Deze georganiseerde tocht werd
voordien in de wandelgids Marching, editie 2009, als volgt aangekondigd:
‘Zaterdag – Samedi 09/05/2009, 1170 Watermael-Boitsfort (Brussel), 36ste
Wandeltocht van de Brusselse Politie, 7-12-20-30-42-50 km. Police de Bruxelles
– Section Marche. Départ: Athénée Royal. Omloop doorheen het Zoniënwoud, langs
bos- en veldwegen, parken en overgebleven groen van het zuiden van Brussel.’ Na
afloop werd door wandelmaatje het hierna weergegeven relaas geschreven, op
zaterdag 09 mei 2009, omstreeks 18:24 uur.
“Watermael-Boitsfort was vandaag
onze bestemming. Een georganiseerde wandeltocht van de Brusselse Politie. Dat
de randgemeenten rond Brussel nog zoveel groen te bieden hebben, is zeer
opmerkelijk. Het was een verrassende tocht, die ons echter niet verveelde en
ook al lag het Zoniënwoud niet op ons 20 km parcours, toch kijken we er
tevreden op terug. We gingen van start in het Athénée Royal in bovenvernoemde
gemeente. De afstanden waren 5-7-12-20-30-42-50 km. Wij stapten de werkelijke afstand van 21 km
in 4 u 17 min. Meteen kwamen we aan in het Reigerbospark, waar ook de GR512 doorloopt.
Zo gingen we richting Oudergem, die ons door de Woluwevallei leidde. Hier
volgden we een tijdje een oude spoorwegbedding, die mooi opgewaardeerd is, met
groene hoekjes en zitbankjes uit de Belle Epoque tijd. Opmerkelijk was het
monument, dat hier staat en gemaakt is uit de oude rails. Na een goeie 4,5 km
vonden we de eerste rustplaats in het Sint Lutgardis college te Oudergem. Goed
ingericht en verzorgd met een vriendelijke bediening.
Onze weg werd vervolgd richting
Sint Pieters-Woluwe. Links van ons bevond zich Hertoginnedal, hier komen de
ministers samen, wanneer ze zich moeten buigen over zaken die ons land
betreffen. Na een steile klim over kasseitjes, bereikten we de Priorijdreef met
de Sint Annakruisweg. Veel valt hier niet meer van te bekijken, maar plots
bevonden we ons aan het vijvercomplex Hertoginnedal-Mellaert-Parméntier. De
hele vijver lag echter droog wegens werken, maar toch gaf het een verrassend
effect. Via de Mellaertsvijver kwamen we opnieuw op de spoorwegwandeling
terecht. Een groene long, waarvan niets laat vermoeden, dat men door een
stadscentrum trekt. Langsheen het Stade Fallon wandelden we over de wegen van
Sint Lambrechts-Woluwe. Hier hadden we een tweede stop in Ecole Parc Malou.
Nadat de inwendige mens versterkt was passeerden we de Kapel van Lenneke Mare.
Nieuwsgierig als wij kunnen zijn, liepen we er even binnen. Meteen werden we
vergast op de nodige info door de 'koster' van dienst, die ons de geschiedenis
van deze devote vrouw vertelde. Hoe zij ‘neen’ zei tegen een man, die haar zijn
liefde verklaarde en omdat ze hem afwees, beschuldigd werd van diefstal en de
marteldood stierf. Toen de leperd naderhand zijn leugen opbiechtte, werd zij
als Martelares in ere hersteld en bouwde men deze kapel voor haar.
De man had ons nog wel een paar
uurtjes kunnen bezig houden, maar onze weg moest vervolgd worden. Na een eindje
stappen, bevonden we ons in het historisch en natuurlijk erfgoed Hof Ter
Musschen. De windmolen die sterk afsteekt tegen de appartementsblokken, die men
in de verte ziet, is nog goed behouden. Hij dateert uit 1767 en werd
overgeplaatst van uit Doornik, teneinde geen vroege dood te sterven. We hadden
een mooie lus gewandeld, want we kwamen aan in Ecole Parc Malou. Rust roest is
een wijs spreekwoord, dus zetten we er meteen weer de mars in, om de oude watermolen
te passeren. De molen van Lindekemale dateert uit 1129. Hij bezet de
stroomafwaartse samenloop van de Woluwerivier en de Linkebeek. Het restaurant
dat er nu aanpaalt, was omstreeks 1900 een melkerij. Alles werd gerestaureerd
in 1994. Een nostalgisch hoekje, waar menig wandelaar zijn cameraatje in de
aanslag hield. Even verder verwelkomde een brullende leeuw ons aan het
Maloupark. Een groene parel, die men er niet verwacht. Wat ook uitzonderlijk
is, zijn de houten fiets- en wandelbruggen, die over de drukke wegen lopen.
Hoog boven het verkeer wandelt men over de drukke Tervurenlaan. Langs vijvers
tussen het gegaggel van de eenden, over sprookjesachtige bruggetjes en
zonovergoten paadjes, kwamen we op de Woluwevallei uit.
Slechts af en toe moesten we een
baan oversteken, maar de hele wandeling verliep door de parken, die men daar
nog rijk is. Oudergem lag weer binnen ons bereik en het college slokte ons nog
even binnen, om de laatste controlestempel te krijgen. De laatste kilometers
gingen door dreven met ronkende namen als Herman Debroux, om er maar eentje te
noemen. De GR bleef ons genoegzaam volgen. Tot slot dwarsten we het Ten
Reukenpark, dat parallel loopt met de grote weg. Hier ook groen en rust met een
kunstwerkje, dat Venus moet uitbeelden. Maar zoals u zal vermoeden, vond ook de
mannelijke helft van ons duo zijn gading onderweg. De Leybeekvijvers lagen als
laatste op ons parcours, nadat we deze achter ons lieten ging het richting ...
waar we vertrokken waren.”
Teneinde dit wandelverhaal stilaan
af te ronden, werpen we nog even een blik in de wandelboekjes, waarin kort na
afloop van deze tocht, enkele eerste indrukken werden weergegeven: ‘K:
Oudergem, Sint Pieters Woluwe, Sint Lambrechts Woluwe. Verrassend groene
wandeling. Oude spoorwegbedding en parken. J: Tocht door Watermaal Bosvoorde,
Oudergem, Sint Pieters Woluwe en Sint Lambrechts Woluwe. Veel mooie parken en
vijvers onderweg.’
Roest een geliefd foto-onderwerp of wat men met oude rails kan verwezenlijken ♥
BeantwoordenVerwijderen