Posts tonen met het label Ancien Canal de la Haute Seine. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ancien Canal de la Haute Seine. Alle posts tonen

vrijdag 16 oktober 2020

398: Vallant-Saint-Georges, Zaterdag 24 september 2016, 28,493 km. (8134,984 km.)

“Vandaag waren we toe aan de laatste etappe, op weg van Reims naar Troyes. De dag begon met een ontbijt in het bijzijn van ons gastgezin in Vallant-Saint-Georges. Een flinke kop verse koffie, wat geroosterde baguette met confituur en daarbij een ‘madeleintje’, genoeg om de dag op een aangename manier te beginnen. Na de verplichte vergoeding voor logies en maaltijden, een bijkomende stempel in ons Compostelaboekje, konden we omstreeks 08:15 uur beginnen aan onze laatste wandeldag, richting kathedraal van Troyes. Ondanks het vroege uur, was de zon reeds doende, er een warme dag van te maken. We verlieten dan ook het erf van ‘Les Tourtinelles’ en zetten meteen koers richting ‘Ancien Canal de la Haute Seine’. Het zou dus nog een dagje jaagpad worden langsheen de oever van dit kanaal. We volgden dan ook in omgekeerde volgorde als de avond voorheen, de Rue des Chevaliers, de Rue de la Gare (D14), de Grande Rue (D20) en tot slot opnieuw de D14, de Rue des Ponts. We wandelden dan ook langsheen de plaatselijke kerk, bemerkten even verder een bakker op ronde, om uiteindelijk aan te komen ter hoogte van de Seine. We staken deze rivier over en bereikten de brug over het kanaal.

We verlieten aldaar dan ook de vrij drukke D14 en begaven ons op het asfaltpad langsheen het Ancien Canal de la Haute Seine. De stilte van de ochtend was dan ook een welkome ervaring. We hielden nu opnieuw richting Troyes aan en ons eerste richtpunt van de dag was dan ook de brug van de D31, dat de dorpen Saint-Mesmin en Rilly-Sainte-Syre met elkaar verbindt. Deze beide dorpen bevinden zich weliswaar zowat 1,5 km verwijderd van het kanaal. Het jaagpad, aan weerszijden begrensd door bomen, liet toch af en toe de zon door het gebladerte schijnen. We kwamen voorbij één van de vele voormalige sluizen en de daarbij horende sluiswachterhuisjes. Gestaag vorderden we verder, tot we omstreeks 09:20 uur de brug van de D31 bereikten ter hoogte van Saint-Mesmin. Hier maakte het kanaal een lichte bocht naar rechts, teneinde ons toe te laten, nu verder het jaagpad te volgen tot ter hoogte van Savières. In normale omstandigheden hadden we de avond voordien aldaar willen overnachten, doch bij gebrek aan slaapgelegenheid, kon dit niet doorgaan. Daardoor hadden we op deze laatste dag extra kilometers af te leggen.

Rechts van het kanaal konden we vaak de Seine bemerken, welke via tal van meanders, nagenoeg dezelfde richting volgde van het kanaal. Zowat 4,2 km verder, na onze passage ter hoogte van Saint-Mesmin en bijna lijnrecht richting Troyes, bereikten we omstreeks 10:45 uur de brug van de D159, welke leidde naar Savières. Volgens onze wandelgids restten er ons nu nog iets meer dan 16 km tot aan de kathedraal van Troyes. Nog een lange weg te gaan met andere woorden. Ondertussen was de temperatuur reeds behoorlijk gestegen en dat konden we maar al te duidelijk aanvoelen. Nog altijd ging het nagenoeg lijnrecht verder langsheen de ‘Voie Verte’, het wandel- en fietspad langsheen het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.  Een tweetal kilometer verder, omstreeks 11:20 uur, bereikten we vervolgens de brug van de D165, welke toeliet richting Payns te wandelen, doch wij bleven nog steeds op het jaagpad verder stappen. Zowat 20’ later arriveerden we ter hoogte van Saint-Benoît-sur-Seine, de hoogste tijd om even te denken aan de inwendige mens. We gingen dan ook over tot het bereiden van een kopje verse koffie en nuttigden een stukje brood met wat worst en kaas.

Na een versterkend middagmaal, konden we stilaan denken aan het naderen van de stad Troyes. Eenmaal de brug van de D15, ter hoogte van Saint-Benoît-sur-Seine achter ons, wachtten nog enkele kilometers jaagpad in rechte lijn, om uiteindelijk het einde te bereiken van het Ancien Canal de la Haute Seine, ter hoogte van een parkeerterrein in Barberey-Saint-Sulpice. We verlieten hier dan ook het jaagpad en begaven ons even naar rechts tot aan één van de picknickbanken op het parkeerterrein. We maakten er van de gelegenheid gebruik om een blikje cola te nuttigen, ondertussen tot de vaststelling gekomen dat het reeds 14:30 uur was geworden. Het einde van het kanaal betekende ook het einde van het jaagpad. Volgens onze wandelgids, editie 2014, zouden we nu de openbare weg dienen te volgen naar rechts, met name de D91, de Route de Sainte-Maure. We bemerkten dan ook enkele oude blauw-gele Compostelastickers op een lantaarnpaal. Maar tezelfdertijd stelden we vast, dat aan de overzijde van de weg een nieuw fiets-en wandelpad was aangelegd en dat de vernieuwde route van de Via Campanienis dezelfde richting uitging. We kruisten dan ook even later deze vrij drukke D91, om aan de overzijde ons te begeven op dit nieuw aangelegde wandelpad.

Even voorheen, bij het verlaten van het jaagpad hadden we dan ook enkele wegwijzers gezien, met de vermelding, dat we reeds 15 km voorbij Saint-Mesmin waren gekomen en dat het centrum van Troyes zich bevond op zowat 6 km. Het einde van deze wandelweek kwam dus stilaan in zicht. Een mooi nieuw aangelegd wandelpad, Le Pertuis geheten, aan weerszijden begrensd door een bomenrij, liet ons even verder stappen in de schaduw. Een restant van het Ancien Canal de la Haute Seine, bevond zich rechts van het jaagpad. Wat verderop bereikten we de nieuwe brug over de Seine en konden aldaar, op een herdenkingsplaat lezen, dat op 12 juni 2015 deze nieuwe brug werd ingehuldigd, alsmede de offciële opening van de verlenging van de ‘Voie Verte’. Nog steeds het vernieuwde jaagpad volgend, bereikten we het einde daarvan en kwamen terecht ter hoogte van een druk wegencomplex. Een nieuw aangelegd betonbaantje leidde ons vervolgens omheen dit klaverblad van wegen, met name de Rocade Est (D610) en de Rue Pénétrante (D619).

We wandelden een tijdje evenwijdig met de D610, waarna we via een tunnel onder deze weg konden wandelen. Aan alles komt ooit een einde, zo ook aan enkele dagen stappen doorheen een uniek landschap, langsheen oude spoorbeddingen en via jaagpaden langsheen het kanaal. Stilaan naderden we de drukte van een grote stad en dat zouden we spoedig ervaren. Eenmaal het wegenknooppunt achter ons gelaten, bereikten we uiteindelijk de openbare weg en dit ter hoogte van de Chemin de l’Hospice. Deze bracht ons korte tijd later ter hoogte van het kruispunt met de D20C, de Avenue Aristide Briand. We bevonden ons in La Chapelle-Saint-Luc, zowat de voorbode van de stad Troyes. Vrijwel onmiddellijk werden we geconfronteerd met druk verkeer, trottoirs, verkeerslichten en al het nadelige aan een stad verbonden. We volgende de Avenue Aristide Briand naar links, om even later een volgend kruispunt te bereiken ter hoogte van de D78A, de Route de Culoison. We hielden hier rechts aan en stapten verder via de Avenue Aristide Briand, nu D78A geworden. Nu stroomde de Seine alweer links van ons. Zo raakt men uiteindelijk toch een beetje gedesoriënteerd. Gelukkig hadden we al enkele borden bemerkt ‘Centre Ville’.

Naarmate we het centrum van Troyes naderden, ging de Avenue Aristide Briand over in de Rue Etienne Pedron. Een lange zogeheten boulevard die ons langs tal van woonblokken liet wandelen, duidelijk de buitenwijken van de stad, met de daarmee gepaard gaande verschijnselen: graffiti, zwerfvuil, hangjongeren, heel wat leegstaande panden en uiteraard heel wat te huur of te koop. Na enkele kilometers deze Rue Etienne Pedron te hebben gevolgd, troffen we eindelijk nog eens een Bar-Tabac aan, alwaar we konden overgaan tot de aankoop van enkele frisdranken. Er tegenover situeerde zich de Rue des Tamaris. Het kleine winkeltje droeg de naam ‘Au Soleil Levant’, doch onze klok gaf echter 16:20 uur aan. Niet meteen de opkomende zon met andere woorden. Volgens de uitbater van de shop, dienden we gewoon rechtdoor te wandelen en zo zouden we uiteindelijk als vanzelf de kathedraal van Troyes bereiken. Deze wijze raad volgend, wandelden we nog een eindje langsheen de D78A, tot we het kruipunt bereikten met de Boulevard Danton, min of meer de ringweg omheen het centrum. Met de nodige voorzichtigheid raakten we aan de overzijde van deze drukke weg en stapten daar via de Rue Mitantier, nagenoeg in rechte lijn naar de kathedraal van Troyes.

Onderweg daarheen kregen we de eerste opvallende oude gevels te zien, kenmerkend voor het oude stadscentrum. Opvallend veel historische gebouwen en musea wandelden we voorbij, doch een bezoekje aan de bezienswaardigheden hielden we voor de volgende ochtend. Nu gingen we eerst tot aan de ‘Cathédrale Saint Pierre Saint Paul, die we bereikten omstreeks 16:45 uur. Voorlopig eindpunt van onze tocht, welke we in het voorjaar waren begonnen ter hoogte van onze voordeur. We lieten dan ook in de kathedraal ons Compostelaboekje voorzien van een voorlopig laatste stempel en gingen vervolgens op zoek naar een plaats om de nacht door te brengen. We begaven ons naar de Toeristische Dienst, alwaar we even later werden verwezen naar het hotel Trianon in de onmiddellijke omgeving. Jammer genoeg was het hotel volzet, doch de uitbaatster was zo vriendelijk contact op te nemen met enkele andere hotels in de stad. Uiteindelijk reserveerde ze voor ons telefonisch een kamer in het Ibis budget Troyes centre, gelegen op de Boulevard du 14 Juillet. We konden er even later terecht en kregen kamer 324 toegewezen. Vrij snel konden we dan ook onze bagage kwijt en genieten van een verfrissende douche. Nadien gingen we in de buurt op zoek naar een avondmaal en troffen nabij een pizzazaak aan.

Als afsluiter van de dag genoten we dan ook op de kamer van een lekkere pizza en een bijhorend kopje koffie. We eindigden deze laatste etappe na 37919 stappen, 28,493 km, 1431,3 cal in een wandeltijd van 06.45.43 uur. Na een verdiende nachtrust genoten we ’s ochtends van een ontbijt in het Ibis hotel, waarna we nog een wandeling maakten doorheen het centrum, vermits we slechts om 13:30 uur een afspraak hadden ter hoogte van het station voor vervoer naar België, dankzij Blablacar. Alvorens het hotel te verlaten, deden we nog enkele inkopen bij een lokale bakker en bezochten nog even de dienst toerisme voor de aanschaf van enkele souvenirs. Tot slot genoten we nog van een kopje koffie in Bar-Tabac Trianon. Even later haalden we onze bagage op in het hotel om ons te voet te begeven naar het station van Troyes. Daar konden we nadien per voertuig richting eigen land, om na een lange autorit het station te bereiken van Saint-Ghislain omstreeks 17:45 uur. Nadat we onze wandelkar opnieuw hadden gemonteerd, konden we om 18:01 uur de trein nemen naar Mons en daar nadien om 18:18 uur aansluiting naar Brussel. Een late thuiskomst na enkele inspannende dagen wandelen doorheen een gedeelte van Frankrijk.”

donderdag 15 oktober 2020

397: Anglure, Vrijdag 23 september 2016, 20,546 km. (8106,491 km.)

“Vandaag waren we al toe aan de voorlaatste etappe, op weg van Reims naar Troyes. Na een zalige nacht te hebben gehad in een groot bed, ten huize van mevrouw Finot, was het tijd voor het ochtendritueel, het is te zeggen, een bezoekje aan toilet en badkamer, het opnieuw inpakken van alle materiaal en vervolgens genieten van een lekker ontbijt, samen met de gastvrouw. Enkele kopjes koffie, vers brood en confituur, gevolgd door een yoghurt, meer hoeft dat niet te zijn om de dag op een aangename manier te beginnen. Na het ontbijt was het dan ook stilaan tijd om af te rekenen, een boodschap neer te schrijven in het gastenboek en tot slot het laten afstempelen van ons Compostelaboekje. Vervolgens namen we afscheid en bedankten uiteraard voor de genoten ontvangst. Eenmaal opnieuw in open lucht, werden we alvast welkom geheten door een stralende zon. We verlieten omstreeks 09:10 uur de woning in de Rue du Pont en stapten vrijwel onmiddellijk over de brug over de rivier l’Aube. We bevonden ons aldus op de D440 en gingen voorbij een links gelegen voetbalveld. Kort daarna verlieten we de bebouwde kom van Anglure en troffen aldaar reeds opnieuw een metalen pelgrim aan, welke de juiste route aangaf. We bereikten er dan ook het kruispunt van de Rue du Pont (D440), de D5 en een links gelegen weg. We dienden dan ook aldaar linksaf te gaan.

Niet veel verder maakte de weg een bocht naar rechts ter hoogte van een beek, La Vieille Rivière. Noodgedwongen wandelden we dan ook naar rechts en volgden een graspad, min of meer het verloop van deze waterloop volgend. Tussen het gras troffen we dan ook diverse slakken aan, die weliswaar minder snel vorderden dan wijzelf. Na een kort links-rechts, kwamen we terecht op een nagenoeg lijnrecht graspad, evenwijdig met de Ruisseau de Sodoyère. Dit pad leidde recht naar het verder gelegen Bagneux. Rechts van het pad bevond zich het Hameau Les Grèves en we wandelden dan ook voorbij een drietal bruggetjes links over de waterloop, welke toelieten van daaruit het gehucht te bereiken. Het pad nog steeds volgend, trokken we doorheen een stukje bos, staken nadien een smalle beek over en bereikten op die manier terug de openbare weg ter hoogte van de Impasse du Canal. Een bocht naar rechts later, kwamen we terecht op de Grande Rue, de D5, zijnde de hoofdweg doorheen Bagneux. Het was inmiddels 10:15 uur geworden, toen we het dorp betraden. We konden er even een glimp opvangen van de kerk en volgden de D5 naar links, richting Mairie.

Aangekomen op de Place Jules Carré, hadden we geluk, vermits de Mairie op deze dag was geopend. We konden er dan ook even later terug naar buiten, in het bezit van een volgende stempel in het Compostelaboekje. We dienden nu verder de D5 te volgen, tot het volgende dorp Clesles. Jammer genoeg geen horeca voorhanden in de nabijheid, dus maar verder op pad, ditmaal langsheen de zowat 3 km lange D5. Even voorbij de Mairie kruisten we de D252, de Rue Haute – Rue du Closet en wandelden aan de overzijde verder via de Rue Auguste Garnier. We gingen aan de watertoren voorbij en kwamen terecht in de open vlakte. Tal van hoogspanningslijnen ontsierden het uitzicht, doch gelukkig konden we genieten van een aangenaam zonnetje. Een klein stukje bos, even verderop rechts van de weg, gaf maatje de gelegenheid even een sanitaire stop te maken. Eenmaal voorbij het bosje, maakte de D5 een lichte bocht naar links, richting Clesles, waarvan we in de verte reeds de eerste gebouwen konden zien. Inmiddels was de naam van de D5 veranderd in Route de Bagneux. We wandelden dan ook voorbij het grensbord van de gemeente en bereikten de brug over het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Vermits we vanaf nu een tweetal dagen het kanaal zouden volgen, richting Troyes, besloten we even kortstondig van de route af te wijken en een bezoekje te brengen aan het centrum van Clesles. We staken dan ook de brug over en wandelden verder via de Route de Bagneux, tot aan het volgende kruispunt met de D52, de Route de Saint-Oulph – Route de Saint-Just. We draaiden rechtsaf tot aan de volgende straat links, de Rue de la Galoche. Hier bereikten we een pleintje ter hoogte van de plaatselijke Mairie, voorzien van enkele schaduw gevende bomen en een picknickbank. Het was zowat 11:25 uur geworden, de hoogste tijd voor het nuttigen van het middagmaal. We genoten dan ook van een stukje brood, wat confituur en een stukje kaas. Vermits de deuren van de Mairie zouden sluiten omstreeks het middaguur, konden we nog net op tijd een bijkomende stempel halen. Even later hadden we een leuke babbel met een inwoner van Clesles, welke ons de raad gaf, even de kerk van nabij te bekijken, welke zich bevond achter de Mairie, vooral een bezienswaardigheid omwille van de twee torens. Na ons middagmaal maakten we dan ook een ommetje via de Rue Moyenne, de Rue de la Croix en de Rue du Chêne, in feite gewoon omheen de kerk, welke jammer genoeg niet toegankelijk was. Dus hielden we het op enkele foto’s van de buitenkant.

Eenmaal terug aan de Mairie, ging het logisch gezien opnieuw via de Route de Saint-Just en de Route de Bagneux, terug richting brug over het kanaal. Aldaar opnieuw aangekomen ging het ditmaal rechtsaf, teneinde de oever van dit ‘Ancien Canal de la Haute Seine’ te volgen tot in Troyes. We hadden dus nog heel wat kilometers kanaaloever te verwerken tijdens de namiddag en wellicht ook de volgende dag. We staken dus opnieuw de brug over en wandelden meteen rechtsaf op een grindpad, hierbij links van het kanaal stappend. Enkele honderden meters verderop, bereikten we de brug van de D52, de Route de Saint-Oulph, alwaar we dienden te veranderen van oever. We zouden dan wandelen langs de rechterkant van het kanaal. Voor maatje was het eenvoudig, via de grasberm, de helling op naar de hoger gelegen brug en dan over de vangrails. Met een wandelkar was dat evenwel niet mogelijk, dus maakten we een klein ommetje tot voorbij de vangrails, om dan via de weg zelf, de brug op te gaan. Bovenop de brug troffen we alweer een metalen pelgrim aan, welke de juiste route aangaf, met name, onmiddellijk linksaf via een dalend graspad. Zo bereikten we de lager gelegen rechteroever van het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Zo waren we opnieuw begonnen aan het bewandelen van een nagenoeg eindeloos lijkende grasweg, met links het kanaal en rechts natuurgebied. De zon liet zich ondertussen steeds duidelijker aanvoelen, vooral vermits we hier geen enkele beschutting hadden tegen het zonlicht. Een eindje gevorderd via deze min of meer gemakkelijk te bewandelen weg, overschreden we alweer een departementale grens. Zo verlieten we het ‘département de la Marne’ en betraden het ‘département de l’Aube’. We hadden immers voor het eerst het ‘département de la Marne’ bereikt, net alvorens we een tijdje terug de stad Reims naderden, zowat halverwege tussen L’Écaille en Bazancourt. Een aantal dagetappes dus. Nu zouden we meerdere dagen doorheen het laatst genoemde departement stappen, zij het echter ditmaal nog slechts een tweetal dagen. Na een tijdje het graspad verder te hebben bewandeld, bereikten we zowat ter hoogte van de brug van de D178, het begin van de zogeheten ‘Voie Verte’, waarbij het jaagpad langsheen het kanaal, ditmaal was voorzien van asfalt. We zouden dan ook dit gemakkelijker pad verkrijgen tot in Troyes. Het was inmiddels 13:15 uur geworden en we hielden dan ook even halt teneinde een hapje te eten.

Langsheen deze nieuw aangelegde ‘Voie Verte’ bevinden zich diverse mooie stenen zitbanken, zodat we dan ook een ideale plaats hadden verkregen om een kopje koffie te bereiden en een hapje te eten, bestaande uit brood, chocolade en een banaan. Op dat moment bevonden we ons op zowat elf kilometer verwijderd van het einde van de dagetappe. We bemerkten tussen het gebladerte het links gelegen Saint-Oulph, waarvan de rode kerktoren een fel contrast vormde met de blauwe lucht. Na ons middagmaal zetten we onze wandeltocht verder langsheen het kanaal, richting Méry-sur-Seine. We kregen vervolgens zicht op de oude sluis van Saint-Oulph om even later het grensbord van Méry-sur-Seine voorbij te gaan. Rechts kregen we af en toe een glimp van de Seine zelf, die eveneens kronkelde in dezelfde richting. Tot slot bereikten we via de Rue de Grèves, Méry-sur-Seine en kwamen terecht tussen de eerste woningen en wandelden even later voorbij de rechts gelegen Camping Municipal, alwaar opnieuw een metalen pelgrim stond opgesteld, teneinde de juiste route aan te geven. Voorbij de camping maakte het kanaal een haakse bocht naar links, de richting welke we even aannamen om nadien de D373, de Route de Soissons rechts in te gaan. Zo kwamen we terecht op een pleintje ter hoogte van de kerk van Méry-sur-Seine. Het was in tussentijd erg warm geworden.

Gezien we inmiddels toe waren aan wat nieuwe bevoorrading, deden we enkele inkopen in een ‘Alimentation Générale’ ter plaatse. We konden dan ook onze wandelkar voorzien van een nieuwe lading, bestaande uit brood, kaas, cola, water en douchegel. We dienden er wel even vooreerst een pauze te nemen, gelet op het openingsuur van de lokale winkels. Omstreeks 14:10 uur konden we dan ook, gezeten op een bankje ter hoogte van de kerk, genieten van een fris blikje cola en een hapje nuttigen. We begaven ons eveneens tot aan de Mairie, alwaar we ons Compostelaboekje verrijkt zagen met een nieuwe stempel. Na het nemen van enkele foto’s van het plein en de omgeving, de kerk met een levensgroot standbeeld van Jeanne d’Arc en tot slot een monument, herinnerend aan de gebeurtenissen in 1792, werd het de hoogste tijd om Méry-sur-Seine te verlaten en onze dagtocht te vervolgen. Het ging dan ook vooreerst voorbij de kerk via de Rue du Colonel Fossoyeux en tevens langsheen de Salle Polyvalente, om het einde van de weg te bereiken. We hielden dezelfde richting aan en betraden een onverhard pad, naast de rechts gelegen Seine. Luttele meters verder bereikten we opnieuw de oever van het links gelegen ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Via de eerder gevolgde Chemin des Retranchements, de Rue du Mail, bereikten we uiteindelijk Les Prés Godins, of met andere woorden, het jaagpad langs het kanaal. We lieten Méry-sur-Seine voor wat het was en kozen opnieuw richting Troyes. Links bemerkten we de watertoren voorzien van het wapenschild van Méry-sur-Seine. We konden opnieuw langere tijd genieten van het wandelen op een asfaltwegje langsheen een kanaal, aan weerszijden geflankeerd door een eindeloze bomenrij. Zo verkregen we van tijd tot tijd toch nog enige beschutting tegen de zon. Langsheen het kanaal bevonden zich tevens diverse houten pontons, gedeeltelijk boven het water en voorzien van het pictogram mindervalide. We benutten dan ook dergelijk ponton om zowat 15:20 uur, teneinde te genieten van een vervroegd vieruurtje. We hadden er dan ook plaats om een stukje brood en kaas te eten en vooral, ten behoeve van maatje een kopje verse koffie te bereiden. We bevonden ons dan ook in de onmiddellijke nabijheid van Droupt-Sainte-Marie, dat kon worden bereikt door het jaagpad te verlaten en een kilometer verder te stappen. We onthielden ons daar echter van.

Even voorbij Droupt-Sainte-Marie draaide het kanaal enigszins naar rechts. Via een brug ging het nadien de Rivière de Beauregard over, om ons toe te laten, nog altijd het jaagpad verder te kunnen volgen. We deden dit tot we arriveerden ter hoogte van de brug van de D14, lokaal de Rue des Ponts geheten. Aldaar verlieten we voor vandaag de ‘Voie Verte’ vermits we slaapgelegenheid hadden gevonden in het nabije Vallant-Saint-Georges. Initieel hadden we tevergeefs gezocht naar een slaapplaats in het verder gesitueerde Savières, doch daar hadden we geen succes. Zodoende dienden we onze geplande route aan te passen en dus vandaag vroeger te stoppen dan voorzien, met als gevolg dat de laatste etappe, de volgende dag, daardoor extra lang zou uitvallen. Dus dan maar op zoek naar een geschikte plaats voor de komende nacht. We verlieten het jaagpad en via een lichte klim, bereikten we de hoger gelegen D14. We draaiden er meteen rechtsaf en overschreden de traag stromende Seine. We wandelden verder langsheen de Rue des Ponts tot aan het kruispunt met de Grande Rue, de hoofdstraat doorheen Vallant-Saint-Georges. Via nadien de Rue de la Gare en de Rue des Chevaliers, bereikten we het einde van de dagetappe. Het was toen ook reeds 17:15 uur toen we het erf betraden van ‘Les Tourtinelles’, eigendom van de heer en mevrouw Galland.

We werden er welkom geheten door Jean en kregen meteen een koel glaasje druivensap, teneinde even te bekomen van de lange wandeldag. Even later kregen we een klein huisje toegewezen, alwaar we konden beschikken over een eigen slaap- en badkamer. Na de nodige voorbereiding, konden we later op de avond genieten van het avondmaal in het gezelschap van het echtpaar. Op het menu: tomaat, eieren en rode biet, gevolgd door aardappelen in de schil met ham en augurken, gevolgd door een stukje appeltaart. Dit alles voorzien van vruchtensap en koffie. We mochten niet klagen over de ontvangst, de maaltijd en vooral het gezelschap. Na nog een tijdje te hebben gepraat over het wel en wee onderweg, konden we tot slot van de dag beginnen aan een gezonde nachtrust. Deze voorlaatste etappe op weg naar Troyes was dan ook goed voor 27395 stappen, 20,546 km, 1008,6 cal in een wandeltijd van 04.59.38 uur. Restte ons nog één etappe dit jaar, waarvan uiteraard een van de komende dagen het verhaal kan worden gelezen.”