Posts tonen met het label Celles. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Celles. Alle posts tonen

dinsdag 30 november 2021

476: Falmignoul, Zaterdag 19 september 2020, 10,6 km. (9597,901 km.)


 “Het relaas inzake een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3, met start en aankomst te Falmignoul. Men kan deze wandeling opsplitsen in een tweetal lussen, dan bedraagt de totale wandelafstand 22,2 km. We beperkten ons echter tot slechts een gedeelte van de tocht, vermits we na de wandeling nog even een bezoek brachten aan Celles. Na een autorit vooraf vonden we een parkeerplaats tegenover de Eglise Saint-Nicolas in de Rue du Cretia, gevolgd door een broodje, teneinde even later de wandeling aan te vangen. We lieten de plaatselijke kerk rechts en volgden over korte afstand de Rue du Cretia, met oog voor de liggende rode en gele rechthoekjes. Een vijftigtal meter verder, aan een Y-splitsing wandelden we rechtdoor verder, vrijwel dadelijk flink aan hoogte winnend, om zo stilaan de laatste huizen achter ons te laten. Bijna op het hoogste punt aangekomen, bochtte de weg naar rechts, net waar een klein oorlogsmonument schuil gaat onder enkele lindes. Wat verder aan een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw arriveerden we op het hoogste punt op een dwarsweg. We kozen linksaf in deze Rue Haute, om er de richting te volgen, aangegeven door een rood en geel rechthoekje. Iets verder aan een enorme es hielden we de richting rechtdoor aan, nog steeds licht bergop.

Een volgende splitsing van de Rue Haute liet ons afscheid nemen van het tot nog toe bewandelde betonwegje, om dit te ruilen voor een grindweg. We stapten er rechtdoor verder en kregen zo zicht op enkele windmolens links. Nog altijd matig verder klimmend overschreden we een heuvel, om dan langzaam af te dalen op een brede grasweg, in de richting van het verder gelegen bos. Bij het betreden van het bos ging het nog wat verder in dalende lijn, zij het iets forser dan voorheen. Ter hoogte van een kruispunt van boswegen hielden we rechtdoor aan, hierbij geleid door gele rechthoekjes en de wit-rode markeringen van de GR654. Vanaf dit punt doken we als het ware werkelijk de diepte in via een vrij steile afdaling langs een smal pad, dat was uitgehold door regenval. Af en toe diende een boom even als hulp om steun te zoeken. Eenmaal deze steile afdaling achter de rug, betraden we een dwars gelegen bosweg naar rechts, nu ook aangeduid met pijltjes ‘Cascatelles’. We daalden nog steeds verder af, via de Sentier des Cascatelles, zij het nu matiger dan voorheen, om af en toe via stapstenen de Ruisseau du Grand Étang over te steken. Zo wandelden we afwisselend links en dan weer rechts van het riviertje. Het verloop van het water geschiedde via een aantal treden en zo ontstonden kleine watervalletjes.

Jammer genoeg eindigde dit mooie stukje wandelweg voorbij een grote rots in de Maasvallei, alwaar we een grote picknickbank aantroffen. We namen er dan ook afscheid van het Grote Routepad dat een andere richting uitging. We hielden er alvast even halt teneinde te genieten van een hapje en even de ledematen wat rust te gunnen. Na dit korte oponthoud begaven we ons rechtsaf op het brede wandelpad langs de oever van de Maas. Aan de overzijde van het water kregen we zicht op het dorp Waulsort. Genietend nu van een stralende zon, na de duisternis van het bos, konden we kijken naar statige gebouwen uit de belle époque aan de overzijde van de Maas. Het tot nog toe gevolgde wandelpad leidde ons voorbij het plezierhaventje van Waulsort. Daar hielden we opnieuw even halt, vermits aan de overkant de horeca was waar te nemen. We maakten dan even later gebruik van een kleine schuit met veerman om op de andere oever te geraken. Daar konden we dan omstreeks 12:15 uur genieten van een kopje koffie in Panama Rio. Na een aangename wandelpauze in het zonnetje, ging het opnieuw de Maas over, teneinde onze wandeling verder te zetten.

Vanaf nu volgden we de blauwe ruitjes en de gele rechthoekjes voorbij de kleine jachthaven. Aan de overzijde van de Maas kregen we zicht op het kasteel van Waulsort en stapten we verder via de oever van de Maas. Links verschenen enkele doorkijkjes naar de rivier, terwijl rechts de eerste rotspunten te voorschijn kwamen. Even verder verliep het parcours over een uitgestrekte weide, terwijl we zowel links als rechts de hoge rotswanden konden bekijken. Gekomen aan het einde van een tweede weide, bereikten we het Colébi-ravijn, om er voorgoed afscheid te nemen van de Maas. Een draaihekje liet toe de weide te verlaten, waarna we rechtsaf gingen en een kiezelpad betraden, voortaan geleid door de rood-witte tekens van de GR126. Vooreerst matig bergop naderden we een bos, om er een dwarsweg rechts op te gaan, om dan meteen een forse beklimming aan te vangen. Eenmaal doorheen het bos kwamen we uit op een volgende dwarsweg, om er nogmaals rechts aan te houden. We wonnen nog iets aan hoogte tot we het plateau bereikten, de Crétia.

We wisselden ondertussen het kiezelpad voor een smalle betonweg, waarna we uiteindelijk het punt bereikten waar we vroeger op de dag waren langs gekomen, vermits de betonweg uitmondde in de Rue Haute. We gingen linksaf en volgden in tegengestelde richting een gedeelte van de heenweg. Aan het kapelletje onder de lindes, ging het ditmaal rechtsaf om af te dalen naar de kerk van Falmignoul. We eindigden dan ook deze wandeling omstreeks 14:30 uur na zowat 10,6 km te hebben gewandeld. We zagen af van het tweede gedeelte van deze uitgepijlde wandeling, vermits we vooreerst nog even de kerk van Falmignoul bezochten, om nadien koers te zetten naar Celles. Daar hielden we nog even halt in de bekende taverne, ter hoogte van het restant van een Duitse tank, bekend omwille van ‘The Battle of the Bulge’. We genoten er dan ook van een drankje, waarna we de terugreis aanvingen.”

woensdag 16 september 2020

358: Furfooz, Zaterdag 29 augustus 2015, 9,810 km. (7266,132 km.)

“Vermits de zon nog altijd verschijnt in het oosten en draait naar het zuiden, reden we dan ook zowat zuidoostwaarts, teneinde aldaar in het kleine Furfooz een wandeling aan te vangen van 16,5 km, zoals beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 3. Met wat moeite, omwille van een verkeerde afrit op de N97, bereikten we pas omstreeks 10:00 uur een rotonde aan de ingang van het dorp, alwaar de wandeling van start zou gaan. Nadat we het gepaste schoeisel hadden aangetrokken en alles in de rugzak hadden gestopt, konden we even later omstreeks 10:20 uur van start gaan, onder een vooralsnog blauwe hemel. Slechts heel in de verte waren enkele kleine wolken zichtbaar. De temperatuur was ondertussen behoorlijk opgelopen tot boven de 20°, een ideaal moment om te vertrekken dus. Onze tocht begon dan ook ter hoogte van de kleine rotonde op het kruispunt van de Rue du Camp Romain en de Rue de Monchon. We gingen dan ook van start op een hoogte van 212 m en zouden snel afdalen naar de lager gelegen oever van de Lesse. We verlieten het kruispunt en gingen de links gelegen Rue des Aiguilles de Chaleux in. De naam op zich, zou later meer duidelijkheid brengen.

Vrijwel onmiddellijk bemerkten we de aanduidingen van de GR126. Via het smalle wegje, wandelden we de woonkern uit. Een eerste blikvanger was een gedenksteen, opgericht ter nagedachtenis van Gabriel Denamur, welke tijdens een expeditie in 1991 op de Annapurna spoorloos is verdwenen. Het asfalt maakte even verder plaats voor wat grind en begonnen we aan een lichte beklimming. We konden dan ook voor het eerst de weidse omgeving bekijken, met als blikvanger, een enorme vierkantshoeve in de verte. Maar we bemerkten ook de koeltorens van de kerncentrale in Chooz (Fr) en niet te vergeten, links het diepe dal van de Lesse. Een eerste rustbank troffen we aan bezijden het pad, doch het was nog vroeg om nu al uit te rusten. De veldweg verder volgend, bereikten we het Bois de Chaleux en konden we beginnen aan een vrij forse, lange afdaling naar het lager gelegen dal. Een smal kalkstenen pad, voorzien van losliggend gesteente en nog nat van de regen van de voorbije dagen, maakte het pad gevaarlijk om af te dalen. Met de nodige voorzichtigheid bereikten we wat verder het baken ‘Point de vue sur Chaleux’ – 205 m).

Hier verkregen we een schitterend uitzicht over het in de diepte gelegen gehucht Chaleux, de kronkelende Lesse en de spoorwegbrug over de rivier. Tevens konden we een eerste glimp opvangen van de Roche à la Chandelle, de zogeheten vetkaarsrots. Jammer genoeg was de picknickplaats bezet, door een grote groep kampeerders. We zetten onze tocht dan maar verder, richting dal. Afdalend kwamen we langsheen het baken ‘Les Aiguilles de Chaleux’ – 200 m, en volgden er het traject van de Promenade des Aiguilles de Chaleux. Steeds verder dalend over vaak een vrij moeilijk begaanbaar steenachtig pad, bereikten we uiteindelijk het dal en stonden aan één van de oevers van de Lesse, ter hoogte van een eerste spoorwegbrug. De eerste kajakkers zagen we op de rivier voorbij peddelen. We maakten hier van de gelegenheid gebruik, de rugzak wat te verlichten, door het nuttigen van een broodje. Een grote groep wandelaars kon worden opgemerkt. Na deze korte pauze vervolgden we onze weg, onder de brug door, verder langsheen de oever van de Lesse, stroomopwaarts.

De tot nu toe gevolgde rotsachtige paden, werden nu vervangen door een bosweg, waarvan het einde van de ellende nog niet meteen in zicht kwam. In het begin nogal modderig, hadden we wat verder af te rekenen met plassen over de gehele breedte van het pad, zodat we noodgedwongen af en toe dienden uit te wijken naast het pad, teneinde vooral de voeten droog te houden. Met enige moeite, na een passage doorheen de netels, bereikten we een parallel gelegen paadje, dat beter begaanbaar was, ook al was de grond er erg kleverig. Af en toe een stukje gras maakte het wandelen er wat eenvoudiger op. Na geruime tijd het pad te hebben gevolgd, bereikten we een tweede spoorwegbrug over de rivier. We verlieten de oever en klommen via enkele trappen tot boven de brug, om vervolgens aan de overkant, via trappen af te dalen naar de andere oever. We wandelden dan onder de brug door en bereikten korte tijd later het baken ‘Roche à la Chandelle’, zowat ter hoogte van toegang tot het gehucht Chaleux. Een bankje aan de oever van de Lesse nodigde alvast uit tot een korte pauze. We konden dan ook heel wat beweging waarnemen op en naast het water.

We sloegen meteen rechtsaf en wandelden het gehucht binnen, hierbij het traject volgend van de Promenade de Walzin. Het was ondertussen 12:40 uur geworden en we hadden amper iets meer dan drie kilometer afgelegd. We kwamen langs de Sint-Niklaaskapel en volgden vanaf nu een gemakkelijk begaanbare asfaltweg, welke de kronkels van de Lesse min of meer volgde. Een splitsing liet ons vervolgens links aanhouden, waarbij we ons nu bevonden op het traject van de Promenade du Ropy. We stapten nu doorheen de vallei, nogmaals onder een spoorwegbrug door. Geruime tijd later, bereikten we het baken ‘Ri de Vesse’ – 115 m, alwaar we nog steeds dezelfde richting dienden aan te houden. Zo bemerkten we op onze weg enkele vakantiehuisjes en tevens grote weiden, blijkbaar de uitverkoren picknickplaats voor velen. We namen dan ook plaats aan één van de stenen tafels teneinde nog even de inwendige mens te sterken, ondertussen kijkend naar de talrijke kajakkers op de Lesse. Terug op pad, bereikten we nadien een rustplaats voor kajakkers, een drankhut met frituur en een buitenterras. We namen er dan ook even de tijd een frisdrankje te nuttigen.

Omwille van de drukte en het lawaai, maakten we dat we vrij snel opnieuw verder wandelden. Aan de volgende brug, ging het rechtsaf, om vervolgens via de brug de Lesse over te steken. Aan de overkant van de brug, bereikten we het baken ‘Pont de Gendron’ en bevonden ons dichtbij het station van Gendron. Een laatste spoorwegbrug gingen we onderdoor en de brede weg leidde ons tot de iets verder gelegen Auberge de la Lesse. Tijd dus voor een kopje koffie, alvorens het zware klimwerk aan te vatten. De klok wees ondertussen 14:10 uur aan. Min of meer wat uitgerust, volgden we een tijdje de drukke N916, tot voorbij het grensbord Celles. Enkele honderden meters verder verlieten we de drukke weg en sloegen een links gesitueerd bospad in. Via een klein bruggetje ging het over de Ri des Forges en konden we beginnen aan de lange beklimming om uit het dal van de Lesse weg te komen. Een gelijkaardig pad als voorheen op de dag, wachtte nu om te worden beklommen. Het rotsachtige, steile pad, zou heel wat energie vergen en bovendien liet de zon zich meer en meer aanvoelen. Zweten en puffen dus.

Uiteindelijk bereikten we wat hoger een vlakkere bosweg en die leidde ons naar de rand van het bos, zodat we terecht kwamen in een glooiend open terrein. Heel even nog ging het wat de hoogte in, tot we het hoogste punt hadden bereikt, ter hoogte van een linde, voorzien van een rustbankje. Ondertussen zagen we in het dal reeds de dorpskern van Furfooz liggen en in de verte de reeds bekende vierkantshoeve. Na een laatste rustpauze, volgden we rechtdoor een veldwegje, richting dal. Na nog een laatste stukje rotsig pad, bereikten we de openbare weg aan de rand van de dorpskern. We stegen lichtjes tot aan de plaatselijke kerk, om vervolgens linksaf, even verder opnieuw de plaats van vertrek te bereiken. We waagden ons niet meer aan de tweede lus van deze beschreven wandeling, vermits we op de terugweg nog even halt zouden houden in Celles, alwaar zich een monument bevindt, dat herinnert aan de veldslag in de Ardennen.

Zowat een kwartier later bereikten we de taverne ter hoogte van het monument en genoten nog van een laatste verfrissing, alvorens de terugreis aan te vangen. Uiteraard namen we de tijd om nog wat foto’s te nemen van een aldaar opgestelde Panther. De wandeling van vandaag was goed voor 9,810 km, 446 cal in een tijd van 2.29.44. We hadden 13080 stappen nodig om de klus te klaren.”