Posts tonen met het label Kanaal Charleroi-Brussel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Kanaal Charleroi-Brussel. Alle posts tonen

donderdag 29 oktober 2020

406: Ukkel, Zaterdag 04 maart 2017, 15,379 km. (8265,925 km.)

“Het relaas met betrekking tot een vierde etappe, langs het traject van ‘De Groene Wandeling’. Onze vorige tocht eindigde in Ukkel, dus begon onze dag met een verplaatsing per bus en trein naar het station van Ukkel-Kalevoet. Daar hadden we een afspraak met André, ons ondertussen bekend. Alvorens van start te gaan, namen we even de tijd voor een sanitaire stop en een kopje koffie, in het café Charlotte, tegenover het station. Even later, omstreeks 09:30 uur konden we op weg voor een volgende tocht omheen Brussel, waarbij André ons een tijdje zou vergezellen. We verlieten dan ook het café en gingen via de voetgangerstunnel onder de spoorweg door, om dan de Steenweg op Alsemberg af te dalen naar links, tot op de plaats waar onze vorige tocht ten einde was gekomen, meer bepaald aan het kruispunt met de Sint-Jobsesteenweg. We verlieten dan ook de Steenweg op Alsemberg naar rechts en begaven ons via een pad in de groene zone Keyenbempt. Het pad doorheen het bos leidde ons naar de Geleytsbeek, waar we terecht kwamen op een smal kasseiwegje. We draaiden rechtsaf en wandelden naast de beek verder in de richting van de Nekkersgatmolen. Vandaag doet dit gebouw dienst als Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden. Even voorbij het gebouw bevonden we ons in de Keyenbemptstraat.

Even later verlieten we de straat naar links, via een wandelpaadje doorheen een stukje grasland, om aan de overzijde de Melkriekstraat aan te treffen. In de onmiddellijke nabijheid kwamen we rechts op de Sterstraat aan. We kruisten de Sterstraat en tevens de tramsporen om aan de overzijde verder te gaan in het Maarschalkdreefje, een straat welke leidde langs de rechts gelegen grote parking Stalle. De straat mondde uit op de grote rotonde aan de drukke Verlengde Stallestraat. Op deze rotonde bevonden zich tal van enome rotsblokken, altijd de moeite waard even op de digitale plaat vast te leggen. Aan de overzijde zouden we onze weg dienen te vervolgen via een smal wandelpad langs een enorm sportcomplex, doch omwille van werken was de weg afgesloten. We dienden bijgevolg een omleiding te volgen via de Verlengde Stallestraat, de Langestraat en de Paul Gilsonlaan om aan de andere zijde van het sportcomplex de Kabouterstraat te vinden, waar het uitgepijlde traject verder kon worden gevolgd. Eenmaal deze straat aangetroffen, ging het dus naar links en verlieten we de drukke weg, inmiddels de Steenweg op Ruisbroek, het verlengde van de Paul Gilsonlaan. De korte Kabouterstraat eindigde aan het kruispunt met de Lusambostraat, waar ons traject linksaf verder verliep.

Korte tijd later stapten we voorbij het ‘Klein Stoomtreintje van Vorst’, gelegen in het Bemptpark. Jammer genoeg was er geen treinverkeer waar te nemen. Ter hoogte van deze verkleinde spoorweg, verlieten we de Lusambostraat ter hoogte van een bocht en begaven ons op een smal wandelpad doorheen het Bemptpark. We konden dan ook even verder genieten van het uitzicht over een grote vijver. Inmiddels bevonden we ons vanzelfsprekend reeds een tijdje op het grondgebied van Vorst. Op het einde van het park bevonden we ons op de Brits Tweedelegerlaan, de N265, welke we rechtdoor volgden tot aan het kruispunt met de Zijdeweverijstraat. Hier sloegen we de linkse kant in, naast de fabriek van Audi, om dan via een tunnel onder de sporen te gaan van Vorst-Zuid. Aan de overzijde van de spoorweg ging het nog steeds via de Zijdeweverijstraat tot aan de drukke Humaniteitslaan en tevens het viaduct van de autosnelweg E19. Net vóór het viaduct stapten we rechts de Humaniteitslaan in, welke we over langere afstand zouden bewandelen. Tussen tal van industriegebouwen vorderden we tot aan het kruispunt met de Verwelkomingsstraat, ondertussen op het grondgebied van Anderlecht. We stapten rechtdoor verder, ditmaal op de Industrielaan en het moet gezegd, een weinig aantrekkelijk wandelparcours.

We gingen nogmaals onder de spoorweg door, tot we uiteindelijk de eentonige industriezone konden verlaten via de Bollinckxstraat links. Via een brugje staken we Zenne over en kwamen even later aan op de Vaartdijk langs het kanaal Brussel-Charleroi. Over korte afstand ging het langs de Vaartdijk naar links, tot we het kanaal via een brug konden overgaan ter hoogte van de Arthur Dehemstraat. Onmiddellijk na de brug, draaiden we opnieuw linksaf, om verder het jaagpad te volgen langs het kanaal, vooreerst via de Schippersstraat. Zo stapten we nogmaals onder de spoorweg en genoten we van een tochtje langs het kanaal. Voorbij het spoorwegviaduct bevonden we ons inmiddels op de Veeweidekaai, die ons bracht tot aan het viaduct van de Brusselse Ring. Net daar voorbij, verlieten we het jaagpad langs het kanaal en begaven ons rechts in de Zuunstraat, voorbij tal van volkstuintjes. Gekomen aan een Y-splitsing in de Zuunstraat, volgden we de linker tak door een stukje boszone, waarna we de N6, de zeer drukke Bergensesteenweg bereikten. Gelukkig konden we aan de overzijde verder via een smal paadje en een wandelpoortje, om zo het natuurgebied Vogelzang in te gaan. Tal van brede graspaden leidden ons doorheen dit mooie stukje groen, tot we tenslotte aankwamen in de Vogelenzangstraat.

Daar hielden we links en stapten voorbij het kerkhof van Anderlecht. Voorbij de begraafplaats arriveerden we aan het Erasmus ziekenhuis, om er de Vogelenzangstraat te verlaten en via de rechts gelegen Mijlenmeersstraat te gaan tot aan de Lenniksebaan. Daar eindigden we onze etappe voor vandaag, vermits we er terecht konden in het metrostation Erasmus, om de terugreis aan te vatten. We eindigden deze vierde etappe van ‘De Groene Wandeling’ na 20506 stappen en 15,379 km gewandelde afstand.”

woensdag 23 september 2020

367: Halle, Zaterdag 16 april 2016, 25,896 km. (7434,593 km.)

“Vandaag waren we reeds toe aan onze vierde dagetappe op weg naar het verre Santiago de Compostela. De weg lijkt alsmaar langer te worden, maar toch is het vandaag gelukt om alweer iets meer dan twintig kilometer dichterbij te komen. Zoals de afgelopen weken het geval was, begon ook vandaag met een busrit richting Mechelen station, alwaar we omstreeks 09:04 uur de trein IC3330 namen tot in Halle. Dit betrof immers het eindpunt tijdens onze derde dagetappe. Zowat drie kwartier later bereikten we onze startplaats ter hoogte van het station van Halle. Een blik naar buiten leerde ons dat alle horecazaken in de buurt nog gesloten waren. Gelukkig konden we in het station terecht voor een kopje koffie bij Panos, gevolgd door een vrij duur bezoek aan het toilet. Even later, de klok wees toen ondertussen 10:05 uur aan, konden we beginnen aan onze tocht richting Nivelles. We verlieten bijgevolg het Stationsplein en stapten in de richting van de brug over het kanaal Charleroi-Brussel. Onze wandeling vandaag begon dan ook langsheen de Ijzerwegstraat, zijnde het jaagpad bezijden het kanaal. We volgden er vrijwel onmiddellijk het traject van de Herman Teirlinck Route (45 km) en de route Van Gogh (Eindhoven-Amsterdam-Paris).

Op het jaagpad kregen we een opschrift te zien ‘Het jaagpad is er voor iedereen!’, dus blijkbaar ook voor twee eenzame pelgrims, welke de dag begonnen met wind op kop en een schraal zonnetje. Het voelde eerder kil aan langsheen het kanaal. Goed op weg wandelden we langsheen de voormalige steengroeve van Rodenem en konden de ontelbare gele bloemen bekijken op de kanaaloever. Onderweg ging het vooreerst onder twee spoorwegbruggen door en vervolgens onder de autosnelweg E429. Omstreeks 10:40 uur bereikten we de voetgangersbrug over het kanaal in Lembeek en troffen er een picknickbank aan, enigszins beschut tegen de wind. We namen er dan ook de tijd om even een broodje te nuttigen, zodat we wat energie konden opdoen voor de komende uren. Bezijden de brug bevindt zich het Malakoff Domein, dat we echter niet zouden betreden. Na de maaltijd gingen we onder de brug door en verlieten naar links het jaagpad om de Malheideweg te volgen. Een smalle weg naast een watergebied, welke ons voor het eerst op de dag het gevoel gaf om te klimmen. De vrij steile weg mondde uit ter hoogte van de Berendries. Waar hebben we die naam nog gehoord? We volgden de Berendries verder bergop tot aan een kleine rotonde.

Aldaar kruisten we de Dokter Spitaelslaan, om vervolgens tussen de huizen de Blekerijstraat in te gaan. Straat is veel gezegd, vermits het hier ging om een smal pad tussen afsluitingen, hierbij nog steeds de Herman Teirlinck Route volgend. Het ging even steil naar beneden, om aldaar de Trompstraat te kruisen en vervolgens te beginnen aan een lange beklimming van een betegeld pad. Hier, tussen de uitgestrekte velden, ging voor het eerst het regenscherm open, vermits een regenbui ons zomaar te beurt viel. De wind nam enigszins toe en hoe hoger we het pad beklommen, des te heviger werd de neerslag. Het werd dan ook aanzienlijk donkerder beneden in de vallei achter ons. Min of meer goed nat, bereikten we op het hoogste punt enkele huizen. We vonden er dadelijk beschutting tegen een gevel en dienden er zowaar een half uur te wachten, alvorens de felle bui voorbij was. We konden er ondertussen een kruisbeeld bekijken alsook een gedenksteen, ter nagedachtenis aan de bemanning van een neergestorte bommenwerper op 22/03/1944. Eenmaal de regen achter de rug, konden we opnieuw op weg. We wandelden verder tot aan het kruispunt met de Kasteelbrakelsesteenweg. Even wandelden we rechtsaf om vervolgens links te gaan via Twaalfbundel.

Een volgende plensbui viel ons te beurt, dus werd het vlug even schuilen tegen de gevel van zowat het laatste huis in Twaalfbundel. Gelukkig eindigde ook dit gebeuren en konden we verder stappen. Het asfalt maakte plaats voor een grindweg met een stukje gras in het midden. We daalden vrij snel richting eerste bos van de dag. Eenmaal gekomen aan het einde van Twaalfbundel, bereikten we op een T-kruising de Mussenberg. Het ging haaks rechtsaf en zo stapten we op een modderige wegel naar het nabij gelegen Lembeekbos. Even nog een haakse afslag naar links en we bevonden ons ter hoogte van de ingang van het Lembeekbos, tevens de ingang van het domein Fondation V. Brien, volgens plaatselijke info, eigendom van de ULB en uiteraard ‘propriété privée’. We betraden vervolgens het bos via het rechts gelegen pad, de zogeheten Voetweg A35, zowat evenwijdig met de Mussenberg. We troffen er een bordje aan inzake de lokale Sint-Veroonmars. We werden er kleurrijk onthaald door ontelbare paarse boshyacinten. Een ware streling voor het oog. Gelukkig hadden we het regenscherm kunnen opbergen en konden we wat beter genieten van deze gekleurde omgeving. Alhoewel het pad af en toe een modderige indruk gaf, viel het nog best mee na de voorbije overvloedige neerslag.

We wandelden steeds rechtdoor en begonnen even later aan een lange beklimming, via een brede bosweg, om de andere kant van het Lembeekbos te bereiken. Af en toe naar adem snakkend, konden we toch voldoende genieten van de bloemen en vooral de geur van een nat geregend bos. Het was dan ook reeds 12:20 uur, toen we het uiteinde van het bos bereikten ter hoogte van de Sint-Veroonsstraat en volgens de wandelgids, café Les Meurisses, Chez Thur. Maar, Tuur was blijkbaar niet thuis, vermits we een gesloten café aantroffen. Dan maar een bloembak op de parking gebruikt als picknicktafel om een broodje gehakt te nuttigen en een dosis chocomelk. Dan maar terug op pad zonder te hebben geproefd van het zwarte goud. Via de parking van het café bereikten we via een draaihekje een smal pad naast een afsluiting. Aan Compostelastickers geen gebrek, de route is duidelijk voorzien daarvan. We kruisten de Sentier des Meurisses en wandelden op die manier het Bois du Bailli in. Er volgde een gevaarlijke en glibberige afdaling langsheen een deels uitgesleten pad, voorzien van stenen en rotspunten. Ook hier alweer de absolute stilte van een bos, waar vooral geen gebrek is aan rust. Lager gekomen bereikten we een brede berijdbare bosweg en daar gingen we linksaf.

Even later verlieten we het Bois du Bailli en bereikten de openbare weg, met name de Rue du Bailli. Een felle klim kondigde zich aan via deze smalle asfaltweg. Achterom zagen we de beboste heuvel welke we zojuist hadden verlaten en heel in de verte café ‘Chez Thur’. We wisten niet of die ondertussen al thuis zou zijn gekomen. De klim aanvangend wandelden we langsheen een waterloop van amper twintig centimeter breed, maar met de welluidende naam van ‘Rau de Derrière les Monts dit le Rau de la Bruyère Mathias’, een hele mond vol dus. Na de steile klim bereikten we een klein kruispunt, alwaar zich een St.-Rochuskapelletje bevond. Jammer genoeg konden we het beeldje amper waarnemen, omwille van het traliewerk. We wandelden op het kruispunt rechtsaf via de Rue St-Roch en daalden af via een steile asfaltweg naar het centrum van Braine-le-Château. Op het einde van de weg dienden we rechtsaf te gaan, doch we maakten een kort ommetje naar links, naar de Rue des Comtes de Robiano 31, alwaar er wordt voorzien in onderdak voor pelgrims. Even later werden we dan ook omstreeks 13:10 uur, hartelijk onthaald door Jeanne, welke ons boekje voorzag van een eigen ontworpen Compostelastempel. Na een uitgebreide babbel, konden we terug op weg, voorzien van een welgemeende ‘Ultreia’. (Vooruit! En verder! Rechtdoor!)

De reeds vermelde Rue des Comtes de Robiano, nu in de juiste richting volgend, passeerden we de links gesitueerde Vieux Moulin, een voormalige watermolen op ‘Le Hain’. Vervolgens het plaatselijke kasteel, om tenslotte de St.-Remigiuskerk te bereiken ter hoogte van de Place des Martyrs. We namen er even de tijd om in de kerk een mooi beeld van Sint-Rochus te bekijken, alsook het praalgraf van Maximiliaan van Hoorn. Na het kerkbezoek aanschouwden we nog even de schandpaal op het plein om vervolgens over te gaan tot het nuttigen van een verdiende koffie in Estaminet-Brasserie La Couronne tegenover de kerk op de Grand Place. Dat men ook daar de waarde van de euro kent, mocht blijken wanneer we de rekening verkregen. Na een sanitaire stop in het toilet, waarbij we onze regenbroek konden uittrekken, gingen we terug op pad. We konden het niet nalaten, enkele moddersporen na te laten in het toilet. Het was ondertussen 13:30 uur en we hadden nog een lange weg te gaan. Naast het café volgden we de stijgende Rue Auguste Latour, om vervolgens via een brug een voormalige spoorlijn over te steken. Het ging dan onmiddellijk rechtsaf via Les Colir.

We stapten een tijdje doorheen een woonzone om wat verderop de openbare weg te verlaten via een smal pad tussen de woningen. Op die manier bereikten we de Rue Bel-Air, wandelden rechtsaf en vervolgens aan het volgende kruispunt linksaf via de Rue Notre Dame au Bois. We stapten verder tot aan het lokale kerkhof, om aldaar de openbare weg opnieuw te verlaten, via een rechts gelegen bospad, richting Chapelle Notre Dame. Na een blik op de bewuste kapel, uiteraard gesloten, volgden we verder rechtdoor tot we de Sentier Buselotte bereikten. Dit pad verder volgend doorheen het bos, bereikten we even later een afslag ter hoogte van een bordje ‘2 Sentier Buselotte 4’. Hier dienden we een keuze te maken, ofwel de bosweg verder rechtdoor volgend, ofwel een alternatief pad (GR-route) naar rechts. We opteerden voor de tweede mogelijkheid en dat bleek nadien de mooiste keuze te zijn geweest. Een smal paadje, aan weerszijden voorzien van paarse hyacinten, een modderige passage via enkele boomtakken en vervolgens rechtsaf via een met mos begroeide houten trap, het was een welkome afwisseling.

We bereikten terug de Sentier Buselotte, de brede bosweg dus en vorderden fel klimmend verder tot aan een kruispunt van zes wegen. Aldaar nodigde een zitbank uit tot het nuttigen van een laatste broodje onderweg. De klok tikte onverbiddelijk verder, het was ondertussen 14:30 uur geworden. Na de maaltijd ging het op dit kruispunt linksaf via de Allée des Mélèzes tot aan de drukke weg Braine-le-Château – Ittre. We kruisten deze Rue Auguste Latour, en wandelden langsheen een afsluiting verder tot aan een bredere bosweg, opnieuw de Allée des Mélèzes. Rechtsaf verder wandelend, verlieten we het bos en betraden een veldweg. Deze golvende weg werd vervolgens de Rue d’Hurbize, die we bewandelden tot aan een bordje met de aanduiding ‘Sentier Piotte’. Een Compostelasticker en de rood-witte aanduidingen van een GR-pad, deden ons de openbare weg verlaten naar rechts via een steile afdaling. We volgden de rand van een akker, verder afdalend, tot we beneden via een draaihekje een weide betraden. Het heuvelachtig karakter en de talrijke hagen deden enigszins denken aan de streek van Normandië. Eenmaal de weide betreden, volgden we de GR-aanduidingen naar rechts via een amper zichtbare wegel langsheen de afsluiting.

We trokken doorheen deze vallei, af en toe de modder trachten te vermijden, om via een tweede poortje een andere weide op te stappen. Ditmaal verliep de route langsheen de rand van een bos rechts. De weide leek eindeloos te zijn, slechts één enkele betonnen paal in het midden gaf een aanduiding inzake de te volgen richting. Een laatste draaihekje liet ons de weide verlaten en via een klein stukje bos, ging het langs een smal pad, steil bergaf naar de openbare weg, de Rue du Centenaire. We bevonden ons meteen in het centrum van Ittre. Hier ging het naar rechts tot aan de St. Remigiuskerk. Ook hier mocht een kerkbezoek niet ontbreken, om nog maar eens een mooi beeld aan te treffen van Sint Rochus. Na het kerkbezoek planden we een halte ter hoogte van Estaminet A la Couronne, tegenover de kerk, doch we werden er verwittigd dat de ‘service’ ten einde was. Blijkbaar, omwille van het plaatselijke schoolfeest, was de bevolking verzameld op het centrale plein in een aantal tenten, met als gevolg dat het café de deuren sloot. Het was iets voorbij de klok van half vier, dus maar verder op pad zonder pauze en koffie. We volgden vanaf de Grand Place de links van de kerk gelegen Rue des Digues en kruisten opnieuw de Rue du Centenaire. Aan de overzijde ging het rechtsaf in de Rue de Baudemont, een straat welke we niet vlug zullen vergeten, al was het maar enkel en alleen omwille van de lengte ervan.

De Rue waarvan sprake, kronkelde en leidde ons over heuvels, doorheen valleien, liet ons genieten van de mooie kapelletjes onderweg, van de uitgestrektheid van de akkers en weilanden. Af en toe in de verte dreigende wolken, doch voorlopig zonder veel erg. De Rue de Baudemont een hele tijd volgend, bereikten we een kruispunt ter hoogte van de Rue d’Eve. Hier hielden we rechtdoor aan en lieten de Rue de Baudemont even voor wat ze was, rechts liggen. Uiteindelijk zouden beide straten later terug samenkomen, ter hoogte van een oude dorpspomp. De Rue d’Eve werd gevolgd door de Rue des Primevères en zo werd het alweer flink klimmen naar de eerder vermelde Rue de Baudemont. Ter hoogte van de pomp ging het dan ook linksaf en volgden we opnieuw de eindeloos lange weg. Terug geleidelijk klimmen en dalen dus. Ondertussen zagen we rechts van ons de eerste donkere wolken verschijnen en dat voorspelde weinig goed. We hielden dan ook even halt om de regenkledij opnieuw aan te trekken en het regenscherm bij de hand te houden. Dat bleek enkele minuten later niet te vroeg te zijn geweest. Immers, toen we ter hoogte kwamen van een golfterrein, gingen de hemelsluizen pas echt goed open. Een hevige stortbui, gepaard gaande met hagel, overviel ons letterlijk. Meteen zagen we ontelbare golf caddies de weg kruisen richting parking naast het golfterrein.

In de striemende regen ging het verder langsheen de, ondertussen geheten Chemin de Baudemont, dalend richting brug over de autosnelweg A7. Eenmaal onder de snelweg door, volgde alweer een forse klim om uit het dal weg te komen. Hogerop kregen we zowaar opnieuw de zon te zien en dat gaf meteen wat kleur aan de bermen en de bomen in bloei. Uiteindelijk bereikten we stilaan Nivelles. Gekomen aan het einde van de Chemin de Baudemont, kruisten we de drukke Rue Henri Pauwels en volgden rechtdoor via een hobbelige kasseiweg de Rue du Mont Saint-Roch, inderdaad bergop dus. Een bocht verder werd het asfalt onder de voeten en konden we nog even pauzeren op een bankje ter hoogte van een klein buurtparkje links van de bocht. Het was ondertussen stilaan 17:45 uur geworden. De natte kledij werd opgeborgen en de laatste koekjes werden verwerkt. We wandelden even later via de Rue du Mont Saint-Roch, licht dalend verder naar het oude stadscentrum van Nivelles. We kregen dan ook een eerste blik op de lokale Sint Gertrudiskerk en dit ter hoogte van een uitkijkpunt aan het begin van de Faubourg Sainte-Anne. Via de Rue Sainte-Anne, bereikten we tenslotte de Grand Place in Nivelles, eindpunt van onze vierde etappe en tevens het einde van de tot nu toe gevolgde Via Brabantica.

Omstreeks 18:10 uur namen we dan ook even een verdiende zitpauze op het deels beregend terras van Christensen, op de Grand Place. De koffie smaakte naar behoren, alhoewel wellicht in de prijs het regenwater was inbegrepen. Daar we slechts een trein hadden om achtentwintig minuten na elk uur, bezochten we als afsluiting nog even de Sint-Gertrudiskerk. We konden er een mooi houten beeld bekijken van Jacobus, van de hand van Laurent Delvaux, maar tevens een kleinere versie op één van de pilaren van het kerkgebouw. Een toevallig aanwezige inwoner van de stad leidde ons rond in de kerk en gaf zelfs in zijn beste Nederlands tekst en uitleg bij de talrijke bezienswaardigheden. Tot slot vergezelde de man ons tot aan het huis van de deken, alwaar we een laatste stempel van de dag verkregen in ons stempelboekje. Alsof het nog niet genoeg was, wandelde de man een eindje met ons mee op de terugweg naar het station van Nivelles. We ondergingen dan ook een laatste lange beklimming doorheen de Rue de Namur, op weg naar het station. Aldaar hadden we omstreeks 19:28 uur een trein, welke ons bracht tot in Mechelen, een rit van een klein uurtje met andere woorden.

Het was dan ook reeds vrij laat, toen we omstreeks 20:45 uur onze rugzak konden opbergen ten huize. Het einde van een lange dag stappen over heuvels, goed voor 34529 stappen, 25,896 km, 1249,8 cal in een tijd van 6.27.04 uur. Na een wellicht verdiende nachtrust wacht alvast de dag nadien een flinke poetsbeurt van de wandeluitrusting. Een volgende etappe zal ons van start laten gaan in Nivelles en dan beginnen we met het bewandelen van een gedeelte van de Via Gallia Belgica.”