Posts tonen met het label Clesles. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Clesles. Alle posts tonen

donderdag 15 oktober 2020

397: Anglure, Vrijdag 23 september 2016, 20,546 km. (8106,491 km.)

“Vandaag waren we al toe aan de voorlaatste etappe, op weg van Reims naar Troyes. Na een zalige nacht te hebben gehad in een groot bed, ten huize van mevrouw Finot, was het tijd voor het ochtendritueel, het is te zeggen, een bezoekje aan toilet en badkamer, het opnieuw inpakken van alle materiaal en vervolgens genieten van een lekker ontbijt, samen met de gastvrouw. Enkele kopjes koffie, vers brood en confituur, gevolgd door een yoghurt, meer hoeft dat niet te zijn om de dag op een aangename manier te beginnen. Na het ontbijt was het dan ook stilaan tijd om af te rekenen, een boodschap neer te schrijven in het gastenboek en tot slot het laten afstempelen van ons Compostelaboekje. Vervolgens namen we afscheid en bedankten uiteraard voor de genoten ontvangst. Eenmaal opnieuw in open lucht, werden we alvast welkom geheten door een stralende zon. We verlieten omstreeks 09:10 uur de woning in de Rue du Pont en stapten vrijwel onmiddellijk over de brug over de rivier l’Aube. We bevonden ons aldus op de D440 en gingen voorbij een links gelegen voetbalveld. Kort daarna verlieten we de bebouwde kom van Anglure en troffen aldaar reeds opnieuw een metalen pelgrim aan, welke de juiste route aangaf. We bereikten er dan ook het kruispunt van de Rue du Pont (D440), de D5 en een links gelegen weg. We dienden dan ook aldaar linksaf te gaan.

Niet veel verder maakte de weg een bocht naar rechts ter hoogte van een beek, La Vieille Rivière. Noodgedwongen wandelden we dan ook naar rechts en volgden een graspad, min of meer het verloop van deze waterloop volgend. Tussen het gras troffen we dan ook diverse slakken aan, die weliswaar minder snel vorderden dan wijzelf. Na een kort links-rechts, kwamen we terecht op een nagenoeg lijnrecht graspad, evenwijdig met de Ruisseau de Sodoyère. Dit pad leidde recht naar het verder gelegen Bagneux. Rechts van het pad bevond zich het Hameau Les Grèves en we wandelden dan ook voorbij een drietal bruggetjes links over de waterloop, welke toelieten van daaruit het gehucht te bereiken. Het pad nog steeds volgend, trokken we doorheen een stukje bos, staken nadien een smalle beek over en bereikten op die manier terug de openbare weg ter hoogte van de Impasse du Canal. Een bocht naar rechts later, kwamen we terecht op de Grande Rue, de D5, zijnde de hoofdweg doorheen Bagneux. Het was inmiddels 10:15 uur geworden, toen we het dorp betraden. We konden er even een glimp opvangen van de kerk en volgden de D5 naar links, richting Mairie.

Aangekomen op de Place Jules Carré, hadden we geluk, vermits de Mairie op deze dag was geopend. We konden er dan ook even later terug naar buiten, in het bezit van een volgende stempel in het Compostelaboekje. We dienden nu verder de D5 te volgen, tot het volgende dorp Clesles. Jammer genoeg geen horeca voorhanden in de nabijheid, dus maar verder op pad, ditmaal langsheen de zowat 3 km lange D5. Even voorbij de Mairie kruisten we de D252, de Rue Haute – Rue du Closet en wandelden aan de overzijde verder via de Rue Auguste Garnier. We gingen aan de watertoren voorbij en kwamen terecht in de open vlakte. Tal van hoogspanningslijnen ontsierden het uitzicht, doch gelukkig konden we genieten van een aangenaam zonnetje. Een klein stukje bos, even verderop rechts van de weg, gaf maatje de gelegenheid even een sanitaire stop te maken. Eenmaal voorbij het bosje, maakte de D5 een lichte bocht naar links, richting Clesles, waarvan we in de verte reeds de eerste gebouwen konden zien. Inmiddels was de naam van de D5 veranderd in Route de Bagneux. We wandelden dan ook voorbij het grensbord van de gemeente en bereikten de brug over het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Vermits we vanaf nu een tweetal dagen het kanaal zouden volgen, richting Troyes, besloten we even kortstondig van de route af te wijken en een bezoekje te brengen aan het centrum van Clesles. We staken dan ook de brug over en wandelden verder via de Route de Bagneux, tot aan het volgende kruispunt met de D52, de Route de Saint-Oulph – Route de Saint-Just. We draaiden rechtsaf tot aan de volgende straat links, de Rue de la Galoche. Hier bereikten we een pleintje ter hoogte van de plaatselijke Mairie, voorzien van enkele schaduw gevende bomen en een picknickbank. Het was zowat 11:25 uur geworden, de hoogste tijd voor het nuttigen van het middagmaal. We genoten dan ook van een stukje brood, wat confituur en een stukje kaas. Vermits de deuren van de Mairie zouden sluiten omstreeks het middaguur, konden we nog net op tijd een bijkomende stempel halen. Even later hadden we een leuke babbel met een inwoner van Clesles, welke ons de raad gaf, even de kerk van nabij te bekijken, welke zich bevond achter de Mairie, vooral een bezienswaardigheid omwille van de twee torens. Na ons middagmaal maakten we dan ook een ommetje via de Rue Moyenne, de Rue de la Croix en de Rue du Chêne, in feite gewoon omheen de kerk, welke jammer genoeg niet toegankelijk was. Dus hielden we het op enkele foto’s van de buitenkant.

Eenmaal terug aan de Mairie, ging het logisch gezien opnieuw via de Route de Saint-Just en de Route de Bagneux, terug richting brug over het kanaal. Aldaar opnieuw aangekomen ging het ditmaal rechtsaf, teneinde de oever van dit ‘Ancien Canal de la Haute Seine’ te volgen tot in Troyes. We hadden dus nog heel wat kilometers kanaaloever te verwerken tijdens de namiddag en wellicht ook de volgende dag. We staken dus opnieuw de brug over en wandelden meteen rechtsaf op een grindpad, hierbij links van het kanaal stappend. Enkele honderden meters verderop, bereikten we de brug van de D52, de Route de Saint-Oulph, alwaar we dienden te veranderen van oever. We zouden dan wandelen langs de rechterkant van het kanaal. Voor maatje was het eenvoudig, via de grasberm, de helling op naar de hoger gelegen brug en dan over de vangrails. Met een wandelkar was dat evenwel niet mogelijk, dus maakten we een klein ommetje tot voorbij de vangrails, om dan via de weg zelf, de brug op te gaan. Bovenop de brug troffen we alweer een metalen pelgrim aan, welke de juiste route aangaf, met name, onmiddellijk linksaf via een dalend graspad. Zo bereikten we de lager gelegen rechteroever van het ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Zo waren we opnieuw begonnen aan het bewandelen van een nagenoeg eindeloos lijkende grasweg, met links het kanaal en rechts natuurgebied. De zon liet zich ondertussen steeds duidelijker aanvoelen, vooral vermits we hier geen enkele beschutting hadden tegen het zonlicht. Een eindje gevorderd via deze min of meer gemakkelijk te bewandelen weg, overschreden we alweer een departementale grens. Zo verlieten we het ‘département de la Marne’ en betraden het ‘département de l’Aube’. We hadden immers voor het eerst het ‘département de la Marne’ bereikt, net alvorens we een tijdje terug de stad Reims naderden, zowat halverwege tussen L’Écaille en Bazancourt. Een aantal dagetappes dus. Nu zouden we meerdere dagen doorheen het laatst genoemde departement stappen, zij het echter ditmaal nog slechts een tweetal dagen. Na een tijdje het graspad verder te hebben bewandeld, bereikten we zowat ter hoogte van de brug van de D178, het begin van de zogeheten ‘Voie Verte’, waarbij het jaagpad langsheen het kanaal, ditmaal was voorzien van asfalt. We zouden dan ook dit gemakkelijker pad verkrijgen tot in Troyes. Het was inmiddels 13:15 uur geworden en we hielden dan ook even halt teneinde een hapje te eten.

Langsheen deze nieuw aangelegde ‘Voie Verte’ bevinden zich diverse mooie stenen zitbanken, zodat we dan ook een ideale plaats hadden verkregen om een kopje koffie te bereiden en een hapje te eten, bestaande uit brood, chocolade en een banaan. Op dat moment bevonden we ons op zowat elf kilometer verwijderd van het einde van de dagetappe. We bemerkten tussen het gebladerte het links gelegen Saint-Oulph, waarvan de rode kerktoren een fel contrast vormde met de blauwe lucht. Na ons middagmaal zetten we onze wandeltocht verder langsheen het kanaal, richting Méry-sur-Seine. We kregen vervolgens zicht op de oude sluis van Saint-Oulph om even later het grensbord van Méry-sur-Seine voorbij te gaan. Rechts kregen we af en toe een glimp van de Seine zelf, die eveneens kronkelde in dezelfde richting. Tot slot bereikten we via de Rue de Grèves, Méry-sur-Seine en kwamen terecht tussen de eerste woningen en wandelden even later voorbij de rechts gelegen Camping Municipal, alwaar opnieuw een metalen pelgrim stond opgesteld, teneinde de juiste route aan te geven. Voorbij de camping maakte het kanaal een haakse bocht naar links, de richting welke we even aannamen om nadien de D373, de Route de Soissons rechts in te gaan. Zo kwamen we terecht op een pleintje ter hoogte van de kerk van Méry-sur-Seine. Het was in tussentijd erg warm geworden.

Gezien we inmiddels toe waren aan wat nieuwe bevoorrading, deden we enkele inkopen in een ‘Alimentation Générale’ ter plaatse. We konden dan ook onze wandelkar voorzien van een nieuwe lading, bestaande uit brood, kaas, cola, water en douchegel. We dienden er wel even vooreerst een pauze te nemen, gelet op het openingsuur van de lokale winkels. Omstreeks 14:10 uur konden we dan ook, gezeten op een bankje ter hoogte van de kerk, genieten van een fris blikje cola en een hapje nuttigen. We begaven ons eveneens tot aan de Mairie, alwaar we ons Compostelaboekje verrijkt zagen met een nieuwe stempel. Na het nemen van enkele foto’s van het plein en de omgeving, de kerk met een levensgroot standbeeld van Jeanne d’Arc en tot slot een monument, herinnerend aan de gebeurtenissen in 1792, werd het de hoogste tijd om Méry-sur-Seine te verlaten en onze dagtocht te vervolgen. Het ging dan ook vooreerst voorbij de kerk via de Rue du Colonel Fossoyeux en tevens langsheen de Salle Polyvalente, om het einde van de weg te bereiken. We hielden dezelfde richting aan en betraden een onverhard pad, naast de rechts gelegen Seine. Luttele meters verder bereikten we opnieuw de oever van het links gelegen ‘Ancien Canal de la Haute Seine’.

Via de eerder gevolgde Chemin des Retranchements, de Rue du Mail, bereikten we uiteindelijk Les Prés Godins, of met andere woorden, het jaagpad langs het kanaal. We lieten Méry-sur-Seine voor wat het was en kozen opnieuw richting Troyes. Links bemerkten we de watertoren voorzien van het wapenschild van Méry-sur-Seine. We konden opnieuw langere tijd genieten van het wandelen op een asfaltwegje langsheen een kanaal, aan weerszijden geflankeerd door een eindeloze bomenrij. Zo verkregen we van tijd tot tijd toch nog enige beschutting tegen de zon. Langsheen het kanaal bevonden zich tevens diverse houten pontons, gedeeltelijk boven het water en voorzien van het pictogram mindervalide. We benutten dan ook dergelijk ponton om zowat 15:20 uur, teneinde te genieten van een vervroegd vieruurtje. We hadden er dan ook plaats om een stukje brood en kaas te eten en vooral, ten behoeve van maatje een kopje verse koffie te bereiden. We bevonden ons dan ook in de onmiddellijke nabijheid van Droupt-Sainte-Marie, dat kon worden bereikt door het jaagpad te verlaten en een kilometer verder te stappen. We onthielden ons daar echter van.

Even voorbij Droupt-Sainte-Marie draaide het kanaal enigszins naar rechts. Via een brug ging het nadien de Rivière de Beauregard over, om ons toe te laten, nog altijd het jaagpad verder te kunnen volgen. We deden dit tot we arriveerden ter hoogte van de brug van de D14, lokaal de Rue des Ponts geheten. Aldaar verlieten we voor vandaag de ‘Voie Verte’ vermits we slaapgelegenheid hadden gevonden in het nabije Vallant-Saint-Georges. Initieel hadden we tevergeefs gezocht naar een slaapplaats in het verder gesitueerde Savières, doch daar hadden we geen succes. Zodoende dienden we onze geplande route aan te passen en dus vandaag vroeger te stoppen dan voorzien, met als gevolg dat de laatste etappe, de volgende dag, daardoor extra lang zou uitvallen. Dus dan maar op zoek naar een geschikte plaats voor de komende nacht. We verlieten het jaagpad en via een lichte klim, bereikten we de hoger gelegen D14. We draaiden er meteen rechtsaf en overschreden de traag stromende Seine. We wandelden verder langsheen de Rue des Ponts tot aan het kruispunt met de Grande Rue, de hoofdstraat doorheen Vallant-Saint-Georges. Via nadien de Rue de la Gare en de Rue des Chevaliers, bereikten we het einde van de dagetappe. Het was toen ook reeds 17:15 uur toen we het erf betraden van ‘Les Tourtinelles’, eigendom van de heer en mevrouw Galland.

We werden er welkom geheten door Jean en kregen meteen een koel glaasje druivensap, teneinde even te bekomen van de lange wandeldag. Even later kregen we een klein huisje toegewezen, alwaar we konden beschikken over een eigen slaap- en badkamer. Na de nodige voorbereiding, konden we later op de avond genieten van het avondmaal in het gezelschap van het echtpaar. Op het menu: tomaat, eieren en rode biet, gevolgd door aardappelen in de schil met ham en augurken, gevolgd door een stukje appeltaart. Dit alles voorzien van vruchtensap en koffie. We mochten niet klagen over de ontvangst, de maaltijd en vooral het gezelschap. Na nog een tijdje te hebben gepraat over het wel en wee onderweg, konden we tot slot van de dag beginnen aan een gezonde nachtrust. Deze voorlaatste etappe op weg naar Troyes was dan ook goed voor 27395 stappen, 20,546 km, 1008,6 cal in een wandeltijd van 04.59.38 uur. Restte ons nog één etappe dit jaar, waarvan uiteraard een van de komende dagen het verhaal kan worden gelezen.”