woensdag 1 april 2020

111: Diksmuide, Vrijdag 21 augustus 2009, 18,5 km. (2166,57 km.)



De derde dag van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. Ook deze dagetappe werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching, editie 2009 en wel als volgt: ‘Vrijdag – Vendredi 21/08/2009, 8600 Diksmuide (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Diksmuide.’ Na afloop van deze meerdaagse wandeltocht, schreven we het verhaal van onze belevenissen onderweg, op dinsdag 25 augustus 2009, omstreeks 18:56 uur.

“De voorlaatste dag, van de 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer bracht ons 's morgens naar de Grote Markt van Diksmuide. De bus was reeds om zeven uur vertrokken uit het kamp van Nieuwpoort, bijgevolg waren we meer dan een uur te vroeg op de startplaats. Eerst even een terrasje dan maar en een koffietje gedronken. Vervolgens hebben wij een demonstratie bijgewoond, over het gebruik van de kaartlezer voor elektronische identiteitskaarten, na afloop een gratis exemplaar bekomen. Omstreeks 08:30 uur konden we dan eindelijk op weg. Vanaf de start, volgden de verschillende marsroutes een ander traject. Wij, deelnemers aan de kortere afstand, dienden de Grote Markt te verlaten naar links, in de richting van de Handzamedijk. We vonden op onze weg de eerste aangeduide wandel- en fietsroutes, de Krekedalroute (47 km) en de Wandrille wandelroute. Om het plaatje te vervolledigen, vonden we op onze weg ook nog de wit-rode markeringen van een GR-pad, met name de GR131.

Het ging vlot langs enkele landelijke wegen en tussen eindeloze velden door. Opvallende aanwezige langsheen de weg, druk bezochte maïsvelden. De zon deed tenminste haar best om door het donkere wolkendek heen te breken, een schril contrast alvast met de voorgaande dagen. Na een tijdje wandelen, bereikten we het grondgebied van Beerst, kort daarop gevolgd door een klein stukje Vladslo, om vervolgens de Camardebeek te dwarsen. Een eerste bordje van de 5 km, zagen we langs de kant van de weg. Ondertussen werd wat verderop de aandacht gevraagd voor de eerste vraag van de dag, waar het antwoord kon worden gevonden ter hoogte van het Dischhof. Hier kon men van de gelegenheid gebruik maken om even te proeven van biologische kazen, roomijs en hoeveboter. Het ging hier rechtsaf, waarna we de collega's van de lange afstand ontmoetten. Een stand van Campina bood even verpozing door middel van een glaasje melk of een fruitdrankje. Opnieuw klaar voor enkele kilometers, vervolgden we onze weg, via de Tervate Fietsroute.

Even voor elf uur, bereikten we in Keiem de locatie waar enkele para's demonstratiesprongen deden vanuit een helikopter. Goed voor een oponthoud en tijd om te genieten van enkele kunstige sprongen, maar vooral precieze landingen. Jammer genoeg werd één en ander aan het zicht onttrokken, omwille van het wolkendek. Na dit leuke intermezzo, trokken we verder op pad langsheen deze veldweg. Deze mondde uit ter hoogte van de Belgische Militaire Begraafplaats van Keiem. Hier dienden we op zoek te gaan naar de juiste graad van de enige piloot welke op het kerkhof lag begraven. Jammer genoeg ontbrak het register aan de ingang, dus dienden we zelf de grafzerken af te lopen op zoek naar de juiste plek. Na deze korte zoektocht, sloegen we linksaf en betraden het dorp van Keiem. Hier werden we verrast met een koekje van Destrooper en op het dorpsplein konden we even uitblazen ter hoogte van een feesttent aan ‘De Kroeg’, waar het geheel werd opgeluisterd met muziek.

Ter hoogte van de kerk, bemerkten we de borden van twee autoroutes, die het dorp passeerden, met name de Hoevenroute en de IJzerfrontroute. Via de achterzijde van de kerk ging het in de richting van de Oostendebaan. Deze werd gedwarst onder het toeziend oog van de MP's, die heus wel een pluim verdienen voor het puike werk dat ze iedere dag opnieuw leverden, om het de wandelaars comfortabel te maken en vooral enkele drukke verkeerswegen veilig te laten oversteken. Een woord van dank is hier dan ook wel op zijn plaats!! Er volgden enkele landelijke wegen, die ons in de richting van de IJzer deden wandelen. Onderweg verkregen we figuurlijk het gezelschap van de Boterlandroute (44 km). Zoals verwacht bereikten we de oever van de IJzer, de waterloop die letterlijk als een rode draad door deze Vierdaagse verliep. Ter hoogte van de IJzer ging het linksaf, richting Diksmuide en uiteraard eindstreep. Maar er diende wel nog eerst een behoorlijk eindje te worden gewandeld. Deze rustige waterloop liet niets vermoeden van wat zich hier ooit had voorgedaan, tot we een eindje verder, aan de overzijde bemerkten dat we waren gekomen ter hoogte van de ‘Dodengang’.

Hier vonden we het antwoord op de derde vraag van de dag: ‘Zijn dit de overblijfselen van een Belgische of Duitse bunker?’ Ja, het antwoord is eenvoudig, wanneer je weet waar de Dodengang voor staat... In de verte zagen we de toren van de kerk van Diksmuide, alsook de imposante IJzertoren. Gestaag naderden we de stad, waar we nog heel even werden voorzien van een energiedrankje. Uiteindelijk bereikten we de jachthaven van Diksmuide, het ging via een brugje naar het Alleyepad, richting Vismarkt. Daar vonden we nog een laatste antwoord voor de prijsvraag van de dag, met name het jaartal waarin de ‘Zwarte Zusters’ lief en leed begonnen te delen met de inwoners van Diksmuide. De charmante (bronzen) dame ter plaatse, kon echter het antwoord niet over haar lippen krijgen, bijgevolg dienden we zelf op zoek te gaan naar hints in de omgeving. Om de hoek bereikten we tussen enkele vallende druppels de Grote Markt. Gelukkig ging de bui snel een andere richting uit en konden we ook deze derde dag droog houden. Nog één te gaan en de Vierdaagse is alweer maar eens voorbij.”

We sluiten dit wandelverhaal betreffende Diksmuide dan ook af, met een korte verwijzing, naar datgene wat destijds aan onze respectievelijke wandelboekjes werd toevertrouwd. ‘K: Diksmuide, Keiem, Beerst. Bewolkt 22°. J: Derde dag met vertrek in Diksmuide. Tocht via Beerst en Keiem. Langs de IJzer en de Dodengang terug naar de start.’

110: Poperinge, Donderdag 20 augustus 2009, 17,3 km. (2148,07 km.)



De tweede dagetappe uit de Vierdaagse van de IJzer editie 2009. Ook deze wandeltocht werd slechts summier aangekondigd in de wandelgids Marching en wel als volgt: ‘Donderdag – Jeudi 20/08/2009, 8970 Poperinge (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Poperinge.’ Het relaas van de etappe met start in Poperinge, werd geschreven op maandag 24 augustus 2009, omstreeks 10:41 uur.

“De tweede dag van de 37ste Vierdaagse van de IJzer ging van start op de Grote Markt te Poperinge. Van bij de start stond de zon reeds hoog aan de hemel en het beloofde een bloedhete dag te worden. Voorafgaandelijk werden we 's ochtends om vijf uur gewekt en dienden we reeds om zeven uur de bus te nemen in het kamp van Nieuwpoort. Na de start, omstreeks 08:30 uur, gingen de wandelaars van beide afstanden samen, in de richting van de Ieperstraat. Even verderop splitsten zich beide groepen, waarna elke marsgroep gedeeltelijk zijn eigen weg ging. Wij, die hadden gekozen voor de kortere afstand volgden de Quintens Wandeling. Dit nogal brede wandelpad volgde een tijdje de loop van de Vleterbeek. We volgden die waterloop vanaf de linkeroever. Langsheen dit pad troffen we tevens de LF6 Vlaanderen Fietsroute aan. Na een tijdje deze waterloop te hebben gevolgd, kwamen we ter hoogte van de openbare weg, waarbij we aan de brug naar links dienden te gaan.

Hier kwamen we terecht op een gedeelte van het traject van de Schreveroute (46 km) en de Hoppelandroute (43 km). Op het eerstvolgende kruispunt, sloegen we de rechts gelegen Boescheepseweg in. Deze lange, bijna eindeloze weg, leidde ons naar het Lijssenthoek Military Cemetery. Deze begraafplaats is de op één na grootste Britse WOI-begraafplaats ter wereld. Op dit kerkhof wachtte het antwoord op de eerste vraag van de dag, de naam van de Gunner, wiens graf zich situeerde op de hoek van rij 11 A. Op onze weg vonden we nu ook de eerste controle van de dag. Vervolgens ging het verder langsheen de Bethunestraat. Een tweede vraag stond op het punt te worden beantwoord aan één van de vele kapelletjes onderweg. Een datum op één ervan, was voldoende om een verdere deelname aan de wedstrijd te garanderen. Langsheen deze talrijke kunstwerkjes, volgden we opnieuw de Schreveroute, alsook de GR5A. Er werd nu letterlijk langs de ‘frontière’ gewandeld, getuige daarvan de aanwezigheid van voertuigen met franse nummerplaten. In de verder gelegen Lappestraat, kwamen beide marsroutes opnieuw samen.

Het gaat nu langsheen de ‘Grooten Onzen Heere’, waar we een pauze nemen om een hapje te eten. Hier heeft men de kans om al dan niet met grote teugen, te proeven van de Picon. Vanaf nu volgen enkele veldwegen elkaar op, waarbij het af en toe stevig de hoogte kan ingaan. Het wordt onderweg steeds warmer en het leger heeft de handen meer dan vol met het aanvoeren van flesjes gekoeld water. Aan de voorbijgaande wandelaars wordt de raad gegeven om vooral veel te drinken. Ter hoogte van Wally's Farm, waar zelfs het Vrijheidsbeeld staat opgesteld, volgt een tweede controle van de dag. Binnen zit de zaak afgeladen vol en daarom beslissen we om verder te stappen. Het gaat nu in de richting van het Helleketelbos. Het gaat nog even stevig de hoogte in, alvorens we het koelere en prachtige bos kunnen betreden. Ter hoogte van de ingang van het bos, aan het Sparhof, kunnen we nog even op adem komen en genieten van een koel drankje, in een vooral muzikale ambiance. Nadien wacht ons het antwoord op de derde vraag van de dag, de naam van de beek die doorheen het Helleketelbos loopt.

Dit antwoord is eenvoudig te vinden op het informatiebord aan de ingang van het bos. Hier volgen we het Natuurleerpad Helleketelbos. Eenmaal het bos voorbij, wacht een lange en langzame afdaling richting het centrum van Poperinge. Onderweg naar de eindstreep, volgen we nog een tijdje het traject van de Hoppelandroute en de Schreveroute, die we in de loop van de dag herhaaldelijk op onze weg konden vinden. Tijdens de langzame afdaling naar Poperinge, konden we onderweg nog even genieten van een laatste blik op het omringende heuvelland. Tevens trekken we nu voorbij de hoog opgeschoten hoppeplanten, waar de vruchten reeds duidelijk waarneembaar zijn. Nog even de drukke weg over en de Grote Markt kwam alweer in zicht. Tijd om de wandelboekjes te laten afstempelen, maar vooral op zoek te gaan naar enkele vrije stoeltjes op één of ander terrasje.

Een klein ommetje langs de toeristische dienst van de stad, op zoek naar het antwoord op de laatste vraag, gaf echter geen resultaat. Op de vraag, hoeveel Hoptelers de stad bezat in 1880, kon men geen antwoord geven. Uiteindelijk vernamen we later het juiste antwoord van enkele kampgenoten die het museum hadden bezocht. Meteen zat de tweede dag erop en is de Vierdaagse al halfweg. Morgen gaat het richting Diksmuide, maar dat is een ander verhaal...”

Een korte blik in onze wandelboekjes, sluit stilaan het relaas van deze tweede dag van de Vierdaagse af. ‘K: Poperinge, Boeschepe (Fr.) 32° J: Tweede dag van de Vierdaagse. Start te Poperinge en langsheen Boeschepe. Tussen de hopvelden en een stukje Heuvelland. Erg warme wandeldag onderweg.’

109: Oostduinkerke, Woensdag 19 augustus 2009, 17,3 km. (2130,77 km.)



De eerste dag van de Vierdaagse van de IJzer, editie 2009. Deze eerste dagetappe, werd destijds in de wandelgids Marching slechts kort aangekondigd en wel als volgt: ‘Woensdag – Mercredi 19/08/2009, 8670 Koksijde (West-Vlaanderen) – Vierdaagse van de IJzer, 16-32 km. Start: Koksijde – Oostduinkerke.’ Omwille van ons verblijf in het kamp van Nieuwpoort, konden we slechts overgaan tot het schrijven van dit wandelverslag, na afloop van deze Vierdaagse. Met andere woorden, pas op zondag 23 augustus 2009, omstreeks 11:57 uur.

“Op deze eerste dag van de 37ste editie van de Vierdaagse van de IJzer 2009, werden wij reeds om zes uur gewekt in het kamp van Nieuwpoort. Een half uurtje later volgde dan het ontbijt, waarbij tevens het lunchpakket diende te worden bereid. De voorziene start van de bussen om 08:10 uur, werd nadien gewijzigd naar 08:30 uur. Vanaf dan ging het richting startplaats aan de St. Niklaaskerk van Oostduinkerke. Velen waren reeds van start gegaan, toen onze bus aankwam. Echter niet getreurd, aan de inschrijvingstafel was het nog behoorlijk druk, met de inschrijving van de dagstappers. Met een beetje vertraging, konden we dus op weg, op de tonen van een stukje marsmuziek. Na de start, kregen we een eerste splitsing, waar de lange en de korte afstandwandelaars elk hun eigen weg gingen. Wij die hadden gekozen voor de kortere afstand, dienden na de start rechts te houden, en de drukke weg te volgen, richting Oostduinkerke Dorp. Hierbij werd een tijdje de Leopold II-laan gevolgd. Later ging het opnieuw rechtsaf, richting Koksijde. We vonden hier op onze weg de LF1a Kust Fietsroute die we een tijdje zouden volgen.

Verderop kreeg deze route het gezelschap van de Veurne-Ambachtroute (een fietstraject van 48 km). Beide routes verliepen doorheen enkele rustige woonstraten, waarbij af en toe reeds wat duinzand kon worden waargenomen. De zon stond al hoog en gaf al meteen de nodige warmte. Het zou een hete dag worden om te wandelen. De weg die we volgden bracht ons uiteindelijk tot aan de Doornpanne. Hier konden we voor het eerst genieten van een prachtig stukje natuurgebied, waarbij we een gedeelte volgden van de Doornpanne Wandelroute. Langsheen rustig grazende ezels, maar vooral prachtige stukjes duinengebied, volgden we de menigte wandelaars, om later de eerste woningen te bereiken van Koksijde-Bad. Tijdens de wandeling, dienden we ook af en toe op zoek te gaan naar antwoorden op vragen die werden gesteld, vermits er immers een wedstrijd was verbonden aan de Vierdaagse, onder de titel ‘Wandel en Kijk’. Via enkele druk bezochte straten, bereikten we tenslotte het Zouavenplein van Koksijde-Bad. Hier kregen we opnieuw het gezelschap van de lange afstandwandelaars en konden op dit plein meteen onze watervoorraad aanvullen. Deze was ondertussen, gelet op het warme weer, al danig geslonken.

De eerste vijf kilometer zaten erop. Op het plein, vonden we het antwoord op de eerste vraag van de dag, de naam van het monument waarop zich onder andere een Jodenster bevond. Tijd voor een korte pauze, maar vooral genieten van de zeelucht en omgeving. Vanaf nu volgden we de zeedijk in de richting van Sint-Idesbald. Her en der konden we onderweg genieten van enkele kunstwerken in het kader van Beaufort 03 of Getijdingen. Tevens vond er op de Koksijdse Zeedijk een rommelmarkt plaats, die natuurlijk kon rekenen op de belangstelling van tal van wandelaars. Af en toe was het even laveren tussen de vele toeristen, vakantiegangers en bezoekers aan deze markt. Ondertussen waren we op zoek naar het antwoord op de tweede vraag van de dag, met name de auteur van de Ode Maritima. Dit antwoord vonden we verder langsheen de zeedijk. Velen hadden dit antwoord echter gemist, waarna we diverse malen dit antwoord hebben doorgegeven aan andere wandelaars.

Uiteindelijk is het winnen niet van belang, eerder het deelnemen en vooral de afwisseling door het uitkijken naar zaken die zich langsheen het parcours bevinden. Het hoeft wellicht niet gezegd, dat de terrasjes langsheen de dijk druk werden bezocht. Overal kon men de oranje lintjes van de deelnemers herkennen. Het goede voorbeeld volgend, namen we ook even de tijd om een terrasje te bezoeken en even te verpozen door het bekijken van de voorbijgangers. Wat verderop, werd in Sint-Idesbald een beker garnaalsoep aangeboden. Ter hoogte van dit plein, het Georges Grardplein, vonden we het antwoord op de tweede vraag van de dag. Even verder gewandeld, verlieten we de zeedijk, om via de Dumontlaan de plaats te bereiken waar een derde vraag een antwoord verwachtte, met name ter hoogte van een van de oudste villa's van Sint-Idesbald, Mieke Hill. Hier scheidden zich voor de tweede maal op deze dag de routes van de verschillende afstanden. Wij bevonden ons ondertussen op het Artiesten Wandelpad. Op onze weg vonden we de Paul Delvauxlaan, waarin zich het gelijknamige museum bevindt.

Hierlangs troffen we opnieuw de borden aan van de Veurne-Ambachtroute. De trajecten van de verschillende marsroutes verliepen nu langsheen dezelfde weg, tot aan de eindstreep. Via enkele lanen met prachtige villa's, bereikten we de archeologische site ‘Ter Duinen’, welke is voorzien van een statige rode pater ter hoogte van de ingang. De naam van de kunstenaar van dit mooie kunstwerk, vervolledigde de vragenlijst voor deze eerste dag. Via het aanpalende park, konden we later genieten van enkele oude volksspelen en verpozen, bij een muziekje en een verfrissend drankje. Ter hoogte van de uitgang, troffen we de aanduidingen van het IJslandvaarder Wandelpad, in de richting van de Noordduinen. Even voordien hadden we nog onze watervoorraad kunnen bijvullen. Het ging nu stilaan in de richting van Koksijde-Dorp. Op weg daarheen werd gezorgd voor een lekkere vanillewafel. Ter hoogte van de kerk van Koksijde-Dorp, zorgde Jules Destrooper voor een pakje speculoos, dat door velen even later kon worden doorgespoeld, dankzij een melkbedeling door Campina.

Daar, ter hoogte van het vliegveld, voelde men pas echt goed de hitte van de dag. Ondertussen ging het nieuws als een lopend vuurtje, dat sommige wandelaars reeds onwel waren geworden en werden afgevoerd voor verzorging. Het ging terug in de richting van Oostduinkerke. Op weg daarheen, liepen we door de Ganzestraat, de thuisbasis van de vzw Vrienden der Blinden, mensen die zich bekommeren om blindengeleidehonden op te leiden. Het Polder Wandelpad volgend, bereikten we later de eindstreep, ter hoogte van ‘In De Peerdevisscher’. Hier, in open lucht, was het nog amper mogelijk om in volle zon even uit te blazen. De meesten zochten dan ook wat verkoeling in de aanpalende dreef, in de schaduw van de bomen. Na deze eerste wandeling, namen we nog even de tijd voor een verfrissing. Nadien ging het terug te voet naar de startplaats, voor het afstempelen van onze wandelboekjes en het opzoeken van de bussen. Vervolgens ging het terug naar het kamp van Nieuwpoort, waar een douche meer dan welkom was. Morgen volgt de tweede dag, met start in Poperinge.”

We sluiten dit wandelverhaal af, met de korte weergave van datgene wat werd toevertrouwd aan de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Oostduinkerke, Koksijde Bad en St. Idesbald. 32° J: Mini Vierdaagse van de IJzer. Eerste dag: Oostduinkerke. Tocht via Koksijde Bad en Sint Idesbald. Zonnig en warm wandelweer. Leuke ambiance onderweg.’

108: De Klinge, Zaterdag 15 augustus 2009, 18,4 km. (2113,47 km.)



Deze bijzondere wandeltocht werd voorheen in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 15/08/2009, 9170 De Klinge (Oost-Vlaanderen) – Ossaerttocht, 6-13-19 km. Wandelclub Gasthofstappers Sint-Gillis. Start: Basisschool De Bron. Niet te missen avond- en nachttocht langs velden en door het Ossaertbos. Spannend en geheimzinnig. Zaklamp verplicht. Honden moeten aan de leiband worden gehouden.’ Na afloop werd de dag daarna een korte beschrijving neergeschreven van onze belevenissen onderweg, omstreeks 11:18 uur.

“Gisteren trokken we naar het Oost-Vlaamse De Klinge, om daar deel te nemen aan een nachtelijke wandeltocht, onder de benaming Ossaerttocht. Er kon worden gestart tussen 20:00 en 23:00 uur. De organisatie van de wandeling, was in handen van de wandelclub ‘Gasthofstappers’ uit Sint-Gillis-Waas. In het Marching-boek was reeds vooraf aangekondigd dat een zaklamp verplicht was en bovendien dat honden aan de leiband dienden te worden gehouden. Bij aankomst op de startplaats, in de Basisschool De Bron, konden we reeds een beetje de sfeer van het gebeuren aanvoelen. De plaats van inschrijving was versierd met heksen, vleermuizen, spinnen en spoken. Er kon worden gekozen uit te wandelen afstanden van 6, 13 en 19 km. Op de tafels konden we reeds op voorhand een korte beschrijving vinden van hetgeen de deelnemers te wachten stond, vooral in het Ossaertbos. Gezien het bij aanvang van de wandeling, omstreeks 20:00 uur, nog niet echt duister was geworden, besloten we om deel te nemen aan de wandeling van 19 km, met een werkelijke afstand van 18,4 km.

We trokken op pad en vonden bij het verlaten van de school, honderd meter verder reeds een eerste splitsing. De 6 en de 13 km wandelaars gingen naar links, de deelnemers aan de 19 km gingen een eerste keer naar rechts. We zouden dus vooreerst een lus wandelen van 5,9 km. De eerste honderden meters verliepen door de bebouwde kom van De Klinge, waar enkele woonstraten werden doorlopen. Al vlug vonden we op onze weg een fietsroute, met name de Tempusroute van 38 km. Deze leidde ons doorheen de Oude Molenstraat, waar we op een kruispunt een kunstwerk konden bewonderen, dat een molen diende voor te stellen. Wat verderop sloegen we haaks rechtsaf, om de Sluisstraat in te gaan. Voor ons lag een loodrechte smalle asfaltweg, die eindeloos ver de velden inging. De bekende symbolen van een GR-pad, de GR5A, begeleidden ons, tussen de ondertussen hoog opgeschoten maïs. In de verte zagen we tal van luchtballonnen die her en der landden. Stilaan zakte de zon verder naar de horizon en dat verkleurde enigszins het landschap. Op het einde van deze lange eenzame weg, niemand die volgde, sloegen we opnieuw haaks rechtsaf.

Het was ondertussen duidelijk dat we in een vierkant wandelden. We staken een drukke weg over en gingen in de richting van een nabijgelegen bos. Aan de rand van het bos, ging het een laatste keer haaks rechtsaf en hierbij kwamen we terecht op de oude spoorwegbedding Terneuzen - Sint-Niklaas - Mechelen. Dit smalle wegje liep opnieuw eindeloos rechtdoor, en scheen te verdwijnen in de duisternis. We volgden het traject van de LF38b Dender-Waaslandroute en opnieuw het GR-pad. Onderweg vonden we een beschrijving van het Stropersbos. Op het einde van de bedding, bereikten we de openbare weg en tevens de plaats van vertrek. Een eerste gedeelte van 5,9 km was volbracht. We namen even de tijd om iets te nuttigen en konden vaststellen dat het nu toch wel donker was geworden.

De tocht ging verder, waarbij we nu aan de eerste splitsing, eveneens naar links dienden te gaan, om de wandelaars van de 6 en de 13 km te volgen. We volgden de oude spoorwegbedding en tezelfdertijd het traject van de Dender-Waaslandroute. Echter niet voor lang, vermits de 13 en 19 km, de bedding naar rechts verlieten. We volgden enkele straten doorheen een nieuwe verkaveling, nog volop in aanbouw. Op het einde van de verkaveling volgden we een klein paadje en dat bracht ons aan het Natuur- en waterwingebied Clingse Bossen. Het gebruik van de zaklamp was nu wel aangewezen, aangezien je anders geen steek voor ogen meer zag. Tijdens de nacht kan het in het bos echt wel heel donker zijn. Nu volgde een aaneenschakeling van brede zandpaden en smalle boswegels, waarbij het goed uitkijken was om niet van het aangeduide pad af te wijken. Onderweg bemerkten we amper nog de aanwezigheid van de Hulsterloo Route en de Tweelanden Wandelroute. Nog steeds was er niets te bemerken van de aangekondigde griezeltoestanden.

Zo werd dus het tweede gedeelte van de wandeling, over een afstand van 5,8 km afgewerkt, zonder eigenlijk een goed besef te hebben gekregen waarlangs de tocht uiteindelijk verliep. Door een donker bos wandelen doet je elk gevoel van richting en plaatsbesef vergeten. Toen we in de verte licht zagen, naderden we een tweede controleplek, gelegen in de Paal, een plaatselijke school. Daar konden we in open lucht even genieten van een verfrissend drankje. Het laatste gedeelte van de wandeling kwam eraan. Na dit korte oponthoud, trokken we alweer op pad en bereikten spoedig opnieuw de openbare weg. We volgden een ietwat drukkere weg en deze bracht ons ter hoogte van de grens met Nederland. We betraden nu het grondgebied van Kapellebrug (deelgemeente Hulst). Er volgden nu enkele rustige landelijke wegen, doorheen de dorpskom van deze gemeente en later tot op het grondgebied van St. Jansteen. Een landelijke weg ging over in een bospad en opnieuw trokken we de duisternis in. Af en toe zagen we in de verte het schijnsel van een zaklamp van andere wandelaars, maar voor het overige was het pikdonker.

Vaak dienden we de bermen van nabij te bekijken, teneinde te zoeken naar pijlen voor het traject. Via enkele bospaden bereikten we het Ossaertbos, zo werd immers op een bepaald moment aangekondigd op een boom. Enkele verwittigingen waren opgehangen, met daarbij de nodige afbeeldingen van griezels. Er volgde nu een traject tussen linten, met putten en bermen en waarbij tussen de bomen skeletten en andere monsters waren opgehangen. Beren en duivels, heksen en lijken, je kon ze overal aantreffen. Met de nodige achtergrondgeluiden en lichteffecten, had je toch het gevoel dat je op je hoede mocht zijn. Toen, als uit het niets, vloog vanuit een boom een pop, voorstellende één of andere duivel, ons tegen het lichaam. Dat was wel even schrikken, vooral omdat je die voorheen niet eens had bemerkt en als die dan nog in het donker tegen je aanbotst, schrik je toch wel even. Enkele gespannen netten en spinnenwebben maakten het tafereeltje af. Een ludieke afwisseling eigenlijk en prima in scène gezet. Bij momenten hoorde je hier en daar in het bos wel een kreet van een geschrokken wandelaar.

Voorbij dit griezelig gedeelte, kwamen we opnieuw op een breder pad en volgden we de Nobelroute. Die werd gevolgd door de Stropersbos wandelroute en zo belandden we aan de oude spoorbedding, die ons veilig naar de aankomst bracht. Toen we omstreeks 01:00 uur de wandeling hadden volbracht, konden we vaststellen dat 370 wandelaars hadden deelgenomen aan deze leuke belevenis. Vandaag houden we het verder nog even wat rustig, aangezien we dinsdag aanstaande koers zetten naar Nieuwpoort, daar wacht immers de Vierdaagse van de IJzer...”

Teneinde dit wandelverhaal af te sluiten, blikken we nog even terug, naar datgene wat destijds werd toevertrouwd aan de wandelboekjes. ‘K: Avond- en nachtwandeling door De Klinge, Sint Jansteen en Kapellebrug. Griezelig in de donkere bossen. Het Ossaertbos zorgde voor de nodige effecten. J: Nachtelijke wandeling vanuit De Klinge en doorheen Kapellebrug en Sint Jansteen. Griezelen in het Ossaertbos. Warm zomers weer. Magere opkomst!’

107: Gent, Maandag 10 augustus 2009, 18 km. (2095,07 km.)



De hierna besproken wandeling, werd voorheen aangekondigd in de wandelgids Marching als volgt: ‘Maandag – Lundi 10/08/2009, 9000 Gent (Oost-Vlaanderen) – Dekenijtochten, 6-12-18 km. De Heirnisstappers. Start: Tent Tarbotstraat. Wandeltocht naar aanleiding van Dekenijfeesten.’ Na afloop schreven we een relaas, op maandag 10 augustus 2009, omstreeks 18:56 uur.

“Vermits we tijdens het voorbije weekend, omwille van wachtdienst, niet konden wandelen, deden we dit vandaag op een vrije maandag. We hadden geluk, aangezien er in de nabije omgeving een wandeltocht werd georganiseerd door de Heirnisstappers. Deze wandeling ging door onder de benaming ‘Dekenijtochten’, met start in de feesttent in de Tarbotstraat. Er kon worden gekozen uit de afstanden 6, 12 of 18 km. Eenvoudig eigenlijk, het parcours bestond uit drie lussen van telkens zes kilometer en aangeduid met de letters A, B, C of de kleuren blauw, groen en rood. Toen we deze ochtend omstreeks 09:30 uur van start gingen, vonden we de opkomst aan de lage kant. Bleek nadien dat in het Marching boek de starturen waren vermeld van 12 à 18 uur. Eerlijkheidshalve moeten we bekennen dat we dit niet eens hadden bemerkt, doch we konden toch gewoon van start gaan, na een kleine hap en een koffie in de feesttent. Het eerste gedeelte van de wandeling werd aangegeven door de letter A of blauwe kleur.

We vertrokken vanuit de feesttent en volgden de Tarbotstraat naar rechts, om vervolgens de Lozevisserstraat in te slaan. Deze straat volgend, bereikten we de Ferdinand Lousbergskaai en meteen ook de Visserijvaart. We wandelden langsheen deze vaart in de richting van de Vlaamsekaai, zijnde een gedeelte van de kleine ring omheen Gent. We staken de brug over, om nadien de ernaast gelegen trappen af te dalen en vervolgens onder het viaduct van de Vlaamsekaai door te gaan, meteen het Keizerspark binnen over de aldaar nieuw aangelegde wandel- en fietsbrug. In dit park volgden we een stukje van de Noord-Zuidroute Zwijnaarde en van de LF30 Schelde-Deltaroute. We verlieten het park, gingen onder de Brusselsesteenweg door en volgden de loop van de Schelde verder op het grondgebied van Ledeberg. Even verder bereikten we de rotonde, gelegen ter hoogte van de bekende handelszaak ‘De Speurder’ en gingen door de tunnel, onder de oprit naar de E40-E17, in de richting van het nieuwe kantorencomplex ‘Zuidertoren Office Park’. Hier komen velen hun belastingsbrieven posten!

Voorbij dit enorm administratief centrum, vervolgden we onze weg langs de Gaston Crommenlaan, tot aan het kruispunt met de Ijzerweglaan. We volgden deze straat tot we uitkwamen aan de Stropbrug. Hier ging het vervolgens naar rechts, waar we opnieuw de oevers van de Schelde volgden, in de richting van de St. Lievenslaan. We konden hier een rustig pad volgen, gelegen op de rechteroever. We gingen nogmaals onder de oprit naar de autosnelweg, via een nieuw aangelegd metalen looppad, om aan te komen ter hoogte van het tramtraject richting Zuidkwartier. Hier volgden we vervolgens de tramsporen, om nadien geruime tijd de grote Frère Orbanlaan te volgen, tot aan het begin van het Albertpark. Hier verlieten we de openbare weg, om doorheen het park te wandelen tot aan de bibliotheek, gelegen aan het Wilsonplein. We gingen nadien langsheen het Graaf van Vlaanderenplein, doorheen de Zuidstationstraat, richting Sint Annaplein. Voorbij het plein volgden we de Nieuwebosstraat, de Tweebruggenstraat, om vervolgens via de Ferdinand Lousbergskaai terug te keren naar de plaats van vertrek.

Tijd voor een controlestempel en een drankje, aangezien het ondertussen goed warm begon te worden... voor sommigen toch althans. De tweede lus, de letter B of de groene kleur volgend, leidde ons de Tarbotstraat in naar links. Via de aanpalende straten, Karperstraat, Forelstraat en Eendrachtstraat, ging het in de richting van de Kasteellaan. Op onze weg vonden we de aanduidingen van de LF30 Schelde-Delta route en van de LF5 Vlaanderen Fietsroute. We dwarsten vervolgens de Kasteellaan om nadien via de Ossenstraat aan te komen in het Astridpark. We liepen omheen de vijver en konden het beeld van Astrid aanschouwen, waarna we terug aankwamen op de reeds gekende Ferdinand Lousbergskaai. Hier vonden we de Oost-west Route voor fietsers. We vervolgden de kaai naar links en liepen langsheen de Visserijvaart tot aan de Tweebruggenstraat. We liepen de brug over, om aan de overzijde, de rechts gelegen Jongenstragel te volgen langsheen de Benedenschelde. Dit pad langsheen het water deed ons aankomen aan de Koepoortkaai en de verder gelegen Veerkaai om zo de Portus Ganda te bereiken. Hierlangs verliep de Noord-Zuid Fietsroute.

Via enkele leuke bruggetjes en kaaien, Nieuwbrugkaai, Sint-Joriskaai en Rodetorenkaai, bereikten we uiteindelijk de aan de overzijde gelegen Schoolkaai, om die te volgden tot aan de Dampoort. Vanaf hier volgden we geruime tijd het traject van de GR128. Via de Dampoort en het erachter gelegen Antwerpenplein, bereikten we een woonwijk achter dit plein. Ondertussen bevonden we ons op het grondgebied van Sint-Amandsberg. Via de Biekorfstraat en de Engelbert van Arenbergstraat, bereikten we het Groot Begijnhof. De wandeling verliep doorheen het Begijnhof om dit opnieuw te verlaten aan de andere kant via de Jan Roomsstraat. Op het einde ging het via de Schoolstraat naar het Van Cleemputteplein. Vanaf daar volgden we de Wittemolenstraat en de Verbindingstraat naar het Heilig Hartplein. We staken nadien de drukke Dendermondsesteenweg over, om via de Toekomststraat en de Forelstraat, terug te keren naar de feesttent voor een koele verfrissing.

Het laatste traject van de wandeling, de letter C of de rode kleur volgend, zou ons brengen naar het grondgebied van Gentbrugge. We volgden voor de tweede maal de Tarbotstraat naar links, om nadien via de Karperstraat naar de grote ring te stappen. Hier werd de Vlaamsekaai overgestoken om aan de overkant de Sluizenweg te volgen, in de richting van de Bassijnwijk. Dit geschiedde vooreerst via de Scheldekaai en het verder gelegen Plein Tegen Zinloos Geweld. De weg ging verder doorheen de Kerkstraat, langs de voormalige site van ARBED, tot aan het begin van de Leo Tertzweillaan. Hier volgden we nadien het spoorwegviaduct tot aan de Frederik Burvenichstraat. Het aldaar gelegen voetbal- en atletiekstadion van Racing Gent werd omwandeld, waarna het via de Emmanuel Hielstraat ging tot op het kerkplein van Gentbrugge. Wat verder ging het via de Gentbruggekouter naar de Jules van Biesbroeckstraat, waarna de muren van het kerkhof werden gevolgd en tevens de Schelde, terug in de richting van Gentbruggebrug. Vanaf daar werd de Jan Delvinlaan gevolgd, langsheen een dichtgeslibde waterloop, terug in de richting van de Heirnislaan.

Nog even het drukke kruispunt over en we bereikten opnieuw de plaats van vertrek. Op zich was het vandaag geen wandeling die uitblonk door haar natuurpracht. Dit kan ook moeilijk anders, wanneer het vertrekpunt zich bevindt in een grootstad. De lussen van zes kilometer, lieten het niet toe de prachtige natuurgebieden in Gent en omstreken te bezoeken. Vandaag was het dus eerder een stadswandeling en gelet op het zonnige weer vandaag, was dit op zich voldoende om een leuke dag te ervaren. Eén groot gehoord minpunt bij tal van wandelaars, het verplicht betalen voor het gebruiken van het toilet!! We hebben het al zo vaak anders kunnen ervaren. Jammer. Toen we terug huiswaarts reden, konden we zien dat om 14 uur, 214 wandelaars waren geteld.”

Tot slot geven we nog een korte verwijzing naar datgene, wat kort na afloop van de tocht, in de wandelboekjes werd genoteerd. ‘K: Stadswandeling in Gent, drie lussen. Ledeberg, Sint Amandsberg, Gentbrugge. 28° J: Wandeling bestaande uit drie lussen van telkens zes kilometer. Eerste lus via Ledeberg, tweede lus via Sint Amandsberg en derde lus via Gentbrugge. Weinig interessant parcours, eerder een stadswandeling. Zonnig en warm. Eerste tocht met nieuwe pet van W&W.’