Posts tonen met het label Halle. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Halle. Alle posts tonen

zondag 5 november 2023

564: Halle, Zaterdag 21 april 2018, 13,222 km. (11.047,798 km.)


“Een jaarlijks terugkerend spektakel, het Hyacinten festival in het Hallerbos. Teneinde ook even te genieten van dit kleurrijk gebeuren, begaven we ons via bus en trein naar het station van Halle, alwaar volgens de organisatie pendelbussen zouden beschikbaar zijn, welke de liefhebbers tot aan het bos zouden brengen. Na echter een makkelijke verplaatsing naar het station van Halle, wachtte daar een teleurstelling omwille van enerzijds de grote volkstoeloop en anderzijds te weinig pendelbussen. Dit alles tot gevolg een lange wachttijd alvorens transport kon worden bekomen naar het Hallerbos. Ter plaatse aangekomen verkregen we een brochure met daarin een plan van het bos, waarop enkele wandelroutes waren aangegeven. We opteerden vooreerst voor de wandeling aangegeven in paarse kleur en over een afstand van 5,1 km. We gingen aldus van start ter hoogte van het kruispunt Acht Dreven, om vervolgens een tocht te maken doorheen het kleurrijk bos via een aantal dreven. We houden het vrij eenvoudig via een opsomming van de achtereenvolgens bewandelde paden: Lorkendreef, Eikendreef, Rode Amerikaanse Eikendreef, Veertig Bundersdreef, Weg van Colpain, Dreef van Eigenbrakel, Vlasmarktdreef, Eikendreef en tot slot andermaal Vlasmarktdreef om opnieuw aan te komen op het startpunt. Intussen had maatje al tientallen foto’s kunnen nemen van een bos in overwegend prachtige kleuren.

Na deze eerste kennismaking, begaven we ons op weg voor een tweede wandeling door het Hallerbos, ditmaal de zogenaamde Reebokwandeling van 7 km, aangeduid door gele stippen in de brochure. Deze tocht leidde door meer smallere bospaden en maakte een ommetje omheen de Kapittelvijver. Volledigheidshalve kunnen we nog vermelden dat nog tal van andere wandelingen konden worden ervaren op die dag. Er waren een tweetal kortere wandelroutes van respectievelijk 4,8 km en 1,6 km, alsmede de aangeduide Sequoiawandeling van 4 km en de Achtdrevenwandeling van 1,8 km. Keuze genoeg dus en voor elk wat wils. Echter omwille van de enorme drukte in het bos, hielden we het bij deze twee korte wandelingen en eindigden we onze tocht door het Hallerbos na zowat 17630 stappen, goed voor 13,222 km. Na het nemen van de pendelbus richting station van Halle, hadden we er nog even de tijd voor een kopje koffie alvorens de treinreis richting Mechelen aan te vangen.”

vrijdag 25 september 2020

374: Halle, Zaterdag 04 juni 2016, 25,176 km. (7590,136 km.)

“Vandaag waren we nog eens toe aan een wandeltocht uit onze gids ‘Stationsstapper’, met name de tocht van Halle naar Groenendaal. Volgens de gegevens uit het boekje, een tocht van zowat 20,8 km, doch uiteraard werden het een aantal kilometers meer, omwille van de verplaatsingen naar de diverse stations. Het ging dan ook vrij vroeg per bus naar het station van Mechelen en vervolgens per spoor naar Halle. We kenden vanzelfsprekend reeds deze omgeving, omwille van een recente etappe op weg naar Santiago de Compostela, met name het traject van Brussel – Hallepoort naar Halle. In het station van Halle aangekomen, namen we vooreerst nog even de tijd voor een sanitaire stop en uiteraard een kopje koffie in de Panos. Nadien, om zowat 09:00 uur konden we op pad, zij het onder minder gunstige weersomstandigheden, er hing namelijk mist over de streek.

Eenmaal het station verlaten, kruisten we de drukke Vandenpeereboomstraat en volgden er tegenover de Nijverheidsstraat, we bevonden ons meteen op het traject van de Streek-GR Groene Gordel. Tussen de woningen door ging het aan het eerste kruispunt linksaf in Broekborre. Ter hoogte van de Kluisstraat ging het nadien rechtsaf, dit ter hoogte van een kapelletje ter ere van Sint Anna. Enkele rood-witte linten, wegens werken ontsierden echter het uitzicht. We kruisten de Eizingenstraat en wandelden verder via de Remi Ghesquiereweg, waarbij rechts van ons de woningen plaats maakten voor landerijen. Hier was de mist nog beter waar te nemen, wat echter de weidse vergezichten niet ten goede kwam. Toch konden we enkele klaprozen waarnemen, nat van de ochtendlijke dauw. Op het einde van de weg kruisten we de Karel Nerinckxlaan en volgden aan de overzijde een tegelpad richting begraafplaats van Buizingen. Hier bevonden we ons op het traject van de Via Brabantica, een stukje route naar Santiago de Compostela, dat we enkele weken voorheen in omgekeerde richting hadden gevolgd.

Gekomen ter hoogte van het kerkhof, volgden we vrijwel rechtdoor een smal grindpaadje tussen het hoog opgeschoten gras. Vrijwel met zekerheid de garantie voor natte broekspijpen. De nog steeds laag hangende mist, belette echter de omgeving duidelijk waar te nemen. Een lichte beklimming en vervolgens een afdaling, liet toe de Bleukenstraat te kruisen. Een smal geasfalteerd paadje liet ons tenslotte toe de Nachtegaalstraat te bereiken, de openbare weg dus opnieuw. Het ging aldaar rechtsaf en een flinke klim kondigde zich aan. Een stukje Kluisbos was zowat de enige bezienswaardigheid tijdens de klim. Eenmaal het hoogste punt bereikt, ter hoogte van het aldaar gelegen sanatorium, ging de tocht verder via een stukje doodlopende weg, langsheen de tuin van het complex. Alzo bereikten we de erachter gelegen Frans Daystraat en draaiden rechtsaf in Hof ten Blooten. Nog steeds voorzien van een dosis mist, ging het via een brug over de autosnelweg E19 en bereikten we ter hoogte van een t-kruispunt Kamerijkbos.

We wandelden naar rechts, om even verderop, ter hoogte van een splitsing van Kamerijkbos, de rechtertak verder te volgen. Vrij snel veranderde de naam van de weg in Prins Boudewijnlaan en bevonden we ons in een mooi bosgebied. Ter hoogte van een zogeheten viersprong, dienden we het links gelegen Dworp Wandelpad te negeren, doch verder de meest linkse van de andere mogelijke paden te kiezen. Op die manier ging het vrij steil de hoogte in via een mooie, doch eerder donkere holle weg. Boven gekomen, wees de klok ondertussen zowat 10:00 uur, tijd dus om even te denken aan de inwendige mens. We vonden dan ook een ideale plaats om te genieten van een broodje, ter hoogte van de chalets van het ‘Camp de la Fresnaye’. Op het eerste zicht een pleisterplaats voor scouts, wat ons even liet denken aan de tijd toen we zelf nog actief waren in de jeugdbeweging KSA. Na de maaltijd en vooral een rustpauze, ging het in dalende zin via een gladde kasseiweg, richting lager gelegen Krabbosstraat. We kruisten deze weg en volgden aan de overzijde de eveneens dalende Heidebloem, welke eindigde als doodlopende weg ter hoogte van het laatste huis.

Een smal pad, tussen een afsluiting rechts en de woning zelf links, liet ons toe even verder de openbare weg opnieuw te bereiken ter hoogte van Winkelaar. Op weg daarheen vertoefden we even tussen de koeien en hadden we nog steeds af te rekenen met een mistige ochtend. Winkelaar bereikt, gingen we linksaf tot de zowat 700 m verder gelegen ingang van het natuurgebied Steenputbeekvallei – De Weikes. Hier kregen we een aangelegd klinkerpad voor de voeten, dat nagenoeg het verloop van de Steenputbeek volgde. We bevonden ons trouwens op een gedeelte van het Hendrik Consciencepad. In normale omstandigheden zouden we het pad hebben gevolgd tot aan de Kerkstraat in Dworp, doch omwille van werkzaamheden, was het pad een eindje verderop afgesloten door middel van metalen hekkens. Er was dan ook geen andere mogelijkheid dan het pad te verlaten en de omleiding te volgen. Op die manier kwamen we terecht in een woonwijk. Een lokale bewoner was ons dan toch behulpzaam, de weg te wijzen naar het centrum van Dworp, alwaar we de Alsembergesteenweg dienden te bereiken.

Een licht stijgend, maar vooral modderig pad bracht ons in elk geval terug op het juiste spoor. Even later arriveerden we dan ook op het kruispunt van de Vroenbosstraat met de Kerkstraat. Het was reeds 11:00 uur in de ochtend en we waren toe aan een kopje koffie, maar vooral een sanitaire stop. We konden aldaar dan ook terecht in het Gildenhuis. Na deze eerder korte pauze, vervolgden we onze weg rechtdoor via de Gemeentehuisstraat tot aan de drukke Alsembergesteenweg en inderdaad het plaatselijke gemeentehuis. Met de nodige voorzichtigheid raakten we de steenweg over en vervolgden onze wandeltocht, rechts van het gemeentehuis via een paadje en een stel trappen. Zo bereikten we het lager gelegen Beling. We wandelden echter rechtdoor via de Molenbeekstraat, alwaar we het traject volgden van de GR12, alsmede de Verkorting van de Herman Teirlinckroute (45 km). We stapten verder doorheen de kronkelende Molenbeekstraat tot aan een verder gelegen driesprong, alwaar we de Sint Laureinsborreweg dienden te volgen.

Wat verder kruisten we de Steenblokweg en hielden dezelfde richting aan, tot we een kleine brug over een waterloop bereikten. Aldaar ontmoetten de GR12 en de BRU8 elkaar. We hielden links aan en betraden een stukje holle weg. Vervolgens ging het opnieuw linksaf, negeerden we de Duvelsborreweg en kwamen uiteindelijk terecht op de J. Deneyerstraat. Op het einde van deze weg bevond zich een kleine kapel, alwaar we vervolgens de rechts gelegen Herisemweg namen en bijgevolg een gedeelte bewandelden van het Herisem Wandelpad. Een kleine kilometer lijnrecht verder, bereikten we terug de openbare weg ter hoogte van de Jan-Baptist Woutersstraat. Een picknickbank bezijden de weg, nodigde alvast uit tot een laat middagmaal. Het was ondertussen zowat 12:30 uur geworden, de hoogste tijd om te genieten van enkele broodjes. Even later gingen we terug op pad, vooreerst tot aan een links gelegen rotonde. Aldaar opteerden we voor rechts, in de richting van een slagboom, om ook daar rechtsaf te gaan in de Diepestraat. Een stukje bos en vooral een modderig pad, leidden ons tenslotte tot aan de Brusselsesteenweg in Beersel.

We konden er aan de overzijde van de weg het Cultureel Centrum De Meent bekijken, alsmede een mooi kunstwerk. We wandelden een stukje naar links, om zowat 100 m verder de rechts gesitueerde Witteweg in te slaan. Een breed tegelpad leidde tot aan de plaatselijke Rijksmuziekacademie. Op weg daarheen echter hadden we reeds duidelijk zicht op de hoger gelegen Onze-Lieve-Vrouwekerk van Alsemberg. Een sterk stijgend pad, voorzien van brede trappen, was het laatste obstakel alvorens de kerk kon worden bereikt. Eenmaal de hoogte overwonnen, bevonden we ons in de Pastoor Bolsstraat, met even naar rechts de ingang van de kerk. Natuurlijk mocht een bezoekje tijdens onze wandeltocht niet ontbreken. Jammer genoeg werd op dit hoogste punt het uitzicht enigszins belemmerd, nog steeds omwille van de bewolking en de laag hangende mist over de streek. Na dit kerkbezoek, keerden we een eindje op onze stappen terug, om vervolgens verder te wandelen via de rechts gelegen Oude Postweg.

Deze Oude Postweg zouden we over geruime afstand volgen, zelfs wanneer de straat veranderde in Onze-Lieve-Vrouwstraat en verder zelfs in de Galgstraat. We trokken langsheen de plaatselijke begraafplaats en even verderop het Kleetbos. Waar het bos eindigde, ging het langsheen de rand van het bos, via het Hazenpad en bovendien een wandelpoortje linksaf en verlieten we de openbare weg. Een vrij smal en modderig pad leidde ons vervolgens doorheen het bos, waarbij af en toe enkele omgevallen bomen het pad versperden. Enkele richtingsveranderingen later, bereikten we een stuk weide, alwaar we dwars doorheen stapten tot aan een volgend stukje bos, teneinde even later opnieuw de openbare weg te bereiken ter hoogte van de Rodestraat. Even ging het enkele meters naar links, alwaar we de aansluiting vonden met de GR512. We volgden dit pad dan ook rechtsaf in de richting van een zendmast. We bevonden ons nu op het grondgebied van Linkebeek. Even vóór de afsluiting, waar de mast zich bevond, wandelden we linksaf via een aardeweg. Deze veldweg steeds in dezelfde richting aanhoudend, kwamen we uiteindelijk terecht in de Hollebeekstraat, die we naar rechts volgden.

De Hollebeekstraat volgend, ging het nadien over de spoorweg, tot aan de volgende rotonde, de zogeheten Amnesty International Square. De klok gaf reeds 14:45 uur aan en een bankje ter hoogte van dit kruispunt nodigde uit even te verpozen en een hapje te eten. Na deze onderbreking ging het vanaf de rotonde verder doorheen Elsgatveld links. De kronkelende aardeweg volgden we tot voorbij een tweetal woningen, om dan rechtsaf te gaan via een deels ondergelopen pad. Even verderop, passeerden we opnieuw een wandelhek links, om vervolgens een smal pad te volgen, evenwijdig met een aantal achtertuintjes. Zowat een halve kilometer later, bereikten we via een volgend wandelhek de brede De Castonierlaan. We bevonden ons aldus reeds een tijdje in Sint-Genesius-Rode. Een felle klim later arriveerden we ter hoogte van de gevaarlijke N5, de Waterloosesteenweg. Zowat 200 meter naar links, vonden we aan de overzijde van de weg het Grasdellepad en betraden we het Zoniënwoud.

Een combinatie van dreven, bospaden en smallere wegels, liet ons even later de Lorrainedreef kruisen, tot we tenslotte een open plek bereikten, voorzien van diverse picknicktafels. Het uur in het oog houdend, ondertussen reeds 16:00 uur, namen we plaats op een bank, teneinde van de laatste etensresten uit de rugzak te genieten. Hierbij werd de peperkoek bijzonder gesmaakt. De laatste kilometers aanvangend, kwamen we nog langsheen het monument voor de Boswachters, opgericht met menhirs uit de steengroeve van Wéris. Elke steen staat symbool voor een gesneuvelde boswachter tijdens WOI. Eenmaal voorbij het monument bereikten we het kruispunt met de Bundersdreef en de Avenue de Haras, tevens kruispunt van de GR512 en de GR126. Nog steeds het traject van de GR512 volgend, ging de tocht verder via de Bundersdreef.

Wie enigszins bekend is met het Zoniënwoud, weet wellicht dat de dreven aldaar niet meteen behoren tot de vlakke wegen. Voortdurend zijn er hoogteverschillen te overwinnen. Vol goeie moed echter wandelden we doorheen de Bundersdreef om zowat 1,5 km later, de rechts gelegen Drève des Tumuli te volgen. Hier verlieten we dan ook het tot nog toe gevolgde Groteroutepad. Na nog zowat 2 km te hebben genoten van de geur van het Zoniënwoud, bereikten we tenslotte het einde van deze brede bosweg ter hoogte van het bosmuseum Jan van Ruusbroec. We namen dan ook de links gelegen Gravendreef, welke ons via een houten brug over de Ring omheen Brussel bracht. Aan de overzijde ging het verder rechtdoor, evenwijdig met de Terhulpsesteenweg. Enkele meters verderop ging het nog een laatste maal linksaf, teneinde op die manier het station van Groenendaal te bereiken. Na nog een laatste blik op de bordjes van de LF6 Vlaanderen Fietsroute en de Gordelroute, konden we beginnen aan de terugreis.

Onze tocht vandaag was dan ook goed voor 33568 stappen, 25,176 km, 1187,8 cal in een wandeltijd van 06.23.39 uur. Vanaf het station Groenendaal ging het per spoor richting Brussel en verder naar Mechelen. Een korte busrit later konden we opnieuw bekomen in onze thuishaven.”

woensdag 23 september 2020

367: Halle, Zaterdag 16 april 2016, 25,896 km. (7434,593 km.)

“Vandaag waren we reeds toe aan onze vierde dagetappe op weg naar het verre Santiago de Compostela. De weg lijkt alsmaar langer te worden, maar toch is het vandaag gelukt om alweer iets meer dan twintig kilometer dichterbij te komen. Zoals de afgelopen weken het geval was, begon ook vandaag met een busrit richting Mechelen station, alwaar we omstreeks 09:04 uur de trein IC3330 namen tot in Halle. Dit betrof immers het eindpunt tijdens onze derde dagetappe. Zowat drie kwartier later bereikten we onze startplaats ter hoogte van het station van Halle. Een blik naar buiten leerde ons dat alle horecazaken in de buurt nog gesloten waren. Gelukkig konden we in het station terecht voor een kopje koffie bij Panos, gevolgd door een vrij duur bezoek aan het toilet. Even later, de klok wees toen ondertussen 10:05 uur aan, konden we beginnen aan onze tocht richting Nivelles. We verlieten bijgevolg het Stationsplein en stapten in de richting van de brug over het kanaal Charleroi-Brussel. Onze wandeling vandaag begon dan ook langsheen de Ijzerwegstraat, zijnde het jaagpad bezijden het kanaal. We volgden er vrijwel onmiddellijk het traject van de Herman Teirlinck Route (45 km) en de route Van Gogh (Eindhoven-Amsterdam-Paris).

Op het jaagpad kregen we een opschrift te zien ‘Het jaagpad is er voor iedereen!’, dus blijkbaar ook voor twee eenzame pelgrims, welke de dag begonnen met wind op kop en een schraal zonnetje. Het voelde eerder kil aan langsheen het kanaal. Goed op weg wandelden we langsheen de voormalige steengroeve van Rodenem en konden de ontelbare gele bloemen bekijken op de kanaaloever. Onderweg ging het vooreerst onder twee spoorwegbruggen door en vervolgens onder de autosnelweg E429. Omstreeks 10:40 uur bereikten we de voetgangersbrug over het kanaal in Lembeek en troffen er een picknickbank aan, enigszins beschut tegen de wind. We namen er dan ook de tijd om even een broodje te nuttigen, zodat we wat energie konden opdoen voor de komende uren. Bezijden de brug bevindt zich het Malakoff Domein, dat we echter niet zouden betreden. Na de maaltijd gingen we onder de brug door en verlieten naar links het jaagpad om de Malheideweg te volgen. Een smalle weg naast een watergebied, welke ons voor het eerst op de dag het gevoel gaf om te klimmen. De vrij steile weg mondde uit ter hoogte van de Berendries. Waar hebben we die naam nog gehoord? We volgden de Berendries verder bergop tot aan een kleine rotonde.

Aldaar kruisten we de Dokter Spitaelslaan, om vervolgens tussen de huizen de Blekerijstraat in te gaan. Straat is veel gezegd, vermits het hier ging om een smal pad tussen afsluitingen, hierbij nog steeds de Herman Teirlinck Route volgend. Het ging even steil naar beneden, om aldaar de Trompstraat te kruisen en vervolgens te beginnen aan een lange beklimming van een betegeld pad. Hier, tussen de uitgestrekte velden, ging voor het eerst het regenscherm open, vermits een regenbui ons zomaar te beurt viel. De wind nam enigszins toe en hoe hoger we het pad beklommen, des te heviger werd de neerslag. Het werd dan ook aanzienlijk donkerder beneden in de vallei achter ons. Min of meer goed nat, bereikten we op het hoogste punt enkele huizen. We vonden er dadelijk beschutting tegen een gevel en dienden er zowaar een half uur te wachten, alvorens de felle bui voorbij was. We konden er ondertussen een kruisbeeld bekijken alsook een gedenksteen, ter nagedachtenis aan de bemanning van een neergestorte bommenwerper op 22/03/1944. Eenmaal de regen achter de rug, konden we opnieuw op weg. We wandelden verder tot aan het kruispunt met de Kasteelbrakelsesteenweg. Even wandelden we rechtsaf om vervolgens links te gaan via Twaalfbundel.

Een volgende plensbui viel ons te beurt, dus werd het vlug even schuilen tegen de gevel van zowat het laatste huis in Twaalfbundel. Gelukkig eindigde ook dit gebeuren en konden we verder stappen. Het asfalt maakte plaats voor een grindweg met een stukje gras in het midden. We daalden vrij snel richting eerste bos van de dag. Eenmaal gekomen aan het einde van Twaalfbundel, bereikten we op een T-kruising de Mussenberg. Het ging haaks rechtsaf en zo stapten we op een modderige wegel naar het nabij gelegen Lembeekbos. Even nog een haakse afslag naar links en we bevonden ons ter hoogte van de ingang van het Lembeekbos, tevens de ingang van het domein Fondation V. Brien, volgens plaatselijke info, eigendom van de ULB en uiteraard ‘propriété privée’. We betraden vervolgens het bos via het rechts gelegen pad, de zogeheten Voetweg A35, zowat evenwijdig met de Mussenberg. We troffen er een bordje aan inzake de lokale Sint-Veroonmars. We werden er kleurrijk onthaald door ontelbare paarse boshyacinten. Een ware streling voor het oog. Gelukkig hadden we het regenscherm kunnen opbergen en konden we wat beter genieten van deze gekleurde omgeving. Alhoewel het pad af en toe een modderige indruk gaf, viel het nog best mee na de voorbije overvloedige neerslag.

We wandelden steeds rechtdoor en begonnen even later aan een lange beklimming, via een brede bosweg, om de andere kant van het Lembeekbos te bereiken. Af en toe naar adem snakkend, konden we toch voldoende genieten van de bloemen en vooral de geur van een nat geregend bos. Het was dan ook reeds 12:20 uur, toen we het uiteinde van het bos bereikten ter hoogte van de Sint-Veroonsstraat en volgens de wandelgids, café Les Meurisses, Chez Thur. Maar, Tuur was blijkbaar niet thuis, vermits we een gesloten café aantroffen. Dan maar een bloembak op de parking gebruikt als picknicktafel om een broodje gehakt te nuttigen en een dosis chocomelk. Dan maar terug op pad zonder te hebben geproefd van het zwarte goud. Via de parking van het café bereikten we via een draaihekje een smal pad naast een afsluiting. Aan Compostelastickers geen gebrek, de route is duidelijk voorzien daarvan. We kruisten de Sentier des Meurisses en wandelden op die manier het Bois du Bailli in. Er volgde een gevaarlijke en glibberige afdaling langsheen een deels uitgesleten pad, voorzien van stenen en rotspunten. Ook hier alweer de absolute stilte van een bos, waar vooral geen gebrek is aan rust. Lager gekomen bereikten we een brede berijdbare bosweg en daar gingen we linksaf.

Even later verlieten we het Bois du Bailli en bereikten de openbare weg, met name de Rue du Bailli. Een felle klim kondigde zich aan via deze smalle asfaltweg. Achterom zagen we de beboste heuvel welke we zojuist hadden verlaten en heel in de verte café ‘Chez Thur’. We wisten niet of die ondertussen al thuis zou zijn gekomen. De klim aanvangend wandelden we langsheen een waterloop van amper twintig centimeter breed, maar met de welluidende naam van ‘Rau de Derrière les Monts dit le Rau de la Bruyère Mathias’, een hele mond vol dus. Na de steile klim bereikten we een klein kruispunt, alwaar zich een St.-Rochuskapelletje bevond. Jammer genoeg konden we het beeldje amper waarnemen, omwille van het traliewerk. We wandelden op het kruispunt rechtsaf via de Rue St-Roch en daalden af via een steile asfaltweg naar het centrum van Braine-le-Château. Op het einde van de weg dienden we rechtsaf te gaan, doch we maakten een kort ommetje naar links, naar de Rue des Comtes de Robiano 31, alwaar er wordt voorzien in onderdak voor pelgrims. Even later werden we dan ook omstreeks 13:10 uur, hartelijk onthaald door Jeanne, welke ons boekje voorzag van een eigen ontworpen Compostelastempel. Na een uitgebreide babbel, konden we terug op weg, voorzien van een welgemeende ‘Ultreia’. (Vooruit! En verder! Rechtdoor!)

De reeds vermelde Rue des Comtes de Robiano, nu in de juiste richting volgend, passeerden we de links gesitueerde Vieux Moulin, een voormalige watermolen op ‘Le Hain’. Vervolgens het plaatselijke kasteel, om tenslotte de St.-Remigiuskerk te bereiken ter hoogte van de Place des Martyrs. We namen er even de tijd om in de kerk een mooi beeld van Sint-Rochus te bekijken, alsook het praalgraf van Maximiliaan van Hoorn. Na het kerkbezoek aanschouwden we nog even de schandpaal op het plein om vervolgens over te gaan tot het nuttigen van een verdiende koffie in Estaminet-Brasserie La Couronne tegenover de kerk op de Grand Place. Dat men ook daar de waarde van de euro kent, mocht blijken wanneer we de rekening verkregen. Na een sanitaire stop in het toilet, waarbij we onze regenbroek konden uittrekken, gingen we terug op pad. We konden het niet nalaten, enkele moddersporen na te laten in het toilet. Het was ondertussen 13:30 uur en we hadden nog een lange weg te gaan. Naast het café volgden we de stijgende Rue Auguste Latour, om vervolgens via een brug een voormalige spoorlijn over te steken. Het ging dan onmiddellijk rechtsaf via Les Colir.

We stapten een tijdje doorheen een woonzone om wat verderop de openbare weg te verlaten via een smal pad tussen de woningen. Op die manier bereikten we de Rue Bel-Air, wandelden rechtsaf en vervolgens aan het volgende kruispunt linksaf via de Rue Notre Dame au Bois. We stapten verder tot aan het lokale kerkhof, om aldaar de openbare weg opnieuw te verlaten, via een rechts gelegen bospad, richting Chapelle Notre Dame. Na een blik op de bewuste kapel, uiteraard gesloten, volgden we verder rechtdoor tot we de Sentier Buselotte bereikten. Dit pad verder volgend doorheen het bos, bereikten we even later een afslag ter hoogte van een bordje ‘2 Sentier Buselotte 4’. Hier dienden we een keuze te maken, ofwel de bosweg verder rechtdoor volgend, ofwel een alternatief pad (GR-route) naar rechts. We opteerden voor de tweede mogelijkheid en dat bleek nadien de mooiste keuze te zijn geweest. Een smal paadje, aan weerszijden voorzien van paarse hyacinten, een modderige passage via enkele boomtakken en vervolgens rechtsaf via een met mos begroeide houten trap, het was een welkome afwisseling.

We bereikten terug de Sentier Buselotte, de brede bosweg dus en vorderden fel klimmend verder tot aan een kruispunt van zes wegen. Aldaar nodigde een zitbank uit tot het nuttigen van een laatste broodje onderweg. De klok tikte onverbiddelijk verder, het was ondertussen 14:30 uur geworden. Na de maaltijd ging het op dit kruispunt linksaf via de Allée des Mélèzes tot aan de drukke weg Braine-le-Château – Ittre. We kruisten deze Rue Auguste Latour, en wandelden langsheen een afsluiting verder tot aan een bredere bosweg, opnieuw de Allée des Mélèzes. Rechtsaf verder wandelend, verlieten we het bos en betraden een veldweg. Deze golvende weg werd vervolgens de Rue d’Hurbize, die we bewandelden tot aan een bordje met de aanduiding ‘Sentier Piotte’. Een Compostelasticker en de rood-witte aanduidingen van een GR-pad, deden ons de openbare weg verlaten naar rechts via een steile afdaling. We volgden de rand van een akker, verder afdalend, tot we beneden via een draaihekje een weide betraden. Het heuvelachtig karakter en de talrijke hagen deden enigszins denken aan de streek van Normandië. Eenmaal de weide betreden, volgden we de GR-aanduidingen naar rechts via een amper zichtbare wegel langsheen de afsluiting.

We trokken doorheen deze vallei, af en toe de modder trachten te vermijden, om via een tweede poortje een andere weide op te stappen. Ditmaal verliep de route langsheen de rand van een bos rechts. De weide leek eindeloos te zijn, slechts één enkele betonnen paal in het midden gaf een aanduiding inzake de te volgen richting. Een laatste draaihekje liet ons de weide verlaten en via een klein stukje bos, ging het langs een smal pad, steil bergaf naar de openbare weg, de Rue du Centenaire. We bevonden ons meteen in het centrum van Ittre. Hier ging het naar rechts tot aan de St. Remigiuskerk. Ook hier mocht een kerkbezoek niet ontbreken, om nog maar eens een mooi beeld aan te treffen van Sint Rochus. Na het kerkbezoek planden we een halte ter hoogte van Estaminet A la Couronne, tegenover de kerk, doch we werden er verwittigd dat de ‘service’ ten einde was. Blijkbaar, omwille van het plaatselijke schoolfeest, was de bevolking verzameld op het centrale plein in een aantal tenten, met als gevolg dat het café de deuren sloot. Het was iets voorbij de klok van half vier, dus maar verder op pad zonder pauze en koffie. We volgden vanaf de Grand Place de links van de kerk gelegen Rue des Digues en kruisten opnieuw de Rue du Centenaire. Aan de overzijde ging het rechtsaf in de Rue de Baudemont, een straat welke we niet vlug zullen vergeten, al was het maar enkel en alleen omwille van de lengte ervan.

De Rue waarvan sprake, kronkelde en leidde ons over heuvels, doorheen valleien, liet ons genieten van de mooie kapelletjes onderweg, van de uitgestrektheid van de akkers en weilanden. Af en toe in de verte dreigende wolken, doch voorlopig zonder veel erg. De Rue de Baudemont een hele tijd volgend, bereikten we een kruispunt ter hoogte van de Rue d’Eve. Hier hielden we rechtdoor aan en lieten de Rue de Baudemont even voor wat ze was, rechts liggen. Uiteindelijk zouden beide straten later terug samenkomen, ter hoogte van een oude dorpspomp. De Rue d’Eve werd gevolgd door de Rue des Primevères en zo werd het alweer flink klimmen naar de eerder vermelde Rue de Baudemont. Ter hoogte van de pomp ging het dan ook linksaf en volgden we opnieuw de eindeloos lange weg. Terug geleidelijk klimmen en dalen dus. Ondertussen zagen we rechts van ons de eerste donkere wolken verschijnen en dat voorspelde weinig goed. We hielden dan ook even halt om de regenkledij opnieuw aan te trekken en het regenscherm bij de hand te houden. Dat bleek enkele minuten later niet te vroeg te zijn geweest. Immers, toen we ter hoogte kwamen van een golfterrein, gingen de hemelsluizen pas echt goed open. Een hevige stortbui, gepaard gaande met hagel, overviel ons letterlijk. Meteen zagen we ontelbare golf caddies de weg kruisen richting parking naast het golfterrein.

In de striemende regen ging het verder langsheen de, ondertussen geheten Chemin de Baudemont, dalend richting brug over de autosnelweg A7. Eenmaal onder de snelweg door, volgde alweer een forse klim om uit het dal weg te komen. Hogerop kregen we zowaar opnieuw de zon te zien en dat gaf meteen wat kleur aan de bermen en de bomen in bloei. Uiteindelijk bereikten we stilaan Nivelles. Gekomen aan het einde van de Chemin de Baudemont, kruisten we de drukke Rue Henri Pauwels en volgden rechtdoor via een hobbelige kasseiweg de Rue du Mont Saint-Roch, inderdaad bergop dus. Een bocht verder werd het asfalt onder de voeten en konden we nog even pauzeren op een bankje ter hoogte van een klein buurtparkje links van de bocht. Het was ondertussen stilaan 17:45 uur geworden. De natte kledij werd opgeborgen en de laatste koekjes werden verwerkt. We wandelden even later via de Rue du Mont Saint-Roch, licht dalend verder naar het oude stadscentrum van Nivelles. We kregen dan ook een eerste blik op de lokale Sint Gertrudiskerk en dit ter hoogte van een uitkijkpunt aan het begin van de Faubourg Sainte-Anne. Via de Rue Sainte-Anne, bereikten we tenslotte de Grand Place in Nivelles, eindpunt van onze vierde etappe en tevens het einde van de tot nu toe gevolgde Via Brabantica.

Omstreeks 18:10 uur namen we dan ook even een verdiende zitpauze op het deels beregend terras van Christensen, op de Grand Place. De koffie smaakte naar behoren, alhoewel wellicht in de prijs het regenwater was inbegrepen. Daar we slechts een trein hadden om achtentwintig minuten na elk uur, bezochten we als afsluiting nog even de Sint-Gertrudiskerk. We konden er een mooi houten beeld bekijken van Jacobus, van de hand van Laurent Delvaux, maar tevens een kleinere versie op één van de pilaren van het kerkgebouw. Een toevallig aanwezige inwoner van de stad leidde ons rond in de kerk en gaf zelfs in zijn beste Nederlands tekst en uitleg bij de talrijke bezienswaardigheden. Tot slot vergezelde de man ons tot aan het huis van de deken, alwaar we een laatste stempel van de dag verkregen in ons stempelboekje. Alsof het nog niet genoeg was, wandelde de man een eindje met ons mee op de terugweg naar het station van Nivelles. We ondergingen dan ook een laatste lange beklimming doorheen de Rue de Namur, op weg naar het station. Aldaar hadden we omstreeks 19:28 uur een trein, welke ons bracht tot in Mechelen, een rit van een klein uurtje met andere woorden.

Het was dan ook reeds vrij laat, toen we omstreeks 20:45 uur onze rugzak konden opbergen ten huize. Het einde van een lange dag stappen over heuvels, goed voor 34529 stappen, 25,896 km, 1249,8 cal in een tijd van 6.27.04 uur. Na een wellicht verdiende nachtrust wacht alvast de dag nadien een flinke poetsbeurt van de wandeluitrusting. Een volgende etappe zal ons van start laten gaan in Nivelles en dan beginnen we met het bewandelen van een gedeelte van de Via Gallia Belgica.”

dinsdag 22 september 2020

366: Brussel, Vrijdag 08 april 2016, 25,645 km. (7408,697 km.)

“Het wandelrelaas met betrekking tot onze derde etappe op weg naar Santiago de Compostela. De dag begon relatief vroeg, met een korte busrit omstreeks 08:20 uur richting station van Mechelen. Aldaar volgde omstreeks 08:34 uur aansluiting via het spoor naar Brussel-Zuid. Zo bereikten we alweer de hoofdstad, zowat 750 m verwijderd van de Hallepoort, het eindpunt van onze vorige, tweede etappe. Nadat we het station hadden verlaten, volgde een korte wandeling via de Avenue Fonsny en de Rue d’Angeleterre naar de reeds vermelde Hallepoort. Het was dan ook reeds 09:20 uur, toen we ter plaatse konden starten aan het bewandelen van het geplande traject tot in Halle. Met een laatste blik op dit restant van de stadsomwalling, verlieten we deze plaats via de Waterloosesteenweg. Een druk bereden weg met tal van winkels en horecazaken. Een eindje verderop bereikten we het Sint-Gillisvoorplein. Aldaar hielden we om 09:30 uur even halt voor een kort bezoekje aan de kerk van Sint-Gillis, de kerk van ‘Frères et les Soeurs de Jérusalem’. We konden er alvast een Sint Jakob bewonderen in een van de prachtige glasramen die de kerk rijk is. Na ons kerkbezoek namen we aan de overzijde van het plein even de tijd voor een kopje koffie in Brasserie Verschueren. Een café dat blijkbaar reeds heel wat jaren menige klant heeft voorzien van het noodzakelijke.

Na het zwarte goud te hebben gedronken, werd het echt tijd om van start te gaan. We zouden nu verder de ‘Via Brabantica’ en tevens de GR12 volgen gedurende zowat de gehele dag. Nog steeds de Waterloosesteenweg volgend, bereikten we een rotonde, alwaar we de Théodore Verhaegenstraat, de Parklaan en de Alsembergsesteenweg kruisten, om verder rechtdoor te wandelen via de Paul Dejaerlaan naar het gemeentehuis van Sint-Gillis. Aldaar werden we geconfronteerd met wegwerkzaamheden en hadden dus enige moeite om het gebouw duidelijk waar te nemen. We gingen rechtsaf en volgden derwijze de Adolphe Demeurlaan, welke overging in de Villalaan tot aan de ingang van het park van Vorst. Gekomen aan de aldaar gelegen rotonde, namen we aan de overzijde een pad doorheen het park. Zo verkregen we voor het eerst op de dag wat groen te zien, maar vooral heel wat baasjes, bezig met het uitlaten van hun viervoeter. We wandelden langsheen het meest linkse pad tot we later opnieuw de openbare weg bereikten ter hoogte van de Konigin Maria Hendrikalaan. We kruisten deze weg en wandelden naar rechts via de Besmelaan. Vervolgens ging het via een links gelegen en stijgend pad tot aan een uitkijkpunt, alwaar we zicht kregen op het lager gelegen centrum van Brussel. Jammer genoeg, omwille van de lage bewolking, konden we amper in de verte gebouwen herkennen.

Via het ernaast gelegen parkje, ging het in dalende zin naar de ingang van het Dudenpark. Aan het einde van het parkje kruisten we de Gabriel Faurélaan en wandelden het park in. Statige bomen, welke ooit behoorden tot het Zoniënwoud, maken nu deel uit van de Koninklijke Schenking. Een wandeling doorheen het park liet ons kennis maken met steile hellingen en vooral schitterende natuur. Alvorens verderop het park te verlaten via een andere uitgang, namen we even een korte picknickpauze ter hoogte van enkele zitbanken. De klok wees ondertussen 10:30 uur aan en de boterhammen smaakten heerlijk. Ondertussen waren we getuige hoe enkele meters verder een standje werd opgericht voor de verkoop van biogeteelde groenten. Daar hadden we echter nu geen behoefte aan en verlieten vervolgens het Dudenpark. We dwarsten de Victor Rousseaulaan en volgden aan de overzijde de Maarschalk Joffrelaan, richting centrum van Ukkel. We kregen vrijwel dadelijk enkele mooie stickers te zien op een lantaarnpaal, welke vanzelfsprekend de weg wezen naar Santiago de Compostela. De vermelde laan volgden we tussen hoge flatgebouwen en oude herenhuizen, tot we op het einde rechts hielden op de Oscar van Goidtshovenlaan, om vervolgens de Zevenbunderslaan en de Alsembergsesteenweg te kruisen. Het ging nadien linksaf via de Coghenlaan.

Hier konden we vaststellen, hoe tal van statige herenhuizen werden verbouwd, maar vooral de grote hoeveelheid zwerfvuil was opmerkelijk. De Coghenlaan volgend, kruisten we enkele straten, vernoemd naar maanden van de voormalige republikeinse kalender, we bemerkten er onder andere de Messidorlaan en de Floréallaan. Uiteindelijk verlieten we de laan, via de rechts gelegen Coghensquare, alwaar we wandelden omheen een gebouwencomplex dat tijdens de jaren twintig en dertig werd opgericht. We daalden af naar de lager gelegen Dekenijstraat, alwaar we linksaf kozen, richting Sint-Pieterskerk van Ukkel. Het was dan ook omstreeks 11:15 uur, toen we een bezoekje brachten aan deze kerk, via de ingang ter hoogte van het Sint-Pietersvoorplein. Een mooi kerkgebouw, met een prachtige preekstoel, alleen was het portaal broodnodig toe aan wat restauratie, vooral wat schilderwerk betreft. We verlieten even later de kerk en volgden verder de Dekenijstraat tot aan de drukke Brugmannlaan, één van de hoofdaders van Ukkel. Na veilig de overkant te hebben bereikt, wandelden we verder via de Heldensquare, met wat aandacht voor een monument ter ere van oorlogsslachtoffers. We kregen en ook een folder toegestopt door enkele verkopers van de Bijbel, die ons toch nog een fijne trip en een behouden aankomst in Santiago toewensten.

Voorbij deze Square volgden we enkele meters de De Frélaan, om vervolgens rechtsaf te gaan via de Crabbegatweg, welke zicht bevindt juist naast de ingang van het Park Wolvendael. We konden er even het voormalige kasteel vanuit de verte bekijken, nu onderkomen voor de kunstacademie. Aan het begin van de Crabbegatweg bevindt zich het voormalige ’t Hoff ten Horen, alwaar ooit Uilenspiegel vaak zijn opwachting zou hebben gemaakt. Een gedenkplaat herinnert daaraan. Vandaag de dag echter is hier een Italiaans restaurant gevestigd, Casa Vecchia. De weg zelf deed ons even naar adem happen, vermits de holle weg, bestaande uit kasseien, nogal steil de hoogte inging. Desondanks konden we toch genieten van deze bijzondere manier van wandelen. We draaiden even naar links om vervolgens terecht te komen op de Kamerdellelaan, welke we naar rechts volgden. Tussen enkele statige villa’s door bereikten we wat verder de drukke Dieweg. Ter hoogte van dit kruispunt wandelden we nu verder rechtsaf, de Dieweg volgend tot aan het station Ukkel-Kalevoet. Zowat halverwege, ter hoogte van de eindhalte van de tram aan een andere uitgang van Park Wolvendael, hielden we even halt voor een korte picknick.

Op het kleine pleintje, ter hoogte van de Wolvendaellaan, volgens een gedenksteen genoemd Square Maurice Raindorf, lieten we ons de boterhammen smaken. Na deze korte halte wandelden we verder langsheen de Dieweg, met een volgende tussenstop ter hoogte van het oude kerkhof van Ukkel. Een kleine rondgang tussen de enorme grafkelders, liet ons even de vergelijking maken met het kerkhof van Laken en uiteraard kwam de gedachte aan Père Lachaise opnieuw boven. Nadien volgde als het ware een parade van chique villa’s, tot we uiteindelijk de Dieweg verlieten via de Oude Dieweg, rechtsaf dus. In dalende lijn bereikten we het vrij drukke kruispunt met de Alsembergsesteenweg en de Engelandstraat. We raakten veilig aan de overkant en namen vervolgens de voetgangerstunnel onder de spoorweg aan het station Uccle-Calevoet. Hier verkregen we, omwille van de muurschilderingen, even het gevoel te vertoeven in het diepste van de oceaan. Figuurlijk terug boven water, ging het over korte afstand naar rechts via de Egide van Ophemstraat, om vervolgens de links gelegen François Vervloetstraat in te wandelen.

Op de gevel van een plaatselijke school troffen we een wegwijzer aan met de vermelding ‘GR12 Paris’. We stapten dus duidelijk in zuidelijke richting. De doodlopende straat ging vrijwel vlug over in een bospad en zo betraden we het natuurgebied Keyenbempt. Rechts kregen we vooreerst een reeks volkstuintjes, om nadien het bos verder in te gaan. Enkele richtingsveranderingen laten bereikten we een houten brugje over de Geleytsbeek. Het ging de beek over en zo belandden we in de Keyenbemptstraat. We hielden op deze kasseiweg, voorzien van mooie lantaarnpalen, rechts en stapten verder tot aan de Nekkersgatmolen. Van de molen zelf is niets meer te zien, het gerestaureerde gebouw biedt nu onderdak aan het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden. Aan de voormalige molen ging het linksaf via een wandelpoortje en volgden we een soort kerkwegel tot aan de verder gelegen Melkriekstraat. We bevonden ons nu in een woonwijk met hoofdzakelijk sociale woningen. Het ging links naar de Forelstraat en aldaar rechtsaf. Onze klok wees toen ongeveer 13:15 uur aan, toen we even het aangeduide parcours verlieten en afweken van de geplande route. Immers in de nabijheid waren we uitgenodigd op de koffie door een vriend, bekend via Google+, met als profielnaam André Zomerwandeling.

Toen we even later aanbelden aan de voordeur werden we meteen begroet en gastvrij ontvangen. Tijdens een gezellige babbel genoten we ondertussen van een heerlijke Cappuccino. Min of meer de klok enigszins uit het oog verloren, konden we geruime tijd later opnieuw op pad. Via deze weg uiteraard een woord van dank voor de ontvangst en de koffie. We bereikten opnieuw de Forelweg om onze route naar Santiago de Compostela verder te bewandelen. De doodlopende weg, bood ons via een pad tussen de woningen, de kans om de erachter gelegen Driekoningenstraat te bereiken. Het ging vervolgens naar links om via de Brouwerijstraat te wandelen richting Sint-Niklaaskerk van Drogenbos, de volgende gemeente welke we ondertussen hadden bereikt, terug Vlaanderen onder de voeten dus. We arriveerden ter hoogte van een rotonde op de Grote Baan, met de kerk aan de overzijde. We kruisten de Grote Baan via de oversteekplaats om vervolgens te moeten ervaren dat de kerk was gesloten. Daarnaast, in het gemeentehuis gaf men niet thuis, wegens gesloten op vrijdagnamiddag. We gingen dan maar verder op weg, de Grote Baan volgend naar links naast de trambedding. We kwamen langsheen het kasteeldomein Rey of Calmeyn, doch enkele waarschuwingsborden inzake camerabewaking en loslopende honden, weerhielden ons het domein te betreden. Dan maar een foto vanaf de stoeprand.

Net voorbij het domein draaiden we rechtsaf, de brede Nieuwstraat in, die we over geruime afstand zouden volgen. De licht hellende weg, liet ons wandeltempo opnieuw even dalen. Deze straat heeft behalve het bekijken van de huizen weinig anders te bieden dan enkele bloeiende Japanse kerselaars, een muurschildering van Betty Boop en een loslopend kuiken. Trouwens de Nieuwstraat volgend, ondertussen veranderd in Dachelenbergstraat, hadden we Drogenbos verlaten en bevonden we ons op het grondgebied van Beersel. Gekomen ter hoogte van het kruispunt met Diepenbeemd, in een bocht naar links, namen we aan de overzijde tussen twee woningen het Wandelpad H. Teirlinck – F. De Boeck. We daalden op die manier af naar de lager gelegen velden en weilanden. Onderweg kregen we de aanduiding dat we ons bevonden op de Biezeweide en er onder andere wandelden langsheen het Zenne Wandelpad. Af en toe werd het te volgen pad herleid tot een smalle wegel, met rechts de vallei en tal van boomgaarden. Het parcours verliep hier een tijdje vrij heuvelachtig en we voelden op de hoogste punten dan ook de wind in kracht toenemen. De lucht werd donkerder en soms voelden we een verloren geraakte regendruppel.

Het smalle pad eindigde ter hoogte van de doodlopende Weidestraat, welke we niet anders dan naar links konden opgaan en we meteen begonnen aan een forse beklimming. Een haakse bocht naar links verder, bereikten we een brug over de spoorlijn. Aan de overzijde van de brug, verlieten we opnieuw de openbare weg en volgden een stijgend pad naar rechts, evenwijdig met de sporen. We bevonden ons nu op het traject van de GR512 (Diest-Geraardsbergen), vermits de GR-paden van de GR512 en de GR12 ter hoogte van de brug elkaar ontmoetten. Na deze langzame klim volgde wat verder een gevaarlijke afdaling langsheen een smal pad, deels uitgehold door de neerslag van de voorbije weken. Gelukkig bereikten we terug vaste grond onder de voeten ter hoogte van de Zennedreef. Net tijdens het afdalen trouwens kregen we een eerste regenbui over ons heen. Beneden gekomen, gingen we onder de spoorweg door, om onmiddellijk opnieuw linksaf te wandelen, terug evenwijdig met de spoorlijn. Een gemakkelijk te bewandelen paadje liet ons toe het station van Beersel te bereiken. Station is eigenlijk een groot woord, voor een perron met een schuilhuisje. Het was toen omstreeks 15:00 uur en we maakten dan ook van het schuilhuisje gebruik, om van de laatste boterhammen te genieten. Tijdens deze picknick hadden we reeds zicht op het kasteel van Beersel op de achtergrond.

Na de maaltijd verlieten we het perron en wandelden via het Beukenlandschap en de Beerselsestraat tot aan het kasteel. De taverne in de nabijheid bleek gesloten en ter hoogte van de inkom van het kasteel vroegen we tevergeefs om een stempel. Dan maar verder op pad, opnieuw onder de spoorweg door, de Kasteelstraat over en rechtdoor via de Lotsestraat. Op het einde van deze doodlopende straat ging het haaks rechtsaf en betraden we een pad, geheten Blarenveld, alwaar we ons tevens bevonden op het traject van het Kesterbeek Wandelpad. We kregen afwisselend een stuk openbare weg en vervolgens een pad, soms herleid tot een wegel. Steeds dezelfde richting aanhoudend, kruisten we de Rollebeekstraat en stapten verder tussen uitgestrekte akkers en weilanden. Uiteindelijk bereikten we opnieuw de bewoonde wereld ter hoogte van een rotonde aan de Kerkhofstraat. We bevonden ons ondertussen op het grondgebied van Lot. Aan de overzijde van de rotonde ging het verder via de Kesterbeeklaan, richting Leyburgstraat, zowat 400 m verderop. Alvorens deze straat in te gaan, namen we aan de overzijde van de straat, ter hoogte van een parkje nog even een korte drankpauze op een zitbankje.

Terug op pad ging het via de Leyburgstraat licht dalend richting verder gelegen Batenborg, ter hoogte van een ruiterhoeve. We hielden rechts en verlieten net voorbij de hoeve de openbare weg, om via een pad de verder gelegen Lotsesteenweg te bereiken. We hadden hier als leidraad de LF6 Vlaanderen Fietsroute. Gekomen aan de Lotsesteenweg kruisten we deze weg en hielden verder rechtdoor aan, nog steeds Batenborg volgend. Hier troffen we de aanduidingen dat we ons bevonden op de Gordelroute, een fietsomloop van 100 km. We wandelden hier langsheen het Provinciaal Domein van Huizingen. Een bocht naar rechts verder wandelden we onder de autosnelweg E19 door en sloegen linksaf de Menisberg in, om zo te stappen naar de dorpskom van Huizingen. We passeerden de plaatselijke Sint-Jan-de-Doperkerk, rechts gesitueerd, doch we hielden eerder even halt links op de hoek in café Flash Back. Het was stilaan tijd voor een kopje koffie, nadat we de afgelopen uren in hoofdzaak landelijke wegen en paden hadden gezien. Het was stilaan 16:35 uur en we hadden nog een eindje te gaan.

Na de laatste rustpauze tijdens deze derde etappe, verlieten we het café, staken het kruispunt over en volgden de stijgende Devillersstraat. Een lange en eerder vermoeiende klim, bracht ons vervolgens tot aan de drukke en gevaarlijke Steenweg naar Alsemberg. Aan de overzijde namen we via een klein trapje de doorsteek naar de erachter gelegen Reiberg, welke deels evenwijdig verliep met de autosnelweg. Nog steeds aan hoogte winnend, ging het voorbij de lokale watertoren. De Reiberg werd de Sanatorialaan en zo betraden we een stukje grondgebied van Buizingen. Op het einde van de weg, ging het vervolgens over korte afstand naar rechts via de Frans Daystraat, om nadien linksaf te gaan, het Kluisbos in. Geleidelijk daalden we tussen de bomen af, naar de lager gelegen Nachtegaalstraat. Onderweg daarheen kwamen we langsheen het voormalige Kindersanatorium Baronne Lucie Lambert, met bijhorende kapel. Op het kruispunt gekomen, volgden we verder rechtdoor via de Bleukenstraat, om na zowat 150 m, een rechts gelegen pad op te wandelen, richting kerkhof van Buizingen. Het zou zowaar de laatste beklimming van de dag worden, tussen het groen en met een steeds donker wordende hemel boven ons.

Eenmaal het kerkhof voorbij, wandelden we via een breder tegelpad naar de Karel Neirinckxlaan. In de verte kregen we reeds de toren van de basiliek van Halle in zicht. Deze laan verder volgend over geruime afstand, bereikten we tenslotte een grote rotonde ter hoogte van de Vandenpeerenboomstraat. We hielden nog steeds dezelfde richting aan, wandelden over de spoorlijn Charleroi-Brussel en het gelijknamige kanaal Charleroi-Brussel. We volgden hierbij een gedeelte van de H. Teirlinckroute en de Kardinaal Cardijnwandeling. We hadden nu meer dan ooit zicht op de Sint-Martinusbasiliek, het voorlopige eindpunt van onze dagtocht. We wandelden dan ook verder via Nederhem, de Fons Vandemaelestraat, de Willamekaai en de Slingerweg. We konden er nog even stilstaan bij een monument aldaar ter ere van de ‘Weggevoerden en Werkweigeraars’ tijdens de laatste oorlog. Vervolgens namen we het Joseph Possozplein om op die manier de basiliek van Halle te bereiken, met in de nabijheid een standbeeld van Kardinaal Cardijn. Een bezoek aan de basiliek als afsluiter mocht dan ook niet ontbreken.

We betraden de basiliek via de ‘Heilige deur’ ongeveer omstreeks sluitingstijd, doch kregen toch uitzonderlijk de toelating om nog even een rondgang te maken. We konden er een levensgroot beeld bewonderen van Jakobus en kregen nadien een mooie stempel in het Compostelaboekje. Vermits we na deze derde etappe opnieuw huiswaarts dienden te keren via de trein, dienden we dus nog een eindje te stappen richting station van Halle. Gelukkig vormt het traject daarheen een deel van de volgende geplande etappe, dus die bijkomende afstand, dienen we een volgende keer niet meer te stappen. Alvorens naar het station te gaan, namen we nog een laatste koffie in Estaminet ’t Klein Stadhuis op de Grote Markt, aangezien de grote versie ernaast reeds was gesloten. De klok wees toen 18:15 uur aan en meteen konden we, schuilend voor de regen, op het terras even nakaarten over de voorbije dag. Na de koffie ging het via de Maandagmarkt en in het verlengde, de Basiliekstraat, de winkelstraat van Halle, stilaan het centrum uit. Gekomen ter hoogte van het kanaal Charleroi-Brussel, ging het linksaf naar het station. Een volgende gelegenheid laat ons naar rechts wandelen, verder op weg zuidwaarts. In het station ging het vrij vlug per spoor richting Brussel-Midi en daar hadden we aansluiting naar Mechelen. Om 20:15 uur bereikten we onze thuishaven na een lange dag.

Onze derde etappe op weg naar Santiago de Compostela was dan ook goed voor 25,645 km, 34194 stappen, 1281,7 cal en een wandeltijd van 6.14.16 uur.”