op woensdag, 13 juli 2011, omstreeks 15:00 uur.

“Een eerste kort wandelverslag met betrekking tot de eerste dag van deze editie 2011, de tocht met aankomst te Houffalize. Tijdens de voorbije jaren opteerden wij steeds voor deelname aan de Miniuitgave van deze Vierdaagse, zodat we naast het wandelen ook een beetje tijd hebben om aldaar andere dingen te doen of te bekijken. Dit jaar vonden wij opnieuw onderdak in het kamp van Bastogne, een stad waar we uiteraard de voorkeur aan geven omwille van andere interesses. Nadat wij de dag voordien ons kamp hadden bereikt, begon dinsdag 28 juni dan ook heel vroeg met een ontbijt, gevolgd door een bustransfer naar Wibrin, startplaats van de korte wandeletappe. Even voor de dorpskom van Wibrin bereikten we de start van de Mini-Mesa.

We konden dan beginnen aan een geleidelijke afdaling naar het eigenlijke centrum van dit dorp. Vrijwel kort na de start, kwamen we langsheen een taverne waar Vlaams werd gesproken, het sein voor veel deelnemers om even een lekkere koffie te nuttigen. Korte tijd later vervolgden wij onze afdaling naar het centrum van Wibrin, om ter hoogte van de kerk een oude bekende te ontmoeten, met name de deels gerestaureerde Amerikaanse Sherman, welke nu staat te pronken op een nieuwe sokkel, voorzien van een aantal gedenkplaten. Na de nodige foto’s te hebben genomen, ging het voorbij de kerk en algauw klimmend verder, om op die manier de bebouwde kom te verlaten. Opvallend waren de talrijke huizen voorzien van de Belgische driekleur. Bij het verlaten van Wibrin, volgden wij over relatief korte afstand de Promenade de Points de Vue en kwamen we langsheen de grote rustplaats en werden onze deelnemingskaarten voor het eerst gescand, wat blijkbaar niet verliep zonder de nodige problemen, aangezien een lange rij wachtende wandelaars zich openbaarde.

Onderweg verschenen vrij vlug de traditionele kapelletjes en natuurlijk mochten enkele ezels in de wei niet ontbreken. Maar goed, onder een stralende zon vervolgden wij onze wandelweg langsheen rustige landelijke wegen. Het parcours deed ons de richting nemen van Mormont en tevens de Moulin de Rensiwez. Vrij vlug bereikten we een eerste boszone en daarvoor waren we eigenlijk toch wel gekomen, teneinde de prachtige zonovergoten Ardennen te aanschouwen. Een licht hellende weg, Le Vieux Chemin, deed ons een eerste maal naar adem happen. Wat hogerop bereikten we een open vlakte en daar konden we staren naar de prachtige bloemen in de aanpalende weilanden. Even later openbaarde zich een betonbaantje en ging het lichtjes dalend in de richting van de volgende nederzetting. Ook hier hadden we nog niet zo lang geleden gewandeld, met de Dagstappergids in de handen. Een eerste herkenningspunt kwam al vrij vlug te voorschijn, met name het baken Au Calvaire Alt. 410 en het erbij horende bouwwerk. Het ging nu richting Petite Mormont, waarbij we wandelden langsheen de Promenade des Trois Villages.

Een licht golvend heuvelachtig landschap, nodigde alvast uit om te kijken zover een mens zijn oog reiken kan. Tal van boeren waren aan het hooien en die geur prikkelde af en toe het reukorgaan. Na een steile afdaling, via een smal bospaadje, bereikten we even later de Bellemeuse. Deze kleine waterloop werd overschreden, waarna een stevige klim wachtte, via een pad vol grove kiezels. Eenmaal deze hoogte overschreden, werden we op de digitale plaat vereeuwigd door een lokale fotograaf, waarvan we de foto’s naderhand via het internet konden bekijken. Op die manier bereikten we het baken Petite Mormont Alt. 373 en vanzelfsprekend een mooie wandelboom, zoals er in de Ardennen ontelbare zijn aan te treffen. Naast het reeds vermelde traject van de Trois Villages, kregen we er nu nog de wandeltekens bij van de Promenade des Ruisseaux. Ook nu alweer betraden we bekend terrein, toen we even verder het bos indoken in de omgeving van Achouffe. Een prachtig breed bospad liet ons genieten van het begrip Ardens woud. De bakens volgden elkaar op, zoals het volgende, met name Au Pont de Pierre Alt. 350, waarbij we nog steeds de reeds vernoemde wandelpaden volgden.

Onder een steeds warmer wordende zon, ging het verder langsheen smalle paden en kronkelende wegels, af en toe beschut voor de zon, vaak in open lucht, zwetend en verlangend naar wat water. Gelukkig konden we tijdens de tocht rekenen op een prima bevoorrading door de mannen van Defensie. Een enigszins spectaculaire passage diende zich even later aan, waarbij het parcours alvast was beveiligd door middel van sterke touwen. Toch steeds een belevenis dit soort paden te volgen. Het baken Noupré Alt. 320 gaf ons vervolgens een idee waar we ons bevonden en vooral op welke hoogte. Dat de Ourthe zich nooit echt veraf bevond, dat konden we ter plaatse af en toe vaststellen, aan de hand van prachtige zichten op deze waterloop. Na geruime tijd te hebben gewandeld bereikten we het bevoorradingspunt ter hoogte van km 25, waar we vooreerst even konden bijtanken en natuurlijk de waterflessen vullen. Even voorbij deze tankbeurt, doken we opnieuw het bos in, via de Promenade de la Fourire, alwaar we opnieuw een bospad volgden, waarvan natuurlijk weinig meters verliepen over vlak terrein.

Zoals de naam al deed vermoeden, bereikten we even later het baken Forire Alt. 350. Stilaan naderden we het einde van deze eerste etappe, vermits onderweg de eerste deelnemers konden worden gezien, welke deel uitmaakten van de minimini Mesa. Kleuters die in het bijzijn van de juf de laatste vijf kilometers afleggen. We bereikten uiteindelijk de rand van het bos en kregen zicht op een golvende smalle weg, welke zijn weg zocht tussen de landerijen door. Onderweg konden we nogmaals water aanvullen en even later werden we voorzien van een lekkere waterijs, bijzonder geliefd bij de jongste deelnemers, doch evenwel ook gesmaakt bij de ouderen. Even later vervolgden we onze weg en kregen vrij vlug de nabijgelegen autosnelweg in zicht. Het ging er via een tunnel onderdoor, waarbij zich aan de andere kant de eerste woningen van Houffalize lieten zien. Korte tijd later kregen we in het dal de plaatselijke kerk te zien en restte ons nog slechts een steile afdaling naar het eigenlijke plein beneden aan de Ourthe. Meteen kwam er dan ook een einde aan een warme etappe, waarbij het kwik even de 34° C had overschreden. Na nog een kort oponthoud op een terrasje in Houffalize, ging het via de bus terug naar het kamp van Bastogne. Op naar de tweede dag dan maar zeker...”

Zoals gewoonlijk eindigen we met datgene, wat na afloop in de wandelboekjes werd neergeschreven. ‘K: 34° Van Wibrin naar Houffalize. Ardense grond blijft bekoren. J: Eerste dag van de Mesa 2011. Start van de etappe in Wibrin en om vervolgens via Petite Mormont, richting Houffalize te wandelen. Onderweg prachtig wandelweer, veel bos en unieke vergezichten. Na aankomst in Houffalize terug naar het kamp van Bastogne.’

maandag 27 april 2020

181: Champlon, Vrijdag 25 juni 2010, 12,86 km. (3598,808 km.)



De laatste wandeldag uit de vierdaagse Mesa 2010. Deze laatste dagetappe verliep van Champlon naar La Roche-en-Ardenne en werd evenmin voorheen aangekondigd in de wandelgids Marching. Vermits we op vrijdag de terugreis maakten, werd het relaas met betrekking tot deze laatste etappe, pas geschreven op maandag, 28 juni 2010, omstreeks 19:41 uur.

“De laatste dag van de Mesa 2010, begon zo niet nog vroeger dan de vorige dagen. Alvorens het kamp te verlaten, diende immers de slaapzaal te worden ontruimd, met als gevolg dat na het ontbijt alles diende te worden ingepakt en opgeborgen in de auto. Gelukkig zouden de douches na de wandeling nog ter beschikking staan. Terwijl we wachtten op de bussen, waren de mannen van Defensie reeds volop bezig met het afbreken van het kamp in zijn geheel. De etappe van vandaag zou eindigen in La Roche-en-Ardenne, waardoor we vooreerst per bus de verplaatsing dienden te maken naar Champlon. Na iets meer dan een half uurtje rijden, bereikten we het pleintje ter hoogte van de plaatselijke kerk van Champlon. Hier konden we beginnen aan de laatste wandeldag van deze Vierdaagse doorheen de Ardennen.

We verlieten dan ook korte tijd na onze aankomst, het centrum van Champlon, om via een smalle asfaltweg de bebouwde kom te verlaten. Een kleine klim richting Journal, had tot gevolg dat we al heel vlug de kerk achter ons zagen verdwijnen. Een tussentijdse controle op weg naar de top van de heuvel, liet toe een laatste blik te werpen op Champlon. Zo kregen we wat hogerop een prachtig uitzicht over de weidse omgeving en konden we zien hoe enkele heuvels lagen te wachten om te worden beklommen. Toen we het hoogste punt hadden bereikt, met name het Croix de Journal (450 m), bevonden we ons op de Promenade du Bronse en gingen aldaar linksaf, richting Journal. Er volgde nu een langzame afdaling naar het lager gelegen dorpje. Onderweg kregen we de markeringen te zien van de GR14, alsook volgden we de Promenade de la Croix de Journal.

Toen we even later beneden waren aangekomen en door het kleine dorpje wandelden, troffen we een kleine kapel aan. Hier dienden we rechts aan te houden en te beginnen aan de klim, teneinde opnieuw Journal te verlaten. Op weg naar het verder gelegen bos, bereikten we vooreerst een volgend markeerpunt op het parcours: de Chaussée Marie-Thérèse (380 m). Aldaar verlieten we de openbare weg om een rechts gelegen grindpad op te wandelen. Het pad liet ons vervolgens geleidelijk afdalen naar het lager gelegen Bois de Journal. Naarmate we dichter bij het bos kwamen, volgden we vooreerst over korte afstand de rand van het bos, om uiteindelijk nog iets lager gelegen, het bos in te gaan. Hier kregen we een geheel ander parcours voor de voeten en werd het licht fel gedimd. Tussen de hoge bomen kon het zonlicht met moeite doordringen en dat gaf vaak aanleiding tot prachtige foto's onderweg. Het paadje dat we volgden doorheen het bos kronkelde enigszins tussen de bomen.

Even verder dienden we zelfs over een kleine waterloop te springen, welke het pad had overstroomd. Aan het andere uiteinde van het bos, bereikten we een tijdje later een open vallei. Hier werden we voor de moeite beloond met een prachtige schakering van diverse bloemen in allerlei kleuren. Ook hier overheerste alweer het paars en de gele kleur, die we de voorbije dagen al zo vaak hadden te zien gekregen. Enkele kleinere rotspartijen hogerop trokken even de aandacht van de wandelaars. Hier kwamen we langs veel kaalgekapte boszones, wat er opnieuw op kon wijzen dat bosbeheer wel degelijk van belang was in deze streek. Naarmate we het pad verder volgden en af en toe wat van richting veranderden, nam ook het warmtegevoel toe. Ondertussen wandelden we verder langs een bloemenhaag en hoorden we de insecten zoemen en zagen we ze zich koesteren in de zon. Enkele oude bekenden ontmoetten we ondertussen op onze weg door de Ardennen. Even later bereikten we de openbare weg en dienden rechtsaf te slaan en de weg te volgen.

Algauw kregen we een heuse klim te verwerken. Halverwege de beklimming troffen we bezijden de weg metalen vangrails aan en dat leek de ideale plek om het lunchpakket aan te spreken. Op de bloemen naast ons zagen we de insecten zich verzamelen, als leken ze te wachten op de restjes van onze maaltijd. Na een lange beklimming bereikten we een open plek, waar zich een kruisbeeld bevond, hier dienden we een links gelegen pad te volgen, dat meteen in dalende lijn verliep naar het bosje even verderop. Op dit pad dienden we de diepe tractorsporen te volgen, die zich bevonden tussen het hoog opgeschoten gras. Het pad verdween vervolgens in het bos om nog even verder dalend te verlopen, korte tijd later echter kregen we op een smal paadje een steile klim te verwerken. Hier ging het plotseling trager, aangezien het pad niet toeliet elkaar in te halen en we werden voorafgegaan door een groepje oudere wandelaars. We hadden echter tijd zat en konden onderwijl genieten van de omgeving en de pracht van de ruwe natuur.

Toen we de top van de helling hadden bereikt, zagen we links van ons de kerk verschijnen van het dorpje Vecmont. We volgden nog even een pad, naast de weilanden gelegen, om korte tijd later uit te komen aan de voet van de kerk. Dat er naast de kerk een weide was gelegen met enkele grazende paarden, zoiets kan je enkel ervaren in de Ardennen. De kleine dorpskom bestaat uit twee straten en je bent er even vlug voorbij, als dat je er bent aanbeland. Enkele meters verder werden we opnieuw voorzien van een gratis ijsje ter hoogte van de bevoorradingspost. Ook deze lekkernij werd bijzonder gesmaakt door de deelnemertjes aan de mini mini mesa, die juist op hetzelfde moment deze rustpost hadden bereikt. Ook hier maakten we van de gelegenheid gebruik om de watervoorraad aan te vullen. Na deze rustpauze volgden we verder de asfaltweg in dalende zin, richting open velden. Rechts van de weg bevonden zich enkele rollen hooi, of die gemakkelijk waren te verplaatsen dienden we toch even na te gaan.

Vijfhonderd kg is niet niets om aan het rollen te brengen, zoveel is zeker. Enkele kapelletjes onderweg verbraken even de uitgestrektheid van de velden. Ondertussen konden we in de verte de mooie omgeving aanschouwen en zien dat ons nog enkele beklimmingen stonden te wachten. Nadat we Vecmont reeds achter ons hadden gelaten, volgde nadien een veldwegje, dat ons even later deed uitkomen ter hoogte van de drukke weg naar La Roche-en-Ardenne. We dwarsten deze weg en wandelden een tijdje bezijden de weg, afgezet met oranje kegels. Wat verderop sloegen we een links gelegen grindpad in dat vooreerst min of meer horizontaal verliep, om even verder in dalende zin verder te gaan. Ondertussen hadden we het grondgebied bereikt van Beausaint, waar we algauw een eerste markeerpunt aantroffen, met name het Croix de Jérusalem (390 m). Zoals het bordje terloops vermeldde, kregen we hier een schitterend uitzicht over de omgeving. We vervolgden onze weg verder via een veldweg, die nu geleidelijk aan in dalende zin verder ging, stilaan richting eindstreep.

Na een tijdje dit dalende pad te hebben gevolgd, veranderde het wegdek in asfalt en kwamen we terecht in het laatste stukje bos van deze Vierdaagse. Via deze brede verharde weg, daalden we gestaag verder af naar het dal van de Ourthe. De weg kronkelde nog enigszins en hier en daar troffen we nog een kapel aan bezijden de weg. Uiteindelijk zagen we plots de feodale burcht van La Roche voor ons opdoemen en was het einde van de wandeltocht nabij. Na nog enkele foto's te hebben genomen van op dit mooie uitzichtspunt, daalden we verder af tussen de huizen om aldus het centrum van La Roche te bereiken. Via de brug over de Ourthe bereikten we de andere oever en volgden er de hoofdstraat, langsheen de talrijke winkeltjes en terrasjes. Links en rechts bevonden zich reeds wandelaars die de eindstreep hadden bereikt en zich nu te goed deden aan spijs en drank. Even later bereikten ook wij de eindstreep en konden de controlekaarten voor het laatst laten afstempelen. Op het pleintje naast de Ourthe mochten we even later onze ster met het cijfer drie ontvangen, goed voor een geslaagde derde deelname. We kijken nu alvast uit naar de volgende editie, de Mesa 2011.”

We eindigen onze wandelbijdrage met een blik in de wandelboekjes. ‘K: Van Tenneville (Champlon) naar La Roche. J: Mini Mesa 2010 – Dag 4. Vanuit Champlon via Vecmont en Beausaint naar La Roche-en-Ardenne.’

180: Hotton, Donderdag 24 juni 2010, 15,56 km. (3585,948 km.)



De derde etappe uit de Mesa 2010, de zogeheten vierdaagse wandeltocht doorheen de Ardennen. Omwille van een weekje weg van huis, werd het relaas van deze dagtocht slechts voor het eerst geschreven op maandag, 28 juni 2010, omstreeks 15:01 uur.

“De derde dag van de Mesa 2010 begon alweer heel vroeg, vermits we van start gingen even buiten het centrum van Hotton. Een verplaatsing per bus ging dus de eigenlijke wandeltocht vooraf. Na een vroeg ontbijt verlieten we dan ook ons kamp in Bastogne, met bestemming Hotton. Vandaar zouden we wandelen tot in Marche-en-Famenne. Na een tochtje van een klein uurtje, bereikten we in Hotton een pleintje, niet veraf van de lager gelegen Ourthe. Na het verkrijgen van de controlestempel konden we even later onder een stralende zon van start. We daalden vooreerst geleidelijk af via een asfaltwegje, tot aan een iets lager opgesteld wagonnetje. Hier bood zich meteen de kans aan om enkele foto's te nemen van deze toeristische attractie. Het lukte helaas niet om in te stappen en de verplaatsing naar Marche te doen via het spoor. Noodgedwongen zetten we onze voetreis dan maar verder, om vervolgens langsheen het monument te komen ter ere van de 53rd (Welsh) Infantry Division. Deze divisie speelde een belangrijke rol bij de bevrijding van de streek tijdens het Ardennenoffensief.

Het ging nog wat verder omlaag tot aan de molen van Hotton, welke trouwens dateert van 1729. Naast de molen, staken we de brug over dit gedeelte van de Ourthe over, om via een aanpalend grasland verder te wandelen naar de brug over de eigenlijke Ourthe. Via enkele trappen bereikten we de brug in deze verkeersdrukke plaats. Een van de typische stenen, die de uiterste grens van het veroverde gebied tijdens de Ardennenslag aangeven, staat opgesteld ter hoogte van de brug. Wij staken de Ourthe over en volgden daar een gedeelte van de Route forestière. Over de brug ging het rechtsaf, langsheen de plaatselijke kerk en een monument ter ere van de gesneuvelden in de beide wereldoorlogen. De rood-witte markeringen van de GR577, leidden ons vervolgens het centrum van Hotton uit. We kregen wat verder een rechts van de weg gelegen bospad en op die manier volgden we de oever van de Ourthe. Het water kabbelde rustig en de zon weerkaatste op het wateroppervlak. Het zou alweer een warme wandeldag worden, dat konden we toen al aanvoelen. Naarmate we het pad verder volgden, wonnen we ook geleidelijk aan hoogte, af en toe dienden zelfs enkele trappen te worden beklommen.

Na een tijdje de Ourthe te hebben gevolgd, draaide het pad naar links om het Bois de Melreux in te gaan en de Ourthe rechts te laten. Het bospad kwam uit op een bredere grindweg, waar vooreerst nog iets aan hoogte werd gewonnen, waarna de weg geleidelijk aan begon te verlopen in dalende zin. Het grindpad ging over in een asfaltweg bij het bereiken van de bosrand en daalde verder af tot aan de grote baan Hotton - Marche-en-Famenne. De weg werd gedwarst, waarna we aan de overzijde een smal wegje volgden, richting Marenne. Ook hier konden we onderweg alweer een grote houtzagerij bekijken en zien hoe bomen werden herleid tot stammen en planken. Onderweg vonden we op enkele afgezaagde bomen een ideale plaats om het lunchpakket aan te spreken, een voorbeeld dat al vlug navolging kende. Heerlijk was het daar om te genieten van de voorbijgaande medewandelaars en te voelen hoe het zonnetje haar best deed de dag aangenaam te laten verlopen. Na deze welverdiende rustpauze trokken we opnieuw op pad.

Even verderop maakte de weg een bocht naar links, doch wij dienden aldaar een rechts gelegen bospad te volgen. We volgden de route aangeduid met blauwe rechthoekjes en zagen dat het ongeveer 30' wandelen was tot in Marenne. Het pad lag bezaaid met dennenappels en eentje voor thuis mocht zeker niet ontbreken. Het pad verliep langsheen de bosrand, om uiteindelijk toch het bos in te gaan. Hier voelde het zalig aan om te ervaren hoe rustgevend het kan zijn om door de weidse bossen te wandelen, zonder enig besef van tijd, evenmin door aan andere verplichtingen te zijn gebonden. Toen we later het bos verlieten en een veldweg bewandelden, tussen de weilanden en akkers, konden we links in de verte reeds de dorpskerk van Marenne (Hotton) zien. Het dorpje baadde in het zonlicht en vaak was het licht te sterk om heldere foto's te nemen, vooral omwille van het felle tegenlicht. Het veldwegje mondde uit op een dwars gelegen asfaltbaantje, dat we links volgden, in de richting van een lager gelegen kruispunt. Van verre konden we daar reeds de nodige legertrucks en tenten zien staan, wat betekende dat we een bevoorrading naderden.

Korte tijd later bereikten we de rustplaats en werden er gratis voorzien van een pakje chocoprince of een sinaasappel. Een koele frisdrank ging vlotjes naar binnen. Op hetzelfde moment arriveerden enkele bussen met deelnemertjes aan de mini mini mesa. Een bende uitgelaten kinderen die op hun eigen namier de mesa wat kleur gaven. Na de bevoorrading kwamen we terug op gang en konden een beklimming aanvatten over een bredere weg. Bij het verlaten van Marenne, konden we zien dat deze gemeente was verbroederd met Bergholtz. Na het voorbije bosgebied, kregen we nu een passage tussen de velden en weilanden. We volgden opnieuw de GR over een langere afstand, richting Verdenne. Juist alvorens de bebouwde kom van Verdenne te bereiken, werden we een rechts gelegen grindpad opgestuurd, dat ons nog een tijdje liet klimmen. Eenmaal de top van de heuvel bereikt, ging het in dalende lijn, in de richting van het reeds te bemerken bos. We volgden hier als bij toeval de Voie de la Liberté. Zoals we reeds min of meer hadden verwacht, ging het in de richting van het bos, waarvan we eerst de bosrand volgden.

Even later verdween het pad in het bos en volgden we een kronkelend wegje tussen de bomen. Een bordje bezijden het pad Paquerette, gaf ons een idee inzake de gevolgde weg. Af en toe werd het wat hindernissen ontwijken, aangezien we nu groepjes kinderen vonden op de route, alsook enkele mindervalide, die met behulp van een rolstoel het traject aflegden. Vaak veranderde het pad in een tamelijk dalende wegel, voorzien van boomwortels en stenen, wat het er voor velen niet eenvoudiger op maakte, deze wandelpaden te volgen. Gelukkig hadden we voldoende tijd om ook anderen op hun manier te laten genieten van de Mesa, wat van sommigen niet altijd kan worden gezegd. Na een lange afdaling doorheen het bos, bereikten we ondertussen het grondgebied van Marche-en-Famenne. Een publiciteitsstand van Aquarius onderweg, zorgde nog voor de nodige gratis verfrissing, wat door velen uiteraard werd gewaardeerd.

Toen we even later een viaduct bereikten, troffen we aan de andere kant van de tunnel alweer medewerkers aan, die de wandelaars beloonden met een gratis waterijs. Genietend van deze extra verfrissing en tevens lekkernij, daalden we verder af doorheen enkele woonstraten, richting aankomst van deze derde etappe. Op weg naar de aankomst kwamen we nog langs een plaatselijke kerk, waar vooral het kerkhof onze aandacht trok. De oude smeedijzeren hekkens omheen de grafzerken, waren toch wel de moeite om even te bekijken. Via een bredere hoofdweg, bereikten we een complex waar we terecht konden voor de eindcontrole en waar we nog even bleven verpozen om iets te eten en te drinken. Nadien vatten we de terugreis aan naar Bastogne, op zoek naar een verkwikkende douche en de ondertussen vertrouwde Blanche Rosée... Met nog één dag te gaan kwam stilaan het einde in zicht van deze Mesa editie 2010.”

We sluiten dit wandelverhaal af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Van Hotton naar Marche-en-Famenne. J: Mini Mesa 2010 – Dag 3. Vanuit Hotton via Marenne en Verdenne naar Marche-en-Famenne.’

179: Bourcy, Woensdag 23 juni 2010, 14,89 km. (3570,388 km.)



De tweede etappe, een wandeling met start in Bourcy en aankomst in het ondertussen bekende Bastogne. Ook deze wandeltocht werd niet aangekondigd in de traditionele wandelgids Marching. Aangezien we destijds verbleven in het kamp van Bastogne, werd het verhaal met betrekking tot deze tweede dagetappe, pas later geschreven op zondag 27 juni 2010, omstreeks 16:23 uur.

“Dag twee van de Mesa 2010 begon opnieuw onder een stralende zon. De kortere versie van deze Vierdaagse doorheen de Ardennen, bracht ons vanuit het kamp in Bastogne, naar de startplaats, gesitueerd ter hoogte van de kerk van Bourcy. Tal van bussen waren reeds aangekomen op het kleine dorpsplein van dit gehucht, zodat er reeds een gezellige drukte kon worden waargenomen. Opnieuw voorzien van het nodige voor onderweg, zouden we ditmaal vanuit Bourcy wandelen tot in het centrum van Bastogne, eindhalte van de tweede etappe. Nadat we het kleine kerkje achter ons lieten, verlieten we het dorpsplein via een smalle asfaltweg, welke ons aan hoogte liet winnen. We wandelden langsheen de kleine begraafplaats en wat verderop een stille getuige uit een andere periode, een bunker uit het oorlogsverleden van de streek. Na deze korte aanloop, namen we een links gelegen grindpad en kwamen terecht tussen de velden en weilanden. Rechts van de weg konden we een houtzagerij zien, waar tal van bomen hun laatste reis aanvatten. Het aan- en afrijden van de vrachtauto's zorgde voor het nodige stof in de omgeving. Het oude station dat we op onze weg vonden, had ondertussen reeds een nieuwe bestemming verkregen.

Uiteindelijk verlieten we wat verder de bebouwde kom van Bourcy en zagen voor ons een lange asfaltweg, waarop opnieuw diende te worden geklommen. Links van de weg troffen we een eerste bosgebied aan. Naarmate we aan hoogte wonnen, konden we rechts in het dal een laatste maal genieten van het uitzicht over het dorpje Bourcy. De rustige landelijke weg, leidde ons verder langsheen de grazende koeien en de geur van het hooi, richting volgend dorpje in dit unieke landschap. Na geruime tijd hoogte te hebben gewonnen, bereikten we de Hauts de Michamps. Daar sloegen we rechtsaf en begonnen aan de afdaling naar het lager gelegen dorpje Michamps. Een bordje met de lokale wandelpaden, liet ons vernemen dat we ons bevonden op de Promenade du Chemin de Boeufs en we momenteel de Chemin de Horritine volgden. Eenmaal beneden aangekomen, ter hoogte van een drukkere weg, werden we door de van dienst zijnde MP's de straat over geleid, waarna we een honderdtal meter verder de plaatselijke kerk van Michamps bereikten. We namen dan ook even de tijd het gebouw binnenin te bekijken.

We vervolgden onze weg voorbij de kerk en sloegen wat verderop een links gelegen veldweg in, welke af en toe was overgroeid door de beplanting ernaast. Deze veldweg leidde ons naar een andere weg, die we rechts volgden om op die manier Oubourcy te bereiken. Hier konden we even meekijken, hoe plaatselijke boeren het hooi door middel van een machine lieten verdwijnen in een zwarte plastic verpakking, klaar om op het erf te worden gestapeld. Het smalle wegje kronkelde zich tussen de weilanden, waarvan de bermen fel bloeiden. Ook hier overheerste alweer de gele kleur. Een bosgebied trok even later de aandacht. Het asfaltwegje ging over in een grindpad, waarvan het verloop eerst horizontaal was, om later geleidelijk in dalende zin verder te verlopen. Een windmolen, welke zo uit de far west kon zijn overgevlogen, vormde een fel contrast met de omliggende weilanden. Aan de overzijde van de weg bemerkten we de aanduidingen van Le Bois de la Paix. Dit bos kenden we natuurlijk reeds van vorige bezoekjes aan Bastogne en omgeving, doch voor ons was het eerder een prettig weerzien.

Ter hoogte van de ingang vonden we dan ook de bevoorradingspost en konden ons tegoed doen aan het lunchpakket en een verfrissend drankje. Tevens konden we de lege drankflessen omruilen voor vers gekoeld mineraalwater voor onderweg. Het Bois de la Paix werd enkele jaren geleden aangelegd en bestaat vooral uit jonge bomen, voorzien van de namen van veteranen uit de befaamde ‘Battle of the Bulge’, welke ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het gebeuren, opnieuw de slagvelden kwamen bezoeken. Even verder, in een ander gedeelte van het bos, bevinden zich de vermeldingen van de eenheden welke deelnamen aan de gevechten in december 1944 en januari 1945. Het anders zo stille en vredige bos, leek nu een picknickplaats van grote omvang. Enkele wandelaars namen de moeite om de didactische panelen te raadplegen, terwijl anderen gewoon hun weg vervolgden. In het bosje vonden we na enig zoekwerk, het plaatje terug van Curtis A. Gadd, veteraan van de 17th Airborne Division, die we recent tijdens een herdenkingstocht in Bertogne hadden ontmoet. Deze vriendelijke man was toen bereid om onze wandelboekjes te signeren.

Ook vonden we het plaatje van William R. Desobry, voormalig lid van de 10th Armored Division, naar wie een straat werd vernoemd in Noville en waar tevens een klein museum hulde brengt aan de man in kwestie. Na even te hebben stilgestaan bij het verleden, trokken we opnieuw op pad. We verlieten het Bois de la Paix via een links gelegen graspad in dalende zin. Ook hier, buiten het bereik van enige wind, voelde het warm aan om te wandelen. De zon scheen genadeloos neer op de moedige wandelaars die de paden en wegen van de Ardennen volgden. De gele bloemen bezijden het pad voelden ondertussen enigszins vertrouwd aan. Toen het einde van het pad was bereikt, sloegen we linksaf en volgden er de Promenade du chemin des pélerins, een grindpad dat leidde in de richting van een markeerpunt Tier des Tâbes. Ditmaal volgden we de Promenade du bois de la paix, richting Mardasson. Het paadje kronkelde zich tussen de in bloei staande weilanden, die eerder het uitzicht hadden van een kleurig tapijt. Onderweg kwamen we vervolgens langs het punt Miltombe, waarna we even verder uitkwamen ter hoogte van een groeve.

De weg die we daar bereikten, leidde ons naar links, naar de parking van het Bastogne Historical Center en het American Memorial. Alhoewel het monument en het museum geen onbekenden zijn voor ons, namen we toch de moeite om nog even alles van nabij te bekijken. Een bezoekje aan de shop van het museum had tot gevolg dat we ook dit jaar niet met lege handen huiswaarts zouden keren. We namen nog enkele foto's van de Amerikaanse Tank Destroyer, het American Memorial en natuurlijk van de vrouw des huizes, even verpozend op een bankje in de nabijheid van deze gedenkwaardige plaats. Vervolgens daalden we af langsheen de laatste Borne van de Voie de la Liberté, om zo stilaan af te zakken naar het centrum van Bastogne. Na nog een laatste blik op het enorme Memorial, bereikten we de weg komende van Clervaux en wandelden zo verder richting Rue Delperdange. Een tankkoepel bezijden de weg noopte nog tot het nemen van een foto, waarna we de hoofdstraat van Bastogne bereikten. Langsheen de winkeltjes en terrasjes, slenterden we verder tot op de Place Général Mc Auliffe, eindpunt van de tweede etappe van de Mesa 2010. Ondertussen weten we nu ook dat Bastogne is verbroederd met Périers (Normandië).”

We sluiten dit wandelverhaal af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. Ook daarin slechts een summiere beschrijving, omwille van het aanbrengen van grote wandelstickers. ‘K: Van Bourcy naar Bastogne. J: Mini Mesa 2010 – Dag 2. Vanuit Bourcy via Michamps en Oubourcy naar de stad Bastogne. Zonnig.’

zondag 26 april 2020

178: Amberloup, Dinsdag 22 juni 2010, 16,47 km. (3555,498 km.)



Een nieuwe editie van de Mesa, een vierdaagse wandeltocht, welke trouwens niet werd aangekondigd in de wandelgids Marching. De eerste etappe vond plaats op dinsdag 22 juni 2010, doch omwille van ons verblijf in het kamp van Bastogne, werd het relaas van deze tocht pas geschreven op zondag 27 juni 2010, omstreeks 13:10 uur.

“De dag begon reeds vroeg en meer nog... zonnig en warm, wat goed aanvoelde na de voorbije koude nacht. We hadden immers onderdak gevonden in het Parc des Expositions in Bastogne, een leegstaand complex, dat nu was omgevormd tot een van de kampen tijdens de Mesa, editie 2010. Na een vroeg ontbijt was het wachten op de bus, welke ons zou brengen naar de startplaats van de eerste etappe: Amberloup (Sainte-Ode). Aangezien we hadden gekozen voor de mini mesa, zouden we vanuit Amberloup wandelen tot in Saint-Hubert, het eindpunt op deze eerste dag. Diegenen die opteerden voor de grote mesa, vertrokken vanuit Bastogne naar dezelfde eindbestemming. Reeds vroeg in de ochtend maakten we de verplaatsing, zodat we even na acht uur ter plaatse waren en klaar voor de start. Na het afstempelen van de controlekaarten, konden we samen met veel andere wandelaars beginnen aan vier dagen genieten van de Ardennen en vooral van de schoonheid der natuur. Voorzien van een lunchpakket, fris water en een dosis zonnemelk, vertrokken we even later vanuit deze kleine plek in de omgeving van de Ourthe.

De streek oogde prachtig en de bossen baadden in het zonnetje. Het kleine smalle asfaltwegje dat we volgden, liet ons aanvoelen dat we wel degelijk in de Ardennen waren aanbeland. De hoogteverschillen waren voelbaar en het was even wennen aan het klimwerk. Een informatiebord inzake Les Vallées de l'Ourthe et du Laval gaf ons reeds een klein idee wat we op onze weg konden vinden. Ontelbare wandelpaden en fietsroutes verliepen kris kras doorheen dit landschap en nodigen uiteraard uit tot een langer verblijf in deze rustgevende streek. Kort na de start overschreden we dan ook een eerste maal de Ourthe. Hier nog een rustig kabbelend beekje, dat gemakkelijk kon worden overschreden. Even verder vonden we aan onze linkerkant de gebouwen van de plaatselijke administratie van Sainte-Ode, waarvan de gevel was versierd met een prachtig kunstwerk. Ook in de Ardennen wordt veel zorg besteed aan het aangeven van de te volgen wandelpaden en kregen we een eerste exemplaar in zicht, dat ons liet kennen dat we de Promenade du Moulin de Trois Ponts volgden, aangegeven met gele rechthoekjes. Enkele honderden meters verder klimmen, liet ons vervolgens de Transardennaise volgen, richting Saint-Hubert.

We verlieten op die manier de openbare weg en kregen een links gelegen bosweg aangeboden, waarvan we reeds grotendeels het verloop konden zien. Het ging stevig naar omhoog en dat zouden we spoedig aanvoelen. Het pad verliep vooreerst langsheen de rand van het bos, om hogerop te verdwijnen tussen de bomen. Het Bois de Cousin nodigde reeds van ver uit, er even te komen verpozen. Eenmaal de hoogte overwonnen, werden we beloond met prachtige vergezichten over de omgeving van Sainte-Ode. Enkele kaalgekapte stukken bosgebied gaven aan, dat ook hier werk wordt gemaakt van het in stand houden van de natuur en dat bosbeheer er een hoge prioriteit geniet. In het bos aanbeland, konden we even verpozen door een geleidelijk dalend bospad te volgen. Het bolle pad lag er hard bij en hier en daar vertoonde de grond barsten omwille van de droogte. Het pad ging verder het bos in met een opeenvolging van korte dalingen en hellingen. Het geluid van de vogels en de zonnestralen welke doorheen de bomen schenen gaven af en toe wel een vakantiegevoel. De stilte en de rust van het bos werkten in ieder geval ontspannend. Onderweg bereikten we vaak een open ruimte met wat lagere beplanting en dan kon je dikwijls genieten van een panoramisch zicht in de verte. Daar kon je nog meer de warmte aanvoelen, wat ook door andere wandelaars werd gewaardeerd.

Dat de Ardennen rijk zijn aan diverse wandelpaden was ons reeds genoegzaam bekend. Onder allerlei benamingen, symbolen en plaatselijke kenmerken, gidsen deze prachtige paden de wandelaar doorheen ongekende plekjes. Even later bereikten we een breder grindpad en troffen we bezijden de weg de aanduiding dat het hier ging om een privédomein. Een vriendelijk verzoek de wandelpaden niet te verlaten en de honden aan de leiband te houden, kenmerken doorgaans dit soort paden. Ook hier dienden we aan hoogte te winnen, op dit schijnbaar oneindig lange pad. Links en rechts namen sommigen reeds de gelegenheid te baat een hapje te eten en ook wijzelf keken uit naar een rustplaatsje ergens onderweg om de inwendige mens wat aan te sterken. Even verder, op een enigszins vals plat, vonden we in het gras een hoekje om het lunchpakket aan te spreken. Tijdens deze rustpauze konden we medewandelaars zien voorbijtrekken en even verder tevens halt houden. Velen kenden we reeds van vorige edities en dat voelt prettig aan, oude bekenden terug te zien tijdens dit soort wandelhappenings. Het pad ging vervolgens over in een iets bredere onverharde weg, waar vooral de diepe tractorsporen zorgden voor een iets gemakkelijke weg om te bewandelen.

Met moeite kon een jeep van de plaatselijke brandweer zich een weg zoeken in dit hobbelig terrein. Het terrein wisselde voortdurend van uitzicht en het pad kronkelde verder doorheen de bossen. Ontelbare bomen langsheen het pad waren getooid met allerlei tekens, om de verscheidene wandelpaden te markeren. Vaak gaf dit aanleiding tot leuke composities onderweg. Na ongeveer 7,5 km stappen, bereikten we een open plek in het bos, waar de wandelaars zich konden bevoorraden. Defensie had manschappen, noch moeite gespaard om ook dit in goede banen te laten verlopen. Een gratis gebakje voor onderweg, gratis gekoeld water in voldoende hoeveelheid en bovendien de mogelijkheid om frisdranken of andere meer geestrijke dranken aan te kopen. Hier konden de wandelaars terecht met de bonnetjes welke in de kampen kunnen worden aangekocht en dat is gemakkelijk voor onderweg. Na een rustpauze op een bankje bezijden het pad, konden we alweer op weg om nog even verder te genieten van de mooie omgeving. Het grindpad verliep nu in dalende zin en dat liet de benen even tot rust komen. Een boswegel rechts werd vervolgens genomen wat later een grindpad, enigszins horizontaal verlopend. Op die manier bereikten we na lange tijd doorheen de bossen te zijn getrokken, voor het eerst een stukje asfaltweg.

Links van de weg bevond zich een kaalgekapt gebied, waar ondertussen reeds de eerste nieuw aangeplante boompjes konden opgroeien. Diverse soorten bloemen kregen daardoor alle zon voor zich en lieten dan ook hun beste kleuren aan de voorbijgangers zien: geel, paars, rood, wit, ... Diverse schakeringen groen waren te onderscheiden in de verte en gaven vaak het contrast aan tussen diverse percelen bos. De lokale koeien luierden in het zonnetje en schenen zich niet te bekommeren om de duizenden wandelaars die aan hun ogen voorbij gingen. Wat verderop begaven we ons opnieuw op een grindweg, welke gestaag aan hoogte won en die in de richting verliep van een zichtbaar bosgebied. Een eenzame boer, bezig met het hooi te keren, verstoorde even de stilte van de omgeving. Naarmate we verder wandelden kregen we ook het gezelschap van de deelnemertjes aan de mini mini mesa. De lokale scholen nemen immers met hun jeugdige bevolking deel, door de laatste vijf kilometer van het parcours in groep te bewandelen. Vaak getooid met sierlijke mutsen en voorzien van rugzakjes, wandelen zij onder begeleiding van hun juf in groep langsheen het mesa-parcours. Vaak hoor je hen reeds van ver en kan je even later zien hoe ook zij genieten van dit gebeuren en vooral gefascineerd toekijken naar de voorbijsnellende militairen in uniform.

Een bordje onderweg, Haie Madame Alt. 510, gaf een idee op welke hoogte we ons bevonden. Eenmaal dit punt voorbij, ging het afwaarts, richting Saint-Hubert. Vooreerst wandelden we nog een tijdje langsheen de rand van het bos, waarna we terug de open ruimte bereikten en aanvoelden dat het warm was geworden. Tussen de weilanden door, ging het gestaag bergaf en konden we in de verte Saint-Hubert reeds zien liggen. De torens van de plaatselijke basiliek staken af en toe boven de omliggende heuvels uit en gaven een idee hoever het nog was tot aan de eindstreep. Met de eindstreep bijna in zicht, volgde nog een laatste steile beklimming naast de autosnelweg, om op die manier via de hoger gelegen brug, de snelweg over te steken. Aan de overzijde van de brug kwamen we terecht op een asfaltweg en bereikten we de bebouwde kom van Saint-Hubert. Enkele woonstraten leidden ons vervolgens langsheen een plaatselijk kerkje en een monument ter ere van de bevrijding van de stad.

Zo bereikten we korte tijd later de Espace Récréatif waar we ons konden tegoed doen aan een verfrissend drankje na de wandeling. Op weg naar de bus teneinde de terugtocht aan te vatten naar ons kamp, konden we zien dat ook voor ervaren chauffeurs, de Ardennen wel vaker voor een verrassing kunnen zorgen. Een bus had zich letterlijk vast gereden bij een poging zich te keren via een smalle steile zijstraat, met alle gevolgen van dien. Gelukkig stak defensie met de grove middelen een handje toe om het probleem op te lossen. Even later konden we in Bastogne genieten van een verkwikkende douche en vaststellen dat de eerste dag goed, maar vooral vlug was verlopen. Enkele Blanche Rosée en wat orkestmuziek later konden we terug de slaapzak in, op weg naar dag twee....”

We sluiten dan ook stilaan dit verhaal af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Van Amberloup naar St. Hubert. J: Mini Mesa 2010 – Dag 1. Vanuit Amberloup (Sainte-Ode) doorheen de bossen naar Saint-Hubert. Zonnig en warm wandelweertje.’

177: Wortel, Zondag 20 juni 2010, 18 km. (3539,028 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt kort aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 20/6/2010 – 2323 Wortel (Antwerpen), 21ste Aardbeientocht – 6-12-18-25-30 km. De Noorderkempen Hoogstraten. Start: Parochiezaal.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond een verhaal met betrekking tot de belevenissen onderweg, omstreeks 18:18 uur.

“Aangezien de vrouw des huizes verzot is op aardbeien, trokken we deze ochtend dan ook naar de provincie Antwerpen, meer bepaald naar Wortel (Hoogstraten). Aldaar werd door de wandelclub De Noorderkempen Hoogstraten voor de 21ste maal de Aardbeientocht georganiseerd. Plaats van afspraak was gelegen in het Trefpunt Wortel. We vonden na een beetje zoekwerk toch een parkeerplaatsje op wandelafstand van de startzaal. Weinig later konden we aldaar terecht voor de inschrijving. In de ruime zaal stond reeds een berg fruit klaar, om later te worden verkocht, of ter plaatse te worden gesmaakt. Vermits er vooreerst diende te worden gewandeld, ziehier de keuze uit de af te leggen afstanden: 6, 12, 18, 25 of 30 km. Gelet op onze deelname aan de komende Mesa 2010, beperkten wij vandaag onze deelname tot 18 km. Onderweg zouden we tweemaal controle verkrijgen op het parcours. Na de traditionele koffie en een hapje, trokken we op pad. Het eerste gedeelte van de wandeling bedroeg 5,5 km.

We verlieten de plaats van inschrijving en begaven ons naar links, waarbij we een zicht kregen op de kerk rechts van ons. Nog met de startzaal in het vizier, kregen we reeds de eerste bordjes in het oog inzake plaatselijke wandel- en fietsroutes: de Kleidabbersroute van 52 km, de Landlopersroute van 55 km en het Jan Huetpad van 15 km. Keuze genoeg dus voor de bezoeker aan Wortel om de omgeving op de een of andere manier te verkennen. Het parcours verliep door een stukje woonzone, waarbij we om de hoek een kapelletje aantroffen ter ere van de slachtoffers uit de laatste wereldoorlog. Even verder ging het linksaf via de Polder en aldaar konden we de eerste serres aantreffen, waar de aardbeien in volle groei waren. Alleen ontbrak nog de nodige zon om hen ook een rode kleur te bezorgen. Via het erf van een nabijgelegen varkenskwekerij, ging het naar het achtergelegen weiland en het eraan palende bosgebied. Voor de eerste maal vandaag kregen we een lange dreef te zien, waar we konden wandelen in de smalle sporen van een bostractor. Ook nu konden we genieten van de frisse geur van een natgeregend bomengebied. Tal van nestkastjes waren bevestigd aan de bomen bezijden het pad.

De dreven volgden elkaar op, waarbij telkens haaks werd veranderd van richting. Een eerste splitsing op het parcours liet de wandelaars van de 6 km een andere weg bewandelen. Na een aantal malen te zijn veranderd van richting, werd het moeilijk zich nog verder te oriënteren, aangezien we wandelaars zagen in aanpalende dreven en op ons toekomen uit diverse richtingen. Toen we na enkele onverharde bospaden de openbare weg bereikten, kondigde zich een nieuwe splitsing aan op het parcours. Hier gingen de wandelaars aan de 25 of 30 km naar rechts, de afstanden 12 en 18 km gingen linksaf. Tevens vonden we de aanduiding van een nieuw wandelpad: het Juul Noeyenspad van 4,6 km. Deze rustige landelijke weg, mondde uit in de Kolonie, een zeer lange, van klinkers voorziene dreef. Het ging naar links, in de richting van het penitentiair centrum. Van verre waren reeds de gebouwen en de omheining zichtbaar. Naarmate we naderden kregen we een idee inzake de omvang van deze strafinrichting. We wandelden een tijdje langsheen de omheining, om wat verder een rechts gelegen bospad te volgen dat uitmondde in de Pampa.

Daar vonden we de rustplaats, gesitueerd bij een aardbeienteler. Met wat geluk vonden we een zitplaatsje tussen tal van andere wandelaars. We vonden deze controlepost eerder wat klein, aangezien bijna alle afstanden er hun rust hadden en wat betreft de langere afstanden er tot driemaal toe diende te worden halt gehouden. Reden genoeg om het gebrek aan zitplaatsen te illustreren. Na een hapje en een drankje, gingen we even in open lucht verpozen, teneinde anderen de gelegenheid te geven, even te zitten. Na deze eerste onderbreking trokken we opnieuw op weg. We zouden vanuit deze rustpost een plaatselijke lus van 6,1 km volgen, waarna we op dezelfde plaats zouden terugkeren. Het ging dus een eerste keer naar rechts, net zoals dit het geval was voor de 30 km wandelaars. Rechtdoor werd gevolgd door de 25 km wandelaars en bij een tweede doortocht voor de 30 km wandelaars. We volgden een klein betonwegje dat ons al heel gauw liet uitkomen tussen de landerijen. We volgden hierbij grotendeels het verloop van de Landlopersroute. Net als gisteren kregen we graangewassen en maïs te zien, in de verte enkele medewandelaars, die op die manier het verloop van het traject reeds een beetje aangaven. Enkele longhorns zorgden voor wat bekijks onderweg.

Wat verder volgden we een zanderig pad, aangegeven als ruiterpad, toen we werden verrast door de eerste regendruppels. Gelukkig trokken de donkere wolken snel weg en hield het even later op met regenen. Het ruiterpad mondde uit in een grasland en een onverharde veldweg. Nadien volgde een grindpad en dat leidde ons in de richting van het bosgebied dat de strafinrichting omringde. Op die manier bereikten we de Kolonie, zij het eerder het begin ervan. Er openbaarde zich voor ons een lange klinkerweg, waarvan het einde amper kon worden gezien. We hadden reeds voorheen kennis kunnen maken met deze openbare weg, nu volgde een tweede passage langsheen deze bomenrijen. Toen we de plek bereikten, waar we vroeger op de dag reeds waren langs gekomen, dienden we ditmaal de Kolonie te verlaten naar rechts. Zo kwamen we opnieuw terecht in de Pampa en vonden aldaar bezijden de weg de aanduiding van een tweetal varianten op de Landlopersroute, met name de verkorting I (16 km) en de verkorting IV (24 km). Weinig later bereikten we voor de tweede maal de controlepost, die we eerder op de dag reeds hadden bezocht. We waren ondertussen 11,6 km onderweg, met nog 6,4 km te gaan.

Ditmaal lukte het niet om een zitplaats te vinden binnen het gebouw, waardoor we genoegen namen met een stoel buiten op de oprit. Toen we de controlepost voor de tweede maal verlieten, dienden we naar links te wandelen. Deze richting werd gevolgd door de 12 km wandelaars, alsook bij een tweede passage voor de 25 km en een derde passage voor de 30 km deelnemers. Het ging langsheen enkele serres, waar we de aardbeien zagen hangen, sommige reeds klaar om te worden geplukt. Eenmaal de kwekerij voorbij, bereikten we een grindpad en dat bracht ons in het bosgebied. Onderweg troffen we de aanduiding van de Enclaveroute, een fietsomloop van 46 km. We dwarsten even later een reeds vroeger op de dag bewandelde weg en volgden nadien een veldweg, langsheen de bosrand. Het pad mondde uit ter hoogte van de strafinrichting, waar we ditmaal de omheining volgden in tegengestelde richting als vroeger op de dag. Zo bereikten we even later terug de voorzijde van het complex. Tal van tegenliggers volgden dezelfde weg. De Kolonie werd nu naar rechts verder gevolgd, waarbij we langs de ingang van het complex kwamen.

Een poging om het beeld van een landloper te fotograferen lukte niet echt, omwille van de aard van de omheining. We vervolgden onze wandelroute en bemerkten het voormalige Rijkslandbouwbedrijf van het Ministerie van Justitie, nu omgedoopt tot Natuurpunt Markvallei, de Klapekster. Vanuit dit natuurpunt vertrekken diverse wandelroutes doorheen het omliggende natuurreservaat. Aan de volgende kruising ging het linksaf, waarbij een andere lange bosdreef diende te worden gevolgd. Ditmaal kwamen we langsheen de begraafplaats van de voormalige kolonie voor landlopers. Vele graven waren voorzien van een eenvoudig kruisje, waaraan bevestigd een loden plaatje met daarop geboorte- en sterfdatum van het nummer W... Een groot kruis op het einde van de begraafplaats bracht hulde aan de oorlogsslachtoffers van de kolonie. Wat verderop verlieten we het bosgebied en wandelden langsheen een weiland, waar men bezig was met het voorbereiden van een tractorgebeuren voor het komende weekend. Enkele Ursus-exemplaren stonden reeds te kijk.

Via een veldweg bereikten we de openbare weg en de bebouwde kom van Wortel. Stilaan kwam de kerktoren in zicht en via een stukje verkaveling, gevolgd door een passage langsheen het lokale voetbalveld, bereikten we nadien de eindstreep. Na het afstempelen van de wandelboekjes, volgde een dessert, bestaande uit roomijs met aardbeien en slagroom. Een toetje alvorens de terugreis aan te vatten. Toen we even later de startzaal verlieten, noteerden we omstreeks 13 uur reeds 996 wandelaars die vandaag hadden deelgenomen aan deze aardbeientocht. Een bakje voor thuis werd nog aangekocht. Morgen vertrekken we richting Bastogne, alwaar we deelnemen aan de Mesa, editie 2010.”

We ronden deze wandelervaring af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Wortel. Rond de voormalige landloperkolonie (Merksplas). Lange dreven. Beetje eentonig. Koud. IJsje met aardbeien. Veel te drukke wandelaars. J: Wandeling in de omgeving van de Kolonie. Tal van dreven en bospaden. Koud regenachtig weer. Een aardbeiendessert als einde.’

zondag 29 maart 2020

097: Vielsalm, Zaterdag 27 juni 2009, 16 km. (1874,124 km.)



De laatste etappe uit de vierdaagse Mesa 2009. Deze afsluitende wandeltocht ging destijds van start in Vielsalm. Na onze behouden thuiskomst, werd van deze slotetappe een relaas geschreven, op woensdag 01 juli 2009, omstreeks 12:38 uur.

“De laatste etappe van de vierdaagse Mesa 2009, ging van start in Vielsalm. Na een lange verplaatsing per bus vanuit het kamp in Bastogne, bereikten we de startplaats, gelegen aan het Koninklijk Atheneum van Vielsalm. Na de nodige formaliteiten konden we op weg. We verlieten het plein ter hoogte van de school en gingen door het nabijgelegen park in de richting van de hoofdweg door Vielsalm. Bij het bereiken van deze weg, sloegen we linksaf en gingen voorbij het monument ter ere van de gesneuvelde militairen in Belgisch-Kongo. Enkele honderden meters verder hielden we even halt aan het monument ter ere van de Ardense Jagers. Hier waren we vorig jaar van start gegaan voor onze eerste wandeling. Een blij terugzien eigenlijk. Na de nodige foto's trokken we verder in de richting van Rencheux. We staken de Salm over, wat verder de spoorlijn om diezelfde spoorlijn over korte afstand naar links te volgen. Even verderop, sloegen we een rechts gelegen bospad in en veranderde het verloop van de wandeling. We begonnen aan, wat later zou blijken, een lange beklimming door het bos.

Het steile pad kronkelde omhoog, steeds verder het bos in. Het was nog vroeg in de ochtend en het gras voelde nog nat aan. Er hing ook vandaag een nevel over de Ardense hoogten, een restant van de hevige regenbuien van de avond voordien. Vooral in het bos was dit duidelijk te bemerken aan de met dauw bedekte spinraggen in het gras. Ver kon je niet zien, aangezien alles zowat was gehuld in een nevel. Na een lange en vermoeiende klim bereikten we de top van de beboste heuvel. In één van de zijpaden, bemerkten we een omgehakte boom en dat was de ideale plek om even te verpozen en te denken aan de inwendige mens. Na deze korte pauze vervolgden we onze wandeling. Vooreerst ging het min of meer horizontaal verder op de heuvelrug, om vervolgens te beginnen aan de afdaling. In eerste instantie een stukje door het bos, nadien verder over kaal terrein, waar duidelijk aan bosbouw werd gedaan. Spoedig bereikten we de rand van het bos en belandden op een asfaltwegje. We volgden dit naar rechts, langsheen de rand van het bosgebied.

Ondertussen waren we het bord van de 5 km voorbij gewandeld. Het baantje bracht ons tot aan de eerste bevoorradingspost, gelegen op een punt waar enkele wegen uitmondden. We bevonden ons op de Col d'Al Hesse (475 m). Op deze plek konden we kiezen voor een gratis vanillewafel of een peer. Tevens konden hier frisdranken worden aangeschaft. Deze plek was voorzien van enkele monumenten, die we natuurlijk even van dichtbij gingen bekijken. Vooreerst troffen we hier het monument aan ter ere van de strijders in de voorbije oorlog in Korea. In het midden echter werd de ruimte ingenomen door een grote aangelegde ster, met daarop een monument ter ere van de 82nd US Airborne Division, voor geleverde gevechten tijdens het laatste offensief in de Ardennen in december 1944. Na dit oponthoud dienden we onze weg naar links te vervolgen, vermits zich hier de lange en de korte afstand splitsten. De asfaltweg bracht ons geleidelijk dalend tot een wat verderop gelegen veldweg die we links insloegen.

Het ging door het hoog opgeschoten gras dalwaarts, tot we uitkwamen op een asfaltwegje. We volgden het baantje tot beneden, om aan te komen in de Moulin de Sart. Deze straat herbergde een enorme camping. We gingen rechtdoor om nadien de grote baan over te steken en een smalle weg te volgen die opnieuw steil de hoogte inging. Het asfalt maakt even later plaats voor een grindpad, dat ons verder bracht tot aan de rand van een bos. We wandelden een tijdje langsheen de bosrand om later het bos in te trekken. Daar kwamen we aan een tweede bevoorradingspost, waar gratis cake was te verkrijgen. Veel wandelaars namen hier even de tijd om op adem te komen. Na de pauze ging het verder door het bos, zij het dat we nu konden afdalen. Een lang bospad bracht ons terug tot in de bewoonde wereld. Een eerste punt dat we op onze terugweg bereikten was het château Sainte Marie (460 m). Hier was men druk doende met de renovatie van dit prachtige bouwwerk.

We volgden verder de weg dalwaarts om nadien de eerste huizen te bereiken van Salmchâteau (425 m). De openbare weg die ons naar beneden naar het centrum van dit plaatsje bracht, ging bij momenten zeer steil bergaf. We dwarsten opnieuw de hoofdweg naar Vielsalm. Hier werden de wandelaars digitaal vereeuwigd door een fotograaf van Ardenneweb. We ontvingen een kaartje met de nodige gegevens om later de foto te kunnen bekijken. Eenmaal in de dorpskom van Salmchâteau, volgden we de Salm tot aan de spoorlijn. Hier volgden we een tijdje het traject van de GR571. We liepen een tweetal keer onder de spoorweg door, om vervolgens uit te komen aan het punt waar we deze ochtend vroeg de spoorlijn waren overgestoken. Nu verlieten we na deze brug de weg, om via een oude spoorbedding in de richting te wandelen van het station van Vielsalm. Hierachter ligt het mooie meer van Vielsalm, waarlangs we een eindje wandelden. Wat verderop sloegen we rechtsaf, liepen door een weg in uitvoering om vervolgens terug doorheen het park de plaats van vertrek te bereiken.

Op het plein kregen we een slotcontrole en vervolgens een aandenken voor onze deelname aan de vierdaagse. Dit keer geen medaille, maar een sterretje met daarin het cijfer 2. Na een afsluitend drankje, volgde nog een lange terugweg naar de bussen ter hoogte van het station van Vielsalm. Onderweg was het afscheid nemen van bekenden, waaronder Leni, en stil hopen er volgend jaar opnieuw bij te zijn. Op naar de Mesa 2010!”

Ook de afsluitende wandeldag kreeg een plaatsje in onze wandelboekjes. ‘K: Vielsalm de laatste tocht van de Mesa alweer. Vandaag ging het vlot. Zalig blijven die bossen. J: Vierde en laatste dag van de Mesa 2009. Wandeling met start in Vielsalm. Tocht langsheen bossen en mooie valleien. Doortocht van Salmchâteau.’

096: La Roche-en-Ardenne, Vrijdag 26 juni 2009, 14,5 km. (1858,124 km.)



De derde wandeldag, tijdens de vierdaagse Mesa 2009, met start in het bekende La Roche-en-Ardenne. Ook deze tocht werd voorheen niet aangekondigd in de wandelgids Marching. Na afloop van deze vierdaagse, schreven we naderhand een kort relaas aangaande onze ervaringen, op dinsdag 30 juni 2009, omstreeks 08:59 uur.

“Deze ochtend gingen we van start op de Quai de l'Ourthe te La Roche, voor de derde etappe van de mini Mesa 2009. Een wandeling van 14,5 km met een hoogteverschil van 310 m. Reeds bij onze aankomst per bus, heerste er een drukte van belang op dit plein, dat voor de gelegenheid was gevuld met diverse pantservoertuigen van de krijgsmacht. Na onze startstempel, verlieten we het plein en volgden naar links de Ourthe. Aan het eerste kruispunt sloegen we rechtsaf en staken de brug over de Ourthe over. Hier was er reeds de splitsing tussen de beide afstanden. Even verderop, aan het volgende plein, kregen we reeds een tweede controlestempel. Hier gingen we rechtdoor en verlieten de bebouwde kom van het stadje. Na enkele honderden meters wandelen, kwamen we aan de ingang van camping Le Vieux Moulin. Hier verlieten we de weg en sloegen een links gelegen bospad in. Meteen ging het steil omhoog. Via een serpentinewegje stegen we het bos in. Bij het begin van de klim bemerkten we het punt genaamd Petite Strument (250 m).

Hier volgden we het wandelpad in de richting van Buisson (3h25). Toen we de top van de heuvel hadden bereikt en op een open plek aankwamen, werd het de hoogste tijd om een broodje te eten. Nadien vervolgden we onze weg en wandelden op de heuvelkam. Even later bereikten we het Forêt Communale van la Roche. Tussen de lage planten kronkelde het pad verder tot de weg overging in een grindpad en breder werd. Bijna vlak, vervolgde het traject, tot we een asfaltweg bereikten. Deze weg leidde ons tot in het dorpje Hives, alwaar we aan de kerk een kleine pauze namen en wat tijd om foto's te nemen. Voorbij de kerk ging het richting Buisson. We deden dit echter niet via de openbare weg, vermits we wat verderop een links gelegen grindpad insloegen. Dit pad ging in dalende lijn verder tot het punt Panorama Villages de Hives (380 m). Vanaf hier bevonden we ons op het wandelpad Moulin de Wasses (55'). Het pad verliep verder in dalende zin tot we een volgend bos bemerkten en de ervoor gelegen beek. Deze was iets breder dan normaal en had het wandelpad ingenomen. Het was dus even door het water waden om vervolgens het erachter gelegen bospad te nemen.

Dit pad verliep opnieuw naar de top van de heuvel, terug klimmen dus tussen de bomen. Eenmaal de top van de heuvel bereikt, zagen we een open plek, waar een groot gedeelte van het bos was omgehakt. Wat verderop dienden we een steile afdaling te nemen die uitmondde op het punt Moulin de Wasses (325 m). Hier volgden we het grindpad naar rechts, richting Buisson (25'). Nadien ging het via een asfaltweg en die mondde uit in het dorpje Buisson. Hier ook even de tijd voor een korte adempauze, op een bankje op het dorpspleintje. Achter het plein ging de weg verder doorheen een aanpalend bosje en ging het traject de hoogte in. Spoedig bevonden we ons op een grindpad en dat vervolgde tussen de weilanden. De zon gaf reeds veel warmte en dat was te bemerken aan de drinkende wandelaars. Een volgende heuvelrug verborg voorlopig de eerste bevoorradingspost. Hier werden de wandelaars getrakteerd op een ijslolly.

Van rechts kwamen de wandelaars het parcours vervoegen, die vertrokken waren in Houffalize. Na een verfrissende drank gingen we terug op pad. We stapten in de richting van een iets hoger gelegen bos en troffen onderweg het traject van de GR57. We volgden deze route langs de rand van het bos en even later door het bos. Even later bereikten we het punt Seuren (405 m) en kwamen uit de richting Borzée - Bas Hameau. Vanaf nu ging de wandeling in dalende zin tot aan het punt waar we deze ochtend waren vertrokken. We kwamen achtereenvolgens voorbij de aangeduide punten Cresse du Corbeau (325 m), Les Olivettes (300 m). Het pad ging steeds verder en verder naar beneden en dat voelde toch iets gemakkelijker om te wandelen. Juist voor het binnenkomen van de bebouwde kom van La Roche, kwamen we nog even voorbij een publiciteitsstand van Aquarius, waar we werden voorzien van een gratis blikje Lemon. Nadien overschreden we terug de Ourthe en volgden de belangrijkste winkelstraat van het stadje tot aan de Quai de l'Ourthe.

Op de terugweg zagen we nog het prachtige kasteel van la Roche. Aan de aankomst slaagden we er niet in om een zitplaats te bemachtigen, dus dienden we genoegen te nemen met een boordsteen aan de Ourthe. Het was even uitblazen en wachten op de bus, richting kamp van Bastogne. Morgen zijn we toe aan de laatste dag van deze vierdaagse.”

Tot slot geven we in het kort weer, wat destijds werd genoteerd in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: La Roche-en-Ardenne. Mooie wandeling met ferme klimpartij. Even een dipmoment. Stralend weer. Overlijden Jasmine vernomen. J: Derde dag van de mini mesa 2009. Wandeling met start in La Roche-en-Ardenne en doorheen de dorpen Hives en Buisson. Een groot gedeelte gevolgd van de GR57. Op de plaats van vertrek een tentoonstelling van een serie pantservoertuigen. Tijdens de wandeling gratis ijslolly en Aquarius frisdrankje. Zonnig en warm wandelweer. Morgen volgt de laatste dag van onze tweede vierdaagse mesa!’

095: Houffalize, Donderdag 25 juni 2009, 12,5 km. (1843,624 km.)



De tweede wandeldag tijdens de Mesa 2009. Eerder hadden we het over Neufchâteau, vandaag komt Houffalize aan de beurt. Ook deze aflevering uit de bekende vierdaagse, werd niet aangekondigd in de wandelgids Marching van dat jaar. Aangezien we ter gelegenheid van dit wandelgebeuren enkele dagen het huis uit waren, werd pas op maandag, 29 juni 2009, omstreeks 09:44 uur, het hierna weergegeven relaas geschreven.

“Deze ochtend omstreeks 05:30 uur gewekt en de bus genomen omstreeks 06:50 uur, richting Houffalize. Daar namen we vandaag deel aan de tweede etappe van de mini Mesa 2009. Een tocht van 12,5 km met een hoogteverschil van 290 m. We vertrokken dan ook, vergezeld van een stralende zon op de Place Janvier 45, de plaats waar de toeristische dienst is gevestigd. Hier beginnen ook tal van wandelingen voor de bezoekers aan Houffalize. We verlieten het plein en draaiden linksaf om de Ourthe over te steken. Hier volgden we het traject van de GR57. De weg ging, net als gisteren, meteen steil de hoogte in. Niet verwonderlijk, vermits het dorp in een dal is gelegen. De top bereikt, sloegen we linksaf in de richting van de plek genaamd Fin de Ville. De weg veranderde in een grindpad en we vervolgden onze weg tussen de weilanden. Wat later verlieten we het traject van de GR57 en sloegen rechts een veldweg in, vooreerst dalend, nadien terug in stijgende lijn.

Tussen wat opgeschoten struiken door bereikten we een kleine asfaltweg. We volgden die naar links en gingen onder de autosnelweg A26 door. We volgden terug het traject van de GR57. Het parcours verliep vanaf nu in de richting van de plek genaamd La Longue Virée. In het begin wandelden we langs de rand van een bosgebied. Wat later trokken we een klein stukje door het bos zelf, afwisselend dalend en stijgend. Bij het verlaten van het bos kwamen we opnieuw terecht op een asfaltweg, die eerst sterk stijgend en nadien dalend verliep. Wat hogerop zagen we reeds veel wandelaars stappen in de richting van een verder gelegen bos, doch juist ervoor splitsten zich de grote en kleine afstand. Hier verlieten we de asfaltweg en sloegen een links gelegen pad in dat sterk begon te dalen. De GR57 vervolgde zijn weg naar het hoger gelegen bos. Wij bevonden ons op een holle weg, die enorm sterk begon te dalen.

Het pad bestond deels uit keien en deels uit rotsen. Een beetje voorzichtigheid was hier wel op zijn plaats. Uiteindelijk arriveerden we beneden op een asfaltweg, waarnaast de Ourthe verder kabbelde. Hier bemerkten we dat we een deel hadden gevolgd van de Promenade du Pont du Suhet. We namen even de tijd om een broodje te eten in het gezelschap van een Nederlandse wandelaarster. Later zouden we haar beter leren kennen als Leni. Na deze korte pauze, vervolgden we naar rechts de weg welke naast de Ourthe was gelegen. Even later sloegen we een links gelegen pad in, waar we via een brugje de Ourthe opnieuw overstaken. We trokken het bos in via een steil pad. Nadien was het pad te steil om te bewandelen en waren touwen aangebracht om zichzelf naar boven te trekken. Hier ontstond een kleine file en was het even aanschuiven.

De rotsen waren erg glibberig en nat en daardoor werd het tempo even gebroken. Na deze klimpartij volgde nog een tweede steil bospad, dat diende te worden beklommen zonder hulpmiddelen. Uiteindelijk bereikten we een open plek in het bos, waar we werden voorzien van gesneden sinaasappelen. Ook namen we de tijd voor een drankje en werden de waterflessen aangevuld. Na de bevoorrading, sloegen we linksaf, terug het bos in. Hier verliep het parcours terug samen met de GR57. Na de voorbije beklimmingen volgde nu een lange afdaling door het bos. We bemerkten het punt Pont du Suhet (320 m). Het voorbije deel van de wandeling had deel uitgemaakt van de Promenade de Nabiselle. We volgden de Promenade de Suhet, alweer de hoogte in. Via het traject van de GR57, gingen we onder de autosnelweg A26 door en volgden een breed wandelpad tot aan het punt A Suhet (335 m). Wat verder volgden we een tijdje een kleine betonweg, om nadien terug naar rechts af te slaan en een stijgend pad te volgen, doorheen het bos.

Het bos gaf uit op de grote weg, welke we een klein stukje volgden, om enkele honderden meters verder, rechts het bos opnieuw in te gaan. We bemerkten de rand van het bos en zagen de eerste huizen van Houffalize. Hier kregen de wandelaars een Arctic waterijs, die met veel zin werd gesmaakt. De weg ging nu steil naar beneden, we bevonden ons immers op de gekende Rue St Roch. We volgden dit smalle baantje naar beneden, tot aan de Place waar zich de Duitse Panther tank bevindt. Deze tank maakte destijds deel uit van de 116de Duitse Panzerdivision, gekend uit de slag om de Ardennen. Aan het tankmonument sloegen we linksaf, om het traject van de GR15 te volgen tot aan de Place Janvier 45. Hier konden we terecht voor de eindcontrole en na een verfrissend drankje, op zoek naar de bus en terug naar het kamp van Bastogne. De Mesa 2009 was reeds halfweg en nog steeds de zon van de partij.”

Tot slot laten we even meekijken in onze wandelboekjes, teneinde te vernemen wat we destijds na de tocht daarin noteerden. ‘K: Zon! Mooie lus in en rond Houffalize. Heel mooi van natuur met de bebloemde bermen en bossen. Ferme klim met touwleuning. Good shape! J: Tweede dag van de mini mesa 2009. Wandeling met vertrek in Houffalize. Tocht doorheen de uitgestrekte bossen, af en toe sterk stijgend en dalend. Het gekabbel van de Ourthe, de rust en de uitdrukkelijke aanwezigheid van de zon. De tekenen van besparing zijn duidelijk: geen routeplannen in kleur, geen stickers van de vierdaagse, pendelbussen van mindere kwaliteit. Maar ach, we genieten er toch van.’

zaterdag 28 maart 2020

094: Neufchâteau, Woensdag 24 juni 2009, 16 km. (1831,124 km.)



De eerste wandeldag tijdens de Mesa 2009, dit is een vierdaagse wandeltocht, te vergelijken met de Vierdaagse van de IJzer, maar dan de zogeheten Waalse tegenhanger. Dit gebeuren werd ruimschoots op voorhand aangekondigd via diverse media, doch werd niet opgenomen in de wandelkalender Marching. Deze vierdaagse tocht begon destijds op woensdag en eindigde op zaterdag. Na afloop en natuurlijk een behouden thuiskomst, schreven we het relaas van de eerste wandeldag tijdens de Mesa 2009 op zondag, 28 juni 2009, omstreeks 11:29 uur.

“In deze plaats, in het hart van de Ardennen, gelegen aan het kruispunt van de autosnelwegen E411 en E25, ging de eerste etappe van start van de Mesa 2009. Dit jaar was het onze tweede deelname aan deze vierdaagse. Net zoals vorig jaar, toen we voor het eerst kennis maakten met de wandelsport, kozen we voor de mini versie. Volgend jaar hopen we de uitdaging aan te gaan om de 4 x 32 km te wandelen. Dit jaar verblijven wij voor de duur van de Mesa in het kamp van Bastogne, gevestigd in het aldaar gelegen Koninklijk Atheneum. Gelet op de dagelijkse verplaatsingen per bus, naar de startplaatsen, werden wij deze morgen reeds om 04:30 uur gewekt. Na een vroeg ontbijt, dienden wij om 06:15 uur de bus te nemen naar de startplaats in Neufchâteau. Ter plaatse aangekomen, kregen wij een controlestempel op de startplaats, gelegen aan de Rue du Moulin.

Na de start verlieten wij de openbare weg en trokken meteen het Bois d'Ospau in. Via een steil bospad wonnen wij snel aan hoogte. Niet evident om 's  morgens vanaf 7 uur de reserves te moeten aanspreken. Met nog wat stramme benen na de tocht van afgelopen zondag, ging het in het begin wat moeilijk. Zo goed en zo kwaad het ging, trachtten wij de anderen te volgen en bereikten zo de rand van het bos ter hoogte van de Ferme du Bois d'Ospau, gelegen op 450 m hoogte. Nadien volgden wij vanaf dit punt een wandelpad aangeduid door middel van rode rechthoeken. Dit pad ging vervolgens nog wat aan hoogte winnen en verliep tussen de weilanden. Links en rechts waren prachtige valleien te bemerken. De zon deed haar uiterste best en het zou een prachtige wandeldag worden. Even verder bereikten we een kruising, alwaar een Duits monument was aangebracht.

Dit monument herinnerde aan de zware verliezen, zowel bij de Duitsers als Fransen tijdens de hevige gevechten in augustus 1914. Het monument werd uitgevoerd in leisteen en werd omgeven door twaalf linden. Op hetzelfde kruispunt werd een gedenkplaat aangebracht voor een wandelaar die daar 100.000 km had overschreden. Na het bekijken van het monument vervolgden we onze weg. Het parcours verliep verder tussen de weilanden en ging in eerste instantie afwaarts, om kort nadien opnieuw te stijgen. Op die wijze bereikten we het gehucht Nolinfaing. Hier werd onze aandacht getrokken door een 19de eeuwse wasplaats. (1885) De wasplaats lag in de directe omgeving van de drinkplaats en de overdekte bron. Deze wasplaats werd gebruikt tot ongeveer 1970. De weg verliep verder in dalende lijn, waar geruime tijd de rand van het bos werd gevolgd.

Uiteindelijk trokken we Le Gros Bois in, waar we na ongeveer 5 km een eerste keer bevoorrading kregen in de vorm van een vanillewafel en waar we de lege waterflessen konden omruilen tegen volle exemplaren. We maakten van de gelegenheid gebruik om op een stapel boomstammen een broodje te nuttigen en een cola te drinken. Na dit leuke oponthoud in het zonnetje, midden het bos, trokken we verder op pad. We volgden de bospaden, af en toe opwaarts, af en toe in dalende zin, tot we een asfaltweg bereikten. Hier splitsten zich de lange en de korte afstanden. De wandelaars van de mini mesa kregen hier een controlestempel en sloegen rechtsaf, terug het bos in. Een eindje verderop in het bos, werden we getrakteerd op een lekkere appel. Hier ging het parcours naar rechts en bovendien sterk dalend. Wat verderop dwarsten we een asfaltweg, juist op de grensscheiding van de gemeenten Montplainchamps en Straimont. Uiteindelijk verlieten we wat verderop het bos, waarbij het bospad overging in een breed grindpad.

Dit pad leidde ons door het gehucht Grapfontaine. Vermits dit gehucht in een dal was gelegen, ging het nadien terug steil bergopwaarts. We volgden hierbij de Promenade des Vannettes. Hierna bereikten we het baken Malhomme, gelegen op 390 m hoogte. Wat later kregen we een smal steil pad te verwerken dat ons leidde tot aan het bord 30 km, voor diegenen die de grote Mesa wandelden en hetzelfde traject volgden op een later tijdstip. Nadien verliep de weg in dalende zin, gedeeltelijk door het bos, om tenslotte aan te komen aan Camping du Lac (410 m). Hier werden we beloond met een prachtig zicht. Nadien wandelden we rustig verder, langs de Moulin Klepper naar het eindpunt. Hier konden we een blik werpen op een pas gelegde brug van de genietroepen, waarop de eindcontrole plaats vond. De etappe van vandaag bedroeg in totaal 16 km met een totaal hoogteverschil van 300 m. Na een afsluitend drankje ging het met de bus terug naar het kamp waar een verfrissende douche van harte welkom zou zijn. Morgen volgt immers een nieuwe dag.”

Teneinde dit wandelverhaal af te sluiten, volgt zoals steeds een overzicht van datgene, wat na afloop in de wandelboekjes werd neergeschreven. ‘K: Zon! Mini-Mesa. Dag 1 Neufchâteau. Enkele asfaltwegen, maar veel bos. De panorama’s zijn een parel. Een hoogteverschil van 300 m. Enkele herdenkingsmonumenten trokken de aandacht. Goed gegaan! J: Eerste tocht van de Mini-Mesa 2009. Wandeling van 16 km met start in Neufchâteau. Verder doorheen bossen en velden langsheen Nolinfaing, Montplainchamps, Straimont en Grapfontaine. Zonnige en aangename wandeling met onderweg een vanillewafel en een appeltje voor de dorst. Verblijf in het kamp van Bastogne.’

dinsdag 3 maart 2020

005: Oudenaarde, Zaterdag 12 juli 2008, 20,7 km. (82,7 km.)



Op 12 juli, waren we toe aan onze eerste officiële wandeling in clubverband, in Oudenaarde. Voorheen konden we in het wandelboek Marching het volgende vernemen: ‘Zaterdag – samedi 12/7/2008 – 9700 Oudenaarde (Oost-Vl) – Adriaan Brouwertochten – 7-10-15-20 km. Start: K.B.O. Sint-Walburga, Smallendam 25, Oudenaarde. Abdij Beaulieu, Beaulieupad, recreatiezone Donkvijver. Prachtige wandeling door de ongerepte natuur. Gezinsvriendelijke tocht. Tal van randanimaties in het kader van Stedelijke viering Vlaanderen Feest! Voor iedere deelnemer een gratis Adriaan Brouwerbiertje! Unieke sfeer!...’ Op maandag 29 september 2008 omstreeks 14:27 uur, werd door wandelmaatje het volgende wandelverslag geschreven:

“Na de Mesa dacht ik een geoefend wandelaar te zijn. Niets was minder waar toen ik deelnam aan een wandeling in Oudenaarde. Ingericht door de plaatselijke wandelclub ‘Hanske De Krijger’, bedroeg deze tocht slechts 20,7 km. Het glooiende parcours verraste mij compleet, al was het er mooi en goed bewegwijzerd. Toen de laatste controlepost in zicht kwam sleepte ik mij er bijna naartoe. Maar het leerde mij ook dat er in Vlaanderen schitterende plekjes verborgen zijn en dat er nog voldoende groen is. Het koren tierde welig op de velden en de kleuren langs de wegen brachten soms de nodige rust. Er was net een optocht vol folklore die we even bewonderen konden. Ik was blij dat ik naar de auto kon. Maar oefening baart kunst, en de volgende keren zou het alsmaar beter gaan.”

We eindigen met een blik in ons wandelboekje. Na afloop noteerden we het volgende: ‘Prachtige wandeling als eerste kennismaking, Oudenaarde, Bevere, Wortegem... en tot slot een Adriaantje gratis. Historisch kamp onderweg’. Wandelmaatje hield het bij de volgende bemerkingen: ‘Mooi parcours, afwisselend en goed bewegwijzerd. Controle goed in orde’. Meteen stonden de eerste 20,7 km genoteerd in het wandelboekje.

maandag 2 maart 2020

004: Bastogne, Zaterdag 28 juni 2008, 13,5 km. (62 km.)



De laatste etappe uit de vierdaagse Mesa 2008, in Bastogne. Het relaas van deze tocht werd geschreven op maandag 29 september 2008, omstreeks 20:08 uur.

“Mini Mesa 2008 - dag 4 - 13,5 km - hoogteverschil 125 m. De laatste dag van de Vierdaagse bleek de minst zware te zijn. Het begint nochtans in mineur, bij de start werden we onthaald op felle regenval en dus werd gestart in regenkledij. De tocht vertrok op de gekende Place Général Mc Auliffe, die ter gelegenheid van dit gebeuren was omgetoverd tot een waar feestgebeuren. Een klimmuur, infostanden, verkoopstand van defensie, drank- en eettenten. In een lus ging het omheen Bastogne, waarbij vooral het Bois Bechou een indruk naliet omwille van de schoonheid. Voor de rest een afwisseling van paadjes en veldwegen tot in de omgeving van Assenois.

Velen waren tevreden het eindpunt te hebben behaald en voor ons als nieuwkomers toch voldoening en tevredenheid over het behaalde resultaat. Na aankomst ging het richting laatste controle en eens de kaart afgestempeld, tevreden met de verworven medaille. De eerste van een waarschijnlijk lange reeks. Nadien, bij een drankje op een terrasje, werden reeds plannen gesmeed om toch zeker volgend jaar terug te komen. Nadien ging het richting bussen, op weg naar ons kamp in Houffalize en later terug huiswaarts. Dat het onderweg in de auto stil was, had zo zijn oorzaken. Moe maar voldaan...”

003: Martelange, Vrijdag 27 juni 2008, 16,5 km. (48,5 km.)



De derde etappe uit de Mesa 2008, een tocht van 16,5 km, welke van start ging in Martelange. De beschrijving dateert van zondag 28 september 2008, omstreeks 17:55 uur.

“Dag drie van de Mini Mesa 2008 - 16,5 km met een hoogteverschil van 300 m. Deze dag verliep over een schitterend parcours, waarbij enkele prachtige stukjes van de Ardennen werden onder de voet geschoven. Het grootste gedeelte van deze tocht ging door het enorme ‘Forêt d'Anlier’, een pracht van een woud, waar je onder de indruk kwam van de uitgestrektheid ervan. Na de start ging het steil bergop, richting Radelange, Wisembach en het reeds vernoemde woud. Op dit traject kwamen we af en toe langs een gedenkteken, zelfs op een plaats waar enkele Amerikaanse soldaten de heldendood stierven.

Hier bleek dat de gastvrijheid over de taalgrens toch wel vermeldenswaard is. Af en toe werden de wandelaars voorzien van een versnapering, een ijsje, een frisdrankje en een energiereep. Een pluim voor de organisatie. Woorden zeggen veel, doch kunnen niet altijd weergeven wat het oog heeft waargenomen. Met nog één dag te gaan, was het einde van deze eerste vierdaagse in zicht.”

De eerste indrukken uit de wandelboekjes ontbreken, aangezien we daarover toen nog niet de beschikking hadden. Eigenlijk diende deze vierdaagse enkel en alleen ter kennismaking voor maatje.

002: Houffalize, Donderdag 26 juni 2008, 16 km. (32 km.)


De tweede etappe uit de Mesa 2008, ging van start in Houffalize. Tijdens onze eerste deelname aan deze Vierdaagse, logeerden we in Houffalize, dus hoefden we ons niet ver te verplaatsen naar de start. Later werd een kort relaas geschreven inzake deze etappe, op zaterdag 27 september 2008, omstreeks 20:15 uur.

“Tweede dag van de Mini Mesa 2008 - 16 km met een hoogteverschil van 300 m. Reeds voor het vertrek was de zon van de partij en dat vormde een schril contrast met de eerste dag, toen regen de pret kwam verstoren. Na de start aan de dienst voor toerisme, ging het reeds steil bergop in de richting van Taverneux. Eerst via de smalle verharde wegen en later via veldwegen. Een gedeelte van het parcours verliep evenwijdig met de autosnelweg (A26), om vervolgens het bos in te gaan. Prachtige omgeving waarin het licht vrij spel kreeg en waar nieuw aangeplante bomen een kans krijgen om volwassen te worden. In een grote lus werd een traject afgelegd van Taverneux naar Fontenaille en via Sommerain terug naar Houffalize.

Deze dag kende een pracht van een tocht in een schitterende omgeving en vooral gesteund door een stralende zon. Dankbaar werd uitgekeken naar de bevoorradingsposten langsheen het parcours. Op schitterende wijze werd door de organisatie gezorgd dat iedereen tevreden de uitvalsbasis kon bereiken. Dat de zon deze dag ongenaakbaar scheen, kon ondergetekende aan den lijve ondervinden, vermits de armen en het aangezicht enige verzorging behoefden in het medisch centrum in het basiskamp.”