Posts tonen met het label Ten Reukenpark. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ten Reukenpark. Alle posts tonen

woensdag 28 oktober 2020

405: Auderghem, Zaterdag 25 februari 2017, 17,955 km. (8250,546 km.)

“Onze derde etappe van ‘De Groene Wandeling’, ging van start te Auderghem, meer bepaald ter hoogte van het metrostation Herrmann-Debroux. Na een verplaatsing vooraf per bus, trein en metro, bereikten we de plaats omstreeks 10:30 uur. Even later konden we dan ook op weg voor een volgende verkenning van de Brusselse rand. We verlieten de Herrmann-Debrouxlaan om aan de overzijde op weg te gaan via de Appelbloesemgaarde, een smal wandelpad tussen de woningen. Na het kruisen van de Charles Lemairestraat, betraden we het Seny Park. Doorheen dit kleine parkje kwamen we vrij snel aan op de Woudmeesterlaan, welke we naar rechts insloegen, om kort erna links het wandelpad te betreden dat ons zou leiden doorheen het Ten Reuken Park. We verkregen wat kunst te zien onderweg, terwijl we wandelden langsheen de uitgestrekte vijver van het park. Na te hebben genoten van deze mooie natuurzone, mondde het wandelpad uit op de gelijknamige straat, Tenreuken. We draaiden linksaf en stapten door deze straat, om even verder de Charle Albertlaan te kruisen. We bevonden aan inmiddels op het grondgebied van Watermaal-Bosvoorde. Aan de overzijde van de weg beklommen we enkele trappen en kwamen zo terecht in het Zoniënwoud.

Zo begon onze doortocht van dit prachtige natuurgebied vooreerst via de Pinnebeekdreef. Een nagenoeg kaarsrechte dreef tussen hoge, weliswaar kale bomen gelet op de periode in het jaar. De lente is nog duidelijk niet in aantocht. Even voorbij een lichte bocht naar rechts, kruisten we een andere dreef, de Diependelleweg, ter hoogte van de Tamboerdreef. Nog steeds de Pinnebeekdreef volgend kwamen we even later op het kruispunt met de Willeriekendreef. Daar aangekomen ging het rechtsaf de Willeriekendreef in om even later terecht te komen op een dwars gelegen kasseiweg, de Buksboomstraat. We draaiden linksaf en stapten nu langsheen de rand van het Zoniënwoud verder. We kwamen voorbij de begraafplaats van Watermaal-Bosvoorde om tenslotte tussen de woningen te arriveren en even later op het kruispunt met de Terhulpensesteenweg. Onze tocht ging verder naar rechts om aldus af te dalen naar een lager gelegen plein tegenover de Bosvoordevijver. Het was ondertussen 11:30 uur geworden, de hoogste tijd vonden we om even te genieten van een kopje koffie. We troffen dan ook beneden ‘Le Canard Sauvage’ aan, een delicatessenwinkel waar iets kon worden genuttigd.

Na deze wandelpauze gingen we opnieuw op pad, we hadden immers nog heel wat kilometers af te leggen. We kruisten aan de overzijde van het plein de andere rijstrook van de Terhulpensesteenweg om daar de Vuursteenweg in te gaan, een breed wandelpad naast de links gelegen Bosvoordevijver. Het pad eindigde ter hoogte van de Twee Bergenlaan, alweer een wandelpad dat ons opnieuw het Zoniënwoud zou laten betreden. We troffen er een merkwaardig opschrift aan op de gevel van een woning ‘A la petite laiterie de la Forêt de Soignies’. We betraden de Twee Bergenlaan naar links, maakten twee kort op elkaar volgende bochten naar rechts en gingen onder de spoorweg door. Voorbij de spoorweg betraden we de Twee Bergenweg en bevonden ons opnieuw in het Zoniënwoud, meer bepaald in de Vuilbeekvallei. De eerste zwammen lieten zich zien voor de lens van de camera. Ook ditmaal een lange kaarsrechte dreef onder kale bomen. Door middel van de kaarsrechte dreef kruisten we de Tumuliweg, de Gravendreef en tot slot de Infantedreef. Geruime tijd later bereikten we een groter kruispunt met de Lorrainedreef, een naar ons inzien nogal druk bereden openbare weg.

Eenmaal veilig en wel aan de overzijde geraakt, zetten we onze groene wandeltocht verder in de Chemin Berckmans, opnieuw natuur in vol ornaat. We kruisten de Zavelweg en kwamen uiteindelijk op het einde van het woud op de Waterloosesteenweg, ondertussen reeds op het grondgebied van Ukkel. Na opnieuw deze drukke en gevaarlijke weg te zijn gekruist, betraden we aan de overzijde een woonstraat, de Hougoumontlaan. Korte tijd later ging het verder in de links gelegen Lijsterbessebomenlaan, welke uitmondde op het kruispunt met de Schilderachtige Dreef. Meteen volgden we de straat naar rechts en werd het duidelijk dat we ons hier bevonden in de betere buurt, gelet op de talrijke villa’s. Deze vrij lange weg tenslotte eindigde op het kruispunt met de de Perckestraat, een bochtige kasseiweg, welke we noodgedwongen dienden in te gaan. Zo ging onze tocht langs het rechts gelegen Verrewinkelbos. Net vóór het grensbord van Linkebeek, verlieten we de de Perckestraat naar rechts via een pad dat ons leidde naar de Buysdellelaan, een smalle kasseiweg, welke ons gevoelig aan hoogte liet winnen. De kasseiweg eindigde ter hoogte van de Godshuizenlaan, welke we naar links dienden in te gaan. We kwamen zo in een woonwijk terecht om er enkele woonstraten over korte afstand te bewandelen: de Woudweg, de Reebokjeslaan, de Kiekenputstraat en de Fretlaan, om te eindigen in de Engelandstraat, tegenover het Pasteurinstituut.

We draaien linksaf de Engelandstraat in, teneinde wat verder ter hoogte van een Y-splitsing, deze straat verder naar rechts in te gaan. Via een doorsteek in een haag rechts kwamen we in de Borreweg, welke ons onder de spoorweg liet doorgaan. Halverwege de Borreweg, ging het linksaf een pad op doorheen het Natuurreservaat Kriekenput, waarna we aan de andere zijde terug de Engelandstraat aantroffen. Links verder wandelend kwamen we op de Sint-Jobsesteenweg aan. We hielden daar de richting links aan om er onder de spoorweg door te wandelen en tenslotte de drukke Steenweg op Alsemberg te bereiken. De Groene wandeling zou aan de overzijde van de weg het natuurgebied Keyenbempt ingaan, doch we hielden het voorlopig even voor bekeken. We wandelden dan ook de Steenweg op Alsemberg op naar rechts, om even later het station te bereiken van Ukkel-Kalevoet. Alvorens de terugreis aan te vangen genoten we nog van een kopje koffie in Apero Gare, tegenover het station. We eindigden deze etappe na 23941 stappen, goed voor 17,955 km.”

vrijdag 22 mei 2020

243: Jezus-Eik, Zaterdag 05 november 2011, 28,9 km. (4830,439 km.)



Een wandeltocht, waarvan we het traject volgden, zoals beschreven in de Dagstappergids van Vlaams-Brabant. Een tocht waarvan het verslag, met betrekking tot de belevenissen onderweg, pas werd geschreven op zondag, omstreeks 13:07 uur.

“Gisteren trokken we nogmaals de wandelschoenen aan en deze brachten ons vooreerst naar Jezus-Eik (Overijse), gelegen aan de rand van het Zoniënwoud. Aldaar zouden we immers wandeling N° 5 volgen uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Deze tocht bedroeg volgens deze gids om en nabij 22,9 km, het zouden er echter heel wat meer worden tijdens de loop van de dag. We parkeerden ons voertuig dan ook in de nabijheid van de kerk van Jezus-Eik, de startplaats van deze boswandeling. We begonnen aan deze dagtocht door ter hoogte van de kerk de links gelegen Kapucijnendreef in te gaan. Aan het kruispunt ter hoogte van het CC De Bosuil, namen we de links gelegen kasseiweg en daalden af richting Zoniënwoud. We volgden hier een gedeelte van de Flossendellewandeling. Zowat 200 m verder sloegen we rechtsaf in de Haagbeukendreef en betraden zo het Domeinbos Zoniënwoud Tervuren. Daar ging het over een brede dreef, waarop zich enkele kleine hoogteverschillen bevonden. Al vrij vlug waren we onder de indruk van de pracht van dit woud in de herfst. Ontelbaar waren de kleuren welke konden worden opgemerkt.

Na een tijdje de Haagbeukendreef te hebben gevolgd, ging het aan het derde kruispunt linksaf in de Prinsenweg. We bevonden ons nu op het traject van de GR512 en gingen via een tunnel onder de E411 door. Dit Groteroutepad volgend trokken we door een recent aangeplant gedeelte van het Zoniënwoud. Na enkele richtingsveranderingen ging het via een tunnel onder de Brusselse ring, met name de Steenweg op Waterloo. Nadien ging het via de Tamboerdreef en de Mezendreef tot waar we het Eikendalvoetpad aantroffen. Dit smalle bospad volgde het verloop van een kleine beek en dat gaf aanleiding tot het bewandelen van een pittoresk valleitje. Dit kronkelend paadje volgend, dwarsten we diverse ruiterpaden en andere boswegen tot we de Damenrustdreef bereikten. Vanaf hier ging het via de Graaf van Vlaanderendreef naar de Terhulpsesteenweg. Deze drukke verkeersader werd met de nodige voorzichtigheid overgestoken, waarna we aan de overzijde onze weg vervolgden via de Bundersdreef. Er volgde opnieuw een tunnel, ditmaal onder de spoorweg door. We dienden verder de GR512 te volgen tot aan de splitsing met de GR126. Hier ging het echter even fout, aangezien we de afslag hadden gemist.

We hadden dus het te nemen Berkenvoetpad gemist en kwamen uiteindelijk uit op de verder gelegen N5. Na even de kaart te hebben bekeken, konden we vrij vlug via enkele alternatieve wegen terug op de juiste koers komen en bereikten een tijdje later toch het reeds vernoemde Berkenvoetpad. Helaas hadden we daarvoor enkele kilometers nodig. Eenmaal het juiste pad terug betreden, ging het in dalende lijn via alweer een smal kronkelend pad door het bos. Beneden bereikten we een smalle beek, de Vuilbeek en deze volgden we dan ook verder naar rechts, op die manier het Vuylbeekvoetpad volgend. Zo betraden we het natuurgebied van de Vuilbeek, met enkele mooie vijvers en aanpalende moerassen. We wandelden omheen enkele prachtige watergebieden, wat aanleiding gaf tot enkele mooie plaatjes. Aan de overzijde van de vijvers vonden we een steil pad dat ons liet klimmen tot de Twee Bergenlaan, alwaar zich trouwens een kleine speeltuin bevond. Daar ging het rechtsaf en namen we nogmaals een tunnel, opnieuw onder de spoorweg door. Aan de andere kant van de tunnel bereikten we de achteringang van het park Tournay-Solvay. Nog steeds de GR126 volgend, betraden we het park, gingen door de moestuin, de boomgaard en daalden af naar een lager gelegen vijver.

Eenmaal omheen de vijver klommen we naar het hoger gelegen kasteel, jammer genoeg momenteel zo goed als een ruïne, met een deels ingestort dak. Jammer dat dergelijk prachtig gebouw staat te verkrotten. We trokken door het park en verlieten dit aan de voorzijde ter hoogte van het station van Watermaal-Bosvoorde. Vrijwel onmiddellijk dienden we de links van de ingang gelegen Vuurkeienweg te nemen, een variante trouwens van de GR126. Het ging dan even voorzichtig in dalende zin over een stuk gladde kasseienweg naar de lager gelegen Petite Laiterie de la forêt de Soignies. Zo bereikten we terug het traject van de GR126 en volgden dit verder tot in het centrum van Bosvoorde. Onderweg daarheen wandelden we langsheen het natuurgebied Vuursteendomein met alweer een prachtige vijver. In het centrum van Bosvoorde gingen we op zoek naar een plek waar we een koffie konden verkrijgen, doch ook hier kwamen we van een kale reis terug. We wandelden in beide richtingen een gedeelte van de Terhulpsesteenweg af, doch vonden enkel gesloten cafés. Dan maar de wandeling vervolgd, zij het zonder de nodige dosis koffie.

Op de Terhulpsesteenweg namen we de links gelegen Buksboomstraat en klommen op die manier langsheen het plaatselijke kerkhof terug naar de Zoniënwoud. Het ging via de Tamboerdreef, de Pinnebeekdreef, alwaar we door het natuurgebied wandelden van de gelijknamige beek. We volgden de Charles-Albertlaan en de Tenreukenstraat om aldus langsheen enkele statige kantoorgebouwen te wandelen. Gelukkig verlieten we vrij vlug deze drukke verkeersader en betraden het landschapspark Ten Reuken. We volgden nu enigszins het verloop van de Woluwe, welke we enkele keren overstaken om vervolgens het park opnieuw te verlaten via de Woudmeesterlaan. Een smal pad, gelegen achter de aldaar gevestigde huizen, bracht ons uiteindelijk op de bekende Herrman-Debrouxlaan. Daar troffen we, tot groot genoegen van de vrouw des huizes, een koffieshop aan gelegen in een benzinestation. Even later, gezeten op een muurtje en kijkend naar het drukke verkeer, genoten we van een welverdiende koffiepauze. Op dit drukke kruispunt trouwens verlieten we het traject van de GR126 en volgden vanaf nu de GR579.

Deze deed ons vooreerst de Jacques Bassemstraat volgen, om enkele honderden meters verder het rechts gelegen Bergojepark in te gaan. We bevonden ons ondertussen op het grondgebied van Oudergem. We trokken vrijwel rechtdoor doorheen het parkje om aan de andere kant de Waverse Steenweg te bereiken. We dienden tot onze grote tevredenheid deze drukke weg niet te volgen, maar wel de ernaast gelegen Rokloosterdreef welke ons voerde in de richting van het Rood Klooster. De GR579 ging aan de ingang van deze site dan ook rechtsaf ter hoogte van de molen en op die manier betraden we het gehele complex. We vonden er voldoende gelegenheid om even te pauzeren en een lekkere koffie te nuttigen. Na een kleine toer doorheen het complex verlieten we het domein via de uitgang ter hoogte van de gerestaureerde molenaarswoning. We vervolgden nu verder onze wandeltocht, nog steeds de GR579 als gids, langsheen de Vijversweg. We trokken dan ook langsheen de Molenvijver, met daar even voorbij de Grote Flossendelle, een drooggevallen vijver, waar men poogt om de moerasvegetatie te herstellen. We namen even een lichte beklimming en betraden opnieuw het Zoniënwoud.

We kregen opnieuw enkele mooie, vrijwel lange dreven te verwerken met steeds andere namen: Vijversweg, Grasdreef, Bezenboomweg die ons trouwens opnieuw onder de Steenweg op Waterloo liet gaan. We namen dan de Kleine Flossenweg, de Jachtdreef en de Sint-Jansdreef. Ondertussen begon het stilaan donker te worden en werd het tijd om het bos te verlaten, vermits we moeite kregen om de wandelgids te lezen. Goed getimed bereikten we even later terug het traject van de GR512 en via de Prinsenweg en de Haagbeukendreef, verlieten we het Zoniënwoud. We wandelden langsheen een stukje van de heenweg en korte tijd later, net toen het echt donker begon te worden, bereikten we opnieuw de kerk van Jezus-Eik. De hoogste tijd vonden we om even halt te houden op een verwarmd terras en te genieten van een welkome versnapering. Uiteindelijk eindigde onze teller op 28,9 km, ruimschoots meer dan aanvankelijk gepland, maar ja, het overkomt wel eens iedere wandelaar. In elk geval hadden we kunnen genieten van een prachtige herfstdag in een wel bijzonder mooie omgeving.”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Jezus-Eik. Heel veel Zoniënwoud. Tervuren, Watermaal Bosvoorde, Oudergem. Blikvangers: het Rood Klooster en de parken. Kasteel van Solvay is een ruïne. J: Tocht door het Zoniënwoud met start in Jezus-Eik. Dagtocht uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Tweemaal een omweg gemaakt, omwille van verkeerd gelopen en op zoek naar een café. Uiteindelijk donker op het einde van de tocht.’

dinsdag 24 maart 2020

079: Watermael-Boitsfort, Zaterdag 09 mei 2009, 21 km. (1475,934 km.)



Deze georganiseerde tocht werd voordien in de wandelgids Marching, editie 2009, als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 09/05/2009, 1170 Watermael-Boitsfort (Brussel), 36ste Wandeltocht van de Brusselse Politie, 7-12-20-30-42-50 km. Police de Bruxelles – Section Marche. Départ: Athénée Royal. Omloop doorheen het Zoniënwoud, langs bos- en veldwegen, parken en overgebleven groen van het zuiden van Brussel.’ Na afloop werd door wandelmaatje het hierna weergegeven relaas geschreven, op zaterdag 09 mei 2009, omstreeks 18:24 uur.

“Watermael-Boitsfort was vandaag onze bestemming. Een georganiseerde wandeltocht van de Brusselse Politie. Dat de randgemeenten rond Brussel nog zoveel groen te bieden hebben, is zeer opmerkelijk. Het was een verrassende tocht, die ons echter niet verveelde en ook al lag het Zoniënwoud niet op ons 20 km parcours, toch kijken we er tevreden op terug. We gingen van start in het Athénée Royal in bovenvernoemde gemeente. De afstanden waren 5-7-12-20-30-42-50 km.  Wij stapten de werkelijke afstand van 21 km in 4 u 17 min. Meteen kwamen we aan in het Reigerbospark, waar ook de GR512 doorloopt. Zo gingen we richting Oudergem, die ons door de Woluwevallei leidde. Hier volgden we een tijdje een oude spoorwegbedding, die mooi opgewaardeerd is, met groene hoekjes en zitbankjes uit de Belle Epoque tijd. Opmerkelijk was het monument, dat hier staat en gemaakt is uit de oude rails. Na een goeie 4,5 km vonden we de eerste rustplaats in het Sint Lutgardis college te Oudergem. Goed ingericht en verzorgd met een vriendelijke bediening.

Onze weg werd vervolgd richting Sint Pieters-Woluwe. Links van ons bevond zich Hertoginnedal, hier komen de ministers samen, wanneer ze zich moeten buigen over zaken die ons land betreffen. Na een steile klim over kasseitjes, bereikten we de Priorijdreef met de Sint Annakruisweg. Veel valt hier niet meer van te bekijken, maar plots bevonden we ons aan het vijvercomplex Hertoginnedal-Mellaert-Parméntier. De hele vijver lag echter droog wegens werken, maar toch gaf het een verrassend effect. Via de Mellaertsvijver kwamen we opnieuw op de spoorwegwandeling terecht. Een groene long, waarvan niets laat vermoeden, dat men door een stadscentrum trekt. Langsheen het Stade Fallon wandelden we over de wegen van Sint Lambrechts-Woluwe. Hier hadden we een tweede stop in Ecole Parc Malou. Nadat de inwendige mens versterkt was passeerden we de Kapel van Lenneke Mare. Nieuwsgierig als wij kunnen zijn, liepen we er even binnen. Meteen werden we vergast op de nodige info door de 'koster' van dienst, die ons de geschiedenis van deze devote vrouw vertelde. Hoe zij ‘neen’ zei tegen een man, die haar zijn liefde verklaarde en omdat ze hem afwees, beschuldigd werd van diefstal en de marteldood stierf. Toen de leperd naderhand zijn leugen opbiechtte, werd zij als Martelares in ere hersteld en bouwde men deze kapel voor haar.

De man had ons nog wel een paar uurtjes kunnen bezig houden, maar onze weg moest vervolgd worden. Na een eindje stappen, bevonden we ons in het historisch en natuurlijk erfgoed Hof Ter Musschen. De windmolen die sterk afsteekt tegen de appartementsblokken, die men in de verte ziet, is nog goed behouden. Hij dateert uit 1767 en werd overgeplaatst van uit Doornik, teneinde geen vroege dood te sterven. We hadden een mooie lus gewandeld, want we kwamen aan in Ecole Parc Malou. Rust roest is een wijs spreekwoord, dus zetten we er meteen weer de mars in, om de oude watermolen te passeren. De molen van Lindekemale dateert uit 1129. Hij bezet de stroomafwaartse samenloop van de Woluwerivier en de Linkebeek. Het restaurant dat er nu aanpaalt, was omstreeks 1900 een melkerij. Alles werd gerestaureerd in 1994. Een nostalgisch hoekje, waar menig wandelaar zijn cameraatje in de aanslag hield. Even verder verwelkomde een brullende leeuw ons aan het Maloupark. Een groene parel, die men er niet verwacht. Wat ook uitzonderlijk is, zijn de houten fiets- en wandelbruggen, die over de drukke wegen lopen. Hoog boven het verkeer wandelt men over de drukke Tervurenlaan. Langs vijvers tussen het gegaggel van de eenden, over sprookjesachtige bruggetjes en zonovergoten paadjes, kwamen we op de Woluwevallei uit.

Slechts af en toe moesten we een baan oversteken, maar de hele wandeling verliep door de parken, die men daar nog rijk is. Oudergem lag weer binnen ons bereik en het college slokte ons nog even binnen, om de laatste controlestempel te krijgen. De laatste kilometers gingen door dreven met ronkende namen als Herman Debroux, om er maar eentje te noemen. De GR bleef ons genoegzaam volgen. Tot slot dwarsten we het Ten Reukenpark, dat parallel loopt met de grote weg. Hier ook groen en rust met een kunstwerkje, dat Venus moet uitbeelden. Maar zoals u zal vermoeden, vond ook de mannelijke helft van ons duo zijn gading onderweg. De Leybeekvijvers lagen als laatste op ons parcours, nadat we deze achter ons lieten ging het richting ... waar we vertrokken waren.”

Teneinde dit wandelverhaal stilaan af te ronden, werpen we nog even een blik in de wandelboekjes, waarin kort na afloop van deze tocht, enkele eerste indrukken werden weergegeven: ‘K: Oudergem, Sint Pieters Woluwe, Sint Lambrechts Woluwe. Verrassend groene wandeling. Oude spoorwegbedding en parken. J: Tocht door Watermaal Bosvoorde, Oudergem, Sint Pieters Woluwe en Sint Lambrechts Woluwe. Veel mooie parken en vijvers onderweg.’