Posts tonen met het label GR15. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GR15. Alle posts tonen

zondag 17 mei 2020

232: Achouffe, Zaterdag 07 mei 2011, 18,1 km. (4647,689 km.)



Een wandeltocht, welke van start ging in het Waalse Achouffe. Toen we na afloop van deze dagtocht, eerder laat onze thuishaven bereikten, werd pas ’s anderendaags, omstreeks 19:27 uur een relaas ter zake geschreven.

“Enigszins aangetrokken door het beloofde mooie weer, trokken we ook gisteren, vroeg in de ochtend richting Belgische Ardennen. Ditmaal hadden we gekozen voor een wandeling van 18,1 km uit de Dagstappergids Deel 1 – Hart van de Ardennen, met vertrek in Achouffe. Voor velen wellicht geen onbekende plek, vooral bekend omwille van het aldaar gebrouwen bier. Wij hadden echter rendez-vous ter hoogte van de Sint-Jozefskapel in het kleine dorpje, startplaats van deze dagtocht. Bij aankomst ter plaatse vonden wij voldoende parkeerruimte en konden we al duidelijk aanvoelen dat het een warme dag zou worden. Op wandelafstand van de plaats waar we ons vehikel veilig hadden geparkeerd, troffen we even later de bewuste kapel aan. Dit gebouw zou dateren van 1875 en beschikken over een Madonna met kind en een Sint-Rochus. Jammer genoeg troffen wij de kapel gesloten aan. Eenmaal gestart met de wandeling, wandelden we terug richting parking en naar de eerste wandelboom langsheen het traject.

We volgden hierbij de tekens van de Promenade de la Vieille Ardenne, iets wat we zouden doen tijdens een groot gedeelte van de eerste lus van deze dagwandeling. Tezelfdertijd volgden we ook reeds een stukje van het traject van de GR15. We daalden geleidelijk verder af naar de brug over de Ruisseau de Martin Moulin, waar we later tijdens de wandeling nog heel wat plezier zouden aan beleven. Even voorbij de brug, verlieten we de openbare weg, via een links gelegen pad en zo begonnen we al onmiddellijk met een stevige beklimming om uit de vallei weg te komen. Stilaan zagen we op die manier Achouffe wegzakken in de lager gelegen vallei. Het pad leidde ons vooreerst doorheen een stukje bos, om later ons te laten wandelen tussen de hoger gelegen weilanden. Het ging dan via een breder onverhard pad verder, tot we opnieuw asfalt onder de voeten kregen. Zo bereikten we even later een eerste baken onderweg Pad-la-les-Waai, Alt. 420 m. We bevonden ons nu op hoger gelegen terrein en werden daarvoor uiteraard beloond met schitterende vergezichten. Ter hoogte van dit zeshoekig bordje, ging het dan terug linksaf, een onverharde weg op.

Korte tijd nadien bereikten we een sterk dalend pad, dat volledig overgroeid bleek te zijn. Hier was het net alsof we een holle weg bewandelden en een tunnel volgden. Na een korte afdaling, begonnen we terug te klimmen over een stenig en rotsig pad. Rechts, tussen de beplanting waren enkele kleine watergebieden zichtbaar. Naarmate we hoger stegen, kregen we de eerste woningen van Mont in zicht. Alvorens echter het eigenlijke dorp te bereiken, ging het linksaf ter hoogte van een geasfalteerde dwarsweg en ging het nog hogerop om ook deze vallei te verlaten. Zo zagen we ook achter ons de kerk van Mont stilaan in de diepte verdwijnen. Eenmaal gekomen op het hoogste punt van deze heuvelrug, kregen we een uniek schouwspel over dit gedeelte van de Ardennen. We zagen in de verte de dorpskern van Wibrin, een dorpje voor later op de dag. Rechts zagen we in de verte reeds de woonkern van Dinez en daarheen ging het vervolgens. We begonnen bijgevolg vooreerst geleidelijk af te dalen langsheen een onverhard pad, waar de takrijke bremstruiken hun felle kleuren vertoonden.

Stilaan ging het in de richting van een verder gelegen stukje bosgebied en eenmaal daar aangekomen, ging het stevig bergaf, de vallei in. Doorheen dit donker stuk bos, ging het op een scheef aangelegd pad naar de lager gelegen beek. We laveerden wat over sporen van bostractoren, maar bereikten veilig en wel de lager gesitueerde baken Pont de Mont Alt. 405. We hadden de keuze tussen enkele stapstenen of een houten brugje om de beek te overschrijden. Vanaf dit laagste punt in het bos, ging het quasi onmiddellijk opnieuw stevig bergop via een kiezelpad, naar het volgende baken Champs Paquette Alt. 440. Toen we ons aldaar even omdraaiden, overzagen we meteen de vallei en het erachter gelegen heuvellandschap waar we net vandaan kwamen. Een uitzicht dat de moeite van het klimmen en dalen duidelijk had beloond. Op de plek waar we ons nu bevonden kregen we de witte toren in zicht van Dinez. Ter hoogte van het baken ging het dan ook rechtsaf, richting ommuurd kerkhof, waarop zich de restanten bevonden van de vroegere kerk. We namen dan ook even de tijd om het kerkhof te bezoeken en vooral enkele oude grafstenen te bekijken.

Aan de overzijde van het kerkhof bevond zich de huidige kerk van Dinez en daar vonden we een ideaal plekje om vooreerst even ons lunchpakket aan te spreken. Gezeten op een muurtje en genietend van het zonnetje, lieten we ons de broodjes van harte smaken. Na deze korte pauze, wandelden we terug langsheen het kerkhof en het plaatselijke baken Village de Dinez Tour Classée Alt. 440. Het ging vervolgens rechtdoor, waarbij we het plaatsnaambord Willogne passeerden en we begonnen aan een afdaling doorheen de woonkern van dit gehucht. Wat lager, ter hoogte van een kruispunt, ging het linksaf, hierbij de richting Wibrin volgend. Het afdalen ging verder via een gemakkelijk lopend asfaltwegje, langsheen de laatste huizen van Willogne. Iets lager nog, ging de weg het bos in. Af en toe slechts kwam er een auto langs, voor het overige natuurlijk veel mountainbikes, die ook hier in deze streek hun geliefde sport kwamen beoefenen. Het afdalen ging alsmaar verder, langsheen enkele haakse bochten en rotspartijen, tot we beneden het dal bereikten ter hoogte van de brug over de Eau de Martin Moulin.

Eenmaal de brug over, verlieten we voorlopig de openbare weg en sloegen een links gelegen bosweg in, die ons vooreerst langsheen de reeds vermelde waterloop liet wandelen. Ontelbare eilandjes bevonden zich in dit riviertje en lieten zich opmerken in het zonlicht. Het pad ging verder richting voormalige Moulin de Willogne. Deze watermolen is op de dag van vandaag een vakantiehuis, schitterend gelegen aan deze rustig kabbelende waterloop. We troffen er dan ook het baken aan Moulin de Willogne Alt. 340. Nog steeds de Promenade de la Vieille Ardenne volgend, kregen we nu ook de tekens van de Promenade de la Vallée des Fées langsheen het traject. Waarschijnlijk het mooiste gedeelte van deze dagwandeling kwam er nu aan. We volgden een pad langsheen het verloop van de Eau de Martin Moulin, waarbij we één en ander voor de voeten kregen geschoven: een grindpad, boomwortels, omgevallen bomen, rotsblokken, steile hellingen, drassige passages, geïmproviseerde bruggetjes, kortom een avontuurlijk klimmen en dalen langsheen een stukje ongerepte natuur. Dit is pas het echte GR-wandelen ten voeten uit.

Dat we voor de moeite werden beloond met prachtige beelden, dat spreekt wel voor zich. Voor ons mocht deze doortocht nog wat langer hebben geduurd, doch uiteindelijk kwamen we uit ter hoogte van een breder pad en dat leidde ons langsheen de omheining van een plaatselijke kwekerij voor forellen. Zo arriveerden we aan het baken Pré de Chouffe Alt. 345, op een boogscheut van onze startplaats eerder op de dag. In plaats van terug te keren naar de Sint-Jozefskapel, ging het nu via een rechts gelegen grindpad, langsheen een voormalige steengroeve naar de Vallée des Fées. Hier wandelden we geruime tijd langsheen de boorden van de Ruisseau de Chevral, terwijl we rechts een kaalgekapte helling konden aanschouwen. Even verderop ging het dan toch opnieuw een stukje doorheen het bos, tot we een houten voetgangersbrugje bereikten, dat ons toeliet de rivier over te steken. Een helling verder, bereikten we tenslotte de openbare weg Achouffe – Wibrin. Ter hoogte van deze verkeersweg, troffen we rechts van de weg de taverne La Ziette aan, alwaar we even de tijd namen om bij te tanken, zoals onze wandelgids reeds aangaf. We vernamen er van de Nederlandstalige uitbater, dat er ook vakantiewoningen konden worden gehuurd aan zeer democratische prijzen. We verkregen in elke geval nuttige info mee. Na deze tankbeurt wandelden we verder Wibrin binnen en kwamen langsheen het plaatselijke kerkhof.

Alvorens echter het centrum te bereiken, maakten we eerst nog een ommetje en dienden dus opnieuw uit de vallei te klimmen, hierbij groene kruisjes en blauwe rechthoekjes volgend. Zo stegen we al heel vlug boven de woonkern uit en zagen de kerk van Wibrin in de diepte wegzakken. Via een smalle asfaltweg, bereikten we al klimmend even later het baken Le Bêleu Alt. 455 en wat verderop, het baken La Croix de Valir Alt. 465. We troffen er bezijden de weg een kruis aan ter herinnering aan drie gesneuvelde verzetslui op 5 januari 1945. Het was ondertussen reeds meer dan duidelijk geworden dat we de Promenade de la Valire volgden. Hier op dit hoogste punt, sloegen we linksaf en begonnen aan de lange afdaling naar de kerk van Wibrin. Een zacht lopend betonbaantje liet ons geleidelijk dalen naar de bewoonde wereld van Wibrin, stilaan dienden we de schitterende vergezichten vaarwel te zeggen. Eenmaal in de bebouwde kom aangekomen, bemerkten we juist even vóór de kerk een taverne met een buitenterras, Le Bastognard. We namen dan ook even de tijd om er de dorst te lessen.

Even later, terug op pad, kwamen we langsheen de kerk van Wibrin en de overblijfselen van een Amerikaanse Sherman tank, die aldaar letterlijk van de schroothoop werd gered. Ondertussen heeft het vehikel een nieuwe sokkel gekregen en werden borstel en verf gehanteerd. Alvast een ideaal moment om op de gevoelige plaat vast te leggen. Na deze bezienswaardigheid, namen we aan de overzijde de rechts gelegen zijstraat en even later dienden we opnieuw het dal te verlaten via een stevige beklimming. Zo lieten we ook Wibrin voor wat het was en zochten het even figuurlijk hogerop. Een af en toe nijdig hellend pad deed ons vervolgens een volgend baken zien, Au Calvaire Alt. 410, waar we inderdaad een calvarie anno 1943 konden bekijken. We volgden nu de Promenade des Trois Villages en waren op weg naar het verder gelegen Petite-Mormont. Met de gedachte in het achterhoofd, dat klimmen doorgaans wordt gevolgd door dalen, ging het nu stevig bergaf via een asfaltwegje en later een smal bospad, tot aan de lager gelegen Bellemeuse, alwaar we opnieuw de openbare weg hadden bereikt.

Het ging slechts over korte afstand via de weg, vermits we in de eerste bocht alweer een links gelegen pad dienden te beklimmen naar het verder gelegen baken Petite Mormont Alt. 373. Daar kregen we op een infobord een aanbod aan wandel- en fietstrajecten in de streek. We wandelden verder doorheen een doodlopende straat, langsheen tal van vakantiehuisjes om uiteindelijk een brugje over de Bellemeuse te bereiken ter hoogte van het baken Au Pont de Pierre Alt. 350. We volgden nu ook het traject van de Promenade des Ruisseaux, aangegeven met rode ruitjes. Eénmaal de Bellemeuse over, begonnen we aan de laatste beklimming van de dag, eentje over een rotsig pad en dat ons af en toe eens naar adem deed happen, maar het uitzicht over de vallei, maakte evenwel veel goed. Dat de zon zich nog duidelijk liet aanvoelen, dat hoeft wellicht niet gezegd. We nuttigden dan ook het laatste water uit de rugzak, aangezien we op korte afstand van het eindpunt waren verwijderd.

De laatste heuvel overwonnen, bereikten we een verharde dwarsweg, om meteen te beginnen aan de laatste afdaling naar het centrum van Achouffe. Korte tijd later bereikten we de plaats waar we enkele uren voorheen waren vertrokken, de hoogste tijd dus om op een terrasje even op adem te komen en vooral de dorst nog eenmaal te lessen. Vermits we relatief dicht in de omgeving van Bastogne zaten, maakten we nog een ommetje langs deze stad, teneinde een hotelletje te boeken met het oog op de komende Bastogne Historic Walk van december aanstaande. Eén en ander had natuurlijk tot gevolg dat we gisteren pas laat onze thuishaven opnieuw hadden bereikt, vandaar dus deze laattijdige reportage van een fijne en aangename wandeling in Achouffe en omgeving.”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Achouffe, Mont, Dinez, Wibrin, Mormont. Luswandeling langs het mooiste van de Eau de Martin Moulin. De Ruisseau de Chevral en de prille Bellemeuse. Spectaculair wandelen over stapstenen, boomwortels, beekjes en holle weggetjes langs uitgeschuurde oevers. Mooi en warm. J: Wandeltocht vanuit Achouffe en vervolgens doorheen Mont, Dinez, Willogne, Wibrin en Petite Mormont. Unieke doortocht van de vallei van de Eau de Martin Moulin en de vallée des fées. Zonnige en warme wandeldag. Na afloop een ommetje naar Bastogne en aldaar reservatie van een hotel voor december 2011.’

zondag 29 maart 2020

095: Houffalize, Donderdag 25 juni 2009, 12,5 km. (1843,624 km.)



De tweede wandeldag tijdens de Mesa 2009. Eerder hadden we het over Neufchâteau, vandaag komt Houffalize aan de beurt. Ook deze aflevering uit de bekende vierdaagse, werd niet aangekondigd in de wandelgids Marching van dat jaar. Aangezien we ter gelegenheid van dit wandelgebeuren enkele dagen het huis uit waren, werd pas op maandag, 29 juni 2009, omstreeks 09:44 uur, het hierna weergegeven relaas geschreven.

“Deze ochtend omstreeks 05:30 uur gewekt en de bus genomen omstreeks 06:50 uur, richting Houffalize. Daar namen we vandaag deel aan de tweede etappe van de mini Mesa 2009. Een tocht van 12,5 km met een hoogteverschil van 290 m. We vertrokken dan ook, vergezeld van een stralende zon op de Place Janvier 45, de plaats waar de toeristische dienst is gevestigd. Hier beginnen ook tal van wandelingen voor de bezoekers aan Houffalize. We verlieten het plein en draaiden linksaf om de Ourthe over te steken. Hier volgden we het traject van de GR57. De weg ging, net als gisteren, meteen steil de hoogte in. Niet verwonderlijk, vermits het dorp in een dal is gelegen. De top bereikt, sloegen we linksaf in de richting van de plek genaamd Fin de Ville. De weg veranderde in een grindpad en we vervolgden onze weg tussen de weilanden. Wat later verlieten we het traject van de GR57 en sloegen rechts een veldweg in, vooreerst dalend, nadien terug in stijgende lijn.

Tussen wat opgeschoten struiken door bereikten we een kleine asfaltweg. We volgden die naar links en gingen onder de autosnelweg A26 door. We volgden terug het traject van de GR57. Het parcours verliep vanaf nu in de richting van de plek genaamd La Longue Virée. In het begin wandelden we langs de rand van een bosgebied. Wat later trokken we een klein stukje door het bos zelf, afwisselend dalend en stijgend. Bij het verlaten van het bos kwamen we opnieuw terecht op een asfaltweg, die eerst sterk stijgend en nadien dalend verliep. Wat hogerop zagen we reeds veel wandelaars stappen in de richting van een verder gelegen bos, doch juist ervoor splitsten zich de grote en kleine afstand. Hier verlieten we de asfaltweg en sloegen een links gelegen pad in dat sterk begon te dalen. De GR57 vervolgde zijn weg naar het hoger gelegen bos. Wij bevonden ons op een holle weg, die enorm sterk begon te dalen.

Het pad bestond deels uit keien en deels uit rotsen. Een beetje voorzichtigheid was hier wel op zijn plaats. Uiteindelijk arriveerden we beneden op een asfaltweg, waarnaast de Ourthe verder kabbelde. Hier bemerkten we dat we een deel hadden gevolgd van de Promenade du Pont du Suhet. We namen even de tijd om een broodje te eten in het gezelschap van een Nederlandse wandelaarster. Later zouden we haar beter leren kennen als Leni. Na deze korte pauze, vervolgden we naar rechts de weg welke naast de Ourthe was gelegen. Even later sloegen we een links gelegen pad in, waar we via een brugje de Ourthe opnieuw overstaken. We trokken het bos in via een steil pad. Nadien was het pad te steil om te bewandelen en waren touwen aangebracht om zichzelf naar boven te trekken. Hier ontstond een kleine file en was het even aanschuiven.

De rotsen waren erg glibberig en nat en daardoor werd het tempo even gebroken. Na deze klimpartij volgde nog een tweede steil bospad, dat diende te worden beklommen zonder hulpmiddelen. Uiteindelijk bereikten we een open plek in het bos, waar we werden voorzien van gesneden sinaasappelen. Ook namen we de tijd voor een drankje en werden de waterflessen aangevuld. Na de bevoorrading, sloegen we linksaf, terug het bos in. Hier verliep het parcours terug samen met de GR57. Na de voorbije beklimmingen volgde nu een lange afdaling door het bos. We bemerkten het punt Pont du Suhet (320 m). Het voorbije deel van de wandeling had deel uitgemaakt van de Promenade de Nabiselle. We volgden de Promenade de Suhet, alweer de hoogte in. Via het traject van de GR57, gingen we onder de autosnelweg A26 door en volgden een breed wandelpad tot aan het punt A Suhet (335 m). Wat verder volgden we een tijdje een kleine betonweg, om nadien terug naar rechts af te slaan en een stijgend pad te volgen, doorheen het bos.

Het bos gaf uit op de grote weg, welke we een klein stukje volgden, om enkele honderden meters verder, rechts het bos opnieuw in te gaan. We bemerkten de rand van het bos en zagen de eerste huizen van Houffalize. Hier kregen de wandelaars een Arctic waterijs, die met veel zin werd gesmaakt. De weg ging nu steil naar beneden, we bevonden ons immers op de gekende Rue St Roch. We volgden dit smalle baantje naar beneden, tot aan de Place waar zich de Duitse Panther tank bevindt. Deze tank maakte destijds deel uit van de 116de Duitse Panzerdivision, gekend uit de slag om de Ardennen. Aan het tankmonument sloegen we linksaf, om het traject van de GR15 te volgen tot aan de Place Janvier 45. Hier konden we terecht voor de eindcontrole en na een verfrissend drankje, op zoek naar de bus en terug naar het kamp van Bastogne. De Mesa 2009 was reeds halfweg en nog steeds de zon van de partij.”

Tot slot laten we even meekijken in onze wandelboekjes, teneinde te vernemen wat we destijds na de tocht daarin noteerden. ‘K: Zon! Mooie lus in en rond Houffalize. Heel mooi van natuur met de bebloemde bermen en bossen. Ferme klim met touwleuning. Good shape! J: Tweede dag van de mini mesa 2009. Wandeling met vertrek in Houffalize. Tocht doorheen de uitgestrekte bossen, af en toe sterk stijgend en dalend. Het gekabbel van de Ourthe, de rust en de uitdrukkelijke aanwezigheid van de zon. De tekenen van besparing zijn duidelijk: geen routeplannen in kleur, geen stickers van de vierdaagse, pendelbussen van mindere kwaliteit. Maar ach, we genieten er toch van.’