Posts tonen met het label Zoniënwoud. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Zoniënwoud. Alle posts tonen

zaterdag 13 maart 2021

453: Bosvoorde, Zaterdag 30 mei 2020, 21,437 km. (9182,302 km.)


“Een zonnige zaterdagochtend bracht ons na een ritje per bus en trein, naar het station van Bosvoorde. Vanaf daar zouden we een wandeling ondernemen, waarvan we het traject hadden bekomen via opzoekingen op internet. Deze tocht, voor het grootste gedeelte doorheen het Zoniënwoud, had een voorziene lengte van 16,34 km. Echter omwille van een slechte beschrijving, zouden we tijdens het verloop van deze wandeling, de verkeerde kant opgaan, waardoor we uiteindelijk een totaal andere route zouden bewandelen. Het kan al eens verkeren zo te zien. Maar goed, toen we even na negen uur ’s ochtends het station van Bosvoorde verlieten, ging het vooreerst via de drukke Terhulpensesteenweg naar de zowat 500 m verder gelegen Graafdreef of Drève du Comte, een zijstraat van de steenweg. Daar zou eigenlijk de geplande wandeling een aanvang nemen. Het smalle kasseiwegje, even verder overgaand in asfalt, eindigde ter hoogte van de parking Verdronken Kinderen en aan de ingang van het Zoniënwoud. Voorbij een slagboom konden we verder gaan, nog steeds in de Graafdreef om een kruispunt te bereiken van meerdere wegen. We bogen rechtsaf op de Tumuliweg en vrijwel onmiddellijk links naar het Bocqpad. We passeerden de rechts gelegen Hoefijzervijver, altijd leuk voor een paar mooie wandelbeelden. Na een lange bocht naar rechts kruisten we de Verdronken Kinderendreef, gevolgd door de Infantedreef.

Onze wandeling verliep vervolgens een tijdje evenwijdig aan een smalle beek, tussen de Verdronken Kinderendreef en de Korporaaldreef. Ter hoogte van de eerste dwars gelegen dreef ging het naar links, om weinig later opnieuw links af te slaan, terug op de Verdronken Kinderendreef. Toen we nadien opnieuw op de kruising kwamen met de Infantedreef, ging het nagenoeg haaks rechtsaf tot we de volgende dreef konden aantreffen, de Hoefijzerweg of Chemin du fer à cheval. We dienden dit wandelpad naar links op te gaan en kregen zo stilaan zicht op de plaats waar we voordien waren van start gegaan. We hadden zo een kleine lus afgelegd van zowat 3 km. Tijd om er even op een bankje te verpozen voor een hapje en een drankje. Na een wat langere eet- en rustpauze, maar vooral na te hebben genoten van het zonnetje, gingen we opnieuw op weg. Ditmaal begaven we ons naar links op de Boshyacintenvoetweg, welke leidde langs de Westelijke Verdronken Kinderenvijver. Een bocht op het gevolgde pad naar rechts, liet ons dan ook de Oostelijke Verdronken Kinderenvijver bekijken. We kruisten even later de Tweebergenweg of Drève des Deux Montagnes en stapten voorbij de Kluizenaarsvijver, om dan rechtsaf verder te wandelen op het Vuilbeekpad. Dit mooie en kronkelende bospad kenden we reeds van vorige wandelingen doorheen het Zoniënwoud.

Echter daar ging de geplande tocht de mist in. We dienden immers na een tijdje het Vuilbeekpad naar links te verlaten via het Berkenvoetpad, richting Sint-Hubertusdreef, doch blijkbaar hadden we deze afslag over het hoofd gezien. We wandelden nog steeds verder langs het Vuilbeekpad, op zoek naar de afslag, doch uiteindelijk kwamen we terecht op het einde van dit reeds vermelde pad. Totaal uit de richting konden we vaststellen. We bevonden ons toen in de nabijheid van de drukke Harasdreef links, bijgevolg draaiden we rechts een bospad op dat tenslotte uitmondde in de Tweebergenweg. Even over korte afstand naar links en we arriveerden in de Lorrainedreef. We gingen dan maar op zoek naar de kortst mogelijk route richting centrum van Brussel. Na een tijdje doorheen de Lorrainedreef te zijn gegaan, bemerkten we één van de vele fietsroutes doorheen de hoofdstad, alwaar we konden aflezen dat we 8,3 km waren verwijderd van het Centraal station. We besloten dan maar deze route 5 te volgen, richting spoorwegstation. Onderweg passeerden we nog de begraafplaats van Elsene, alwaar we even halt hielden om er het graf te zoeken van een van de verre verwanten van maatje, nota bene een militair gesneuveld tijdens de oorlog.

Na wat zoeken vonden we de betreffende plaats op het kerkhof. Nadien zakten we stilaan af door enkele drukke winkelstraten om tenslotte in het station de terugreis aan te vatten. We eindigden deze enigszins anders verlopen wandeltocht na 28207 stappen, goed voor 21,437 km.”

zondag 10 januari 2021

432: Jezus-Eik, Zaterdag 18 januari 2020, 13,132 km. (8792,753 km.)

“Een wandeling langsheen een gedeelte van de GR512, de Brabantse Heuvelroute tussen Diest en Geraardsbergen. Ditmaal vertrokken we vanuit Jezus-Eik. Na een voorafgaande verplaatsing per bus en trein, bereikten we het centrum van Jezus-Eik. Omwille van het vroege uur was nog alle horeca gesloten, dus gingen we maar van start zonder vooreerst te hebben genoten van een kopje koffie. Het was dan ook reeds 10:00 uur toen we ter hoogte van de Onze-Lieve-Vrouwkerk links de Kapucijnendreef opgingen. Tijdens een vorige etappe langs deze GR waren we via deze weg terug gekomen naar het centrum van de gemeente. Ditmaal volgden we een stukje van de reeds voorheen afgelegde weg, op zoek naar waar we tijdens een vorige tocht het traject van de GR512 hadden verlaten. We hielden even verder halt ter hoogte van het Cultureel Centrum de Bosuil, om er even gebruik te maken van de sanitaire voorzieningen. Voorbij het CC draaiden we links de Jachtdreef in betraden het Zoniënwoud. Ter hoogte van een Y-splitsing namen we de rechtertak om even verder het punt te bereiken waar we tijdens een vorige wandeling de GR512 hadden verlaten. We bevonden er ons op het kruispunt van de GR512, de GR579 en de Streek-GR Groene Gordel. Vanaf nu volgden we opnieuw de rood-witte markeringen van de GR512, met andere woorden, we gingen linksaf de Woudmeesterdreef in.

Gekomen aan het kruispunt met de Jachtdreef, ging het linksaf op een kasseiweg, de Sint-Jansdreef, om zowat 250 m verder opnieuw links te gaan in de Onze-Lieve-Vrouwweg. We trokken door een mooi dal, alwaar we halverwege omstreeks 10:40 uur even halt hielden om er te genieten van een broodje. Na deze aangename onderbreking stapten we verder tot op het einde van het dal, om er vervolgens rechts de Prinsenweg in te gaan. We kruisten er de Haagbeukendreef om 400 m verder via een tunnel onder de E411 door te gaan. Aan de andere kant van de tunnel ging onze wandeling verder in de Prinsendreef tot aan het kruispunt met de Tambour Dreef, die we naar links inwandelden. Op het einde van deze dreef ging het opnieuw naar rechts, waarna we uitkwamen in de Wolvendreef. Via deze weg gingen we even later via een tunnel onder de R0. Eenmaal onder de R0 door bereikten we een kruispunt van meerdere bosdreven, om er links de Mezendreef in te stappen. Via deze dalende weg kwamen we aan een splitsing om er dan links het Eikendalpad te betreden. Na een eindje het pad te hebben gevolgd, hielden we er even kort halt om 12:10 uur om er te genieten van een appeltje.

Nadien volgden we verder dit smalle bospad over een afstand van ongeveer 1,4 km, terwijl we meerder andere paden kruisten. Tenslotte mondde het Eikendalpad uit ter hoogte van de Graaf van Vlaanderendreef. We begaven ons naar links en nadien aan de volgende kruising naar rechts, om op die manier de drukke Terhulpensesteenweg aan te treffen. Aan de overzijde van de weg, konden we onze dagtocht verder zetten in de Bundersdreef. Via deze dalende asfaltweg, gingen we via een tunnel onder de spoorweg door, om verder te gaan in de Bundersdreef doorheen het Zoniënwoud. We hadden zowat 2,1 km rechtdoor voor de boeg, om nadien het kruispunt aan te treffen met de Harasdreef. Echter kort voordat we deze drukke weg zouden oversteken, hielden we in het bos nog even halt voor een hapje, inmiddels de klok van 13:00 uur voorbij. Na alweer even te hebben genoten van een aangename pauze, in de stilte van het bos, begaven we ons naar de Harasdreef en konden met wat moeite veilig de overkant bereiken. We bevonden ons toen op de kruising van de GR512 en de GR126. We volgden er het meest rechtse pad, het Grasdellepad. We passeerden er het monument voor de gesneuvelde boswachters tijdens WOI.

Over een afstand van zowat 1,6 km bewandelden we dit pad, tot aan de rand van het Zoniënwoud, alwaar we de drukke Waterloosesteenweg bereikten. Met wat moeite raakten we veilig aan de overkant via de verkeerslichten een 100-tal m naar rechts. Aan de overzijde van de steenweg dienden we dan verder te gaan via de De Castonierlaan. Op het einde van deze dalende weg, ging onze tocht verder via een smal pad links van een villa, tussen twee hagen. Via een wandelpoortje verlieten we het pad naar rechts en betraden een veldweg, welke tenslotte uitmondde in het Elsgatveld, om er rechts aan te houden. We hielden steeds dezelfde richting aan op deze veldweg gedurende ongeveer 1,4 km in de richting van de Perkhoeve. Eenmaal gekomen ter hoogte van deze Brabantse hoeve uit de 18de eeuw, maakten we een haakse bocht naar links en kregen kasseien onder de schoenen. Via deze dalende weg arriveerden we beneden in de Perkstraat. We sloegen linksaf en begonnen aan de laatste 400 m via een steigende asfaltweg naar de treinhalte van Holleken. Het was dan ook bijna 15:00 uur toen we via een stel trappen het perron konden betreden. Einde van een dagtocht na 13,132 km stappen in een tijd van 03.14.48 uur.”

woensdag 28 oktober 2020

405: Auderghem, Zaterdag 25 februari 2017, 17,955 km. (8250,546 km.)

“Onze derde etappe van ‘De Groene Wandeling’, ging van start te Auderghem, meer bepaald ter hoogte van het metrostation Herrmann-Debroux. Na een verplaatsing vooraf per bus, trein en metro, bereikten we de plaats omstreeks 10:30 uur. Even later konden we dan ook op weg voor een volgende verkenning van de Brusselse rand. We verlieten de Herrmann-Debrouxlaan om aan de overzijde op weg te gaan via de Appelbloesemgaarde, een smal wandelpad tussen de woningen. Na het kruisen van de Charles Lemairestraat, betraden we het Seny Park. Doorheen dit kleine parkje kwamen we vrij snel aan op de Woudmeesterlaan, welke we naar rechts insloegen, om kort erna links het wandelpad te betreden dat ons zou leiden doorheen het Ten Reuken Park. We verkregen wat kunst te zien onderweg, terwijl we wandelden langsheen de uitgestrekte vijver van het park. Na te hebben genoten van deze mooie natuurzone, mondde het wandelpad uit op de gelijknamige straat, Tenreuken. We draaiden linksaf en stapten door deze straat, om even verder de Charle Albertlaan te kruisen. We bevonden aan inmiddels op het grondgebied van Watermaal-Bosvoorde. Aan de overzijde van de weg beklommen we enkele trappen en kwamen zo terecht in het Zoniënwoud.

Zo begon onze doortocht van dit prachtige natuurgebied vooreerst via de Pinnebeekdreef. Een nagenoeg kaarsrechte dreef tussen hoge, weliswaar kale bomen gelet op de periode in het jaar. De lente is nog duidelijk niet in aantocht. Even voorbij een lichte bocht naar rechts, kruisten we een andere dreef, de Diependelleweg, ter hoogte van de Tamboerdreef. Nog steeds de Pinnebeekdreef volgend kwamen we even later op het kruispunt met de Willeriekendreef. Daar aangekomen ging het rechtsaf de Willeriekendreef in om even later terecht te komen op een dwars gelegen kasseiweg, de Buksboomstraat. We draaiden linksaf en stapten nu langsheen de rand van het Zoniënwoud verder. We kwamen voorbij de begraafplaats van Watermaal-Bosvoorde om tenslotte tussen de woningen te arriveren en even later op het kruispunt met de Terhulpensesteenweg. Onze tocht ging verder naar rechts om aldus af te dalen naar een lager gelegen plein tegenover de Bosvoordevijver. Het was ondertussen 11:30 uur geworden, de hoogste tijd vonden we om even te genieten van een kopje koffie. We troffen dan ook beneden ‘Le Canard Sauvage’ aan, een delicatessenwinkel waar iets kon worden genuttigd.

Na deze wandelpauze gingen we opnieuw op pad, we hadden immers nog heel wat kilometers af te leggen. We kruisten aan de overzijde van het plein de andere rijstrook van de Terhulpensesteenweg om daar de Vuursteenweg in te gaan, een breed wandelpad naast de links gelegen Bosvoordevijver. Het pad eindigde ter hoogte van de Twee Bergenlaan, alweer een wandelpad dat ons opnieuw het Zoniënwoud zou laten betreden. We troffen er een merkwaardig opschrift aan op de gevel van een woning ‘A la petite laiterie de la Forêt de Soignies’. We betraden de Twee Bergenlaan naar links, maakten twee kort op elkaar volgende bochten naar rechts en gingen onder de spoorweg door. Voorbij de spoorweg betraden we de Twee Bergenweg en bevonden ons opnieuw in het Zoniënwoud, meer bepaald in de Vuilbeekvallei. De eerste zwammen lieten zich zien voor de lens van de camera. Ook ditmaal een lange kaarsrechte dreef onder kale bomen. Door middel van de kaarsrechte dreef kruisten we de Tumuliweg, de Gravendreef en tot slot de Infantedreef. Geruime tijd later bereikten we een groter kruispunt met de Lorrainedreef, een naar ons inzien nogal druk bereden openbare weg.

Eenmaal veilig en wel aan de overzijde geraakt, zetten we onze groene wandeltocht verder in de Chemin Berckmans, opnieuw natuur in vol ornaat. We kruisten de Zavelweg en kwamen uiteindelijk op het einde van het woud op de Waterloosesteenweg, ondertussen reeds op het grondgebied van Ukkel. Na opnieuw deze drukke en gevaarlijke weg te zijn gekruist, betraden we aan de overzijde een woonstraat, de Hougoumontlaan. Korte tijd later ging het verder in de links gelegen Lijsterbessebomenlaan, welke uitmondde op het kruispunt met de Schilderachtige Dreef. Meteen volgden we de straat naar rechts en werd het duidelijk dat we ons hier bevonden in de betere buurt, gelet op de talrijke villa’s. Deze vrij lange weg tenslotte eindigde op het kruispunt met de de Perckestraat, een bochtige kasseiweg, welke we noodgedwongen dienden in te gaan. Zo ging onze tocht langs het rechts gelegen Verrewinkelbos. Net vóór het grensbord van Linkebeek, verlieten we de de Perckestraat naar rechts via een pad dat ons leidde naar de Buysdellelaan, een smalle kasseiweg, welke ons gevoelig aan hoogte liet winnen. De kasseiweg eindigde ter hoogte van de Godshuizenlaan, welke we naar links dienden in te gaan. We kwamen zo in een woonwijk terecht om er enkele woonstraten over korte afstand te bewandelen: de Woudweg, de Reebokjeslaan, de Kiekenputstraat en de Fretlaan, om te eindigen in de Engelandstraat, tegenover het Pasteurinstituut.

We draaien linksaf de Engelandstraat in, teneinde wat verder ter hoogte van een Y-splitsing, deze straat verder naar rechts in te gaan. Via een doorsteek in een haag rechts kwamen we in de Borreweg, welke ons onder de spoorweg liet doorgaan. Halverwege de Borreweg, ging het linksaf een pad op doorheen het Natuurreservaat Kriekenput, waarna we aan de andere zijde terug de Engelandstraat aantroffen. Links verder wandelend kwamen we op de Sint-Jobsesteenweg aan. We hielden daar de richting links aan om er onder de spoorweg door te wandelen en tenslotte de drukke Steenweg op Alsemberg te bereiken. De Groene wandeling zou aan de overzijde van de weg het natuurgebied Keyenbempt ingaan, doch we hielden het voorlopig even voor bekeken. We wandelden dan ook de Steenweg op Alsemberg op naar rechts, om even later het station te bereiken van Ukkel-Kalevoet. Alvorens de terugreis aan te vangen genoten we nog van een kopje koffie in Apero Gare, tegenover het station. We eindigden deze etappe na 23941 stappen, goed voor 17,955 km.”

vrijdag 25 september 2020

374: Halle, Zaterdag 04 juni 2016, 25,176 km. (7590,136 km.)

“Vandaag waren we nog eens toe aan een wandeltocht uit onze gids ‘Stationsstapper’, met name de tocht van Halle naar Groenendaal. Volgens de gegevens uit het boekje, een tocht van zowat 20,8 km, doch uiteraard werden het een aantal kilometers meer, omwille van de verplaatsingen naar de diverse stations. Het ging dan ook vrij vroeg per bus naar het station van Mechelen en vervolgens per spoor naar Halle. We kenden vanzelfsprekend reeds deze omgeving, omwille van een recente etappe op weg naar Santiago de Compostela, met name het traject van Brussel – Hallepoort naar Halle. In het station van Halle aangekomen, namen we vooreerst nog even de tijd voor een sanitaire stop en uiteraard een kopje koffie in de Panos. Nadien, om zowat 09:00 uur konden we op pad, zij het onder minder gunstige weersomstandigheden, er hing namelijk mist over de streek.

Eenmaal het station verlaten, kruisten we de drukke Vandenpeereboomstraat en volgden er tegenover de Nijverheidsstraat, we bevonden ons meteen op het traject van de Streek-GR Groene Gordel. Tussen de woningen door ging het aan het eerste kruispunt linksaf in Broekborre. Ter hoogte van de Kluisstraat ging het nadien rechtsaf, dit ter hoogte van een kapelletje ter ere van Sint Anna. Enkele rood-witte linten, wegens werken ontsierden echter het uitzicht. We kruisten de Eizingenstraat en wandelden verder via de Remi Ghesquiereweg, waarbij rechts van ons de woningen plaats maakten voor landerijen. Hier was de mist nog beter waar te nemen, wat echter de weidse vergezichten niet ten goede kwam. Toch konden we enkele klaprozen waarnemen, nat van de ochtendlijke dauw. Op het einde van de weg kruisten we de Karel Nerinckxlaan en volgden aan de overzijde een tegelpad richting begraafplaats van Buizingen. Hier bevonden we ons op het traject van de Via Brabantica, een stukje route naar Santiago de Compostela, dat we enkele weken voorheen in omgekeerde richting hadden gevolgd.

Gekomen ter hoogte van het kerkhof, volgden we vrijwel rechtdoor een smal grindpaadje tussen het hoog opgeschoten gras. Vrijwel met zekerheid de garantie voor natte broekspijpen. De nog steeds laag hangende mist, belette echter de omgeving duidelijk waar te nemen. Een lichte beklimming en vervolgens een afdaling, liet toe de Bleukenstraat te kruisen. Een smal geasfalteerd paadje liet ons tenslotte toe de Nachtegaalstraat te bereiken, de openbare weg dus opnieuw. Het ging aldaar rechtsaf en een flinke klim kondigde zich aan. Een stukje Kluisbos was zowat de enige bezienswaardigheid tijdens de klim. Eenmaal het hoogste punt bereikt, ter hoogte van het aldaar gelegen sanatorium, ging de tocht verder via een stukje doodlopende weg, langsheen de tuin van het complex. Alzo bereikten we de erachter gelegen Frans Daystraat en draaiden rechtsaf in Hof ten Blooten. Nog steeds voorzien van een dosis mist, ging het via een brug over de autosnelweg E19 en bereikten we ter hoogte van een t-kruispunt Kamerijkbos.

We wandelden naar rechts, om even verderop, ter hoogte van een splitsing van Kamerijkbos, de rechtertak verder te volgen. Vrij snel veranderde de naam van de weg in Prins Boudewijnlaan en bevonden we ons in een mooi bosgebied. Ter hoogte van een zogeheten viersprong, dienden we het links gelegen Dworp Wandelpad te negeren, doch verder de meest linkse van de andere mogelijke paden te kiezen. Op die manier ging het vrij steil de hoogte in via een mooie, doch eerder donkere holle weg. Boven gekomen, wees de klok ondertussen zowat 10:00 uur, tijd dus om even te denken aan de inwendige mens. We vonden dan ook een ideale plaats om te genieten van een broodje, ter hoogte van de chalets van het ‘Camp de la Fresnaye’. Op het eerste zicht een pleisterplaats voor scouts, wat ons even liet denken aan de tijd toen we zelf nog actief waren in de jeugdbeweging KSA. Na de maaltijd en vooral een rustpauze, ging het in dalende zin via een gladde kasseiweg, richting lager gelegen Krabbosstraat. We kruisten deze weg en volgden aan de overzijde de eveneens dalende Heidebloem, welke eindigde als doodlopende weg ter hoogte van het laatste huis.

Een smal pad, tussen een afsluiting rechts en de woning zelf links, liet ons toe even verder de openbare weg opnieuw te bereiken ter hoogte van Winkelaar. Op weg daarheen vertoefden we even tussen de koeien en hadden we nog steeds af te rekenen met een mistige ochtend. Winkelaar bereikt, gingen we linksaf tot de zowat 700 m verder gelegen ingang van het natuurgebied Steenputbeekvallei – De Weikes. Hier kregen we een aangelegd klinkerpad voor de voeten, dat nagenoeg het verloop van de Steenputbeek volgde. We bevonden ons trouwens op een gedeelte van het Hendrik Consciencepad. In normale omstandigheden zouden we het pad hebben gevolgd tot aan de Kerkstraat in Dworp, doch omwille van werkzaamheden, was het pad een eindje verderop afgesloten door middel van metalen hekkens. Er was dan ook geen andere mogelijkheid dan het pad te verlaten en de omleiding te volgen. Op die manier kwamen we terecht in een woonwijk. Een lokale bewoner was ons dan toch behulpzaam, de weg te wijzen naar het centrum van Dworp, alwaar we de Alsembergesteenweg dienden te bereiken.

Een licht stijgend, maar vooral modderig pad bracht ons in elk geval terug op het juiste spoor. Even later arriveerden we dan ook op het kruispunt van de Vroenbosstraat met de Kerkstraat. Het was reeds 11:00 uur in de ochtend en we waren toe aan een kopje koffie, maar vooral een sanitaire stop. We konden aldaar dan ook terecht in het Gildenhuis. Na deze eerder korte pauze, vervolgden we onze weg rechtdoor via de Gemeentehuisstraat tot aan de drukke Alsembergesteenweg en inderdaad het plaatselijke gemeentehuis. Met de nodige voorzichtigheid raakten we de steenweg over en vervolgden onze wandeltocht, rechts van het gemeentehuis via een paadje en een stel trappen. Zo bereikten we het lager gelegen Beling. We wandelden echter rechtdoor via de Molenbeekstraat, alwaar we het traject volgden van de GR12, alsmede de Verkorting van de Herman Teirlinckroute (45 km). We stapten verder doorheen de kronkelende Molenbeekstraat tot aan een verder gelegen driesprong, alwaar we de Sint Laureinsborreweg dienden te volgen.

Wat verder kruisten we de Steenblokweg en hielden dezelfde richting aan, tot we een kleine brug over een waterloop bereikten. Aldaar ontmoetten de GR12 en de BRU8 elkaar. We hielden links aan en betraden een stukje holle weg. Vervolgens ging het opnieuw linksaf, negeerden we de Duvelsborreweg en kwamen uiteindelijk terecht op de J. Deneyerstraat. Op het einde van deze weg bevond zich een kleine kapel, alwaar we vervolgens de rechts gelegen Herisemweg namen en bijgevolg een gedeelte bewandelden van het Herisem Wandelpad. Een kleine kilometer lijnrecht verder, bereikten we terug de openbare weg ter hoogte van de Jan-Baptist Woutersstraat. Een picknickbank bezijden de weg, nodigde alvast uit tot een laat middagmaal. Het was ondertussen zowat 12:30 uur geworden, de hoogste tijd om te genieten van enkele broodjes. Even later gingen we terug op pad, vooreerst tot aan een links gelegen rotonde. Aldaar opteerden we voor rechts, in de richting van een slagboom, om ook daar rechtsaf te gaan in de Diepestraat. Een stukje bos en vooral een modderig pad, leidden ons tenslotte tot aan de Brusselsesteenweg in Beersel.

We konden er aan de overzijde van de weg het Cultureel Centrum De Meent bekijken, alsmede een mooi kunstwerk. We wandelden een stukje naar links, om zowat 100 m verder de rechts gesitueerde Witteweg in te slaan. Een breed tegelpad leidde tot aan de plaatselijke Rijksmuziekacademie. Op weg daarheen echter hadden we reeds duidelijk zicht op de hoger gelegen Onze-Lieve-Vrouwekerk van Alsemberg. Een sterk stijgend pad, voorzien van brede trappen, was het laatste obstakel alvorens de kerk kon worden bereikt. Eenmaal de hoogte overwonnen, bevonden we ons in de Pastoor Bolsstraat, met even naar rechts de ingang van de kerk. Natuurlijk mocht een bezoekje tijdens onze wandeltocht niet ontbreken. Jammer genoeg werd op dit hoogste punt het uitzicht enigszins belemmerd, nog steeds omwille van de bewolking en de laag hangende mist over de streek. Na dit kerkbezoek, keerden we een eindje op onze stappen terug, om vervolgens verder te wandelen via de rechts gelegen Oude Postweg.

Deze Oude Postweg zouden we over geruime afstand volgen, zelfs wanneer de straat veranderde in Onze-Lieve-Vrouwstraat en verder zelfs in de Galgstraat. We trokken langsheen de plaatselijke begraafplaats en even verderop het Kleetbos. Waar het bos eindigde, ging het langsheen de rand van het bos, via het Hazenpad en bovendien een wandelpoortje linksaf en verlieten we de openbare weg. Een vrij smal en modderig pad leidde ons vervolgens doorheen het bos, waarbij af en toe enkele omgevallen bomen het pad versperden. Enkele richtingsveranderingen later, bereikten we een stuk weide, alwaar we dwars doorheen stapten tot aan een volgend stukje bos, teneinde even later opnieuw de openbare weg te bereiken ter hoogte van de Rodestraat. Even ging het enkele meters naar links, alwaar we de aansluiting vonden met de GR512. We volgden dit pad dan ook rechtsaf in de richting van een zendmast. We bevonden ons nu op het grondgebied van Linkebeek. Even vóór de afsluiting, waar de mast zich bevond, wandelden we linksaf via een aardeweg. Deze veldweg steeds in dezelfde richting aanhoudend, kwamen we uiteindelijk terecht in de Hollebeekstraat, die we naar rechts volgden.

De Hollebeekstraat volgend, ging het nadien over de spoorweg, tot aan de volgende rotonde, de zogeheten Amnesty International Square. De klok gaf reeds 14:45 uur aan en een bankje ter hoogte van dit kruispunt nodigde uit even te verpozen en een hapje te eten. Na deze onderbreking ging het vanaf de rotonde verder doorheen Elsgatveld links. De kronkelende aardeweg volgden we tot voorbij een tweetal woningen, om dan rechtsaf te gaan via een deels ondergelopen pad. Even verderop, passeerden we opnieuw een wandelhek links, om vervolgens een smal pad te volgen, evenwijdig met een aantal achtertuintjes. Zowat een halve kilometer later, bereikten we via een volgend wandelhek de brede De Castonierlaan. We bevonden ons aldus reeds een tijdje in Sint-Genesius-Rode. Een felle klim later arriveerden we ter hoogte van de gevaarlijke N5, de Waterloosesteenweg. Zowat 200 meter naar links, vonden we aan de overzijde van de weg het Grasdellepad en betraden we het Zoniënwoud.

Een combinatie van dreven, bospaden en smallere wegels, liet ons even later de Lorrainedreef kruisen, tot we tenslotte een open plek bereikten, voorzien van diverse picknicktafels. Het uur in het oog houdend, ondertussen reeds 16:00 uur, namen we plaats op een bank, teneinde van de laatste etensresten uit de rugzak te genieten. Hierbij werd de peperkoek bijzonder gesmaakt. De laatste kilometers aanvangend, kwamen we nog langsheen het monument voor de Boswachters, opgericht met menhirs uit de steengroeve van Wéris. Elke steen staat symbool voor een gesneuvelde boswachter tijdens WOI. Eenmaal voorbij het monument bereikten we het kruispunt met de Bundersdreef en de Avenue de Haras, tevens kruispunt van de GR512 en de GR126. Nog steeds het traject van de GR512 volgend, ging de tocht verder via de Bundersdreef.

Wie enigszins bekend is met het Zoniënwoud, weet wellicht dat de dreven aldaar niet meteen behoren tot de vlakke wegen. Voortdurend zijn er hoogteverschillen te overwinnen. Vol goeie moed echter wandelden we doorheen de Bundersdreef om zowat 1,5 km later, de rechts gelegen Drève des Tumuli te volgen. Hier verlieten we dan ook het tot nog toe gevolgde Groteroutepad. Na nog zowat 2 km te hebben genoten van de geur van het Zoniënwoud, bereikten we tenslotte het einde van deze brede bosweg ter hoogte van het bosmuseum Jan van Ruusbroec. We namen dan ook de links gelegen Gravendreef, welke ons via een houten brug over de Ring omheen Brussel bracht. Aan de overzijde ging het verder rechtdoor, evenwijdig met de Terhulpsesteenweg. Enkele meters verderop ging het nog een laatste maal linksaf, teneinde op die manier het station van Groenendaal te bereiken. Na nog een laatste blik op de bordjes van de LF6 Vlaanderen Fietsroute en de Gordelroute, konden we beginnen aan de terugreis.

Onze tocht vandaag was dan ook goed voor 33568 stappen, 25,176 km, 1187,8 cal in een wandeltijd van 06.23.39 uur. Vanaf het station Groenendaal ging het per spoor richting Brussel en verder naar Mechelen. Een korte busrit later konden we opnieuw bekomen in onze thuishaven.”

dinsdag 18 augustus 2020

334: Sint-Genesius-Rode, Zaterdag 11 april 2015, 24,9 km. (6800,429 km.)



“Een wandeltocht met start en aankomst te Sint-Genesius-Rode, die wordt beschreven in de Dagstappergids Vlaams-Brabant 2. In deze gids verkreeg de tocht als titel: ‘Prelude van akkers tot symfonie van beukenbos en vijvers’. De totale wandelafstand bedraagt 24,9 km en gaat van start ter hoogte van het station of aan het Cultureel Centrum van Sint-Genesius-Rode. Vermits we de verplaatsing naar de start maakten per auto opteerden we om van start te gaan aan het Cultureel Centrum en de sportinfrastructuur Wauterbos. We namen alvast nog even de tijd om een broodje te nuttigen alvorens even later van start te gaan. We begaven ons in de dalende Kerkstraat, staken de Zoniënwoudlaan over en stapten verder in de Kerkstraat tot aan de kerk van Sint-Genesius-Rode. Aan de achterzijde van de kerk gingen we de Dorpsstraat in om nadien, ter hoogte van het Onze-Lieve-Vrouwinstituut links de Kloosterweg te kiezen, langs de schoolmuur om zo het grondgebied van Alsemberg te betreden. Nog steeds de Kloosterweg volgend, konden we na enkele trapjes te zijn afgedaald de Pastoor Bolsstraat aantreffen, welke omheen de kerk leidde. We namen er afscheid van de rood-gele markeringen van de Streek-GR Groene Gordel, welke we hadden gevolgd sedert het begin van onze wandeling. Na het bekijken van het kerkgebouw zetten we onze tocht verder.

Ongeveer 50 m naar rechts ging het even de hoogte in, waarna we rechts de Oude Postweg insloegen en de wit-rode tekens te zien kregen van een variant van de GR12. Via de Oude Postweg kwamen we in de Onze-Lieve-Vrouwstraat en even verder in een doodlopende kasseiweg. We passeerden een aantal kapelletjes en gingen voorbij het kerkhof, om vervolgens aan een bakstenen kapel de Galgstraat in te stappen. Deze straat liet ons even later aankomen aan het Kleetbos, om daar langs een afsluiting verder te gaan. Het einde van de afsluiting bereikt, konden we via een wandelhek links een pad opgaan. Op een kruispunt van bospaden hielden we rechts aan om te wandelen in de richting van een mast. Via een graspad bereikten we kort daarna de Rodestraat, welke we even naar links ingingen tot aan te aansluiting met de GR512. Vanaf daar zouden we nu een tijdje ons richten op de rood-witte tekens van de GR512. Bijgevolg ging het rechtsaf een onverhard pad op tot aan de voet van de mast, om dan links mee te draaien doorheen akkers. We volgden steeds de richting rechtdoor om zo de Hollebeekstraat aan te treffen, om nadien rechtsaf te gaan ter hoogte van het pand nr. 339.

We bevonden ons inmiddels op het grondgebied van Linkebeek om vervolgens de spoorweg over te steken en de dalende Hollebeekstraat verder te bewandelen tot aan een rotonde. We gingen links verder in het Elsgatveld tot voorbij een grote villa, waar de GR rechts een brede weg opging, gedeeltelijk geploegd als akker. Kort daarna ging het naar links via een wandelhek op een smal pad tussen tuintjes en bos. We gingen steil naar beneden tussen de afsluitingen om kort daarna een steile helling op te gaan, welke ons even naar adem liet happen. Via een tweede wandelhek verlieten we deze smalle doorgang en bereikten we de Castonierlaan in een residentiële wijk. Ook hier dienden we verder aan hoogte te winnen tot we verder aankwamen aan de drukke Waterloosesteenweg (N5) aan Kleine Hut. Na een klein ommetje, teneinde veilig de kunnen oversteken, ging het aan de overzijde verder via het Grasdellepad en bevonden we ons in het Zoniënwoud. De GR-tekens leidden ons voorbij een mooie picknickplaats, alsook het monument voor de Boswachters, gesneuveld tijdens WOI. Zowat 100 m verder kwamen we op het kruispunt van de Harasdreef en de Bundersdreef, tevens het kruispunt van de GR512 en de GR126.

We staken de Harasdreef over op de grens van Sint-Genesius-Rode met Ukkel om aan de overzijde een driesprong aan te treffen. We dienden er het rechtse pad op te gaan, met name de Bundersdreef om alzo de GR512 verder te volgen. Alle zijwegen negerend bereikten we geruime tijd later de Tumuliweg welke we overstaken. We kregen een verharde weg te bewandelen, gingen onder de spoorweg door, om dan aan te komen ter hoogte van de N275. Aan de overzijde volgden we verder een kasseiweg, de Hendrickxdreef om dan de eerste zijweg links, de Graaf van Vlaanderendreef in te stappen. Ter hoogte van een kruispunt van boswegen ging het later schuin rechts het Eikendalvoetpad op tot aan de dwars gelegen Molenweg. Aldaar namen we dan ook afscheid van de rood-witte GR-tekens. We dienden de Molenweg naar rechts in te slaan en die te volgen tot aan de tunnel onder de R0. We gingen onder de tunnel door, sloegen haaks rechtsaf en verkregen een tweede tunnel. Vervolgens wonnen we aan hoogte tot het niveau van de R0 om rechtdoor verder te stappen via een ruiterpad. Dit pad liet ons even verder aankomen op een dwarspad welke we naar links indraaiden. Zowat 100 m verder ging het naar links in de lager gelegen Gunsdelle. Even later kwamen we aan een brugje over een beek, om er opnieuw de rood-gele markeringen te vinden van de Streek-GR Groene Gordel.

We staken de beek niet over, doch wonnen opnieuw aan hoogte via vooreerst via een breed pad, dat wat verder versmalde. Het pad maakte een lange bocht naar rechts tot aan een kruispunt van wandelwegen, waar we naar rechts afdaalden via de Blokveldweg. Beneden staken we de Konijnenholweg over en wandelden links omheen een picknickzone. We zetten onze wandeling verder in een valleitje tussen een moeraszone rechts en de bosrand links. We gingen tussen twee vijvers door waarna we links aanhielden tot aan een splitsing. Daar volgden we de rechtertak welke ons even later liet aankomen aan het station van Groenendaal. We stapten onder de spoorweg door en gingen via de I. Vandammestraat naar de N275. Door middel van een fietspad tussen de weg en de spoorlijn naar rechts, konden we wat verder via een brug over het kruispunt van Groenendaal geraken. We daalden af naar links via de Tumulidreef en vervolgens rechtsaf in de Duboislaan onder het bosmuseum Jan van Ruusbroec door. Een bospad links, de Aartshertoginnendreef liet ons verder gaan langs een rechts gelegen vijver. Waar de dreef eindigde op privédomein klommen we links omhoog tot aan een kabouterhuisje om dan rechts de hoger gelegen Kloosterweg op te gaan. We gingen voorbij de bijgebouwen en de vijver van Kasteel Groenendaal en de kapel voor de H. Cornelius.

We volgden nog steeds de Kloosterweg en staken nadien de Processieweg en de Corneliusdreef over, om het Bosreservaat Joseph Zwanenpoel te betreden. We wandelden langs de oever van de Ganzepootvijver, om aan het einde daarvan rechtdoor verder te stappen in het Preumontpad. Even later maakte het Preumontpad een brede bocht naar rechts, waarna we de Verdunningsdreef overgingen en arriveerden aan de Lorreinendreef. We gingen de dreef naar rechts in en volgden over korte afstand tezelfdertijd de wit-rode markeringen van de GR126 tot aan het kruispunt met de Francisdreef, die we links insloegen. Wat later bereikten we via de Francisdreef de rand van het Zoniënwoud, om vlak daarvoor links aan te houden en zo de N5 te betreden ter hoogte van de Grote Hut. We staken de N5 over en gingen aan de overzijde de Schoonhorizonlaan in om wat later de Arthur Grumiauxlaan aan te treffen. Nagenoeg op het einde ervan ging het rechtsaf op het Steentijdpad en even later op een smal paadje links tussen de akkers. Zo kwamen we aan het Hof te Landsrode en de bijhorende Gevaertvijvers. We gingen tussen twee vijvers door, volgden naar rechts de oever van de tweede vijver. De Streek-GR boog naar rechts, waarna we naar links de oever van een derde vijver en zelfs vierde vijver.

Het pad daalde even later fel, waarna we een kasseistraat bereikten ter hoogte van het pand nr. 24 waar we rechtdoor het Visserspad ingingen. Het Visserspad bracht ons tot aan een driesprong, waar we rechts omhoog de Hoekstraat inwandelden richting Zoniënwoudlaan. We stapten onder de spoorweg door en volgden nog even verder de Zoniënwoudlaan, om voorbij de vijver links de Gevaertweg in te slaan. Kort daarna bereikten we het einde van de wandeltocht aan het Cultureel Centrum van Sint-Genesius-Rode.”

vrijdag 22 mei 2020

243: Jezus-Eik, Zaterdag 05 november 2011, 28,9 km. (4830,439 km.)



Een wandeltocht, waarvan we het traject volgden, zoals beschreven in de Dagstappergids van Vlaams-Brabant. Een tocht waarvan het verslag, met betrekking tot de belevenissen onderweg, pas werd geschreven op zondag, omstreeks 13:07 uur.

“Gisteren trokken we nogmaals de wandelschoenen aan en deze brachten ons vooreerst naar Jezus-Eik (Overijse), gelegen aan de rand van het Zoniënwoud. Aldaar zouden we immers wandeling N° 5 volgen uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Deze tocht bedroeg volgens deze gids om en nabij 22,9 km, het zouden er echter heel wat meer worden tijdens de loop van de dag. We parkeerden ons voertuig dan ook in de nabijheid van de kerk van Jezus-Eik, de startplaats van deze boswandeling. We begonnen aan deze dagtocht door ter hoogte van de kerk de links gelegen Kapucijnendreef in te gaan. Aan het kruispunt ter hoogte van het CC De Bosuil, namen we de links gelegen kasseiweg en daalden af richting Zoniënwoud. We volgden hier een gedeelte van de Flossendellewandeling. Zowat 200 m verder sloegen we rechtsaf in de Haagbeukendreef en betraden zo het Domeinbos Zoniënwoud Tervuren. Daar ging het over een brede dreef, waarop zich enkele kleine hoogteverschillen bevonden. Al vrij vlug waren we onder de indruk van de pracht van dit woud in de herfst. Ontelbaar waren de kleuren welke konden worden opgemerkt.

Na een tijdje de Haagbeukendreef te hebben gevolgd, ging het aan het derde kruispunt linksaf in de Prinsenweg. We bevonden ons nu op het traject van de GR512 en gingen via een tunnel onder de E411 door. Dit Groteroutepad volgend trokken we door een recent aangeplant gedeelte van het Zoniënwoud. Na enkele richtingsveranderingen ging het via een tunnel onder de Brusselse ring, met name de Steenweg op Waterloo. Nadien ging het via de Tamboerdreef en de Mezendreef tot waar we het Eikendalvoetpad aantroffen. Dit smalle bospad volgde het verloop van een kleine beek en dat gaf aanleiding tot het bewandelen van een pittoresk valleitje. Dit kronkelend paadje volgend, dwarsten we diverse ruiterpaden en andere boswegen tot we de Damenrustdreef bereikten. Vanaf hier ging het via de Graaf van Vlaanderendreef naar de Terhulpsesteenweg. Deze drukke verkeersader werd met de nodige voorzichtigheid overgestoken, waarna we aan de overzijde onze weg vervolgden via de Bundersdreef. Er volgde opnieuw een tunnel, ditmaal onder de spoorweg door. We dienden verder de GR512 te volgen tot aan de splitsing met de GR126. Hier ging het echter even fout, aangezien we de afslag hadden gemist.

We hadden dus het te nemen Berkenvoetpad gemist en kwamen uiteindelijk uit op de verder gelegen N5. Na even de kaart te hebben bekeken, konden we vrij vlug via enkele alternatieve wegen terug op de juiste koers komen en bereikten een tijdje later toch het reeds vernoemde Berkenvoetpad. Helaas hadden we daarvoor enkele kilometers nodig. Eenmaal het juiste pad terug betreden, ging het in dalende lijn via alweer een smal kronkelend pad door het bos. Beneden bereikten we een smalle beek, de Vuilbeek en deze volgden we dan ook verder naar rechts, op die manier het Vuylbeekvoetpad volgend. Zo betraden we het natuurgebied van de Vuilbeek, met enkele mooie vijvers en aanpalende moerassen. We wandelden omheen enkele prachtige watergebieden, wat aanleiding gaf tot enkele mooie plaatjes. Aan de overzijde van de vijvers vonden we een steil pad dat ons liet klimmen tot de Twee Bergenlaan, alwaar zich trouwens een kleine speeltuin bevond. Daar ging het rechtsaf en namen we nogmaals een tunnel, opnieuw onder de spoorweg door. Aan de andere kant van de tunnel bereikten we de achteringang van het park Tournay-Solvay. Nog steeds de GR126 volgend, betraden we het park, gingen door de moestuin, de boomgaard en daalden af naar een lager gelegen vijver.

Eenmaal omheen de vijver klommen we naar het hoger gelegen kasteel, jammer genoeg momenteel zo goed als een ruïne, met een deels ingestort dak. Jammer dat dergelijk prachtig gebouw staat te verkrotten. We trokken door het park en verlieten dit aan de voorzijde ter hoogte van het station van Watermaal-Bosvoorde. Vrijwel onmiddellijk dienden we de links van de ingang gelegen Vuurkeienweg te nemen, een variante trouwens van de GR126. Het ging dan even voorzichtig in dalende zin over een stuk gladde kasseienweg naar de lager gelegen Petite Laiterie de la forêt de Soignies. Zo bereikten we terug het traject van de GR126 en volgden dit verder tot in het centrum van Bosvoorde. Onderweg daarheen wandelden we langsheen het natuurgebied Vuursteendomein met alweer een prachtige vijver. In het centrum van Bosvoorde gingen we op zoek naar een plek waar we een koffie konden verkrijgen, doch ook hier kwamen we van een kale reis terug. We wandelden in beide richtingen een gedeelte van de Terhulpsesteenweg af, doch vonden enkel gesloten cafés. Dan maar de wandeling vervolgd, zij het zonder de nodige dosis koffie.

Op de Terhulpsesteenweg namen we de links gelegen Buksboomstraat en klommen op die manier langsheen het plaatselijke kerkhof terug naar de Zoniënwoud. Het ging via de Tamboerdreef, de Pinnebeekdreef, alwaar we door het natuurgebied wandelden van de gelijknamige beek. We volgden de Charles-Albertlaan en de Tenreukenstraat om aldus langsheen enkele statige kantoorgebouwen te wandelen. Gelukkig verlieten we vrij vlug deze drukke verkeersader en betraden het landschapspark Ten Reuken. We volgden nu enigszins het verloop van de Woluwe, welke we enkele keren overstaken om vervolgens het park opnieuw te verlaten via de Woudmeesterlaan. Een smal pad, gelegen achter de aldaar gevestigde huizen, bracht ons uiteindelijk op de bekende Herrman-Debrouxlaan. Daar troffen we, tot groot genoegen van de vrouw des huizes, een koffieshop aan gelegen in een benzinestation. Even later, gezeten op een muurtje en kijkend naar het drukke verkeer, genoten we van een welverdiende koffiepauze. Op dit drukke kruispunt trouwens verlieten we het traject van de GR126 en volgden vanaf nu de GR579.

Deze deed ons vooreerst de Jacques Bassemstraat volgen, om enkele honderden meters verder het rechts gelegen Bergojepark in te gaan. We bevonden ons ondertussen op het grondgebied van Oudergem. We trokken vrijwel rechtdoor doorheen het parkje om aan de andere kant de Waverse Steenweg te bereiken. We dienden tot onze grote tevredenheid deze drukke weg niet te volgen, maar wel de ernaast gelegen Rokloosterdreef welke ons voerde in de richting van het Rood Klooster. De GR579 ging aan de ingang van deze site dan ook rechtsaf ter hoogte van de molen en op die manier betraden we het gehele complex. We vonden er voldoende gelegenheid om even te pauzeren en een lekkere koffie te nuttigen. Na een kleine toer doorheen het complex verlieten we het domein via de uitgang ter hoogte van de gerestaureerde molenaarswoning. We vervolgden nu verder onze wandeltocht, nog steeds de GR579 als gids, langsheen de Vijversweg. We trokken dan ook langsheen de Molenvijver, met daar even voorbij de Grote Flossendelle, een drooggevallen vijver, waar men poogt om de moerasvegetatie te herstellen. We namen even een lichte beklimming en betraden opnieuw het Zoniënwoud.

We kregen opnieuw enkele mooie, vrijwel lange dreven te verwerken met steeds andere namen: Vijversweg, Grasdreef, Bezenboomweg die ons trouwens opnieuw onder de Steenweg op Waterloo liet gaan. We namen dan de Kleine Flossenweg, de Jachtdreef en de Sint-Jansdreef. Ondertussen begon het stilaan donker te worden en werd het tijd om het bos te verlaten, vermits we moeite kregen om de wandelgids te lezen. Goed getimed bereikten we even later terug het traject van de GR512 en via de Prinsenweg en de Haagbeukendreef, verlieten we het Zoniënwoud. We wandelden langsheen een stukje van de heenweg en korte tijd later, net toen het echt donker begon te worden, bereikten we opnieuw de kerk van Jezus-Eik. De hoogste tijd vonden we om even halt te houden op een verwarmd terras en te genieten van een welkome versnapering. Uiteindelijk eindigde onze teller op 28,9 km, ruimschoots meer dan aanvankelijk gepland, maar ja, het overkomt wel eens iedere wandelaar. In elk geval hadden we kunnen genieten van een prachtige herfstdag in een wel bijzonder mooie omgeving.”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Jezus-Eik. Heel veel Zoniënwoud. Tervuren, Watermaal Bosvoorde, Oudergem. Blikvangers: het Rood Klooster en de parken. Kasteel van Solvay is een ruïne. J: Tocht door het Zoniënwoud met start in Jezus-Eik. Dagtocht uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Tweemaal een omweg gemaakt, omwille van verkeerd gelopen en op zoek naar een café. Uiteindelijk donker op het einde van de tocht.’

vrijdag 3 april 2020

118: Tervuren, Zaterdag 03 oktober 2009, 19,883 km. (2322,053 km.)



Deze tocht werd voorheen aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Zondag – Dimanche, 04/10/2009 – 3080 Tervuren (Vlaams-Brabant), 33ste Internationale herfsttocht – Golden Cup, 4-8-15-20-25 km. WSV Tervuren. Start: Koninklijk Atheneum. De wandeling loopt door het Zoniënwoud, park van Tervuren, enz.’ In laatste instantie echter, werd deze geplande wandeltocht verplaatst naar de dag voordien. Na afloop van deze, gedeeltelijk gezonde boswandeling, schreven we het relaas van onze bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 19:00 uur.

“In tegenstelling met hetgeen werd vermeld in het Marching wandelboek, vond de wandeling in Tervuren vandaag plaats. Deze kalenderwijziging konden wij vaststellen op de Aktivia website, gisterenavond. Volgens de organisatoren had de geplande tocht voor morgen, moeten wijken voor de marathon die op dezelfde dag werd gepland. Dus trokken wij deze ochtend, wat later dan naar gewoonte, richting Tervuren. Daar werd door de lokale wandelclub, WSV Tervuren Bos, de 33ste Internationale Herfsttocht ingericht. De startplaats was gelegen in het Koninklijk Atheneum en er kon worden gekozen voor de afstanden 4, 8, 15, 20 of 25 km. Gezien we wat later van start gingen, opteerden we voor de 20 km, met een werkelijke afstand van 19,883 km. We vonden een parkeerplaats op de speelplaats van de school en troffen er een ruime startzaal aan. Ideaal om vooreerst een boterham te nemen en een koffietje, alvorens van start te gaan.

We verlieten het Atheneum via de achterdeur en kregen een deel van het centrum van Tervuren voor de voeten geschoven. We wandelden door één van de winkelstraten en voorbij de kazerne Lempereur. Hier bemerkten we een gedenkplaat die herinnerde aan het vertrek aldaar van ‘The Belgian Independent Parachute Squadron’ naar het slagveld van ‘The Battle of the Ardennes’ in 1944. Wat later arriveerden we op de markt van Tervuren. Op dit plein troffen we een informatiebord aan met betrekking tot de Warandewandeling van 5,5 km die daar van start ging. We volgden een tijdje dit traject, dat ons leidde door de Warandepoort. Even verder troffen we de kazerne Panquin aan, waar vroeger de pelotonscommandanten werden opgeleid en waar later de school van de Militaire Politie een onderkomen vond. Een prachtig stukje architectuur alvast. We bevonden ons reeds middenin een bosrijke omgeving en volgden Het School van Tervurenpad. Een eerste reproductie vonden we naast het origineel langsheen de weg.

Een kapel met bijhorend schilderij ervoor geplaatst. Aan de overkant van de weg zagen we voor het eerst de borden van de 100 km Gordelroute. Na deze opeenvolging van bezienswaardigheden, troffen we een eerste splitsing aan, waarbij we links het Zoniënwoud introkken. Via de Wildzwijnweg gingen we steeds verder en verder dit enorm prachtige bosgebied in. Aldus waren we verzekerd van een tijdje genieten van de natuur en de rust en stilte van dit gebied. Deze lange dreef doorgewandeld, bereikten we de Zevenster, een plek in het Zoniënwoud waar tal van dreven bij elkaar kwamen. Hier vervolgden we onze weg doorheen de Lattenpoortdreef, alweer zo lang en ver als je maar kon kijken. Voortdurend hoorden we het onder onze voetzolen kraken, vermits het pad lag bezaaid met eikels en beukennootjes, kastanjes en vooral afgevallen bladeren. De herfst heeft duidelijk zijn intrede niet gemist. De wind hoorde je hevig te keer gaan tussen het gebladerte van de enorme bomen langsheen het traject.

Uiteindelijk bereikten we de rand van het Zoniënwoud en zagen we een enorme waterplas. Er werd gedeeltelijk er omheen gewandeld, waarna we via een afsluiting deze zone verlieten en aan de overzijde van de weg de Voerbeek aantroffen. Hier volgden we het Voerwandelpad (4,5 km) dat langsheen deze kronkelende waterloop was aangelegd. Het Voerwegske was een toepasselijke naam voor de buurtweg die we volgden. De Voer bracht ons tot in de Dorpsstraat van Vossem, waar we na 6,285 km een eerste pauze konden nemen in de turnzaal van de plaatselijke Basisschool. Na dit eerste oponthoud, verlieten we de controlepost en kregen een heuse beklimming te verwerken. Deze kasseiweg, deels doorheen een villawijk, bracht ons uiteindelijk tot aan de open velden. Vanaf nu ging het gestaag op- en neerwaarts langsheen tal van holle wegen. Verrassend hoeveel agrarisch gebied zich nog zo dicht bij de hoofdstad bevindt. Ter hoogte van een klein kapelletje, dienden we de openbare weg te verlaten, om rechts de Puttebosweg te nemen. Het ging nu via enkele onverharde wegen opnieuw tussen de velden.

Af en toe kwam een tractor uit tegenovergestelde richting deze holle weg opgereden. Er bleef net voldoende plaats om het gevaarte te laten voorbij rijden. Stilaan zagen we in de verte huizen verschijnen en gingen we via een smalle asfaltweg in de richting van Duisburg. Langsheen hopen pas gerooide bieten, bereikten we de bebouwde kom van deze kleine gemeente. Via een langzame afdaling, bereikten we het centrum, om aldaar in het Centrum voor Volwassenenonderwijs een tweede controle te krijgen, na een stukje wandeling van 5,048 km. Hier dienden de wandelaars van de 25 km een bijkomende lus te stappen en hadden hier dus tweemaal controle. Het derde gedeelte van de wandeling, liet ons verder afdalen naar het centrum van Duisburg. Hier was de lokale Chiro doende met een actie carwash en even verder, voorbij de kerk, had een al even verrassend gebeuren plaats. Daar ging immers de Europese pompoenweging door. We konden het niet laten om even de zaal binnen te wippen en een foto te nemen van deze reusachtige vruchten die lagen uitgestald en wachtten op het resultaat van hun weging.

We volgden een kleine helling en verlieten de dorpskom van Duisburg. Het volgende kruispunt gebood ons rechts af te draaien en hier betraden we vanaf nu het traject van de GR512. Langsheen het voetbalveld en enkele akkers, bereikten we de Terschurendreef. We zaten opnieuw in het Zoniênwoud en waren vertrokken voor een lange tocht doorheen het mooie bos. Ook hier troffen we de bordjes aan van de Gordelroute en wat later een heuse GR-knooppuntpaal. Deze leerde ons dat we reeds geruime tijd de GR512 volgden. De dreven, de ene al mooier dan de andere, volgden elkaar op en zo trokken we terug in de richting van het grondgebied van Tervuren. Eenmaal de rand van dit prachtige gebied bereikt, volgden we een tijdje de openbare weg en ging het langsheen het kasteel Robiano en het Hof over 't Water. Een laatste stukje natuur leidde ons naar de bebouwde kom van deze gemeente, waar we een laatste controle hadden in de Gemeenteschool, meer bepaald in de Academie voor Muziek, Woord en Dans.

Hier konden we nog even pauzeren, aangezien we ondertussen 4,990 km verder waren en ons nog slechts 3,560 km overbleven. Het laatste stukje van de prachtige wandeling van vandaag, liet ons nog even genieten van de mooie natuur en vooral de rust van de bossen. We trokken door een stukje bos, dat volgens de informatie, deel uitmaakte van een Koninklijke Schenking. Langzaam maar zeker, bereikten we de bewoonde wereld en dienden nog een stukje woonwijk door te trekken, alvorens de eindstreep werd bereikt. We kunnen tevreden terugblikken op een geslaagde wandeling, waar voornamelijk de omgeving een belangrijke factor heeft gespeeld. Stilaan beginnen we een idee te verkrijgen inzake de omvang van het Zoniënwoud en zo te zien, zijn we nog niet aan het einde van de verkenning ervan. Na de afstempeling van onze wandelboekjes reden we terug huiswaarts, zij het niet zonder de nodige problemen. Alweer vormde het viaduct van Vilvoorde een obstakel op onze weg. Lang aanschuiven... wat een contrast met de rust van het woud dat we pas hadden verlaten. Tja... wat kan je daar nog aan veranderen?”

We eindigen het verslag van deze tocht in Tervuren, met een blik in onze wandelboekjes, waarin enkele eerste indrukken werden nagelaten, kort na afloop van de tocht. ‘K: Tervuren, Vossem, Duisburg, Zoniënwoud en het groen rond Brussel. Veel natuur. Felle wind! J: Mooie herfstwandeling door het Zoniënwoud en de dorpen Vossem en Duisburg. Bezoekje aan de Europese pompoenweging.’

donderdag 2 april 2020

114: La Hulpe, Zondag 30 augustus 2009, 22 km. (2231,87 km.)



Deze tocht werd voorheen in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 30/08/2009, 1410 La Hulpe (Brabant-Wallon) – 22ème Marche de l’Argentine – 5-12-21-30 km. Les Amis de l’Argentine. Départ: Ecole Communale. Chemins campagnards, boisé, domaine Solvay et Dolce, Forêt de Soignies.’ Na afloop van deze toch wel bijzondere natuurwandeling, schreven we nog dezelfde avond het relaas omstreeks 18:38 uur.

“Gisteren kregen we een wandelparcours te verwerken, zo vlak als een biljarttafel. Vandaag evenwel, zou het er anders aan toegaan. Deze ochtend vroeg reeds, zetten we koers naar het Waalse La Hulpe, in de onmiddellijke nabijheid van Waterloo. Daar organiseerden ‘Les Amis de l'Argentine’ hun 22ème Marche de l'Argentine. Wij die in eerste instantie dachten, dat het hier ging om een vereniging die banden onderhield met Argentinië, vernamen later dat l'Argentine de naam was van een waterloop die door La Hulpe loopt. Het Marching-boek had vermeld dat het parcours zou verlopen over landelijke- en boswegen en dat het Forêt de Soignies zou worden bezocht. Het Zoniënwoud kenden we reeds van een vorige wandeling, dus dat beloofde alweer een prachtige wandeldag te worden. Ter plaatse in de Ecole Communale Les Colibris konden we terecht voor de inschrijving. Er kon worden gekozen voor 5, 12, 21 of 30 km. Vandaag opteerden wij voor 21 km (werkelijke afstand 22), aangezien het terrein aldaar niet echt vlak kan worden genoemd. Dat ondervonden wij ook later tijdens de wandeling zelf.

Na een koffie, om enigszins te bekomen van het vroege uur van opstaan, trokken we op weg, hopende op een zonnige en aangename dag. We verlieten de plaatselijke school en gingen het hoekje om, langsheen het ‘parc Castaigne’. Nadien volgden enkele woonstraten, waarbij vooral de betere buurt van la Hulpe werd bezocht. Tal van prachtige villa's passeerden de revue. Via een licht dalende weg, kwamen we aan de ingang van het ‘Domaine Solvay’, met ernaast gelegen de ‘Etang du Gris Moulin’. Heel in de verte, bemerkten we op een hoogte gelegen, het Château de la Hulpe. Geen flauw vermoeden, hoe groot dit domein uiteindelijk wel zou zijn, trokken we naar binnen. Meteen ging het naar rechts, via een grasperk, nogal steil de hoogte in. Sommigen zagen we daarbij letterlijk op hun adem trappen. Eenmaal de top bereikt, ontsloot zich aan de andere zijde een enorm uitgestrekt grasveld, omzoomd door kanjers van bomen. We daalden geleidelijk af, in de richting van het bos, behorend tot het domein. Er volgden nu tal van bospaden die ons kriskras door het domein lieten wandelen. Het ging af en toe behoorlijk flink de hoogte in, om nadien al even sterk te dalen. De kleuren en de geuren die dit bos prijsgaf, waren reeds de moeite van het wandelen op zich.

Onderweg troffen we tal van hindernissen aan, die deel uitmaakten van het Vita parcours, doorheen het domein. Na geruime tijd doorheen het bos te zijn getrokken, stapten we langs het Dolce centrum, gelegen midden dit unieke bosgebied. De wandelpaden volgden elkaar op, waarbij we duidelijk konden aanvoelen dat in een wijde boog omheen het kasteel werd gewandeld. Uiteindelijk verlieten we het bos, en belandden op een open plek, waar we voor ons het kasteel konden zien. Het ging vervolgens langsheen de rand van het bos, recht naar het bouwwerk toe. Een langzame afdaling, door alweer een stukje bos, bracht ons aan de voet van enkele trappen, waarna we een eerste controlepost bereikten in een klein bijgebouw van het domein. We waren ondertussen reeds 7,1 km op weg en konden dat reeds goed aanvoelen. Tijd dus om de inwendige mens een beetje aan te sterken. Na deze eerste onderbreking, trokken we opnieuw op pad. We verlieten de controle via een dalend pad en gingen voorbij de Ferme du Domaine de la Hulpe, waar de Fondation Folon is gevestigd. Hier was ooit Jacques Brel aanwezig bij de inhuldiging van deze stichting. Een gedenkplaat herinnerde aan deze gebeurtenis.

Via de oever van de Etang du Gris Moulin, ging het richting uitgang van het domein Solvay. Hier troffen we een bordje aan dat we de eerste keer rechtdoor dienden te gaan, later bij een tweede passage naar links. We zouden dus nogmaals terugkeren naar dezelfde controlepost. Even buiten het domein troffen we onderweg de markeringen aan van de Streek-GR Groene Gordel en tevens van de fietsroute Rando Velo RV 10. Na een kort stukje asfaltweg, verlieten we de weg via een links gelegen veldweg en kwamen spoedig in bosgebied terecht. Opnieuw konden we genieten van een geruime tijd wandelen langs bospaden en dreven, waarbij het lichtspel van de zon doorheen het gebladerte af en toe prachtig was om te bekijken. Wat verderop verlieten we heel even het bosgebied en kregen een stukje asfaltweg te verwerken, om een andere veldweg in te slaan, die evenwijdig liep met de Leopold II-laan (de grote ring), waarbij we de grens overstaken tussen Brabant Wallon en Vlaanderen. Meteen bereikten we het grondgebied van Hoeilaart. Even verder ging het naar links en mondde de veldweg uit aan de ingang van het Domeinbos Zoniënwoud Hoeilaart - Sint-Genesius-Rode.

We trokken gelukkig opnieuw het zalige en rustige bos in. We volgden hierbij de Puntgeveldreef en die deed ons na 11,9 km aankomen ter hoogte van een aan de rand van het woud gelegen manege. Hier konden we op een terrasje in open lucht even bijkomen en genieten van een verkoelend drankje. We herkenden hier tevens enkele medewandelaars van de Brugse Globetrotters, die we een tijdje terug hadden ontmoet in Aardenburg en Venwegen. Na een korte babbel gingen we onze eigen weg. We volgden de Puntgeveldreef, het Zoniënwoud steeds dieper in. Herhaaldelijk bemerkten we de markeringen van de GR126 op onze weg. Tal van dreven, met al even bekoorlijke namen als de omgeving, volgden elkaar op. Tenslotte bereikten we de Raafeikenweg en die leidde ons naar een tunnel, onder de Grote Ring door. We kwamen aan de andere kant van het Zoniënwoud terecht en kregen daar opnieuw een opeenvolging te verwerken van op- en neergaande paden. De ene dreef al mooier dan de andere, het ene pad al prachtiger om te aanschouwen dan het andere. Hier was het zalig vertoeven en enig om te wandelen. Alleen met de stilte van het woud en de daarbij behorende geluiden.

Langzaam maar zeker, draaiden we opnieuw in de richting van het Domaine de Solvay om wat verder uit te komen ter hoogte van de Etang, die we reeds vroeger op de dag waren voorbij gegaan. Het traject volgde dezelfde trappen in de richting van het bijgebouw, waar we nu voor de tweede maal langskwamen. Op onze teller stonden ondertussen reeds 17,6 km. Het laatste gedeelte van de wandeling, leidde ons langsheen de Ferme en de stichting Folon, om voor de tweede maal het domein te verlaten aan de andere zijde. Dit keer dienden we de weg naar links te nemen. We hadden het gevoel dat het stilaan voorbij zou zijn met het genieten van de bossen, aangezien we nu hoofdzakelijk een nogal drukke asfaltweg dienden te volgen. Ook die ging gestaag de hoogte in en dat begon ondertussen duidelijk voelbaar te worden. Uiteindelijk, uit het niets te voorschijn gekomen, staken we een brugje over, waaronder l'Argentine stroomde. Van nabij bekeken leek het eerder op een kleine beek. Het raadsel was dus opgelost. Er volgden nu enkele wegen, die ons brachten tot in de woonzone van La Hulpe.

Opnieuw trokken we door enkele chique wijken, waar de ene villa al indrukwekkender leek dan de vorige. Via een klein buurtparkje, kwamen we aan de Sentier des Nevelaines en die liet ons een hele tijd dalen, tussen bomen, tuinhuisjes, perkjes en tuintjes. Heel even nog ging het steil de hoogte in, toen de Sentier du Fond de Graive zich plotseling aandiende. Met een laatste beetje goede moed overwonnen we ook dit obstakel, om vervolgens via enkele woonstraten, de plaats van vertrek te bereiken. Een zucht van verlichting was duidelijk hoorbaar. Een wandeling, die bestaat uit driekwart bosgebied, we hebben ervan genoten. Zoiets is altijd voor herhaling vatbaar. Na de afstempeling van onze boekjes, besloten we om huiswaarts te rijden, aangezien de zaal toch afgeladen vol zat. In onze haast, was het ons ontgaan om het aantal deelnemers te noteren, maar zoiets doet vast en zeker geen afbreuk aan de voldoening die we vandaag hebben verkregen.”

We sluiten dit wandelverhaal stilaan af met de weergave van datgene, wat kort na afloop van de wandeling werd neergeschreven in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: La Hulpe, Zoniënwoud, Solvay-park en mooie panorama’s. Geslaagde wandeling. Zonnig. J: Prachtige tocht door het domein Solvay en het Zoniënwoud van Hoeilaart en Sint-Genesius-Rode.’

dinsdag 24 maart 2020

079: Watermael-Boitsfort, Zaterdag 09 mei 2009, 21 km. (1475,934 km.)



Deze georganiseerde tocht werd voordien in de wandelgids Marching, editie 2009, als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 09/05/2009, 1170 Watermael-Boitsfort (Brussel), 36ste Wandeltocht van de Brusselse Politie, 7-12-20-30-42-50 km. Police de Bruxelles – Section Marche. Départ: Athénée Royal. Omloop doorheen het Zoniënwoud, langs bos- en veldwegen, parken en overgebleven groen van het zuiden van Brussel.’ Na afloop werd door wandelmaatje het hierna weergegeven relaas geschreven, op zaterdag 09 mei 2009, omstreeks 18:24 uur.

“Watermael-Boitsfort was vandaag onze bestemming. Een georganiseerde wandeltocht van de Brusselse Politie. Dat de randgemeenten rond Brussel nog zoveel groen te bieden hebben, is zeer opmerkelijk. Het was een verrassende tocht, die ons echter niet verveelde en ook al lag het Zoniënwoud niet op ons 20 km parcours, toch kijken we er tevreden op terug. We gingen van start in het Athénée Royal in bovenvernoemde gemeente. De afstanden waren 5-7-12-20-30-42-50 km.  Wij stapten de werkelijke afstand van 21 km in 4 u 17 min. Meteen kwamen we aan in het Reigerbospark, waar ook de GR512 doorloopt. Zo gingen we richting Oudergem, die ons door de Woluwevallei leidde. Hier volgden we een tijdje een oude spoorwegbedding, die mooi opgewaardeerd is, met groene hoekjes en zitbankjes uit de Belle Epoque tijd. Opmerkelijk was het monument, dat hier staat en gemaakt is uit de oude rails. Na een goeie 4,5 km vonden we de eerste rustplaats in het Sint Lutgardis college te Oudergem. Goed ingericht en verzorgd met een vriendelijke bediening.

Onze weg werd vervolgd richting Sint Pieters-Woluwe. Links van ons bevond zich Hertoginnedal, hier komen de ministers samen, wanneer ze zich moeten buigen over zaken die ons land betreffen. Na een steile klim over kasseitjes, bereikten we de Priorijdreef met de Sint Annakruisweg. Veel valt hier niet meer van te bekijken, maar plots bevonden we ons aan het vijvercomplex Hertoginnedal-Mellaert-Parméntier. De hele vijver lag echter droog wegens werken, maar toch gaf het een verrassend effect. Via de Mellaertsvijver kwamen we opnieuw op de spoorwegwandeling terecht. Een groene long, waarvan niets laat vermoeden, dat men door een stadscentrum trekt. Langsheen het Stade Fallon wandelden we over de wegen van Sint Lambrechts-Woluwe. Hier hadden we een tweede stop in Ecole Parc Malou. Nadat de inwendige mens versterkt was passeerden we de Kapel van Lenneke Mare. Nieuwsgierig als wij kunnen zijn, liepen we er even binnen. Meteen werden we vergast op de nodige info door de 'koster' van dienst, die ons de geschiedenis van deze devote vrouw vertelde. Hoe zij ‘neen’ zei tegen een man, die haar zijn liefde verklaarde en omdat ze hem afwees, beschuldigd werd van diefstal en de marteldood stierf. Toen de leperd naderhand zijn leugen opbiechtte, werd zij als Martelares in ere hersteld en bouwde men deze kapel voor haar.

De man had ons nog wel een paar uurtjes kunnen bezig houden, maar onze weg moest vervolgd worden. Na een eindje stappen, bevonden we ons in het historisch en natuurlijk erfgoed Hof Ter Musschen. De windmolen die sterk afsteekt tegen de appartementsblokken, die men in de verte ziet, is nog goed behouden. Hij dateert uit 1767 en werd overgeplaatst van uit Doornik, teneinde geen vroege dood te sterven. We hadden een mooie lus gewandeld, want we kwamen aan in Ecole Parc Malou. Rust roest is een wijs spreekwoord, dus zetten we er meteen weer de mars in, om de oude watermolen te passeren. De molen van Lindekemale dateert uit 1129. Hij bezet de stroomafwaartse samenloop van de Woluwerivier en de Linkebeek. Het restaurant dat er nu aanpaalt, was omstreeks 1900 een melkerij. Alles werd gerestaureerd in 1994. Een nostalgisch hoekje, waar menig wandelaar zijn cameraatje in de aanslag hield. Even verder verwelkomde een brullende leeuw ons aan het Maloupark. Een groene parel, die men er niet verwacht. Wat ook uitzonderlijk is, zijn de houten fiets- en wandelbruggen, die over de drukke wegen lopen. Hoog boven het verkeer wandelt men over de drukke Tervurenlaan. Langs vijvers tussen het gegaggel van de eenden, over sprookjesachtige bruggetjes en zonovergoten paadjes, kwamen we op de Woluwevallei uit.

Slechts af en toe moesten we een baan oversteken, maar de hele wandeling verliep door de parken, die men daar nog rijk is. Oudergem lag weer binnen ons bereik en het college slokte ons nog even binnen, om de laatste controlestempel te krijgen. De laatste kilometers gingen door dreven met ronkende namen als Herman Debroux, om er maar eentje te noemen. De GR bleef ons genoegzaam volgen. Tot slot dwarsten we het Ten Reukenpark, dat parallel loopt met de grote weg. Hier ook groen en rust met een kunstwerkje, dat Venus moet uitbeelden. Maar zoals u zal vermoeden, vond ook de mannelijke helft van ons duo zijn gading onderweg. De Leybeekvijvers lagen als laatste op ons parcours, nadat we deze achter ons lieten ging het richting ... waar we vertrokken waren.”

Teneinde dit wandelverhaal stilaan af te ronden, werpen we nog even een blik in de wandelboekjes, waarin kort na afloop van deze tocht, enkele eerste indrukken werden weergegeven: ‘K: Oudergem, Sint Pieters Woluwe, Sint Lambrechts Woluwe. Verrassend groene wandeling. Oude spoorwegbedding en parken. J: Tocht door Watermaal Bosvoorde, Oudergem, Sint Pieters Woluwe en Sint Lambrechts Woluwe. Veel mooie parken en vijvers onderweg.’

donderdag 12 maart 2020

036: Hoeilaart, Zondag 23 november 2008, 18 km. (683,64 km.)



Een wandeltocht welke van start ging in Hoeilaart en die een onverwacht vervolg kreeg na afloop. Voorheen werd deze tocht in het wandelboek Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – dimanche 23/11/2008 – 1560 Hoeilaart (Vlaams-Brabant) – 26ste Zoniënwoudwandeltochten – 4de 50 km van het Zoniënwoud – Wintertocht B.P.W.C. – 6-12-18-24-30-42-50 km. – De IJsetrippers Overijse V.Z.W. Start: R.B.S. Het Groene Dal. Een unieke lange afstandswandeling doorheen het Zoniënwoud en de Groene Rand. U houdt van wandelen in een bosrijke omgeving? Dan vervult deze herfstwandeling zeker uw wensen. U kan genieten van de mooiste hoekjes van het Zoniënwoud en de talrijke parken en natuurgebieden van de Brusselse rand.’ Na afloop en vooral na een behouden thuiskomst, schreven we het navolgende wandelverslag op zondag 23 november 2008 omstreeks 21:33 uur.

“De IJsetrippers uit Overijse, organiseerden vandaag een wandeltocht doorheen het Zoniënwoud, met vertrek vanuit de Rijksbasisschool te Hoeilaart. Er kon worden gekozen voor een afstand van 6, 9, 12, 18, 24, 30, 36, 40 en 50 km. Vermits wij gisteren reeds een gezonde portie sneeuw en hagel te verwerken hadden gekregen, kozen wij voor de 18 km. Deze morgen, reeds voor ons vertrek vanuit Gent, konden wij reeds opnieuw kennis maken met het gegeven 'winter'. Hard aangevroren autoruiten als voorproefje voor wat nog volgen moest. Vanmorgen dus omstreeks 10 uur vertrokken in Hoeilaart, waar een deel werd afgewandeld van de 100 km fietsroute uit de 'Gordel'. Al vlug echter werd gekozen voor het Zoniënwoud. Vanaf het moment dat de openbare weg werd verlaten, ging het voortdurend op en af doorheen het prachtige, winters uitziende bos. Sommige paadjes waren goed begaanbaar, anderen waren jammer genoeg herschapen in een modderpoel.

De eerste en enige controlepost, op het parcours van de 18 km, situeerde zich na 9,7 km ter hoogte van alweer een school in Oudergem. Na een kleine versterking van de inwendige mens, ging het terug richting Hoeilaart. Ondertussen waren de weersomstandigheden veranderd, het begon te waaien en af en toe was zowaar een klein sneeuwvlokje te bemerken. Naarmate de buitenkant van het woud werd bereikt en we op het grondgebied van Overijse kwamen, meer bepaald ter hoogte van de Welriekende Dreef, was de noordenwind pas goed voelbaar. Een goeie kilometer in de open vlakte, de wind op kop, deed ons voelen dat deze eerste winterprik zijn effect niet had gemist. Naarmate we dichter bij het centrum van Hoeilaart kwamen, begon het, net zoals gisteren, hevig te sneeuwen. Deze sneeuwval, gepaard gaande met een ijskoude noordenwind, deed het koudegevoel toenemen. Gelukkig was het einde van de tocht nabij, vermits ons maatje te kampen kreeg met een pijnlijke voet. Dit was reeds begonnen bij het verlaten van de controlepost, zodoende werd het voor het vrouwelijke deel van het gezelschap een ware marteltocht tot in de uitvalsbasis.

Uiteindelijk heeft zij dan toch de eindstreep gehaald, zij het niet zonder enige moeite. Na een warm drankje ging het dan terug richting auto, om de terugreis aan te vatten. Toen wij Hoeilaart verlieten omstreeks kwart voor vier, lagen de wegen reeds ondergesneeuwd en begon pas echt de ellende. Een aantal vastgelopen auto's en vrachtwagens op het viaduct van Vilvoorde, een ongeval te Strombeek en veel sneeuwellende op de Brusselse Ring en op de E40, hebben er toe geleid dat wij uiteindelijk Gent bereikten om exact half negen. Een lange dag is het geworden. Dit Zoniënwoud hebben wij vandaag kunnen aanschouwen in een winterse vacht en dat blijft zeker bij. Moe maar voldaan gaan we ons nu te goed doen aan een warme koffie en voor de rest van de avond nog wat nagenieten en hopen dat we het nog warm krijgen. IJsetrippers... de betekenis van dit woord is nu wel duidelijk na vandaag.”

Dat we ook destijds even dachten aan onze wandelboekjes, mag blijken uit de eerste indrukken welke daarin werden neergeschreven: ‘K: Hoeilaart. Het Zoniënwoud in witte vacht. Welriekende dreef met noordenwind. Vijf uur durende tocht naar Gent. Sneeuw! J: Een ijskoude ochtend. Later op de dag wind en veel sneeuw. Het Zoniënwoud met een winterse vacht. Mooie wandeling voorzien van sneeuwvlokken. Een terugreis van ongeveer vijf uur door fileleed en ondergesneeuwde wegen!’