Posts tonen met het label Sézanne. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sézanne. Alle posts tonen

donderdag 15 oktober 2020

396: Sézanne, Donderdag 22 september 2016, 25,633 km. (8085,945 km.)

“Een nachtje slapen in een bejaardentehuis, het kan een mens al eens overkomen op weg naar Santiago de Compostela. We hadden ditmaal geen wekker nodig, daar maatje werd gewekt door de hond des huizes, Joyeux, die dan ook in volle glorie in het bed sprong. Na wat geknuffel en vooral een smeekbede om wat brood, verliet het dier blijgezind de kamer. In elk geval, we hebben goed geslapen in Sézanne en konden de dag dan ook beginnen met een smakelijk ontbijt in de eetzaal, in het gezelschap van reeds enkele vroege vogels onder de bewoners. We verkregen er verse koffie, brood, confituur, smeerkaas, yoghurt en zelfs vers geperst fruitsap. Na zo een maaltijd kon het niet anders, of we waren 100% klaar om de volgende etappe aan te vangen, op weg naar Anglure. Na het ontbijt namen we nog even afscheid van onze disgenoten van de vorige dag en begaven ons vervolgens naar de receptie van het Foyer. Daar verkregen we nog een stempel als aandenken in het Compostelaboekje en betaalden we het verschuldigde bedrag voor de goede opvang en vooral de lekkere maaltijden. Het was dan ook zowat 08:40 uur geworden, toen we na het nemen van nog enkele foto’s, de wandeltocht konden beginnen.

De zon was eveneens vroeg uit bed, vermits we reeds aangenaam werden voorzien van de nodige zonnestralen bij het verlaten van het Foyer. We wandelden meteen linksaf via de Rue Saint-Fiacre om op het einde de D373 te bereiken, de Rue Notre Dame, de hoofdstraat doorheen Sézanne. We namen de straat naar rechts, in de richting van de kerk, teneinde vervolgens via de Rue Paul Doumer, de Place de la République te bereiken. We hadden de kans om enkele foto’s te nemen van de plaatselijke fontein alsmede van de gesloten kerk. Aan de overzijde van de straat konden we nadien even terecht in een vestiging van ‘Distribution Casino France’ voor de aankoop van wat broodbeleg, chocolade, fruitsap en bananen en even later in een reeds geopende ‘boulangerie’ voor vers brood. Op die manier waren we voorzien van het nodige om de tocht naar Anglure enigszins goed te verteren. We wandelden verder doorheen de Rue Léon Jolly, die even later overging in de Rue de Paris, richting Rue du Calvaire. Dit was zowat de plaats alwaar we de vorige dag onze route hadden verlaten. Eenmaal de Rue du Calvaire bereikt, ging het dan ook linksaf. Slechts over korte afstand werd deze weg gevolgd, vermits we ter hoogte van de eigenlijke ‘Calvaire’, de links gelegen Rue des Maraîchers kozen. Deze weg maakte vervolgens een bocht naar rechts en we kregen dan ook reeds de vertrouwde geelrode markeringen te zien van de GRP Thibaud de Champagne.

Toen we de links gelegen waterloop, Les Auges bereikten, veranderde de naam van de straat in de Rue des Moulins. Ter hoogte van een volgend kruispunt, bleven we op de Rue des Moulins en wandelden bijgevolg rechtsaf, om deze vrij lange weg te blijven volgen tot aan een camping aan de rand van Sézanne. Na enkele lichte bochten in de weg, bereikten we een volgend kruispunt, alwaar de Rue des Moulins veranderde in de Route de Launat. We draaiden dan ook zowat haaks naar links, om uiteindelijk te arriveren ter hoogte van de toegang tot de ‘Camping de Sézanne’. Aldaar werden we opnieuw welkom geheten door een metalen pelgrim die de juiste richting aangaf. Linksaf dus, om vervolgens te wandelen langsheen de camping en in de richting van een ‘Parcours de santé’. Een breed grindpad leidde ons bijgevolg naar een boszone, alwaar we de aanwijzingen zagen van een zogeheten ‘Parcours Botanique’. We negeerden echter dit leerpad en stapten verder tot aan een picknickbankje bezijden het pad. Korte tijd later verlieten we deze boszone en bereikten een grote boomgaard, alwaar de appels genoten van het zonlicht.

We dienden hier de boomgaard over te steken in de lengte langs de rechterzijde, om uiteindelijk te arriveren ter hoogte van het rechts gelegen bos. We stapten een tijdje langs de bosrand om even verderop, opnieuw een bospad te bewandelen dat uitmondde ter hoogte van een asfaltwegje, de Route de Moeurs. Dit smalle wegje naar links volgend, bereikten we een pleintje ter hoogte van de Place de la Tuilerie, eigenlijk eerder een klein gehucht van de gemeente Vindey. Midden op het pleintje bevonden zich enkele boompjes, een zitbank en een drietal metalen pelgrims, voorzien van de blauwgele aanduiding van de Via Campanienis. Het was ondertussen zowat 10:35 uur geworden en we hielden er een korte rustpauze, gezeten in het zonnetje en onderwijl genietend van een koel blikje cola. Na deze korte onderbreking begonnen we aan de afdaling naar het centrum van Vindey. Rechts naast de gewone weg, bevond zich een graspad dat dezelfde richting uitging, dus stapten we op die manier naar het lager geleden dorpje. Op die manier bereikten we beneden een kruispunt ter hoogte van de Rue de Saudoy (D453), alwaar zich een oude waterput bevond in de vorm van een enorme fles. Deze fles zou de grens markeren tussen de Brie Champenoise en de Champenoise Crayeuse.

Na het bekijken van enkele kleine bezienswaardigheden, een oude brandweerkar, een bebloemde oude waterput en enkele reclameborden voor Champagne, draaiden we ter hoogte van de fles rechtsaf en volgden verder de Route de Saudoy, die ons leidde naar een oude overweg, ter hoogte van het voormalige stationnetje van Le Plessis-Vindey. Het kleine gebouw, nu roze geschilderd en bewoond vormde een fel contrast met de erachter uitgestrekte en lager gelegen vlakte. We vervolgden onze wandelroute dan ook via een brede en dalende grindweg, richting het volgende dorp, Saudoy. Een blik achterom liet ons nog even het voormalige stationnetje zien met achterop de beboste heuvels. Voorop konden we reeds in de verte de klokkentoren zien van Saudoy. Rechts bevonden zich de boomgaarden van Arly, volgens het publiciteitsbord ‘Le Verger de l’Arly’, we stapten er via de Rue du Château de Vindey. Eenmaal voorbij de appels en peren, bereikten we de D951, de Grande Rue. We bevonden ons ondertussen in Saudoy. Op deze drukke weg volgden we het trottoir rechts, tot aan het kruispunt met de Rue de la Forestière. Aan de overzijde van de weg bevond zich een barrestaurant, Leitao, voorzien van enkele tafeltjes en stoeltjes in open lucht. We hadden dan ook even de tijd om er een kopje koffie te nuttigen, zowat omstreeks de klok van 11:35 uur. Het drukke voorbij razende vrachtverkeer was wel niet zo aangenaam.

Na de koffie kruisten we opnieuw de D951, om aan de overzijde de Rue de la Forestière in te gaan, om even verderop een fontein te bereiken, in de onmiddellijke nabijheid van de kerk en de Mairie, toepasselijk in de Rue de la Mairie, weliswaar beide gebouwen gesloten. Ter hoogte van de kerk bevonden zich enkele zitbanken onder een serie lindes. We namen er dan ook de tijd om te genieten van een middagmaal. Brood en kaas, gevolgd door een banaan, we hadden even later opnieuw energie om de tocht te vervolgen. Even later, gelet op de aanwijzingen van een volgende metalen pelgrim, wandelden we voorbij de kerk, om net er voorbij de rechts gelegen Chemin de Choisel te volgen. Andermaal een grindweg bewandelend in de richting van een hoogspanningslijn, overschreden we even later een voormalige spoorlijn. Wat nog rest: verroeste rails, overwoekerd door onkruid en kleine heesters, voorzien van het nodige zwerfvuil. Net over de spoorweg, begonnen we dan ook met wandelen langsheen een graspad, dat nagenoeg zou leiden tot in Anglure. Zowat 15 km graspad voor de boeg dus. Ondertussen liet de zon zich duidelijk voelen en bezijden de spoorlijn was het een aan- en afvliegen van insecten. Maar goed, elke kilometer zou later een gewonnen kilometer blijken te zijn.

We stapten bijgevolg doorheen het gras, links van de voormalige spoorlijn. Het terrein was min of meer heuvelachtig, doch het pad kronkelde ertussen, zodat we voorlopig weinig of niet dienden te klimmen of te dalen. Heel in verte konden we reeds het dorpje Barbonne-Fayel waarnemen. Zowat 2,5 km verder dwarste een onverharde weg ons pad. Hier dienden we even over korte afstand naar links te stappen, om nadien terug rechtsaf te stappen en een eindje te wandelen evenwijdig met de spoorlijn, een 200-tal meter verder verwijderd. Er kondigde zich nu een felle klim aan en dit in zuidelijke richting. De zon vol in het aangezicht dus. Zowat op het hoogste punt en net alvorens de Route de Quedes, de weg Barbonne-Fayel – Quedes te bereiken, hielden we even halt in het gras. Het was reeds na de middag, ondertussen 13:55 uur en we namen er even de tijd, door middel van de campingbrander, een kopje verse koffie te bereiden. Heel wat automobilisten keken dan ook verbaasd naar dit spektakel. Een stukje chocolade, net nog niet gesmolten vanwege de hitte, werd gesmaakt. Nadat alles opnieuw veilig was opgeborgen, hielden we dezelfde richting aan, rechtdoor dus en bereikten we nadien opnieuw de voormalige spoorlijn, welke ondertussen een bocht had gemaakt naar links, onze richting uit.

De spoorlijn opnieuw bereikt, ging het linksaf en wandelden we terug door het gras naast deze ijzeren metgezel. Opnieuw zowat 2,5 km later, bereikten we een asfaltweg, de weg Barbonne-Fayel – Villevotte, welke we kruisten, om aan de overzijde nog steeds dezelfde richting aan te houden. Inmiddels wat het 15:10 uur geworden en dienden we even het hongergevoel te stillen. We hielden dan ook even halt om een stuk baguette te nuttigen en een sneetje kaas. De omgeving was ondertussen enigszins veranderd, we bemerkten nu een kaal landschap, nog steeds voorzien van enkele heuvels. We stapten later verder, nog steeds langsheen de spoorlijn, tot we ongeveer ter hoogte waren gekomen van het gehucht Chenevières. Bezijden het pad bevond zich wat laag struikgewas en een stapel paletten, waarvan er enkele reeds waren gestapeld teneinde een handige zitbank te vormen. Wellicht hadden enkele voorgangers deze klus reeds geklaard. We vonden het dan ook een ideale plek om even op adem te komen en de dorst te lessen. We hadden niet echt bijzonder veel tijd nodig om een blikje cola te delen. De tijd in het oog houdend, ondertussen 15:45 uur, besloten we om de pauze niet te lang te laten duren. We hadden immers nog tal van kilometers af te leggen.

Even voorbij het gehucht bevond zich een moerasgebied, waardoor we genoodzaakt waren het traject van de spoorlijn te verlaten en het graspad verder te volgen naar links, weg van de voormalige spoorlijn. Zo bereikten we nadien de D351, alwaar we rechts aanhielden. Korte tijd later kwamen we aan ter hoogte van het voormalige stationnetje van Saint-Quentin-le-Verger. We hielden er dan ook even een korte rustpauze aangezien het ondertussen reeds 16:20 uur was geworden. We konden het voormalige stationsgebouw niet bereiken, daar het terrein was afgesloten. We namen dan ook enkele foto’s van op enige afstand. We kruisten de voormalige overweg niet, doch gingen linksaf, teneinde opnieuw evenwijdig te wandelen aan de voormalige spoorlijn. Het was dus nogmaals een graspad betreden en het moet gezegd, na reeds behoorlijk wat kilometers deze paden te hebben gevolgd, begon de vermoeidheid zich te laten voelen. Het is niet altijd de meest eenvoudige manier van stappen doorheen het gras. Uiteindelijk, na alweer zowat 3,5 km te hebben afgelegd, bereikten we een klein bosje links van het pad. Verder rechtdoor gaan kon niet meer, vermits het pad onbegaanbaar was geworden. We verlieten het gras dan ook naar rechts, richting openbare weg, hierbij even over een stuk akkergrond wandelend. Met onze wandelkar een hele karwei.

We bereikten toch veilig en wel asfalt ter hoogte van een hoop gezaagde boomstammen, tijd dan ook om maatje even wat rust te gunnen. Na deze rustpauze volgden we het smalle wegje naar links, om vervolgens de D350 te bereiken, welke ons zou leiden naar Anglure. We waren nu niet meer zo veraf van onze eindbestemming voor de dag. Eenmaal aangekomen op de nogal drukke D350 ging het naar links, om even later het grensbord te zien van Soyer. We wandelden er doorheen het gehucht via de Rue des Tilleuls. Een klein pleintje voorzien van een zitbank en een waterpunt, liet ons nog even de kans om even te pauzeren en wat te drinken. Er restten ons nog een drietal kilometer alvorens we Anglure zouden bereiken. Terwijl we dan ook genoten van het naderende einde van de dag, verkregen we het gezelschap van enkele kittens, afkomstig uit een nabije woning. Stilaan uitkijkend naar wat rust en vooral een maaltijd en douche, kwamen we opnieuw in beweging. Het ging nog even verder langsheen de D350, ondertussen Les Mardelles geheten, tot we de eerste graansilo’s van Anglure in zicht kregen. We stapten voorbij het grensbord van Anglure, om via de Rue de Soyer, nog steeds de D350, het kruispunt te bereiken met de D51, de Rue de la Gare en dit ter hoogte van enkele enorme bedrijfsgebouwen, voorzien van ontelbare silo’s.

Ter hoogte van de D51 ging het linksaf tot aan het eerstvolgende kruispunt met de rechts gelegen Rue du Pont, de D440. Hier bevond zich immers de brug over de rivier de L’Aube, welke we de volgende ochtend zouden overschrijden. Nu we in de Rue du Pont waren aangekomen, vonden we vrijwel meteen onze slaapplaats voor de komende nacht, met name ten huize van Mevr. Finot. Het was dan ook reeds behoorlijk laat toen we aldaar aankwamen, met name 18:45 uur. De bejaarde weduwe was reeds ongerust geworden dat haar pelgrims niet waren komen opdagen. We konden haar echter vrij snel gerust stellen en kregen dan ook een kamer toebedeeld op het eerste verdiep in de woning. We konden er vrij beschikken over een eigen badkamer en toilet en mochten even later aanzitten voor een lekker avondmaal. Een voorgerechtje bestaande uit tomaat met kaas, gevolgd door gebakken aardappelen, omelet en salade en tot slot de traditionele kaasschotel en een vanillevla, dit alles geserveerd met een glaasje rode wijn. Het is niet elke dag zo een feestmaal geweest. Na nog wat gezellig napraten na de maaltijd, vooral over het verleden van haar man en het hoe en waarom van het opvangen van pelgrims, konden we beginnen aan een verdiende nachtrust.

Deze etappe was dan ook goed voor 34178 stappen, 25,633 km, 1204,8 cal in een wandeltijd van 06.24.18 uur. Een behoorlijk zware etappe achter de rug, vooral omwille van de combinatie van het soms moeilijk begaanbaar pad, de hitte en vooral de opeenvolging van de dagetappes. Gelukkig zou de volgende dag eerder beperkt zijn inzake afstand, daar we een alternatief dienden te zoeken, wegens het niet verkrijgen van een slaapplaats in het geplande Savières. We dienden dan ook de etappe noodgedwongen in te korten, teneinde in een ander dorp onderdak te vinden. Maar daarover uiteraard meer in een volgende wandelbijdrage op weg naar Troyes.”

395: Baye, Woensdag 21 september 2016, 23,542 km. (8060,312 km.)

“Na een nachtje in een eerder klein bed, vooral gezien onze lichaamslengte, toch min of meer goed geslapen, waren we toe aan een volgende dag op weg naar de stad Troyes. Deze woensdag begon dan ook vrij vroeg, vermits we even vóór de klok van zeven uur, reeds terecht konden in de enige kleine ‘boulangerie’ welke het dorp rijk is. We gingen er dan ook over tot de aankoop van enkele verse croissants, een paar chocoladebroodjes en flesjes water. Daarna ging het opnieuw richting Foyer de Charité, alwaar we konden genieten van het ontbijt, weliswaar wij beiden alleen, vermits de bewoners slechts het ontbijt namen na de ochtendmis. Na enkele bekers nescafé, een paar stukjes brood voorzien van confituur, ging het naar de kapel, teneinde omstreeks 07:30 uur de ochtendmis bij te wonen. Zowat hetzelfde ritueel als de vorige avond vond plaats, met als gevolg dat de dienst zowat één uur in beslag nam. Wel werden we vermeld in het ochtendgebed en kregen dan ook de zegen van prêtre Jérôme, voor een behouden tocht. Na de dienst namen we dan ook afscheid in de eetzaal van de overige bewoners, verkregen een stempel in een Compostelaboekje en een envelop, voorzien van een ‘donativo’ werd afgegeven. Even later konden we dan eindelijk op weg voor de vijfde dagetappe op weg naar Sézanne.

Het was ondertussen reeds 09:00 uur geworden, toen we het voormalige kasteel van Baye konden vaarwel zeggen en beginnen aan een dagtocht van meer dan 20 km. Vooreerst echter werden als aandenken nog enkele foto’s gemaakt van de bewoners alsook van de schitterende tuin achter het kasteel. Nadien verlieten we via de oprijlaan het Foyer de Charité en bevonden ons aldus opnieuw op de D951, de Grande Rue. We namen nagenoeg dezelfde weg als de dag voorheen, met name even rechtsaf tot aan de Rue de la Rosière en vervolgens opnieuw rechtsaf, richting voormalig station van Baye. De plaats alwaar we de dag voorheen onze route hadden verlaten, teneinde te overnachten in Baye. Het ging dus vrij snel in dalende richting via een kasseistrook, tot we opnieuw op het geplande traject waren aangekomen. We gingen een derde maal haaks rechtsaf en zo betraden we een voormalige spoorwegbedding onder het gebladerte van enkele flinke bomen. Deze makkelijk te bewandelen grasstrook, met links een stuk bos en rechts het domein van het Foyer, zou ons leiden tot aan de drukke D951 verderop. Omwille van het zware vervoer langsheen deze weg, verkozen we te wandelen via een rustig pad. We bevonden ons trouwens op het traject van de GRP Tour du Pays de Montfort.

De eerste ontmoeting van de dag vond plaats zowat halverwege dit graspad, toen we een oude boer bemerkten, doende met wat afval te verbranden. In een moeilijk verstaanbaar dialect, kregen we toch één en ander te horen over de man zijn afkomst en bezigheden. Verbaasd dat we met dergelijke uitrusting doorheen Frankrijk trokken en nog meer over de af te leggen afstand, kregen we toch herhaaldelijk een ‘bonne route’. We vervolgden dan ook onze tocht, tot we uiteindelijk opnieuw de D951 bereikten. Een ‘Borne’ van de bekende ‘Voie de la Liberté’ bevond zich bezijden de weg. We hadden er reeds enkele bemerkt, er zouden er nog heel wat volgen tijdens het verdere verloop van de dag. We kruisten de D951, wandelden aan de overzijde enkele meters naar rechts, om nadien over een sloot te stappen en linksaf te wandelen, achter een rij bomen. We betraden er een pad dat naar rechts draaide en zo begonnen we aan een klim naar de hoger gelegen wijngaarden. Opnieuw druiven dus en dat voor de vijfde dag op rij.

Achter ons zagen we langzaam Baye verdwijnen en toen we zowat het hoogste punt van de helling hadden bereikt, hadden we een keuze tussen twee verschillende routes. Ter hoogte van de eerste wijngaard kon men verder rechtdoor wandelen, richting Reclus, ofwel linksaf slaan, teneinde aldus verder de Via Campaniensis te blijven volgen. We opteerden voor de tweede mogelijkheid en stapten dan ook naar links, langsheen de rand van de wijngaard. Enkele percelen later, daalden we af tot aan de openbare weg, de Route d’Épernay, om deze weg even naar links te volgen tot aan het kruispunt met de D43. We troffen er een wegwijzer aan, met vermelding van Troyes, Sézanne en Soizy-aux-Bois. We troffen er enkele rotsblokken aan, goed teneinde even te pauzeren en een hapje te eten. Het was stilaan 10:45 uur geworden en we lieten ons dan ook een eerste croissant smaken. Nadien ging het linksaf, tot we terug de drukke D951 bereikten, om vervolgens deze drukke weg te volgen naar rechts tot aan het kerkje van Saint-Prix. Net alvorens de kerk te bereiken, overschreden we nog Le Petit Morin. De grote broer zouden we later op de dag ontmoeten. Toen we ter hoogte van de kerk waren aangekomen, kwam zowaar de zon te voorschijn. Een blik op de klok leerde ons, dat het even voorbij elf uur was geworden.

Het kleine kerkje was ook alweer niet toegankelijk, dus volgden we verder de route naar links. Juist voorbij het gebouw bemerkten we de blauwgele aanduidingen van de Via Campaniensis en tevens de geelrode markeringen van de GRP Thibaud de Champagne. Een steil rotsachtig pad ging meteen flink de hoogte in en verdween onder het gebladerte. Al onze moed bijeen schrapend, verlieten we dus de openbare weg en gingen rechtsaf, het pad tegemoet. De hellingsgraad was vrij hoog en zo zagen we bijna onmiddellijk de kerk rechts van ons in de diepte verdwijnen. Het losliggend gesteente maakte het moeilijk het pad te beklimmen, mede door de vochtigheid onder het gebladerte. Na heel wat gezwoeg arriveerden we op het hoger gelegen plateau in volle zon. Het struikgewas liet even toe dat maatje een sanitaire stop kon maken. We genoten er tevens van enkele minuten rustpauze, na deze lange en steile beklimming. We wandelden vervolgens rechtsaf, langsheen de rand van het bos, waar we zonet een stukje waren doorheen gekomen. Links kregen we een schitterend zicht over de uitgestrekte landerijen. Een brede grasweg liet ons toe langzaam af te dalen naar de in de verte reeds zichtbare D44.

We daalden op die manier af langsheen de bosrand, af en toe haaks rechtsaf en vervolgens haaks linksaf. Het was min of meer in zigzag, dat we tenslotte de lager gelegen weg, de D44 bereikten. De zon was ondertussen permanent aanwezig en dat zorgde voor een aangenaam wandelklimaat. Eenmaal opnieuw asfalt onder de schoenen, volgden we de D44 naar rechts, richting centrum van Soizy-aux-Bois, dat we reeds konden waarnemen. Een nagenoeg lijnrechte weg, liet ons vooreerst even halt houden ter hoogte van een rechts gelegen militaire begraafplaats. ‘La nécropole nationale de Soizy-aux-Bois’, herinnert dan ook aan de befaamde ‘La Bataille de la Marne 1914’. We konden dan ook niet nalaten deze Franse militaire begraafplaats even te bezoeken en te denken aan het gruwelijke oorlogsleed. Zowat tien minuten later, bereikten we het kruispunt van de D44 en D951, de Rue du Château tegenover de plaatselijke Mairie van Soizy-aux-Bois. Er bevond zich aldaar een kleine parking, voorzien van enkele zitbanken. Het was intussen 12:25 uur en we namen dan ook de tijd voor het nuttigen van een middagmaal.

Door middel van onze campingbrander hadden we dan ook in geen tijd een kopje koffie klaar en we lieten ons dan ook een chocoladebroodje smaken. Na een iets langere rustpauze, gingen we opnieuw op pad. We kruisten de D951 en namen nog even de tijd een monumentje ter hoogte van de Mairie op de digitale plaat vast te leggen. Het ging vervolgens naar links, langsheen de D951, ondertussen Rue de Velours geheten. We hadden alweer geluk, deze drukke weg niet lang te moeten volgen, daar we bij het verlaten van de bebouwde kom van Soizy-aux-Bois, rechtsaf wandelden via de D647 en vrijwel meteen opnieuw linksaf via een grasweg. Dit pad verliep enigszins evenwijdig aan de drukke D951, alwaar we ons terug bevonden op een gedeelte van de GRP Thibaud de Champagne. Voor de trouwe lezers ondertussen een bekend gegeven: geelrode markeringen. Een eindje dit graspad gevolgd, bereikten we een rechts gelegen bos, alwaar zich een enorme molensteen bevond, ter hoogte van de hoek van het bos. We wandelden langsheen de bosrand, tot we verderop een zendmast bereikten en tevens een dwars gelegen grindweg. We gingen enkele meters naar rechts en onmiddellijk nadien naar links, ditmaal langs de rand van een links gelegen bosgebied.

Wandelend via opnieuw een grasweg, konden we genieten van de zon en vooral van de weidse vergezichten langs rechts. Toen we het bos voorbij waren, bereikten we opnieuw de openbare weg en bevonden ons ondertussen in het dorpje Chapton. We arriveerden dan ook op de D47, de Rue des Dames. We wandelden linksaf richting dorpskern, eigenlijk eerder een gehucht, vermits de plaats deel uitmaakt van La Villeneuve-lès-Charleville. Het ging voorbij enkele hoeves, een oud waterpunt en vervolgens een soort watertoren, om tot slot de Rue des Dames te verlaten en in dezelfde richting de Rue de la Morelle te betreden. Even vóór we een oude overdekte waterput bereikten, ging het haaks naar rechts, tussen twee woningen door, naar een achter gelegen veldweg. De temperatuur was inmiddels flink opgelopen en in de schaduw van enkele struiken, konden we er even pauzeren en een koel drankje nuttigen. Het was dan ook zowat het warmste moment van de dag, daar we reeds de klok van twee uur voorbij waren. Een blikje cola werd dan ook in een recordtempo geledigd.

Even bekomen van de warmte, zetten we onze dagtocht verder. We stapten via dit deels verhard pad nu tussen de uitgestrekte akkers en weilanden, zonder ook maar de minste beschutting tegen de zon. We voelden dan ook dat het nog een lange lijdensweg zou worden deze dag. Ter hoogte van een kruising van veldwegen ging het even later linksaf. Heel in de verte bemerkten we een openbare weg en een rij bomen en het traject min of meer inschattend, gingen we die richting uit. Bijna lijnrecht volgden we opnieuw een graspad richting bomen. Geruime tijd later, omstreeks 15:00 uur bereikten we de weg, ter hoogte van een kleine beek en troffen er dan ook een verhoogde boordsteen aan, teneinde even in de schaduw te pauzeren. Laten we eerder zeggen een drinkwaterpauze. We vervolgden onze wandeling via de openbare weg, de Route de Mondement, naar rechts, richting Lachy. Het ging voorbij een links gelegen boomgaard, terwijl we rechts de watertoren van Lachy konden waarnemen.

Nog steeds dezelfde weg volgend, arriveerden we ter hoogte van het grensbord van Lachy, om daar een infobord aan te treffen, met de vermelding ‘Les Sources du Grand Morin’. Eerder op de dag hadden we reeds de kleinere versie overschreden bij het binnenkomen van Saint-Prix. We dienden even via een opening in de haag en onder enkele struiken door op zoek te gaan naar deze bron. Uiteindelijk kregen we een weinig water te zien, dat uit de grond opborrelde. Een grote naam eigenlijk voor iets amper waarneembaar. Die wijsheid waren we dan ook alweer rijker op weg naar Sézanne. Na deze bezienswaardigheid ging het nog steeds verder via dezelfde Route de Mondement tot aan het kruispunt met de D346, de Route de Charleville. Midden het kruispunt bevond zich een pleintje, voorzien van een schaduwrijke boom, alsmede een pelgrim vervaardigd uit metaal. We hadden dergelijke pelgrimfiguren al vaker gezien en er zouden er nog heel wat volgen. Rechts bevond zich de plaatselijke kerk van Lachy, alsook de Mairie. We weken even van de route af en namen vooreerst even plaats op de trappen van de Mairie, teneinde even te denken aan wat mondvoorraad, het was immers reeds 15:30 uur en de magen lieten zich voelen.

Gezeten in het zonlicht, gaven we ons dan over aan een stukje brood, wat choco, ondertussen al een beetje gesmolten, een stukje chorizo en water. Met veel belangstelling werden we in het oog gehouden door een gemeentewerker op het kerkhof. Blijkbaar had de man het ook warm. Na onze maaltijd namen we nog even de tijd om de kerk van nabij te bekijken, jammer genoeg kwamen we niet verder dan het portaal. Doch een stuk geschut op het kerkhof trok dan weer even de aandacht. We verlieten nadien onze picknickplaats en keerden een eindje op onze stappen terug, tot aan de pelgrim op het pleintje. Aan de overzijde volgden we dan maar de Rue des Sources, met andere woorden een stukje via de D346. Op die manier stapten we enigszins omheen het dorp Lachy en dit via de Rue des Sources, de links gelegen Rue des Marais, alwaar we ‘Le Grand Morin’ overschreden en tenslotte de Rue du Château. Deze laatste liet ons even voelen, hoe het is na zoveel kilometer, een steile helling te nemen. Het ging aldaar stapvoets de hoogte in, gelet op de sterke hellingsgraad van de weg. We hadden eerder het gevoel stil te staan, dan te vorderen. Op het hoogste punt bereikten we dan ook een plek, geheten ‘Le Château’. De plaats waar zich ooit het kasteel bevond van koningin Blanche van Navarra.

We wandelden aldaar haaks rechtsaf, naast de links gelegen restanten van de voormalige slotgracht en doorheen een klein stukje bos. Eenmaal er doorheen ging het even links rechts, nadien vooreerst langsheen de rand van een ander bos en uiteindelijk er doorheen. Eenmaal de bomen achter ons gelaten, bereikten we een open vlakte en konden we in de verte een hoogspanningsmast bemerken, het volgende doel wat we dienden te bereiken. Het ging nagenoeg in rechte lijn via een brede grasweg naar de reeds vermelde mast. De klok gaf dan ook reeds 17:05 uur aan, toen we tenslotte de mast hadden bereikt. We waren nu niet meer zo veraf van het in het dal gelegen Sézanne. W namen er dan ook even de tijd, een laatste croissant te nuttigen en de laatste fles water te openen. Met een beetje geluk bereikten we even later nog enkele geopende winkels in de stad. Na deze maaltijd ging het achter de hoogspanningsmast rechtsaf in de richting van de boerderij ‘Sans Souci’ even verder gesitueerd. We lieten de boerderij rechts liggen en stapten verder over een onverhard pad, tot we wat verderop de eerste weg links zouden kiezen. We kregen dat ook een aanwijzing ter hoogte van een bosje links, alwaar we dienden linksaf te gaan doorheen het bos. Een steile afdaling op een smal kronkelend pad, liet ons heel vlug aan hoogte verliezen.

Net alvorens het bos in te gaan, hadden we reeds een vergezicht verkregen over Sézanne en vooral wat betreft de imposante kerk. Het gevaarlijke pad voorbij, bereikten we enkele wijngaarden welke zich bevonden op de flank van de heuvel. Links bemerkten we nu duidelijk de stad Sézanne. We daalden verder af via een paadje dat slingerde tussen de wijngaarden, tot we uiteindelijk beneden arriveerden ter hoogte van een tunnel onder de N4, de weg richting Parijs. Het ging aldaar linksaf onder de brede weg en op die manier bereikten we het grensbord van Sézanne. Een metalen pelgrim wees nogmaals de juiste richting aan. We waren nu even voorbij de klok van 18:00 uur en waren niet ver meer verwijderd van onze plaats om te overnachten. We bevonden ons nu in de Rue de Vauchamps en volgden deze straat rechtdoor tot aan de D373. We sloegen linksaf richting centrum van Sézanne. Aan de overzijde van de weg bevond zich de Rue du Calvaire en dat was meteen het doel voor de volgende dag, wanneer we verder zouden wandelen tot in Anglure.

Gelet op onze reservatie in het bejaardentehuis ‘Foyer François de Sales’, volgden we verder de D373 naar links. Op weg langsheen deze Route de Paris vonden we nog een geopende ‘boulangerie’ en konden aldaar dan ook reeds overgaan tot de aankoop van brood en dranken voor de volgende dag. Even verderop ging het langs de kerk om tenslotte wat later aan te komen in de Rue Aristide Briand. Het was net geen 19:00 uur toen we werden ontvangen door de zusters, die instaan voor het onthaal en zorg voor de bejaarden. Na een hartelijk welkom door soeur Anne Françoise, kregen we er kamer 133 toegewezen, weliswaar voorzien van slechts één bed, doch met voldoende plaats om ernaast een dikke matras te leggen. Zo konden we toch min of meer een comfortabele nacht tegemoet zien. We werden er ook hartelijk welkom geheten door ‘Joyeux’, een flinke hond, welke zomaar doorheen gangen en kamers van het bejaardenhuis kan rennen. Een ideale gezel voor de patiënten met beginnende dementie in het huis. Nadat we ons even hadden kunnen opfrissen, mochten we vrijwel dadelijk tussen de andere bewoners aanzitten voor het avondmaal, bestaande uit: soep, paté met boontjes en brood, een vanillevla en water. We konden er tijdens de maaltijd gezellig keuvelen met twee bejaarde en reeds op rust gestelde priesters.

Na een rustige avond konden we uiteindelijk het bed opzoeken en overgaan tot een verdiende nachtrust. Deze dag was uiteindelijk goed voor 31390 stappen, 23,542 km, 1069,5 cal in een wandeltijd van 05.51.56 uur. Toen we na deze eerder vermoeiende dag de kamerdeur dicht deden, bemerkten we op de keerzijde van de deur een ‘Prière de pèlerins’, we willen jullie de inhoud daarvan niet onthouden:

‘Seigneur Jésus, qui vous offrez à nous comme la route vivante, toute irradiée par la lumière d’en haut, daignez vous joindre à nous sur le chemin de la vie, comme vous de fîtes jadis pour les pèlerin d’Emmaüs. Donnez-nous part à votre Esprit, afin que nous découvrions la voie de votre plus grand service et que, nourris de l’Hostie, ce vrai pain des pèlerins, nous cheminions allègrement, malgré fatigues et contradictions, sur le chemin que mène droitement à la maison de Père. Amen.’”

394: Montmort-Lucy, Dinsdag 20 september 2016, 14,515 km. (8036,77 km.)

“Vandaag waren we reeds toe aan de vierde dagetappe op weg naar Troyes. Na een zalige nachtrust in het kleine hotel ‘De la Place’, konden we even vertoeven in de badkamer voor een kort ochtendtoilet. Even later konden we in het restaurant terecht voor een smakelijk ontbijt, bestaande uit verse koffie, croissants, chocoladebroodjes, baguettes, ham en kaas, confituur en fruitsap. We lieten ons dit ontbijt dan ook smaken. Na vervolgens de bagage te hebben nagekeken, konden we in de receptie afrekenen, wat betreft de door ons genuttigde drankjes van de vorige avond. Een blik naar buiten leerde ons, dat er wat mist aanwezig was in de aangrenzende dalen. Maar wellicht werd het later opnieuw een zonnige en aangename wandeldag. Een eerder korte etappe weliswaar, welke ons zou toelaten Baye te bereiken in de loop van de vroege namiddag. Alvorens definitief van start te gaan, deden we nog enkele aankopen in de plaatselijke ‘boulangerie’ juist naast het hotel. Nadien, voorzien van enkele verse rozijnenkoeken en een paar flesjes water, konden we de volgende tocht tegemoet zien. Het was ondertussen 08:35 uur geworden, dus keerden we het hotelletje de rug toe.

We verlieten de Place Général de Gaulle, wandelden even naar links tot aan de Mairie ter hoogte van de rechts gelegen D951, de Rue de la Libération. We konden nog even voor het laatst het kasteel in de verte bekijken, alvorens rechtsaf te wandelen en te beginnen aan een lichte klim via de D951, richting Champaubert. Het was vrij druk langsheen de weg op dit vroege uur en we hadden dan ook geluk, deze weg slechts over korte afstand te moeten bewandelen. Ter hoogte van de eerste straat links, de Rue de la Maladrerie, keerden we het drukke verkeer de rug toe en gingen op zoek naar rustige veld- en bospaden. Na een paar honderden meters stappen, bij het verlaten van de bebouwde kom, verlieten we definitief de openbare weg en sloegen een rechts gelegen graspad in, dat zowat evenwijdig verliep met de eerder gevolgde D951. Rechts bevond zich wat beplanting en links akkers. Min of meer een halve kilometer later, draaide het pad naar links en daar kregen we meteen zicht op zowat vijf kilometer kaarsrecht graspad dat we dienden te betreden. Omwille van de dauw, lag het gras behoorlijk nat en dus was aangepast schoeisel noodzakelijk, teneinde vooral de voeten droog te houden.

Bezijden het graspad bevonden zich elektriciteitspalen en we zagen deze tenslotte verdwijnen ter hoogte van een boszone heel in de verte. Voor de rest niets anders, dan aan weerszijden van het graspad velden en reeds verder weg, de drukke D951. Van gebouwen absoluut vooralsnog geen sprake. Na een tijdje stappen ging het voorbij de links gelegen ‘Grange Laurent’, of wat daarvoor mocht doorgaan. Blijkbaar behoorden de vroegere activiteiten reeds lang tot het verleden, gelet op de staat van de hoeve. Een infobordje liet ons vernemen, dat er nu een beeldhouwer zou gehuisvest zijn, weliswaar achter een gesloten omheining. We volgden dan maar verder de meest eenvoudige richting, rechtdoor dus. Van tijd tot tijd ging het graspad even over in een stukje grindweg, vooral in de nabijheid van de schaarse boerderijen in de omgeving. Heel wat later kwamen we voorbij een tweede hoeve, de ‘Grange de Vaux’ welke we rechts lieten liggen, doch nog altijd dezelfde schijnbaar oneindige weg volgend, lijnrecht in de richting van een eerste boszone. Eenmaal tussen de bomen, konden we even genieten van een zeldzame jonge ree, die het waagde even het bospad te betreden. Tal van eekhoorns gingen vliegensvlug de bomen in bij het naderen van twee eenzame wandelaars.

Deze korte passage doorheen een mooi stukje natuur, eindigde vervolgens ter hoogte van de D933, de verbindingsweg tussen Champaubert en Étoges. We waren zowat twee uur onderweg, vermits onze klok ondertussen reeds 10:30 uur aangaf. Het geeft in elk geval een raar gevoel, een rustig bospad te verlaten en plots oog in oog te staan met een drukke dwarsweg. De vrachtauto’s daverden voorbij langsheen deze golvende, alweer nagenoeg lijnrechte weg. Met de nodige voorzichtigheid raakten we veilig en wel aan de overzijde en volgden steeds in dezelfde richting nog steeds een graspad. Ditmaal opnieuw in de richting van een boszone. Naarmate we ons verder van de weg verwijderden, nam dan ook het lawaai van het verkeer af. Alvorens even verderop het bos in te gaan, hielden we er even halt voor een korte rustpauze. We vonden dan ook een obstakel in de buurt dat kon dienen als zitbankje. De bewolking was nog altijd aanwezig, doch desondanks toch aangenaam wandelweer. Na een deugdzaam oponthoud, konden we terug op pad.

De tweede doortocht doorheen een stukje bos, was eveneens van vrij korte duur. Enkele houten observatietorens onderbraken even de eentonigheid van het wandelpad. Op het einde van het graspad en aan de rand van het bos gekomen, ging het linksaf, om vrijwel dadelijk langsheen een waterpartij te wandelen. Deze ‘Étang des Loups’ werd blijkbaar gedeeltelijk heraangelegd, getuige een aanwezige kraan en aanleg van nieuwe wandelpaden. Even voorbij de vijver ging het via een veldweg naar rechts, richting D343. Aldaar aangekomen volgden we deze asfaltweg over korte afstand naar rechts, in de richting van ‘La Censé Rouge’ een boerderij in werking, met inderdaad zelfs rode dakbedekking. Net vóór de boerderij ging het terug naar links, teneinde een onverhard pad te betreden. Ter hoogte van de boerderij troffen we dan ook bezijden het pad een houtstapel aan, waar we handig gebruik van maakten, enkele zitbanken in elkaar te knutselen. Het was zowat 11:20 uur en we hadden behoorlijk trek in een verse rozijnenkoek. We lieten ons die dan ook smaken, ondertussen genietend van de weidse omgeving. 

Op het einde van de veldweg bevond zich eveneens een stukje boszone en na het verwerken van onze koek, ging het dan ook die richting uit. Gekomen ter hoogte van het bos, ging het dan ook nagenoeg haaks naar rechts, het bos in. Ook ditmaal hoefden we ons geen zorgen te maken betreffende het te volgen pad, gewoon rechtdoor richting Baye. Een smalle bosweg onder het gebladerte was dan ook het uitzicht voor een tijdje. Eerder donker wegens gebrek aan voldoende lichtinval, vorderden we toch gestaag doorheen dit vochtige stukje parcours. Bezijden het pad bevonden zich hellingen, waardoor het water richting pad vloeide. Hier en daar zelfs vrij modderig tot gevolg. Na een hele tijd het pad te hebben gevolgd, verlieten we via een soort tunnel het bos en bereikten een grasperk naast de openbare weg. We waren nu vrij dicht bij het centrum van Baye. We troffen enkele woningen aan ter hoogte van een brugje over een beek. Een picknickbank in de berm trok dan ook even onze aandacht en op die manier gingen we over tot een vrij lange rustpauze. We bevonden ons dan ook ter hoogte van het kruispunt van de Rue de Mourlin en de Rue de la Gare. Het was toen exact 12:45 uur.

Door middel van onze campingbrander hadden we in geen tijd een kopje verse koffie klaar en konden we opnieuw genieten van een ontbijtkoek, ditmaal ‘made in Montmort-Lucy’. Dat de rozijnen zowat dezelfde smaak hebben als ten huize, daar konden we mee leven. Terwijl we genoten van een late middagmaaltijd, hadden we zicht op een groep koeien in een aanpalende weide en enkele wijngaarden op een verder gelegen helling. We hadden tijdens de voorbije uren amper druiven bemerkt, doch stilaan verlieten we dan ook de streek van de Champagne. Vier dagen wijngaarden, het werd langzaam van het goede te veel. Nadat alles zich opnieuw bevond in de wandelkar, waren we toe aan het laatste stukje wandelweg voor vandaag. We gingen dan ook links verder, richting voormalig station van Baye. Een smalle asfaltweg hiertoe als gids. Een tiental minuten later konden we dan ook van nabij het voormalige station bekijken. Het oude naambord bevindt zich nog op de gevel, maar het gebouw is tegenwoordig bewoond. Even voorbij het stationsgebouw bereikten we een kruispunt, alwaar het naar rechts ging, een steile kasseiweg, dus nog even een beklimming richting slaapplaats. De kasseien gingen over in een asfaltweg en zo betraden we de Rue de la Rosière, welke uitmondde op de hoofdweg doorheen Baye, de Grande Rue ofwel de D951. Tiens, waar hebben we dat nummer nog gezien?

Het was zowat 14:00 uur toen we uiteindelijk het Foyer de Charité van Baye bereikten, gelegen langsheen de D951, waar onophoudelijk zwaar vrachtverkeer de dienst uitmaakte. We stonden dan ook even verbaasd over de grootte van het complex. Alvorens het eigenlijke domein te betreden, poseerden we nog even naast een ‘Borne’ van de zogeheten ‘Voie de la Liberté’. Het zou voorwaar niet de laatste zijn die we onderweg te zien kregen. Nadien ging het door het toegangshek en via een oprit onder een toegangspoort tot op de binnenkoer van het voormalige kasteel van Baye. Nu wordt het gebouw bewoond door een gemeenschap van leken, die naar het voorbeeld van de eerste christenen hun materiële, geestelijke en spirituele goederen gemeenschappelijk maken en deze gelofte ook beleven. Na aanbellen werden we door één van de bewoners te woord gestaan, doch kregen de melding dat pelgrims slechts werden ontvangen na 15:00 uur. We dienden dus nog even te wachten alvorens te worden ontvangen. We maakten dan ook een klein ommetje richting dorpskern teneinde de tijd te verdrijven. We bemerkten er een ‘boulangerie’, doch gesloten. We konden er wel terecht de volgende ochtend vanaf 07:00 uur. De kerk was niet toegankelijk omwille van instortingsgevaar, dus hielden we even halt in een klein hotel-restaurant-bar en genoten er van een kopje koffie in afwachting dat een uurtje vlug zou verstrijken.

Vervolgens ging het opnieuw richting Foyer, alwaar we ditmaal werden ontvangen door Liseranne. We verkregen er vooreerst een kop koffie en een stukje chocolade, waarna we een kamer kregen toegewezen op de hoogste verdieping. Weliswaar een vrij sober kamertje, een stoel en een kast en twee kleine bedjes, met sanitair op de gang. Al bij al verkregen we op die manier een idee, hoe sober de bewoners hier leven. Teneinde de namiddag enigszins nuttig te besteden, kregen we omstreeks 16:00 uur een rondleiding in de bijhorende kapel van St. Alpin door één van de bewoners, met name Henry. De man vertelde dan ook ruimschoots een uur uitvoerig over de vijf glas-in-loodramen waarover de kapel beschikt. Nadien werden we uitgenodigd tot het bijwonen van de gebedsdienst in de kapel om 18:30 uur. Zowat een uur brachten we er door, in stilte, terwijl de bewoners ons af en toe hun gezangen en gebeden lieten horen, weliswaar allemaal in het Frans. Meezingen hoefde niet, we kenden immers nog de liederen, nog de maat van de muziek. Maar toch doet het even nadenken over sommige zaken in het leven.

Tot slot van de dag konden we omstreeks 19:30 uur nog genieten van een avondmaal samen met de bewoners in de grote eetzaal en gezeten aan een enorme tafel, welke plaats bood aan niet minder dan zestien personen. Op vraag van prêtre Jérôme namen we plaats rechts van hem. Op het menu: wortelsoep gevolgd door pasta, venkel en roerei en als dessert appels bereid in de oven. Natuurlijk mocht een stukje kaas aan het avondmaal niet ontbreken. Uiteraard werd de maaltijd voorzien van mineraal water. De avondmis, daarvan werden we vrijgesteld, op voorwaarde dat we ’s ochtends, alvorens het ontbijt, zouden aanwezig zijn tijdens de mis om 07:30 uur. Na nog wat te hebben nagepraat met de bewoners, konden we tenslotte ons bed opzoeken en overgaan tot een verdiende nachtrust.

Deze etappe vandaag was dan ook eerder beperkt in lengte. We hielden het bij 19354 stappen, 14,515 km, 653,1 cal in een wandeltijd van 03.41.42 uur. De volgende dag zou echter vrij vroeg aanvangen, aangezien we alvorens de mis bij te wonen, vooreerst op zoek zouden gaan naar vers brood bij de lokale bakker. Er wachtte ons immers opnieuw een vrij lange wandeltocht richting Sézanne. Maar daarover vanzelfsprekend meer in een volgend verhaal op weg naar Troyes.”