Posts tonen met het label Overijse. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Overijse. Alle posts tonen

woensdag 27 januari 2021

440: Duisburg, Zaterdag 23 januari 2021, 17,494 km. (8933,816 km.)


“Nog altijd geplaagd door het fenomeen Corona, maakten we ditmaal een wandeltocht langs knooppunten, behorende tot het wandelnetwerk Zuid-Dijleland. Vooraf maakten we via Cambio de verplaatsing naar Duisburg, waar we gemakkelijk konden parkeren op de Kerkplaats. Alvorens van start te gaan, namen we ter plaatse even de tijd voor een sandwich en een kopje koffie. Een zwaar bewolkte hemel en een temperatuur van amper vier graden, niet echt wandelweer. Toch gingen we omstreeks 10:00 uur van start, ter hoogte van het knooppunt 46, dat zich bevindt op de Kerkplaats zelf. Vrijwel onmiddellijk gingen we links de Pastorijstraat in, welke na een tweetal bochten uitmondde in een grasweg. Af en toe wat modderig ging het in rechte lijn achter de huizen links en velden rechts, naar het knooppunt 47. We troffen er een kapelletje aan ter ere van O.L.Vrouw Heil van de Zieken. We wandelden haaks rechtsaf via een licht dalende veldweg. Op het einde gekomen ging het haaks naar links en begonnen we aan de beklimming van een veldweg, die nagenoeg op het einde overging in de Achterstraat. We bereikten een kruispunt van openbare wegen en sloegen rechtsaf de Achterstaat in. Tussen de bebouwing door volgden we deze straat tot op het einde, om er links de Hertswegenstraat in te gaan.

Deze kasseiweg leidde ons langs de terreinen voor tennis, hockey en golf van Tervuren. Voorbij dit sportcomplex kwamen we aan de drukke Tervuursesteenweg, die we gelukkig op een verhoogd trottoir naar rechts dienden te volgen. We stapten een tijdje voorbij het links gelegen Kapucijnenbos, om nadien knooppunt 48 te vinden. We verlieten er naar rechts de openbare weg en betraden het Park van Tervuren. Een brede grindweg, de Grote Vaartdreef,  liet ons genieten van enkele waterpartijen links, met als eerste de Kleine Vaartvijver. Net er voorbij troffen we het knooppunt 41 aan, alsook een picknicktafel. We namen er dan ook omstreeks 11:00 uur even de tijd voor een kopje koffie. Omwille van de schrale wind, hielden we de pauze eerder kort en stapten verder over de grindweg, ditmaal langs de Grote Vaartvijver. Ondertussen konden we vaststellen dat er vrij druk wandel- en fietsverkeer was in dit gedeelte van het park. Het zou pas de voorbode zijn van nog erger. Aan het einde van deze tweede vijver, gingen we links, net voor de Sint-Gertrudisvijvers, om kort erna rechts te houden op een verharde weg, de Perkbosdreef. We stapten nu met de Sint-Gertrudisvijvers aan de rechterkant. Net op het einde van deze vijver troffen we knooppunt 42 aan. We verlieten er de verharde Perkbosdreef en sloegen een smal bospad in naar links, de Potdreef.

Na wat draaien en keren, wat dalen en nadien opnieuw klimmen, kwamen we terecht aan het einde van de Potdreef ter hoogte van de Vossemvijver. We draaiden er linksaf en begaven ons op een verhard pad langs de Vossemvijver en nadien de Gordaalvijver. We passeerden er een weliswaar gesloten taverne, het Spaans Huis. We hielden dezelfde richting aan door middel van de Spaans-Huisdreef en gingen langs de Kanaalvijver voorbij. Op het einde van de Kanaalvijver konden we via een doorsteek naar rechts tussen de Kanaalvijver en de Spiegelvijver door, richting hoger gelegen Africa Museum. Dit zogheten Spiegelpad leidde tussen enkele mooi aangelegde tuinen, voorzien van statige beelden, naar een reeks trappen, om te eindigen vóór het eigenlijke Africa Museum. Een breed grindpad leidde naar links, richting nieuwe inkom van het eigenlijke museum. We konden er dan ook omstreeks het middaguur even terecht voor een bezoekje aan het toilet. Even later zetten we onze tocht verder doorheen het Park van Tervuren en gingen voorbij het Afrikapaleis, met tussen de beide vleugels het Hobé-gebinte. Via het Ijskelderpad en het Anna Paulownapad, daalden we langzaam af naar de lager gelegen Kasteelvijver. We bereikten er de lange Keizerinnendreef, die we rechts opgingen.

Op het einde van deze dreef kwamen we opnieuw op de openbare weg in de Kastanjedreef, aan het knooppunt 4. We gingen over korte afstand naar links via de Rijkunstdreef en stapten voorbij de Sint-Hubertuskapel en de Kasteelvijver. Iets verder begaven we ons links in de Spaans-Huisdreef, om vrijwel dadelijk opnieuw het bos in te gaan via de Wilde Zwijnenweg. Het smalle bospad liet ons enkele malen van richting veranderen, tot we tenslotte een kruispunt bereikten van een twaalftal bospaden. We bevonden ons daar op het historisch herkenningspunt Zevenster, aangegeven door middel van enkele dolmenstenen. Op deze plaats namen we de Duisburgdreef naar rechts en kwamen korte tijd later opnieuw aan het knooppunt 41, alwaar we voorheen even hadden gepauzeerd. We gingen nu in omgekeerde richting terug naar het knooppunt 48 om het Park van Tervuren te verlaten. We betraden dan ook nogmaals de Tervuursesteenweg, ditmaal naar links om meteen het knooppunt 48 aan te treffen. We staken de steenweg over om aan de overkant het Kapucijnenbos in te wandelen, op weg naar het knooppunt 49. Een eindeloos lang bospad, de Beeldekensgatstraat zette ons op de goede weg. Het was er zalig genieten van de geuren van het bos en opvallend veel rustiger dan in het Park even voorheen. Na een tijdje in dezelfde richting te zijn gegaan, kwamen we tenslotte uit aan het knooppunt 49, ter hoogte van de links gelegen Terschurenstraat. We hadden opnieuw asfalt onder de wandelschoenen.

Rechts van de weg bevond zich voorbij een slagboom de Terschurendreef. We troffen er een kanjer van een boom aan, welke even fungeerde als zitbank, om er omstreeks 13:40 uur nog even te denken aan de inwendige mens. Na onze maaltijd gingen we over een kort stukje asfalt, Terschurenstraat, om opnieuw het bos in te gaan via de Beeldekensgatweg. Na nog wat modder te hebben verwerkt, alsook een stevige beklimming, mondde dit bospad uit ter hoogte van het knooppunt 401 op de openbare weg, de Hulststraat. We troffen er met zicht op de akkers een zitbank aan alwaar we nog even konden pauzeren en vooral genieten van het lager gelegen dal. Omwille van de daar heersende wind, wandelden we verder links de Hulststraat in om vrijwel dadelijk rechts een dalende veldweg in te draaien, de Waaienberg. Beneden aangekomen kwamen we opnieuw in de bewoonde wereld en betraden de Ijzerstraat naar links. Aan het eerste kruispunt ging het dan rechts de Koestraat in welke ons even aan hoogte liet winnen, om nadien af te dalen naar het knooppunt 325. We bevonden ons ondertussen in Overijse. Het laagste punt bereikt, ging het aan het knooppunt 325 linksaf op een smal graspad, Ketelheide, in de richting van een iets verder gelegen bosgebied. Een korte passage door het bos later, betraden we de Bekestraat, inmiddels de gemeente Eizer. We bevonden er ons reeds aan het knooppunt 324.

De Bekestraat naar rechts volgdend, kwamen we uit op de drukke Duisburgsesteenweg in het centrum van Eizer. Om de hoek vonden we het knooppunt 322 en gingen de steenweg op naar links tot we rechts Horenberg konden inwandelen. We kregen er vrijwel dadelijk een klim van maar liefst 18% te verwerken en dat ging vrij moeizaam. Hogerop waren we omringd door een stukje bos om even later het hoogste punt te bereiken, waar we verder Horenberg volgden. Na een heel eind dezelfde richting te hebben gehouden kwamen we aan een Y-splitsing om er rechtdoor de Nekkedellestraat in te gaan. Weinig verder kwamen we op het kruispunt met de Aardeweg, tevens knooppunt 323, een smalle kasseiweg die we links begonnen af te dalen. Helemaal op het einde kwamen we aan een kruispunt van meerdere veldwegen, knooppunt 402, waar we een kapelletje aantroffen nabij een alleenstaande boom. Het was ondertussen 15:20 uur geworden, tijd om de laatste broodjes te nuttigen. We vonden dan ook een plaatsje op de trappen van het kapelletje. Jammer genoeg was de zitbank onder de boom reeds ingenomen. Na onze laatste picknick gingen we verder rechtdoor via de Huldenbergstraat om er vrij snel het volgende knooppunt 403 aan te treffen. We kwamen opnieuw tussen de woningen en waren niet meer zo ver verwijderd van het eindpunt.

Aan het knooppunt 403 bogen we linksaf in de Schonenboomstraat op na een kort klimmetje knooppunt 406 te vinden ter hoogte van een tweetal watertorens. We gingen er rechts de Merenstraat in welke ons leidde naar de Kerkplaats, alwaar we vroeger op de dag waren van start gegaan. Zo passeerden we achtereenvolgens nog de dicht bij elkaar gelegen knooppunten 405 en 404. We sloten deze winterse tocht dan ook af na 17,494 km te hebben afgelegd.”

zondag 12 april 2020

140: Overijse, Zaterdag 23 januari 2010, 20,6 km. (2757,933 km.)



Deze georganiseerde tocht werd destijds als volgt aangekondigd in de wandelgids Marching: ‘Zaterdag – Samedi 23/01/2010, 3090 Overijse (Vlaams-Brabant) – Kerselaartocht 6-12-21 km. Ijsetrippers vzw. Start: Sint-Martinuscollege. Wandeltocht t.v.v. de Kerselaar, gezinsvervangend tehuis in Overijse. Genieten van het Brabants heuvelland in wintertooi.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het relaas met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 18:21 uur.

“Het is algemeen bekend dat wandelaars vaak het hart op de juiste plaats hebben, vandaar de keuze van onze wandeling voor vandaag, een steuntje aan hen die het nodig hebben. Deze ochtend vertrokken we immers richting Overijse, alwaar door de vzw Ijsetrippers een wandeltocht werd georganiseerd onder de benaming Kerselaartocht. Deze tocht stond in het teken van het bouwproject De Kerselaar, een tehuis dat zal worden gebouwd voor personen met een handicap uit de Druivenstreek. Het gebouw waar deze mensen momenteel verblijven, krijgt omwille van de nieuwe eigenaar een andere bestemming, vandaar de noodzaak aan een aantal nieuwe woongelegenheden om hen een onderdak en vooral een nieuw tehuis te bezorgen.

Plaats van afspraak voor de wandeling was gelegen in het Sint Martinuscollege te Overijse. We vonden gemakkelijk een parkeerplaats in de buurt en konden ons even later tegoed doen aan een verse koffie, terwijl de controlekaarten werden ingevuld. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6, 12 of 21 km. We kozen voor de laatste afstand met een werkelijke lengte van 20,6 km, waarbij we onderweg tweemaal een rustpost zouden aantreffen in Eizer, een deelgemeente van Overijse. Meteen waren we klaar om volop te genieten van het Brabants heuvelland.

Na de start ging het in dalende lijn via enkele smalle paadjes tussen huizen en tuintjes door, in de richting van het centrum van Overijse. Het voelde nog een beetje fris aan en de paadjes lagen er goed begaanbaar bij. Na een tijdje dalen bereikten we een winkelcentrum, waar de wandelaars van de 4 km zich naar links afsplitsten. De andere deelnemers vervolgden hun weg rechtdoor en bereikten zo het Gemeentelijk Speelplein, waar nu voor het eerst diende te worden geklommen. We troffen er het plaatselijk Justus Lipsius Wandelpad aan en volgden dit traject via een kronkelend pad in de richting van het Mariëndal bos. Een aangelegd paadje liet ons zig zag door dit stukje bos wandelen, om even later af te dalen naar de aldaar gelegen vijver. We wandelden omheen deze waterpartij en liepen over de Steden-Vlaanderen Fietsroute (LF 2b - LF 6a). Wat verderop bereikten we een drukke verkeersweg, alwaar de wandelaars van de 6 km, vervolgens via een links gelegen weg, hun eigen wandeltraject verder vervolgden.

Wijzelf dwarsten de drukke weg en sloegen even verder een rechts gelegen wegje in, dat ons vervolgens voorbij een Lourdesgrot liet stappen. Hier volgden we voor het eerst op de dag het traject van de GR512 en ging het asfaltwegje stevig de hoogte in. Hier was het even naar adem happen. What goes up, must go down, zodat we even verder een afdaling dienden te verwerken van 15 %. Een smal bospad liet ons via een soort geul afdalen naar het lager gelegen bosgebied. Beneden sloegen we rechtsaf en volgden een bredere dreef, langsheen een links gelegen drukke weg. Ook hier ging het weer even op en neer, waarna we de weg dienden over te steken, om aan de overzijde via een andere vijver onze weg verder zetten. Een volgend obstakel werd gevormd door de Hellekouterweg, die ons alweer deed klimmen en vervolgens dalen. Een smal kronkelend betonbaantje was nu zichtbaar en konden we links en rechts van de weg genieten van het mooie heuvelachtige uitzicht.

Na geruime tijd deze smalle landelijke wegen te hebben gevolgd, kregen we de eerste serres in zicht en betraden we even later het grondgebied van Eizer. Ter hoogte van een plaatselijke kapel, ging het naar rechts, waar we even verder voorbij de bocht aankwamen in de Parochiezaal Eysernelle. Hier hadden we na 7,8 km een eerste controle en konden we even de inwendige mens aansterken. Het zaaltje was goed gevuld en werd de warme soep en choco geproefd. Later op de dag zouden we hier een tweede maal langskomen, vermits we na de pauze een lus zouden bewandelen in de weidse omgeving van onder andere Eizer. Na een eerste oponthoud trokken we opnieuw op weg. We verlieten de controlepost naar links, om even verder ter hoogte van het eerste kruispunt een splitsing aan te treffen. De wandelaars van de 12 km gingen hier onmiddellijk linksaf, de overige deelnemers (21 km), dienden hier bij een eerste passage rechtdoor te gaan.

We kwamen voorbij het borstbeeld van Gerieken Moef, een lokale dorpsfiguur die blijkbaar had geleefd van 1774 tot 1828. Even verder bevond zich de plaatselijke kerk. We verlieten de dorpskom en sloegen een kleine veldweg rechts in, die ons opnieuw stevig deed klimmen. Boven gekomen bereikten we een landelijke weg, die ons bracht tot aan de ‘Aardeweg’. Een toepasselijke naam voor een lange veldweg, die niet in al te beste staat verkeerde. Wat zigzaggend tussen de plassen, volgden we hier opnieuw het traject van de GR512. Gelet op het middaguur en de stand van een waterzonnetje, wandelden we duidelijk in zuidelijke richting. Hadden we blijven wandelen, hadden we mogelijks ooit Geraardsbergen bereikt. Op het einde van deze aardeweg, troffen we een bredere veldwegel aan en die verliep gedeeltelijk over het Ijse Wandelpad. Uiteindelijk lieten we de GR512 links liggen en sloegen haaks rechtsaf, om een brede veldweg te volgen, in de richting van een bosgebied.

Later bemerkten we dat we ons bevonden op het Kaalheidehof. Een kasseiweg, vergelijkbaar met de Muur liet ons vervolgens afdalen tot een bereden weg. Over korte afstand volgden we deze druk bereden weg, om wat later via een rechts gelegen baantje, opnieuw de open velden op te zoeken. Van hieruit kregen we een uniek zicht op de rechts van ons gelegen beboste heuvel, waar we even voorheen waren langs gekomen. We volgden een karrenspoor tussen de landerijen, om opnieuw het grondgebied van Eizer (Overijse) te bereiken. Het laatste stukje openbare weg dat we volgden, leidde ons tot op een punt waar we eerder op de dag reeds waren langs gekomen bij een eerste doortocht. Enkele honderden meters verder, bereikten we opnieuw de plaatselijke parochiezaal van Eizer. Hier hadden we nu ondertussen 15,6 km afgelegd. Restte ons nog 5 km tot aan de aankomst.

Na een tweede rustpauze, vertrokken we voor het derde en laatste gedeelte van onze wandeling van vandaag. We verlieten opnieuw de zaal in dezelfde richting en sloegen aan het eerste kruispunt dit keer linksaf. Er volgde nu een grindpad dat verliep tussen de velden en langsheen een bosrand. Even verder ging het nog even stevig de hoogte in, waarbij een klein stukje bos werd doortrokken. We bereikten een verharde weg en nu volgde een stukje traject doorheen een woonzone. Ook hier weinig vlakke meters wandelgebied te ervaren. Tussen enkele serres door, bereikten we stilaan recenter gebouwde woningen en bleek het duidelijk dat het centrum van Overijse niet meer veraf kon zijn. Een stukje verkaveling bracht ons uiteindelijk tot aan de Brusselsesteenweg, waar we aan de overkant van de weg de eindcontrole in zicht kregen. De baan over en even later konden we nog nagenieten in de startzaal van een geslaagde wandeltocht.

We hadden nog een leuke babbel met iemand van de organisatie, wie we in het verleden nog hadden ontmoet. Alvorens we opnieuw richting thuisbasis kozen, noteerden we dat omstreeks 14 uur reeds 768 wandelaars waren geteld. Uiteraard kon nog worden gestart tot 15 uur, waardoor het aantal natuurlijk onvolledig is. Op weg naar huis werden we op de autosnelweg voorzien van de nodige regendruppels, waardoor we vandaag eigenlijk nog geluk hadden, de wandeling in droge weersomstandigheden te hebben kunnen afwerken. We kunnen terugkijken op een mooie, prima georganiseerde tocht, doorheen een prachtig wandelgebied. Maar dat het wandelen in de omgeving van de hoofdstad vaak verrassend is, dat hebben we reeds meerdere malen ervaren. Morgen zoeken we andere oorden op om te wandelen.”

Tot slot van dit wandelverhaal voor vandaag, blikken we nog even terug op datgene wat destijds werd neergeschreven in de wandelboekjes. ‘K: Mooie wandeling in stijgende en dalende lijn. Bos, veldwegen. Goed verzorgd. Veel natuur. Fris maar droog weer. J: Wandeling doorheen het Brabantse Heuvelland, met start in Overijse. Verder via Eizer. Mooie bosrijke omgeving. Fris wandelweer.’

donderdag 12 maart 2020

036: Hoeilaart, Zondag 23 november 2008, 18 km. (683,64 km.)



Een wandeltocht welke van start ging in Hoeilaart en die een onverwacht vervolg kreeg na afloop. Voorheen werd deze tocht in het wandelboek Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – dimanche 23/11/2008 – 1560 Hoeilaart (Vlaams-Brabant) – 26ste Zoniënwoudwandeltochten – 4de 50 km van het Zoniënwoud – Wintertocht B.P.W.C. – 6-12-18-24-30-42-50 km. – De IJsetrippers Overijse V.Z.W. Start: R.B.S. Het Groene Dal. Een unieke lange afstandswandeling doorheen het Zoniënwoud en de Groene Rand. U houdt van wandelen in een bosrijke omgeving? Dan vervult deze herfstwandeling zeker uw wensen. U kan genieten van de mooiste hoekjes van het Zoniënwoud en de talrijke parken en natuurgebieden van de Brusselse rand.’ Na afloop en vooral na een behouden thuiskomst, schreven we het navolgende wandelverslag op zondag 23 november 2008 omstreeks 21:33 uur.

“De IJsetrippers uit Overijse, organiseerden vandaag een wandeltocht doorheen het Zoniënwoud, met vertrek vanuit de Rijksbasisschool te Hoeilaart. Er kon worden gekozen voor een afstand van 6, 9, 12, 18, 24, 30, 36, 40 en 50 km. Vermits wij gisteren reeds een gezonde portie sneeuw en hagel te verwerken hadden gekregen, kozen wij voor de 18 km. Deze morgen, reeds voor ons vertrek vanuit Gent, konden wij reeds opnieuw kennis maken met het gegeven 'winter'. Hard aangevroren autoruiten als voorproefje voor wat nog volgen moest. Vanmorgen dus omstreeks 10 uur vertrokken in Hoeilaart, waar een deel werd afgewandeld van de 100 km fietsroute uit de 'Gordel'. Al vlug echter werd gekozen voor het Zoniënwoud. Vanaf het moment dat de openbare weg werd verlaten, ging het voortdurend op en af doorheen het prachtige, winters uitziende bos. Sommige paadjes waren goed begaanbaar, anderen waren jammer genoeg herschapen in een modderpoel.

De eerste en enige controlepost, op het parcours van de 18 km, situeerde zich na 9,7 km ter hoogte van alweer een school in Oudergem. Na een kleine versterking van de inwendige mens, ging het terug richting Hoeilaart. Ondertussen waren de weersomstandigheden veranderd, het begon te waaien en af en toe was zowaar een klein sneeuwvlokje te bemerken. Naarmate de buitenkant van het woud werd bereikt en we op het grondgebied van Overijse kwamen, meer bepaald ter hoogte van de Welriekende Dreef, was de noordenwind pas goed voelbaar. Een goeie kilometer in de open vlakte, de wind op kop, deed ons voelen dat deze eerste winterprik zijn effect niet had gemist. Naarmate we dichter bij het centrum van Hoeilaart kwamen, begon het, net zoals gisteren, hevig te sneeuwen. Deze sneeuwval, gepaard gaande met een ijskoude noordenwind, deed het koudegevoel toenemen. Gelukkig was het einde van de tocht nabij, vermits ons maatje te kampen kreeg met een pijnlijke voet. Dit was reeds begonnen bij het verlaten van de controlepost, zodoende werd het voor het vrouwelijke deel van het gezelschap een ware marteltocht tot in de uitvalsbasis.

Uiteindelijk heeft zij dan toch de eindstreep gehaald, zij het niet zonder enige moeite. Na een warm drankje ging het dan terug richting auto, om de terugreis aan te vatten. Toen wij Hoeilaart verlieten omstreeks kwart voor vier, lagen de wegen reeds ondergesneeuwd en begon pas echt de ellende. Een aantal vastgelopen auto's en vrachtwagens op het viaduct van Vilvoorde, een ongeval te Strombeek en veel sneeuwellende op de Brusselse Ring en op de E40, hebben er toe geleid dat wij uiteindelijk Gent bereikten om exact half negen. Een lange dag is het geworden. Dit Zoniënwoud hebben wij vandaag kunnen aanschouwen in een winterse vacht en dat blijft zeker bij. Moe maar voldaan gaan we ons nu te goed doen aan een warme koffie en voor de rest van de avond nog wat nagenieten en hopen dat we het nog warm krijgen. IJsetrippers... de betekenis van dit woord is nu wel duidelijk na vandaag.”

Dat we ook destijds even dachten aan onze wandelboekjes, mag blijken uit de eerste indrukken welke daarin werden neergeschreven: ‘K: Hoeilaart. Het Zoniënwoud in witte vacht. Welriekende dreef met noordenwind. Vijf uur durende tocht naar Gent. Sneeuw! J: Een ijskoude ochtend. Later op de dag wind en veel sneeuw. Het Zoniënwoud met een winterse vacht. Mooie wandeling voorzien van sneeuwvlokken. Een terugreis van ongeveer vijf uur door fileleed en ondergesneeuwde wegen!’