Posts tonen met het label GR579. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GR579. Alle posts tonen

woensdag 9 november 2022

525: Huldenberg, Zaterdag 26 oktober 2019, 12,3 km. (10.405,74 km.)


“Een volgende geplande wandeltocht langs het traject van de GR512, de Brabantse Heuvelroute, ging van start in Huldenberg. Na een voorafgaande verplaatsing via bus en trein kwamen we terug op het Gemeenteplein van deze gemeente, om er omstreeks 10:30 uur een volgende etappe aan te vangen. We verlieten dan ook het Gemeenteplein en begaven ons links in de Elzasstraat tot aan de daar geplaatste wandelboom, om er vast te stellen dat er nog 96 km bleef af te leggen tot het eindpunt in Geraardsbergen. We gingen er rechtsaf op een kronkelende grindweg naast de Ijse. Op het einde, net aan het Molenhof, een watermolen op de Ijse, ging de grindweg over in een smalle kasseiweg en maakte een bocht naar rechts omheen de molen. Daar verkregen we tevens de rood-witte tekens van de GR579 erbij. In de bocht ging het via een brugje over de Ijse en leidde het kasseiwegje naar de N253, de De Peuthystraat. Links verkregen we doorheen het hek zicht op het Kasteel van Huldenberg. We kruisten de weg om aan de overzijde de doodlopende Dreefstraat in te gaan, een smalle asfaltweg. We wandelden via de Dreefstraat tot aan de eerste kruising, ondertussen reeds op een onverharde weg met het karakter van een holle weg. We hielden er omstreeks 10:50 uur even halt voor een picknick.

Na een korte wandel- en eetpauze, ging onze wandelroute haaks linksaf en betraden we de Onze-Lieve-Vrouw Weg, onverhard en min of meer eveneens lijkend op een holle weg tussen akkerland. Zowat 450 m verder, nogmaals op een kruispunt van veldwegen, verlieten we de Onze-Lieve-Vrouw Weg naar rechts op een andere onverharde veldweg. Na deze veldweg een 400-tal meter te hebben gevolgd, ging het aan de eerste kruising linksaf. Ondertussen konden we genieten van de bloeiende koolzaadvelden. Door middel van deze Vanderkelenstraat ging het zowat 500 m rechtdoor tot we rechts een grasweg konden opgaan. Op het einde ging de weg over in een smalle kasseiweg welke bochtte naar rechts en die ons even aan hoogte liet winnen. Op die manier kwamen we terecht in Lindaal om er de bocht naar links te nemen. Aan een eerste splitsing volgden we Lindaal naar rechts tot aan een tweede splitsing om daar andermaal rechts Lindaal verder te blijven bewandelen. Een stijgende betegelde weg leidde langs de rand van een bos, waar we in de berm tal van paddestoelen konden bewonderen. Uiteindelijk eindigde Lindaal ter hoogte van de Duisburgsesteeenweg, ondertussen op het grondgebied van de gemeente Eizer. Schuin rechts konden we de plaatselijke St.- Maria Magdalenakerk waarnemen.

Inmiddels de klok van 11:50 uur nabij, gingen we in het centrum van Eizer op zoek naar een kopje koffie. We vonden tenslotte iets voorbij de kerk Staminee Bij Jokke, waar we op het terras even konden genieten van een wandelpauze en uiteraard een kopje koffie. Na dit oponthoud keerden we op onze stappen terug en wandelden langs de Duisburgsesteenweg opnieuw voorbij de kerk en de links gelegen straat Lindaal, om kort daarna rechtsaf te draaien in de Bekestraat. Na 150 m de Bekestraat te hebben gevolgd en net voorbij het bord einde bebouwde kom, betraden we rechtdoor een wandelpad links van de weg. Na een ruime bocht naar links doorheen een kleine zone bos en ter hoogte van de kruising met een kasseiweg, hielden we links aan en stapten verder op de Ketelheide. De brede grasweg bracht ons tot aan de Koestraat welke we kruisten, om aan de overzijde verder te gaan op een volgende grasweg. Een halve kilometer verder ging het haaks rechtsaf het bos in. Een bospad liet ons genieten van een mooi stukje natuur behorende tot het Kapucijnenbos. Na over een afstand van 800 m het bospad te hebben bewandeld, bereikten we een kruispunt van meerdere bosdreven en paden. We hielden er dan ook even een picknickpauze op een kanjer van een gevelde boom omstreeks 12:40 uur. Even later, stapten we daar rechtdoor verder en kruisten er de Dronkemansdreef.

Aan de overzijde begaven we ons dan in de nagenoeg lijnrechte Ijsedreef, om bij het omkijken nog net het grensbord van Overijse te zien tussen de bomen. Na over een afstand van bijna 900 m de Ijsedreef te hebben gevolgd door het Kapucijnenbos, kwamen we nogmaals aan op een kruispunt van bospaden. We gingen haaks linksaf op de Terschuerendreef en arriveerden aan een daar geplaatste wandelboom. Op deze plek verkreeg de door ons gevolgde route van de GR512, het gezelschap van de Streek-GR Groene Gordel. We hielden er even om 13:15 uur kort halt voor het nuttigen van een broodje. Na te hebben genoten van de omgeving, maar vooral van de rust, uitgaande van het bos, begaven we ons opnieuw op pad. De GR512 gebood ons aan de wandelboom linksaf te slaan, waarna we gedurende geruime tijd, zowat 3,3 km dienden af te leggen over een mooi wandelpad, de zogenaamde ‘Koninklijke Wandeling’, doorheen het Arboretum van Tervuren. Een ontelbaar aantal bochten later kwamen we uit aan de Arboretum parking, op de Vlaktedreef, bezijden de Jezus Eiklaan. Toen we daar aankwamen, inmiddels 14:30 uur namen we nog even de tijd voor een wandelpauze en genoten van de laatste broodjes uit de rugzak.

Na te hebben genoten van een natje en een droogje, kruisten we de Jezus Eiklaan en gingen aan de overzijde verder via de Woudmeesterdreef. Een 300-tal meter verder bereikten we een volgend kruispunt van bosdreven, alwaar we besloten om daar het traject van de GR512 te verlaten en via de kortst mogelijke weg op zoek te gaan naar vervoer huiswaarts. We verlieten dan ook de Woudmeesterdreef naar links en hadden voortaan ook voor de geel-rode tekens van de Streek-GR Groene Gordel en de rood-witte tekens van de GR579, welke de verbinding maakten naar het centrum van Jezus-Eik. We wandelden dan ook door middel van tal van dreven naar het centrum: de Lijsterweg en de Jachtdreef, om tenslotte aan de rand van het bos opnieuw de openbare weg aan te treffen, de Kapucijnendreef. We begaven ons rechtsaf en kwamen uit aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk op de Brusselsesteenweg in het centrum van de gemeente. Op die manier eindigde alweer een etappe langs de GR512 en konden we even later via bus en trein de terugreis aanvatten.”

zondag 10 januari 2021

432: Jezus-Eik, Zaterdag 18 januari 2020, 13,132 km. (8792,753 km.)

“Een wandeling langsheen een gedeelte van de GR512, de Brabantse Heuvelroute tussen Diest en Geraardsbergen. Ditmaal vertrokken we vanuit Jezus-Eik. Na een voorafgaande verplaatsing per bus en trein, bereikten we het centrum van Jezus-Eik. Omwille van het vroege uur was nog alle horeca gesloten, dus gingen we maar van start zonder vooreerst te hebben genoten van een kopje koffie. Het was dan ook reeds 10:00 uur toen we ter hoogte van de Onze-Lieve-Vrouwkerk links de Kapucijnendreef opgingen. Tijdens een vorige etappe langs deze GR waren we via deze weg terug gekomen naar het centrum van de gemeente. Ditmaal volgden we een stukje van de reeds voorheen afgelegde weg, op zoek naar waar we tijdens een vorige tocht het traject van de GR512 hadden verlaten. We hielden even verder halt ter hoogte van het Cultureel Centrum de Bosuil, om er even gebruik te maken van de sanitaire voorzieningen. Voorbij het CC draaiden we links de Jachtdreef in betraden het Zoniënwoud. Ter hoogte van een Y-splitsing namen we de rechtertak om even verder het punt te bereiken waar we tijdens een vorige wandeling de GR512 hadden verlaten. We bevonden er ons op het kruispunt van de GR512, de GR579 en de Streek-GR Groene Gordel. Vanaf nu volgden we opnieuw de rood-witte markeringen van de GR512, met andere woorden, we gingen linksaf de Woudmeesterdreef in.

Gekomen aan het kruispunt met de Jachtdreef, ging het linksaf op een kasseiweg, de Sint-Jansdreef, om zowat 250 m verder opnieuw links te gaan in de Onze-Lieve-Vrouwweg. We trokken door een mooi dal, alwaar we halverwege omstreeks 10:40 uur even halt hielden om er te genieten van een broodje. Na deze aangename onderbreking stapten we verder tot op het einde van het dal, om er vervolgens rechts de Prinsenweg in te gaan. We kruisten er de Haagbeukendreef om 400 m verder via een tunnel onder de E411 door te gaan. Aan de andere kant van de tunnel ging onze wandeling verder in de Prinsendreef tot aan het kruispunt met de Tambour Dreef, die we naar links inwandelden. Op het einde van deze dreef ging het opnieuw naar rechts, waarna we uitkwamen in de Wolvendreef. Via deze weg gingen we even later via een tunnel onder de R0. Eenmaal onder de R0 door bereikten we een kruispunt van meerdere bosdreven, om er links de Mezendreef in te stappen. Via deze dalende weg kwamen we aan een splitsing om er dan links het Eikendalpad te betreden. Na een eindje het pad te hebben gevolgd, hielden we er even kort halt om 12:10 uur om er te genieten van een appeltje.

Nadien volgden we verder dit smalle bospad over een afstand van ongeveer 1,4 km, terwijl we meerder andere paden kruisten. Tenslotte mondde het Eikendalpad uit ter hoogte van de Graaf van Vlaanderendreef. We begaven ons naar links en nadien aan de volgende kruising naar rechts, om op die manier de drukke Terhulpensesteenweg aan te treffen. Aan de overzijde van de weg, konden we onze dagtocht verder zetten in de Bundersdreef. Via deze dalende asfaltweg, gingen we via een tunnel onder de spoorweg door, om verder te gaan in de Bundersdreef doorheen het Zoniënwoud. We hadden zowat 2,1 km rechtdoor voor de boeg, om nadien het kruispunt aan te treffen met de Harasdreef. Echter kort voordat we deze drukke weg zouden oversteken, hielden we in het bos nog even halt voor een hapje, inmiddels de klok van 13:00 uur voorbij. Na alweer even te hebben genoten van een aangename pauze, in de stilte van het bos, begaven we ons naar de Harasdreef en konden met wat moeite veilig de overkant bereiken. We bevonden ons toen op de kruising van de GR512 en de GR126. We volgden er het meest rechtse pad, het Grasdellepad. We passeerden er het monument voor de gesneuvelde boswachters tijdens WOI.

Over een afstand van zowat 1,6 km bewandelden we dit pad, tot aan de rand van het Zoniënwoud, alwaar we de drukke Waterloosesteenweg bereikten. Met wat moeite raakten we veilig aan de overkant via de verkeerslichten een 100-tal m naar rechts. Aan de overzijde van de steenweg dienden we dan verder te gaan via de De Castonierlaan. Op het einde van deze dalende weg, ging onze tocht verder via een smal pad links van een villa, tussen twee hagen. Via een wandelpoortje verlieten we het pad naar rechts en betraden een veldweg, welke tenslotte uitmondde in het Elsgatveld, om er rechts aan te houden. We hielden steeds dezelfde richting aan op deze veldweg gedurende ongeveer 1,4 km in de richting van de Perkhoeve. Eenmaal gekomen ter hoogte van deze Brabantse hoeve uit de 18de eeuw, maakten we een haakse bocht naar links en kregen kasseien onder de schoenen. Via deze dalende weg arriveerden we beneden in de Perkstraat. We sloegen linksaf en begonnen aan de laatste 400 m via een steigende asfaltweg naar de treinhalte van Holleken. Het was dan ook bijna 15:00 uur toen we via een stel trappen het perron konden betreden. Einde van een dagtocht na 13,132 km stappen in een tijd van 03.14.48 uur.”

donderdag 16 juli 2020

311: Ezemaal, Zaterdag 20 september 2014, 21,537 km. (6346,861 km.)



“Ditmaal kozen we voor een wandeltocht, zoals beschreven in de Dagstappergids Vlaams-Brabant 2, met start en aankomst in Ezemaal. Volgens de wandelgids een tocht van 20,5 km die kon worden ingekort tot 14,6 km. We besloten echter het volledige parcours te volgen. ’s Ochtends reden we dan ook tot aan de parking van het station van Ezemaal, alwaar we, na een hapje, klaar waren voor de start. Het zonnetje gaf alvast een aangenaam gevoel om kennis te maken met een stukje Vlaams-Brabant. We wandelden vanaf de parking aan het station lichtjes bergaf, evenwijdig met de spoorlijn. Een eerste wandelpad werd aangeduid, met name het Laar Wandelpad. Beneden gekomen, ging het verder via de tunnel onder de spoorweg en zaten we op het traject van de GR128, tevens bemerkten we aanwijzingen inzake een wandelroute naar Santiago de Compostela. Zowat 400 m verder, ter hoogte van een kleine kapel, ging het naar links, via de Ardevoorstraat. Zo bevonden we ons op de grens tussen Vlaanderen en Wallonië. Ter hoogte van een klein bosje, ging het rechtsaf, een veldweg op, welke leidde naar de oever van de Kleine Gete.

Een bocht naar rechts markeerde de plaats, alwaar La Seype uitmondde in de Kleine Gete. We volgden nu de oever van deze beek, staken de drukke N279 over en volgden verder het verloop van deze kleine waterloop. Wat verderop ging het via een brugje over de Seype, nadat we vooreerst even van nabij de H. Bloedkapel uit 1897 hadden bekeken, welke zich even verderop rechts van ons bevond. We vervolgden nadien onze weg, om via enkele landelijke paadjes en vervolgens kerkwegels, opnieuw de N279 te bereiken, ter hoogte van de kerk van Neerheylissem. Een café, met name Le St. Sulpice, ter hoogte van de kerk, nodige alvast uit om even te pauzeren en in het zonnetje te genieten van een kopje koffie. Na dit oponthoud volgden we een tijdje de drukke weg, om ter hoogte van een electriciteitscabine, rechtsaf te wandelen en zo de Kleine Gete over te steken. Een rustig landelijk wegje liet ons genieten van de rust uitgaande van de natuur. Zo wandelden we verder, met rechts zicht op de mooie Sint-Sulpitiuskerk van Neerheylissem.

Uiteindelijk bereikten we even later een stukje bos en verlieten we de openbare weg, teneinde een rechts gelegen bospad op te gaan. Ook hier erg drassig en af en toe dienden we het gras op te zoeken, teneinde de voeten droog te houden. We staken vervolgens opnieuw de Kleine Gete over via een houten ophaalbrugje en bereikten verder de vijver van het Provinciaal Domein van Opheylissem. Het vrij modderige wegje volgden we naar links, richting ingang van het domein. Op weg daarheen kregen we tal van dieren te zien, welke in het domein een onderkomen hebben gevonden: hertjes, struisvogels, hangbuikzwijnen, enz. Gekomen aan de ingang van het domein troffen we een wandelpaal aan met verwijzing naar de samenkomst van de GR128 en de GR579. Alvorens richting kasteel verder te wandelen, namen we even een korte pauze op het terras aan de oever van de vijver. We lieten ons de koffie smaken. Nadien wandelden we langsheen de voorzijde van het kasteel en verlieten het domein opnieuw via een zogeheten dienstingang.

Even verder passeerden we de kerk van Opheylissem en sloegen een links gelegen veldweg in, welke vrij vlug overging in een steile holle weg. We volgden hier een gedeelte van de Promenade des Chavées, aangeduid door groen-wit-groene rechthoekjes. Boven namen we de meest linkse veldweg en wandelden richting Goetsenhoven, waarvan we reeds van ver de kerk konden bemerken. Tenslotte bereikten we op die manier de steenweg tussen Tienen en Hannuit. We staken deze drukke weg over en volgden een veldweg naar links, om nadien het dorpsplein te bereiken van Goetsenhoven. We troffen er de aanduidingen dat we ons bevonden op de Suikerroute. Even voor de kerk vervolgden we ons tocht via de Konijnenbergstraat, waarna we korte tijd later het traject van de GR128 verlieten. We klommen verder via de kasseien van de Konijnenbergstraat tot op de top van de helling. Aldaar ging het rechtsaf via een smal graspad, Druivenspoor geheten. Dit paadje verliep achter de tuintjes van de aanpalende huizen.

Aan het einde van dit graswegje bereikten we de N64 welke we dwarsten om vervolgens een betonwegje te betreden. We volgden hier een tijdje het traject van de LF6 Vlaanderen Fietsroute. Enkele landelijke wegen brachten ons vervolgens tot in het dorpje Hakendover, waarbij we tevens even konden proeven van het Bedevaarders Wandelpad. In het centrum van Hakendover konden we even onze dorst lessen in café De Korenbloem. Even later vervolgden we onze tocht via de Keienpoelweg, tot we geruime tijd later de weg Tienen – Sint-Truiden bereikten. We wandelden korte tijd langsheen deze drukke N3 om verder een rechts gelegen kasseiweg op te gaan. Dit was een deel van de Romeinse heirweg tussen Keulen en Boulogne-sur-Mer. Hierlangs verliep tevens de Landense Fietsroute. We kwamen langsheen diverse boomgaarden, alwaar de rijpe peren, omwille van de Russische boycot, zomaar bleven hangen, tot ze van de bomen zouden vallen. We lieten ons dan ook enkele exemplaren bijzonder smaken.

Een bijna eindeloos lijkende betonweg bracht ons uiteindelijk tot aan een kruispunt, alwaar we opnieuw de aanduidingen vonden van de GR128. We sloegen rechtsaf, richting Ezemaal, hierbij voorlopig het Hespensche Wandelpad volgend. Enkele veldwegen leidden ons tot in het dorp Eliksem. Korte tijd nadien wandelden we voorbij de Koningsmolen, om vervolgens nogmaals de Kleine Gete over te steken. Er volgden nog enkele bruggen over deze waterloop, tot we tenslotte de oever stroomopwaarts dienden te volgen. Vrij vlug echter bleek dat het pad onbegaanbaar was, omwille van recente overstromingen. We zakten meteen in de drassige ondergrond. Een koppel moedige wandelaars kwam ons uit tegengestelde richting tegemoet en meldden dat er verder geen doorkomen meer mogelijk was. De modder kwam tot halverwege hun benen. Er was geen andere mogelijkheid, dan een eindje terug te keren, tot aan de dichtst bijgelegen openbare weg en die te volgen tot aan het station van Ezemaal. Het was een kleine omweg, doch we zaten al dichtbij het einde van de wandeltocht.

Even later bereikten we opnieuw ons voertuig op de parking van het station, weliswaar met schoeisel dat dringend aan een onderhoudsbeurt toe was. We sloten deze dagtocht af met een gewandelde afstand van 21,537 km, goed voor 1062 cal en 28717 stappen in een tijd van 5.05.58.”

vrijdag 10 juli 2020

307: Sint-Joris-Weert, Zaterdag 16 augustus 2014, 23,416 km. (6252,69 km.)



“Een volgend wandelverhaal handelt over een tocht met start en aankomst te Sint-Joris-Weert. Deze luswandeling wordt beschreven in de Dagstappergids Vlaams-Brabant 2, met als titel: ‘Te paard op de taalgrens’. Tijdens deze tocht wordt een gedeelte gevolgd van het traject van de GR512 en de GR579. De aanbevolen startplaats bevindt zich aan het station van Sint-Joris-Weert. Volgens de wandelgids bedroeg de totaal af te leggen afstand 22,5 km. Nadat we ons voertuig veilig konden parkeren ter hoogte van het station en na alvast een broodje te hebben genuttigd konden we even later op pad. We vertrokken dus aan het station van Sint-Joris-Weert en gingen naar links, evenwijdig met de spoorlijn tot aan een kruispunt vlak bij een tunnel onder de sporen. Daar wandelden we rechtsaf en vrijwel onmiddellijk links richting Sint-Agatha-Rode. Deze weg werd bewandeld tot net voorbij twee bruggen over sloten, om dan links een graspad naast een sloot te betreden via een draaihekje. We bevonden ons thans in het natuurreservaat Het Grootbroek. Even verder ging onze tocht over een vlonderpad tot aan een parkeerterrein met infobord. We passeerden nogmaals een draaihek om onze weg te vervolgen via een tweede vlonderpad. We overschreden een sloot en stapten op de andere oever verder, om even later een tweede sloot over te steken. Het vlonderpad kronkelde enigszins, waarna we na een brugje en enkele treden terecht kwamen op een T-splitsing, waar we rechts hielden.

Via een volgend hekje aan een tweede infobord betraden we een brede veldweg welke we naar links volgden, terwijl we ons bevonden op een gedeelte van het Dijle- en Lanewandelpad. Deze veldweg leidde ons tot aan de Dijle, welke we vanop de oever stroomopwaarts volgden tot aan de weg naar Pécrot. Daar bemerkten we voor het eerst de rood-witte tekens van de GR579. Vanaf nu volgden we over zowat 1 km de GR naar links, waarbij we achtereenvolgens La Grande Marbaise en La Petite Marbaise overstaken. We kwamen zo aan de nmbs-halte van Pécrot. Aan de overzijde van de overweg stapten we in de Rue Constant Wauters om ter hoogte van het pand nr. 102A links een paadje op te gaan. We zagen er de aanduiding betreffende een lokale wandelroute Sentier de Pécrot à Bossut. Dit pad draaide even later schuin rechts het bos. Boven gekomen aan de rand van het bos ging onze wandeling naar links, teneinde een vallei over te steken. Aan het einde van het bos en gekomen op een kruispunt, dienden we rechts te gaan. We verkregen zo een zicht op de kerk van Pécrot. In een bocht naar rechts van de weg welke we volgden, hielden we de richting rechtdoor aan via een veldweg om zowat 1 km verder de plaats La Malaise te bereiken.

We gingen andermaal naar links, richting Bossut om wat later een veldweg rechts in te draaien. Op een volgende T-splitsing gingen we linksaf om ongeveer 800 m verder de veldweg te ruilen voor een betonweg. We hielden steeds dezelfde richting aan, ook voorbij een rotonde om dan af te dalen en beneden aangekomen, links de Val du Puits in te wandelen. Het eerste kruispunt later gebood ons rechts te gaan en 200 m verder links via de Rue du Pont, om aldus het centrum te betreden van Bossut. Aldaar namen we afscheid van de GR579. We stegen nog wat hoger tot aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Bossut en de Place de Bossut. Op de Place de Bossut gingen we naar links en even verder opnieuw links via de Rue de Nethen. Een paar honderd meter verder hielden we via een smal pad rechts in Le Trou des Chiens, om af te dalen naar een kruispunt, alwaar we rechts een grindweg opgingen. Gekomen even voorbij een grote hoeve sloegen we linksaf om zo de Ry Saint-Martin over te steken. Een tweetal veldwegen later overschreden we opnieuw dezelfde waterloop, waarna we even verder een rotonde bereikten en daar onze wandeling verder zetten via de Rue du Ry Saint-Martin.

Ter hoogte van een pleintje kozen we een pad naast een haag en kwamen zo aan het busstation van Hamme-Mille. Het gepaste moment om even een wandelpauze in te lassen en dat konden we doen in Taverne de la Gare. We lieten ons de koffie smaken. Na deze drankpauze en tevens sanitaire tussenstop wandelden we links verder, staken een straat over om nadien de parking van een supermarkt over te steken. Aan de overkant konden we via een gat in de haag een pad opgaan dat achter een tweede supermarkt verliep, dit pad betrof blijkbaar een oude trambedding van de lijn Leuven – Jodoigne. We staken de Nethen over om via een asfaltwegje naar rechts uit te komen aan de Naamsesteenweg (N25). Aan de overzijde van deze drukke weg ging het even verder naar links via grindpad naast een waterloop, zowat tegenover een supermarkt. Het pad kronkelde enigszins, verliep voorbij een kruispunt verder en voorbij een bosje troffen we links een mooie dreef aan. Via deze dreef overschreden we nogmaals de Nethen om dan te arriveren aan de hoeve van Valduc, ter hoogte van de ingang van het voormalige abdijcomplex Valduc. We stapten links verder via een stijgende kasseiweg tot aan een hoger gelegen T-kruising waar we rechts afdraaiden. Nog verder klimmend dienden we net voor het bereiken van de top, opnieuw links te kiezen.

We stapten nu in de richting van de boswachterswoning De Warande en betraden aldus opnieuw het grondgebied van Vlaanderen. We gingen omheen de woning om dan verder te gaan in een enorme beukendreef naar de rand van het Meerdaalwoud. We troffen er een picknicktafel aan alsook de rood-witte tekens van de GR512, waarvan we het traject zouden volgen doorheen het woud tot nagenoeg het eindpunt van de wandeling. We volgden de GR-tekens naar links om kort daarna opnieuw de Naamsesteenweg over te steken. Aan de overzijde gingen we schuin links richting Warandevijver, gingen voorbij een veehek om nadien ter hoogte van het parkeerterrein links de Warandeweg in te gaan. Via een smaller pad kwamen we zowat 600 m verder aan de Warandevijver uit. Restten ons nog iets meer dan 5 km tot aan het station van Sint-Joris-Weert. Aan de vijver gingen we naar rechts om dan verder te stappen in de Warandedreef, een holle weg. Het eerstvolgende kruispunt gebood ons om links De Kromme Dreef te kiezen en die over zowat 700 te volgen. Nadien ging het naar rechts in de Grezse Baan en nadien 750 m verder links in de Walendreef. We konden genieten van deze prachtige bosomgeving en vooral van de rust en de stilte onderweg.

We volgden deze beukendreef tot aan de Nethense Baan, waar we naar rechts draaiden, om nogmaals 600 m verderop links de Kleine Dreef in te gaan. Langzaam dalend bereikten we vervolgens een kruispunt, waar we links aanhielden en even verder de tweede weg van links dienden in te gaan. We staken vervolgens de Herculesdreef over om wat verder een pad rechts te kiezen dat uitmondde in een holle weg. Via deze en een daarop volgende holle weg daalden we vrij snel het bos uit en kwamen terecht in het centrum van Sint-Joris-Weert. We bemerkten meteen de spoorwegovergang en links het station. Einde van een wel bijzondere wandeling, af en toe over de taalgrens heen. We eindigden dan ook na 31322 stappen en een afgelegde afstand van 23,416 km. We konden alvast beginnen aan de terugreis.”

zondag 24 mei 2020

248: Huldenberg, Zaterdag 25 februari 2012, 19,4 km. (4941,239 km.)



Het relaas van een tocht welke we ondernamen tijdens de maand februari 2012. Het verslag van deze dagtocht werd geschreven omstreeks 21:44 uur.

“Vandaag nog even de wandelschoenen aan en deze ochtend dan ook richting Huldenberg, gesitueerd in Vlaams-Brabant. We hadden gekozen voor de wandeling N°. 11 uit de Dagstappergids, een wandeling welke ons zou leiden langsheen het traject van de GR512 en de GR579. We vonden vrij gemakkelijk een parkeerplaats niet ver van het dorpsplein en namen er allereerst de tijd om een hapje te eten. Even later, voorzien van het nodige, trokken we op pad. De tocht zelf was 20,1 km lang, doch onderweg kon men een verkorting kiezen en zo verliep deze dagtocht over een afstand van 16,7 km of zelfs nog korter 14,6 km. Alles kan natuurlijk worden nagelezen in de gids zelf, een uitgave van lannoo.

We gingen deze ochtend dan ook van start op het Gemeenteplein en kozen de richting van het sportcomplex ‘De Kronkel’, dat we bereikten via de parking. We volgden op die manier het traject van de reeds vermelde GR512 en staken twee aftakkingen van de Ijse over. We volgden de rechteroever van de Ijse, langsheen een mooi aangelegd wandelpad, tevens gedeeltelijk ’Natuurleerpad’. We staken enkele dwarsgelegen straten over en bereikten vervolgens de restanten van een oude watermolen, nabij de derde brug over de Ijse. Het had wat voeten in de aarde gehad om uiteindelijk deze brug te bereiken, aangezien er enige verwarring bestond inzake de correcte uitleg in de wandelgids. Maar goed, we hadden tenslotte de brug bereikt en we verlieten aldaar het verloop van de GR512, om het Ijse Wandelpad te volgen.

We voelden dan ook dat we een eerste helling dienden te beklimmen en kwamen zo terecht in het Margijsbos, alwaar een goed begaanbare onverharde weg ons deed uitkomen ter hoogte van een kruispunt van boswegen. Aldaar, ter hoogte van een reeks stallingen, dienden we rechtdoor aan te houden en verlieten op die manier opnieuw het Margijsbos, via de toepasselijk genaamde Margijsbosweg. Op het kruispunt met de Nijvelsebaan ging het rechtsaf verder via een landelijke asfaltweg, vrij verkeersluw moet worden gezegd. Langsheen deze weg bemerkten we trouwens de aanduidingen van de LF 6 Vlaanderen Fietsroute. We volgden gedurende lange tijd deze Nijvelsebaan tot aan het knooppunt 262 van het wandelnetwerk Zuid-Dijleland, waar we de openbare weg verlieten en linksaf gingen, richting knooppunt 225. Na korte afstand, werd het wegje onverhard en leek het eerder op een karrenspoor. Een eindje verderop troffen we een aantal boomstammen aan, een ideale plek voor de picknick. Bovendien hadden we er een prachtig zicht op een lager gelegen kloostercomplex en aanpalende Keihofhoeve.

Gelet op de schrale wind echter, vervolgden we vrij vlug onze wandeltocht. De onverharde weg die we volgden, ging spoedig over in een prachtige holle weg en zo daalden we verder af naar de vallei van de Lane. Eenmaal het einde van de holle weg bereikt, kwamen we uit in de Koestraat en aan het kruispunt met de Wolfshaegen. Hier ging het naar rechts tot aan het eerstvolgende kruispunt met de Steenbeekstraat. We wandelden deze vrij drukke weg links in en staken vervolgens de Lane over. Hier troffen we een informatiebord aan inzake het Rodebos en de Laanvallei. Eenmaal over de Lane, volgden we naar links de oever van dit riviertje via het Dijle en Lane Wandelpad. Op die manier bereikten we het grondgebied van St.-Agatha-Rode, waarvan we trouwens de kerk reeds konden zien. Via het verloop van de Lane bereikten we de dorpskern van de kleine gemeente en wandelden voorbij de kerk. Het enige café ter hoogte van de kerk, bleek reeds een tijdje gesloten.

Voorbij de kerk bereikten we wat verder de brug over de Dijle en via deze brug ging het verder langsheen de Leuvensebaan. Een eindje verder verlieten we al vlug deze drukke weg, om verder het Dijle en Lane Wandelpad te volgen, richting natuurgebied Grootbroek. Een kort stukje kasseiweg ging al heel vlug over in een drassig pad. We passeerden het wandelpoortje naar het Grootbroek, doch wij volgden verder het pad in zuidelijke richting. Zowat 500 m verder bereikten we de oever van de Dijle, een waterloop welke we vanaf nu via de oever stroomopwaarts volgden. Zo bereikten we een eind verder Waals grondgebied in de Rue de Rhode, we bevonden ons nu in Pécrot, een deelgemeente van Grez-Doiceau. We bevonden ons nu op het traject van de GR579. Het ging rechtsaf en even verder, over de brug over de Dijle, bereikten we opnieuw Vlaams grondgebied. We troffen links een zwarte bunker aan en aldaar verlieten we de weg om een links gelegen pad te volgen. Het ging nu lichtjes bergop, we dwarsten een tweetal straten, waarbij we de tweede links volgden, alweer de Leuvensebaan.

Ter hoogte van een klein kapelletje draaiden we rechtsaf in de Zesdagmaalstraat. Het ging alweer even de hoogte in, doorheen een stukje woonzone, tot we voorbij de huizen de Oude Waversebaan bereikten. Aldaar volgden we de GR naar links, richting hoger gelegen Sint-Agatha-Rodebos. We wandelden geruime tijd langsheen de bosrand, tot aan een kleine bakstenen kapel. Ook hier namen we nogmaals de tijd om een hapje te eten en even wat kledij uit te doen, gelet op de warmte van de eerste voorjaarszon. Even voorbij deze kleine kapel, bereikten we opnieuw een kruispunt van boswegen. Hier dienden we een keuze te maken tussen het grote parcours of de eerste verkorting. Vermits we al een tijdje niet hadden gewandeld, besloten we het te houden op de afstand van 16,7 km en kozen we dus voor de kortere weg richting Huldenberg. We volgden bijgevolg verder de GR579 en wandelden voorbij de slagboom het Sint-Agatha-Rodebos in.

Zo begonnen we aan een lange afdaling doorheen het bos. Geruime tijd later ging het via een wildrooster en een tweetal afsluitingen het natuurgebied Rodebos en Laanvallei in. We bevonden ons dan ook op het Terlanen Wandelpad. We dienden een tweetal waterlopen te dwarsen, vooreerst een zijbeekje van de Lane en tenslotte de Lane zelf. Nadien kwamen we opnieuw in de omgeving van de huizen en hielden nagenoeg steeds rechtdoor aan, richting Huldenberg. We wandelden vervolgens doorheen de Vossekouter en dienden nadien nog een stevige klim te verwerken in de Zavelstraat, inderdaad een aardeweg bestaande uit voornamelijk zavelondergrond. Zo bereikten we uiteindelijk de hoger gelegen bebouwde kom van Huldenberg ter hoogte van de Nijvelse Baan. Hier hadden we echter nog een klein ommetje te doen. We gingen dan ook linksaf in de richting van een viersprong, om daar nogmaals een mooie holle weg te volgen. Zo kwamen we uiteindelijk via een ommetje in de bebouwde kom van Huldenberg en bereikten via enkele woonstraten het Gemeenteplein. We hadden nog ruim de tijd om even een lokale horecazaak te bezoeken en even na te kaarten over deze tocht bij een lekkere kop koffie.”

We kijken nog even terug op datgene, wat kort na afloop werd neergeschreven in de respectieve wandelboekjes. ‘K: Dagstappergids Vlaams-Brabant. Huldenberg, St. Agatha Rode en even over de taalgrens. Verrassend, glooiend, maar mooi. Fris maar af en toe een zonnestraal. J: Wandeling N° 11 uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Tocht met start in Huldenberg en doorheen de vallei van de Ijse – Lane en Dijle. Over de heuvels van het Margijsbos en het Sint-Agatha-Rodebos. Pittige tocht maar met een aangenaam voorjaarszonnetje.’

vrijdag 22 mei 2020

243: Jezus-Eik, Zaterdag 05 november 2011, 28,9 km. (4830,439 km.)



Een wandeltocht, waarvan we het traject volgden, zoals beschreven in de Dagstappergids van Vlaams-Brabant. Een tocht waarvan het verslag, met betrekking tot de belevenissen onderweg, pas werd geschreven op zondag, omstreeks 13:07 uur.

“Gisteren trokken we nogmaals de wandelschoenen aan en deze brachten ons vooreerst naar Jezus-Eik (Overijse), gelegen aan de rand van het Zoniënwoud. Aldaar zouden we immers wandeling N° 5 volgen uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Deze tocht bedroeg volgens deze gids om en nabij 22,9 km, het zouden er echter heel wat meer worden tijdens de loop van de dag. We parkeerden ons voertuig dan ook in de nabijheid van de kerk van Jezus-Eik, de startplaats van deze boswandeling. We begonnen aan deze dagtocht door ter hoogte van de kerk de links gelegen Kapucijnendreef in te gaan. Aan het kruispunt ter hoogte van het CC De Bosuil, namen we de links gelegen kasseiweg en daalden af richting Zoniënwoud. We volgden hier een gedeelte van de Flossendellewandeling. Zowat 200 m verder sloegen we rechtsaf in de Haagbeukendreef en betraden zo het Domeinbos Zoniënwoud Tervuren. Daar ging het over een brede dreef, waarop zich enkele kleine hoogteverschillen bevonden. Al vrij vlug waren we onder de indruk van de pracht van dit woud in de herfst. Ontelbaar waren de kleuren welke konden worden opgemerkt.

Na een tijdje de Haagbeukendreef te hebben gevolgd, ging het aan het derde kruispunt linksaf in de Prinsenweg. We bevonden ons nu op het traject van de GR512 en gingen via een tunnel onder de E411 door. Dit Groteroutepad volgend trokken we door een recent aangeplant gedeelte van het Zoniënwoud. Na enkele richtingsveranderingen ging het via een tunnel onder de Brusselse ring, met name de Steenweg op Waterloo. Nadien ging het via de Tamboerdreef en de Mezendreef tot waar we het Eikendalvoetpad aantroffen. Dit smalle bospad volgde het verloop van een kleine beek en dat gaf aanleiding tot het bewandelen van een pittoresk valleitje. Dit kronkelend paadje volgend, dwarsten we diverse ruiterpaden en andere boswegen tot we de Damenrustdreef bereikten. Vanaf hier ging het via de Graaf van Vlaanderendreef naar de Terhulpsesteenweg. Deze drukke verkeersader werd met de nodige voorzichtigheid overgestoken, waarna we aan de overzijde onze weg vervolgden via de Bundersdreef. Er volgde opnieuw een tunnel, ditmaal onder de spoorweg door. We dienden verder de GR512 te volgen tot aan de splitsing met de GR126. Hier ging het echter even fout, aangezien we de afslag hadden gemist.

We hadden dus het te nemen Berkenvoetpad gemist en kwamen uiteindelijk uit op de verder gelegen N5. Na even de kaart te hebben bekeken, konden we vrij vlug via enkele alternatieve wegen terug op de juiste koers komen en bereikten een tijdje later toch het reeds vernoemde Berkenvoetpad. Helaas hadden we daarvoor enkele kilometers nodig. Eenmaal het juiste pad terug betreden, ging het in dalende lijn via alweer een smal kronkelend pad door het bos. Beneden bereikten we een smalle beek, de Vuilbeek en deze volgden we dan ook verder naar rechts, op die manier het Vuylbeekvoetpad volgend. Zo betraden we het natuurgebied van de Vuilbeek, met enkele mooie vijvers en aanpalende moerassen. We wandelden omheen enkele prachtige watergebieden, wat aanleiding gaf tot enkele mooie plaatjes. Aan de overzijde van de vijvers vonden we een steil pad dat ons liet klimmen tot de Twee Bergenlaan, alwaar zich trouwens een kleine speeltuin bevond. Daar ging het rechtsaf en namen we nogmaals een tunnel, opnieuw onder de spoorweg door. Aan de andere kant van de tunnel bereikten we de achteringang van het park Tournay-Solvay. Nog steeds de GR126 volgend, betraden we het park, gingen door de moestuin, de boomgaard en daalden af naar een lager gelegen vijver.

Eenmaal omheen de vijver klommen we naar het hoger gelegen kasteel, jammer genoeg momenteel zo goed als een ruïne, met een deels ingestort dak. Jammer dat dergelijk prachtig gebouw staat te verkrotten. We trokken door het park en verlieten dit aan de voorzijde ter hoogte van het station van Watermaal-Bosvoorde. Vrijwel onmiddellijk dienden we de links van de ingang gelegen Vuurkeienweg te nemen, een variante trouwens van de GR126. Het ging dan even voorzichtig in dalende zin over een stuk gladde kasseienweg naar de lager gelegen Petite Laiterie de la forêt de Soignies. Zo bereikten we terug het traject van de GR126 en volgden dit verder tot in het centrum van Bosvoorde. Onderweg daarheen wandelden we langsheen het natuurgebied Vuursteendomein met alweer een prachtige vijver. In het centrum van Bosvoorde gingen we op zoek naar een plek waar we een koffie konden verkrijgen, doch ook hier kwamen we van een kale reis terug. We wandelden in beide richtingen een gedeelte van de Terhulpsesteenweg af, doch vonden enkel gesloten cafés. Dan maar de wandeling vervolgd, zij het zonder de nodige dosis koffie.

Op de Terhulpsesteenweg namen we de links gelegen Buksboomstraat en klommen op die manier langsheen het plaatselijke kerkhof terug naar de Zoniënwoud. Het ging via de Tamboerdreef, de Pinnebeekdreef, alwaar we door het natuurgebied wandelden van de gelijknamige beek. We volgden de Charles-Albertlaan en de Tenreukenstraat om aldus langsheen enkele statige kantoorgebouwen te wandelen. Gelukkig verlieten we vrij vlug deze drukke verkeersader en betraden het landschapspark Ten Reuken. We volgden nu enigszins het verloop van de Woluwe, welke we enkele keren overstaken om vervolgens het park opnieuw te verlaten via de Woudmeesterlaan. Een smal pad, gelegen achter de aldaar gevestigde huizen, bracht ons uiteindelijk op de bekende Herrman-Debrouxlaan. Daar troffen we, tot groot genoegen van de vrouw des huizes, een koffieshop aan gelegen in een benzinestation. Even later, gezeten op een muurtje en kijkend naar het drukke verkeer, genoten we van een welverdiende koffiepauze. Op dit drukke kruispunt trouwens verlieten we het traject van de GR126 en volgden vanaf nu de GR579.

Deze deed ons vooreerst de Jacques Bassemstraat volgen, om enkele honderden meters verder het rechts gelegen Bergojepark in te gaan. We bevonden ons ondertussen op het grondgebied van Oudergem. We trokken vrijwel rechtdoor doorheen het parkje om aan de andere kant de Waverse Steenweg te bereiken. We dienden tot onze grote tevredenheid deze drukke weg niet te volgen, maar wel de ernaast gelegen Rokloosterdreef welke ons voerde in de richting van het Rood Klooster. De GR579 ging aan de ingang van deze site dan ook rechtsaf ter hoogte van de molen en op die manier betraden we het gehele complex. We vonden er voldoende gelegenheid om even te pauzeren en een lekkere koffie te nuttigen. Na een kleine toer doorheen het complex verlieten we het domein via de uitgang ter hoogte van de gerestaureerde molenaarswoning. We vervolgden nu verder onze wandeltocht, nog steeds de GR579 als gids, langsheen de Vijversweg. We trokken dan ook langsheen de Molenvijver, met daar even voorbij de Grote Flossendelle, een drooggevallen vijver, waar men poogt om de moerasvegetatie te herstellen. We namen even een lichte beklimming en betraden opnieuw het Zoniënwoud.

We kregen opnieuw enkele mooie, vrijwel lange dreven te verwerken met steeds andere namen: Vijversweg, Grasdreef, Bezenboomweg die ons trouwens opnieuw onder de Steenweg op Waterloo liet gaan. We namen dan de Kleine Flossenweg, de Jachtdreef en de Sint-Jansdreef. Ondertussen begon het stilaan donker te worden en werd het tijd om het bos te verlaten, vermits we moeite kregen om de wandelgids te lezen. Goed getimed bereikten we even later terug het traject van de GR512 en via de Prinsenweg en de Haagbeukendreef, verlieten we het Zoniënwoud. We wandelden langsheen een stukje van de heenweg en korte tijd later, net toen het echt donker begon te worden, bereikten we opnieuw de kerk van Jezus-Eik. De hoogste tijd vonden we om even halt te houden op een verwarmd terras en te genieten van een welkome versnapering. Uiteindelijk eindigde onze teller op 28,9 km, ruimschoots meer dan aanvankelijk gepland, maar ja, het overkomt wel eens iedere wandelaar. In elk geval hadden we kunnen genieten van een prachtige herfstdag in een wel bijzonder mooie omgeving.”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Jezus-Eik. Heel veel Zoniënwoud. Tervuren, Watermaal Bosvoorde, Oudergem. Blikvangers: het Rood Klooster en de parken. Kasteel van Solvay is een ruïne. J: Tocht door het Zoniënwoud met start in Jezus-Eik. Dagtocht uit de Dagstappergids Vlaams-Brabant. Tweemaal een omweg gemaakt, omwille van verkeerd gelopen en op zoek naar een café. Uiteindelijk donker op het einde van de tocht.’