Posts tonen met het label Transardennaise. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Transardennaise. Alle posts tonen

maandag 18 oktober 2021

475: Saint-Hubert, Zaterdag 10 juli 2021, 18,885 km. (9587,301 km.)


“Een beschreven wandeling uit de Dagstappergids Ardennen, deel 1, met start en aankomst te Saint-Hubert. Volgens de wandelgids bedraagt de totale wandelafstand 16,2 km en gaat van start ter hoogte van het ‘Monument Roi Albert’, bezijden de N849, de Rue Saint-Michel. Na een lange autorit vonden we voldoende parkeerplaats op een onverhard terrein in de omgeving van het monument. We namen er de tijd om vooreerst een broodje te nuttigen, alvorens we omstreeks 11:00 uur aan de eigenlijk tocht konden beginnen. Na een blik op het reeds vermelde monument, gelegen op een hoogte van 535 m, stapten we er links voorbij en verkregen dadelijk een reeks routetekens in het oog. Liggende gele rechthoekjes, wit-rode tekens van de GR14 en geel-witte aanduidigen van de Transardennaise. Een onverharde en brede bosweg liet ons dadelijk stevig dalen doorheen het prachtige woud. Na een hele tijd gestaag te zijn afgedaald, kwamen we terecht op een dwars gelegen asfaltweg, die we naar rechts opgingen. Nog steeds dalend, ging het korte tijd later de eerste zijweg links in, om er enkele na elkaar volgende bochten te passeren, nog steeds in dalende lijn. Rechts verkregen we zicht op de Ruisseau de Palogne, waarvan we het verloop een tijdje zouden volgen, tot we de rivier konden oversteken, net aan een wandelboom.

Aan deze wandelboom verlieten we het asfalt en begaven ons op een bosweg rechts, met enkel als aanduiding liggende groene rechthoekjes. We bevonden ons op het traject van de Promenade Les Abanages. Het brede stenige pad leidde ons verder doorheen het enorm uitgestrekte Forêt du Roi Albert. Na vanaf de start van de wandeling nagenoeg voortdurend te zijn afgedaald, ging het vanaf nu matig bergop. Af en toe kregen we doorheen de bomen wat zon te zien en dat voelde aangenaam aan. Af en toe ging het even dalend om vervolgens terug aan hoogte te winnen. Gekomen aan het meest noordelijke punt van het traject, ging het haaks rechtsaf en konden we opnieuw aanvoelen hoe het is om te klimmen. Op de eindeloos lang lijkende bosweg die we nu volgden, hielden we omstreeks 12:50 uur bezijden het pad even halt ter versterking van de inwendige mens. Na al het klimmen en dalen voelden we de maag licht protesteren. Na een deugddoende lunch gingen we opnieuw op pad, zij het over het merendeel al klimmend. We wandelden voorbij enkele zijwegen, ondertussen liggende groene en blauwe rechthoekjes volgend, tot we het stenige pad konden ruilen voor wat elementair asfalt, alhoewel… Via deze elementair verharde weg kwamen we tenslotte uit op een degelijk geasfalteerde dwarsweg, welke we rechts indraaiden.

Zo vorderden we gestaag verder tot aan het eerstvolgende kruispunt, voorzien van het baken Sapin Fi, 560 m. We troffen er naast een infobord betreffende de wandelpaden in de omgeving, een picknickbank aan, ideaal om even de dorst te lessen, te genieten van een wandelpauze en vooral even te luisteren naar de stilte van het bos, inmiddels de klok van 13:50 uur nabij. Na te hebben genoten van deze rustpauze gingen we opnieuw op weg en begaven ons naar links op een smalle asfaltweg, de Rue du Panorama, doorheen een sparrenbos. We volgden er tijdelijk het traject van de Promenade Les Gottes, met andere woorden, aangeduid door liggende blauwe ruitjes. Zowat 1 km verder verlieten we het woud via een wildrooster. We verkregen toen zicht op Saint-Hubert, rechts voor in de diepte gesitueerd. Aangekomen ter hoogte van de tweede zijweg rechts, begaven we ons die grasweg op, nog steeds de liggende blauwe ruitjes volgend. Iets verder verschenen uit de eerste linker zijweg de rood-witte tekens opnieuw van de GR14. Aan de rand van een klein lorkenbos verlieten we de GR14 en draaiden linksaf op een kiezelweg, de Chemin de Palogne. Langzaam dalend ging het richting Bois du Fays. Net aan de hoek van het Bois du Fays, begaven we ons rechtsaf het bos in, hierbij liggende gele en blauwe ruitjes in het oog houdend.

Een kronkelend paadje leidde ons doorheen dit stukje bos, om aan de andere kant te arriveren ter hoogte van een picknickbank, net aan de rand van de N849, de Rue Saint-Michel. We namen er even de tijd om een broodje te nuttigen omstreeks 15:15 uur. Na deze late maaltijd zouden we de N849 naar rechts dienen op te gaan, doch, vermits we even toe waren aan een koffiepauze, volgden we de Rue Saint-Michel naar links, teneinde af te dalen naar het centrum van Saint-Hubert. Beneden aan de rotonde stapten we aan de overzijde verder via de N849, de Rue de la Fontaine tot voorbij de Basiliek van Sint-Hubertus, alwaar we om 15:40 uur konden genieten van een kopje koffie, gevolgd door een frisse cola. Jammer genoeg dienden we nadien de terugweg te bewandelen, ditmaal klimmend, tot we opnieuw het Bois du Fays aantroffen. We wonnen verder aan hoogte via de N849, om op die manier voorbij de gerenoveerde Chirmonthoeve te gaan tot aan de Y-splitsing net er voorbij. Daar verlieten we de Rue Saint-Michel naar rechts, richting Parc à Gibier, ditmaal een vrij forse beklimming tot aan de toegang van het wildpark. Net voorbij de ingang draaiden we via een wandelweg naar links, langsheen het wildpark.

Even verder, ter hoogte van een hekje konden we opnieuw linksaf het bos indraaien, om dadelijk stevig af te dalen, waarbij we ons konden behelpen met wat steun aan koorden. Beneden aangekomen staken we de Ruisseau de Chirmont over en kwamen terecht aan de Étang du Prieur. We begaven ons op een brede bosweg die het verloop volgde van de Ruisseau de Chirmont, om vervolgens haaks naar links af te buigen in de richting van een kruispunt van boswegen. Daar ging het andermaal linksaf en bevonden we ons opnieuw op het traject van de GR14 en de Transardenaisse. Na een tijdje deze brede bosweg te hebben gevolgd bereikten we links een hek in de omheining van het bos, om daar haaks rechtsaf te gaan. We betraden nu een breed kiezelpad, dat vrijwel dadelijk stevig daalde tot aan een dwarsweg, om aan de overzijde de laatste steile klim te ervaren tot aan het eindpunt van de wandeling. Ondertussen waren de weergoden ons minder gunstig gezind en verliep de laatste beklimming onder een ware stortbui. We bereikten dan ook tenslotte omstreeks 18:15 uur het monument Roi Albert na 24527 stappen, goed voor 18,885 km.”

woensdag 20 mei 2020

240: Lavacherie, Zondag 25 september 2011, 18,4 km. (4780,739 km.)



Een wandeltocht welke van start ging in Lavacherie. Ter zake schreven we dan ook een bijdrage met betrekking tot onze ervaringen onderweg, omstreeks 21:35 uur.

“Het was al een tijdje geleden, doch deze ochtend haalden we nog eens de wandelschoenen uit de kast, namen onze Dagstappergids onder de arm en zetten vervolgens koers naar het kleine Lavacherie, deelgemeente van Sainte-Ode. Aan de plaatselijke kerk van Lavacherie begonnen we dan ook geruime tijd later aan een wandeltocht van 18,4 km, welke ons in hoofdzaak zou leiden doorheen de streek van de Westelijke Ourthe. Met de zon van de partij en één en ander in de rugzak om vooral onderweg de inwendige mens te sterken, trokken we vol goede moed op weg en lieten de kerk dan ook achter ons. We volgden een asfaltweg, richting Le Jardin en verlieten op die manier de dorpskom van Lavacherie. Via een licht hellende weg ging het langsheen enkele tennisvelden en vervolgens een houten kruis links van de weg. Even later kwam uit een rechterzijweg het GTA-pad, La Transardennaise, op een punt gelegen op 437 m hoogte. Het pad verdween vervolgens verderop in een rechts gelegen bospad, dat we dienden te volgen. Tezelfdertijd volgden we het verloop van de wandelweg Maas-Rijn. Het nogal drassige pad won geleidelijk aan hoogte en liet ons verdwijnen in het donkere bos.

Hogerop werd het pad wat breder en kregen we af en toe de zon te zien tussen de hoge bomen. Onderweg in de bermen verschenen de eerste zwammen in diverse kleuren. Eenmaal over het hoogste punt heen (460 m) begonnen we opnieuw geleidelijk te dalen. We verlieten het bos en dwarsten vervolgens een tweetal onverharde wegen. We volgden er een plaatselijke wandelroute, met name de Promenade du Moulin des Trois Ponts, aangegeven door middel van gele rechthoekjes. We daalden verder af in de richting van het gehucht Tonny (Ste Ode), waarbij we natuurlijk een wandeltraject volgden met de gelijknamige aanduiding, de Promenade de Tonny. De eerste huizen kwamen in zicht, doch links in de verte kregen we een uniek zicht op enkele windmolens, die deel vormen van het eerste Waalse Parc des éoliennes. Eenmaal de onverharde weg verlaten, bereikten we een asfaltwegje dat we links in dalende zin volgden, doorheen het gehucht Tonny. Een tweetal richtingsveranderingen later, lieten we het gehucht voor wat het was en vervolgden onze weg langsheen de talrijke meanders van de Ourthe. Een elektriciteitscabine, voorzien van een zitbank, nodigde even later uit om even een hapje te eten.

Genietend van het zonnetje, konden we even wat rusten, maar vooral genieten van de mooie omgeving. Na een korte pauze trokken we opnieuw op weg, ditmaal via een verkeersarm weggetje, richting verder gelegen N829. Hier ging het langsheen de vroegere watermolen van Trois Ponts, vandaag de dag echter een taverne-restaurant Pêcherie des Trois Ponts. Hoe dan ook, we namen er even de tijd om de plaatselijke koffie te proeven. Jammer genoeg was het ernaast gelegen bureau voor toerisme gesloten, wegens zondag uiteraard. Na onze beperkte degustatie, volgden we verder de N829, tot we een links gelegen grindpad dienden op te gaan. Hier bevonden we ons op de oude bedding van de voormalige stoomtram door de Ourthevallei, nu een ideale wandelweg. We konden dan ook even later de Ourthe overschrijden via de oude trambrug. De oude bedding volgend, trokken we op die manier terug richting Lavacherie. Het laatste stukje bedding was zelfs voorzien van asfalt. Even later bereikten we dan terug de woonkern van het dorp waar we voordien waren van start gegaan. Dicht bij de kerk echter ging het vervolgens rechtsaf en zo wandelden we opnieuw Lavacherie uit.

Opnieuw bereikten we een brug over de Ourthe, ditmaal zelfs voorzien van kleurige bloemen en even verder bevond zich een kapelletje met daarin een beeld van Sint-Rochus. De picknicktafel in de nabijheid nodigde in elk geval uit even te verpozen en te genieten van het zicht op de Ourthe. Op korte afstand daar vandaan troffen we een andere voormalige molen aan, ditmaal de Moulin de la Gotalle, ook vandaag de dag herschapen tot een restaurant. Het molenrad is verdwenen, doch de beek ruist nog als voorheen. We sloegen vervolgens linksaf en verlieten even verder de openbare weg om een links gelegen onverhard pad te volgen. We wandelden nu vlak naast de Ourthe en konden de talrijke meanders vanuit de hoogte bekijken. Grote stukken waren kaalgekapt en dat maakte dat het zonnetje overheerlijk aanvoelde. Het pad kronkelde en volgde enigszins het verloop van de Ourthe. Geruime tijd later kwamen we uit op een asfaltweg, welke we links volgden en zo de brug over de Ourthe overstaken. We bevonden ons opnieuw op de N829, welke we deze keer rechts volgden, zij het echter over korte afstand. Immers even verder dienden we een links gelegen steil onverhard pad te volgen, aangegeven met de wegwijzer Chapelle de la Bonne Dame.

Vrij snel wonnen we aan hoogte en zagen de weg en de Ourthe in de diepte verdwijnen. Opnieuw ging het doorheen een kaalgekapt stuk bosgebied, waarbij we even later uitkwamen ter hoogte van een driesprong. De gulden middenweg leek de juiste oplossing te zijn. Op die manier bereikten we wat verderop de bron van Sint-Oda en haar natuurstenen kapel in de nabijheid ervan. Achter een traliewerk konden we haar beeld bewonderen. Juist voorbij de kapel echter was het klimwerk nog niet voorbij, we dienden nog een tweede steil pad te volgen, waarlangs een tweetal plaatselijke wandelroutes verliepen, met name de Promenade de la Bonne Dame en de Promenade des Tailles. We beklommen vervolgens de zoveelste heuvel in de rij. Aan de andere kant ging het gelukkig opnieuw dalwaarts en verliep onze wandelweg gedeeltelijk door een stukje bos. Hier werden we echter gehinderd door ontelbare insecten, wat het wandelen even niet zo aangenaam maakte. Gelukkig bereikten we lager opnieuw de openbare weg, ja alweer de N829, welke we ditmaal naar links volgden. Een eindje verderop bereikten we het gehucht Basseilles en de gelijknamige hoeve, nu omgedoopt tot La Ferme du Château.

Voorbij deze eetgelegenheid ging het richting Ste Ode Centre Hospitalier. Een asfaltwegje leidde ons opnieuw naar en over de Ourthe, waarna we de weg rechts verlieten en een bospad opgingen, hierbij alweer de vertrouwde GR-tekens volgend, alsook de plaatselijke Promenade de Basseilles. Het pad liep nagenoeg opnieuw evenwijdig met de Ourthe en de verderop gelegen N829, welke naarmate we vorderden, steeds naderbij leek te komen. Na geruime tijd dit pad te hebben gevolgd, gingen we voorbij een bord, waaruit bleek dat we het Domaine Provincial de Sainte-Ode verlieten. Korte tijd later stonden we opnieuw op de brug welke we reeds voorheen tijdens de wandeling hadden gedwarst. Ditmaal bereikten we terug de N829, doch sloegen ditmaal linksaf, richting dorpskern van Lavacherie. Enkele bochten later, kregen we opnieuw de kerk in zicht en bereikten we het einde van de wandeling van vandaag. Als eerste tocht, na een inactiviteit van enkele weken, was het toch een wandeling die kon tellen. Als afsluiter bezochten we nog even de plaatselijke kerk en troffen aan de achterzijde zowaar een bordje aan La Route du Souvenir – Bataille des Ardennes 1944.”

We sluiten af met een blik in de wandelboekjes, teneinde te vernemen dat ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Dagstappergids Deel 1. Lavacherie, Tonny, Amberloup en Basseilles. Bos, oude trambedding en de bron van St. Oda en kapel. Ourthe. J: Tocht uit de Dagstappergids Deel 1. Vanuit Lavacherie doorheen Tonny, Amberloup en Basseilles. Mooie stukken bos en een prachtige oude trambedding. De bron en kapel van Sint Oda, alsook enkele oude watermolens. Prachtig zonnig weer langsheen de Ourthe.’

woensdag 13 mei 2020

225: Hotton, Zondag 13 maart 2011, 15,6 km. (4527,586 km.)



Een wandeling, die beschreven wordt in één van de zogeheten Dagstappergidsen, uitgegeven door Lannoo. Een tocht, welke van start gaat in Hotton. Na afloop schreven we een relaas, inhoudende de voornaamste bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 21:03 uur.

“Gevolg gevend aan de lokroep van onze Dagstappergids, trokken we deze ochtend vroeg richting Hotton. Aldaar start immers ter hoogte van de brug over de Ourthe, de vierde wandeling uit deel 1 ‘Het Hart van de Ardennen’. Nadat we vorige week een tijdje het verloop van de Aisne hadden gevolgd, was vandaag opnieuw de Ourthe aan de beurt. Na een lange autorit bereikten we Hotton en namen er vooreerst de tijd om in een plaatselijke taverne een koffie te nuttigen. Daarna waren we klaar om de tocht van 15,6 km aan te vangen, voorzien van mondvoorraad en een gezonde dosis lust, dit gedeelte van de Ardennen te verkennen. Ter hoogte van de startplaats in Hotton, was er al direct heel veel te zien en uiteraard te fotograferen. We geven hier een kleine opsomming: de plaatselijke kerk rechts van de brug, de kiosk links ervan, welke trouwens in fasen werd opgebouwd. Verder kregen we tal van gedenkplaten te zien welke herinneren aan het Ardennenoffensief van december 1944.

Zo bevindt zich ter hoogte van de brug, aan de zijde waar de toeristische dienst is gevestigd, een grenssteen welke de uiterste grens van het vermelde offensief aangeeft. Aan de andere kant van de brug gedenkplaten ter ere van het 51th Engineer Combat Battalion, en ter ere van Lieutenant Charles K. Bryson en een pleintje vernoemd naar Lieutenant Philip Zulli. Terwijl we de brug over de Ourthe namen, bevonden we ons op een tweetal lokale trajecten, met name de Route forestière en de Route Champêtre en verder de GR-paden GR57 en GR577, alsook enkele plaatselijke kortere wandelroutes. Eenmaal de brug over, ging het linksaf, richting La Roche, en via het Zulli plein, de verder gelegen Rue du Parc in. Zo lieten we de drukke weg voor wat hij was en even later kregen we een eerste klimmetje te verwerken, langsheen een rotsig paadje, dat uitmondde in het Parc Communal de Hotton. We zaten op een andere belangrijke wandelroute, de Transardennaise. Boven gekomen ging het naar links, in de richting van het Hotton Cimetière anglais.

Hier rusten volgens het register van de begraafplaats 666 soldaten en staatsburgers van de Commonwealth. Na een korte bezoekje aan deze begraafplaats vervolgden we onze weg en vonden even voorbij het kerkhof een links gelegen onverharde weg. We wandelden hier een eindje tussen velden en weilanden en kregen natuurlijk de eerste vergezichten te zien. Gekomen op een T-splitsing dienden we links aan te houden, terwijl men naar rechts kon wandelen in de richting van de grotten van Hotton. Voor ons ging het dus stevig bergaf via een asfaltwegje en zo bereikten we een eindje lager een andere kruising, waar het ditmaal naar rechts ging. Op die manier wandelden we richting Hampteau. Op weg naar Hampteau kregen we rechts van de weg zicht op de voormalige steengroeve. We volgden een stukje fietspad, om ter hoogte van de bebouwde kom van Hampteau, een links gelegen veldwegel te nemen. We wandelden zo even verder letterlijk tussen schapen en lammetjes en kregen het kasteel van Heblon even in de verte te zien.

Haaks rechtsaf dienden we vervolgens een smalle wegel te nemen, welke zich situeerde tussen twee rijen prikkeldraad. Dit smalle paadje volgend, wandelden we even later langsheen enkele hagen en bereikten uiteindelijk opnieuw enkele woningen, ter hoogte van een aangenaam uitziend plein. Hier aangekomen namen we de dwarsweg naar links, richting Werpin. Even verder, juist buiten de dorpskom van Hampteau, staken we opnieuw de Ourthe over en begonnen vervolgens aan de lange klim naar de kerk van Werpin. Via een af en toe kronkelende asfaltweg, bereikten we even later het plein ter hoogte van de kerk van Werpin. Naast de kerk bevindt zich een informatiebord aangaande enkele plaatselijke wandeltrajecten. Vervolgens sloegen we rechtsaf en namen de Rue de la Vierge, alweer klimmend , langsheen de Ferme de Werpin, om vervolgens uit te komen ter hoogte van een beeld van de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes van niet minder dan 11,3 m hoog, sokkel inbegrepen. Voor het beeld bevindt zich een kleine kapel.

Na een kleine pauze op een bankje ter hoogte van dit enorme beeld, hielden we op de splitsing rechts aan en klommen verder via een asfaltwegje. Ditmaal kregen we een wel erg lange beklimming voor de voeten geschoven en af en toe met een sterke hellingsgraad. Soms dienden we dan wel even naar adem te happen, maar het uitzicht maakte veel goed. We kregen prachtige vergezichten te zien van de beboste heuvels in de omgeving en vaak kregen we tal van kleurschakeringen, omwille van de diverse boomsoorten in de omliggende bossen. Naarmate de weg een beetje kronkelde, bereikten we tenslotte het hoogste punt en voelden hier wel even fel de aanwezigheid van de wind. Even voorbij de top, dienden we links aan te houden, richting Trinal. Even later ging het opnieuw linksaf, in de Rue du Tier. Het plaatsnaambord van Trinal bleek ondertussen van de aardbodem te zijn verdwenen. Voorbij enkele vakantiehuisjes, troffen we een stapel boomstammen aan en hier namen we even een korte pauze om een hapje te eten, een eerste klasserestaurant weliswaar niet, maar toch een tafel met een prachtig uitzicht.

We trokken daarna terug op pad en volgden een licht hellende kiezelweg, richting bos van Trinal. Ter hoogte van de ingang van het bos bevond zich een klein waterhuisje. Hier namen we vervolgens een breed bospad en verdwenen stilaan uit de greep van de wind. Af en toe wisselde de boomsoort en kregen we een ander uitzicht op weg doorheen het bos. Onderweg in het bos troffen we een stenen kruis aan, waar we konden lezen dat op 13 oktober 1865 de genaamde Godelaine de Soy was verongelukt door haar “voiture’. In onze Dagstappergids werd echter verkeerdelijk het jaartal 1883 vermeld. Na een eindje het bospad te hebben gevolgd, begonnen we aan een stevige afdaling, wat verder doorheen een woest land. Hier dienden we enkele hindernissen te omzeilen, aangezien het pad lag bezaaid met stapels fijnsparren. Af en toe dienden we dus de berm te gebruiken om verder te kunnen komen. Lager gekomen bereikten we opnieuw een asfaltweg, welke we links volgden, in de richting van een camping. Een kruispunt verder hielden we rechts aan en zo kwamen we even later ter hoogte van de ingang van deze camping.

Hier troffen we bezijden de weg een kruis aan ter nagedachtenis van de gesneuvelde Amerikaanse korporaal John Shields, de eerste van 200 Amerikanen welke aldaar in december 1944 zouden sneuvelen. Enkele stappen verder bereikten we het monument ter ere van deze dappere manschappen, waar zich tevens ter nagedachtenis een obelisk bevond. We hadden op die manier het gehucht Mélines bereikt. We namen even de tijd om dit monument te bekijken en even stil te staan bij wat zich hier ooit heeft afgespeeld. We staken vervolgens de Isbelle over en sloegen linksaf, richting Ny en Hotton. Hier op deze asfaltweg, mochten we andermaal beginnen aan een beklimming om de vallei van de Isbelle te verlaten. Een bocht verder troffen we opnieuw een monument aan, ditmaal ter ere van het sneuvelen van een tankbemanning van een Sherman van de 2nd Armored Division, welke aldaar op 03 januari 1945 op een mijn was gereden, alsmede enkele infanteristen van de 84th Infantry Division. Eenmaal deze heuvelrug overschreden, bereikten we wat verder een kruispunt ter hoogte van de weg Hotton-Erezée. Hier troffen we een monument aan ter ere van het 517th Parachute Infantry Regiment.

We staken het kruispunt over en wandelden via een rustige weg, doorheen een boszone, in de richting van Ny. Een eindje verderop maakte de weg een scherpe bocht naar rechts en daalde vervolgens langzaam af naar de dorpskom van Ny. Juist voor het betreden van de dorpskom, staken we nog een kabbelend beekje over, dat ooit diende voor het aandrijven van een watermolen. We bereikte even later de kerk en troffen daar de eerste aan van een drietal prachtig en rustiek uitziende fonteintjes. Niet toevallig bevonden deze zich in de Rue des Fontaines, welke we naar links dienden te volgen. Al even vlug lieten we de dorpskom van Ny achter ons en wandelden vervolgens langsheen de kasteelhoeve van dit gehucht. Daar namen we een rustige landelijke betonweg en passeerden de wandelboom met de vermelding ‘Hotton 60 min’. Langsheen dit zalig aanvoelend wegje, kwamen we langsheen de in september 2010 gerestaureerde kapel van St. Joseph, vervolgens de plaatselijke club voor radiogeleide vliegtuigjes ‘Les Libellules’, om uiteindelijk opnieuw Hotton te bereiken.

Bij het binnenkomen van de bebouwde kom, bereikten we een kleine rotonde, alwaar een oud wagonnetje even de aandacht trok. Enkele passagiers waren uitgebeeld in diverse houdingen. Alvast een ludiek intermezzo, zo dicht bij het einde van de wandeling. Op korte afstand daar vandaan bevond zich dan nog een Amerikaanse tanktoren, met een vermelding ter ere van de 53rd Welsh Infantry Division. Op die manier wandelden we langsheen het eiland Oneux, onder een begin van neerslag voorbij de Fabermolen, die we nog kenden van de Mesa 2010. Zo bereikten we even verder het kantoor van de toeristische dienst, om er vervolgens enkele prentkaarten aan te kopen en ons wandelboekje te laten afstempelen. Na een bezoekje aan de taverne begonnen we aan de terugreis richting thuishaven. Een leuke wandeling vandaag, met voor ons dan toch, heel wat bezienswaardigheden. We kijken dan ook uit naar een volgende Dagstapper.”

We sluiten af met een terugblik in de wandelboekjes. Ook daarin immers werden kort na afloop van de tocht enkele eerste indrukken neergeschreven. ‘K: Hotton, Hampteau, Werpin, Trinal, Mélines, Ny, Hotton. Bosrijke omgeving, panorama’s en enkele oorlogsmonumenten. Beetje slalommen tussen omgekapte bomen. Aangename wandeling. Grijs maar zacht. J: Tocht uit de Dagstappergids (Dl 1) vanuit Hotton en vervolgens via Hampteau, Werpin, Trinal, Mélines en Ny. Tal van gedenktekens en monumenten onderweg. Werpin (11 m hoog Mariabeeld). Mélines (gedenktekens en obelisk) en Hotton met tanktoren en gedenkplaten. Leuke wandeling!’

zondag 26 april 2020

178: Amberloup, Dinsdag 22 juni 2010, 16,47 km. (3555,498 km.)



Een nieuwe editie van de Mesa, een vierdaagse wandeltocht, welke trouwens niet werd aangekondigd in de wandelgids Marching. De eerste etappe vond plaats op dinsdag 22 juni 2010, doch omwille van ons verblijf in het kamp van Bastogne, werd het relaas van deze tocht pas geschreven op zondag 27 juni 2010, omstreeks 13:10 uur.

“De dag begon reeds vroeg en meer nog... zonnig en warm, wat goed aanvoelde na de voorbije koude nacht. We hadden immers onderdak gevonden in het Parc des Expositions in Bastogne, een leegstaand complex, dat nu was omgevormd tot een van de kampen tijdens de Mesa, editie 2010. Na een vroeg ontbijt was het wachten op de bus, welke ons zou brengen naar de startplaats van de eerste etappe: Amberloup (Sainte-Ode). Aangezien we hadden gekozen voor de mini mesa, zouden we vanuit Amberloup wandelen tot in Saint-Hubert, het eindpunt op deze eerste dag. Diegenen die opteerden voor de grote mesa, vertrokken vanuit Bastogne naar dezelfde eindbestemming. Reeds vroeg in de ochtend maakten we de verplaatsing, zodat we even na acht uur ter plaatse waren en klaar voor de start. Na het afstempelen van de controlekaarten, konden we samen met veel andere wandelaars beginnen aan vier dagen genieten van de Ardennen en vooral van de schoonheid der natuur. Voorzien van een lunchpakket, fris water en een dosis zonnemelk, vertrokken we even later vanuit deze kleine plek in de omgeving van de Ourthe.

De streek oogde prachtig en de bossen baadden in het zonnetje. Het kleine smalle asfaltwegje dat we volgden, liet ons aanvoelen dat we wel degelijk in de Ardennen waren aanbeland. De hoogteverschillen waren voelbaar en het was even wennen aan het klimwerk. Een informatiebord inzake Les Vallées de l'Ourthe et du Laval gaf ons reeds een klein idee wat we op onze weg konden vinden. Ontelbare wandelpaden en fietsroutes verliepen kris kras doorheen dit landschap en nodigen uiteraard uit tot een langer verblijf in deze rustgevende streek. Kort na de start overschreden we dan ook een eerste maal de Ourthe. Hier nog een rustig kabbelend beekje, dat gemakkelijk kon worden overschreden. Even verder vonden we aan onze linkerkant de gebouwen van de plaatselijke administratie van Sainte-Ode, waarvan de gevel was versierd met een prachtig kunstwerk. Ook in de Ardennen wordt veel zorg besteed aan het aangeven van de te volgen wandelpaden en kregen we een eerste exemplaar in zicht, dat ons liet kennen dat we de Promenade du Moulin de Trois Ponts volgden, aangegeven met gele rechthoekjes. Enkele honderden meters verder klimmen, liet ons vervolgens de Transardennaise volgen, richting Saint-Hubert.

We verlieten op die manier de openbare weg en kregen een links gelegen bosweg aangeboden, waarvan we reeds grotendeels het verloop konden zien. Het ging stevig naar omhoog en dat zouden we spoedig aanvoelen. Het pad verliep vooreerst langsheen de rand van het bos, om hogerop te verdwijnen tussen de bomen. Het Bois de Cousin nodigde reeds van ver uit, er even te komen verpozen. Eenmaal de hoogte overwonnen, werden we beloond met prachtige vergezichten over de omgeving van Sainte-Ode. Enkele kaalgekapte stukken bosgebied gaven aan, dat ook hier werk wordt gemaakt van het in stand houden van de natuur en dat bosbeheer er een hoge prioriteit geniet. In het bos aanbeland, konden we even verpozen door een geleidelijk dalend bospad te volgen. Het bolle pad lag er hard bij en hier en daar vertoonde de grond barsten omwille van de droogte. Het pad ging verder het bos in met een opeenvolging van korte dalingen en hellingen. Het geluid van de vogels en de zonnestralen welke doorheen de bomen schenen gaven af en toe wel een vakantiegevoel. De stilte en de rust van het bos werkten in ieder geval ontspannend. Onderweg bereikten we vaak een open ruimte met wat lagere beplanting en dan kon je dikwijls genieten van een panoramisch zicht in de verte. Daar kon je nog meer de warmte aanvoelen, wat ook door andere wandelaars werd gewaardeerd.

Dat de Ardennen rijk zijn aan diverse wandelpaden was ons reeds genoegzaam bekend. Onder allerlei benamingen, symbolen en plaatselijke kenmerken, gidsen deze prachtige paden de wandelaar doorheen ongekende plekjes. Even later bereikten we een breder grindpad en troffen we bezijden de weg de aanduiding dat het hier ging om een privédomein. Een vriendelijk verzoek de wandelpaden niet te verlaten en de honden aan de leiband te houden, kenmerken doorgaans dit soort paden. Ook hier dienden we aan hoogte te winnen, op dit schijnbaar oneindig lange pad. Links en rechts namen sommigen reeds de gelegenheid te baat een hapje te eten en ook wijzelf keken uit naar een rustplaatsje ergens onderweg om de inwendige mens wat aan te sterken. Even verder, op een enigszins vals plat, vonden we in het gras een hoekje om het lunchpakket aan te spreken. Tijdens deze rustpauze konden we medewandelaars zien voorbijtrekken en even verder tevens halt houden. Velen kenden we reeds van vorige edities en dat voelt prettig aan, oude bekenden terug te zien tijdens dit soort wandelhappenings. Het pad ging vervolgens over in een iets bredere onverharde weg, waar vooral de diepe tractorsporen zorgden voor een iets gemakkelijke weg om te bewandelen.

Met moeite kon een jeep van de plaatselijke brandweer zich een weg zoeken in dit hobbelig terrein. Het terrein wisselde voortdurend van uitzicht en het pad kronkelde verder doorheen de bossen. Ontelbare bomen langsheen het pad waren getooid met allerlei tekens, om de verscheidene wandelpaden te markeren. Vaak gaf dit aanleiding tot leuke composities onderweg. Na ongeveer 7,5 km stappen, bereikten we een open plek in het bos, waar de wandelaars zich konden bevoorraden. Defensie had manschappen, noch moeite gespaard om ook dit in goede banen te laten verlopen. Een gratis gebakje voor onderweg, gratis gekoeld water in voldoende hoeveelheid en bovendien de mogelijkheid om frisdranken of andere meer geestrijke dranken aan te kopen. Hier konden de wandelaars terecht met de bonnetjes welke in de kampen kunnen worden aangekocht en dat is gemakkelijk voor onderweg. Na een rustpauze op een bankje bezijden het pad, konden we alweer op weg om nog even verder te genieten van de mooie omgeving. Het grindpad verliep nu in dalende zin en dat liet de benen even tot rust komen. Een boswegel rechts werd vervolgens genomen wat later een grindpad, enigszins horizontaal verlopend. Op die manier bereikten we na lange tijd doorheen de bossen te zijn getrokken, voor het eerst een stukje asfaltweg.

Links van de weg bevond zich een kaalgekapt gebied, waar ondertussen reeds de eerste nieuw aangeplante boompjes konden opgroeien. Diverse soorten bloemen kregen daardoor alle zon voor zich en lieten dan ook hun beste kleuren aan de voorbijgangers zien: geel, paars, rood, wit, ... Diverse schakeringen groen waren te onderscheiden in de verte en gaven vaak het contrast aan tussen diverse percelen bos. De lokale koeien luierden in het zonnetje en schenen zich niet te bekommeren om de duizenden wandelaars die aan hun ogen voorbij gingen. Wat verderop begaven we ons opnieuw op een grindweg, welke gestaag aan hoogte won en die in de richting verliep van een zichtbaar bosgebied. Een eenzame boer, bezig met het hooi te keren, verstoorde even de stilte van de omgeving. Naarmate we verder wandelden kregen we ook het gezelschap van de deelnemertjes aan de mini mini mesa. De lokale scholen nemen immers met hun jeugdige bevolking deel, door de laatste vijf kilometer van het parcours in groep te bewandelen. Vaak getooid met sierlijke mutsen en voorzien van rugzakjes, wandelen zij onder begeleiding van hun juf in groep langsheen het mesa-parcours. Vaak hoor je hen reeds van ver en kan je even later zien hoe ook zij genieten van dit gebeuren en vooral gefascineerd toekijken naar de voorbijsnellende militairen in uniform.

Een bordje onderweg, Haie Madame Alt. 510, gaf een idee op welke hoogte we ons bevonden. Eenmaal dit punt voorbij, ging het afwaarts, richting Saint-Hubert. Vooreerst wandelden we nog een tijdje langsheen de rand van het bos, waarna we terug de open ruimte bereikten en aanvoelden dat het warm was geworden. Tussen de weilanden door, ging het gestaag bergaf en konden we in de verte Saint-Hubert reeds zien liggen. De torens van de plaatselijke basiliek staken af en toe boven de omliggende heuvels uit en gaven een idee hoever het nog was tot aan de eindstreep. Met de eindstreep bijna in zicht, volgde nog een laatste steile beklimming naast de autosnelweg, om op die manier via de hoger gelegen brug, de snelweg over te steken. Aan de overzijde van de brug kwamen we terecht op een asfaltweg en bereikten we de bebouwde kom van Saint-Hubert. Enkele woonstraten leidden ons vervolgens langsheen een plaatselijk kerkje en een monument ter ere van de bevrijding van de stad.

Zo bereikten we korte tijd later de Espace Récréatif waar we ons konden tegoed doen aan een verfrissend drankje na de wandeling. Op weg naar de bus teneinde de terugtocht aan te vatten naar ons kamp, konden we zien dat ook voor ervaren chauffeurs, de Ardennen wel vaker voor een verrassing kunnen zorgen. Een bus had zich letterlijk vast gereden bij een poging zich te keren via een smalle steile zijstraat, met alle gevolgen van dien. Gelukkig stak defensie met de grove middelen een handje toe om het probleem op te lossen. Even later konden we in Bastogne genieten van een verkwikkende douche en vaststellen dat de eerste dag goed, maar vooral vlug was verlopen. Enkele Blanche Rosée en wat orkestmuziek later konden we terug de slaapzak in, op weg naar dag twee....”

We sluiten dan ook stilaan dit verhaal af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Van Amberloup naar St. Hubert. J: Mini Mesa 2010 – Dag 1. Vanuit Amberloup (Sainte-Ode) doorheen de bossen naar Saint-Hubert. Zonnig en warm wandelweertje.’