Posts tonen met het label Brussel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Brussel. Alle posts tonen

zaterdag 13 maart 2021

453: Bosvoorde, Zaterdag 30 mei 2020, 21,437 km. (9182,302 km.)


“Een zonnige zaterdagochtend bracht ons na een ritje per bus en trein, naar het station van Bosvoorde. Vanaf daar zouden we een wandeling ondernemen, waarvan we het traject hadden bekomen via opzoekingen op internet. Deze tocht, voor het grootste gedeelte doorheen het Zoniënwoud, had een voorziene lengte van 16,34 km. Echter omwille van een slechte beschrijving, zouden we tijdens het verloop van deze wandeling, de verkeerde kant opgaan, waardoor we uiteindelijk een totaal andere route zouden bewandelen. Het kan al eens verkeren zo te zien. Maar goed, toen we even na negen uur ’s ochtends het station van Bosvoorde verlieten, ging het vooreerst via de drukke Terhulpensesteenweg naar de zowat 500 m verder gelegen Graafdreef of Drève du Comte, een zijstraat van de steenweg. Daar zou eigenlijk de geplande wandeling een aanvang nemen. Het smalle kasseiwegje, even verder overgaand in asfalt, eindigde ter hoogte van de parking Verdronken Kinderen en aan de ingang van het Zoniënwoud. Voorbij een slagboom konden we verder gaan, nog steeds in de Graafdreef om een kruispunt te bereiken van meerdere wegen. We bogen rechtsaf op de Tumuliweg en vrijwel onmiddellijk links naar het Bocqpad. We passeerden de rechts gelegen Hoefijzervijver, altijd leuk voor een paar mooie wandelbeelden. Na een lange bocht naar rechts kruisten we de Verdronken Kinderendreef, gevolgd door de Infantedreef.

Onze wandeling verliep vervolgens een tijdje evenwijdig aan een smalle beek, tussen de Verdronken Kinderendreef en de Korporaaldreef. Ter hoogte van de eerste dwars gelegen dreef ging het naar links, om weinig later opnieuw links af te slaan, terug op de Verdronken Kinderendreef. Toen we nadien opnieuw op de kruising kwamen met de Infantedreef, ging het nagenoeg haaks rechtsaf tot we de volgende dreef konden aantreffen, de Hoefijzerweg of Chemin du fer à cheval. We dienden dit wandelpad naar links op te gaan en kregen zo stilaan zicht op de plaats waar we voordien waren van start gegaan. We hadden zo een kleine lus afgelegd van zowat 3 km. Tijd om er even op een bankje te verpozen voor een hapje en een drankje. Na een wat langere eet- en rustpauze, maar vooral na te hebben genoten van het zonnetje, gingen we opnieuw op weg. Ditmaal begaven we ons naar links op de Boshyacintenvoetweg, welke leidde langs de Westelijke Verdronken Kinderenvijver. Een bocht op het gevolgde pad naar rechts, liet ons dan ook de Oostelijke Verdronken Kinderenvijver bekijken. We kruisten even later de Tweebergenweg of Drève des Deux Montagnes en stapten voorbij de Kluizenaarsvijver, om dan rechtsaf verder te wandelen op het Vuilbeekpad. Dit mooie en kronkelende bospad kenden we reeds van vorige wandelingen doorheen het Zoniënwoud.

Echter daar ging de geplande tocht de mist in. We dienden immers na een tijdje het Vuilbeekpad naar links te verlaten via het Berkenvoetpad, richting Sint-Hubertusdreef, doch blijkbaar hadden we deze afslag over het hoofd gezien. We wandelden nog steeds verder langs het Vuilbeekpad, op zoek naar de afslag, doch uiteindelijk kwamen we terecht op het einde van dit reeds vermelde pad. Totaal uit de richting konden we vaststellen. We bevonden ons toen in de nabijheid van de drukke Harasdreef links, bijgevolg draaiden we rechts een bospad op dat tenslotte uitmondde in de Tweebergenweg. Even over korte afstand naar links en we arriveerden in de Lorrainedreef. We gingen dan maar op zoek naar de kortst mogelijk route richting centrum van Brussel. Na een tijdje doorheen de Lorrainedreef te zijn gegaan, bemerkten we één van de vele fietsroutes doorheen de hoofdstad, alwaar we konden aflezen dat we 8,3 km waren verwijderd van het Centraal station. We besloten dan maar deze route 5 te volgen, richting spoorwegstation. Onderweg passeerden we nog de begraafplaats van Elsene, alwaar we even halt hielden om er het graf te zoeken van een van de verre verwanten van maatje, nota bene een militair gesneuveld tijdens de oorlog.

Na wat zoeken vonden we de betreffende plaats op het kerkhof. Nadien zakten we stilaan af door enkele drukke winkelstraten om tenslotte in het station de terugreis aan te vatten. We eindigden deze enigszins anders verlopen wandeltocht na 28207 stappen, goed voor 21,437 km.”

dinsdag 22 september 2020

366: Brussel, Vrijdag 08 april 2016, 25,645 km. (7408,697 km.)

“Het wandelrelaas met betrekking tot onze derde etappe op weg naar Santiago de Compostela. De dag begon relatief vroeg, met een korte busrit omstreeks 08:20 uur richting station van Mechelen. Aldaar volgde omstreeks 08:34 uur aansluiting via het spoor naar Brussel-Zuid. Zo bereikten we alweer de hoofdstad, zowat 750 m verwijderd van de Hallepoort, het eindpunt van onze vorige, tweede etappe. Nadat we het station hadden verlaten, volgde een korte wandeling via de Avenue Fonsny en de Rue d’Angeleterre naar de reeds vermelde Hallepoort. Het was dan ook reeds 09:20 uur, toen we ter plaatse konden starten aan het bewandelen van het geplande traject tot in Halle. Met een laatste blik op dit restant van de stadsomwalling, verlieten we deze plaats via de Waterloosesteenweg. Een druk bereden weg met tal van winkels en horecazaken. Een eindje verderop bereikten we het Sint-Gillisvoorplein. Aldaar hielden we om 09:30 uur even halt voor een kort bezoekje aan de kerk van Sint-Gillis, de kerk van ‘Frères et les Soeurs de Jérusalem’. We konden er alvast een Sint Jakob bewonderen in een van de prachtige glasramen die de kerk rijk is. Na ons kerkbezoek namen we aan de overzijde van het plein even de tijd voor een kopje koffie in Brasserie Verschueren. Een café dat blijkbaar reeds heel wat jaren menige klant heeft voorzien van het noodzakelijke.

Na het zwarte goud te hebben gedronken, werd het echt tijd om van start te gaan. We zouden nu verder de ‘Via Brabantica’ en tevens de GR12 volgen gedurende zowat de gehele dag. Nog steeds de Waterloosesteenweg volgend, bereikten we een rotonde, alwaar we de Théodore Verhaegenstraat, de Parklaan en de Alsembergsesteenweg kruisten, om verder rechtdoor te wandelen via de Paul Dejaerlaan naar het gemeentehuis van Sint-Gillis. Aldaar werden we geconfronteerd met wegwerkzaamheden en hadden dus enige moeite om het gebouw duidelijk waar te nemen. We gingen rechtsaf en volgden derwijze de Adolphe Demeurlaan, welke overging in de Villalaan tot aan de ingang van het park van Vorst. Gekomen aan de aldaar gelegen rotonde, namen we aan de overzijde een pad doorheen het park. Zo verkregen we voor het eerst op de dag wat groen te zien, maar vooral heel wat baasjes, bezig met het uitlaten van hun viervoeter. We wandelden langsheen het meest linkse pad tot we later opnieuw de openbare weg bereikten ter hoogte van de Konigin Maria Hendrikalaan. We kruisten deze weg en wandelden naar rechts via de Besmelaan. Vervolgens ging het via een links gelegen en stijgend pad tot aan een uitkijkpunt, alwaar we zicht kregen op het lager gelegen centrum van Brussel. Jammer genoeg, omwille van de lage bewolking, konden we amper in de verte gebouwen herkennen.

Via het ernaast gelegen parkje, ging het in dalende zin naar de ingang van het Dudenpark. Aan het einde van het parkje kruisten we de Gabriel Faurélaan en wandelden het park in. Statige bomen, welke ooit behoorden tot het Zoniënwoud, maken nu deel uit van de Koninklijke Schenking. Een wandeling doorheen het park liet ons kennis maken met steile hellingen en vooral schitterende natuur. Alvorens verderop het park te verlaten via een andere uitgang, namen we even een korte picknickpauze ter hoogte van enkele zitbanken. De klok wees ondertussen 10:30 uur aan en de boterhammen smaakten heerlijk. Ondertussen waren we getuige hoe enkele meters verder een standje werd opgericht voor de verkoop van biogeteelde groenten. Daar hadden we echter nu geen behoefte aan en verlieten vervolgens het Dudenpark. We dwarsten de Victor Rousseaulaan en volgden aan de overzijde de Maarschalk Joffrelaan, richting centrum van Ukkel. We kregen vrijwel dadelijk enkele mooie stickers te zien op een lantaarnpaal, welke vanzelfsprekend de weg wezen naar Santiago de Compostela. De vermelde laan volgden we tussen hoge flatgebouwen en oude herenhuizen, tot we op het einde rechts hielden op de Oscar van Goidtshovenlaan, om vervolgens de Zevenbunderslaan en de Alsembergsesteenweg te kruisen. Het ging nadien linksaf via de Coghenlaan.

Hier konden we vaststellen, hoe tal van statige herenhuizen werden verbouwd, maar vooral de grote hoeveelheid zwerfvuil was opmerkelijk. De Coghenlaan volgend, kruisten we enkele straten, vernoemd naar maanden van de voormalige republikeinse kalender, we bemerkten er onder andere de Messidorlaan en de Floréallaan. Uiteindelijk verlieten we de laan, via de rechts gelegen Coghensquare, alwaar we wandelden omheen een gebouwencomplex dat tijdens de jaren twintig en dertig werd opgericht. We daalden af naar de lager gelegen Dekenijstraat, alwaar we linksaf kozen, richting Sint-Pieterskerk van Ukkel. Het was dan ook omstreeks 11:15 uur, toen we een bezoekje brachten aan deze kerk, via de ingang ter hoogte van het Sint-Pietersvoorplein. Een mooi kerkgebouw, met een prachtige preekstoel, alleen was het portaal broodnodig toe aan wat restauratie, vooral wat schilderwerk betreft. We verlieten even later de kerk en volgden verder de Dekenijstraat tot aan de drukke Brugmannlaan, één van de hoofdaders van Ukkel. Na veilig de overkant te hebben bereikt, wandelden we verder via de Heldensquare, met wat aandacht voor een monument ter ere van oorlogsslachtoffers. We kregen en ook een folder toegestopt door enkele verkopers van de Bijbel, die ons toch nog een fijne trip en een behouden aankomst in Santiago toewensten.

Voorbij deze Square volgden we enkele meters de De Frélaan, om vervolgens rechtsaf te gaan via de Crabbegatweg, welke zicht bevindt juist naast de ingang van het Park Wolvendael. We konden er even het voormalige kasteel vanuit de verte bekijken, nu onderkomen voor de kunstacademie. Aan het begin van de Crabbegatweg bevindt zich het voormalige ’t Hoff ten Horen, alwaar ooit Uilenspiegel vaak zijn opwachting zou hebben gemaakt. Een gedenkplaat herinnert daaraan. Vandaag de dag echter is hier een Italiaans restaurant gevestigd, Casa Vecchia. De weg zelf deed ons even naar adem happen, vermits de holle weg, bestaande uit kasseien, nogal steil de hoogte inging. Desondanks konden we toch genieten van deze bijzondere manier van wandelen. We draaiden even naar links om vervolgens terecht te komen op de Kamerdellelaan, welke we naar rechts volgden. Tussen enkele statige villa’s door bereikten we wat verder de drukke Dieweg. Ter hoogte van dit kruispunt wandelden we nu verder rechtsaf, de Dieweg volgend tot aan het station Ukkel-Kalevoet. Zowat halverwege, ter hoogte van de eindhalte van de tram aan een andere uitgang van Park Wolvendael, hielden we even halt voor een korte picknick.

Op het kleine pleintje, ter hoogte van de Wolvendaellaan, volgens een gedenksteen genoemd Square Maurice Raindorf, lieten we ons de boterhammen smaken. Na deze korte halte wandelden we verder langsheen de Dieweg, met een volgende tussenstop ter hoogte van het oude kerkhof van Ukkel. Een kleine rondgang tussen de enorme grafkelders, liet ons even de vergelijking maken met het kerkhof van Laken en uiteraard kwam de gedachte aan Père Lachaise opnieuw boven. Nadien volgde als het ware een parade van chique villa’s, tot we uiteindelijk de Dieweg verlieten via de Oude Dieweg, rechtsaf dus. In dalende lijn bereikten we het vrij drukke kruispunt met de Alsembergsesteenweg en de Engelandstraat. We raakten veilig aan de overkant en namen vervolgens de voetgangerstunnel onder de spoorweg aan het station Uccle-Calevoet. Hier verkregen we, omwille van de muurschilderingen, even het gevoel te vertoeven in het diepste van de oceaan. Figuurlijk terug boven water, ging het over korte afstand naar rechts via de Egide van Ophemstraat, om vervolgens de links gelegen François Vervloetstraat in te wandelen.

Op de gevel van een plaatselijke school troffen we een wegwijzer aan met de vermelding ‘GR12 Paris’. We stapten dus duidelijk in zuidelijke richting. De doodlopende straat ging vrijwel vlug over in een bospad en zo betraden we het natuurgebied Keyenbempt. Rechts kregen we vooreerst een reeks volkstuintjes, om nadien het bos verder in te gaan. Enkele richtingsveranderingen laten bereikten we een houten brugje over de Geleytsbeek. Het ging de beek over en zo belandden we in de Keyenbemptstraat. We hielden op deze kasseiweg, voorzien van mooie lantaarnpalen, rechts en stapten verder tot aan de Nekkersgatmolen. Van de molen zelf is niets meer te zien, het gerestaureerde gebouw biedt nu onderdak aan het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden. Aan de voormalige molen ging het linksaf via een wandelpoortje en volgden we een soort kerkwegel tot aan de verder gelegen Melkriekstraat. We bevonden ons nu in een woonwijk met hoofdzakelijk sociale woningen. Het ging links naar de Forelstraat en aldaar rechtsaf. Onze klok wees toen ongeveer 13:15 uur aan, toen we even het aangeduide parcours verlieten en afweken van de geplande route. Immers in de nabijheid waren we uitgenodigd op de koffie door een vriend, bekend via Google+, met als profielnaam André Zomerwandeling.

Toen we even later aanbelden aan de voordeur werden we meteen begroet en gastvrij ontvangen. Tijdens een gezellige babbel genoten we ondertussen van een heerlijke Cappuccino. Min of meer de klok enigszins uit het oog verloren, konden we geruime tijd later opnieuw op pad. Via deze weg uiteraard een woord van dank voor de ontvangst en de koffie. We bereikten opnieuw de Forelweg om onze route naar Santiago de Compostela verder te bewandelen. De doodlopende weg, bood ons via een pad tussen de woningen, de kans om de erachter gelegen Driekoningenstraat te bereiken. Het ging vervolgens naar links om via de Brouwerijstraat te wandelen richting Sint-Niklaaskerk van Drogenbos, de volgende gemeente welke we ondertussen hadden bereikt, terug Vlaanderen onder de voeten dus. We arriveerden ter hoogte van een rotonde op de Grote Baan, met de kerk aan de overzijde. We kruisten de Grote Baan via de oversteekplaats om vervolgens te moeten ervaren dat de kerk was gesloten. Daarnaast, in het gemeentehuis gaf men niet thuis, wegens gesloten op vrijdagnamiddag. We gingen dan maar verder op weg, de Grote Baan volgend naar links naast de trambedding. We kwamen langsheen het kasteeldomein Rey of Calmeyn, doch enkele waarschuwingsborden inzake camerabewaking en loslopende honden, weerhielden ons het domein te betreden. Dan maar een foto vanaf de stoeprand.

Net voorbij het domein draaiden we rechtsaf, de brede Nieuwstraat in, die we over geruime afstand zouden volgen. De licht hellende weg, liet ons wandeltempo opnieuw even dalen. Deze straat heeft behalve het bekijken van de huizen weinig anders te bieden dan enkele bloeiende Japanse kerselaars, een muurschildering van Betty Boop en een loslopend kuiken. Trouwens de Nieuwstraat volgend, ondertussen veranderd in Dachelenbergstraat, hadden we Drogenbos verlaten en bevonden we ons op het grondgebied van Beersel. Gekomen ter hoogte van het kruispunt met Diepenbeemd, in een bocht naar links, namen we aan de overzijde tussen twee woningen het Wandelpad H. Teirlinck – F. De Boeck. We daalden op die manier af naar de lager gelegen velden en weilanden. Onderweg kregen we de aanduiding dat we ons bevonden op de Biezeweide en er onder andere wandelden langsheen het Zenne Wandelpad. Af en toe werd het te volgen pad herleid tot een smalle wegel, met rechts de vallei en tal van boomgaarden. Het parcours verliep hier een tijdje vrij heuvelachtig en we voelden op de hoogste punten dan ook de wind in kracht toenemen. De lucht werd donkerder en soms voelden we een verloren geraakte regendruppel.

Het smalle pad eindigde ter hoogte van de doodlopende Weidestraat, welke we niet anders dan naar links konden opgaan en we meteen begonnen aan een forse beklimming. Een haakse bocht naar links verder, bereikten we een brug over de spoorlijn. Aan de overzijde van de brug, verlieten we opnieuw de openbare weg en volgden een stijgend pad naar rechts, evenwijdig met de sporen. We bevonden ons nu op het traject van de GR512 (Diest-Geraardsbergen), vermits de GR-paden van de GR512 en de GR12 ter hoogte van de brug elkaar ontmoetten. Na deze langzame klim volgde wat verder een gevaarlijke afdaling langsheen een smal pad, deels uitgehold door de neerslag van de voorbije weken. Gelukkig bereikten we terug vaste grond onder de voeten ter hoogte van de Zennedreef. Net tijdens het afdalen trouwens kregen we een eerste regenbui over ons heen. Beneden gekomen, gingen we onder de spoorweg door, om onmiddellijk opnieuw linksaf te wandelen, terug evenwijdig met de spoorlijn. Een gemakkelijk te bewandelen paadje liet ons toe het station van Beersel te bereiken. Station is eigenlijk een groot woord, voor een perron met een schuilhuisje. Het was toen omstreeks 15:00 uur en we maakten dan ook van het schuilhuisje gebruik, om van de laatste boterhammen te genieten. Tijdens deze picknick hadden we reeds zicht op het kasteel van Beersel op de achtergrond.

Na de maaltijd verlieten we het perron en wandelden via het Beukenlandschap en de Beerselsestraat tot aan het kasteel. De taverne in de nabijheid bleek gesloten en ter hoogte van de inkom van het kasteel vroegen we tevergeefs om een stempel. Dan maar verder op pad, opnieuw onder de spoorweg door, de Kasteelstraat over en rechtdoor via de Lotsestraat. Op het einde van deze doodlopende straat ging het haaks rechtsaf en betraden we een pad, geheten Blarenveld, alwaar we ons tevens bevonden op het traject van het Kesterbeek Wandelpad. We kregen afwisselend een stuk openbare weg en vervolgens een pad, soms herleid tot een wegel. Steeds dezelfde richting aanhoudend, kruisten we de Rollebeekstraat en stapten verder tussen uitgestrekte akkers en weilanden. Uiteindelijk bereikten we opnieuw de bewoonde wereld ter hoogte van een rotonde aan de Kerkhofstraat. We bevonden ons ondertussen op het grondgebied van Lot. Aan de overzijde van de rotonde ging het verder via de Kesterbeeklaan, richting Leyburgstraat, zowat 400 m verderop. Alvorens deze straat in te gaan, namen we aan de overzijde van de straat, ter hoogte van een parkje nog even een korte drankpauze op een zitbankje.

Terug op pad ging het via de Leyburgstraat licht dalend richting verder gelegen Batenborg, ter hoogte van een ruiterhoeve. We hielden rechts en verlieten net voorbij de hoeve de openbare weg, om via een pad de verder gelegen Lotsesteenweg te bereiken. We hadden hier als leidraad de LF6 Vlaanderen Fietsroute. Gekomen aan de Lotsesteenweg kruisten we deze weg en hielden verder rechtdoor aan, nog steeds Batenborg volgend. Hier troffen we de aanduidingen dat we ons bevonden op de Gordelroute, een fietsomloop van 100 km. We wandelden hier langsheen het Provinciaal Domein van Huizingen. Een bocht naar rechts verder wandelden we onder de autosnelweg E19 door en sloegen linksaf de Menisberg in, om zo te stappen naar de dorpskom van Huizingen. We passeerden de plaatselijke Sint-Jan-de-Doperkerk, rechts gesitueerd, doch we hielden eerder even halt links op de hoek in café Flash Back. Het was stilaan tijd voor een kopje koffie, nadat we de afgelopen uren in hoofdzaak landelijke wegen en paden hadden gezien. Het was stilaan 16:35 uur en we hadden nog een eindje te gaan.

Na de laatste rustpauze tijdens deze derde etappe, verlieten we het café, staken het kruispunt over en volgden de stijgende Devillersstraat. Een lange en eerder vermoeiende klim, bracht ons vervolgens tot aan de drukke en gevaarlijke Steenweg naar Alsemberg. Aan de overzijde namen we via een klein trapje de doorsteek naar de erachter gelegen Reiberg, welke deels evenwijdig verliep met de autosnelweg. Nog steeds aan hoogte winnend, ging het voorbij de lokale watertoren. De Reiberg werd de Sanatorialaan en zo betraden we een stukje grondgebied van Buizingen. Op het einde van de weg, ging het vervolgens over korte afstand naar rechts via de Frans Daystraat, om nadien linksaf te gaan, het Kluisbos in. Geleidelijk daalden we tussen de bomen af, naar de lager gelegen Nachtegaalstraat. Onderweg daarheen kwamen we langsheen het voormalige Kindersanatorium Baronne Lucie Lambert, met bijhorende kapel. Op het kruispunt gekomen, volgden we verder rechtdoor via de Bleukenstraat, om na zowat 150 m, een rechts gelegen pad op te wandelen, richting kerkhof van Buizingen. Het zou zowaar de laatste beklimming van de dag worden, tussen het groen en met een steeds donker wordende hemel boven ons.

Eenmaal het kerkhof voorbij, wandelden we via een breder tegelpad naar de Karel Neirinckxlaan. In de verte kregen we reeds de toren van de basiliek van Halle in zicht. Deze laan verder volgend over geruime afstand, bereikten we tenslotte een grote rotonde ter hoogte van de Vandenpeerenboomstraat. We hielden nog steeds dezelfde richting aan, wandelden over de spoorlijn Charleroi-Brussel en het gelijknamige kanaal Charleroi-Brussel. We volgden hierbij een gedeelte van de H. Teirlinckroute en de Kardinaal Cardijnwandeling. We hadden nu meer dan ooit zicht op de Sint-Martinusbasiliek, het voorlopige eindpunt van onze dagtocht. We wandelden dan ook verder via Nederhem, de Fons Vandemaelestraat, de Willamekaai en de Slingerweg. We konden er nog even stilstaan bij een monument aldaar ter ere van de ‘Weggevoerden en Werkweigeraars’ tijdens de laatste oorlog. Vervolgens namen we het Joseph Possozplein om op die manier de basiliek van Halle te bereiken, met in de nabijheid een standbeeld van Kardinaal Cardijn. Een bezoek aan de basiliek als afsluiter mocht dan ook niet ontbreken.

We betraden de basiliek via de ‘Heilige deur’ ongeveer omstreeks sluitingstijd, doch kregen toch uitzonderlijk de toelating om nog even een rondgang te maken. We konden er een levensgroot beeld bewonderen van Jakobus en kregen nadien een mooie stempel in het Compostelaboekje. Vermits we na deze derde etappe opnieuw huiswaarts dienden te keren via de trein, dienden we dus nog een eindje te stappen richting station van Halle. Gelukkig vormt het traject daarheen een deel van de volgende geplande etappe, dus die bijkomende afstand, dienen we een volgende keer niet meer te stappen. Alvorens naar het station te gaan, namen we nog een laatste koffie in Estaminet ’t Klein Stadhuis op de Grote Markt, aangezien de grote versie ernaast reeds was gesloten. De klok wees toen 18:15 uur aan en meteen konden we, schuilend voor de regen, op het terras even nakaarten over de voorbije dag. Na de koffie ging het via de Maandagmarkt en in het verlengde, de Basiliekstraat, de winkelstraat van Halle, stilaan het centrum uit. Gekomen ter hoogte van het kanaal Charleroi-Brussel, ging het linksaf naar het station. Een volgende gelegenheid laat ons naar rechts wandelen, verder op weg zuidwaarts. In het station ging het vrij vlug per spoor richting Brussel-Midi en daar hadden we aansluiting naar Mechelen. Om 20:15 uur bereikten we onze thuishaven na een lange dag.

Onze derde etappe op weg naar Santiago de Compostela was dan ook goed voor 25,645 km, 34194 stappen, 1281,7 cal en een wandeltijd van 6.14.16 uur.”

365: Grimbergen, Zaterdag 02 april 2016, 21,291 km. (7383,052 km.)

“Vandaag waren we toe aan een tweede dagetappe op weg naar het verre Santiago de Compostela. Dat de weg nog lang is, dat weten we al een tijdje. Toch vertrokken we deze ochtend onder een grijs wolkendek, omstreeks 08:22 uur via een bus van lijn 287 naar het station van Mechelen. Aldaar hadden we aansluiting om 08:34 uur, teneinde via de trein IC3189 te sporen tot in Vilvoorde. Net buiten het station was het even wachten tot 09:05 uur, op een bus van lijn 821 teneinde op die manier het centrum van Grimbergen te bereiken, alwaar we tijdens een eerste etappe waren aangekomen. Eenmaal te voet gearriveerd ter hoogte van het Kerkplein, dienden we jammer genoeg vast te stellen, dat alle horecazaken aldaar nog waren gesloten. Dus zouden we noodgedwongen onze tweede etappe dienen aan te vangen, zonder een kopje koffie als opwarming. Gelukkig hadden we even voordien in het station van Vilvoorde reeds een kartonnen bekertje van dit vocht tot ons genomen, aan de democratische prijs van 3,60 €. Goed, op weg dan maar richting Santiago op deze tweede dag, een tocht welke ons zou brengen tot aan de Hallepoort in Brussel, volgens onze wandelgids goed voor 16,65 km. Zoals zo vaak later blijkt, werden het er heel wat meer. Van start dus omstreeks 09:15 uur. Van zon was toen nog geen sprake.

Met een laatste blik op de Sint-Servaaskerk, volgden we de Prinsenstraat, om het hoekje om te gaan via de Pastoor Woutersstraat. We vonden op een lantaarnpaal al de eerste aanduidingen dat we ons bevonden op het traject van de GR12 en tevens de ‘Via Brabantica’, zoals de gele schelp liet zien. Ter hoogte van de parking aan de sporthal ging het linksaf en betraden we een pad dat ons leidde langsheen de sporthal. Tijd voor een sanitaire stop, maar ook daar ging de cafetaria pas open om elf uur. We volgden dan maar verder het pad, onder andere via het Parelpad (5,5 of 3,5 km) en de Prinsen Wandeling. Uiteraard refereert dit laatste wandelparcours naar het Prinsenbos. We bereikten vervolgens een picknickbank ter hoogte van de vijver aan het Prinsenkasteel, tijd dus om eens te denken aan de inwendige mens. Het uitpakken van de broodjes had als gevolg dat een aantal eenden op het geluid afgingen en bedelend aan onze voeten zaten. Zo ging een half broodje letterlijk de mist in. Het kasteel zelf is nog slechts een ruïne, vermits de Duitsers het in 1944 in brand lieten opgaan. We wandelden omheen de vijver en het kasteel en arriveerden bij het Guldendal, het voormalige koetshuis en paardenstal van het kasteel. We bevonden ons toen reeds op het Grimbergse Kapellen Wandelpad.

We gingen rechtsaf en kort nadien linksaf, via een smal paadje tussen het Prinsenbos en tuintjes. Zo bereikten we opnieuw de openbare weg ter hoogte van de De Merodestraat. Een tijdje huisjes kijken via vervolgens de Hendrik Consciencestraat. We kruisten de drukke Brusselsesteenweg en volgden aan de overzijde de stijgende Dokter Hemerijckxlaan. Zo verlieten we langzaam de bebouwde kom van Grimbergen. Nog steeds huisjes kijkend, volgden we de Wilgenbaan en de Triohofstraat, hierbij een gedeelte bewandelend van de Vier Dorpen Route (een fietstraject van 39 km). Op het einde van de straat, bereikten we een veldweg, hier en daar nog wat modderig, welke deels steeg tussen de akkers. We bevonden ons nu op de iets hoger gelegen kouters tussen Grimbergen en Strombeek-Bever. Achterom kregen we in de verte nog even de toren te zien van de Sint-Servaaskerk, vrij spoedig zouden we in de andere richting een nieuw baken te zien krijgen, het Atomium. Het licht heuvelachtig landschap bood in ieder geval mooie vergezichten, ondanks de hardnekkige bewolking. Eenmaal gekomen aan het einde van de veldweg, werden we begroet door enkele lokale ezels, waarna we terug vaste grond onder de voet kregen in de Potaarde. Toepasselijk of niet, we betraden het Potaarde Wandelpad.

We wandelden linksaf, voorbij het Potaardehof, onderwijl genietend van de geur van vers gebrande koffie, afkomstig van het nabij gelegen bedrijf van Douwe Egberts. Aan het einde van de weg, volgden enkele tunnels, onder andere onder de ring omheen Brussel, waarna we aan de andere kant het grondgebied bereikten van Strombeek-Bever. De doortocht van deze Brusselse randgemeente zou dan ook in hoofdzaak geschieden doorheen woonstraten, een korte opsomming: Oude Mechelsestraat, De Burtinstraat, De Villegas de Clercampstraat, Schoolstraat, Jan Muisstraat, Acacialaan en de Nieuwelaan. Zo bereikten we de vrij drukke Antwerpselaan. Met enige moeite kruisten we de nabije Romeinse Steenweg om aan de overzijde de Meiseselaan te volgen. Niet ver echter, vermits we de rechts gelegen voetgangersbrug namen over de tramhalte Esplanade en vervolgens de A12. Aan het uiteinde van de brug daalden we opnieuw de trappen af en wandelden langsheen de Madridlaan, richting Atomiumlaan. Het meest gekende bouwwerk van het land hadden we reeds een gehele tijd kunnen bekijken vanuit de verte, maar nu stonden we nagenoeg oog in oog met een restant van Expo 58. Via de Atomiumlaan ging het in rechte lijn naar het Atomium.

Alvorens echter het bouwwerk van nabij te bekijken, hielden we omstreeks 11:30 uur even halt, ter hoogte van een picknickbank aan een van de toegangen tot het Ossegempark. We hadden vandaag dan ook een tweede originele picknickplaats, na het ontbijt met zicht op het Prinsenkasteel, nu een lunch met zicht op het Atomium. Even later hielden we even een sanitaire stop in de cafetaria van het monument, La Terrasse, dronken er een koffie en verkregen er een stempel in ons wandelboekje. Nadien, zowat 6 € armer voor een kartonnen bekertje koffie en een plas, zetten we onze weg verder in Laken. We verlieten de Atomiumsquare en volgden opnieuw de GR12, doorheen een stukje Ossegempark, evenwijdig aan de Eeuwfeestlaan. We kruisten de Kreupelboslaan ter hoogte van een monument ter nagedachtenis aan Adolphe Max, voormalig politicus en oud-burgemeester van Brussel en sloegen linksaf de Dikkelindelaan in. Vrijwel onmiddellijk ging het via een wegje naar rechts, de Wildejasmijnenlaan, het park van Laken in. De stijgende weg liet ons genieten van een mooi uitzicht over het park, het Atomium in de verte en vooral het monument ter ere van Leopold I, bovenop de heuvel in het park.

Eenmaal de top van het park van Laken bereikt, konden we even uitblazen van de beklimming, maar vooral genieten van de Brusselse skyline, het indrukwekkende monument, opgericht door Leopold II en natuurlijk het lager gelegen Koninklijk Paleis. De Vorstenhuislaan, die leidde vanaf het monument, richting paleis, was vooral feeëriek, omwille van de bloeiende magnolia’s en paaslelies. Na een laatste blik op het monument, daalden we af naar de lager gelegen Koninklijk Parklaan, alwaar we werden begroet door twee enorme stenen leeuwen aan het toegangshek naar het Paleis. Rechtsaf ging het naar de Witte Acacialaan richting Abelenlaan. Aldaar hielden we even halt ter hoogte van de orthodoxe Sint-Annakapel, jammer genoeg niet toegankelijk en laafden even onze dorst aan de nabijgelegen bron. Aan de overzijde van de straat wandelden we langsheen een paadje doorheen het park en daalden af naar de rechts gelegen Sint Annadreef. Die leidde ons tot aan het Kardinaal Cardijnplantsoen en de aldaar gesitueerde Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken. De kerk was alweer niet toegankelijk, dus hielden we het bij een rondgang op het kerkhof van Laken, een begraafplaats die de vergelijking met Père Lachaise kan doorstaan. Mooie graftombes, unieke kunstwerken en zelfs een beeld van Auguste Rodin, De Denker.

Heel wat grafmonumenten verkeren in slechte staat, maar zoals we konden zien, is men begonnen met de restauratie. Een gedeelte van het kerkhof werd reeds nieuw aangelegd. Na dit korte oponthoud, kruisten we vervolgens de Koninklijk Parklaan en zetten onze weg verder via de Paleizenstraat over de Bruggen. Hier verkregen we stilaan het gevoel in een andere wereld terecht te komen. Een enigszins verpauperde buurt, zwerfvuil, stinkende muren en vooral een meerderheid aan vreemdelingen. Voorzien van onze rugzak, werden we dan ook meermaals aangekeken en kregen we het gevoel hier niet echt welkom te zijn. Het zou zowaar van kwaad naar erger evolueren. We gingen onder de spoorweg door en bereikten vervolgens een van de drukste kruispunten van Brussel, ter hoogte van het Zeekanaal Brussel-Schelde. Met enige moeite en vooral na ontelbare oversteekplaatsen aan de lichten, bereikten we aan de overzijde de Antwerpsesteenweg. Zowat 850 m dienden we deze zogeheten multiculturele straat, althans volgens de wandelgids te volgen. Onze indruk echter gaat eerder in de richting van een multicriminele straat. Zowat op elke straathoek, vanuit iedere inrit tot een achter gelegen garage en van op de talrijke terrasjes van louche bars en cafés, werden we met een scheef oog bekeken. Hier en daar klonken scheldwoorden in een voor ons niet begrijpbare taal en werden we zelfs door een motorrijder van vreemde origine uitgedaagd. We verlieten zo snel als enigszins mogelijk deze bizarre omgeving en prezen ons gelukkig, uiteindelijk deze straat te kunnen verlaten ter hoogte van de Rogierstraat.

Het ging linksaf en vervolgens om de hoek rechtsaf via de Koning Albert II laan. Het eerste picknickbankje op de middenberm nodigde alvast uit even te verpozen en de laatste broodjes te nuttigen. Het was toen reeds 13:50 uur. Terwijl we genoten van een blikje Ice Tea, konden we kijken naar de talrijke kunstwerken op de middenberm, maar vooral naar de enorme kantoorgebouwen welke hier werden opgetrokken. De bekende WTC-torens zijn slechts een opvallende aanwezige tussen de andere bouwwerken. We kruisten de Simon Bolivarlaan ter hoogte van het station Brussel Noord, hielden even halt bij het borstbeeld van de man en wandelden verder naar de Kruidtuinlaan. Aldaar hielden we links aan tot aan het Karel Rogierplein. Ondertussen hadden we het afgelopen half uur reeds heel wat politie gezien, militairen, waterkanonnen en gepantserde voertuigen. Het was duidelijk dat we het centrum van de hoofdstad naderden. Ter hoogte van het plein, trokken we vervolgens te voet door de Nieuwstraat, de meest gekende winkelstraat van Brussel. Onderweg zelfs nog meer toezicht van politie en leger. Ondanks onze eerder grote bepakking, lukte het nog steeds om zonder enige controle te vorderen richting Grote Markt.

Zowat halverwege de Nieuwstraat hielden we even halt, voor een bezoek aan de kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Finisterrae. Het was toen omstreeks 14:20 uur, we bekeken er een houten medaillon van Jacobus, verkregen een mooie stempel in ons boekje en hadden een praatje met de verantwoordelijke mevrouw in de kerk. Vervolgens gingen we even het hoekje om, teneinde even te verpozen ter hoogte van De Munt op het terras van Café de l’Opéra. Een amper gevuld kopje koffie en 7,40 € armer later, vervolgden we onze wandeltocht door de hoofdstad. Het ging verder doorheen de Nieuwstraat, de Kleerkopersstraat en de Grétrystraat teneinde aldus de bekende Rue des Bouchers te bekijken. Ontelbare restaurants links en rechts gingen aan het oog voorbij, waarna we doorheen de Koninginnegalerij wandelden. Niet meteen de plek om als pelgrim aankopen te doen. Ook hier hadden we heel wat aandacht, omwille van onze rugzak en wandeloutfit. Via de erachter gelegen Grasmarkt en de Heuvelstraat bereikten we het hartje van Brussel, de Grote Markt. Heel veel politie aanwezig en eerder weinig toeristen. Een plaats die doorgaans bruist van de aanwezigheid van een mensenmassa. We verlieten de Grote Markt via de Guldenhoofdstraat naast het stadhuis, gevolgd door de Kolenmarkt. Zo bereikten we de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Goede-Bijstand. Ook hier vonden we een bezoekje op zijn plaats.

Op de deurstijl van de kerk troffen we verwijzingen aan naar St.-Jakob, met name een schelp, een hoed, wandelstokken en kalebassen. In de kerk is het linker zijaltaar gewijd aan St.-Jakob. Na het kerkbezoek zetten we onze tocht verder via de Lievevrouwbroerstraat, met in het verlengde daarvan de Eikstraat. Op het kruispunt troffen we de bekendste inwoner aan van de stad, Manneke Pis, zoals steeds, vaak gefotografeerd. Via het Oud Korenhuis en vervolgens de Dinantstraat, stapten we naar de O.-L.-Vrouw-ter-Kapellekerk. Ook ditmaal troffen we in de kerk een tweetal Jakobusbeelden aan, waaronder eentje dat jaarlijks wordt gedragen tijdens een processie in Brussel. We dienden echter ons bezoek vroegtijdig af te ronden wegens sluitingstijd van de kerk. Bij het verlaten van het gebouw ging het via de Kapellemarkt de Hoogstraat in. Een opvallend kunstwerk, voorstellend Pieter Bruegel, siert het plein. De Hoogstraat zou ons tenslotte leiden tot aan de Hallepoort, het eindpunt van onze tweede etappe op weg naar Santiago de Compostela. Deze vrij lange straat, liet ons wandelen langsheen de woning waar ooit Pieter Bruegel de Oude heeft gewoond. Opvallend veel winkeltjes in deze buurt, maar ook opnieuw een indruk, dat het vroeger anders moet zijn geweest. Stilaan de kilometers voelend, omwille van het vaak slenteren doorheen een stad, bereikten we uiteindelijk omstreeks 16:00 uur de Hallepoort.

Alvorens opnieuw koers te zetten richting thuishaven, namen we nog even de tijd om de omgeving te bekijken en vooral een kunstwerk dat zich bevindt rechts van de Hallepoort. Het betreft hier een soort menhir, opgedragen aan de ‘onbekende pelgrim’. Jammer genoeg was de ernaast gesitueerde gedenksteen door vandalen vernield. Ooit was deze poort een belangrijke vertrekplaats voor pelgrims naar Compostela. De stenen zuil is dan ook een gift van de Xunta de Galicia. Het parkje omheen de Hallepoort lijkt stilaan op een vuilnisbelt, met heel wat lege blikjes, plastic zakken met huishoudelijk afval, lege flessen van alcoholische dranken en bovendien lijkt de plek de ideale verzamelplaats voor jongeren van vreemde origine. Toen we enkele foto’s namen van de poort en het park, werden we dan ook dikwijls begroet met schunnige opmerkingen. Een gevoel dat we eerder die dag reeds hadden verkregen. Je waant je niet langer welkom in de eigen hoofdstad. We verlieten dan ook snel dit oord en doken meteen de metro in, welke ons binnen de kortst mogelijke tijd bracht tot in het Centraal Station. Daar namen we de internationale trein richting Amsterdam, om uiteindelijk opnieuw Mechelen te bereiken.

Onze tweede etappe was vandaag 21,291 km lang, goed voor 1054,8 cal, 28389 stappen en dat in een rustig wandeltempo van 5.11.06 uur. Een volgende tocht zal ons vooreerst via het openbaar vervoer brengen tot aan de Hallepoort, waarna we uiteraard onze route verder zullen vervolgen, richting zuiden. Vanzelfsprekend hierbij nog steeds gebruik makend van de Via Brabantica”