Posts tonen met het label Vindey. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Vindey. Alle posts tonen

donderdag 15 oktober 2020

396: Sézanne, Donderdag 22 september 2016, 25,633 km. (8085,945 km.)

“Een nachtje slapen in een bejaardentehuis, het kan een mens al eens overkomen op weg naar Santiago de Compostela. We hadden ditmaal geen wekker nodig, daar maatje werd gewekt door de hond des huizes, Joyeux, die dan ook in volle glorie in het bed sprong. Na wat geknuffel en vooral een smeekbede om wat brood, verliet het dier blijgezind de kamer. In elk geval, we hebben goed geslapen in Sézanne en konden de dag dan ook beginnen met een smakelijk ontbijt in de eetzaal, in het gezelschap van reeds enkele vroege vogels onder de bewoners. We verkregen er verse koffie, brood, confituur, smeerkaas, yoghurt en zelfs vers geperst fruitsap. Na zo een maaltijd kon het niet anders, of we waren 100% klaar om de volgende etappe aan te vangen, op weg naar Anglure. Na het ontbijt namen we nog even afscheid van onze disgenoten van de vorige dag en begaven ons vervolgens naar de receptie van het Foyer. Daar verkregen we nog een stempel als aandenken in het Compostelaboekje en betaalden we het verschuldigde bedrag voor de goede opvang en vooral de lekkere maaltijden. Het was dan ook zowat 08:40 uur geworden, toen we na het nemen van nog enkele foto’s, de wandeltocht konden beginnen.

De zon was eveneens vroeg uit bed, vermits we reeds aangenaam werden voorzien van de nodige zonnestralen bij het verlaten van het Foyer. We wandelden meteen linksaf via de Rue Saint-Fiacre om op het einde de D373 te bereiken, de Rue Notre Dame, de hoofdstraat doorheen Sézanne. We namen de straat naar rechts, in de richting van de kerk, teneinde vervolgens via de Rue Paul Doumer, de Place de la République te bereiken. We hadden de kans om enkele foto’s te nemen van de plaatselijke fontein alsmede van de gesloten kerk. Aan de overzijde van de straat konden we nadien even terecht in een vestiging van ‘Distribution Casino France’ voor de aankoop van wat broodbeleg, chocolade, fruitsap en bananen en even later in een reeds geopende ‘boulangerie’ voor vers brood. Op die manier waren we voorzien van het nodige om de tocht naar Anglure enigszins goed te verteren. We wandelden verder doorheen de Rue Léon Jolly, die even later overging in de Rue de Paris, richting Rue du Calvaire. Dit was zowat de plaats alwaar we de vorige dag onze route hadden verlaten. Eenmaal de Rue du Calvaire bereikt, ging het dan ook linksaf. Slechts over korte afstand werd deze weg gevolgd, vermits we ter hoogte van de eigenlijke ‘Calvaire’, de links gelegen Rue des Maraîchers kozen. Deze weg maakte vervolgens een bocht naar rechts en we kregen dan ook reeds de vertrouwde geelrode markeringen te zien van de GRP Thibaud de Champagne.

Toen we de links gelegen waterloop, Les Auges bereikten, veranderde de naam van de straat in de Rue des Moulins. Ter hoogte van een volgend kruispunt, bleven we op de Rue des Moulins en wandelden bijgevolg rechtsaf, om deze vrij lange weg te blijven volgen tot aan een camping aan de rand van Sézanne. Na enkele lichte bochten in de weg, bereikten we een volgend kruispunt, alwaar de Rue des Moulins veranderde in de Route de Launat. We draaiden dan ook zowat haaks naar links, om uiteindelijk te arriveren ter hoogte van de toegang tot de ‘Camping de Sézanne’. Aldaar werden we opnieuw welkom geheten door een metalen pelgrim die de juiste richting aangaf. Linksaf dus, om vervolgens te wandelen langsheen de camping en in de richting van een ‘Parcours de santé’. Een breed grindpad leidde ons bijgevolg naar een boszone, alwaar we de aanwijzingen zagen van een zogeheten ‘Parcours Botanique’. We negeerden echter dit leerpad en stapten verder tot aan een picknickbankje bezijden het pad. Korte tijd later verlieten we deze boszone en bereikten een grote boomgaard, alwaar de appels genoten van het zonlicht.

We dienden hier de boomgaard over te steken in de lengte langs de rechterzijde, om uiteindelijk te arriveren ter hoogte van het rechts gelegen bos. We stapten een tijdje langs de bosrand om even verderop, opnieuw een bospad te bewandelen dat uitmondde ter hoogte van een asfaltwegje, de Route de Moeurs. Dit smalle wegje naar links volgend, bereikten we een pleintje ter hoogte van de Place de la Tuilerie, eigenlijk eerder een klein gehucht van de gemeente Vindey. Midden op het pleintje bevonden zich enkele boompjes, een zitbank en een drietal metalen pelgrims, voorzien van de blauwgele aanduiding van de Via Campanienis. Het was ondertussen zowat 10:35 uur geworden en we hielden er een korte rustpauze, gezeten in het zonnetje en onderwijl genietend van een koel blikje cola. Na deze korte onderbreking begonnen we aan de afdaling naar het centrum van Vindey. Rechts naast de gewone weg, bevond zich een graspad dat dezelfde richting uitging, dus stapten we op die manier naar het lager geleden dorpje. Op die manier bereikten we beneden een kruispunt ter hoogte van de Rue de Saudoy (D453), alwaar zich een oude waterput bevond in de vorm van een enorme fles. Deze fles zou de grens markeren tussen de Brie Champenoise en de Champenoise Crayeuse.

Na het bekijken van enkele kleine bezienswaardigheden, een oude brandweerkar, een bebloemde oude waterput en enkele reclameborden voor Champagne, draaiden we ter hoogte van de fles rechtsaf en volgden verder de Route de Saudoy, die ons leidde naar een oude overweg, ter hoogte van het voormalige stationnetje van Le Plessis-Vindey. Het kleine gebouw, nu roze geschilderd en bewoond vormde een fel contrast met de erachter uitgestrekte en lager gelegen vlakte. We vervolgden onze wandelroute dan ook via een brede en dalende grindweg, richting het volgende dorp, Saudoy. Een blik achterom liet ons nog even het voormalige stationnetje zien met achterop de beboste heuvels. Voorop konden we reeds in de verte de klokkentoren zien van Saudoy. Rechts bevonden zich de boomgaarden van Arly, volgens het publiciteitsbord ‘Le Verger de l’Arly’, we stapten er via de Rue du Château de Vindey. Eenmaal voorbij de appels en peren, bereikten we de D951, de Grande Rue. We bevonden ons ondertussen in Saudoy. Op deze drukke weg volgden we het trottoir rechts, tot aan het kruispunt met de Rue de la Forestière. Aan de overzijde van de weg bevond zich een barrestaurant, Leitao, voorzien van enkele tafeltjes en stoeltjes in open lucht. We hadden dan ook even de tijd om er een kopje koffie te nuttigen, zowat omstreeks de klok van 11:35 uur. Het drukke voorbij razende vrachtverkeer was wel niet zo aangenaam.

Na de koffie kruisten we opnieuw de D951, om aan de overzijde de Rue de la Forestière in te gaan, om even verderop een fontein te bereiken, in de onmiddellijke nabijheid van de kerk en de Mairie, toepasselijk in de Rue de la Mairie, weliswaar beide gebouwen gesloten. Ter hoogte van de kerk bevonden zich enkele zitbanken onder een serie lindes. We namen er dan ook de tijd om te genieten van een middagmaal. Brood en kaas, gevolgd door een banaan, we hadden even later opnieuw energie om de tocht te vervolgen. Even later, gelet op de aanwijzingen van een volgende metalen pelgrim, wandelden we voorbij de kerk, om net er voorbij de rechts gelegen Chemin de Choisel te volgen. Andermaal een grindweg bewandelend in de richting van een hoogspanningslijn, overschreden we even later een voormalige spoorlijn. Wat nog rest: verroeste rails, overwoekerd door onkruid en kleine heesters, voorzien van het nodige zwerfvuil. Net over de spoorweg, begonnen we dan ook met wandelen langsheen een graspad, dat nagenoeg zou leiden tot in Anglure. Zowat 15 km graspad voor de boeg dus. Ondertussen liet de zon zich duidelijk voelen en bezijden de spoorlijn was het een aan- en afvliegen van insecten. Maar goed, elke kilometer zou later een gewonnen kilometer blijken te zijn.

We stapten bijgevolg doorheen het gras, links van de voormalige spoorlijn. Het terrein was min of meer heuvelachtig, doch het pad kronkelde ertussen, zodat we voorlopig weinig of niet dienden te klimmen of te dalen. Heel in verte konden we reeds het dorpje Barbonne-Fayel waarnemen. Zowat 2,5 km verder dwarste een onverharde weg ons pad. Hier dienden we even over korte afstand naar links te stappen, om nadien terug rechtsaf te stappen en een eindje te wandelen evenwijdig met de spoorlijn, een 200-tal meter verder verwijderd. Er kondigde zich nu een felle klim aan en dit in zuidelijke richting. De zon vol in het aangezicht dus. Zowat op het hoogste punt en net alvorens de Route de Quedes, de weg Barbonne-Fayel – Quedes te bereiken, hielden we even halt in het gras. Het was reeds na de middag, ondertussen 13:55 uur en we namen er even de tijd, door middel van de campingbrander, een kopje verse koffie te bereiden. Heel wat automobilisten keken dan ook verbaasd naar dit spektakel. Een stukje chocolade, net nog niet gesmolten vanwege de hitte, werd gesmaakt. Nadat alles opnieuw veilig was opgeborgen, hielden we dezelfde richting aan, rechtdoor dus en bereikten we nadien opnieuw de voormalige spoorlijn, welke ondertussen een bocht had gemaakt naar links, onze richting uit.

De spoorlijn opnieuw bereikt, ging het linksaf en wandelden we terug door het gras naast deze ijzeren metgezel. Opnieuw zowat 2,5 km later, bereikten we een asfaltweg, de weg Barbonne-Fayel – Villevotte, welke we kruisten, om aan de overzijde nog steeds dezelfde richting aan te houden. Inmiddels wat het 15:10 uur geworden en dienden we even het hongergevoel te stillen. We hielden dan ook even halt om een stuk baguette te nuttigen en een sneetje kaas. De omgeving was ondertussen enigszins veranderd, we bemerkten nu een kaal landschap, nog steeds voorzien van enkele heuvels. We stapten later verder, nog steeds langsheen de spoorlijn, tot we ongeveer ter hoogte waren gekomen van het gehucht Chenevières. Bezijden het pad bevond zich wat laag struikgewas en een stapel paletten, waarvan er enkele reeds waren gestapeld teneinde een handige zitbank te vormen. Wellicht hadden enkele voorgangers deze klus reeds geklaard. We vonden het dan ook een ideale plek om even op adem te komen en de dorst te lessen. We hadden niet echt bijzonder veel tijd nodig om een blikje cola te delen. De tijd in het oog houdend, ondertussen 15:45 uur, besloten we om de pauze niet te lang te laten duren. We hadden immers nog tal van kilometers af te leggen.

Even voorbij het gehucht bevond zich een moerasgebied, waardoor we genoodzaakt waren het traject van de spoorlijn te verlaten en het graspad verder te volgen naar links, weg van de voormalige spoorlijn. Zo bereikten we nadien de D351, alwaar we rechts aanhielden. Korte tijd later kwamen we aan ter hoogte van het voormalige stationnetje van Saint-Quentin-le-Verger. We hielden er dan ook even een korte rustpauze aangezien het ondertussen reeds 16:20 uur was geworden. We konden het voormalige stationsgebouw niet bereiken, daar het terrein was afgesloten. We namen dan ook enkele foto’s van op enige afstand. We kruisten de voormalige overweg niet, doch gingen linksaf, teneinde opnieuw evenwijdig te wandelen aan de voormalige spoorlijn. Het was dus nogmaals een graspad betreden en het moet gezegd, na reeds behoorlijk wat kilometers deze paden te hebben gevolgd, begon de vermoeidheid zich te laten voelen. Het is niet altijd de meest eenvoudige manier van stappen doorheen het gras. Uiteindelijk, na alweer zowat 3,5 km te hebben afgelegd, bereikten we een klein bosje links van het pad. Verder rechtdoor gaan kon niet meer, vermits het pad onbegaanbaar was geworden. We verlieten het gras dan ook naar rechts, richting openbare weg, hierbij even over een stuk akkergrond wandelend. Met onze wandelkar een hele karwei.

We bereikten toch veilig en wel asfalt ter hoogte van een hoop gezaagde boomstammen, tijd dan ook om maatje even wat rust te gunnen. Na deze rustpauze volgden we het smalle wegje naar links, om vervolgens de D350 te bereiken, welke ons zou leiden naar Anglure. We waren nu niet meer zo veraf van onze eindbestemming voor de dag. Eenmaal aangekomen op de nogal drukke D350 ging het naar links, om even later het grensbord te zien van Soyer. We wandelden er doorheen het gehucht via de Rue des Tilleuls. Een klein pleintje voorzien van een zitbank en een waterpunt, liet ons nog even de kans om even te pauzeren en wat te drinken. Er restten ons nog een drietal kilometer alvorens we Anglure zouden bereiken. Terwijl we dan ook genoten van het naderende einde van de dag, verkregen we het gezelschap van enkele kittens, afkomstig uit een nabije woning. Stilaan uitkijkend naar wat rust en vooral een maaltijd en douche, kwamen we opnieuw in beweging. Het ging nog even verder langsheen de D350, ondertussen Les Mardelles geheten, tot we de eerste graansilo’s van Anglure in zicht kregen. We stapten voorbij het grensbord van Anglure, om via de Rue de Soyer, nog steeds de D350, het kruispunt te bereiken met de D51, de Rue de la Gare en dit ter hoogte van enkele enorme bedrijfsgebouwen, voorzien van ontelbare silo’s.

Ter hoogte van de D51 ging het linksaf tot aan het eerstvolgende kruispunt met de rechts gelegen Rue du Pont, de D440. Hier bevond zich immers de brug over de rivier de L’Aube, welke we de volgende ochtend zouden overschrijden. Nu we in de Rue du Pont waren aangekomen, vonden we vrijwel meteen onze slaapplaats voor de komende nacht, met name ten huize van Mevr. Finot. Het was dan ook reeds behoorlijk laat toen we aldaar aankwamen, met name 18:45 uur. De bejaarde weduwe was reeds ongerust geworden dat haar pelgrims niet waren komen opdagen. We konden haar echter vrij snel gerust stellen en kregen dan ook een kamer toebedeeld op het eerste verdiep in de woning. We konden er vrij beschikken over een eigen badkamer en toilet en mochten even later aanzitten voor een lekker avondmaal. Een voorgerechtje bestaande uit tomaat met kaas, gevolgd door gebakken aardappelen, omelet en salade en tot slot de traditionele kaasschotel en een vanillevla, dit alles geserveerd met een glaasje rode wijn. Het is niet elke dag zo een feestmaal geweest. Na nog wat gezellig napraten na de maaltijd, vooral over het verleden van haar man en het hoe en waarom van het opvangen van pelgrims, konden we beginnen aan een verdiende nachtrust.

Deze etappe was dan ook goed voor 34178 stappen, 25,633 km, 1204,8 cal in een wandeltijd van 06.24.18 uur. Een behoorlijk zware etappe achter de rug, vooral omwille van de combinatie van het soms moeilijk begaanbaar pad, de hitte en vooral de opeenvolging van de dagetappes. Gelukkig zou de volgende dag eerder beperkt zijn inzake afstand, daar we een alternatief dienden te zoeken, wegens het niet verkrijgen van een slaapplaats in het geplande Savières. We dienden dan ook de etappe noodgedwongen in te korten, teneinde in een ander dorp onderdak te vinden. Maar daarover uiteraard meer in een volgende wandelbijdrage op weg naar Troyes.”