zondag 17 mei 2020

233: Bonnerue, Zaterdag 14 mei 2011, 14,9 km. (4662,589 km.)



Een verslag inzake een wandeltocht, beschreven in een van de Dagstappergidsen over de Ardennen, met start in Bonnerue. Een relaas, geschreven op zondag 15 mei 2011, omstreeks 12:28 uur.

“Een relaas van de wandeling, welke we gisteren maakten langsheen de Oostelijke Ourthe. Het zou voorlopig de laatste wandeling zijn in deze streek, aangezien we voor volgende week andere oorden moeten kiezen. Dan gaat het immers in de richting van de Lesse. Maar goed, terug naar gisteren, waar we ditmaal ons voertuig parkeerden ter hoogte van de kerk van Bonnerue, startplaats van wandeling N°. 11 uit de Dagstappergids Deel 1 – Hart van de Ardennen. Een wandeling welke grotendeels zou verlopen langsheen de Ourthe en waar we even nader kennis zouden kunnen maken met de woonkern van Engreux. Met andere woorden een tocht, goed voor 14,2 km wandelplezier in de Ardennen. Toen we dan ook van start gingen ter hoogte van de plaatselijke kerk, dienden we tevreden te zijn met een temperatuur van om en nabij de 12° en dat voelde evenwel frisjes aan. Verwend de laatste weken, was het even aanpassen.

Na een blik op een informatiebord aan de kerk, waarop de plaatselijke wandel- en fietstrajecten waren aangegeven, begonnen we aan deze dagtrip te voet. Een bezoekje aan het Sint-Bernardkerkje was echter onmogelijk, aangezien we voor een gesloten deur bleven staan. Dan maar meteen asfalt gekozen en gewandeld richting Engreux, om zo de woonkern van Bonnerue te verlaten. Een aantal wandeltekens leken de weg aan te geven, het rood-witte van de GR57 en verder enkele symbolen van twee lokale wandelroutes, de Promenade de Ginselle en de Promenade du Pont de Bonnerue. Enkele honderden meters verder bereikten we de drukke weg, richting Mabompré, langs waar we aanvankelijk waren gekomen. Hier troffen we een eerste zeshoekig baken aan Creu Tchofray Alt. 440, met natuurlijk in de nabijheid één van de vele kruisen welke we opnieuw langsheen de weg zouden aantreffen. We staken de drukke weg over en kozen de landelijke weg welke leidde naar het verder gelegen Engreux.

Hierbij volgden we de route van de Promenade du Moulin de Rensiwez alsook nog altijd de GR57. Tussen de weilanden door vorderden we langzaam naar het volgende dorpje op ons traject. De eerste vergezichten kwamen te voorschijn, waar we zicht kregen over de vallei van de Ourthe. De weg liet ons aanvankelijk nog een beetje aan hoogte winnen, doch vrij kort nadien begonnen we aan de afdaling naar Engreux. Een volgend baken Creû do Tchène di Mèsse Alt. 430 werd gepasseerd. We daalden verder af langsheen een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, die ook alweer gesloten bleek te zijn, tot aan het eerstvolgende kruispunt. Daar ging het linksaf en even later stonden we ter hoogte van de kerk van Engreux en een aldaar aangebrachte wandelboom. Het zeshoekig baken Les Batch Alt. 390 gaf ons een idee inzake de hoogte waarop we ons bevonden. Een bezoekje aan dit kerkje was alweer niet mogelijk, wegens... juist. Er zat niets anders op dan maar verder te wandelen, via de weg naast de kerk gelegen.

Ook hier alweer enkele lokale wandeltrajecten, waaronder de Promenade de l’Ourthe Orientale en de Promenade du Moulin de Spitanche. Op die manier daalden we verder af, nog altijd over asfaltwegen. Langsheen de weg troffen we tal van oude drinkbakken aan, de ene al wat fotogenieker dan de andere. Een drinkbak even verderop was zelfs voorzien van een eigen baken, met name Fontin.ne Djâke Alt. 390. Het ernaast gelegen ommuurde kerkhof leek uit een andere wereld te zijn gekomen. Ter hoogte van de aldaar gelegen Y-splitsing, dienden we rechts aan te houden en daalden zo steeds maar verder af. Gekomen bij het laagste punt, maakte de weg een bocht en konden we voor het eerst de Ruisseau du Himbry bemerken, één van de talrijke rivieren welke de Ourthe voorzien van voldoende water. Het laagste punt betekende natuurlijk dat we begonnen aan de eerste van een reeks felle beklimmingen. Enigszins met een versnelling lager, klommen we het dal uit. De eerste mountainbikes verschenen ten tonele, natuurlijk hoofdzakelijk Vlamingen of Nederlanders.

Naarmate we hoger kwamen, kwam het Ourthedal in volle pracht te voorschijn. Voorbij het laatste huis van Engreux, ging de weg over in een onverharde bosweg en begonnen we meteen aan een stevige afdaling. Een eerste baken langsheen deze afdaling betrof Creu do Blan Kwarè Alt. 385, alwaar we nog altijd verder de Promenade du Moulin de Spitanche volgden, alsook de GR57. Ondertussen konden we enkel en alleen maar genieten van de rust welke deze bosrijke omgeving uitstraalde. Een heel stukje lager kwamen we bij een volgend baken Cou des Monty Alt. 360, waar we op deze splitsing de rechtse dalende bosweg verder dienden te volgen. Het ging steeds lager, richting Ourt (Oostelijke Ourthe). Uiteindelijk bereikten we de lang verwachte waterloop en stonden even later bij de ruïnes van de Ancien Moulin de Spitanche Alt. 290. Deze voormalige watermolen, welke tijdens de Tweede Wereldoorlog diende als schuilplaats voor het lokale verzet, werd in 1944 door de bezetter vernietigd. Het ging vervolgens verder langsheen de oever van de smalle Ourt, met het bekende verloop van het parcours als gevolg.

Een smal kronkelend pad, met veel hoogtes en laagtes, waarbij zelfs af en toe gebruik diende te worden gemaakt van de bedding zelf. Hoge harde rotsen langsheen de rivier dienden dan te worden beklommen om de weg te kunnen vervolgen. Halverwege dit pad namen we even de tijd om, gezeten op een rotsblok in de rivier, te denken aan de inwendige mens. Een broodje smaakt immers uitstekend, met op de achtergrond het gekabbel van een traag stromende rivier. Aan de overzijde raakten enkele mountainbikes het spoor kwijt. Restte hen niets anders dan de rivier over de steken, met de fiets op de schouders. Na een korte lunchpauze trokken we opnieuw op pad. Na een eerder kort stukje vlakke wandelweg, dienden we het Ourthedal te verlaten en dat betekende natuurlijk klimmen. Ditmaal kregen we een lange en inspannende klim te verwerken, die ons opnieuw zou brengen naar een hoogte van 410 m. Het pad dat we volgden draaide bijgevolg naar rechts, van de rivier weg en het ging al vrij vlug stevig de hoogte in. Na een hele tijd zwoegen en vooral hijgen, bereikten we ongeveer halverwege de klim het baken Grinvet Alt. 310.

Nog steeds klimmend, bereikten we een hele tijd later een plek aan de rand van het bos, aangegeven door het baken Creû do Bolomé Alt. 410. Twee aldaar gesitueerde restanten van een afgezaagde boom, dienden even als zitbankje na deze zware beklimming. Wat verderop bereikten we een dwarsweg en ditmaal kozen we voor links, om de Promenade du Moulin de Rensiwez te volgen. Amper bekomen van de zware klim, begonnen we opnieuw af te dalen naar het dal van de Ourt. Ook ditmaal trokken we opnieuw het bos in en wandelden over een vrij breed bospad tot we een kaalgekapte zone bereikten. Met enige moeite vonden we toch de juiste aanduidingen en zaten nog altijd op de goede weg. Een wandelboom onderweg gaf ons daarvan bevestiging. Ter hoogte van een in het bos gelegen viersprong, ging het rechtsaf, via een holle weg steil naar beneden. We verloren nu heel snel aan hoogte. Eenmaal voorbij de holle weg, troffen we een smal woudloperpadje aan en dat leidde ons stilaan verder naar de lager gelegen camping Moulin de Rensiwez. Zo stonden we even later midden de tenten en kwamen langsheen de gîte op dit domein.

Een zeshoekig baken Ancien Moulin de Rensiwez Alt. 300 bevond zich centraal op dit domein. We bemerkten tevens op de gevel van de gîte de reeds verouderde aanduidingen van de GR57. We namen even de tijd om het administratief gebouw binnen te stappen om de wandelboekjes te laten afstempelen. Onze weg vervolgend, stonden we korte tijd later ter hoogte van de uitgang van het domein en aan de brug over de Ourthe. Aan de overzijde bevond zich de weg Houffalize – La Roche-en-Ardenne. Op de rotswand rechts troffen we enkele gedenkplaten aan die herinnerden aan de gevechten tijdens La Bataille des Ardennes. Hier maakten twee Amerikaanse eenheden met elkaar verbinding tijdens het tegenoffensief van januari 1945. We wandelden langsheen deze rots verder via de openbare weg welke leidde naar Bonnerue. Korte tijd nadien verlieten we deze weg, via een rechts gelegen pad, opnieuw het bos Grinvet in. Hoeft het nog gezegd, dat we opnieuw uit de vallei dienden te klimmen en dat het vrijwel meteen stevig de hoogte inging via een rotsig pad.

Halverwege deze opnieuw vrij stevige klim, bereikten we de open plek in het bos die we voorheen al waren langs gekomen. Ditmaal ging het links verder tot we aan de andere kant de bosrand bereikten en de eerste huizen in zicht kregen van Bonnerue. Tussen de weilanden door ging het richting openbare weg, welke naar Bonnerue leidde, dezelfde weg trouwens die we voorheen hadden bewandeld ter hoogte van de brug over de Ourthe. Eenmaal de weg bereikt, ging het bergop tussen enkele vakantiewoningen naar het volgende baken Crue Piron – Van Humbeek Alt. 435. Zo naderden we stilaan het einde van de wandeling, aangezien de kerk van Bonnerue niet meer zo veraf was gelegen. In de wandelgids was echter nog sprake van een avontuurlijk aanhangsel. We besloten het erop te wagen, doch we zouden van een kale reis terugkeren. In de gids was reeds sprake van zwoegen door een wildernis van struiken en bramen... We volgden bijgevolg de aanduidingen uit het boekje en begonnen opnieuw aan een afdaling naar de lager gelegen vallei.

Uiteindelijk dienden we beneden over een beek te gaan, doch de weg erheen was niet langer meer toegankelijk. Overwoekerd door doornen en netels, zagen we geen enkele mogelijkheid meer om deze waterloop te bereiken. Bovendien zagen we nergens nog een plek om die te overschrijden. Uiteindelijk, de benen reeds hier en daar toegetakeld, besloten we om rechtsomkeer te maken en dus via dezelfde weg de terugtocht aan te vatten. Een laatste felle beklimming diende te worden aangevat om opnieuw de woonkern van Bonnerue te bereiken. Jammer genoeg was het niet gelukt dit avontuurlijk slot volledig uit te wandelen. We hadden nochtans reeds een voorgevoel, vermits bepaalde wandeltekens onderweg reeds waren verwijderd. Zodoende raakten we elk spoor bijster en kwamen terecht in een wildernis die ons niet toeliet het voorziene traject uit te wandelen. Volgende keer meer succes misschien...”

We eindigen met een blik in de reeds vertrouwde wandelboekjes. ‘K: Bonnerue. Schitterende panorama’s. Alweer serieuze klimpartijen en moeilijke doorgangen. De extra lus stopte tussen de netels. Geen doorkomen aan! Fris en onaangenaam koud soms. J: Tocht met aanvang aan de kerk van Bonnerue. Nadien doorheen Engreux en vervolgens langs de Oostelijke Ourthe naar Rensiwez. Veel bos en mooie valleien. Het avontuurlijk slot is enigszins mislukt, aangezien het traject niet meer begaanbaar was, met als gevolg terug via dezelfde weg. Fris wandelweer!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten