Een verslag inzake een
wandeltocht, beschreven in een van de Dagstappergidsen over de Ardennen, met
start in Bonnerue. Een relaas, geschreven op zondag 15 mei 2011, omstreeks
12:28 uur.
“Een relaas van de wandeling,
welke we gisteren maakten langsheen de Oostelijke Ourthe. Het zou voorlopig de
laatste wandeling zijn in deze streek, aangezien we voor volgende week andere
oorden moeten kiezen. Dan gaat het immers in de richting van de Lesse. Maar
goed, terug naar gisteren, waar we ditmaal ons voertuig parkeerden ter hoogte
van de kerk van Bonnerue, startplaats van wandeling N°. 11 uit de
Dagstappergids Deel 1 – Hart van de Ardennen. Een wandeling welke grotendeels
zou verlopen langsheen de Ourthe en waar we even nader kennis zouden kunnen
maken met de woonkern van Engreux. Met andere woorden een tocht, goed voor 14,2
km wandelplezier in de Ardennen. Toen we dan ook van start gingen ter hoogte
van de plaatselijke kerk, dienden we tevreden te zijn met een temperatuur van
om en nabij de 12° en dat voelde evenwel frisjes aan. Verwend de laatste weken,
was het even aanpassen.
Na een blik op een informatiebord
aan de kerk, waarop de plaatselijke wandel- en fietstrajecten waren aangegeven,
begonnen we aan deze dagtrip te voet. Een bezoekje aan het Sint-Bernardkerkje
was echter onmogelijk, aangezien we voor een gesloten deur bleven staan. Dan
maar meteen asfalt gekozen en gewandeld richting Engreux, om zo de woonkern van
Bonnerue te verlaten. Een aantal wandeltekens leken de weg aan te geven, het
rood-witte van de GR57 en verder enkele symbolen van twee lokale wandelroutes,
de Promenade de Ginselle en de Promenade du Pont de Bonnerue. Enkele honderden
meters verder bereikten we de drukke weg, richting Mabompré, langs waar we
aanvankelijk waren gekomen. Hier troffen we een eerste zeshoekig baken aan Creu
Tchofray Alt. 440, met natuurlijk in de nabijheid één van de vele kruisen welke
we opnieuw langsheen de weg zouden aantreffen. We staken de drukke weg over en
kozen de landelijke weg welke leidde naar het verder gelegen Engreux.
Hierbij volgden we de route van
de Promenade du Moulin de Rensiwez alsook nog altijd de GR57. Tussen de
weilanden door vorderden we langzaam naar het volgende dorpje op ons traject.
De eerste vergezichten kwamen te voorschijn, waar we zicht kregen over de
vallei van de Ourthe. De weg liet ons aanvankelijk nog een beetje aan hoogte
winnen, doch vrij kort nadien begonnen we aan de afdaling naar Engreux. Een
volgend baken Creû do Tchène di Mèsse Alt. 430 werd gepasseerd. We daalden
verder af langsheen een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, die ook
alweer gesloten bleek te zijn, tot aan het eerstvolgende kruispunt. Daar ging
het linksaf en even later stonden we ter hoogte van de kerk van Engreux en een
aldaar aangebrachte wandelboom. Het zeshoekig baken Les Batch Alt. 390 gaf ons
een idee inzake de hoogte waarop we ons bevonden. Een bezoekje aan dit kerkje
was alweer niet mogelijk, wegens... juist. Er zat niets anders op dan maar verder
te wandelen, via de weg naast de kerk gelegen.
Ook hier alweer enkele lokale
wandeltrajecten, waaronder de Promenade de l’Ourthe Orientale en de Promenade
du Moulin de Spitanche. Op die manier daalden we verder af, nog altijd over
asfaltwegen. Langsheen de weg troffen we tal van oude drinkbakken aan, de ene
al wat fotogenieker dan de andere. Een drinkbak even verderop was zelfs
voorzien van een eigen baken, met name Fontin.ne Djâke Alt. 390. Het ernaast
gelegen ommuurde kerkhof leek uit een andere wereld te zijn gekomen. Ter hoogte
van de aldaar gelegen Y-splitsing, dienden we rechts aan te houden en daalden
zo steeds maar verder af. Gekomen bij het laagste punt, maakte de weg een bocht
en konden we voor het eerst de Ruisseau du Himbry bemerken, één van de talrijke
rivieren welke de Ourthe voorzien van voldoende water. Het laagste punt
betekende natuurlijk dat we begonnen aan de eerste van een reeks felle
beklimmingen. Enigszins met een versnelling lager, klommen we het dal uit. De
eerste mountainbikes verschenen ten tonele, natuurlijk hoofdzakelijk Vlamingen
of Nederlanders.
Naarmate we hoger kwamen, kwam
het Ourthedal in volle pracht te voorschijn. Voorbij het laatste huis van
Engreux, ging de weg over in een onverharde bosweg en begonnen we meteen aan een
stevige afdaling. Een eerste baken langsheen deze afdaling betrof Creu do Blan
Kwarè Alt. 385, alwaar we nog altijd verder de Promenade du Moulin de Spitanche
volgden, alsook de GR57. Ondertussen konden we enkel en alleen maar genieten
van de rust welke deze bosrijke omgeving uitstraalde. Een heel stukje lager
kwamen we bij een volgend baken Cou des Monty Alt. 360, waar we op deze
splitsing de rechtse dalende bosweg verder dienden te volgen. Het ging steeds
lager, richting Ourt (Oostelijke Ourthe). Uiteindelijk bereikten we de lang
verwachte waterloop en stonden even later bij de ruïnes van de Ancien Moulin de
Spitanche Alt. 290. Deze voormalige watermolen, welke tijdens de Tweede
Wereldoorlog diende als schuilplaats voor het lokale verzet, werd in 1944 door
de bezetter vernietigd. Het ging vervolgens verder langsheen de oever van de
smalle Ourt, met het bekende verloop van het parcours als gevolg.
Een smal kronkelend pad, met veel
hoogtes en laagtes, waarbij zelfs af en toe gebruik diende te worden gemaakt
van de bedding zelf. Hoge harde rotsen langsheen de rivier dienden dan te
worden beklommen om de weg te kunnen vervolgen. Halverwege dit pad namen we
even de tijd om, gezeten op een rotsblok in de rivier, te denken aan de
inwendige mens. Een broodje smaakt immers uitstekend, met op de achtergrond het
gekabbel van een traag stromende rivier. Aan de overzijde raakten enkele
mountainbikes het spoor kwijt. Restte hen niets anders dan de rivier over de
steken, met de fiets op de schouders. Na een korte lunchpauze trokken we
opnieuw op pad. Na een eerder kort stukje vlakke wandelweg, dienden we het
Ourthedal te verlaten en dat betekende natuurlijk klimmen. Ditmaal kregen we
een lange en inspannende klim te verwerken, die ons opnieuw zou brengen naar
een hoogte van 410 m. Het pad dat we volgden draaide bijgevolg naar rechts, van
de rivier weg en het ging al vrij vlug stevig de hoogte in. Na een hele tijd
zwoegen en vooral hijgen, bereikten we ongeveer halverwege de klim het baken
Grinvet Alt. 310.
Nog steeds klimmend, bereikten we
een hele tijd later een plek aan de rand van het bos, aangegeven door het baken
Creû do Bolomé Alt. 410. Twee aldaar gesitueerde restanten van een afgezaagde
boom, dienden even als zitbankje na deze zware beklimming. Wat verderop bereikten
we een dwarsweg en ditmaal kozen we voor links, om de Promenade du Moulin de
Rensiwez te volgen. Amper bekomen van de zware klim, begonnen we opnieuw af te
dalen naar het dal van de Ourt. Ook ditmaal trokken we opnieuw het bos in en
wandelden over een vrij breed bospad tot we een kaalgekapte zone bereikten. Met
enige moeite vonden we toch de juiste aanduidingen en zaten nog altijd op de
goede weg. Een wandelboom onderweg gaf ons daarvan bevestiging. Ter hoogte van
een in het bos gelegen viersprong, ging het rechtsaf, via een holle weg steil
naar beneden. We verloren nu heel snel aan hoogte. Eenmaal voorbij de holle
weg, troffen we een smal woudloperpadje aan en dat leidde ons stilaan verder
naar de lager gelegen camping Moulin de Rensiwez. Zo stonden we even later
midden de tenten en kwamen langsheen de gîte op dit domein.
Een zeshoekig baken Ancien Moulin
de Rensiwez Alt. 300 bevond zich centraal op dit domein. We bemerkten tevens op
de gevel van de gîte de reeds verouderde aanduidingen van de GR57. We namen
even de tijd om het administratief gebouw binnen te stappen om de wandelboekjes
te laten afstempelen. Onze weg vervolgend, stonden we korte tijd later ter
hoogte van de uitgang van het domein en aan de brug over de Ourthe. Aan de
overzijde bevond zich de weg Houffalize – La Roche-en-Ardenne. Op de rotswand
rechts troffen we enkele gedenkplaten aan die herinnerden aan de gevechten
tijdens La Bataille des Ardennes. Hier maakten twee Amerikaanse eenheden met
elkaar verbinding tijdens het tegenoffensief van januari 1945. We wandelden
langsheen deze rots verder via de openbare weg welke leidde naar Bonnerue.
Korte tijd nadien verlieten we deze weg, via een rechts gelegen pad, opnieuw
het bos Grinvet in. Hoeft het nog gezegd, dat we opnieuw uit de vallei dienden
te klimmen en dat het vrijwel meteen stevig de hoogte inging via een rotsig
pad.
Halverwege deze opnieuw vrij
stevige klim, bereikten we de open plek in het bos die we voorheen al waren
langs gekomen. Ditmaal ging het links verder tot we aan de andere kant de
bosrand bereikten en de eerste huizen in zicht kregen van Bonnerue. Tussen de
weilanden door ging het richting openbare weg, welke naar Bonnerue leidde,
dezelfde weg trouwens die we voorheen hadden bewandeld ter hoogte van de brug
over de Ourthe. Eenmaal de weg bereikt, ging het bergop tussen enkele
vakantiewoningen naar het volgende baken Crue Piron – Van Humbeek Alt. 435. Zo
naderden we stilaan het einde van de wandeling, aangezien de kerk van Bonnerue
niet meer zo veraf was gelegen. In de wandelgids was echter nog sprake van een
avontuurlijk aanhangsel. We besloten het erop te wagen, doch we zouden van een
kale reis terugkeren. In de gids was reeds sprake van zwoegen door een
wildernis van struiken en bramen... We volgden bijgevolg de aanduidingen uit
het boekje en begonnen opnieuw aan een afdaling naar de lager gelegen vallei.
Uiteindelijk dienden we beneden
over een beek te gaan, doch de weg erheen was niet langer meer toegankelijk.
Overwoekerd door doornen en netels, zagen we geen enkele mogelijkheid meer om
deze waterloop te bereiken. Bovendien zagen we nergens nog een plek om die te
overschrijden. Uiteindelijk, de benen reeds hier en daar toegetakeld, besloten
we om rechtsomkeer te maken en dus via dezelfde weg de terugtocht aan te vatten.
Een laatste felle beklimming diende te worden aangevat om opnieuw de woonkern
van Bonnerue te bereiken. Jammer genoeg was het niet gelukt dit avontuurlijk
slot volledig uit te wandelen. We hadden nochtans reeds een voorgevoel, vermits
bepaalde wandeltekens onderweg reeds waren verwijderd. Zodoende raakten we elk
spoor bijster en kwamen terecht in een wildernis die ons niet toeliet het
voorziene traject uit te wandelen. Volgende keer meer succes misschien...”
We eindigen met een blik in de
reeds vertrouwde wandelboekjes. ‘K: Bonnerue. Schitterende panorama’s. Alweer
serieuze klimpartijen en moeilijke doorgangen. De extra lus stopte tussen de
netels. Geen doorkomen aan! Fris en onaangenaam koud soms. J: Tocht met aanvang
aan de kerk van Bonnerue. Nadien doorheen Engreux en vervolgens langs de
Oostelijke Ourthe naar Rensiwez. Veel bos en mooie valleien. Het avontuurlijk
slot is enigszins mislukt, aangezien het traject niet meer begaanbaar was, met
als gevolg terug via dezelfde weg. Fris wandelweer!’