zondag 27 september 2020

375: Morlanwelz, Maandag 04 juli 2016, 31,633 km. (7621,769 km.)

“Vandaag was het de grote dag, immers we vertrokken voor een tocht van elf dagen, welke ons uiteindelijk ertoe zou leiden, dat we op de 14de juli Reims zouden bereiken. Onze vorige etappe op weg naar Santiago de Compostela dateerde immers reeds van 30 april 2016, toen we eindigden in Morlanwelz, zowat de laatste grote halte vóór de Franse grens. We vertrokken dan ook vrij vroeg ten huize, voorzien van onze wandelkar, waarin het nodige materiaal voor de komende elf dagen was opgeborgen. Omstreeks 06:35 uur, ging het dan ook per bus naar het station van Mechelen. Even later, omstreeks 06:59 uur namen we de trein IC3428 richting Binche. De dag zou echter niet meteen een start kennen zoals we hadden gedacht. Eenmaal op de trein kregen we te horen, dat wegens een ongeval en beschadiging aan de infrastructuur, de trein niet tot het eindstation zou rijden. Als gevolg daarvan hielden we halt in Brussel-Zuid en hadden aldaar om 07:43 uur aansluiting naar Charleroi-Zuid. Gelukkig konden we tot slot daar vrij vlug verbinding maken naar het station van Morlanwelz, dat we bereikten omstreeks 09:14 uur. Hoeft het nog gezegd, onderweg daarheen was het beginnen regenen en dat beloofde weinig positief voor de rest van de dag.

In Morlanwelz ging het vanaf het station in de richting van de Rue de la Potrée, het kruispunt waar onze vorige etappe werd afgesloten. We wandelden dus vooreerst via de Place Albert 1er, teneinde er de dag aan te vangen met een kopje koffie in de taverne L’Italo-Belge, de klok wees toen reeds 09:20 uur aan en we hadden nog een lange dag voor de boeg. Na deze rustpauze en ondertussen voorzien van ons regenpak, ging het verder via de Rue Raoul Warocqué, de Rue de la Résistance en de Rue Général de Gaulle naar het reeds eerder vermelde kruispunt. Met heel wat vertraging konden we dan uiteindelijk aan onze volgende etappe, op weg naar Santiago de Compostela beginnen. Tijdens een voorgaande etappe bereikten we dit kruispunt komende van rechts uit de richting van de Chaussée de Mariemont. Ditmaal hielden we rechtdoor aan en volgden we de Rue de la Potrée. Officiële start dus om 09:50 uur lokale tijd. Voorzien van koel regenwater stapten we aanvankelijk over asfalt langsheen de lokale begraafplaats. Een eerste blauw-gele sticker met daarop de schelp, gaf ons de aanwijzing dat we ons bevonden op de Via Gallia Belgica. Even voorbij het kerkhof verlieten we ter hoogte van een splitsing de openbare weg en hielden rechtdoor aan op een gedeeltelijk verharde veldweg. Vrij snel kregen we de eerste waterplassen voor de voeten en was het laveren teneinde de voeten droog te houden.

We konden amper genieten van de vergezichten, omwille van de neerslag en de laag hangende bewolking. De aardeweg volgend bereikten we een spoorweg, alwaar we voor links kozen. We wandelden een tijdje evenwijdig met de spoorweg, om vervolgens op een T-splitsing voor rechts te kiezen. Volgens onze wandelgids heette deze plek ‘Le chien qui pisse’. Het was er in elk geval een natte bedoening. We kruisten de spoorweg en bleven rechtdoor wandelen. Naarmate we vorderden werd het pad steeds moeilijker begaanbaar. Waterplassen maakten plaats voor modder, het hoge gras en de diepe tractorsporen maakten het alleen nog maar erger. Soms leek het alsof er geen doorkomen aan was. Toch lukte het met moeite om wat later een hoogspanningsmast te bereiken, alwaar de veldweg zich splitste. Het rechter pad leek er nog erger aan toe te zijn, dus volgden we de raadgeving in de wandelgids en namen de linker tak. We wandelden alzo nagenoeg evenwijdig met de linker hoogspanningslijn, ook al gaven GR-tekens en Compostelastickers de andere richting aan. Enigszins gehuld in een nevel, bemerkten we in de verte de eerste mijnterrils.

Af en toe in een soort geul wandelend, ging het even later onder de restanten door van een oude betonnen brug. De klok gaf ondertussen 11:00 uur aan en we vonden het stilaan tijd even een korte drankpauze te houden, net voorbij de brug. Een doosje fruitsap was alvast een opsteker onderweg. Een Compostelasticker op een stuk afvoerbuis, ditmaal van rode kleur, gaf ons de zekerheid, nog steeds het juiste pad te volgen. Nadien vervolgden we onze weg, teneinde de Rue de Binche te bereiken, die zich weliswaar bevond op het einde van deze veldweg en net voorbij een boerderij. Het kostte dan ook heel wat moeite de weg te bereiken, aangezien het einde van de veldweg was omgetoverd tot een soort beerput, waar je tot de knieën zou in verzinken. We maakten dan ook een ommetje over een deel van de akker, langsheen de mesthoop om droog de Rue de Binche te bereiken in het gehucht Garga. Gelukkig met min of meer propere wandelschoenen, maar het water had reeds zijn tol geëist, met natte voeten als gevolg. We volgden de Rue de Binche en vervolgens de Rue Joseph Wauters naar links. Onderweg een opmerkelijke bezienswaardigheid ‘Eglise à vendre’, kerk te koop dus. We bevonden ons ondertussen in Péronnes-les-Binche. Wat verderop hielden we even halt in een klein café.

We werden er warm onthaald door de uitbater, de genaamde Dominique van Italiaans-Griekse ouders, welke ons vrijwel meteen een gratis cola aanbood. Een leuke babbel in het café bistro Les Bons Amis, liet ons uiteindelijk toe de weg te vervolgen omstreeks 12:10 uur. We hadden meteen een warm pelgrimsgevoel verkregen. Met een ‘bonne route’ en ‘du courage’ stapten we verder doorheen de Rue Joseph Wauters tot aan het kruispunt met de Chaussée Brunehault. Hier ging het naar rechts tot aan een verder gelegen rotonde. We dienden er de richting Binche te nemen tot aan een vestiging van Brico Plus. Daar aangekomen ging het rechtsaf via een veldweg, naar verluidt een oud tracé van de Chaussée Brunehault, een deel van de vroegere Romeinse Heirbaan Keulen-Bavay. We vonden er ter hoogte van de inrit naar de Brico een plekje bezijden het pad, teneinde even te denken aan de inwendige mens. Net toen we een poging ondernamen de broodjes te nuttigen, kregen we een flinke regenbui over ons heen. De maaltijdpauze was dan ook van vrij korte duur, waarna we onze weg vervolgden via een graspad. We draaiden enigszins naar links en bereikten even verder de Mont de la Justice. Gelukkig konden we hier profiteren van de helling in dalende zin. Het ging beneden rechtsaf in de Rue de la Princesse en vervolgens ter hoogte van een wegwijzer naar het Musée Gallo-Romain en het baken Chaud Crotté, naar links in de Chaussée Romaine. We bereikten vervolgens het Statio Romana in Waudrez.

We bewandelden er een gedeelte van het traject ‘De Binche à Vodgoriacum’. Jammer genoeg konden we het museum niet bezoeken, daar het tijdens de voorbije dagen volledig onder water had gestaan. De schade was dan ook aanzienlijk. We mochten dan ook een kijkje nemen binnen, teneinde ons te vergewissen van de schade. Ondanks alle ellende, kregen we toch een mooie stempel in ons Compostelaboekje. De schuldige voor de aangerichte schade: een waterloop in de nabijheid. Voorbij het museum volgden we verder de Chaussée Romaine, ditmaal een flinke klim, tot aan een volgende rotonde. We hielden de richting Maubeuge aan op de N563, de Chaussée d’Estinnes en sloegen vervolgens de eerste straat rechts in, de Chemin des Vaches. We kregen zowaar voor het eerst op deze maandag de zon te zien. De weg welke we nu volgden, golfde min of meer tussen akkers en weiden. De eerste windturbines verschenen en we zouden er de komende dagen steeds meer te zien krijgen. Een golvende weg heeft ook enkele dalen, in zoverre dat we er eentje te verwerken kregen waar het water zowat 30 cm hoog stond. Er zat niets anders op, dan via een verhoogde grasberm omheen het water te stappen.

Na ruim 1,5 km dit smalle betonbaantje te hebben bewandeld, kregen we links de kerk in zicht van Estinnes-au-Val, omringd door een tweetal windturbines. We overschreden de Ruisseau des Estinnes via de Rue de Trivières en gingen aan het volgende kruispunt linksaf, via de Rue de L’Enfer, richting kerk. Zo bereikten we nadien links van de weg de kapel Notre-Dame-des-7-Doulers en even verderop de Sint-Maartenskerk van Estinnes-au-Val. Het was zowat 14:45 uur geworden, toen een huisgevel onze aandacht trok door een mooie blauwe tegel in het pleisterwerk, waarop een gele gestileerde Sint-jakobsschelp, voorzien van een gele pijl. Duidelijk dat we dus op de aangewezen route zaten. Aan de overzijde van de weg troffen we een bushokje aan, alwaar we even pauze hielden om de dorst te lessen. Even later verlieten we de dorpskom van het kleine Estinnes-au-Val en stapten verder zuidwaarts, via de Rue Grande, richting Estinnes-au-Mont. Het ging een poosje evenwijdig met de Ruisseau des Estinnes. We kwamen langsheen een apotheek en hielden daar even halt, vermits we, toch ruim voorzien van een medische kit, een pijnstiller hadden vergeten. Dus gingen we aldaar over tot de aankoop van een doos Dafalgan. We wandelden steeds maar in dezelfde richting verder, langsheen de manège Le Fayt, tot we geruime tijd later de kerk bereikten van Estinnes-au-Mont. Een modern waterrad sierde de dorpskom. Even voorbij de kerk kruisten we de gevaarlijke Chaussée Brunehault, de weg Binche-Givry (N563), teneinde aan de overzijde de Rue des Trieux te nemen, richting Fauroeulx.

Geruime tijd later, konden we deze Rue des Trieux verlaten, via een schuin rechts dalende Rue du Moulin. Bergaf wandelen heeft ook af en toe eens nut onderweg. Een kruispunt verder, verlieten we even het beton en namen een verharde veldweg, welke ons deed uitkomen ter hoogte van de Rue des Grands Trieux, opnieuw beton dus. We hielden rechts aan, wandelden voorbij een containerpark en volgden de Rue Biscaille, onder een oude spoorweg door, welke een nieuw bestaan kent als een Ravel Fietsroute. We hielden steeds dezelfde richting aan, waarbij de Rue Biscaille ondertussen de Rue Verte was geworden. De kronkelende weg liet ondertussen het aantal afgelegde kilometers oplopen. Ter hoogte van het kruispunt met de Rue des Déportés, wandelden we verder via laatstgenoemde straat, kruisten opnieuw de Ruisseau des Estinnes en sloegen rechtsaf in de Rue Tous Vents. Hier, dit landelijk wegje volgend, kregen we opnieuw een mengelmoes van wat de natuur te bieden heeft. Een holle weg, begroeide bermen en later opnieuw uitgestrekte landerijen en weiden. De Rue Tous Vents was ondertussen overgegaan in de Chemin de Maubeuge en dat deed reeds een belletje rinkelen met het oog op de volgende dag.

Uiteindelijk bereikten we de restanten van het ‘Ancien couvent des soeurs d’Amiens’, het is te zeggen een rode bakstenen muur, voorzien van een roestig toegangshek, alwaar we rechtsaf dienden te gaan in de Rue du Château, richting dorpskern van Croix-Lez-Rouveroy. Weinige ogenblikken later wandelden we langsheen de O.-L.-Vrouwkerk van het dorp, een weliswaar gesloten kerk. Voorbij de kerk ging het vervolgens via de Rue Général Leman naar Rouveroy. Onderweg daarheen kwamen we langsheen het Château de Rouveroy en de plaatselijke église Saint-Rémi. Even later bereikten we de drukke N40, de Rue Roi Albert, om zowat 50 m verder aan de overzijde te kiezen voor de Rue Sainte Barbe. Hier wandelden we in de richting van La Houblonnière. Op een Y-splitsing werden we enigszins misleid door een aangebrachte Compostelasticker, waardoor we de Rue Sainte Barbe volgden in de verkeerde richting. Op die manier volgden we een landelijke kaarsrechte weg, waarbij de Rue Sainte Barbe overging in de Rue du Petit Paris. Ondertussen hadden we reeds de Belgisch-Franse grens ongemerkt overschreden. Nog steeds hetzelfde wegje volgend bevonden we ons ondertussen in de Rue de la Forge. Uiteindelijk, totaal uit de richting gewandeld, vroegen we raad ter hoogte van een boerderij. Aldaar verwees men ons naar een veldweg linksaf.

Vermits deze weg amper een weg kon worden genoemd, althans niet volgens het uitzicht, hadden we een vermoeden dat de bedoelde veldweg nog iets verder gesitueerd was. Nog een eindje verder stappend, bevonden we ons plots in Villers-Sire-Nicole. Een passante werd aangesproken en toen bleek dat we zowat drie kilometer uit de richting waren gegaan. We verkregen dezelfde info, met betrekking tot de eerder genoemde veldweg, zoals later zou blijken de Rue de Queniau. We keerden dus op onze stappen terug naar de reeds eerder geziene boerderij en begonnen aan de beklimming van deze amper begaanbare weg, of moeten we eerder stellen, geul. Een mengeling van puin, keien, modder, gras en dat alles voorzien van diepe voren, je kan je na 30 km stappen niets beter wensen. Enkele flinke beklimmingen later, kregen we eindelijk de kerk van Vieux-Reng in zicht en dat was geen minuut te vroeg. Via de dalende Rue de la Place bereikten we de Place de l’Eglise. We konden er meteen als afsluiter van de dag de plaatselijke kiosk bewonderen, een blik werpen op de kerk en de Mairie. Weliswaar gesloten, daar we slechts Vieux-Reng hadden bereikt om 20:00 uur.

We namen dan ook vervolgens telefonisch contact op met onze lokale contactpersoon, Mme. Lecocq, aangezien we onderdak hadden geregeld in de Salle des Sports op dezelfde Place de l’Eglise. Vermits Vieux-Reng geen enkel café noch winkel meer heeft, konden we ons toch nog bevoorraden via een andere weg. De cola en de Ice-tea waren dan ook welkom. In het onderkomen ging het dan ook vrijwel meteen in de richting van de douche, waarna matras en slaapzak werden in gereedheid gebracht, om een eerste maal te overnachten op Frans grondgebied. Deze lange eerste wandeldag eindigde dan ook na 42178 stappen, 31,633 km, goed voor 1527,3 cal in een tijd van 7.40.15 uur. Gelet op de privacy van de door ons gecontacteerde personen ter plaatse, onthouden wij ons hun verdere coördinaten te vermelden. Weliswaar een woord van dank via deze weg aan Laurence en Philippe alsook de inwoners van Vieux-Reng, voor de gepaste opvang ondanks het late uur, de warme ontvangst, de gastvrijheid en vooral het logement. We hielden er dan ook aan, enkele de volgende ochtend te bedanken, naar aanleiding van een bezoekje aan de Mairie voor het verkrijgen van een stempel in ons boekje. Morgen gaat de tweede dag van start, richting Maubeuge.”

vrijdag 25 september 2020

374: Halle, Zaterdag 04 juni 2016, 25,176 km. (7590,136 km.)

“Vandaag waren we nog eens toe aan een wandeltocht uit onze gids ‘Stationsstapper’, met name de tocht van Halle naar Groenendaal. Volgens de gegevens uit het boekje, een tocht van zowat 20,8 km, doch uiteraard werden het een aantal kilometers meer, omwille van de verplaatsingen naar de diverse stations. Het ging dan ook vrij vroeg per bus naar het station van Mechelen en vervolgens per spoor naar Halle. We kenden vanzelfsprekend reeds deze omgeving, omwille van een recente etappe op weg naar Santiago de Compostela, met name het traject van Brussel – Hallepoort naar Halle. In het station van Halle aangekomen, namen we vooreerst nog even de tijd voor een sanitaire stop en uiteraard een kopje koffie in de Panos. Nadien, om zowat 09:00 uur konden we op pad, zij het onder minder gunstige weersomstandigheden, er hing namelijk mist over de streek.

Eenmaal het station verlaten, kruisten we de drukke Vandenpeereboomstraat en volgden er tegenover de Nijverheidsstraat, we bevonden ons meteen op het traject van de Streek-GR Groene Gordel. Tussen de woningen door ging het aan het eerste kruispunt linksaf in Broekborre. Ter hoogte van de Kluisstraat ging het nadien rechtsaf, dit ter hoogte van een kapelletje ter ere van Sint Anna. Enkele rood-witte linten, wegens werken ontsierden echter het uitzicht. We kruisten de Eizingenstraat en wandelden verder via de Remi Ghesquiereweg, waarbij rechts van ons de woningen plaats maakten voor landerijen. Hier was de mist nog beter waar te nemen, wat echter de weidse vergezichten niet ten goede kwam. Toch konden we enkele klaprozen waarnemen, nat van de ochtendlijke dauw. Op het einde van de weg kruisten we de Karel Nerinckxlaan en volgden aan de overzijde een tegelpad richting begraafplaats van Buizingen. Hier bevonden we ons op het traject van de Via Brabantica, een stukje route naar Santiago de Compostela, dat we enkele weken voorheen in omgekeerde richting hadden gevolgd.

Gekomen ter hoogte van het kerkhof, volgden we vrijwel rechtdoor een smal grindpaadje tussen het hoog opgeschoten gras. Vrijwel met zekerheid de garantie voor natte broekspijpen. De nog steeds laag hangende mist, belette echter de omgeving duidelijk waar te nemen. Een lichte beklimming en vervolgens een afdaling, liet toe de Bleukenstraat te kruisen. Een smal geasfalteerd paadje liet ons tenslotte toe de Nachtegaalstraat te bereiken, de openbare weg dus opnieuw. Het ging aldaar rechtsaf en een flinke klim kondigde zich aan. Een stukje Kluisbos was zowat de enige bezienswaardigheid tijdens de klim. Eenmaal het hoogste punt bereikt, ter hoogte van het aldaar gelegen sanatorium, ging de tocht verder via een stukje doodlopende weg, langsheen de tuin van het complex. Alzo bereikten we de erachter gelegen Frans Daystraat en draaiden rechtsaf in Hof ten Blooten. Nog steeds voorzien van een dosis mist, ging het via een brug over de autosnelweg E19 en bereikten we ter hoogte van een t-kruispunt Kamerijkbos.

We wandelden naar rechts, om even verderop, ter hoogte van een splitsing van Kamerijkbos, de rechtertak verder te volgen. Vrij snel veranderde de naam van de weg in Prins Boudewijnlaan en bevonden we ons in een mooi bosgebied. Ter hoogte van een zogeheten viersprong, dienden we het links gelegen Dworp Wandelpad te negeren, doch verder de meest linkse van de andere mogelijke paden te kiezen. Op die manier ging het vrij steil de hoogte in via een mooie, doch eerder donkere holle weg. Boven gekomen, wees de klok ondertussen zowat 10:00 uur, tijd dus om even te denken aan de inwendige mens. We vonden dan ook een ideale plaats om te genieten van een broodje, ter hoogte van de chalets van het ‘Camp de la Fresnaye’. Op het eerste zicht een pleisterplaats voor scouts, wat ons even liet denken aan de tijd toen we zelf nog actief waren in de jeugdbeweging KSA. Na de maaltijd en vooral een rustpauze, ging het in dalende zin via een gladde kasseiweg, richting lager gelegen Krabbosstraat. We kruisten deze weg en volgden aan de overzijde de eveneens dalende Heidebloem, welke eindigde als doodlopende weg ter hoogte van het laatste huis.

Een smal pad, tussen een afsluiting rechts en de woning zelf links, liet ons toe even verder de openbare weg opnieuw te bereiken ter hoogte van Winkelaar. Op weg daarheen vertoefden we even tussen de koeien en hadden we nog steeds af te rekenen met een mistige ochtend. Winkelaar bereikt, gingen we linksaf tot de zowat 700 m verder gelegen ingang van het natuurgebied Steenputbeekvallei – De Weikes. Hier kregen we een aangelegd klinkerpad voor de voeten, dat nagenoeg het verloop van de Steenputbeek volgde. We bevonden ons trouwens op een gedeelte van het Hendrik Consciencepad. In normale omstandigheden zouden we het pad hebben gevolgd tot aan de Kerkstraat in Dworp, doch omwille van werkzaamheden, was het pad een eindje verderop afgesloten door middel van metalen hekkens. Er was dan ook geen andere mogelijkheid dan het pad te verlaten en de omleiding te volgen. Op die manier kwamen we terecht in een woonwijk. Een lokale bewoner was ons dan toch behulpzaam, de weg te wijzen naar het centrum van Dworp, alwaar we de Alsembergesteenweg dienden te bereiken.

Een licht stijgend, maar vooral modderig pad bracht ons in elk geval terug op het juiste spoor. Even later arriveerden we dan ook op het kruispunt van de Vroenbosstraat met de Kerkstraat. Het was reeds 11:00 uur in de ochtend en we waren toe aan een kopje koffie, maar vooral een sanitaire stop. We konden aldaar dan ook terecht in het Gildenhuis. Na deze eerder korte pauze, vervolgden we onze weg rechtdoor via de Gemeentehuisstraat tot aan de drukke Alsembergesteenweg en inderdaad het plaatselijke gemeentehuis. Met de nodige voorzichtigheid raakten we de steenweg over en vervolgden onze wandeltocht, rechts van het gemeentehuis via een paadje en een stel trappen. Zo bereikten we het lager gelegen Beling. We wandelden echter rechtdoor via de Molenbeekstraat, alwaar we het traject volgden van de GR12, alsmede de Verkorting van de Herman Teirlinckroute (45 km). We stapten verder doorheen de kronkelende Molenbeekstraat tot aan een verder gelegen driesprong, alwaar we de Sint Laureinsborreweg dienden te volgen.

Wat verder kruisten we de Steenblokweg en hielden dezelfde richting aan, tot we een kleine brug over een waterloop bereikten. Aldaar ontmoetten de GR12 en de BRU8 elkaar. We hielden links aan en betraden een stukje holle weg. Vervolgens ging het opnieuw linksaf, negeerden we de Duvelsborreweg en kwamen uiteindelijk terecht op de J. Deneyerstraat. Op het einde van deze weg bevond zich een kleine kapel, alwaar we vervolgens de rechts gelegen Herisemweg namen en bijgevolg een gedeelte bewandelden van het Herisem Wandelpad. Een kleine kilometer lijnrecht verder, bereikten we terug de openbare weg ter hoogte van de Jan-Baptist Woutersstraat. Een picknickbank bezijden de weg, nodigde alvast uit tot een laat middagmaal. Het was ondertussen zowat 12:30 uur geworden, de hoogste tijd om te genieten van enkele broodjes. Even later gingen we terug op pad, vooreerst tot aan een links gelegen rotonde. Aldaar opteerden we voor rechts, in de richting van een slagboom, om ook daar rechtsaf te gaan in de Diepestraat. Een stukje bos en vooral een modderig pad, leidden ons tenslotte tot aan de Brusselsesteenweg in Beersel.

We konden er aan de overzijde van de weg het Cultureel Centrum De Meent bekijken, alsmede een mooi kunstwerk. We wandelden een stukje naar links, om zowat 100 m verder de rechts gesitueerde Witteweg in te slaan. Een breed tegelpad leidde tot aan de plaatselijke Rijksmuziekacademie. Op weg daarheen echter hadden we reeds duidelijk zicht op de hoger gelegen Onze-Lieve-Vrouwekerk van Alsemberg. Een sterk stijgend pad, voorzien van brede trappen, was het laatste obstakel alvorens de kerk kon worden bereikt. Eenmaal de hoogte overwonnen, bevonden we ons in de Pastoor Bolsstraat, met even naar rechts de ingang van de kerk. Natuurlijk mocht een bezoekje tijdens onze wandeltocht niet ontbreken. Jammer genoeg werd op dit hoogste punt het uitzicht enigszins belemmerd, nog steeds omwille van de bewolking en de laag hangende mist over de streek. Na dit kerkbezoek, keerden we een eindje op onze stappen terug, om vervolgens verder te wandelen via de rechts gelegen Oude Postweg.

Deze Oude Postweg zouden we over geruime afstand volgen, zelfs wanneer de straat veranderde in Onze-Lieve-Vrouwstraat en verder zelfs in de Galgstraat. We trokken langsheen de plaatselijke begraafplaats en even verderop het Kleetbos. Waar het bos eindigde, ging het langsheen de rand van het bos, via het Hazenpad en bovendien een wandelpoortje linksaf en verlieten we de openbare weg. Een vrij smal en modderig pad leidde ons vervolgens doorheen het bos, waarbij af en toe enkele omgevallen bomen het pad versperden. Enkele richtingsveranderingen later, bereikten we een stuk weide, alwaar we dwars doorheen stapten tot aan een volgend stukje bos, teneinde even later opnieuw de openbare weg te bereiken ter hoogte van de Rodestraat. Even ging het enkele meters naar links, alwaar we de aansluiting vonden met de GR512. We volgden dit pad dan ook rechtsaf in de richting van een zendmast. We bevonden ons nu op het grondgebied van Linkebeek. Even vóór de afsluiting, waar de mast zich bevond, wandelden we linksaf via een aardeweg. Deze veldweg steeds in dezelfde richting aanhoudend, kwamen we uiteindelijk terecht in de Hollebeekstraat, die we naar rechts volgden.

De Hollebeekstraat volgend, ging het nadien over de spoorweg, tot aan de volgende rotonde, de zogeheten Amnesty International Square. De klok gaf reeds 14:45 uur aan en een bankje ter hoogte van dit kruispunt nodigde uit even te verpozen en een hapje te eten. Na deze onderbreking ging het vanaf de rotonde verder doorheen Elsgatveld links. De kronkelende aardeweg volgden we tot voorbij een tweetal woningen, om dan rechtsaf te gaan via een deels ondergelopen pad. Even verderop, passeerden we opnieuw een wandelhek links, om vervolgens een smal pad te volgen, evenwijdig met een aantal achtertuintjes. Zowat een halve kilometer later, bereikten we via een volgend wandelhek de brede De Castonierlaan. We bevonden ons aldus reeds een tijdje in Sint-Genesius-Rode. Een felle klim later arriveerden we ter hoogte van de gevaarlijke N5, de Waterloosesteenweg. Zowat 200 meter naar links, vonden we aan de overzijde van de weg het Grasdellepad en betraden we het Zoniënwoud.

Een combinatie van dreven, bospaden en smallere wegels, liet ons even later de Lorrainedreef kruisen, tot we tenslotte een open plek bereikten, voorzien van diverse picknicktafels. Het uur in het oog houdend, ondertussen reeds 16:00 uur, namen we plaats op een bank, teneinde van de laatste etensresten uit de rugzak te genieten. Hierbij werd de peperkoek bijzonder gesmaakt. De laatste kilometers aanvangend, kwamen we nog langsheen het monument voor de Boswachters, opgericht met menhirs uit de steengroeve van Wéris. Elke steen staat symbool voor een gesneuvelde boswachter tijdens WOI. Eenmaal voorbij het monument bereikten we het kruispunt met de Bundersdreef en de Avenue de Haras, tevens kruispunt van de GR512 en de GR126. Nog steeds het traject van de GR512 volgend, ging de tocht verder via de Bundersdreef.

Wie enigszins bekend is met het Zoniënwoud, weet wellicht dat de dreven aldaar niet meteen behoren tot de vlakke wegen. Voortdurend zijn er hoogteverschillen te overwinnen. Vol goeie moed echter wandelden we doorheen de Bundersdreef om zowat 1,5 km later, de rechts gelegen Drève des Tumuli te volgen. Hier verlieten we dan ook het tot nog toe gevolgde Groteroutepad. Na nog zowat 2 km te hebben genoten van de geur van het Zoniënwoud, bereikten we tenslotte het einde van deze brede bosweg ter hoogte van het bosmuseum Jan van Ruusbroec. We namen dan ook de links gelegen Gravendreef, welke ons via een houten brug over de Ring omheen Brussel bracht. Aan de overzijde ging het verder rechtdoor, evenwijdig met de Terhulpsesteenweg. Enkele meters verderop ging het nog een laatste maal linksaf, teneinde op die manier het station van Groenendaal te bereiken. Na nog een laatste blik op de bordjes van de LF6 Vlaanderen Fietsroute en de Gordelroute, konden we beginnen aan de terugreis.

Onze tocht vandaag was dan ook goed voor 33568 stappen, 25,176 km, 1187,8 cal in een wandeltijd van 06.23.39 uur. Vanaf het station Groenendaal ging het per spoor richting Brussel en verder naar Mechelen. Een korte busrit later konden we opnieuw bekomen in onze thuishaven.”

373: Mechelen, Zaterdag 28 mei 2016, 23,951 km. (7564,96 km.)

“Omwille van de aanhoudende staking bij de spoorwegen, opteerden we vandaag voor een wandeling in de nabijheid van onze woonplaats. Een wandeltocht welke dan ook van start ging ter hoogte van onze voordeur en ons zou brengen tot ergens in Boom. Zo zouden we op een gemakkelijke manier, via het openbaar vervoer toch terug onze thuishaven bereiken. Met de zon reeds in vol ornaat, gingen we dan ook omstreeks vijf na negen in de ochtend van start, voorzien van de noodzakelijke mondvoorraad. Een korte wandeling langsheen de Dijle, als inleiding, zowat ons dagelijks traject op weg naar de lokale supermarkt, liet ons alvast genieten van een gedeelte van het traject van de LF2 Stedenroute. Even later, gekomen ter hoogte van een voetgangersbrug over de Dijle, met name Haverwerf, ging het naar de aan de overkant gelegen Vismarkt, bekend om de vele terrasjes, waar het op een zonnige dag heerlijk genieten is van een glaasje wijn. Op deze plaats zouden we voor een groot gedeelte van de dag, de markeringen volgen van de GR12, maar dan wel de ‘Westelijke Variant’. Aldus gingen we meteen van start, voor een soort toeristische wandeling doorheen een gedeelte van de stad Mechelen.

Via de Drabstraat en de Melaan wandelden we naar de Minderbroedersgang. Via een stukje route Van Gogh (Eindhoven-Amsterdam-Paris), bewonderden we enkele gevels van gebouwen, het Scheppersinstituut en het Stedelijk Conservatorium. We stonden even later oog in oog met de Sint-Rombautskathedraal, waarvan men de toren eigenlijk in de weidse omgeving nooit uit het oog verliest. Bezijden de kathedraal stapten we verder doorheen de Schoolstraat naar de Frederik de Merodestraat. Vervolgens ging het langsheen de Sint-Janskerk, doorheen het Klapgat naar de Goswin de Stassartstraat. Oude geveltjes en geveltuintjes baadden in het zonlicht. De Schoutestraat volgend konden we even later figuurlijk een blik werpen in de ‘Tuin van het Oh’, een mooi idyllisch plekje, voorzien van een vlietje en een wandelpad. Nadien trokken we doorheen het Klein Begijnhof, alwaar de tijd bleef stille staan. Een oude waterbron liet even denken aan de tijd toen tijdens het dagelijks leven, de omstandigheden minder goed waren. Via het Sint-Katelijnekerkhof, het Begijnenkerkhof en tot slot de Sint-Beggastraat bereikten we de Twaalf-Apostelenstraat.

Langzaam maar zeker verlieten we dit oude stadsgedeelte, om vervolgens via de Schrijnstraat en de Sint-Katelijnestraat de stadsring te bereiken, ter hoogte van de Edgard Tinellaan. We wandelden via de Maurits Sabbestraat over de Dijle en hielden dezelfde richting aan. Langsheen deze drukke toegangsweg naar de stad ging het op het kruispunt met de Oude Liersebaan verder via de links gelegen Schijfstraat. Hier bemerkten we de borden van de plaatselijke Fiets Educatieve Route Mechelen, kortweg FERM. Wat verder bereikten we Overheide en kwamen op die manier terecht tussen een aantal woonblokken en nieuw gebouwde sociale woningen, waar nog tal van wegen in aanleg waren. Volgens onze huisgids bevonden we ons hier op ‘De Plaon’, een plein dus. Het ging allereerst omheen de nieuwe gelijknamige sporthal via de Eksterstraat, waarna we een oud en deels beschadigd standbeeld aantroffen ter hoogte van het Plein-der-Verenigde-Naties. Dit kunstwerk, voorstellende ‘Het Gelukkige Gezin’, zou worden hersteld en een nieuwe plaats krijgen na de heraanleg van de omgeving.

We begaven ons vervolgens via enkele smalle wandelpaden tussen de reeds verouderde sociale woonhuisjes, welke reeds dateren van enkele decennia terug. Tussen voor- en achtertuintjes door leek het op een trip doorheen de tijd. Uiteindelijk, eenmaal doorheen deze woonzone, bereikten we de drukke Eikestraat. Veilig aan de overkant, kwamen we via de inrit van een bedrijf terecht in een erachter gelegen bosje. Na al dat huisjes kijken waren we wel toe aan een beetje natuur. Een smal pad tussen het hoog opgeschoten gras leidde ons tot op het jaagpad langsheen een zijarm van de Dijle. Aan de overzijde van deze waterloop, bemerkten we reeds het Park Tivoli. Het jaagpad, met name de Slachthuislaan naar links volgend, bereikten we even later de ingang van het park ter hoogte van de Antwerpsesteenweg. Het wandelpad volgend doorheen deze groene oase van de stad, liet ons even verder ter hoogte van kasteel Tivoli halt houden aan een picknickbank teneinde even te denken aan de inwendige mens. Op dit ochtendlijk uur, 10:20, smaakten de broodjes dan ook heerlijk, ondertussen genietend van de geuren van het park.

Een kopje koffie even later lukte niet, vermits ter hoogte van de cafetaria alles werd in gereedheid gebracht voor een feest en dus uitzonderlijk de zaak gesloten was voor het publiek. Dan maar verder gewandeld doorheen het park, onder andere over tal van bruggetjes, langs sierlijke bomen en zelfs een gedenkteken ter ere van Louis Neefs. Op die manier verlieten we even later langsheen de kinderboerderij, hierbij begroet door een hangbuikzwijn, het park om opnieuw de openbare weg te bereiken ter hoogte van de Tivolilaan. We wandelden naar de verder gelegen Liersesteenweg, gingen aldaar rechtsaf, opnieuw in de richting van een zijarm van de Dijle, welke we naar links zouden volgen via het jaagpad, ditmaal echter een graspad. Naarmate we echter vorderden, werd het gras steeds hoger, tot we uiteindelijk niet meer verder konden, wegens onbegaanbaar. We besloten dan maar om op onze stappen terug te keren en de waterloop te volgen via de andere oever, langsheen een smalle asfaltweg, in de hoop wat verder opnieuw het geplande traject te vervoegen.

Even later wandelden we dus op de andere oever, hierbij een gedeelte volgend van de Fietsostrade Antwerpen-Mechelen. Vrij vlug was hier meer verkeer, in hoofdzaak fietsers. Ondertussen konden we aanvoelen dat de temperatuur steeg en dat kon enkel maar het wandelen aangenamer maken. Het jaagpad leidde ons vervolgens tot aan een volgende brug in de Ziekebeemdenstraat. Aldaar ging het linksaf, over de brug en konden we gewoon de openbare weg verder volgen en de waterloop laten voor wat die was. De Kadodderstraat herkenden we meteen, vermits we hier voorheen reeds hadden gewandeld tijdens het volgen van een gedeelte van de Via Brabantica van Lier naar Mechelen. We bemerkten dan ook vrijwel meteen de geel-blauwe stickers ter zake. Na de Kadodderstraat volgde de Duivenstraat, alwaar we net voor de spoorweg, links een breed pad volgden doorheen een gedeelte bos, evenwijdig met de spoorweg. We troffen er onderweg een bordje aan, dat we het Borgersteinpad volgden. Eenmaal het andere einde van het bos bereikt, bevonden we ons in Kauwendaal en betraden korte tijd nadien, omstreeks 11:30 uur het grondgebied van St.-Katelijne-Waver.

Vervolgens ging het voorbij de autosnelweg linksaf, om via Zorgvliet en nadien een smalle wegel, een volgend stukje bos te betreden. Enkele honderden meters verder herkenden we de Ekelenhoek en bereikten het kruispunt met de Clemenceaustraat. Rechts bemerkten we in de nabijheid de kerk van de wijk Elzenstraat en verlieten we even onze route, in de hoop wat verder een kopje koffie te kunnen bemachtigen. Echter, het enige café aldaar bleek gesloten. Doch, ditmaal hadden we wat meer geluk, vermits we terecht konden in ‘Ons Parochiehuis’. Daar was immers een palingfestijn gepland voor de supporters van KV Mechelen. Terwijl alles werd in gereedheid gebracht, mochten we er even genieten van een gratis kopje koffie. Het was toen zowat 12:00 uur geworden en het zwarte goud werd in dank aanvaard. Na een leuke babbel zetten we onze wandeltocht verder en keerden terug naar het eerder vermelde kruispunt. Een mooi wandelpad rechts liet ons toe de Liersesteenweg te bereiken ter hoogte van de begraafplaats. Met enige voorzichtigheid kruisten we de weg om aan de overzijde onze weg verder te zetten via een ander wandelpad. Ditmaal ging het via een voormalige spoorwegbedding nagenoeg in rechte lijn naar de voormalige abdijsite Roosendael. Op weg langsheen dit mooie wandelpad konden we genieten van een weids zicht op de lager gelegen akkers en tevens de bedrijvigheid aldaar. We bewandelen onder andere het Roosendaelpad en het Groentepad, een route van 37 km.

Even vóór de klok van één uur bereikten we tenslotte de voormalige abdijsite en konden het terrein betreden via een monumentale toegangspoort. Rechts bevond zich een kleine taverne en daar konden we vooreerst even op het terrasje onze dorst lessen. Heel wat wandelaars en fietsers deelden van tijd tot tijd dezelfde mening. Na deze korte wandelpauze, vervolgden we onze route doorheen het domein Roosendael, langs enkele kleine waterlopen en vervolgens de Blankaartvijver. Via een wandelsluis verlieten we het domein en bereikten nadien de drukke Koning Albertstraat ter hoogte van de brug over de Beneden-Nete. We bevonden ons ondertussen in Walem. Via een wegje naast de brug stapten we tot aan de trappen, om dan de brug over de Beneden-Nete over te steken, naar het jaagpad aan de overzijde van de rivier. De aanduidingen inzake het bestaan van de LF5 Vlaanderen Fietsroute zijn ons ondertussen meer dan bekend. Aan de overzijde van de brug bereikten we het grondgebied van Rumst. We hielden links en betraden het lager gelegen jaagpad, dat we zouden volgen tot Boom. De Westelijke Variant van de GR12 echter, zou ergens onderweg daarheen worden verlaten.

Met het zonnetje dat zalig voelde, gingen we op zoek naar een zitbank langsheen deze waterloop, teneinde nog even voor wat bijkomende energie te zorgen. We vonden dan ook een plekje om iets te eten in de nabijheid van de brug van de E19 over het water. Het was zowat 14:00 uur geworden en een knorrende maag bevordert niet echt het stappen. Met het zonlicht in het aangezicht genoten we toch van een later middagmaal. Korte tijd nadien, ging het onder de autosnelweg door en wandelden we verder langsheen het jaagpad evenwijdig met de Nete. Zo bereikten we het natuurgebied ‘Ontdek de Oude-Netearm’. We verlieten dan ook kortstondig het jaagpad, om via een rechts gelegen pad dit natuurgebied van dichtbij te bewonderen. Eenmaal de andere kant bereikt ter hoogte van de openbare weg, bemerkten we dat de wit-rode tekens van de GR12 hier rechts aangaven, richting Rumst. We verlieten echter het traject en keerden een eindje op onze stappen terug, om dan via een ander pad, terug te gaan richting jaagpad. Er volgde dan een afdaling doorheen het natuurgebied, om dan later de dijk naar het jaagpad opnieuw te beklimmen. We zouden vanaf nu dit pad verder volgen tot in Boom.

Opnieuw een eindje gewandeld bereikten we verderop een grote visput, met bijhorend chalet ‘De Visput’. De klok gaf reeds 15:05 uur aan, we vonden dit de hoogste tijd om even de dorst te lessen. Zo verlieten we opnieuw het jaagpad om af te dalen naar de lager gelegen horecazaak. Op het terrasje was het zalig genieten van een gekoeld drankje, terwijl we bemerkten hoe talrijke vissen uit het water werden gehaald. Eenmaal de dorst verdwenen, ging het terug naar het jaagpad, om aldus het laatste stukje wandelparcours af te leggen. We stapten voorbij de wandel- en fietsbrug over de Nete en bereikten het punt, alwaar Nete en Dijle samenvloeien en de Rupel vormen. Af en toe week het jaagpad even af van de oever, omwille van de aanwezigheid van industrie. We volgden nog een gedeelte van het Frans Bruynseelpad (37 km) en hielden nog even een korte pauze op een zitbankje, ter hoogte van de ingang naar De Schorre. Uiteindelijk verlieten we via Hoek definitief het jaagpad langsheen de Rupel en begaven ons via de Leopoldstraat en de Hoogstraat naar de Grote Markt van Boom. Als afsluiter van onze tocht pauzeerden we nog even, in afwachting van de bus, op het terras van het praatcafé ’t Forum. Het was toen zowat 17:15 uur geworden.

Deze dagtocht langsheen de westelijke variant van de GR12, was goed voor 23,951 km, 31935 stappen, 1162,1 cal in een zonnige wandeltijd van 5.46.25 uur. Na een laatste kopje koffie ging het dan ook richting bushalte, waarna we na een busrit onze thuishaven bereikten, klaar om vooral te genieten van een koele douche, in de hoop, dat bij een volgende gelegenheid de treinen opnieuw zouden rijden.”

372: Bornem, Zaterdag 21 mei 2016, 23,857 km. (7541,009 km.)

“Vandaag hadden we het wandelnetwerk ‘In het Land van Stille Waters’ als doel voor onze dagtocht. We zouden dan ook een soort luswandeling maken met vertrek en aankomst in Bornem. Deze ochtend ging het dan ook om zowat 08:22 uur via een bus van lijn 287 naar het station van Mechelen, alwaar we even later om 08:41 uur aansluiting hadden per trein naar Bornem. Omstreeks 09:15 uur arriveerden we ter hoogte van het Stationsplein en vonden daar aan de overzijde een zitbank, alwaar we vooreerst even genoten van een ontbijt. Vervolgens wandelden we richting kerk, om aldaar nog een kleine koffiepauze te nemen in café taverne ’t Gemak. We zaten er inderdaad gemakkelijk, doch dat kon zo niet de hele dag blijven duren, er diende immers nog te worden gewandeld. We gingen dan ook op zoek naar het wandelknooppunt 1, start van onze eigenlijke wandeltocht en troffen dit aan ter hoogte van de Kasteelstraat, in de nabijheid van het gemeentehuis. Nu konden we pas echt van start voor een tochtje doorheen dit wandelnetwerk.

Het traject leidde ons vooreerst langs de Temsesteenweg, waarna we vrijwel dadelijk de openbare weg verlieten, teneinde te wandelen omheen het links gelegen Mannewiel. Op dit ochtendlijke uur, blijkbaar een druk bezochte visvijver. Ondanks af en toe wat bewolking, deed de zon toch wat moeite ons voorlopig een aangename dag te brengen. Zowat halverwege de waterplas, ging het rechtsaf om doorheen een klein stukje bos te wandelen, via enkele aangelegde vlonderpaden. We bemerkten er vrijwel dadelijk de rood-witte markeringen van de GR5A. Voorbij het stukje natuur bereikten we de Rijkenhoek en stapten we rechtsaf, opnieuw naar de Temsesteenweg. Zo bereikten we het wandelknooppunt 5. Ons aanvankelijk geplande traject zou richting knooppunt 6 gaan, via Buitenland, doch ter hoogte van het reeds gemelde wandelknooppunt 5, werden we geconfronteerd met een trajectwijziging. We zouden dienen om te gaan via het wandelknooppunt 179, een punt dat we niet konden aantreffen op onze kaart. Dan maar in goed vertrouwen de aangegeven omleiding volgend.

Op die manier verliep onze wandelroute vervolgens via de rechts gelegen Vitsdam, nadien over de spoorweg naar de drukke en gevaarlijke N16, de Rijksweg Temse Breendonk. Eenmaal veilig aan de overkant, wandelden we verder doorheen de Vitsdam. De bebouwde kom hadden we al een tijdje verlaten en we bevonden ons nu tussen weiden en akkers. We troffen onderweg het nieuwe wandelknooppunt 179 aan en vonden daar de verdere aanwijzingen naar het aanvankelijk geplande knooppunt 6. Zo stapten we langsheen een tweede waterplas, het Kleine Kragewiel. Hier maakten we nagenoeg een haakse bocht naar links, nog steeds de Vitsdam volgend, tot we uiteindelijk het knooppunt 6 bereikten ter hoogte van de Groot Schoordijk en dit na een korte klim. We kregen nu zicht op de Schelde. Een aldaar gemaakt kunstwerk uit zwerfvuil met de vermelding 17.000.000 kg, trok even de aandacht. We wandelden rechtdoor via het jaagpad langsheen de Schelde en volgden op die manier het traject van de LF5 Vlaanderen Fietsroute. We wandelden een beetje naar links en bevonden ons tussen de Schelde rechts en de Buitenlandpolderdijk links.

Heel wat wielerliefhebbers reden in beide richtingen langsheen dit mooie geasfalteerde jaagpad. We troffen even verder de bordjes aan van de Scheldedijkroute, een fietsomloop van 43 km, toen we plots een fietser onze richting zagen naderen, enigszins over de weg zigzaggend. Bleek dat de man was gestoken door een insect en verzocht ons even de wonde te bekijken. Onze levensgezellin haalde daarop terstond een spiegeltje, wat insectenzalf en een Kleenex uit de tas om de man behulpzaam te zijn. Even later kon hij dankbaar als hij was, de resterende 30 km verder fietsen. We kregen stilaan zicht op de kerktoren van Temse, alsook naderden we de bekende bruggen over de Schelde aldaar. Korte tijd nadien, gingen we onder de bruggen door van de N16, de Rijksweg Temse Breendonk, om vervolgens linksaf te wandelen, evenwijdig met de Rijksweg tot aan het eerstvolgende kruispunt, het Sas, alwaar we wandelknooppunt 21 aantroffen. Op weg daarheen volgden we een tijdje de LF38 Dender-Waaslandroute en tevens het Groteroutepad GR5A. We dienden rechts te houden en stapten voorbij het echte sas, alsook de gelijknamige taverne ’t Sas, doch die ging pas een uur later open. Dus maar verder op zoek naar een volgende horecazaak, te beginnen richting knooppunt 22.

We begaven ons bijgevolg opnieuw in de richting van het jaagpad langsheen de Schelde en begonnen terug aan een lange tocht over een asfaltweg, bovenop de dijk. De bewolking was ondertussen toegenomen en de wind blies behoorlijk in het nadeel. We vorderden nu evenwijdig met de Dijkstraat. Een rustbank nodigde alvast uit een hapje te eten, vermits we langzaam de klok van het middaguur naderden. Na onze versnapering werd toch maar verder het jaagpad gevolgd. Eenmaal wandelknooppunt 22 bereikt, bemerkten we links beneden op de weg een herberg, weliswaar ‘te koop’. Een bekend verschijnsel dat stilaan een gewoonte wordt tijdens een zaterdagse wandeltocht. Hop dan maar naar het volgende wandelknooppunt 23. Alvorens dit te bereiken hadden we wat meer geluk en konden we even halt houden op het terrasje van het ‘Praat & Eetcafé Groenendijk’ in de Dijkstraat. We hadden ondertussen het grondgebied bereikt van Weert en dat zowat omstreeks 12:15 uur. Blijkbaar op het tijdstip van de maaltijden, vermits we onmiddellijk de spijskaart in de handen kregen. Toen we het echter hielden bij een frisdrankje, was de vriendelijkheid van de uitbater plots ver te zoeken. We hebben dan ook onze drankpauze eerder beperkt gehouden.

We hadden even kort van het geplande traject afgeweken, doch na onze keel te hebben gesmeerd, gingen we aan het café het hoekje om, teneinde via de Scheldestraat opnieuw de dijk te beklimmen richting jaagpad. Boven gekomen ging het opnieuw linksaf ter hoogte van het wandelknooppunt 23 en begonnen we terug aan een stukje wandelen langsheen het jaagpad naast de Schelde. Langzaam maar zeker draaide het jaagpad wat naar links, weg van de Schelde en wandelden we min of meer evenwijdig met de Molenstraat. We bereikten even later knooppunt 44 en aldaar ging het linksaf en daalden we de dijk af naar de lager gelegen Briel. Er volgde nu een verkeersarme landweg tussen in hoofdzaak weilanden en akkers. De weg ging nagenoeg in rechte lijn naar het volgende knooppunt 46, om aldaar nog altijd in dezelfde richting rechtdoor te stappen. Uiteindelijk bereikten we een T-kruispunt, ter hoogte van een piepklein wit huisje en draaiden aldaar rechtsaf, opnieuw richting jaagpad. Een korte beklimming bracht ons opnieuw bovenop de dijk en tevens ter hoogte van het wandelknooppunt 47. Het ging voor de zoveelste maal die dag linksaf, verder op het jaagpad.

Enkele honderden meters verder troffen we een rustbank aan tegenover het derde wiel van de dag, het Schoorlandwiel. Het was reeds 13:20 uur geworden, de hoogste tijd dus om iets te drinken en een klein dessert te nuttigen. Terwijl we genoten van deze versnapering hadden we een uniek zicht op het watergebied lager gelegen. Terug op pad bereikten we vervolgens wandelknooppunt 48, nog steeds langsheen het jaagpad en zouden deze weg nog volgen tot aan het volgende punt, met name 49. Daar aangekomen draait de Schelde enigszins naar rechts en hielden wij rechtdoor aan, teneinde af te dalen naar de Benedenstraat, een toepasselijke naam eigenlijk. We hadden ondertussen Branst bereikt. Linksaf ging het tot aan de Wilgenlaan, om aldaar opnieuw linksaf te gaan. We vorderden nu doorheen een woonwijk, eigenlijk een doodlopende straat, om op het einde een kerkwegel te volgen, welke ons leidde naar de verder gelegen Beerdonkstraat. Opnieuw op de openbare weg ging het naar rechts, tot aan het volgende kruispunt, hierbij ondertussen wandelknooppunt 32 voorbij gewandeld. We bevonden ons trouwens op het traject van de Scheldeland Route.

Gekomen ter hoogte van het kruispunt tegenover de kerk, ging het linksaf in Luipegem om vervolgens de eerste straat rechts te kiezen, eveneens Luipegem, wat verderop Heuvelstraat geheten. We stapten nu langsheen een rustige landelijke weg, hoofdzakelijk omgeven door weiland, met bloeiende grasbermen. Ter hoogte van knooppunt 100 vervolgden we gewoon dezelfde richting, nog altijd de Heuvelstraat, tot aan het knooppunt 34. Hier eindigde de Heuvelstraat en bereikten we een splitsing met de Boterbloemenlaan rechts en de Brandheide, zowat schuin links. We volgden de Brandheide en betraden op die manier een onverharde veldweg tussen hagen en later passeerden we enkele achtertuintjes. Korte tijd nadien, een smalle wegel volgend, veranderden we af en toe van wandelrichting, waarna we uiteindelijk het speelbos Nonnenbos betraden. Vrijwel onmiddellijk ondervonden we daar hinder van ontelbare insecten. Dan maar vlug gebruik gemaakt van een spray op armen en benen, om dan zo vlug mogelijk het bos te kunnen verlaten, via de aangegeven weg, een bospad teneinde aldus de Kloosterstraat te bereiken, tevens het wandelknooppunt 29.

Zowat 100 m verder ging het linksaf in de richting van een brede bosdreef, welke jammer was afgesloten. Net voor het begin van het bos hielden we dan ook rechts en wandelden evenwijdig met de bosrand, tot aan een picknickbankje ter hoogte van een petanquebaan. Hier troffen we het paaltje aan van wandelknooppunt 3. Het was toen zowat 14:45 uur en tijd om de laatste broodjes te nuttigen. Na deze laatste maaltijd van de dag, ging het via een lichte helling naar rechts, opnieuw naar de Kloosterstraat, welke we kruisten, om aan de overzijde Grootheide te betreden. Kort daarna ging het schuin links een kerkwegel op. Aan het einde bereikten we de Collegebaan, om vervolgens via een andere kerkwegel de Sint-Amandsesteenweg te bereiken en naar links in te wandelen. Een volgende kerkwegel aan de overzijde van de weg, liet ons uiteindelijk de Barelveldweg betreden. Een kort ommetje naar links liet ons even verpozen op het terras van café ’t Zandhof, alwaar me midden een groep wielerliefhebbers even konden genieten van een frisdrankje. We waren al een heel eind gevorderd op onze wandeling, toen we omstreeks 15:15 uur begonnen aan de laatste etappe.

We wandelden verder doorheen de Barelstraat, om vervolgens ter hoogte van de kinderboerderij, het domein te betreden van de Barelhoeve. Ook hier mocht een korte tussenstop niet ontbreken, vermits we onszelf even de tijd gaven een lekker ijsje aan te schaffen in de hoevewinkel. Al likkend stapten we verder doorheen de kinderboerderij, om via een achterpoortje het domein te verlaten en te stappen langsheen de bosrand van het Sport- en Recreatiedomein Breeven. Een mooi graspad tussen wilgen liet ons het wandelknooppunt 43 bereiken. Op deze t-splitsing ging het linksaf via een bijna kaarsrecht grindpad, de zogeheten Kluisstraat. Een volgende kruising van onverharde wegen, ter hoogte van het wandelknooppunt 42, even voorbij het links gelegen bosje, draaiden we eveneens linksaf, om nog steeds een grindpad te volgen. Zo wandelen we achtereenvolgens langsheen het golfterrein, voorbij de klimmuur van de bergsportvereniging Klein-Brabant en langsheen de atletiekpiste. Aldaar namen we het links gelegen wandelpad langsheen de enorme vijver van het domein, om op die manier het domein te verlaten via de hoofdingang in de Barelstraat.

Een aan de overzijde gelegen wandelpad, leidde ons in nagenoeg rechte lijn over de Barelstraat, de Sint-Amandsesteenweg, teneinde opnieuw de Kloosterstraat te bereiken, ter hoogte van de wandelpaal 4. We hadden een mooie lus gewandeld door het Breeven. Gekomen aan dit voorlaatste wandelknooppunt, ging het via de Kloosterstraat naar rechts, richting centrum van Bornem. Via de Achterweidestraat, de Ruiterstraat en tot slot de Boomstraat, bereikten we opnieuw wandelknooppunt 1, alwaar we voorheen op de dag waren van start gegaan. Het was dan ook ongeveer 17:10 uur, toen we nog even een laatste pauze namen op het terras van café Luxhuis tegenover het gemeentehuis. We hadden immers nog wat tijd voor onze terugreis per spoor. Deze eerste kennismaking met het wandelnetwerk ‘In het Land van Stille Waters’, was dan ook goed voor 23,857 km, 31810 stappen, 1170,7 cal in een wandeltijd van 5.44.23 uur.”

donderdag 24 september 2020

371: Boom, Zondag 15 mei 2016, 19,683 km. (7517,152 km.)

“Een wandeling op zondag, welke reeds begon in de ochtend, met een busrit via lijn 287, richting Grote Markt in Boom. Het was dan ook zowat 09:45 uur, toen we arriveerden aan de terminus en vervolgens even vooreerst een koffie nuttigden in café Radio op dezelfde plaats. Om even na tien uur in de ochtend, begonnen we dan ook aan een dagtocht, langsheen het wandelnetwerk ‘Rivierenland’, een tocht met begin in Boom en einde zowat aan onze voordeur. Hoe eenvoudig kan het soms vergaan in het leven.

Vanaf de Grote Markt ging het via de Windstraat naar de even verder gelegen kaai, alwaar we op zoek gingen naar het eerste wandelknooppunt van de dag, 120. We troffen het bewuste paaltje dan ook aan op de Wandelesplanade op de kaai zelf. Via enkele trappen bereikten we de brug over de Rupel, om aan de overzijde van het water, het ernaast gelegen jaagpad te volgen. Gelukkig hadden we de onaangename wind in de rug en dat zou zo de rest van de dag min of meer het geval zijn. Het mag ook al eens aangenaam wandelen zijn. Via enkele doorkijkjes bemerkten we links aan de overzijde van de Rupel, de kerk van Boom. Het jaagpad werd vroeg op de ochtend reeds veelvuldig gebruikt door fietsers en joggers, doch wij genoten alvast van het eerste frisse groen en de ontelbare boterbloemen. Aan het begin van het jaagpad, hadden we reeds de aanduidingen gezien van de Van Gogh route, een traject Eindhoven–Amsterdam–Paris, alsook de Scheldeland Route. We wandelden voorbij het veer en bereikten, wandelknooppunt 121, hielden rechtdoor aan, tot aan een kleine sluis.

Het drukke fietsverkeer wees wellicht op het bestaan aldaar van de LF2 Stedenroute. Samen met enkele wielerliefhebbers, dienden we even te wachten op een schip dat de sluis passeerde, waarna we verder konden wandelen. Aan de overzijde van het kanaal kregen we de eerste bezienswaardigheid van de dag, een Sherman Firefly, opgesteld ter hoogte van de restanten van een tijdens de oorlog vernielde brug. We bevonden ons ondertussen in Klein-Willebroek. Na het uitvoerig bekijken van het vehikel, volgden we verder het jaagpad langsheen de Rupel. Het pad draaide naar rechts en werd zo de Louis de Nayerkaai, om even verder opnieuw richting Rupel te draaien, onder de naam van Heindonkstraat. Langzaam maar zeker wandelden we opnieuw dichtbij de Rupel en trokken voorbij wandelknooppunt 197. Nog steeds dezelfde richting aanhoudend en het jaagpad volgend bereikten we knooppunt 99. Hier verlieten we voorgoed het jaagpad langs de Rupel en ging het via de rechts gelegen berm steil naar beneden, naar de ingang van het natuurgebied ‘De Biezenweiden’. Een handig poortje verschafte toegang tot deze mooie groene zone. Een zacht aanvoelend bospaadje kronkelde zich doorheen dit unieke natuurgebied.

De varens begonnen stilaan aan hoogte te winnen, enkele beekjes trokken de aandacht, maar opvallend waren vooral de vogelgeluiden. Hier en daar kregen we een rustiek bruggetje om te overschrijden en zo vorderden we steeds verder door deze groene oase. Links konden we enkele zeilbootjes zien op een grote waterpartij. Aan wandelknooppunt 123 ging het verder naar links en werd het bospaadje uiteindelijk een graspad. Een tijd stappen later, kruisten we de Stuyvenberglaan, om aan de overzijde van de weg het terrein te betreden van het ‘Bloso Centrum Hazewinkel’. Ook hier, bij deze toegang vonden we een wandelknooppunt, met name 152. We kozen er de linkse richting, om op die manier, via een mooi aangelegd wandelpad te vorderen langsheen de Watersportbaan, waar voorlopig op dit ochtendlijke uur, nog maar weinig activiteit op het water was te bemerken. De zon deed ondertussen een eerste poging de wolken enigszins te verdrijven. Meteen een ideale gelegenheid, om aan één van de vele picknicktafels omheen het water, te genieten van een broodje. We deden dit dan ook, na het kruisen van de Heindonksesteenweg en even voorbij het wandelknooppunt 96. Toepasselijk of niet, we volgden hier op de domein van Hazewinkel een tijdje de Duvelroute. Maar dat drankje bevond zich echter niet in onze rugzak. Het was ondertussen 11:35 uur geworden.

Na de maaltijd ging het verder op een grindpad langsheen de Watersportbaan, om wat verder een eerste hindernis op het traject te vinden: een omgevallen boom. Met wat klimwerk raakten we verder en begaven ons op die manier stilaan in de richting van het wandelknooppunt 148. We kwamen nu tussen de hangaars waar zich de boten bevonden en tevens de aanlegsteigers. Omheen de gebouwen was weinig beweging en bleek zelfs de cafetaria gesloten te zijn. Via de knooppunten 150 en 151 bereikten we de hoofdingang van het Bloso centrum en aldus de openbare weg, de Steenweg op Heindonk. Over korte afstand volgden we deze drukke weg naar rechts, om even later de links gelegen Kievitstraat in te gaan. Straat is een groot woord voor een veldweg tussen de akkers, alwaar een boer ijverig zijn veld ploegde. We bemerkten er een bordje ‘Duvel on Tour’, wellicht een aanduiding voor één of andere fietsroute. Ter hoogte van de Beenhouwerstraat passeerden we het wandelknooppunt 147, om even verder naar rechts de draaien, nog steeds de veldweg volgend, tot knooppunt 264. Hier gingen we 90° naar rechts, via een smal pad langsheen een rechts gelegen bosje en even later doorheen een klein bosgebied.

Uiteindelijk bereikten we opnieuw de openbare weg ter hoogte van de Hooiendonkstraat, tevens het wandelknooppunt 188. Dit smalle landelijke, maar vooral kronkelende wegje volgend naar links, kwamen we vervolgens aan ter hoogte van taverne-restaurant De Zennehoeve. Tijd dus voor een korte koffiepauze in open lucht op het terras. Het was ondertussen 12:55 uur geworden. Onze koffie was amper gebracht, of we voelden al meteen nattigheid, enkele regendruppels noodzaakten ons, even enkele stoelen op te schuiven onder een afdak. Gelukkig bleef het voorlopig bij enkele sporadische druppels neerslag. Na de koffie ging het even bergop en bereikten we aan wandelknooppunt 85 het jaagpad langsheen de Zenne, eigenaardig genoeg Rupeldijk geheten. We bemerkten er ook de nieuwe fietsbrug, welke toeliet meteen naar de overzijde te wandelen, doch ons geplande traject maakte vooralsnog een omweg, daar blijkbaar deze nieuwe situatie nog niet was weergegeven op de site van de wandelknooppunten. Dus begonnen we aan de lange weg langsheen het jaagpad en dit naar rechts. Zowat een half uur later begon de maag te knorren en hielden we dus even pauze ter hoogte van een zitbank teneinde een hapje te eten.

Opvallend weinig passage op deze zondagnamiddag, dus konden we in alle rust genieten van een laat middagmaal. Nadien gingen we terug op pad, via het jaagpad, richting verder gelegen Heffen. Even voor het bereiken van dit dorp, verlieten we via een veldweg rechts het jaagpad en kwamen vervolgens terecht in de Sint-Amandusstraat en vervolgens ter hoogte van de kerk op Heffen-Dorp. Die dag was er een kleine kermis opgesteld en bevonden zich in enkele aanpalende straten wat oude legervoertuigen. Blijkbaar, gelet op de geringe belangstelling, waren reeds heel wat voertuigen opnieuw huiswaarts. Toch konden we er enkele bekijken en hadden we een babbel met één van de eigenaars. Na enkele foto’s verlieten we de dorpskern en begaven ons terug in de richting van het jaagpad. Op die manier wisten we de wandelknooppunten 143, 142 en 76, welke kort na elkaar volgden, voorbij te wandelen. Zo bereikten we de brug over de Zenne ter hoogte van de Gentsesteenweg, om aan de overzijde opnieuw het jaagpad te bewandelen, terug in de richting vanwaar we aanvankelijk waren gekomen. Wandelknooppunt 275 liet ons alvast de goede richting aanhouden.

Ditmaal volgden we het jaagpad richting Zennegat tot aan het wandelknooppunt 78 en dit via het eerdere knooppunt 77. Een heel eindje Zenne dus, ditmaal links van ons. Gekomen even voor het vermelde punt, gingen de hemelsluizen ditmaal goed open. Een felle regenbui overviel ons, net op het moment dat we geen enkele beschutting hadden, dus midden op het jaagpad. Gelukkig konden we even verder, via een steile afdaling naar het rechts gelegen natuurgebied ‘Den Battelaer’. Hier konden we toch min of meer de felle regen wat ontwijken, tussen de beplanting. Een mooi, zacht lopend graspad, leidde ons tot op een open veld, letterlijk geel gekleurd door duizenden boterbloemen. Een prachtig zicht! Een lichte beklimming volgde tot aan wandelknooppunt 79, bovenop het jaagpad langsheen het Kanaal Leuven-Dijle. We bevonden ons toen op de Thiebroekvaart, welke we vooreerst volgden naar links, opnieuw richting Zennegat. Bij het betreden van het jaagpad kregen we al meteen enkele historische boten te zien aan de overzijde van het water.

Het jaagpad kan ook af en toe voor een verrassing zorgen en dat zouden we vrij snel ondervinden. Even verderop was het pad versperd door afval, afkomstig van de afbraak van de oude kade. Houten balken schenen geen enkele doorgang te verlenen. Een uit tegengestelde richting komende jogger verzekerde echter, dat mits wat klimwerk er wel een doorkomen was. Met wat moeite raakten we dan toch voorbij deze obstakels en konden het jaagpad verder bewandelen tot aan het wandelknooppunt 86, zijnde de Zennegat Sluis. Hier kwamen we opnieuw langs de nieuwe fietsbrug over de Zenne en bemerkten we aan de overzijde De Zennehoeve, alwaar we zowat twee uur voorheen koffie hadden genuttigd. Voorbij het knooppunt 86 bereikten we tot slot het Zennegat zelf en konden we hier zien, hoe de Zenne, het Kanaal Leuven-Dijle en de Dijle zelf, bij elkaar komen. Een oud café, genoemd Zennegat, nodigde alvast uit om even te verpozen. Een kopje koffie en een warm stuk ‘Bodding’ lieten we ons dan ook naar behoren smaken. Met een klok, ondertussen op zowat 15:15 uur, hoefden we ons niet te haasten om huiswaarts te gaan.

Na deze kleine verwennerij, keerden we terug naar wandelknooppunt 86, staken het Kanaal Leuven-Dijle over (knooppunt 87) en volgden ditmaal het jaagpad naar rechts, dus in tegenovergestelde richting alweer. We bevonden ons nu op de Zennegatvaart en zouden deze volgen tot aan het knooppunt 88. We kwamen ditmaal voorbij enkele aangemeerde woonboten en vervolgens historische schepen. Eenmaal aan wandelknooppunt 88, verlieten we via een dalend wegje links het jaagpad en bereikten even verder de Hogeweg, welke ons leidde tot aan de oevers van de Dijle, ter hoogte van het knooppunt 132. Vanaf nu wandelden we verder langsheen het jaagpad langsheen de Dijle en zouden dit blijven volgen tot aan onze voordeur. We volgden dan ook achtereenvolgens de Hogeweg en de Frans Broersstraat, langs enkele mooie stukjes natuurgebied, onder diverse bruggen en viaducten, tot we uiteindelijk in de verte de kathedraal van Mechelen zagen verschijnen. Het was dan exact 17:00 uur toen we na een dagje wandelen onze thuishaven bereikten.

Een wandeltocht vandaag, opnieuw voorheen gepland doorheen het wandelnetwerk ‘Rivierenland’, goed voor 19,683 km, 26245 stappen, 964,6 cal en dat in een rustige wandeltijd van 4.43.48 uur. Tot zover alweer deze zoveelste wandelbijdrage. Ondertussen zijn we alweer enkele kilometers rijker geworden. Tot een volgende wandelbelevenis.”