Een wandeling, die beschreven
wordt in één van de zogeheten Dagstappergidsen, uitgegeven door Lannoo. Een
tocht, welke van start gaat in Hotton. Na afloop schreven we een relaas,
inhoudende de voornaamste bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 21:03 uur.
“Gevolg gevend aan de lokroep van
onze Dagstappergids, trokken we deze ochtend vroeg richting Hotton. Aldaar
start immers ter hoogte van de brug over de Ourthe, de vierde wandeling uit
deel 1 ‘Het Hart van de Ardennen’. Nadat we vorige week een tijdje het verloop
van de Aisne hadden gevolgd, was vandaag opnieuw de Ourthe aan de beurt. Na een
lange autorit bereikten we Hotton en namen er vooreerst de tijd om in een
plaatselijke taverne een koffie te nuttigen. Daarna waren we klaar om de tocht
van 15,6 km aan te vangen, voorzien van mondvoorraad en een gezonde dosis lust,
dit gedeelte van de Ardennen te verkennen. Ter hoogte van de startplaats in
Hotton, was er al direct heel veel te zien en uiteraard te fotograferen. We
geven hier een kleine opsomming: de plaatselijke kerk rechts van de brug, de
kiosk links ervan, welke trouwens in fasen werd opgebouwd. Verder kregen we tal
van gedenkplaten te zien welke herinneren aan het Ardennenoffensief van
december 1944.
Zo bevindt zich ter hoogte van de
brug, aan de zijde waar de toeristische dienst is gevestigd, een grenssteen
welke de uiterste grens van het vermelde offensief aangeeft. Aan de andere kant
van de brug gedenkplaten ter ere van het 51th Engineer Combat Battalion, en ter
ere van Lieutenant Charles K. Bryson en een pleintje vernoemd naar Lieutenant
Philip Zulli. Terwijl we de brug over de Ourthe namen, bevonden we ons op een
tweetal lokale trajecten, met name de Route forestière en de Route Champêtre en
verder de GR-paden GR57 en GR577, alsook enkele plaatselijke kortere
wandelroutes. Eenmaal de brug over, ging het linksaf, richting La Roche, en via
het Zulli plein, de verder gelegen Rue du Parc in. Zo lieten we de drukke weg
voor wat hij was en even later kregen we een eerste klimmetje te verwerken,
langsheen een rotsig paadje, dat uitmondde in het Parc Communal de Hotton. We
zaten op een andere belangrijke wandelroute, de Transardennaise. Boven gekomen
ging het naar links, in de richting van het Hotton Cimetière anglais.
Hier rusten volgens het register
van de begraafplaats 666 soldaten en staatsburgers van de Commonwealth. Na een
korte bezoekje aan deze begraafplaats vervolgden we onze weg en vonden even
voorbij het kerkhof een links gelegen onverharde weg. We wandelden hier een
eindje tussen velden en weilanden en kregen natuurlijk de eerste vergezichten
te zien. Gekomen op een T-splitsing dienden we links aan te houden, terwijl men
naar rechts kon wandelen in de richting van de grotten van Hotton. Voor ons ging
het dus stevig bergaf via een asfaltwegje en zo bereikten we een eindje lager
een andere kruising, waar het ditmaal naar rechts ging. Op die manier wandelden
we richting Hampteau. Op weg naar Hampteau kregen we rechts van de weg zicht op
de voormalige steengroeve. We volgden een stukje fietspad, om ter hoogte van de
bebouwde kom van Hampteau, een links gelegen veldwegel te nemen. We wandelden
zo even verder letterlijk tussen schapen en lammetjes en kregen het kasteel van
Heblon even in de verte te zien.
Haaks rechtsaf dienden we
vervolgens een smalle wegel te nemen, welke zich situeerde tussen twee rijen
prikkeldraad. Dit smalle paadje volgend, wandelden we even later langsheen
enkele hagen en bereikten uiteindelijk opnieuw enkele woningen, ter hoogte van
een aangenaam uitziend plein. Hier aangekomen namen we de dwarsweg naar links,
richting Werpin. Even verder, juist buiten de dorpskom van Hampteau, staken we
opnieuw de Ourthe over en begonnen vervolgens aan de lange klim naar de kerk
van Werpin. Via een af en toe kronkelende asfaltweg, bereikten we even later
het plein ter hoogte van de kerk van Werpin. Naast de kerk bevindt zich een
informatiebord aangaande enkele plaatselijke wandeltrajecten. Vervolgens
sloegen we rechtsaf en namen de Rue de la Vierge, alweer klimmend , langsheen
de Ferme de Werpin, om vervolgens uit te komen ter hoogte van een beeld van de
Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes van niet minder dan 11,3 m hoog, sokkel
inbegrepen. Voor het beeld bevindt zich een kleine kapel.
Na een kleine pauze op een bankje
ter hoogte van dit enorme beeld, hielden we op de splitsing rechts aan en
klommen verder via een asfaltwegje. Ditmaal kregen we een wel erg lange
beklimming voor de voeten geschoven en af en toe met een sterke hellingsgraad.
Soms dienden we dan wel even naar adem te happen, maar het uitzicht maakte veel
goed. We kregen prachtige vergezichten te zien van de beboste heuvels in de
omgeving en vaak kregen we tal van kleurschakeringen, omwille van de diverse
boomsoorten in de omliggende bossen. Naarmate de weg een beetje kronkelde,
bereikten we tenslotte het hoogste punt en voelden hier wel even fel de
aanwezigheid van de wind. Even voorbij de top, dienden we links aan te houden,
richting Trinal. Even later ging het opnieuw linksaf, in de Rue du Tier. Het
plaatsnaambord van Trinal bleek ondertussen van de aardbodem te zijn verdwenen.
Voorbij enkele vakantiehuisjes, troffen we een stapel boomstammen aan en hier
namen we even een korte pauze om een hapje te eten, een eerste klasserestaurant
weliswaar niet, maar toch een tafel met een prachtig uitzicht.
We trokken daarna terug op pad en
volgden een licht hellende kiezelweg, richting bos van Trinal. Ter hoogte van
de ingang van het bos bevond zich een klein waterhuisje. Hier namen we
vervolgens een breed bospad en verdwenen stilaan uit de greep van de wind. Af
en toe wisselde de boomsoort en kregen we een ander uitzicht op weg doorheen
het bos. Onderweg in het bos troffen we een stenen kruis aan, waar we konden
lezen dat op 13 oktober 1865 de genaamde Godelaine de Soy was verongelukt door
haar “voiture’. In onze Dagstappergids werd echter verkeerdelijk het jaartal
1883 vermeld. Na een eindje het bospad te hebben gevolgd, begonnen we aan een
stevige afdaling, wat verder doorheen een woest land. Hier dienden we enkele
hindernissen te omzeilen, aangezien het pad lag bezaaid met stapels
fijnsparren. Af en toe dienden we dus de berm te gebruiken om verder te kunnen
komen. Lager gekomen bereikten we opnieuw een asfaltweg, welke we links
volgden, in de richting van een camping. Een kruispunt verder hielden we rechts
aan en zo kwamen we even later ter hoogte van de ingang van deze camping.
Hier troffen we bezijden de weg
een kruis aan ter nagedachtenis van de gesneuvelde Amerikaanse korporaal John
Shields, de eerste van 200 Amerikanen welke aldaar in december 1944 zouden
sneuvelen. Enkele stappen verder bereikten we het monument ter ere van deze
dappere manschappen, waar zich tevens ter nagedachtenis een obelisk bevond. We
hadden op die manier het gehucht Mélines bereikt. We namen even de tijd om dit
monument te bekijken en even stil te staan bij wat zich hier ooit heeft
afgespeeld. We staken vervolgens de Isbelle over en sloegen linksaf, richting
Ny en Hotton. Hier op deze asfaltweg, mochten we andermaal beginnen aan een
beklimming om de vallei van de Isbelle te verlaten. Een bocht verder troffen we
opnieuw een monument aan, ditmaal ter ere van het sneuvelen van een
tankbemanning van een Sherman van de 2nd Armored Division, welke aldaar op 03
januari 1945 op een mijn was gereden, alsmede enkele infanteristen van de 84th
Infantry Division. Eenmaal deze heuvelrug overschreden, bereikten we wat verder
een kruispunt ter hoogte van de weg Hotton-Erezée. Hier troffen we een monument
aan ter ere van het 517th Parachute Infantry Regiment.
We staken het kruispunt over en
wandelden via een rustige weg, doorheen een boszone, in de richting van Ny. Een
eindje verderop maakte de weg een scherpe bocht naar rechts en daalde
vervolgens langzaam af naar de dorpskom van Ny. Juist voor het betreden van de
dorpskom, staken we nog een kabbelend beekje over, dat ooit diende voor het
aandrijven van een watermolen. We bereikte even later de kerk en troffen daar
de eerste aan van een drietal prachtig en rustiek uitziende fonteintjes. Niet
toevallig bevonden deze zich in de Rue des Fontaines, welke we naar links
dienden te volgen. Al even vlug lieten we de dorpskom van Ny achter ons en
wandelden vervolgens langsheen de kasteelhoeve van dit gehucht. Daar namen we
een rustige landelijke betonweg en passeerden de wandelboom met de vermelding
‘Hotton 60 min’. Langsheen dit zalig aanvoelend wegje, kwamen we langsheen de
in september 2010 gerestaureerde kapel van St. Joseph, vervolgens de
plaatselijke club voor radiogeleide vliegtuigjes ‘Les Libellules’, om
uiteindelijk opnieuw Hotton te bereiken.
Bij het binnenkomen van de
bebouwde kom, bereikten we een kleine rotonde, alwaar een oud wagonnetje even
de aandacht trok. Enkele passagiers waren uitgebeeld in diverse houdingen.
Alvast een ludiek intermezzo, zo dicht bij het einde van de wandeling. Op korte
afstand daar vandaan bevond zich dan nog een Amerikaanse tanktoren, met een
vermelding ter ere van de 53rd Welsh Infantry Division. Op die manier wandelden
we langsheen het eiland Oneux, onder een begin van neerslag voorbij de
Fabermolen, die we nog kenden van de Mesa 2010. Zo bereikten we even verder het
kantoor van de toeristische dienst, om er vervolgens enkele prentkaarten aan te
kopen en ons wandelboekje te laten afstempelen. Na een bezoekje aan de taverne
begonnen we aan de terugreis richting thuishaven. Een leuke wandeling vandaag,
met voor ons dan toch, heel wat bezienswaardigheden. We kijken dan ook uit naar
een volgende Dagstapper.”
We sluiten af met een terugblik
in de wandelboekjes. Ook daarin immers werden kort na afloop van de tocht
enkele eerste indrukken neergeschreven. ‘K: Hotton, Hampteau, Werpin, Trinal,
Mélines, Ny, Hotton. Bosrijke omgeving, panorama’s en enkele oorlogsmonumenten.
Beetje slalommen tussen omgekapte bomen. Aangename wandeling. Grijs maar zacht.
J: Tocht uit de Dagstappergids (Dl 1) vanuit Hotton en vervolgens via Hampteau,
Werpin, Trinal, Mélines en Ny. Tal van gedenktekens en monumenten onderweg.
Werpin (11 m hoog Mariabeeld). Mélines (gedenktekens en obelisk) en Hotton met
tanktoren en gedenkplaten. Leuke wandeling!’
Hier even aan het grasduinen geweest. Wallonië heeft zoveel meer dan het Vlaamse land. Men is er gemoedelijker, men vindt er vanalles wat een wandelaar goed doet. Ik mag er graag komen ♥
BeantwoordenVerwijderen