Posts tonen met het label GR57. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GR57. Alle posts tonen

zondag 17 mei 2020

233: Bonnerue, Zaterdag 14 mei 2011, 14,9 km. (4662,589 km.)



Een verslag inzake een wandeltocht, beschreven in een van de Dagstappergidsen over de Ardennen, met start in Bonnerue. Een relaas, geschreven op zondag 15 mei 2011, omstreeks 12:28 uur.

“Een relaas van de wandeling, welke we gisteren maakten langsheen de Oostelijke Ourthe. Het zou voorlopig de laatste wandeling zijn in deze streek, aangezien we voor volgende week andere oorden moeten kiezen. Dan gaat het immers in de richting van de Lesse. Maar goed, terug naar gisteren, waar we ditmaal ons voertuig parkeerden ter hoogte van de kerk van Bonnerue, startplaats van wandeling N°. 11 uit de Dagstappergids Deel 1 – Hart van de Ardennen. Een wandeling welke grotendeels zou verlopen langsheen de Ourthe en waar we even nader kennis zouden kunnen maken met de woonkern van Engreux. Met andere woorden een tocht, goed voor 14,2 km wandelplezier in de Ardennen. Toen we dan ook van start gingen ter hoogte van de plaatselijke kerk, dienden we tevreden te zijn met een temperatuur van om en nabij de 12° en dat voelde evenwel frisjes aan. Verwend de laatste weken, was het even aanpassen.

Na een blik op een informatiebord aan de kerk, waarop de plaatselijke wandel- en fietstrajecten waren aangegeven, begonnen we aan deze dagtrip te voet. Een bezoekje aan het Sint-Bernardkerkje was echter onmogelijk, aangezien we voor een gesloten deur bleven staan. Dan maar meteen asfalt gekozen en gewandeld richting Engreux, om zo de woonkern van Bonnerue te verlaten. Een aantal wandeltekens leken de weg aan te geven, het rood-witte van de GR57 en verder enkele symbolen van twee lokale wandelroutes, de Promenade de Ginselle en de Promenade du Pont de Bonnerue. Enkele honderden meters verder bereikten we de drukke weg, richting Mabompré, langs waar we aanvankelijk waren gekomen. Hier troffen we een eerste zeshoekig baken aan Creu Tchofray Alt. 440, met natuurlijk in de nabijheid één van de vele kruisen welke we opnieuw langsheen de weg zouden aantreffen. We staken de drukke weg over en kozen de landelijke weg welke leidde naar het verder gelegen Engreux.

Hierbij volgden we de route van de Promenade du Moulin de Rensiwez alsook nog altijd de GR57. Tussen de weilanden door vorderden we langzaam naar het volgende dorpje op ons traject. De eerste vergezichten kwamen te voorschijn, waar we zicht kregen over de vallei van de Ourthe. De weg liet ons aanvankelijk nog een beetje aan hoogte winnen, doch vrij kort nadien begonnen we aan de afdaling naar Engreux. Een volgend baken Creû do Tchène di Mèsse Alt. 430 werd gepasseerd. We daalden verder af langsheen een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, die ook alweer gesloten bleek te zijn, tot aan het eerstvolgende kruispunt. Daar ging het linksaf en even later stonden we ter hoogte van de kerk van Engreux en een aldaar aangebrachte wandelboom. Het zeshoekig baken Les Batch Alt. 390 gaf ons een idee inzake de hoogte waarop we ons bevonden. Een bezoekje aan dit kerkje was alweer niet mogelijk, wegens... juist. Er zat niets anders op dan maar verder te wandelen, via de weg naast de kerk gelegen.

Ook hier alweer enkele lokale wandeltrajecten, waaronder de Promenade de l’Ourthe Orientale en de Promenade du Moulin de Spitanche. Op die manier daalden we verder af, nog altijd over asfaltwegen. Langsheen de weg troffen we tal van oude drinkbakken aan, de ene al wat fotogenieker dan de andere. Een drinkbak even verderop was zelfs voorzien van een eigen baken, met name Fontin.ne Djâke Alt. 390. Het ernaast gelegen ommuurde kerkhof leek uit een andere wereld te zijn gekomen. Ter hoogte van de aldaar gelegen Y-splitsing, dienden we rechts aan te houden en daalden zo steeds maar verder af. Gekomen bij het laagste punt, maakte de weg een bocht en konden we voor het eerst de Ruisseau du Himbry bemerken, één van de talrijke rivieren welke de Ourthe voorzien van voldoende water. Het laagste punt betekende natuurlijk dat we begonnen aan de eerste van een reeks felle beklimmingen. Enigszins met een versnelling lager, klommen we het dal uit. De eerste mountainbikes verschenen ten tonele, natuurlijk hoofdzakelijk Vlamingen of Nederlanders.

Naarmate we hoger kwamen, kwam het Ourthedal in volle pracht te voorschijn. Voorbij het laatste huis van Engreux, ging de weg over in een onverharde bosweg en begonnen we meteen aan een stevige afdaling. Een eerste baken langsheen deze afdaling betrof Creu do Blan Kwarè Alt. 385, alwaar we nog altijd verder de Promenade du Moulin de Spitanche volgden, alsook de GR57. Ondertussen konden we enkel en alleen maar genieten van de rust welke deze bosrijke omgeving uitstraalde. Een heel stukje lager kwamen we bij een volgend baken Cou des Monty Alt. 360, waar we op deze splitsing de rechtse dalende bosweg verder dienden te volgen. Het ging steeds lager, richting Ourt (Oostelijke Ourthe). Uiteindelijk bereikten we de lang verwachte waterloop en stonden even later bij de ruïnes van de Ancien Moulin de Spitanche Alt. 290. Deze voormalige watermolen, welke tijdens de Tweede Wereldoorlog diende als schuilplaats voor het lokale verzet, werd in 1944 door de bezetter vernietigd. Het ging vervolgens verder langsheen de oever van de smalle Ourt, met het bekende verloop van het parcours als gevolg.

Een smal kronkelend pad, met veel hoogtes en laagtes, waarbij zelfs af en toe gebruik diende te worden gemaakt van de bedding zelf. Hoge harde rotsen langsheen de rivier dienden dan te worden beklommen om de weg te kunnen vervolgen. Halverwege dit pad namen we even de tijd om, gezeten op een rotsblok in de rivier, te denken aan de inwendige mens. Een broodje smaakt immers uitstekend, met op de achtergrond het gekabbel van een traag stromende rivier. Aan de overzijde raakten enkele mountainbikes het spoor kwijt. Restte hen niets anders dan de rivier over de steken, met de fiets op de schouders. Na een korte lunchpauze trokken we opnieuw op pad. Na een eerder kort stukje vlakke wandelweg, dienden we het Ourthedal te verlaten en dat betekende natuurlijk klimmen. Ditmaal kregen we een lange en inspannende klim te verwerken, die ons opnieuw zou brengen naar een hoogte van 410 m. Het pad dat we volgden draaide bijgevolg naar rechts, van de rivier weg en het ging al vrij vlug stevig de hoogte in. Na een hele tijd zwoegen en vooral hijgen, bereikten we ongeveer halverwege de klim het baken Grinvet Alt. 310.

Nog steeds klimmend, bereikten we een hele tijd later een plek aan de rand van het bos, aangegeven door het baken Creû do Bolomé Alt. 410. Twee aldaar gesitueerde restanten van een afgezaagde boom, dienden even als zitbankje na deze zware beklimming. Wat verderop bereikten we een dwarsweg en ditmaal kozen we voor links, om de Promenade du Moulin de Rensiwez te volgen. Amper bekomen van de zware klim, begonnen we opnieuw af te dalen naar het dal van de Ourt. Ook ditmaal trokken we opnieuw het bos in en wandelden over een vrij breed bospad tot we een kaalgekapte zone bereikten. Met enige moeite vonden we toch de juiste aanduidingen en zaten nog altijd op de goede weg. Een wandelboom onderweg gaf ons daarvan bevestiging. Ter hoogte van een in het bos gelegen viersprong, ging het rechtsaf, via een holle weg steil naar beneden. We verloren nu heel snel aan hoogte. Eenmaal voorbij de holle weg, troffen we een smal woudloperpadje aan en dat leidde ons stilaan verder naar de lager gelegen camping Moulin de Rensiwez. Zo stonden we even later midden de tenten en kwamen langsheen de gîte op dit domein.

Een zeshoekig baken Ancien Moulin de Rensiwez Alt. 300 bevond zich centraal op dit domein. We bemerkten tevens op de gevel van de gîte de reeds verouderde aanduidingen van de GR57. We namen even de tijd om het administratief gebouw binnen te stappen om de wandelboekjes te laten afstempelen. Onze weg vervolgend, stonden we korte tijd later ter hoogte van de uitgang van het domein en aan de brug over de Ourthe. Aan de overzijde bevond zich de weg Houffalize – La Roche-en-Ardenne. Op de rotswand rechts troffen we enkele gedenkplaten aan die herinnerden aan de gevechten tijdens La Bataille des Ardennes. Hier maakten twee Amerikaanse eenheden met elkaar verbinding tijdens het tegenoffensief van januari 1945. We wandelden langsheen deze rots verder via de openbare weg welke leidde naar Bonnerue. Korte tijd nadien verlieten we deze weg, via een rechts gelegen pad, opnieuw het bos Grinvet in. Hoeft het nog gezegd, dat we opnieuw uit de vallei dienden te klimmen en dat het vrijwel meteen stevig de hoogte inging via een rotsig pad.

Halverwege deze opnieuw vrij stevige klim, bereikten we de open plek in het bos die we voorheen al waren langs gekomen. Ditmaal ging het links verder tot we aan de andere kant de bosrand bereikten en de eerste huizen in zicht kregen van Bonnerue. Tussen de weilanden door ging het richting openbare weg, welke naar Bonnerue leidde, dezelfde weg trouwens die we voorheen hadden bewandeld ter hoogte van de brug over de Ourthe. Eenmaal de weg bereikt, ging het bergop tussen enkele vakantiewoningen naar het volgende baken Crue Piron – Van Humbeek Alt. 435. Zo naderden we stilaan het einde van de wandeling, aangezien de kerk van Bonnerue niet meer zo veraf was gelegen. In de wandelgids was echter nog sprake van een avontuurlijk aanhangsel. We besloten het erop te wagen, doch we zouden van een kale reis terugkeren. In de gids was reeds sprake van zwoegen door een wildernis van struiken en bramen... We volgden bijgevolg de aanduidingen uit het boekje en begonnen opnieuw aan een afdaling naar de lager gelegen vallei.

Uiteindelijk dienden we beneden over een beek te gaan, doch de weg erheen was niet langer meer toegankelijk. Overwoekerd door doornen en netels, zagen we geen enkele mogelijkheid meer om deze waterloop te bereiken. Bovendien zagen we nergens nog een plek om die te overschrijden. Uiteindelijk, de benen reeds hier en daar toegetakeld, besloten we om rechtsomkeer te maken en dus via dezelfde weg de terugtocht aan te vatten. Een laatste felle beklimming diende te worden aangevat om opnieuw de woonkern van Bonnerue te bereiken. Jammer genoeg was het niet gelukt dit avontuurlijk slot volledig uit te wandelen. We hadden nochtans reeds een voorgevoel, vermits bepaalde wandeltekens onderweg reeds waren verwijderd. Zodoende raakten we elk spoor bijster en kwamen terecht in een wildernis die ons niet toeliet het voorziene traject uit te wandelen. Volgende keer meer succes misschien...”

We eindigen met een blik in de reeds vertrouwde wandelboekjes. ‘K: Bonnerue. Schitterende panorama’s. Alweer serieuze klimpartijen en moeilijke doorgangen. De extra lus stopte tussen de netels. Geen doorkomen aan! Fris en onaangenaam koud soms. J: Tocht met aanvang aan de kerk van Bonnerue. Nadien doorheen Engreux en vervolgens langs de Oostelijke Ourthe naar Rensiwez. Veel bos en mooie valleien. Het avontuurlijk slot is enigszins mislukt, aangezien het traject niet meer begaanbaar was, met als gevolg terug via dezelfde weg. Fris wandelweer!’

donderdag 14 mei 2020

229: Ollomont, Zaterdag 09 april 2011, 18,6 km. (4583,689 km.)



Een loodzware tocht, waarvan we het parcours volgden op zaterdag. Pas enkele dagen later, op maandag, omstreeks 11:26 uur, werd het verslag ter zake geschreven.

“Met onze Dagstappergids, Deel 1 – Hart van de Ardennen, onder de arm, trokken we ditmaal naar het kleine gehucht Ollomont, startplaats van de achtste wandeling uit deze uitgave van Lannoo. Het zou een wandeling worden waarvan we de dag nadien nog de naweeën konden ondervinden. Een weliswaar schitterende tocht, met prachtige en unieke vergezichten, doch waar het aantal hoogtemeters gedurende deze 18,6 km lange tocht, op het einde hun tol begonnen te eisen. Niettemin, een van de mooiste wandelingen die we konden ervaren, sinds we enkele jaartjes terug de wandelsport konden ontdekken. Het begon allemaal ter hoogte van het oude ommuurde kerkhof van Ollomont. Even voordien hadden we een plekje gevonden om onze auto achter te laten en we begonnen dan ook onze ontdekkingstocht in deze streek, bij de ingang van deze mooie begraafplaats.

De unieke Sint-Margrietkapel, waarin enkele glasraampjes zorgden voor wat kleur op de witte muren, dienden we zeker even van nabij te bekijken. Iets lager gelegen, troffen we een picknicktafel aan en daar deden we ons vooreerst tegoed aan een verlaat ontbijt, waarbij we onverwacht de hulp kregen van een lokale golden retriever. Ter hoogte van de aldaar geplaatste wandelboom, voorzien van het baken Chapelle d’Ollomont Alt. 380, konden we op een informatiebord wat meer vernemen aangaande de reeds vermelde kapel en tevens over deze omgeving van de Ourthe. Vanaf deze plek volgden we de Promenade du Barrage, aangegeven met liggende groene ruitjes en het cijfer 14, alsook de Promenade de Martinbay, aangegeven door groene opstaande rechthoekjes en het cijfer 8. Het ging dan ook via een smalle asfaltweg, al klimmend in de richting van het even verder gelegen Nadrin, meer bepaald het drukke kruispunt te hoogte van de weg La Roche-en-Ardenne – Houffalize. Voorzien van een reeds hoog aan de hemel staande zon, verlieten we het gehucht Ollomont en bereikten even later het drukke kruispunt ter hoogte van de N860.

Ter hoogte van het aldaar gelegen pleintje, konden we zien dat het bureau voor toerisme reeds was geopend en konden we er terecht voor de aanschaf van enkele prentkaarten en het afstempelen van onze wandelboekjes. Nadien konden we pas goed op dreef komen. We namen de weg naar rechts, richting Filly, tot aan de kerk van Nadrin, die we reeds even verderop konden zien. Rechtover de kerk dienden we een geasfalteerd landwegje te nemen, hierbij het traject volgend van de Promenade de Filly, aangeduid met liggende blauwe ruitjes en de letters FE. Op die manier lieten we al heel gauw de bebouwing achter ons en kwamen terecht tussen de weilanden en akkers. Al dadelijk kregen we rechts van de weg mooie vergezichten te zien van de vallei van de Boven-Ourthe. Even passeerden we het baken Sol Fraite Alt. 410, zo te zien ging het nog steeds de hoogte in, wat we uiteraard ook konden aanvoelen. Het ging nadien langsheen een kruis, voorzien van het baken Voye di Messe Alt. 395, waarna de weg even steil bergaf ging. Alweer een beetje klimmend, bereikten we het gehucht Filly, waar we de weg volgend, op enkele minuten alweer doorheen waren.

Bijna halverwege het gehucht troffen we ter hoogte van een kleine bron het baken Al Fontin’ne Alt. 380 aan. Het verlaten van het gehucht Filly, betekende uiteraard klimmen. We lieten de laatste huizen van Filly achter ons en volgden opnieuw de reeds vermelde Promenade de Martinbay, alsook de Promenade de Spitanche, aangegeven met blauwe kruisjes en het cijfer 11. Stilaan opnieuw hoogte winnend, kregen we terug prachtige vergezichten te aanschouwen. Het weggetje leidde ons tot aan het volgende baken Croix Medalienne Alt. 390, waarnaast we inderdaad een kruis aantroffen, zoals er zoveel in de Ardennen voorkomen. We staken vervolgens de nabijgelegen N843 over en volgden de richting Nisramont. We volgden nu verder de aanduidingen van de wandeling nr. 8 (Martinbay) en stegen verder via een smalle weg, als het ware verlopend op een hoogplateau. Nu kregen we rechts een uniek zicht op onder andere Filly en Nadrin. Even verderop bereikten we de rand van het bos en tevens het baken Sur la Plate Tournée Alt. 410.

Op de hier geplaatste rustbank, namen we even de tijd voor een korte pauze en natuurlijk de nodige tijd om een hapje te eten. Een restaurant met een dergelijk uitzicht hebben we nog niet eerder gezien. Vanaf nu ging het verder via een onverhard pad, het bos in. Meteen begonnen we aan een afdaling van zowat 90 m, naar het lager gelegen Martinbay. We bevonden ons trouwens reeds in de vallei van de Oostelijke Ourthe. Na een tijdje geleidelijk te zijn afgedaald, ging het plots heel wat steiler bergaf en wandelden we door een holle weg, tot we even lager het baken Martinbay Alt. 320 hadden bereikt. Vanaf daar ging het nog verder dalwaarts, ditmaal over een onverhard pad met grove kiezels, wat soms het stappen bemoeilijkt. Kort daarop kwamen we terecht op het pad van de GR 57 om kort daarna een schuin rechts oplopend pad te nemen. Hier begon meteen het zware werk, vermits dit paadje voortdurend klimmen en dalen inhield en ons liet wandelen evenwijdig met de Oostelijke Ourthe. We bevonden ons trouwens op de 13 km lange Promenade du Lac des deux Ourthes, aangegeven met rode ruitjes en oranje bollen.

Na heel wat klimmen en alweer afdalen, bereikten we uiteindelijk het baken Confluent des deux Ourthes Alt. 280. Van een zeshoekig bordje was echter geen sprake meer, één of ander individu had het gewoon als souvenir meegenomen. Maar het uitzicht aldaar was in elk geval schitterend, vooral het spel van licht op het wateroppervlak. Vanaf dit punt, namen we het rechterpad en begonnen alweer aan een lange beklimming om uit de vallei weg te komen. Opnieuw kregen we een moeilijk begaanbaar pad voor de voeten, met rotsblokken, een op- en neergaand wandelpad en ter afwisseling wat trappen en een vlonder om een stukje beekvallei over te komen. Uiteindelijk, na heel wat klim- en daalwerk, maar eigenlijk meer het eerste, bereikten we een volgend baken Laid Tier Alt. 330. We waren dus alweer een fel stuk gestegen en kregen natuurlijk ook daar weer een schitterend uitzicht over de vallei. De GR 57 verder volgend en ook alweer de Promenade du Barrage, ging het vervolgens onder een soort belvedère door, een soort dak op vier palen, om nadien te beginnen aan een lange afdaling, richting stuwdam.

We daalden af doorheen lage beplanting, waarbij we op een open plek, reeds rechts in de diepte de stuwdam van Nisramont konden bemerken, alsook de hele vallei er omheen. Een stel trappen deed ons vervolgens nog wat sneller afdalen en na enkele laatste korte, vaak steile hellingen, bereikten we uiteindelijk een dwarsweg, voorzien van een reling en dit ter hoogte van het stuwmeer. Een kort bezoekje op de dam zelf mocht niet ontbreken, waarna we even verder een halte hielden in de Taverne du Barrage ernaast. Na een korte pauze, voorzien van een natje en een droogje, verlieten we het terras van de taverne en trokken verder op pad. Het ging via de grote parking naar de verder gelegen brug over de Ourthe, waar we vervolgens begonnen aan de beklimming van de N843, richting Nadrin. Deze druk bereden weg gebood ons om uiterst links te blijven stappen. Gelukkig konden we een paar bochten verder deze weg verlaten, via een links gelegen pad, dat ons stevig dalend in het bos liet verdwijnen. Eenmaal het donkere bos doorgekomen, bereikten we een kleine ingezakte brug. We bevonden ons opnieuw op het traject van de GR 57 en begonnen beneden in het dal nogmaals aan de beklimming van een heuvel. Hier troffen we het wellicht steilste pad aan van de dag, dat we met veel moeite overwonnen, om boven uit te komen ter hoogte van een weide.

We troffen er het baken E Halleux Alt. 325 aan. Het ging langsheen de omheining omheen de weide, waarna we een breder pad aantroffen dat ons leidde naar de eerste huizen van Ollomont. Na een laatste blik op de vallei, bereikten we een asfaltwegje dat ons de eerste woningen van Ollomont liet zien. Evenwel kort daarna, namen we een links gelegen paadje en begonnen we terug af te dalen naar de Ourthe. We volgden nu, naast de GR 57, het traject van de Promenade de la Cresse Ste Marguerite, aangegeven met rood-wit-rode rechthoekjes. Een tijdje later kwamen we inderdaad langsheen deze rots, voorzien van een mooi beeldje er bovenop, volgens de legende de kluizenares Margriet. Ter plaatse troffen we het baken aan met de vermelding Cresse St Marguerite Alt. 280. Kort daarop bereikten we de lager gelegen Ourthe en ging het haaks rechtsaf, het pad volgend dat evenwijdig verliep met deze waterloop. Er volgde nu een lang stuk wandelweg, alweer over rotsen, afgeknapte bomen, boomwortels en zelfs een rottend everzwijn. Het geluid van de rustig stromende Ourthe werkte rustgevend en hier konden we volop genieten van het zonnetje en van de glinsteringen op het wateroppervlak.

Geruime tijd later bereikten we het einde van dit wandelpad langsheen de Ourthe, ter hoogte van het baken Tiebiewe Alt. 260. Hier konden we niet anders dan rechtsaf te gaan en begonnen we opnieuw aan een lange beklimming om uit het dal weg te komen. Een brede bosweg was alvast de aanloop ervan. Naarmate we hoger uit het dal klommen, kregen we opnieuw mooie vergezichten te zien over de vallei van de Ourthe. Ter hoogte van een open plek, bereikten we het baken Point de vue François Remy Alt. 300, want we volgden immers reeds een tijdje het gelijknamige wandelpad, de Promenade de François Remy. Op dit uitzichtpunt gekomen, kregen we een zicht op de verder gelegen rotspartij van de Hérou. We volgden verder de blauw-wit-blauwe tekens om via een verder gelegen dwarsweg, links op te draaien. Hier ging het opnieuw fors bergaf, tot aan een verder gelegen splitsing, waar we konden kiezen tussen de links gelegen GR 57 en het rechts gelegen pad, aangegeven met groene rechthoekjes. We opteerden voor links, doch kwamen bijna onmiddellijk terecht bovenop de Hérou.

Hier dienden we wat te klauteren, over enkele rotspartijen, die niet beveiligd waren. Toen het uiteindelijk toch niet zonder risico bleek te zijn, daalden we een beetje verder af naar het lager gelegen alternatief wandelpad. Uiteindelijk kwamen beide routes samen ter hoogte van het baken Cresse des Chevaux Alt. 260. We daalden vervolgens terug af naar de lager gelegen Ourthe, om die korte tijd nadien opnieuw te bereiken. Hier ging het terug rechtsaf, evenwijdig met de rivier. We dienden alweer een steeds maar weer een op- en neergaand pad te volgen, vol met boomwortels en andere obstakels. Na een hele tijd klauteren en vooral puffen, bereikten we het baken Les Ondes Alt. 260. Hier verlieten we het traject van de GR 57 en begonnen voor het laatst aan een felle beklimming die ons de laatste maal uit het dal zou laten wegkomen. Dat we snel aan hoogte wonnen blijkt uit het volgende baken welke we zouden passeren Au Vevi Alt. 380. Aldaar troffen we nog even een rustbank aan en die was meer dan welkom om even te verpozen, alvorens het laatste stukje wandelparcours aan te vatten.

Een vijftal verschillende wandeltrajecten, leidden ons vanaf deze baken naar de even verder gesitueerde Chapelle Notre-Dame de Halle. Korte tijd na onze laatste rustpauze, verlieten we het bos en kwamen we vooreerst terecht tussen enkele weilanden, om even later de eerste huizen te bereiken, de bewoonde wereld laten we maar zeggen. Na nog een laatste klimmetje (!) bereikten we de kapel en het bijhorende baken Chapelle N-D de Halle Alt. 400. Restte ons nog een laatste korte afdaling via het weggetje naast de kapel, om even lager uit te komen bij het kerkhof van Ollomont. Dit was inderdaad een wandeling die kon tellen, maar achteraf bekeken, wanneer de spierpijnen een beetje zijn verdwenen, toch een parcours om met enige trots op terug te kijken en vooral de prachtige momenten een beetje te herbeleven. Het zijn zo van die trajecten die je nu ook weer niet elke dag onder de schoenen krijgt.”

Ook in onze wandelboekjes noteerden wij na afloop enkele eerste indrukken. ‘K: Een van de mooiste wandelingen! Ollomont, Nadrin, Filly, Nisramont. Zware, soms moeilijke wandeling, maar schitterend. Warm en zonnig weertje. J: Moeilijke wandeltocht vanuit Ollomont en via Nadrin en Filly naar de stuwdam van Nisramont. Tocht langsheen de Ourthe en de samenvloeiing ervan. Tot slot over de rotsformatie van Hérou.’

228: Limerlé, Zaterdag 02 april 2011, 14,5 km. (4565,089 km.)



Een tocht welke van start ging in het Waalse Limerlé en waarvan we het traject volgden op zaterdag. Omwille echter van de eerder late thuiskomst, werd pas ’s anderendaags, omstreeks 10:40 uur, een relaas geschreven.

“Gisteren waren we reeds toe aan wandeling N° 7 uit de Dagstappergids deel 1 Hart van de Ardennen. We trokken dan ook vroeg richting Limerlé, startplaats van deze 14,5 km lange wandeling in de omgeving van de bovenloop van de Oostelijke Ourthe. We vonden een ruime parking rechtover de kerk van dit kleine dorpje, verscholen in het zogenaamde terra incognito, dicht bij de grens van het Groothertogdom Luxemburg. Aldaar troffen we enkele informatieborden aan met betrekking tot de omgeving, alsook een wandelboom, waarop diverse wandelroutes waren aangegeven. We zouden bij de start van de wandeling er alvast eentje een tijdje volgen. De wandeling liet ons bij de start langsheen de kerk wandelen, waarbij enkele opvallende oude grafstenen konden worden bekeken. We volgden de hoofdstraat en wandelden op die manier de kleine dorpskern uit, richting Gouvy en drukke N838. Zoals reeds vermeld volgden we hier één van de plaatselijke wandelroutes, aangegeven door liggende rode rechthoekjes, met name de Promenade La Hêtraie. Hoeft het nog te worden vermeld, dat het verlaten van een Ardens dorpje inhoudt, dat er klimwerk aan te pas komt?

Inderdaad, via de hoofdweg, klommen we het dorpje uit en volgden een tijdje de drukke N838, welke leidt naar Gouvy. Eenmaal voorbij de laatste huizen, konden we de vrij drukke weg verlaten, om een links gelegen grindweg op te wandelen. We stegen nog even verder tot zowat 500 m hoogte. Hier kregen we een uniek zicht over de omgeving, die vooral werd gedomineerd door weilanden. Eenmaal het hoogste punt voorbij, begonnen we aan de afdaling naar Cherapont. Af en toe ging het door een stukje dreef, waar we even werden onttrokken aan het zonnetje, dat op dit vroege uur reeds merkbaar haar best deed ons een aangename wandeldag te bezorgen. Na een lange afdaling bereikten we beneden opnieuw de N838 en stonden we zowat oog in oog met twee enorme forellenvijvers en het bijhorende campingcomplex. We wandelden hier de drukke weg links op om voor het eerst de Oostelijke Ourthe (Ourthe Orientale)  te overschrijden. Aan de overzijde bevond zich het gebouw Lac de Cherapont, waar we even terecht konden om een kopje koffie te nuttigen. Ondertussen hadden we er een babbel met een Vlaming, welke reeds jaren deze camping had uitgekozen als weekend- en vakantieverblijf.

Naast de Oostelijke Ourthe troffen we een ruime parking aan, ook ditmaal opnieuw voorzien van een informatiebord en een wandelboom. Vanaf hier volgden we nu langsheen deze waterloop, onder andere de Promenade Ol Heûlse, alsook de rood-witte markeringen van de GR 57. We wandelden nu als het ware in de vallei, ruim voorzien van groen en met boven het hoofd een steeds warmer aanvoelend zonnetje. Aan de overzijde van de vallei zagen we een steile helling, met in de verte grazende dieren. De Oostelijke Ourthe kronkelde zich hier een weg tussen het hoog opgeschoten groen, waarbij het aantal meanders bijna ontelbaar opliep. We trokken voorbij de laatste caravans van het Cherapont complex en bevonden ons even later middenin de natuur. Het was opvallend dat de paden hier minder druk worden bewandeld, de natuur was des te mooier om te aanschouwen. Even verderop dienden we haaks linksaf te slaan en verlieten we even de GR 57. We staken opnieuw de Oostelijke Ourthe over, ditmaal via een wankele en verende brug, gevolgd door de oversteek van een zijloop ervan, ditmaal via enkele dunne en glibberige boomstammetjes. Veilig en wel bereikten we de overkant en kondigde zich het bos aan en een steile helling.

Opnieuw begonnen we aan een lange beklimming om het dal te verlaten, ditmaal via een bredere onverharde weg. Zo kregen we een zicht op de lager gelegen vallei en konden we de Oostelijke Ourthe zien kronkelen, tezelfdertijd, schitterend onder de voorjaarszon. Even verder maakte het pad een scherpe bocht naar rechts en zo keerden we de vallei de rug toe en klommen verder het dal uit. Buiten het bos bereikten we ook nu alweer weilanden en konden we in de verte Limerlé zien liggen. Op het hoogte punt ging het opnieuw rechtsaf en begonnen we, langsheen de rand van het bos La Heûlse opnieuw af te dalen, terug richting vallei. We konden heel in de verte opnieuw Gouvy bemerken. Even later en een beetje verder afgedaald, ging het pad het bos in. Ditmaal wandelden we over een nat en donker uitziend pad, steeds verder afdalend in de vallei van de Oostelijke Ourthe. We bemerkten dat we ons bevonden op de GR 57. Een lange afdaling leidde ons steeds dieper naar de vallei en uiteindelijk bereikten we later terug de Oostelijke Ourthe. Een plek waar een hele flank was weggekapt en hier vonden we een ideale plek om even te denken aan de inwendige mens. Gezeten op een afgezaagde boomstam, uit de wind en volop in de zon, je zou voor minder tevreden zijn.

Omgeven door een schitterende vallei en met op de achtergrond het geluid van enkele vogels, genoten we van een laat middagmaal... en de Oostelijke Ourthe? zij kabbelde rustig verder. Na een korte pauze trokken we verder doorheen een kaalgekapte omgeving, hierbij een smal paadje volgend dat kronkelde in de vallei. Er kondigde zich opnieuw een stukje bos aan en het smalle paadje zocht verder zijn weg, af en toe op- en neergaand, kronkelend langsheen enkel rotsen welke zich links van het pad bevonden. Uiteindelijk bereikten we terug een open plek, ditmaal ter hoogte van de restanten van een vroegere watermolen, de Moulin du Trou. Deze ruïne was wel heel fotogeniek te noemen, alsook de onmiddellijke ietwat spookachtige omgeving. Verderop bereikten we het baken Ol Heûlse Alt. 410 m. Er kondigde zich voor ons een helling aan, waarbij het pad eerder het uitzicht leek te hebben van een beek. Het water stroomde de helling af en hier dienden we ons een weg te zoeken, doorheen de sporen van tractoren en vooral in een poging de voeten droog te houden. Af en toe de bermen opzoekend, lukte het toch min of meer om droog het kwaadste stuk door te komen, waarna we een modderig pad verder omhoog volgden.

Hier was het even uitkijken waar de voeten werden neergezet, aangezien het pad vol zat met kikkers en padden. Blijkbaar kwamen deze uit het vochtige bos naar het centraal gelegen paadje. Veilig en wel bereikten we hoger gelegen grond en verlieten we het natte en vochtige bos. Tussen de weilanden door, volgden we opnieuw de GR 57 en daalden even verder af naar de woonkern van Limerlé. Links kwamen we langsheen een weide, waar ontelbare koeien zichtbaar genoten van het zonnetje. We waanden ons zowaar op het strand van de Costa Limerlé. We bereikten terug de bebouwde kom van het dorpje, doch een tweetal straten verder, wandelden we al opnieuw de woonkern uit, aangegeven met groene rechthoekjes. Ditmaal volgden we een verkeersarm asfaltweggetje, richting Steinbach. Alweer trokken we door een omgeving van glooiende weilanden, met hier en daar een klein perceel bos. Het baantje volgend, bereikten we geruime tijd later het dorpje Steinbach en bij het betreden van de dorpskom, staken we inderdaad de gelijknamige beek over. Het ging even via een kleine klim verder, richting centrum van het dorp.

Ter hoogte van een kruis, voorzien van een altaar, troffen we een zitbank aan en namen er even de tijd om te pauzeren en te genieten van het uitzicht. Hier namen we afscheid van de GR 57 en namen de andere richting, naar de kerk van Steinbach. Onderweg kwamen we langs enkele geklasseerde gebouwen, onder andere een oude hoeve en even verder het Château de Beurthé. Eenmaal voorbij deze mooie gebouwen, ging het opnieuw de Steinbach over en vervolgens rechtsaf, om het dorp te verlaten. Een gestaag oplopend asfaltwegje deed ons uitgeleide. Naarmate we hoger klommen en het dorp achter ons lieten, verscheen een prachtig panorama achter ons. We volgden nu een plaatselijk wandelcircuit, aangegeven met groene rechthoekjes, de Promenade Chaussée Romaine. Na een lange klim, bereikten we een kruispunt van wegen en hier ging het voor ons linksaf, de Voie Romaine op. Tezelfdertijd troffen we er de aanduidingen aan van de Traversée des Pays et des Ages aan.

Het grindpad leidde ons stilaan verder, opnieuw in de richting van Limerlé. Uiteindelijk bereikten we later terug de openbare weg en de eerste huizen van het dorpje. Nadien maakten we nog een klein ommetje, waarbij we tweemaal een oude spoorwegbedding overstaken. Hier konden we zien dat deze bedding was voorzien van een nieuw aangelegd asfaltwegje, duidelijk bedoeld voor fiets- en wandelverkeer. Tenslotte volgden we, alvorens opnieuw richting kerk te wandelen, nog een tijdje de gele ruitjes van de Promenade Aux Nutons. Zo bereikten we even later, ter hoogte van een bakstenen kapel, opnieuw de hoofdstraat van Limerlé, die we dalend volgden tot aan de kerk. Meteen het einde van deze toch wel zeer afwisselende wandeling.”

We sluiten af met een blik in de wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Limerlé, Cherapont, Steinbach. Afwisselende wandeling. Ruïne en padden op de weg. Stralend lenteweer. Gsm-zakje Boop in Bastogne. J: Wandeling N° 7 uit de Dagstappergids deel 1. Tocht vanuit Limerlé door de vallei van de oostelijke Ourthe. Een ommetje langs Cherapont en de forellenvijvers en een tweede lus naar Steinbach. Terug langs de Voie Romaine. Mooie zonnige lentedag. Na de wandeling nog even doorheen Bastogne voor een terrasje.’

227: La Roche-en-Ardenne, Zaterdag 26 maart 2011, 9,5 km. (4550,589 km.)



Een tocht, welke werd beschreven in de Dagstappergids ‘Het Hart van de Ardennen’, uitgegeven door Lannoo. We volgden het beschreven traject, doch schreven pas een relaas inzake onze belevenissen op zondag, omstreeks 19:42 uur.

“Het verslag van onze wandeling welke van start ging in het charmante plaatsje La Roche-en-Ardenne. De dag begon gisteren dan ook met een kopje verse koffie op het zonnige terras van de Taverne Le Bronze, gelegen op het gelijknamige plein Place du Bronze. Daarheen immers had onze Dagstappergids ‘Hart van de Ardennen’ ons gestuurd, om er wandeling 6 te maken, met een werkelijke lengte van 9,5 km. Het betrof dus een eerder korte tocht gisteren, doch voor wie bekend is met La Roche-en-Ardenne, weet dat het daar aan ontspanning niet ontbreekt. Heerlijk genietend van de voorjaarszon, bekeken we even nader het wandelboek en begonnen dan ook iets later dan naar gewoonte aan onze ontdekkingstocht in de ruime omgeving van dit Ardens stadje.

We draaiden het hoekje om, de Rue du Chalet in om aan de overzijde de Rue Corumont in te gaan. Dit smalle straatje liet ons al dadelijk een aanvang nemen om het dal van de Ourthe te verlaten, wat klimmen betekende. Links op een paaltje bemerkten we de stickers die aangaven dat we de GR 14 volgden, alsmede twee plaatselijke wandelroutes, aangeduid met rode ruitjes. Voorbij het eerste straatje links, waren we deze tekens al kwijt. Wij vervolgden rechtdoor al klimmend en stegen zo boven de huizen uit. Zo kregen we rechts al heel gauw zicht op de ruïnes van het kasteel van La Roche, en kregen we steeds meer te zien van de Ourthe, welke zich doorheen het stadje een weg had gezocht. Zowel de noordelijke als de zuidelijke Ourthebrug kwamen in zicht, evenals de vertrouwde tank welke zich bevindt op een ander pleintje langsheen de Ourthe. De zon deed haar best om ons een aangename wandeling te bezorgen, het uitzicht was uniek, alle ingrediënten dus voor een leuke tocht. Even verder kwamen we langsheen een rechts gelegen trapje, van waaruit de GR 57 opdook, meteen volgden we dus opnieuw een GR-traject. We waren ondertussen het baken Chemin des Morts Alt. 250 m voorbij gewandeld.

Het wegdek veranderde plotseling van aard en ook van breedte. Een smaller pad leidde ons langsheen de eerste donkere rotswanden en we stegen steeds hoger boven het stadje uit. Een haakse bocht naar links, liet ons een smal rotsig paadje zien dat steil de hoogte inging en zo verdwenen we tussen de bomen. Het smalle pad liet ons deze kant van de vallei beklimmen, waardoor we stilaan La Roche de rug toekeerden. Zowat halverwege de beklimming bereikten we een baken, genoemd Corumont Alt. 310 m. Doorheen de bomen konden we nog even genieten van een schitterend zicht op het lager gelegen stadje. We dienden nog verder te klimmen, steeds hogerop, tot we nagenoeg de top van de heuvelrug hadden bereikt en we zicht kregen op de vallei aan de andere kant, ditmaal puur natuur, vol bossen en weidelanden, met heel in de diepte een kronkelend riviertje. Een aldaar geplaatste zitbank, kon ons toch verleiden er even te verpozen en vooral te genieten van het prachtige uitzicht over deze rustige vallei.

We dienden nog een stukje verder te klimmen, tot we een plek bereikten van waaruit men met een deltavlieger, de vallei kan induiken. Een kleine windzak en een informatiebord markeerden deze open plek op de heuvel. We trokken verder het bos in en klommen nog even door tot aan het hoogste punt, aangegeven met een baken Croix de Corumont Alt. 360 m. We troffen er inderdaad, gedeeltelijk overwoekerd een houten kruis aan, zonder enige uitleg ter zake. Hier ging het op deze splitsing rechtsaf. We troffen er enkele andere wandelaars aan, die het noorden even kwijt waren. Blijkbaar volgden ze aan de hand van een kaart, wandelroute 9, aangegeven door rode ruitjes, doch hier bevonden ze zich op route 10. Later op de dag zouden we hen nog herhaaldelijk aantreffen, nog steeds op zoek naar de juiste weg. Wij begonnen aan een lange afdaling, langsheen een smal kronkelend bospaadje, waar we af en toe opnieuw werden geconfronteerd met het fenomeen kaalkap. Hele stukken bos, zomaar verdwenen. Uiteindelijk bereikten we een dwarsweg aan de rand van het bos en dienden hier links aan te houden. Zo lieten we het bos achter ons en begonnen we aan de beklimming van een heuvel, tussen de akkers en weilanden.

Een schitterend panorama kregen we te aanschouwen. Heel in de verte bemerkten we op een heuvel een groot kruis. Hier, op een omgehakte boom, namen we even een korte pauze om een hapje te eten en ondertussen konden we kijken hoe een plaatselijke boer zijn akkers ploegde. Terug op weg, troffen we even verder rechts van de weg een stenen kruis aan. Volgens de wandelgids in ons bezit, was de tekst niet meer te ontcijferen. Nochtans konden we met gemak lezen, dat hier de genaamde Jules Detroz (17 jaar) accidenteel om het leven was gekomen op 01 juni 1937. Soit, we wandelden verder tot we de eerste huizen van Beausaint bereikten, ter hoogte van een hoge mast. Op het eerste kruispuntje ging het rechtsaf, een grindweg op. Op korte afstand daar vandaan bereikten we een Y-splitsing, ter hoogte van het baken Croix de Jérusalem Panorama 390 m. De schrijver van de wandelgids verhaalde ter zake dat hij het kruis niet had gezien. Wij volgden, naast het baken een smal paadje, dat leidde naar een open plek, zowat 100 m verder, achter een klein stukje bos en daar troffen we inderdaad het betreffende kruis aan. Het bleek hetzelfde kruis te zijn, dat we reeds eerder van verre hadden bemerkt.

We kunnen de auteur bij deze dus melden dat het kruis terecht is en nooit echt is weg geweest. Een korte inscriptie op de sokkel leerde ons dat het kruis ooit naar Jeruzalem werd gedragen. Cette croix a été portée à Jérusalem sur la voie douloureuse le 29 7bre 1905. We trokken vervolgens verder langsheen de grindweg, om nadien ter hoogte van een klein bosje, haaks linksaf te gaan. Voorbij het bosje, op een kruising van onverharde wegen, ging het voor ons linksaf, in dalende zin naar de lager gelegen N89. We staken vervolgens de drukke weg over en volgden aan de overzijde een dalend asfaltwegje langsheen een stukje kasteelpark. Een kruispunt verder ging het rechtsaf en vervolgens via een links gelegen verharde weg. Op die manier waren we omheen het dorp Beausaint gewandeld en trokken nu opnieuw richting verder gelegen bosgebied. We daalden steeds verder af, tot we het bos bereikten. Ook hier opnieuw tal van kaalgekapte percelen. Eenmaal het bos betreden, volgden we een breder pad. Links bemerkten we een kleine beek, die, naarmate we verder afdaalden, steeds breder werd. Rechts van het pad konden we enorme rotsblokken aantreffen.

Gekomen op het laagste punt, bereikten we de openbare weg en bevonden we ons in de vallei van de Ri de Bronse. Het ging naar links en ditmaal volgden we een asfaltweg, waar we helemaal geen verkeer aantroffen. De vallei volgend, bevonden we ons ditmaal op het traject van de GR 14, in tegenstelling tot wat onze wandelgids vermeldde, waar verkeerdelijk GR 57 werd aangegeven. Gekomen aan een volgende splitsing, met rechts een brugje, hielden we links aan en wandelden langsheen het baken Vallée des Tombes Alt. 270 m. We waren dus al een heel stuk afgedaald en trokken stilaan richting La Roche. Hier troffen we links van de weg steile flanken aan met soms raar uitziende rotsformaties. De weg leidde ons verder doorheen de vallei tot aan het vakantiehuis Grande Strument. Hier verlieten we het traject van de GR 14 en volgden we verder de openbare weg, langsheen een camping aan de oevers van de Ri de Bronse. Eenmaal de camping voorbij, hielden we even halt voor een consumptie ter hoogte van de ingang ervan en konden we op het zonnig terrasje van Camping Le Vieux Moulin, nog even nagenieten van hetgeen we reeds hadden gezien onderweg. Even later vervolgden we onze weg en naderden zo de eerste huizen van La Roche-en-Ardenne. De Rue Val du Bronze volgend, stonden we even later opnieuw op ons vertrekpunt, de Place Du Bronze, meteen het einde van deze eerder korte wandeling op zaterdag.”

Teneinde af te sluiten, hierna de neergeschreven eerste indrukken in de wandelboekjes. ‘K: La Roche-en-Ardenne, Beausaint. Stevige klimmers, sterke dalers. Mooie valleien, panorama’s. We vonden het kruis van Jérusalem. Bezoek aan de burcht. Zalig lenteweer! J: Wandeling N° 6 uit de Dagstappergids Het Hart van de Ardennen. Deze keer een wandeltocht vanuit La Roche-en-Ardenne. Een zeer zonnige tocht doorheen bos en landschap. Omheen Beausaint en door het dal van de Ri de Bronse. Nadien bezoek aan de ruïnes van het kasteel in La Roche. Als afsluiter een terrasje op de Place du Bronze.’

woensdag 13 mei 2020

225: Hotton, Zondag 13 maart 2011, 15,6 km. (4527,586 km.)



Een wandeling, die beschreven wordt in één van de zogeheten Dagstappergidsen, uitgegeven door Lannoo. Een tocht, welke van start gaat in Hotton. Na afloop schreven we een relaas, inhoudende de voornaamste bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 21:03 uur.

“Gevolg gevend aan de lokroep van onze Dagstappergids, trokken we deze ochtend vroeg richting Hotton. Aldaar start immers ter hoogte van de brug over de Ourthe, de vierde wandeling uit deel 1 ‘Het Hart van de Ardennen’. Nadat we vorige week een tijdje het verloop van de Aisne hadden gevolgd, was vandaag opnieuw de Ourthe aan de beurt. Na een lange autorit bereikten we Hotton en namen er vooreerst de tijd om in een plaatselijke taverne een koffie te nuttigen. Daarna waren we klaar om de tocht van 15,6 km aan te vangen, voorzien van mondvoorraad en een gezonde dosis lust, dit gedeelte van de Ardennen te verkennen. Ter hoogte van de startplaats in Hotton, was er al direct heel veel te zien en uiteraard te fotograferen. We geven hier een kleine opsomming: de plaatselijke kerk rechts van de brug, de kiosk links ervan, welke trouwens in fasen werd opgebouwd. Verder kregen we tal van gedenkplaten te zien welke herinneren aan het Ardennenoffensief van december 1944.

Zo bevindt zich ter hoogte van de brug, aan de zijde waar de toeristische dienst is gevestigd, een grenssteen welke de uiterste grens van het vermelde offensief aangeeft. Aan de andere kant van de brug gedenkplaten ter ere van het 51th Engineer Combat Battalion, en ter ere van Lieutenant Charles K. Bryson en een pleintje vernoemd naar Lieutenant Philip Zulli. Terwijl we de brug over de Ourthe namen, bevonden we ons op een tweetal lokale trajecten, met name de Route forestière en de Route Champêtre en verder de GR-paden GR57 en GR577, alsook enkele plaatselijke kortere wandelroutes. Eenmaal de brug over, ging het linksaf, richting La Roche, en via het Zulli plein, de verder gelegen Rue du Parc in. Zo lieten we de drukke weg voor wat hij was en even later kregen we een eerste klimmetje te verwerken, langsheen een rotsig paadje, dat uitmondde in het Parc Communal de Hotton. We zaten op een andere belangrijke wandelroute, de Transardennaise. Boven gekomen ging het naar links, in de richting van het Hotton Cimetière anglais.

Hier rusten volgens het register van de begraafplaats 666 soldaten en staatsburgers van de Commonwealth. Na een korte bezoekje aan deze begraafplaats vervolgden we onze weg en vonden even voorbij het kerkhof een links gelegen onverharde weg. We wandelden hier een eindje tussen velden en weilanden en kregen natuurlijk de eerste vergezichten te zien. Gekomen op een T-splitsing dienden we links aan te houden, terwijl men naar rechts kon wandelen in de richting van de grotten van Hotton. Voor ons ging het dus stevig bergaf via een asfaltwegje en zo bereikten we een eindje lager een andere kruising, waar het ditmaal naar rechts ging. Op die manier wandelden we richting Hampteau. Op weg naar Hampteau kregen we rechts van de weg zicht op de voormalige steengroeve. We volgden een stukje fietspad, om ter hoogte van de bebouwde kom van Hampteau, een links gelegen veldwegel te nemen. We wandelden zo even verder letterlijk tussen schapen en lammetjes en kregen het kasteel van Heblon even in de verte te zien.

Haaks rechtsaf dienden we vervolgens een smalle wegel te nemen, welke zich situeerde tussen twee rijen prikkeldraad. Dit smalle paadje volgend, wandelden we even later langsheen enkele hagen en bereikten uiteindelijk opnieuw enkele woningen, ter hoogte van een aangenaam uitziend plein. Hier aangekomen namen we de dwarsweg naar links, richting Werpin. Even verder, juist buiten de dorpskom van Hampteau, staken we opnieuw de Ourthe over en begonnen vervolgens aan de lange klim naar de kerk van Werpin. Via een af en toe kronkelende asfaltweg, bereikten we even later het plein ter hoogte van de kerk van Werpin. Naast de kerk bevindt zich een informatiebord aangaande enkele plaatselijke wandeltrajecten. Vervolgens sloegen we rechtsaf en namen de Rue de la Vierge, alweer klimmend , langsheen de Ferme de Werpin, om vervolgens uit te komen ter hoogte van een beeld van de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes van niet minder dan 11,3 m hoog, sokkel inbegrepen. Voor het beeld bevindt zich een kleine kapel.

Na een kleine pauze op een bankje ter hoogte van dit enorme beeld, hielden we op de splitsing rechts aan en klommen verder via een asfaltwegje. Ditmaal kregen we een wel erg lange beklimming voor de voeten geschoven en af en toe met een sterke hellingsgraad. Soms dienden we dan wel even naar adem te happen, maar het uitzicht maakte veel goed. We kregen prachtige vergezichten te zien van de beboste heuvels in de omgeving en vaak kregen we tal van kleurschakeringen, omwille van de diverse boomsoorten in de omliggende bossen. Naarmate de weg een beetje kronkelde, bereikten we tenslotte het hoogste punt en voelden hier wel even fel de aanwezigheid van de wind. Even voorbij de top, dienden we links aan te houden, richting Trinal. Even later ging het opnieuw linksaf, in de Rue du Tier. Het plaatsnaambord van Trinal bleek ondertussen van de aardbodem te zijn verdwenen. Voorbij enkele vakantiehuisjes, troffen we een stapel boomstammen aan en hier namen we even een korte pauze om een hapje te eten, een eerste klasserestaurant weliswaar niet, maar toch een tafel met een prachtig uitzicht.

We trokken daarna terug op pad en volgden een licht hellende kiezelweg, richting bos van Trinal. Ter hoogte van de ingang van het bos bevond zich een klein waterhuisje. Hier namen we vervolgens een breed bospad en verdwenen stilaan uit de greep van de wind. Af en toe wisselde de boomsoort en kregen we een ander uitzicht op weg doorheen het bos. Onderweg in het bos troffen we een stenen kruis aan, waar we konden lezen dat op 13 oktober 1865 de genaamde Godelaine de Soy was verongelukt door haar “voiture’. In onze Dagstappergids werd echter verkeerdelijk het jaartal 1883 vermeld. Na een eindje het bospad te hebben gevolgd, begonnen we aan een stevige afdaling, wat verder doorheen een woest land. Hier dienden we enkele hindernissen te omzeilen, aangezien het pad lag bezaaid met stapels fijnsparren. Af en toe dienden we dus de berm te gebruiken om verder te kunnen komen. Lager gekomen bereikten we opnieuw een asfaltweg, welke we links volgden, in de richting van een camping. Een kruispunt verder hielden we rechts aan en zo kwamen we even later ter hoogte van de ingang van deze camping.

Hier troffen we bezijden de weg een kruis aan ter nagedachtenis van de gesneuvelde Amerikaanse korporaal John Shields, de eerste van 200 Amerikanen welke aldaar in december 1944 zouden sneuvelen. Enkele stappen verder bereikten we het monument ter ere van deze dappere manschappen, waar zich tevens ter nagedachtenis een obelisk bevond. We hadden op die manier het gehucht Mélines bereikt. We namen even de tijd om dit monument te bekijken en even stil te staan bij wat zich hier ooit heeft afgespeeld. We staken vervolgens de Isbelle over en sloegen linksaf, richting Ny en Hotton. Hier op deze asfaltweg, mochten we andermaal beginnen aan een beklimming om de vallei van de Isbelle te verlaten. Een bocht verder troffen we opnieuw een monument aan, ditmaal ter ere van het sneuvelen van een tankbemanning van een Sherman van de 2nd Armored Division, welke aldaar op 03 januari 1945 op een mijn was gereden, alsmede enkele infanteristen van de 84th Infantry Division. Eenmaal deze heuvelrug overschreden, bereikten we wat verder een kruispunt ter hoogte van de weg Hotton-Erezée. Hier troffen we een monument aan ter ere van het 517th Parachute Infantry Regiment.

We staken het kruispunt over en wandelden via een rustige weg, doorheen een boszone, in de richting van Ny. Een eindje verderop maakte de weg een scherpe bocht naar rechts en daalde vervolgens langzaam af naar de dorpskom van Ny. Juist voor het betreden van de dorpskom, staken we nog een kabbelend beekje over, dat ooit diende voor het aandrijven van een watermolen. We bereikte even later de kerk en troffen daar de eerste aan van een drietal prachtig en rustiek uitziende fonteintjes. Niet toevallig bevonden deze zich in de Rue des Fontaines, welke we naar links dienden te volgen. Al even vlug lieten we de dorpskom van Ny achter ons en wandelden vervolgens langsheen de kasteelhoeve van dit gehucht. Daar namen we een rustige landelijke betonweg en passeerden de wandelboom met de vermelding ‘Hotton 60 min’. Langsheen dit zalig aanvoelend wegje, kwamen we langsheen de in september 2010 gerestaureerde kapel van St. Joseph, vervolgens de plaatselijke club voor radiogeleide vliegtuigjes ‘Les Libellules’, om uiteindelijk opnieuw Hotton te bereiken.

Bij het binnenkomen van de bebouwde kom, bereikten we een kleine rotonde, alwaar een oud wagonnetje even de aandacht trok. Enkele passagiers waren uitgebeeld in diverse houdingen. Alvast een ludiek intermezzo, zo dicht bij het einde van de wandeling. Op korte afstand daar vandaan bevond zich dan nog een Amerikaanse tanktoren, met een vermelding ter ere van de 53rd Welsh Infantry Division. Op die manier wandelden we langsheen het eiland Oneux, onder een begin van neerslag voorbij de Fabermolen, die we nog kenden van de Mesa 2010. Zo bereikten we even verder het kantoor van de toeristische dienst, om er vervolgens enkele prentkaarten aan te kopen en ons wandelboekje te laten afstempelen. Na een bezoekje aan de taverne begonnen we aan de terugreis richting thuishaven. Een leuke wandeling vandaag, met voor ons dan toch, heel wat bezienswaardigheden. We kijken dan ook uit naar een volgende Dagstapper.”

We sluiten af met een terugblik in de wandelboekjes. Ook daarin immers werden kort na afloop van de tocht enkele eerste indrukken neergeschreven. ‘K: Hotton, Hampteau, Werpin, Trinal, Mélines, Ny, Hotton. Bosrijke omgeving, panorama’s en enkele oorlogsmonumenten. Beetje slalommen tussen omgekapte bomen. Aangename wandeling. Grijs maar zacht. J: Tocht uit de Dagstappergids (Dl 1) vanuit Hotton en vervolgens via Hampteau, Werpin, Trinal, Mélines en Ny. Tal van gedenktekens en monumenten onderweg. Werpin (11 m hoog Mariabeeld). Mélines (gedenktekens en obelisk) en Hotton met tanktoren en gedenkplaten. Leuke wandeling!’

dinsdag 12 mei 2020

224: Erezée, Zondag 06 maart 2011, 17 km. (4511,986 km.)



Een wandeltocht, beschreven in de Dagstappergids, uitgegeven door Lannoo en wel bepaald het eerste deel, ‘Het Hart van de Ardennen’. We volgden het traject van deze wandeltocht op zondag, doch omwille van het late uur van thuiskomst, werd het verslag ter zake pas geschreven op maandag, 07 maart 2011, omstreeks 11:18 uur.

“Gezien we het voorbije weekend op bezoek waren in de Ardennen, waagden we ons gisteren aan een wandeling in de streek van de Aisne, een bijrivier van de Ourthe. Het betrof een wandeling uit de Dagstappergids, deel 1, Het Hart van de Ardennen. De wandeling had een lengte van 17 km en ging van start ter hoogte van de kerk in Erezée. Omstreeks negen uur waren we dan ook present op de Place du Capitaine Garnir, ter hoogte van de plaatselijke kerk. De zon was reeds aanwezig, doch de temperatuur situeerde zich rond het vriespunt en er stond een schrale wind. Op het pleintje voor de kerk zagen we vooreerst de prachtige toren van het kerkgebouw en konden we de kiosk en het monument voor de plaatselijke oorlogsslachtoffers even van naderbij bekijken. We keerden vervolgens de kerk de rug toe en wandelden het dorp uit via de Rue des Combattants. We hielden vooreerst nog even een kleine tussenstop ter hoogte van de sparwinkel, teneinde wat mondvoorraad en drank aan te schaffen. Nadien wandelden we het dorp uit en volgden enkele aanwijzingen van lokale wandeltrajecten, alsook de rood-witte tekens van de GR 57.

Een eerste kapelletje werd bemerkt, er zouden er gedurende de rest van de wandeling nog veel volgen. Even verderop, in de Avenue des Nations Unies, dienden we even voorbij het huis met nummer 13, een links gelegen landelijke weg op te gaan. We wisten meteen hoe laat het was, aangezien het hier fors de hoogte inging. Het zou zeer zeker niet de laatste beklimming van de dag worden. Naarmate we aan hoogte wonnen, kregen we achterom natuurlijk al mooie vergezichten over de Ardense hoogten. We wandelden verder in de richting van een zendmast, alwaar het nadien rechtsaf ging, het bos in. We bleven in het bos verder klimmen, tot we het bos even verder verlieten en terecht kwamen in open veld. De veldweg leidde ons verder tot aan een groot damhertenkamp. Na even de dieren op de gevoelige plaat te hebben vastgelegd, bogen we haaks rechtsaf en wandelden tussen enkele hagen in de richting van het gehucht Oster. Af en toe bemerkten we hier enkele bevroren waterplassen en bovendien voelde de ondergrond hard aan als beton. We bereikten een asfaltweg die we links verder volgden, tot aan het huis met nummer 9, alwaar we naar links opnieuw de openbare weg verlieten.

Hier konden we enkele fraaie voormalige hoeves bekijken en uiteraard de prachtige, in de zon blakende vergezichten. Wat verderop troffen we een bank aan, een ideaal moment om even te verpozen en vooral te genieten van het uitzicht. Hier voelde het zonnetje zalig aan. Ter hoogte van de bank trouwens, sloegen we een links gelegen bosweg in en verdwenen we tussen de hoge beuken en eiken. Het parcours veranderde enigszins, aangezien we nu begonnen aan een vrij steile en lange afdaling over een rotsige ondergrond. Na een vrij lang stuk afdaling bereikten we een open plek en hier konden we in de verte het dorp Fanzel bemerken. Het ging echter scherp linksaf en zo daalden we geleidelijk verder af naar de lager gelegen Aisne, welke we korte tijd later bereikten ter hoogte van een kleine brug. Op die manier kwamen we aan op de Place de repos in Eveux, waar zelfs was voorzien in enkele picknicktafels tussen enorme blokken puddingsteen. Hier, op deze rustige plaats, voorzien van het geluid van de Aisne, namen we even de tijd om de inwendige mens te voorzien van een vers gebakken Ardense ontbijtkoek. Het zonlicht speelde tussen de bomen en trachtte het wateroppervlak te bereiken, wat een verblindend spektakel tot gevolg had.

Na een korte onderbreking, staken we de nabijgelegen weg over en begonnen aan een lange beklimming, om op die manier terug uit de vallei weg te komen. Langs een mooi metalen kruisje, ging het vervolgens rechtdoor de Rue des Jardins in, waar we langsheen enkele prachtige panden wandelden, opgetrokken in vakwerkbouw. Na een stukje asfalt, ging de weg over in een onverharde weg. We hadden alweer een heuse klim voor de boeg. Naarmate we ook ditmaal aan hoogte wonnen, kregen we achterop een uniek zicht op de vallei van de Aisne. Eenmaal de laatste huizen voorbij, ging het traject opnieuw in de richting van een bos. Vooreerst kregen we nog enkele weilanden te zien, doch verdwenen even later terug in een sparrenbos. Opvallend hier waren de duidelijke markeringen van de GR 57. Vaak konden we tekens aantreffen van meer dan 30 cm lengte, alsof je hier nog kon verkeerd wandelen. Af en toe ging het stevig de hoogte in, met als gevolg dat ons wandeltempo even sterk afnam. Gelukkig kregen we stilaan het hoogste punt van het wandeltraject in zicht en zo werkten we ons uiteindelijk toch naar de top van de heuvelrug.

Boven gekomen, kregen we andermaal een prachtig zicht over de omgeving, ditmaal aan de andere kant van de vallei. Hier hadden we het geluk om alweer een zitbank aan te treffen en die nodigde uit om even te verpozen, onderwijl konden we kijken naar enkele joggers welke de dwarsgelegen weg benutten. Op dit hoogste punt, volgden we nu naar links een variante van de GR 57 (la variante des dolmens), alsook een plaatselijke route, het Circuit des pierres de légende. Tijdens onze wandeling vorige week, hadden we reeds een gedeelte van dit traject gevolgd in de omgeving van Wéris. Aangezien we nu min of meer over de heuvelrug wandelden, was het parcours zo goed als het maar kon enigszins vlak. Op die manier konden we genieten van deze heerlijke boszone. Even verderop bereikten we een zeshoekig bordje Borne géodésique – 395 m). Blijkens info dienen dergelijke geodetische signalen of punten, voor het in kaart brengen van de omgeving. Onze gps gaf echter als hoogte 392 m aan, wat we aanzien als een aanvaardbare afwijking. We vervolgden nadien onze weg via de brede bosweg. Ter hoogte van een wandelboom, dienden we rechts aan te houden.

Het ging nu fors dalend richting dorp Pas-Bayard. We bereikten dan ook korte tijd later de dorpskom ter hoogte van een grote kapel, welke jammer genoeg was gesloten. We zouden het eigenlijke dorp niet te zien krijgen, aangezien we onmiddellijk linksaf dienden te gaan en op die manier opnieuw het dorp verlieten, via een licht hellende landelijke weg. We bemerkten opnieuw een baken langs de weg Le Pas-Bayard – 310 m. Een tijdje verliep het wandeltraject nu over een asfaltweg, in de richting van Oppagne. We staken een kruispunt over, om via de Derrière les Courtils te wandelen in de richting van het kerkhof van Oppagne. Daar besloten we op een zitbankje, voorzien van veel zonlicht, een tweede pauze te nemen. We hadden nog een ontbijtkoek in de rugzak en het leek ons het juiste moment, die met smaak naar binnen te werken. Onderwijl konden we ons opnieuw tegoed doen aan de mooie vergezichten over de omgeving. Even later trokken we opnieuw op weg, richting Oppagne.

Juist voor de dorpskom echter, ging het alweer linksaf en kregen we het eigenlijke dorp niet te zien. Na een korte klim, bereikten we opnieuw het hoogste punt van de omgeving en begonnen dan aan een afdaling, langsheen een kronkelende weg. Nadien openbaarde zich een lange rechte asfaltweg, richting Soy. Dit bijna 2 km lange stuk, leidde ons langsheen weilanden en over een klein beekje. Uiteindelijk bereikten we geruime tijd later het kerkhof van Soy, even buiten de dorpskom, alwaar we een links gelegen veldweg dienden te nemen. We kwamen langsheen een verdeelpost van de hoogspanningsleiding en trokken verder via een karrenspoor. Volgens onze wandelgids zouden we even verder een paadje aantreffen naar rechts, wat ons zou brengen tot aan de kasteelhoeve van Fisenne, die we reeds hogerop konden bemerken. Tot onze verrassing hield het pad plots op te bestaan en werden we geconfronteerd met een afgesloten weide met prikkeldraad. Er zat niets anders op dan via deze weide onze weg verder te zetten. Uiteindelijk vonden we even verder toch rechts een aansluiting naar de hoger gelegen weg Erezée – Hotton.

Het ging linksaf, naar de kasteelhoeve en de er tegenover gesitueerde Saint-Remikapel, helaas ook alweer afgesloten. We trokken door dit enigszins vervallen gehucht, in de richting van de lager gelegen weg Erezée – Barvaux. We volgden dan deze nogal drukke weg, naar een rotonde. Hier bevindt zich het station van de TTA, de Toeristische Trein van het Aisnedal. We bestegen een van de aldaar geplaatste rijtuigen, doch na eindeloos wachten, dienden we toch te voet verder te gaan. We staken bijgevolg de Aisne over en begonnen aan de laatste beklimming van de dag, opnieuw de Rue des Combattants in, naar het hoger gelegen Erezée. Na een tijdje klimmen bereikten we de plaatselijke brandweerkazerne en tevens een Y-splitsing. Hier dienden we de steile Rue des Chasseurs Ardennais te nemen en die bracht ons uiteindelijk tot aan de kerk van Erezée. Een laatste beklimming die toch wel energie kostte. Moe maar voldaan bereikten we opnieuw het plein ter hoogte van de kerk en konden we alweer terugblikken op een toch wel bijzondere wandeling.”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, waarin ook enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Wandeling 3 uit de Dagstappergids. Vertrokken in Erezée. Aangename lus, bosrijk of met weidse panorama’s. Unieke wandelomgeving. Zonnig maar bar koud. J: Derde wandeling uit de Dagstappergids ‘Het Hart van de Ardennen’. Tocht vanuit Erezée in de omgeving van de Aisne. Een mooie afwisselende tocht via Oster, Eveux, Le Pas-Bayard, Oppagne, Soy en Fisenne. Af en toe stevig klimwerk onderweg. Zonnig maar koud voorjaarsweer. Enkele prachtige vergezichten over de vallei van de Aisne.’

223: Barvaux-sur-Ourthe, Zaterdag 26 februari 2011, 22,2 km. (4494,986 km.)



Een wandeling, afkomstig uit de Dagstappergids, uitgegeven bij Lannoo. Ditmaal gingen we van start in Barvaux, ook wel genoemd Barvaux-sur-Ourthe. Na afloop van deze beschreven wandeling, schreven we een verhaal met betrekking tot onze belevenissen onderweg, alsook aangaande de bezienswaardigheden, omstreeks 21:51 uur.

“Na één komt twee. Vertrekkende van deze logica, togen we deze ochtend naar Barvaux s/Ourthe, om aldaar wandeling N°. 2 uit de Dagstappergids Hart van de Ardennen, even van nabij te bekijken en vooral te ervaren. Deze wandeltocht gaat over een afstand van 22,2 km en neemt een aanvang ter hoogte van de brug over de Ourthe, tevens een plaats waar je met veel gemak je wagen kan parkeren. Deze wandeling bestond uit twee lussen, waarbij de eerste lus je zou brengen tot in Wéris en de tweede lus tot in de nabijheid van Durbuy. Na een hapje op de parkeerplaats, trokken we op weg voor het eerste gedeelte van de wandeling. Het was licht bewolkt en af en toe kregen we een flauw zonnetje te zien. We trokken op weg in de richting van de plaatselijke kerk, om vervolgens daar linksaf de richting van Wéris te nemen. Hier volgden we het traject van de GR 57, net zoals dat vorige week reeds het geval was geweest.

De weg ging gestaag de hoogte in en we kwamen langsheen het sterk ommuurde kerkhof van Barvaux. Even verder dwarsten we de spoorweg en daar ging het linksaf, om vervolgens evenwijdig met de sporen verder te wandelen, voorbij het voormalige station van Barvaux. Op het einde van de weg ging het naar rechts, richting Heyd. Hier volgden we een nogal drukke verkeersweg, gelukkig slechts over korte afstand. Even later dienden we een rechts gelegen onverharde weg op te gaan, even later gevolgd door een sterk omhoog gaand kalkstenen pad. Hier lag het een beetje glibberig omwille van de regen van de voorbije dagen. Het pad leidde ons doorheen een stukje bos, om wat verder over te gaan in een normale veldweg tussen weilanden. De veldweg veranderde nog wat verder in een asfaltweg en zo ging het via een kronkelende weg richting Morville, een klein dorp dat we reeds van in de verte konden zien. Bij het binnenkomen van de bebouwde kom, dienden we opnieuw stevig klimwerk te verrichten. Voorbij de drukke verkeersader Heyd – Wéris, klommen we verder tot zowat 300 m boven de zeespiegel.

Toen we achterom keken, kregen we zowaar een prachtig zicht over een gedeelte van de Ardennen. Tijdens deze klim, bemerkten we onderweg reeds grote blokken puddingsteen, een steensoort welke we later tijdens de wandeling nog vaak zouden tegenkomen. Een van de eerste bezienswaardigheden onderweg, openbaarde zich even later aan onze ogen: Lit du diable. Deze enorme rotsblok had inderdaad de vorm van een bed. Ter hoogte van dit merkwaardig stukje rots, ging het haaks linksaf en begonnen we aan een wel erg steile beklimming tussen de bomen. Enkele schaarse rood-witte markeringen toonden ons de weg. Boven gekomen echter, werden we beloond met een prachtig panorama en bovendien kregen we aldaar de Pierre Haina, ofte Steen van de Wijzen te zien. Hier namen we even de tijd om alles op te nemen en vooral te genieten van deze wel erg mysterieuze omgeving. Nu we de top van deze heuvel hadden bereikt, begonnen we vooreerst aan een nogal gevaarlijke afdaling via een smal pad, hier en daar voorzien van rotsen.

Even later bereikten we een dwarsgelegen veldweg en daar hielden we links aan, stilaan richting Wéris. We volgden aldaar het Circuit des pierres de légende, richting lager gelegen Wéris, het zogeheten Waalse Stonehenge. Via een gemakkelijk te bewandelen asfaltweg, bereikten we korte tijd later de dorpskern van Wéris. We bewandelden een kort stukje de Route Champêtre. Daar in Wéris, hadden we even oog voor enkele kunstwerkjes en namen ook de tijd even te verpozen op het terras van het plaatselijke Musée des Megalithes, alwaar we werden voorzien van een kanjer van een stempel in ons wandelboekje. Na een heerlijke koffie zetten we ons terug in beweging en wandelden via een pittoresk steegje richting Sint-Walburgakerk. We wandelden langsheen de voorkant van de kerk, om via een trapje terug de openbare weg te bereiken. We volgden van dan af de gele bordjes N°. 1 van de route Les mégalithes. We wandelden langsheen enkele fraaie huizen verder, richting volgende bezienswaardigheid: Dolmen de Wéris. Deze voormalige begraafplaats werd ook destijds opgebouwd uit puddingsteen.

Volgens onze wandelgids was deze begraafplaats 9,9 m lang en 4,6 m breed en was gevormd uit 16 blokken steen. Alvast een bezienswaardigheid onderweg, in deze toch al mooie en rustige wandelomgeving. Ter hoogte van deze Dolmen sloegen we linksaf en volgden een smalle betonweg over de nabijgelegen heuvelrug. Links in de verte bemerkten we vooreerst één en even verder drie menhirs. Aan het einde van het weggetje, bereikten we opnieuw een drukkere dwarsweg, alwaar we ons over vrij korte afstand naar rechts begaven. Even verderop verlieten we gelukkig deze drukke verkeersweg, via een smal pad aan de overkant van de weg, rechts dus. We trokken opnieuw doorheen een stukje bosgebied, langsheen enkele bouwvallige vakantiehuisjes en een alles ontsierende gsm-zendmast. Verderop kregen we een stukje kiezelweg voor de voeten en trokken voorbij een chaletwijk. Het weggetje gestaag volgend, bereikten we een tijdje later de wel erg drukke verkeersweg Route d’Oppagne. Ook hier hadden we het geluk, slechts over relatief korte afstand deze drukke weg te moeten volgen, vermits we later een parallel gelegen wegje volgden.

In een dalende wandelpas ging het opnieuw naar de spoorweg, die we eerder tijdens de wandeling hadden overschreden. Op die manier ging het via een stukje van de heenweg, richting brug over de Ourthe in het centrum van Barvaux. Hier kregen we bij het binnenkomen van het centrum de eerste regendruppels te verwerken en het zou van kwaad naar erger evolueren. Van de nood een deugd makend, namen we even een korte pauze in een van de horecazaken van Barvaux. Aangezien het nadien nog steeds bleef regenen, zat er niets anders op dan regenkledij aan te trekken voor het tweede gedeelte van de wandeltocht. Het tweede gedeelte bracht ons vooreerst over de brug van de Ourthe, om aan de andere kant, meteen linksaf naar beneden te gaan, om daar via een betonnen pad de rechteroever te volgen. Het ging hier achtereenvolgens langsheen het plaatselijke minigolfterrein en vervolgens dwars doorheen een aan de Ourthe gelegen camping. We passeerden het bordje Chemin touristique Barvaux – Durbuy 6 km.

We hadden meteen een idee hoelang we dit betonnen paadje, voorzien van groen-wit-groene bordjes zouden volgen. We wandelden nu doorheen een prachtige natuuromgeving, waar af en toe bezijden het pad enorme rotswanden opdoken. Een van de meest merkwaardige was de Glawanrots en de moeite waard om even bij stil te staan. Ondertussen begon het steeds harder te regenen en dat bedierf toch wel enigszins de pret van het wandelen. Ongeveer halverwege deze Chemin, ging het via een brug over de Ourthe naar de andere oever. We volgden nu de linkeroever stroomopwaarts. Af en toe ging het parcours lichtjes op- en afwaarts. We kwamen langsheen de afslag naar het dorpje Bohon, doch vervolgden onze weg, richting het verder gelegen Warre. De kerktoren van dit plaatsje zagen we in de verte verschijnen. Na een vijftal kilometer de oevers van de Ourthe te hebben gevolgd, kwamen we langsheen de Roche aux Corbeaux, ofte ravenrots. We volgden nog een eindje verder het pad naast de Ourthe, tot even voorbij het bordje van de 6 km, alwaar we haaks linksaf dienden te gaan. Meteen begonnen we opnieuw aan een stevige beklimming, richting verder gelegen bosgebied.

Op die manier waren we ondertussen Durbuy reeds voorbij en ging het terug richting Barvaux. Eenmaal het hoogste punt bereikt op dit gedeelte van de terugweg, ging het nadien via een asfaltweg gestaag bergaf richting vallei van het lager gelegen Barvaux. We konden reeds van verre de kerktoren van Barvaux bemerken en waren heel snel terug beneden in de vallei. Via een drukke toegangsweg naar het centrum, bereikten we even later opnieuw de brug over de Ourthe, meteen het eindpunt van de wandeling van vandaag. Ondanks de minder goede weersomstandigheden, was deze wandeling toch een aanrader, vooral omwille van de bezienswaardigheden onderweg, maar ook al omwille van de mooie natuurlijke omgeving, waar doorheen de Ourthe zich een weg heeft gezocht.”

We ronden af met een blik in de wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Barvaux s/Ourthe, Morville, Wéris, Barvaux. Stevig klimmen, rotspartijen. Ourthe-oevers en de dolmen en menhirs van Wéris. Le lit du Diable. Somber en veel regen in het tweede deel. Mooie wandelomgeving! J: Wandeling N° 2 uit de Dagstappergids ‘Hart van de Ardennen’. Start in Barvaux s/Ourthe. Een lus richting Morville en Wéris en een andere richting Durbuy. Onderweg de steen van de wijzen, het duivelsbed en de dolmen van Wéris. Regen!!’

222: Vieuxville, Zaterdag 19 februari 2011, 12,4 km. (4472,786 km.)



Nadat we in het verleden deelnamen aan georganiseerde wandeltochten, gooiden we het in 2011 over een andere boeg. We namen toen het besluit om, in het kader van onze latere voettocht naar Santiago de Compostela, wat meer het traject te volgen van GR-paden. Een ideaal begin daartoe leken ons de Dagstappergidsen van Lannoo, waarin we heel wat wandelingen langsheen GR-paden konden ontdekken. Hierna een eerste wandeltocht, welke we destijds ondernamen en waarvan we na afloop een kort relaas neerschreven, omstreeks 19:42 uur.

“Vandaag kozen we een wandeling uit de Dagstappergids, deel 1: Hart van de Ardennen. Meer bepaald trokken we naar Vieuxville, alwaar ons een wandeling werd gepresenteerd van 12,4 km, onder de noemer ‘De overgang van Boven- naar Midden-Ourthe’. De startplaats van deze tocht was gelegen ter hoogte van de Ferme Bouverie, nabij de kerk van Vieuxville. We vonden met veel gemak een parkeerplaats op de parking van dit museum. Bij een temperatuur van ongeveer 3° C, voelde het wel enigszins fris aan, om van start te gaan. Voorzien van de nodige mondvoorraad en de handige wandelgids, trokken we even later op pad. Het was lichtjes bewolkt, doch blijkbaar deed de zon toch wat moeite om doorheen het wolkendek te breken. Zolang we het maar konden droog houden onderweg. Bij het verlaten van de parking van de Boeveriehoeve, dienden we een smalle asfaltweg naar links te volgen. Hierbij volgden we het verloop van een tweetal routes, de Route de Logne (bordjes met de aanduiding Château fort de Logne) en de Route Jolie vers l’Ardenne. Onderweg troffen we tal van horecazaken aan, voornamelijk hotels en restaurants.

Rechts van de weg, was men druk doende met houthakken op de beboste helling. De wandelweg die we dienden te volgen, werd duidelijk aangegeven in de Dagstappergids, waarbij telkens werd aangegeven welke kleur van bordjes diende te worden gevolgd. In eerste instantie betroffen het gele opstaande rechthoekjes. Even verderop bemerkten we de van links komende rivier de Lembrée, die tot dicht bij de weg kronkelde. Een eindje verliep deze waterloop evenwijdig met de door ons te volgen weg. Uit een pad, rechts gelegen, voegde zich het traject van de GR 57, samen met de wandelweg welke we volgden. Op die manier trokken we verder in de richting van de vroegere watermolen van Logne. Nu bevindt zich aldaar een horecazaak, met op de gevel het embleem van Hofleverancier. Helaas stond de zaak te koop. Ondertussen kregen we rechts van de weg een steile rotshelling te zien. Wat verderop ging het traject van de GR 57 een andere richting uit, wij wandelden echter verder naar het recreatieoord Ferme de Palogne.

Aldaar staken we via een brug de snelstromende Ourthe over en volgden de linkeroever, richting het dorpje Sy. Een smalle betonstrook naast de Ourthe, fungeerde hier als leidraad waarlangs zich de Paze 89 d’Inzèven Sy begaf. Deze oude bordjes, voorzien van wandelroutes, zouden we onderweg nog herhaaldelijk aantreffen. Op weg langsheen dit smalle betonpad, konden we duidelijk de sporen zien van de recente overstromingen in het gebied. Aan de hand van het zwerfvuil dat zich bevond in de takken, struiken en hagen, kregen we een idee van hoe hoog het water heeft gestaan. Op zijn minst was het niveau van het water toen een paar meter gestegen. Aan de overzijde zagen we hoe de Lembrée uitmondde in de Ourthe. Deze waterloop vervolgde een weg, langsheen enkele steile rotswanden, waarbij uiteindelijk een bocht naar links werd gemaakt, om op die manier de harde wanden te omzeilen.

Naarmate we het pad verder volgden, kregen we links enkele vervallen vakantiehuisjes te zien, hetgeen een desolate indruk geeft aan de omgeving. Even verderop bereikten we de plaats waar zich aan de overkant van de Ourthe, de steilste rotsen bevonden langsheen deze rivier: Les Crêtes. Toen het einde van het betonnen pad was bereikt, vervolgden we onze weg langsheen een smalle asfaltweg naar de even verder gelegen spoorwegbrug over de Ourthe. Eenmaal onder de brug door, sloegen we linksaf om vervolgens via een evenwijdige voetgangersbrug, de Ourthe de dwarsen. Zo bereikten we aan de overkant het stationnetje van Sy en draaiden aldaar linksaf, richting dorpskern. Tal van gekleurde bordjes gaven meteen een idee inzake het aantal wandel- en fietstrajecten dat aldaar kan worden gevolgd. Toen we Sy bereikt hadden, waren we eigenlijk wel toe aan een kop koffie en gelukkig konden we even verder terecht in een plaatselijke Taverne – Camping ‘La Petite Différence’. Aldaar werden we verwelkomd door vlaams sprekende zaakvoerders en konden alvast genieten van een lekkere kop koffie en een leuke babbel.

Even later dienden we terug op pad te gaan, teneinde onze route te vervolgen. We wandelden langsheen de rechteroever van de Ourthe doorheen een beukendreef en langsheen een klein speelpleintje, om vervolgens aan een kleine rotonde het links gelegen pad te volgen. Vaak wisselden de routebordjes van kleur en op die manier gingen we nogmaals onder de spoorwegbrug door. Ondertussen bevonden we ons opnieuw op het traject van de GR 57 en wandelden verder tussen de rivier en de rechts gelegen rotspartijen. Wat verderop maakten de rotsen plaats voor weiland. We kregen nu een rotsachtig wandelpad te verwerken en kwamen zo langsheen een verder gelegen forellentrap, dusdanig aangelegd dat de vissen van de Ourthe de overstap kunnen maken naar de rechts gelegen beek om te paaien. We bevonden ons nu op het traject van de Balade Croix du Curé en lieten de Ourthe wat later links liggen. Naarmate we op die manier de vallei verlieten, ging het traject stevig de hoogte in en volgden we een rotsachtig, af en toe glibberig pad. Boven gekomen bereikten we een weide, waar we via een hekje toegang kregen.

We staken de weide over om aan de overkant een asfaltwegje te bereiken. Hier ging het rechtsaf en meteen konden we opnieuw beginnen klimmen, ditmaal recht naar een stukje bos toe. Onderweg kregen we zicht op het kasteel van Lassus en het dorp Hamoir. De weg bracht ons verder het bos in, waarna we op een Y-splitsing, links dienden aan te houden. Er volgde een stukje vals plat, tot we even verder bezijden de weg een zitbank bemerkten. Hier namen we even de tijd om een hapje te eten en vooral te genieten van het weidse uitzicht. Vooral de met klimop begroeide bomen trokken onze aandacht. Even later klommen we nog een stukje verder, om vervolgens het bos te verlaten via een prachtige lange paardenkastanjedreef. Uiteindelijk bereikten we even verderop een verbodsbord voor motorvoertuigen en sloegen aldaar linksaf. We volgden nu de rand van een links gelegen bos en rechts hadden we weiland. Op deze onverharde weg vervolgden we onze wandeling. Het pad verliep nu geleidelijk dalend verder tot we een dwars gelegen openbare weg bereikten.

Op deze plek, Marlières genoemd, staken we de weg over en volgden een stukje aardweg, zij het slechts over korte afstand. Het ging vervolgens naar rechts via een graspad. Het ging nu even tussen de akkers door, om vervolgens doorheen een met takken overgroeid pad te wandelen. Een klein stukje bos liet het pad wat heen en weer kronkelen, waarna we nogmaals een stevige klim kregen te verwerken, ditmaal via een modderig en uitgehold stukje wandelpad. Toen we deze slechte passage achter de rug hadden, bereikten we een wandelboom ter hoogte van een dwarsweg. Hier volgden we rechtdoor de Voye de Tchafor, die ons terug zou leiden naar het grondgebied van Vieuxville. Na nog een stukje aardeweg, kregen we nadien een grindpad voor de voeten en dat leidde ons naar de lager gelegen openbare weg. Aldaar ter hoogte van de Esplanade Sgt. Emmanuel Rycx, konden we even van nabij een plaatselijk monument bekijken ter ere van de oorlogsslachtoffers. Nadien restte ons enkel nog via de brede openbare weg af te dalen naar Vieuxville, om even later ter hoogte van de kerk uit te komen op de N86, de weg Aywaille – Barvaux. We namen nog even de tijd een gedenkplaat te bekijken ter hoogte van de kerk en op aanraden van de wandelgids even het kerkhof te bezoeken. Daar bevindt zich immers nog een Romaanse kapel. Meteen bereikten we ook opnieuw de Boeveriehoeve, eindpunt van deze rustige wandeling langsheen de Ourthe. ”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Wandeling deel 1 Hart van de Ardennen. Vieuxville, Logne, Sy, Lassus, Vieuxville. Langs de Ourthe, les crêtes de Sy, bos en natuur. Aangename mooie tocht en rustig. Enkele oorlogsmonumentjes. Koud! J: Wandeling 1 uit de Dagstappergids – Hart van de Ardennen. Tocht met start in Vieuxville en langs Logne, Sy, Lassus. Vertrek aan de Ferme Bouverie. Mooie en rustige wandeling langsheen de Ourthe. Kleine pauze in La Petite Différence in Sy. Onderweg zacht, maar koud voorjaarsweer.’

zondag 29 maart 2020

096: La Roche-en-Ardenne, Vrijdag 26 juni 2009, 14,5 km. (1858,124 km.)



De derde wandeldag, tijdens de vierdaagse Mesa 2009, met start in het bekende La Roche-en-Ardenne. Ook deze tocht werd voorheen niet aangekondigd in de wandelgids Marching. Na afloop van deze vierdaagse, schreven we naderhand een kort relaas aangaande onze ervaringen, op dinsdag 30 juni 2009, omstreeks 08:59 uur.

“Deze ochtend gingen we van start op de Quai de l'Ourthe te La Roche, voor de derde etappe van de mini Mesa 2009. Een wandeling van 14,5 km met een hoogteverschil van 310 m. Reeds bij onze aankomst per bus, heerste er een drukte van belang op dit plein, dat voor de gelegenheid was gevuld met diverse pantservoertuigen van de krijgsmacht. Na onze startstempel, verlieten we het plein en volgden naar links de Ourthe. Aan het eerste kruispunt sloegen we rechtsaf en staken de brug over de Ourthe over. Hier was er reeds de splitsing tussen de beide afstanden. Even verderop, aan het volgende plein, kregen we reeds een tweede controlestempel. Hier gingen we rechtdoor en verlieten de bebouwde kom van het stadje. Na enkele honderden meters wandelen, kwamen we aan de ingang van camping Le Vieux Moulin. Hier verlieten we de weg en sloegen een links gelegen bospad in. Meteen ging het steil omhoog. Via een serpentinewegje stegen we het bos in. Bij het begin van de klim bemerkten we het punt genaamd Petite Strument (250 m).

Hier volgden we het wandelpad in de richting van Buisson (3h25). Toen we de top van de heuvel hadden bereikt en op een open plek aankwamen, werd het de hoogste tijd om een broodje te eten. Nadien vervolgden we onze weg en wandelden op de heuvelkam. Even later bereikten we het Forêt Communale van la Roche. Tussen de lage planten kronkelde het pad verder tot de weg overging in een grindpad en breder werd. Bijna vlak, vervolgde het traject, tot we een asfaltweg bereikten. Deze weg leidde ons tot in het dorpje Hives, alwaar we aan de kerk een kleine pauze namen en wat tijd om foto's te nemen. Voorbij de kerk ging het richting Buisson. We deden dit echter niet via de openbare weg, vermits we wat verderop een links gelegen grindpad insloegen. Dit pad ging in dalende lijn verder tot het punt Panorama Villages de Hives (380 m). Vanaf hier bevonden we ons op het wandelpad Moulin de Wasses (55'). Het pad verliep verder in dalende zin tot we een volgend bos bemerkten en de ervoor gelegen beek. Deze was iets breder dan normaal en had het wandelpad ingenomen. Het was dus even door het water waden om vervolgens het erachter gelegen bospad te nemen.

Dit pad verliep opnieuw naar de top van de heuvel, terug klimmen dus tussen de bomen. Eenmaal de top van de heuvel bereikt, zagen we een open plek, waar een groot gedeelte van het bos was omgehakt. Wat verderop dienden we een steile afdaling te nemen die uitmondde op het punt Moulin de Wasses (325 m). Hier volgden we het grindpad naar rechts, richting Buisson (25'). Nadien ging het via een asfaltweg en die mondde uit in het dorpje Buisson. Hier ook even de tijd voor een korte adempauze, op een bankje op het dorpspleintje. Achter het plein ging de weg verder doorheen een aanpalend bosje en ging het traject de hoogte in. Spoedig bevonden we ons op een grindpad en dat vervolgde tussen de weilanden. De zon gaf reeds veel warmte en dat was te bemerken aan de drinkende wandelaars. Een volgende heuvelrug verborg voorlopig de eerste bevoorradingspost. Hier werden de wandelaars getrakteerd op een ijslolly.

Van rechts kwamen de wandelaars het parcours vervoegen, die vertrokken waren in Houffalize. Na een verfrissende drank gingen we terug op pad. We stapten in de richting van een iets hoger gelegen bos en troffen onderweg het traject van de GR57. We volgden deze route langs de rand van het bos en even later door het bos. Even later bereikten we het punt Seuren (405 m) en kwamen uit de richting Borzée - Bas Hameau. Vanaf nu ging de wandeling in dalende zin tot aan het punt waar we deze ochtend waren vertrokken. We kwamen achtereenvolgens voorbij de aangeduide punten Cresse du Corbeau (325 m), Les Olivettes (300 m). Het pad ging steeds verder en verder naar beneden en dat voelde toch iets gemakkelijker om te wandelen. Juist voor het binnenkomen van de bebouwde kom van La Roche, kwamen we nog even voorbij een publiciteitsstand van Aquarius, waar we werden voorzien van een gratis blikje Lemon. Nadien overschreden we terug de Ourthe en volgden de belangrijkste winkelstraat van het stadje tot aan de Quai de l'Ourthe.

Op de terugweg zagen we nog het prachtige kasteel van la Roche. Aan de aankomst slaagden we er niet in om een zitplaats te bemachtigen, dus dienden we genoegen te nemen met een boordsteen aan de Ourthe. Het was even uitblazen en wachten op de bus, richting kamp van Bastogne. Morgen zijn we toe aan de laatste dag van deze vierdaagse.”

Tot slot geven we in het kort weer, wat destijds werd genoteerd in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: La Roche-en-Ardenne. Mooie wandeling met ferme klimpartij. Even een dipmoment. Stralend weer. Overlijden Jasmine vernomen. J: Derde dag van de mini mesa 2009. Wandeling met start in La Roche-en-Ardenne en doorheen de dorpen Hives en Buisson. Een groot gedeelte gevolgd van de GR57. Op de plaats van vertrek een tentoonstelling van een serie pantservoertuigen. Tijdens de wandeling gratis ijslolly en Aquarius frisdrankje. Zonnig en warm wandelweer. Morgen volgt de laatste dag van onze tweede vierdaagse mesa!’

095: Houffalize, Donderdag 25 juni 2009, 12,5 km. (1843,624 km.)



De tweede wandeldag tijdens de Mesa 2009. Eerder hadden we het over Neufchâteau, vandaag komt Houffalize aan de beurt. Ook deze aflevering uit de bekende vierdaagse, werd niet aangekondigd in de wandelgids Marching van dat jaar. Aangezien we ter gelegenheid van dit wandelgebeuren enkele dagen het huis uit waren, werd pas op maandag, 29 juni 2009, omstreeks 09:44 uur, het hierna weergegeven relaas geschreven.

“Deze ochtend omstreeks 05:30 uur gewekt en de bus genomen omstreeks 06:50 uur, richting Houffalize. Daar namen we vandaag deel aan de tweede etappe van de mini Mesa 2009. Een tocht van 12,5 km met een hoogteverschil van 290 m. We vertrokken dan ook, vergezeld van een stralende zon op de Place Janvier 45, de plaats waar de toeristische dienst is gevestigd. Hier beginnen ook tal van wandelingen voor de bezoekers aan Houffalize. We verlieten het plein en draaiden linksaf om de Ourthe over te steken. Hier volgden we het traject van de GR57. De weg ging, net als gisteren, meteen steil de hoogte in. Niet verwonderlijk, vermits het dorp in een dal is gelegen. De top bereikt, sloegen we linksaf in de richting van de plek genaamd Fin de Ville. De weg veranderde in een grindpad en we vervolgden onze weg tussen de weilanden. Wat later verlieten we het traject van de GR57 en sloegen rechts een veldweg in, vooreerst dalend, nadien terug in stijgende lijn.

Tussen wat opgeschoten struiken door bereikten we een kleine asfaltweg. We volgden die naar links en gingen onder de autosnelweg A26 door. We volgden terug het traject van de GR57. Het parcours verliep vanaf nu in de richting van de plek genaamd La Longue Virée. In het begin wandelden we langs de rand van een bosgebied. Wat later trokken we een klein stukje door het bos zelf, afwisselend dalend en stijgend. Bij het verlaten van het bos kwamen we opnieuw terecht op een asfaltweg, die eerst sterk stijgend en nadien dalend verliep. Wat hogerop zagen we reeds veel wandelaars stappen in de richting van een verder gelegen bos, doch juist ervoor splitsten zich de grote en kleine afstand. Hier verlieten we de asfaltweg en sloegen een links gelegen pad in dat sterk begon te dalen. De GR57 vervolgde zijn weg naar het hoger gelegen bos. Wij bevonden ons op een holle weg, die enorm sterk begon te dalen.

Het pad bestond deels uit keien en deels uit rotsen. Een beetje voorzichtigheid was hier wel op zijn plaats. Uiteindelijk arriveerden we beneden op een asfaltweg, waarnaast de Ourthe verder kabbelde. Hier bemerkten we dat we een deel hadden gevolgd van de Promenade du Pont du Suhet. We namen even de tijd om een broodje te eten in het gezelschap van een Nederlandse wandelaarster. Later zouden we haar beter leren kennen als Leni. Na deze korte pauze, vervolgden we naar rechts de weg welke naast de Ourthe was gelegen. Even later sloegen we een links gelegen pad in, waar we via een brugje de Ourthe opnieuw overstaken. We trokken het bos in via een steil pad. Nadien was het pad te steil om te bewandelen en waren touwen aangebracht om zichzelf naar boven te trekken. Hier ontstond een kleine file en was het even aanschuiven.

De rotsen waren erg glibberig en nat en daardoor werd het tempo even gebroken. Na deze klimpartij volgde nog een tweede steil bospad, dat diende te worden beklommen zonder hulpmiddelen. Uiteindelijk bereikten we een open plek in het bos, waar we werden voorzien van gesneden sinaasappelen. Ook namen we de tijd voor een drankje en werden de waterflessen aangevuld. Na de bevoorrading, sloegen we linksaf, terug het bos in. Hier verliep het parcours terug samen met de GR57. Na de voorbije beklimmingen volgde nu een lange afdaling door het bos. We bemerkten het punt Pont du Suhet (320 m). Het voorbije deel van de wandeling had deel uitgemaakt van de Promenade de Nabiselle. We volgden de Promenade de Suhet, alweer de hoogte in. Via het traject van de GR57, gingen we onder de autosnelweg A26 door en volgden een breed wandelpad tot aan het punt A Suhet (335 m). Wat verder volgden we een tijdje een kleine betonweg, om nadien terug naar rechts af te slaan en een stijgend pad te volgen, doorheen het bos.

Het bos gaf uit op de grote weg, welke we een klein stukje volgden, om enkele honderden meters verder, rechts het bos opnieuw in te gaan. We bemerkten de rand van het bos en zagen de eerste huizen van Houffalize. Hier kregen de wandelaars een Arctic waterijs, die met veel zin werd gesmaakt. De weg ging nu steil naar beneden, we bevonden ons immers op de gekende Rue St Roch. We volgden dit smalle baantje naar beneden, tot aan de Place waar zich de Duitse Panther tank bevindt. Deze tank maakte destijds deel uit van de 116de Duitse Panzerdivision, gekend uit de slag om de Ardennen. Aan het tankmonument sloegen we linksaf, om het traject van de GR15 te volgen tot aan de Place Janvier 45. Hier konden we terecht voor de eindcontrole en na een verfrissend drankje, op zoek naar de bus en terug naar het kamp van Bastogne. De Mesa 2009 was reeds halfweg en nog steeds de zon van de partij.”

Tot slot laten we even meekijken in onze wandelboekjes, teneinde te vernemen wat we destijds na de tocht daarin noteerden. ‘K: Zon! Mooie lus in en rond Houffalize. Heel mooi van natuur met de bebloemde bermen en bossen. Ferme klim met touwleuning. Good shape! J: Tweede dag van de mini mesa 2009. Wandeling met vertrek in Houffalize. Tocht doorheen de uitgestrekte bossen, af en toe sterk stijgend en dalend. Het gekabbel van de Ourthe, de rust en de uitdrukkelijke aanwezigheid van de zon. De tekenen van besparing zijn duidelijk: geen routeplannen in kleur, geen stickers van de vierdaagse, pendelbussen van mindere kwaliteit. Maar ach, we genieten er toch van.’