Een wandeltocht, welke van start
ging in het Waalse Achouffe. Toen we na afloop van deze dagtocht, eerder laat
onze thuishaven bereikten, werd pas ’s anderendaags, omstreeks 19:27 uur een
relaas ter zake geschreven.
“Enigszins aangetrokken door het
beloofde mooie weer, trokken we ook gisteren, vroeg in de ochtend richting
Belgische Ardennen. Ditmaal hadden we gekozen voor een wandeling van 18,1 km
uit de Dagstappergids Deel 1 – Hart van de Ardennen, met vertrek in Achouffe.
Voor velen wellicht geen onbekende plek, vooral bekend omwille van het aldaar
gebrouwen bier. Wij hadden echter rendez-vous ter hoogte van de
Sint-Jozefskapel in het kleine dorpje, startplaats van deze dagtocht. Bij aankomst
ter plaatse vonden wij voldoende parkeerruimte en konden we al duidelijk
aanvoelen dat het een warme dag zou worden. Op wandelafstand van de plaats waar
we ons vehikel veilig hadden geparkeerd, troffen we even later de bewuste kapel
aan. Dit gebouw zou dateren van 1875 en beschikken over een Madonna met kind en
een Sint-Rochus. Jammer genoeg troffen wij de kapel gesloten aan. Eenmaal
gestart met de wandeling, wandelden we terug richting parking en naar de eerste
wandelboom langsheen het traject.
We volgden hierbij de tekens van
de Promenade de la Vieille Ardenne, iets wat we zouden doen tijdens een groot
gedeelte van de eerste lus van deze dagwandeling. Tezelfdertijd volgden we ook
reeds een stukje van het traject van de GR15. We daalden geleidelijk verder af
naar de brug over de Ruisseau de Martin Moulin, waar we later tijdens de
wandeling nog heel wat plezier zouden aan beleven. Even voorbij de brug,
verlieten we de openbare weg, via een links gelegen pad en zo begonnen we al
onmiddellijk met een stevige beklimming om uit de vallei weg te komen. Stilaan
zagen we op die manier Achouffe wegzakken in de lager gelegen vallei. Het pad
leidde ons vooreerst doorheen een stukje bos, om later ons te laten wandelen
tussen de hoger gelegen weilanden. Het ging dan via een breder onverhard pad
verder, tot we opnieuw asfalt onder de voeten kregen. Zo bereikten we even
later een eerste baken onderweg Pad-la-les-Waai, Alt. 420 m. We bevonden ons nu
op hoger gelegen terrein en werden daarvoor uiteraard beloond met schitterende
vergezichten. Ter hoogte van dit zeshoekig bordje, ging het dan terug linksaf,
een onverharde weg op.
Korte tijd nadien bereikten we
een sterk dalend pad, dat volledig overgroeid bleek te zijn. Hier was het net
alsof we een holle weg bewandelden en een tunnel volgden. Na een korte
afdaling, begonnen we terug te klimmen over een stenig en rotsig pad. Rechts,
tussen de beplanting waren enkele kleine watergebieden zichtbaar. Naarmate we
hoger stegen, kregen we de eerste woningen van Mont in zicht. Alvorens echter
het eigenlijke dorp te bereiken, ging het linksaf ter hoogte van een
geasfalteerde dwarsweg en ging het nog hogerop om ook deze vallei te verlaten.
Zo zagen we ook achter ons de kerk van Mont stilaan in de diepte verdwijnen.
Eenmaal gekomen op het hoogste punt van deze heuvelrug, kregen we een uniek
schouwspel over dit gedeelte van de Ardennen. We zagen in de verte de dorpskern
van Wibrin, een dorpje voor later op de dag. Rechts zagen we in de verte reeds
de woonkern van Dinez en daarheen ging het vervolgens. We begonnen bijgevolg
vooreerst geleidelijk af te dalen langsheen een onverhard pad, waar de takrijke
bremstruiken hun felle kleuren vertoonden.
Stilaan ging het in de richting
van een verder gelegen stukje bosgebied en eenmaal daar aangekomen, ging het
stevig bergaf, de vallei in. Doorheen dit donker stuk bos, ging het op een
scheef aangelegd pad naar de lager gelegen beek. We laveerden wat over sporen
van bostractoren, maar bereikten veilig en wel de lager gesitueerde baken Pont de
Mont Alt. 405. We hadden de keuze tussen enkele stapstenen of een houten brugje
om de beek te overschrijden. Vanaf dit laagste punt in het bos, ging het quasi
onmiddellijk opnieuw stevig bergop via een kiezelpad, naar het volgende baken
Champs Paquette Alt. 440. Toen we ons aldaar even omdraaiden, overzagen we
meteen de vallei en het erachter gelegen heuvellandschap waar we net vandaan
kwamen. Een uitzicht dat de moeite van het klimmen en dalen duidelijk had
beloond. Op de plek waar we ons nu bevonden kregen we de witte toren in zicht
van Dinez. Ter hoogte van het baken ging het dan ook rechtsaf, richting ommuurd
kerkhof, waarop zich de restanten bevonden van de vroegere kerk. We namen dan
ook even de tijd om het kerkhof te bezoeken en vooral enkele oude grafstenen te
bekijken.
Aan de overzijde van het kerkhof
bevond zich de huidige kerk van Dinez en daar vonden we een ideaal plekje om
vooreerst even ons lunchpakket aan te spreken. Gezeten op een muurtje en
genietend van het zonnetje, lieten we ons de broodjes van harte smaken. Na deze
korte pauze, wandelden we terug langsheen het kerkhof en het plaatselijke baken
Village de Dinez Tour Classée Alt. 440. Het ging vervolgens rechtdoor, waarbij
we het plaatsnaambord Willogne passeerden en we begonnen aan een afdaling
doorheen de woonkern van dit gehucht. Wat lager, ter hoogte van een kruispunt,
ging het linksaf, hierbij de richting Wibrin volgend. Het afdalen ging verder
via een gemakkelijk lopend asfaltwegje, langsheen de laatste huizen van
Willogne. Iets lager nog, ging de weg het bos in. Af en toe slechts kwam er een
auto langs, voor het overige natuurlijk veel mountainbikes, die ook hier in
deze streek hun geliefde sport kwamen beoefenen. Het afdalen ging alsmaar
verder, langsheen enkele haakse bochten en rotspartijen, tot we beneden het dal
bereikten ter hoogte van de brug over de Eau de Martin Moulin.
Eenmaal de brug over, verlieten
we voorlopig de openbare weg en sloegen een links gelegen bosweg in, die ons
vooreerst langsheen de reeds vermelde waterloop liet wandelen. Ontelbare
eilandjes bevonden zich in dit riviertje en lieten zich opmerken in het
zonlicht. Het pad ging verder richting voormalige Moulin de Willogne. Deze
watermolen is op de dag van vandaag een vakantiehuis, schitterend gelegen aan
deze rustig kabbelende waterloop. We troffen er dan ook het baken aan Moulin de
Willogne Alt. 340. Nog steeds de Promenade de la Vieille Ardenne volgend,
kregen we nu ook de tekens van de Promenade de la Vallée des Fées langsheen het
traject. Waarschijnlijk het mooiste gedeelte van deze dagwandeling kwam er nu
aan. We volgden een pad langsheen het verloop van de Eau de Martin Moulin,
waarbij we één en ander voor de voeten kregen geschoven: een grindpad,
boomwortels, omgevallen bomen, rotsblokken, steile hellingen, drassige
passages, geïmproviseerde bruggetjes, kortom een avontuurlijk klimmen en dalen
langsheen een stukje ongerepte natuur. Dit is pas het echte GR-wandelen ten
voeten uit.
Dat we voor de moeite werden
beloond met prachtige beelden, dat spreekt wel voor zich. Voor ons mocht deze
doortocht nog wat langer hebben geduurd, doch uiteindelijk kwamen we uit ter
hoogte van een breder pad en dat leidde ons langsheen de omheining van een
plaatselijke kwekerij voor forellen. Zo arriveerden we aan het baken Pré de
Chouffe Alt. 345, op een boogscheut van onze startplaats eerder op de dag. In
plaats van terug te keren naar de Sint-Jozefskapel, ging het nu via een rechts
gelegen grindpad, langsheen een voormalige steengroeve naar de Vallée des Fées.
Hier wandelden we geruime tijd langsheen de boorden van de Ruisseau de Chevral,
terwijl we rechts een kaalgekapte helling konden aanschouwen. Even verderop
ging het dan toch opnieuw een stukje doorheen het bos, tot we een houten
voetgangersbrugje bereikten, dat ons toeliet de rivier over te steken. Een
helling verder, bereikten we tenslotte de openbare weg Achouffe – Wibrin. Ter
hoogte van deze verkeersweg, troffen we rechts van de weg de taverne La Ziette
aan, alwaar we even de tijd namen om bij te tanken, zoals onze wandelgids reeds
aangaf. We vernamen er van de Nederlandstalige uitbater, dat er ook
vakantiewoningen konden worden gehuurd aan zeer democratische prijzen. We
verkregen in elke geval nuttige info mee. Na deze tankbeurt wandelden we verder
Wibrin binnen en kwamen langsheen het plaatselijke kerkhof.
Alvorens echter het centrum te
bereiken, maakten we eerst nog een ommetje en dienden dus opnieuw uit de vallei
te klimmen, hierbij groene kruisjes en blauwe rechthoekjes volgend. Zo stegen
we al heel vlug boven de woonkern uit en zagen de kerk van Wibrin in de diepte
wegzakken. Via een smalle asfaltweg, bereikten we al klimmend even later het
baken Le Bêleu Alt. 455 en wat verderop, het baken La Croix de Valir Alt. 465.
We troffen er bezijden de weg een kruis aan ter herinnering aan drie
gesneuvelde verzetslui op 5 januari 1945. Het was ondertussen reeds meer dan
duidelijk geworden dat we de Promenade de la Valire volgden. Hier op dit
hoogste punt, sloegen we linksaf en begonnen aan de lange afdaling naar de kerk
van Wibrin. Een zacht lopend betonbaantje liet ons geleidelijk dalen naar de
bewoonde wereld van Wibrin, stilaan dienden we de schitterende vergezichten
vaarwel te zeggen. Eenmaal in de bebouwde kom aangekomen, bemerkten we juist
even vóór de kerk een taverne met een buitenterras, Le Bastognard. We namen dan
ook even de tijd om er de dorst te lessen.
Even later, terug op pad, kwamen
we langsheen de kerk van Wibrin en de overblijfselen van een Amerikaanse
Sherman tank, die aldaar letterlijk van de schroothoop werd gered. Ondertussen
heeft het vehikel een nieuwe sokkel gekregen en werden borstel en verf
gehanteerd. Alvast een ideaal moment om op de gevoelige plaat vast te leggen.
Na deze bezienswaardigheid, namen we aan de overzijde de rechts gelegen
zijstraat en even later dienden we opnieuw het dal te verlaten via een stevige
beklimming. Zo lieten we ook Wibrin voor wat het was en zochten het even
figuurlijk hogerop. Een af en toe nijdig hellend pad deed ons vervolgens een
volgend baken zien, Au Calvaire Alt. 410, waar we inderdaad een calvarie anno
1943 konden bekijken. We volgden nu de Promenade des Trois Villages en waren op
weg naar het verder gelegen Petite-Mormont. Met de gedachte in het achterhoofd,
dat klimmen doorgaans wordt gevolgd door dalen, ging het nu stevig bergaf via
een asfaltwegje en later een smal bospad, tot aan de lager gelegen Bellemeuse,
alwaar we opnieuw de openbare weg hadden bereikt.
Het ging slechts over korte
afstand via de weg, vermits we in de eerste bocht alweer een links gelegen pad
dienden te beklimmen naar het verder gelegen baken Petite Mormont Alt. 373.
Daar kregen we op een infobord een aanbod aan wandel- en fietstrajecten in de
streek. We wandelden verder doorheen een doodlopende straat, langsheen tal van
vakantiehuisjes om uiteindelijk een brugje over de Bellemeuse te bereiken ter
hoogte van het baken Au Pont de Pierre Alt. 350. We volgden nu ook het traject
van de Promenade des Ruisseaux, aangegeven met rode ruitjes. Eénmaal de
Bellemeuse over, begonnen we aan de laatste beklimming van de dag, eentje over
een rotsig pad en dat ons af en toe eens naar adem deed happen, maar het
uitzicht over de vallei, maakte evenwel veel goed. Dat de zon zich nog
duidelijk liet aanvoelen, dat hoeft wellicht niet gezegd. We nuttigden dan ook het
laatste water uit de rugzak, aangezien we op korte afstand van het eindpunt
waren verwijderd.
De laatste heuvel overwonnen,
bereikten we een verharde dwarsweg, om meteen te beginnen aan de laatste
afdaling naar het centrum van Achouffe. Korte tijd later bereikten we de plaats
waar we enkele uren voorheen waren vertrokken, de hoogste tijd dus om op een
terrasje even op adem te komen en vooral de dorst nog eenmaal te lessen.
Vermits we relatief dicht in de omgeving van Bastogne zaten, maakten we nog een
ommetje langs deze stad, teneinde een hotelletje te boeken met het oog op de
komende Bastogne Historic Walk van december aanstaande. Eén en ander had
natuurlijk tot gevolg dat we gisteren pas laat onze thuishaven opnieuw hadden
bereikt, vandaar dus deze laattijdige reportage van een fijne en aangename
wandeling in Achouffe en omgeving.”
We sluiten af met een blik in de
respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken
werden neergeschreven. ‘K: Achouffe, Mont, Dinez, Wibrin, Mormont. Luswandeling
langs het mooiste van de Eau de Martin Moulin. De Ruisseau de Chevral en de
prille Bellemeuse. Spectaculair wandelen over stapstenen, boomwortels, beekjes
en holle weggetjes langs uitgeschuurde oevers. Mooi en warm. J: Wandeltocht
vanuit Achouffe en vervolgens doorheen Mont, Dinez, Willogne, Wibrin en Petite
Mormont. Unieke doortocht van de vallei van de Eau de Martin Moulin en de
vallée des fées. Zonnige en warme wandeldag. Na afloop een ommetje naar
Bastogne en aldaar reservatie van een hotel voor december 2011.’