maandag 27 april 2020

183: Gerpinnes, Zondag 25 juli 2010, 20,15 km. (3640,958 km.)



Deze georganiseerde tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 25/7/2010 – 6280 Gerpinnes (Hainaut), Marche des Vacances, 4-6-12-20 km. Les Traînes-Savates Montignies s/Sambre. Départ: Salle des Fêtes. Parcours campagnard et boisé. Possibilité de visiter la Musée des marches folkloriques.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het hierna weergegeven wandelrelaas, omstreeks 18:57 uur.

“Na een maand de wandelschoenen te hebben verbannen naar de berging, werden deze vanmorgen terug te voorschijn gehaald. De hoogste tijd om deze terug wat in te lopen en vooral de benen opnieuw te laten wennen aan het wandelen. Het is immers een bekend gezegde, dat rust roest. We zouden dat in de loop van de dag letterlijk en figuurlijk ervaren. Vermits we nog een beetje verkeren in een vakantiestemming, besloten we vandaag deel te nemen aan de Marche des Vacances te Gerpinnes (Hainaut), een wandeltocht ingericht door de wandelclub Les Traînes-Savates uit Montignies s/Sambre. We vertrokken deze ochtend dan ook in alle vroegte naar de Salle des Fêtes te Gerpinnes. Bij aankomst vonden we voldoende parkeerplaats ter hoogte van de post en het plaatselijke kerkhof, op wandelafstand van de startzaal. Aldaar heerste reeds de gekende ambiance, zoals je dat alleen in Wallonië kan ervaren. Na een hapje voor onderweg en de gebruikelijke formaliteiten konden we even later op weg. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6, 12 of 20 km.

We opteerden voor de laatste afstand, met een werkelijke lengte van 20,150 km. Na de start situeerde zich een splitsing, waarbij de kortste afstanden naar rechts werden gestuurd, terwijl de langste afstanden naar links dienden te gaan. Zo gezegd, zo gedaan, samen met de wandelaars van de 12 km, verlieten we de Place des Combattants naar links, om op die manier de bebouwde kom van Gerpinnes te verlaten. Alzo lieten we de kerk van Gerpinnes achter ons. Een rustige landelijke weg volgend, bereikten we al heel gauw de weidsheid van de akkers, waar al dadelijk als opvallende aanwezige, de talrijke graanvelden konden worden bekeken. Sommige landbouwers hadden hun oogst reeds binnen gehaald, anderen lieten hun graangewassen nog even genieten van de zomerzon. De goudgele kleur was opvallend aanwezig langsheen dit traject. Hier en daar konden enkele landbouwvoertuigen worden opgemerkt. Langsheen de weg kregen we ook de eerste markeringen in het oog aangaande de GR129.

Even buiten de bebouwde kom van Gerpinnes, splitsten zich de trajecten van de 12 en 20 km. De wandelaars aan de 12 km sloegen een links gelegen veldweg in, terwijl wijzelf rechts aanhielden, richting Tarcienne. Wat verderop, ter hoogte van een plaatselijke begraafplaats, kregen ook wij een grindpad voor de voeten geschoven en kregen we ook de eerste hoogteverschillen te verwerken. Dat dit onmiddellijk voelbaar was in de benen, na een maand zonder wandelen, zal wel normaal zijn geweest. Een donkere wolk liet even de zon verdwijnen en wat later kregen we zowaar enkele regendruppels te verwerken, gelukkig zonder veel erg. Het zou korte tijd nadien ophouden en de rest van de wandeling droog blijven. Na een tijdje het golvende pad te hebben gevolgd, bereikten we opnieuw de openbare weg en tevens het grondgebied van Les Flaches (Gerpinnes). We staken de drukke weg over en volgden een landelijke weg. Later kregen we langsheen deze weg links een weiland, waar we linksaf gingen en de ernaast staande haag volgden.

Het smalle pad ernaast kronkelde enigszins en verliep in de richting van het centrum van Les Flaches. We bereikten terug de openbare weg en wandelden vervolgens voorbij de kerk via een asfaltwegje, om deze te volgen naar het verder gelegen Tarcienne. Dit wegje liet ons enkele malen wat hoogte winnen en daarvoor kregen we enkele prachtige vergezichten in de plaats. Hier kregen we ook een idee inzake het heuvelachtige karakter van deze streek. Heel in de verte waren af en toe enkele mijnterrils waar te nemen. Uiteindelijk bereikten we korte tijd nadien de kerk van Tarcienne (Walcourt), waarnaast zich in een klein schoolgebouw de eerste controlepost situeerde. We hadden ondertussen 6,7 km afgelegd en waren toe aan een momentje van rust en vooral een hapje en een drankje. Na dit eerste oponthoud vervolgden we onze weg en verlieten via een smalle weg de dorpskern van Tarcienne. We bereikten verderop een drukke weg en het herkenningsbaken Le Grand Bon Dieu. Aldaar staken we de baan over, om aan de overkant een smalle landelijke weg te volgen in de richting van het verder gelegen Hanzinne. Hier kregen we zicht op enkele windturbines welke zich bevonden in de naast de weg gelegen velden.

Deze molens zouden geruime tijd het uitzicht van de verdere wandeling bepalen. Ook hier waren alweer opvallend de graanvelden aanwezig, waarbij we ondertussen reeds hun typische kleuren kenden. De weg liet ons af en toe opnieuw stevig klimmen en dalen en verliep bijna in rechte lijn naar het volgende dorp. De volgende rustpost situeerde zich immers slechts 3,5 km verderop. Langsheen dit wegje volgden we nu ook de Tour Sainte-Rolende, een omloop van 35 km, welke jaarlijks het voorwerp uitmaakt van een processie doorheen de omliggende gemeenten van Gerpinnes. Een gedeelte van deze route volgend, bereikten we later de dorpskern van Hanzinne (Florennes), alwaar we een controlepost aantroffen ter hoogte van een garage. Met wat improvisatie en goede wil, was hier een rustpost gebouwd, bestaande uit banken en tafels. Gelukkig konden we hier in open lucht even genieten van de zomerzon. We hadden reeds 10,2 km afgelegd en dienden vervolgens een plaatselijke lus te wandelen, waarna we opnieuw op dezelfde controlepost zouden aankomen.

Na de eerste doortocht in Hanzinne, verlieten we de controlepost naar links, waarbij we een eindje op onze stappen terugkeerden. Even verderop echter, sloegen we een links gelegen veldweg in en algauw kreeg het parcours een totaal ander uitzicht. Er diende even stevig te worden geklommen en het pad verkreeg een zanderig uitzicht. Bij elke stap konden we het zand zien opwaaien. We waanden ons even zowaar in het zuiden. De windturbines kregen we van zowat elke hoek te zien en dat bepaalde natuurlijk de vergezichten. Eenmaal het hoogste punt bereikt, volgden we een tijdje een gedeelte vals plat, langsheen een klein stukje bos, waarna we uiteindelijk een felle afdaling kregen te verwerken. Tussen losliggende stenen en een rotsige ondergrond, ging het in een versneld tempo bergaf, naar het lager gelegen Thy-Le-Bauduin (Florennes). Alvorens het centrum van dit kleine gehucht te bereiken, dienden we rechtsaf te draaien en kregen we een stevige helling te verwerken, om op die manier opnieuw het dorp te verlaten.

Langsheen enkele grazende koeien, ging het opnieuw richting windturbines en uiteraard richting Hanzinne. We kregen korte tijd later opnieuw de borden langsheen de weg, dat we ons bevonden op het traject van de Tour Sainte-Rolende. Even later kwamen we opnieuw langsheen een punt dat we reeds vroeger op de dag hadden bereikt en volgden vanaf daar het landelijke wegje naar Hanzinne. Bij het bereiken van de garage stond onze teller op 15,450 km en konden we even genieten van een momentje rust. We waren enigszins onder de indruk van de pracht van de natuur die we hadden gezien tijdens het bewandelen van deze lus. Toen we de tweede maal de controlepost achter ons lieten, vervolgden we onze weg naar rechts, langsheen een druk bereden weg, om wat verderop de baan te dwarsen in de richting van de kerk van Hanzinne. We hadden nu opnieuw het gezelschap van de wandelaars aan de 12 km. We bevonden ons terug op de omloop van de processie en die leidde ons langsheen de plaatselijke kerk, die trouwens niet in al te beste staat verkeerde.

Aan de ramen van de woningen konden we pamfletten bemerken tegen de nakende (??) verdwijning van deze kerk. Voorbij de kerk volgden we een asfaltweg, welke ons even verderop het grondgebied van Hanzinne liet verlaten om meteen dat van Hymiée (Gerpinnes) te betreden. De hoogteverschillen werden nu kleiner en korte tijd later bereikten we het plein ter hoogte van de plaatselijke kerk. Hier konden we nog een laatste controlepost aantreffen in het Maison de Village, doch we zagen af van een rustpauze en vervolgden onze weg, richting Gerpinnes en meteen eindpunt van de wandeling. Ter hoogte van het gemeentehuis zaten we op 17,9 km en er restte ons nog slechts iets meer dan 2 km. We wandelden vervolgens langs de overkant van het plein en kwamen langsheen een monument ter ere van de Marche van Sainte-Rolende. Voorbij de kerk van Hymiée ging het nadien linksaf, waarbij we het centrum van het dorp verlieten.

Even verder, ter hoogte van een kleine, ondertussen stilaan wegzakkende kapel, ging het verder via een rechts van de weg gelegen veldweg. Deze laatste rustige onverharde weg, liet ons stilaan naderen tot Gerpinnes. Zo bereikten we even later het centrum van Gerpinnes en het einde van de wandeling van vandaag. Er zijn ons geen gegevens bekend inzake het aantal deelnemers, aangezien daarover geen info ter beschikking was. De tocht van vandaag liet ons opnieuw smaken van het gevoel een mooie wandeling te hebben gemaakt. Na een afwezigheid van een maand, konden we ons geen betere tocht wensen... We horen er opnieuw bij zo te zien.”

We eindigen zoals gewoonlijk onze wandelbijdrage met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Rustgevende wandeling door het Henegouwse landschap. De lus was bijzonder mooi. De legende van Saint-Rolende was overal aanwezig. Bewolkt met af en toe een streepje zon. J: Wandeling vanuit Gerpinnes, doorheen Les Flaches, Tarcienne, Hanzinne en Hymriée. Mooie tocht door een stukje Henegouwen. Eerste test van aangekochte Gps.’

182: Zeebrugge, Zaterdag 26 juni 2010, 22 km. (3620,808 km.)



Deze tocht werd in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 26/6/2010 – 8380 Zeebrugge (West-Vlaanderen), 4de Zeehaven Brugge Wandeling, 6-10-16-22 km. Brugse Metten Wandelclub. Start: Zaal Albatros. Nieuw parcours. Start in Zeebrugge-dorp, afwisselend traject naar Zeebrugge-Bad. Tocht vol verrassingen en ontdekkingen voorbij de haven, in de duinen, het natuurreservaat langs de zee. Aan de aankomst heerlijke, ter plaatse gebakken pladijsjes.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het relaas inzake de belevenissen onderweg, omstreeks 20:20 uur.

“Na een geslaagde Mesa 2010 en een relatief late thuiskomst gisteren, vonden we deze ochtend toch nog een beetje moed om opnieuw de wandelschoenen aan te trekken en richting Zeebrugge te kiezen. Daar vond vandaag de 4de Zeehaven Brugge Wandeling plaats, een organisatie van de Brugse Metten Wandelclub. De startplaats was gelegen in de Ploegstraat te Zeebrugge, alwaar zaal Albatros was omgevormd tot plaats van inschrijving. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 6, 10, 16 of 22 km. Na de voorbije vier dagen te hebben doorgebracht in hoofdzakelijk de bossen van de Ardennen, waren we toe aan wat zeelucht. Zeebrugge met een dosis zonneschijn, het leek ons een terechte keuze. Na de nodige formaliteiten en een hapje konden we op pad voor het eerste gedeelte van de wandeling, over een afstand van 7 km.

Na de start, ging het via enkele aanpalende woonstraten in de richting van de Kustlaan. Deze drukke weg, alsook de ernaast gelegen bedding van de kusttram werd gedwarst, waarna de weg verder naar links werd gevolgd. Even verderop, ter hoogte van het monument ter ere van het Canadees Leger, bereikten we een eerste splitsing op het parcours. De deelnemers aan de 6 km gingen hier rechtsaf, richting vismijn. De wandelaars van de 10 km staken de brug over het kanaal over, terwijl de deelnemers aan de 16 en 22 km links gingen, richting station van Zeebrugge. Ter hoogte van het monument, kregen we een eerste maal zicht op de containerhaven en de enorme laad- en loskranen. Via de volgende brug staken we het kanaal over en bereikten even verder het oude en huidige NMBS station van Zeebrugge. Het oude station doet nu dienst als buurthuis. Een infobordje met foto liet toe een vergelijking te maken met de situatie van vandaag de dag. Aan de andere kant van de sporen betraden we op die manier het havengebied.

We volgden de richting van de kaaien 311 tot 399 en kwamen op die manier langsheen de voormalige site van de cokesfabriek, waarvan het terrein momenteel wordt gesaneerd door Ovam. Een enigszins verwaarloosd militair domein en wat verderop een schip, geladen met auto's bestemming United Kingdom, zorgden voor wat bekijks onderweg. Een splitsing scheidde de wandelaars van de 16 en 22 km. De langste afstand vervolgde zijn weg naar links, om alzo het jaagpad langsheen het Boudewijn kanaal te volgen. Langsheen dit jaagpad troffen we de uitvalsbasis aan van de Zeescouting Stella Maris. Tal van infoborden gaven wat weetjes weer over de bouw van het kanaal, de aanwezigheid ooit van onderzeeërs en hoe Griekse koopvaardijschepen in 1956 profiteerden van de lage liggelden in Zeebrugge. Enkele vervallen bunkers, voorheen dienstig voor de overslag van kerosine, zorgden voor een fel contrast met de achterliggende natuur. De rust en de stilte van het Natuurreservaat De Kanaalberm - Lissewege, onderbrak even het lezen van de informatie langsheen het parcours.

Een laagvliegende helikopter over het kanaal, doorbrak plotseling de stilte langsheen het jaagpad. Rechts van het kanaal konden we reeds een tijdje de kerktoren van Lissewege bekijken en af en toe zorgde die voor enkele mooie plaatjes onderweg. Wat verderop, ter hoogte van het oude veer over het kanaal, dienden we noodgedwongen afscheid te nemen van deze rustige waterloop. Aan de overzijde herinnerde café De Overzet aan waarschijnlijk drukkere tijden. We sloegen rechtsaf, lieten het kanaal achter ons en volgden een landelijke weg, waar we de aanduidingen vonden van het Ter Doest Wandelpad. We hadden ondertussen het grondgebied van Lissewege reeds een tijdje bereikt en volgden een grindpad richting centrum van deze gemeente. De LF1 Noordzee - Vlaanderen Fietsroute bracht ons op die manier ter hoogte van het VVV-kantoor. Een gedenkplaat ter nagedachtenis van Johan Ballegeer, sierde de gevel ernaast. Via de smalle straatjes, bereikten we het pleintje voor de kerk van Lissewege.

Hier hadden we even aandacht voor een oude pomp en wat verderop het prachtige standbeeld van Willem van Saeftinge, vooral bekend van de Guldensporenslag. Een kijkje binnenin de kerk mocht zeker niet ontbreken, jammer genoeg kon de toren enkel worden bezocht vanaf 14 uur. We waren dus enkele uren te vroeg aanwezig in Lissewege. De talrijke drank- en eetgelegenheden in de omgeving, konden echter reeds rekenen op tal van klanten, die vooral de zon opzochten. Om de hoek troffen we het Spaniënhof aan, destijds bekend omwille van de opvang van pelgrims op weg naar Santiago de Compostela. Enkele kunstwerken langsheen de weg en tal van kunstzaken, deden ons uitkomen ter hoogte van een klein kanaaltje in het dorp. Hier ging het rechtsaf, waarna we even verder aan de overzijde het Dienstencentrum Levensvreugde bereikten, alwaar een eerste controlepost was gesitueerd. Na de rust trokken we verder langsheen de kleine waterloop doorheen Lissewege.

We vonden op onze weg de gedenkplaat ter ere van Walram Rombaut, en een exemplaar ter ere van Anna De Valckenaere, huisvrouw van Hans Memling. We volgden terug de LF1 route, staken vervolgens de drukke Zeebruggelaan over om een fietspad te volgen doorheen de nieuwe verkaveling. Algauw verlieten we op die manier de bebouwde kom om later de Groendijk te volgen. Deze rustige landelijke weg, kronkelde zich tussen de velden en liet ons vooral genieten van het goede weer en de weidsheid van de omgeving. In de verte konden we de skyline van Blankenberge reeds duidelijk zien. Naarmate we verder de Groendijk volgden, overschreden we even later de grens van de gemeenten Lissewege (Brugge) en Blankenberge. De Groendijk bracht ons steeds dichter bij het duinengebied dat we reeds van ver konden onderscheiden in het landschap en liet ons uitkomen ter hoogte van alweer de Zeebruggelaan. Hier namen de wandelaars van de 16 km de richting Zeebrugge, terwijl wijzelf naar links draaiden, in de richting van het verder gelegen Provinciedomein Het Zeebos. Een struisvogel onderweg, liet ons even nadenken over de manier waarop die hier was terecht gekomen.

We dwarsten verderop de drukke baan en gingen Het Zeebos in. Een smal wandelpad tussen de beplanting, stuurde ons in de richting van het nabijgelegen vakantieverblijf Duinse Polders. Hier, op deze tweede rustpost, konden we even wat genieten van het zonnetje op het terras van de cafetaria. Ondertussen waren we 13,1 km ver en hadden vooral geen haast. Een ontmoeting met enkele oude bekenden van de Vierdaagse van de IJzer deed alweer verlangen naar de komende editie in augustus aanstaande. Na het nuttigen van een verfrissing trokken we opnieuw op weg, ditmaal slechts voor een korte etappe, aangezien de volgende controlepost zich situeerde op km 15,4. We verlieten de Duinse Polders via de voorzijde van het domein, om de drukke Kustlaan en de ernaast gelegen trambedding over te steken. Aan de overkant van de weg vonden we de toegang tot het Natuurgebied De Fonteintjes. Aldaar konden we enkele vissers waarnemen die hun hobby beoefenden in de visvijver De Tink.

Hier kregen we een heel ander wandelgebied voor de voeten geschoven. Een smal schelpenpad in eerste instantie liet ons langsheen de watergebieden wandelen, waarna we even verderop een smal duinenpad aantroffen dat ons tussen de typische duinenbeplanting liet verdwijnen. Enkele trapjes en verderop een overgroeid wandelpad gaven het gevoel een tunnel in te gaan. Een kort klimmetje doorheen het mulle zand, liet ons vervolgens genieten van het uitzicht over de zee. In de verte konden we opnieuw de containerhaven van Zeebrugge zien. Tal van badgasten genoten op hun manier van deze toch wel zonnige zaterdag. Een klein ommetje omheen één van de vier fonteintjes, liet ons uiteindelijk uitkomen op de Zeedijk van Zeebrugge. Hier was nog een controle voorzien in de Falstaff, doch het terras was volzet en noodzaakte ons om de wandeling te vervolgen. We hadden reeds 15,4 km afgelegd en begonnen nu aan het laatste gedeelte van de tocht, richting aankomst.

We wandelden verder langsheen de Zeedijk, richting station Zeebrugge-strand. Een monument ter herinnering aan de blokkade van Zeebrugge, trok even de aandacht. De Kust Fietsroute LF1a volgend, bereikten we opnieuw de drukke Kustbaan. Het voormalige hotel Fryatt, nu een chinees restaurant, vonden we op onze weg. De bouwer van het hotel, werd later terecht gesteld in Rieme, op het toenmalige executieoord. We volgden de Kustlaan naar links, tot aan het monument ter ere van het Canadees leger, dat we reeds eerder op de dag hadden gezien. We volgden nu het parcours van de 6 km, in de richting van de jachthaven en de vismijn. Enorme peperdure jachten, lagen aangemeerd naast betaalbare zeilboten, tot zelfs wrakken die amper nog konden drijven, doch waar eigenaars met veel moed en vooral geduld, de boten een nieuw leven gaven. Niet voor niets heette dit stuk de Werfkaai. Het ging vervolgens langsheen de vismijn van Zeebrugge, waar op een splitsing de 16 km wandelaars een andere route namen.

Wijzelf vervolgden, net zoals de deelnemers aan de 6 en 10 km de kaai, richting Russische onderzeeër en lichtschip Westhinder. Deze bezienswaardigheden kunnen worden bezocht mits aanschaf van een ticket in de Westhinder. Gelet op de benodigde tijd voor deze bezoeken, houden we deze trip in reserve voor een latere datum. We konden het echter niet nalaten een vuurtoren aan te kopen in de shop van de Westhinder. Vervolgens maakten we nog een ommetje langsheen de marinebasis, de containerhaven en het gedenkteken ter nagedachtenis van gestorven zeelieden. De wandeling verliep vervolgens langsheen de Royal Belgian Sailing Club, waarna we een ander gedeelte van de jachthaven konden bekijken. Terug richting Westhinder, ging het nadien richting Zeebrugge dorp. De plaatselijke kerk mocht zeker niet ontbreken op weg naar de aankomst. Een gedenksteen ter nagedachtenis van de overledenen als gevolg van de ramp met de Herald in 1987, konden we aan de overzijde van de kerk bekijken.

De route ging vervolgens richting Albatros, via enkele woonstraten. Een beetje vermoeid, vooral omwille van het gebrek aan nachtrust de voorbije dagen, bereikten we even later de startzaal. Bleek dat vandaag 1347 wandelaars hadden deelgenomen aan de tocht. Morgen houden we het even voor bekeken en kijken we uit naar een rustdag. Een ideale gelegenheid om onze belevenissen tijdens de voorbije Mesa 2010 wat te ordenen en tekstueel wat vorm te geven. Nadien volgen nog enkele dagen rust, waarna we volgende zaterdag op het vliegtuig stappen richting warmere oorden. Ditmaal voorzien van wat lectuur en vooral even zonder wandelschoenen. De batterijen hier ten huize raken stilaan leeg en opladen is aan de orde.”

We sluiten dit wandelverhaal af, met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ’K: Veldbaantjes, dijk en duinen. Beetje eentonig, wel goed verzorgd. Laatste wandeling en nu richting Djerba! J: Tocht door de haven van Zeebrugge, ommetje via de Duinse polders, Blankenberge en de zeedijk. Zonnig. Stilaan denken aan de reis nu.’

181: Champlon, Vrijdag 25 juni 2010, 12,86 km. (3598,808 km.)



De laatste wandeldag uit de vierdaagse Mesa 2010. Deze laatste dagetappe verliep van Champlon naar La Roche-en-Ardenne en werd evenmin voorheen aangekondigd in de wandelgids Marching. Vermits we op vrijdag de terugreis maakten, werd het relaas met betrekking tot deze laatste etappe, pas geschreven op maandag, 28 juni 2010, omstreeks 19:41 uur.

“De laatste dag van de Mesa 2010, begon zo niet nog vroeger dan de vorige dagen. Alvorens het kamp te verlaten, diende immers de slaapzaal te worden ontruimd, met als gevolg dat na het ontbijt alles diende te worden ingepakt en opgeborgen in de auto. Gelukkig zouden de douches na de wandeling nog ter beschikking staan. Terwijl we wachtten op de bussen, waren de mannen van Defensie reeds volop bezig met het afbreken van het kamp in zijn geheel. De etappe van vandaag zou eindigen in La Roche-en-Ardenne, waardoor we vooreerst per bus de verplaatsing dienden te maken naar Champlon. Na iets meer dan een half uurtje rijden, bereikten we het pleintje ter hoogte van de plaatselijke kerk van Champlon. Hier konden we beginnen aan de laatste wandeldag van deze Vierdaagse doorheen de Ardennen.

We verlieten dan ook korte tijd na onze aankomst, het centrum van Champlon, om via een smalle asfaltweg de bebouwde kom te verlaten. Een kleine klim richting Journal, had tot gevolg dat we al heel vlug de kerk achter ons zagen verdwijnen. Een tussentijdse controle op weg naar de top van de heuvel, liet toe een laatste blik te werpen op Champlon. Zo kregen we wat hogerop een prachtig uitzicht over de weidse omgeving en konden we zien hoe enkele heuvels lagen te wachten om te worden beklommen. Toen we het hoogste punt hadden bereikt, met name het Croix de Journal (450 m), bevonden we ons op de Promenade du Bronse en gingen aldaar linksaf, richting Journal. Er volgde nu een langzame afdaling naar het lager gelegen dorpje. Onderweg kregen we de markeringen te zien van de GR14, alsook volgden we de Promenade de la Croix de Journal.

Toen we even later beneden waren aangekomen en door het kleine dorpje wandelden, troffen we een kleine kapel aan. Hier dienden we rechts aan te houden en te beginnen aan de klim, teneinde opnieuw Journal te verlaten. Op weg naar het verder gelegen bos, bereikten we vooreerst een volgend markeerpunt op het parcours: de Chaussée Marie-Thérèse (380 m). Aldaar verlieten we de openbare weg om een rechts gelegen grindpad op te wandelen. Het pad liet ons vervolgens geleidelijk afdalen naar het lager gelegen Bois de Journal. Naarmate we dichter bij het bos kwamen, volgden we vooreerst over korte afstand de rand van het bos, om uiteindelijk nog iets lager gelegen, het bos in te gaan. Hier kregen we een geheel ander parcours voor de voeten en werd het licht fel gedimd. Tussen de hoge bomen kon het zonlicht met moeite doordringen en dat gaf vaak aanleiding tot prachtige foto's onderweg. Het paadje dat we volgden doorheen het bos kronkelde enigszins tussen de bomen.

Even verder dienden we zelfs over een kleine waterloop te springen, welke het pad had overstroomd. Aan het andere uiteinde van het bos, bereikten we een tijdje later een open vallei. Hier werden we voor de moeite beloond met een prachtige schakering van diverse bloemen in allerlei kleuren. Ook hier overheerste alweer het paars en de gele kleur, die we de voorbije dagen al zo vaak hadden te zien gekregen. Enkele kleinere rotspartijen hogerop trokken even de aandacht van de wandelaars. Hier kwamen we langs veel kaalgekapte boszones, wat er opnieuw op kon wijzen dat bosbeheer wel degelijk van belang was in deze streek. Naarmate we het pad verder volgden en af en toe wat van richting veranderden, nam ook het warmtegevoel toe. Ondertussen wandelden we verder langs een bloemenhaag en hoorden we de insecten zoemen en zagen we ze zich koesteren in de zon. Enkele oude bekenden ontmoetten we ondertussen op onze weg door de Ardennen. Even later bereikten we de openbare weg en dienden rechtsaf te slaan en de weg te volgen.

Algauw kregen we een heuse klim te verwerken. Halverwege de beklimming troffen we bezijden de weg metalen vangrails aan en dat leek de ideale plek om het lunchpakket aan te spreken. Op de bloemen naast ons zagen we de insecten zich verzamelen, als leken ze te wachten op de restjes van onze maaltijd. Na een lange beklimming bereikten we een open plek, waar zich een kruisbeeld bevond, hier dienden we een links gelegen pad te volgen, dat meteen in dalende lijn verliep naar het bosje even verderop. Op dit pad dienden we de diepe tractorsporen te volgen, die zich bevonden tussen het hoog opgeschoten gras. Het pad verdween vervolgens in het bos om nog even verder dalend te verlopen, korte tijd later echter kregen we op een smal paadje een steile klim te verwerken. Hier ging het plotseling trager, aangezien het pad niet toeliet elkaar in te halen en we werden voorafgegaan door een groepje oudere wandelaars. We hadden echter tijd zat en konden onderwijl genieten van de omgeving en de pracht van de ruwe natuur.

Toen we de top van de helling hadden bereikt, zagen we links van ons de kerk verschijnen van het dorpje Vecmont. We volgden nog even een pad, naast de weilanden gelegen, om korte tijd later uit te komen aan de voet van de kerk. Dat er naast de kerk een weide was gelegen met enkele grazende paarden, zoiets kan je enkel ervaren in de Ardennen. De kleine dorpskom bestaat uit twee straten en je bent er even vlug voorbij, als dat je er bent aanbeland. Enkele meters verder werden we opnieuw voorzien van een gratis ijsje ter hoogte van de bevoorradingspost. Ook deze lekkernij werd bijzonder gesmaakt door de deelnemertjes aan de mini mini mesa, die juist op hetzelfde moment deze rustpost hadden bereikt. Ook hier maakten we van de gelegenheid gebruik om de watervoorraad aan te vullen. Na deze rustpauze volgden we verder de asfaltweg in dalende zin, richting open velden. Rechts van de weg bevonden zich enkele rollen hooi, of die gemakkelijk waren te verplaatsen dienden we toch even na te gaan.

Vijfhonderd kg is niet niets om aan het rollen te brengen, zoveel is zeker. Enkele kapelletjes onderweg verbraken even de uitgestrektheid van de velden. Ondertussen konden we in de verte de mooie omgeving aanschouwen en zien dat ons nog enkele beklimmingen stonden te wachten. Nadat we Vecmont reeds achter ons hadden gelaten, volgde nadien een veldwegje, dat ons even later deed uitkomen ter hoogte van de drukke weg naar La Roche-en-Ardenne. We dwarsten deze weg en wandelden een tijdje bezijden de weg, afgezet met oranje kegels. Wat verderop sloegen we een links gelegen grindpad in dat vooreerst min of meer horizontaal verliep, om even verder in dalende zin verder te gaan. Ondertussen hadden we het grondgebied bereikt van Beausaint, waar we algauw een eerste markeerpunt aantroffen, met name het Croix de Jérusalem (390 m). Zoals het bordje terloops vermeldde, kregen we hier een schitterend uitzicht over de omgeving. We vervolgden onze weg verder via een veldweg, die nu geleidelijk aan in dalende zin verder ging, stilaan richting eindstreep.

Na een tijdje dit dalende pad te hebben gevolgd, veranderde het wegdek in asfalt en kwamen we terecht in het laatste stukje bos van deze Vierdaagse. Via deze brede verharde weg, daalden we gestaag verder af naar het dal van de Ourthe. De weg kronkelde nog enigszins en hier en daar troffen we nog een kapel aan bezijden de weg. Uiteindelijk zagen we plots de feodale burcht van La Roche voor ons opdoemen en was het einde van de wandeltocht nabij. Na nog enkele foto's te hebben genomen van op dit mooie uitzichtspunt, daalden we verder af tussen de huizen om aldus het centrum van La Roche te bereiken. Via de brug over de Ourthe bereikten we de andere oever en volgden er de hoofdstraat, langsheen de talrijke winkeltjes en terrasjes. Links en rechts bevonden zich reeds wandelaars die de eindstreep hadden bereikt en zich nu te goed deden aan spijs en drank. Even later bereikten ook wij de eindstreep en konden de controlekaarten voor het laatst laten afstempelen. Op het pleintje naast de Ourthe mochten we even later onze ster met het cijfer drie ontvangen, goed voor een geslaagde derde deelname. We kijken nu alvast uit naar de volgende editie, de Mesa 2011.”

We eindigen onze wandelbijdrage met een blik in de wandelboekjes. ‘K: Van Tenneville (Champlon) naar La Roche. J: Mini Mesa 2010 – Dag 4. Vanuit Champlon via Vecmont en Beausaint naar La Roche-en-Ardenne.’

180: Hotton, Donderdag 24 juni 2010, 15,56 km. (3585,948 km.)



De derde etappe uit de Mesa 2010, de zogeheten vierdaagse wandeltocht doorheen de Ardennen. Omwille van een weekje weg van huis, werd het relaas van deze dagtocht slechts voor het eerst geschreven op maandag, 28 juni 2010, omstreeks 15:01 uur.

“De derde dag van de Mesa 2010 begon alweer heel vroeg, vermits we van start gingen even buiten het centrum van Hotton. Een verplaatsing per bus ging dus de eigenlijke wandeltocht vooraf. Na een vroeg ontbijt verlieten we dan ook ons kamp in Bastogne, met bestemming Hotton. Vandaar zouden we wandelen tot in Marche-en-Famenne. Na een tochtje van een klein uurtje, bereikten we in Hotton een pleintje, niet veraf van de lager gelegen Ourthe. Na het verkrijgen van de controlestempel konden we even later onder een stralende zon van start. We daalden vooreerst geleidelijk af via een asfaltwegje, tot aan een iets lager opgesteld wagonnetje. Hier bood zich meteen de kans aan om enkele foto's te nemen van deze toeristische attractie. Het lukte helaas niet om in te stappen en de verplaatsing naar Marche te doen via het spoor. Noodgedwongen zetten we onze voetreis dan maar verder, om vervolgens langsheen het monument te komen ter ere van de 53rd (Welsh) Infantry Division. Deze divisie speelde een belangrijke rol bij de bevrijding van de streek tijdens het Ardennenoffensief.

Het ging nog wat verder omlaag tot aan de molen van Hotton, welke trouwens dateert van 1729. Naast de molen, staken we de brug over dit gedeelte van de Ourthe over, om via een aanpalend grasland verder te wandelen naar de brug over de eigenlijke Ourthe. Via enkele trappen bereikten we de brug in deze verkeersdrukke plaats. Een van de typische stenen, die de uiterste grens van het veroverde gebied tijdens de Ardennenslag aangeven, staat opgesteld ter hoogte van de brug. Wij staken de Ourthe over en volgden daar een gedeelte van de Route forestière. Over de brug ging het rechtsaf, langsheen de plaatselijke kerk en een monument ter ere van de gesneuvelden in de beide wereldoorlogen. De rood-witte markeringen van de GR577, leidden ons vervolgens het centrum van Hotton uit. We kregen wat verder een rechts van de weg gelegen bospad en op die manier volgden we de oever van de Ourthe. Het water kabbelde rustig en de zon weerkaatste op het wateroppervlak. Het zou alweer een warme wandeldag worden, dat konden we toen al aanvoelen. Naarmate we het pad verder volgden, wonnen we ook geleidelijk aan hoogte, af en toe dienden zelfs enkele trappen te worden beklommen.

Na een tijdje de Ourthe te hebben gevolgd, draaide het pad naar links om het Bois de Melreux in te gaan en de Ourthe rechts te laten. Het bospad kwam uit op een bredere grindweg, waar vooreerst nog iets aan hoogte werd gewonnen, waarna de weg geleidelijk aan begon te verlopen in dalende zin. Het grindpad ging over in een asfaltweg bij het bereiken van de bosrand en daalde verder af tot aan de grote baan Hotton - Marche-en-Famenne. De weg werd gedwarst, waarna we aan de overzijde een smal wegje volgden, richting Marenne. Ook hier konden we onderweg alweer een grote houtzagerij bekijken en zien hoe bomen werden herleid tot stammen en planken. Onderweg vonden we op enkele afgezaagde bomen een ideale plaats om het lunchpakket aan te spreken, een voorbeeld dat al vlug navolging kende. Heerlijk was het daar om te genieten van de voorbijgaande medewandelaars en te voelen hoe het zonnetje haar best deed de dag aangenaam te laten verlopen. Na deze welverdiende rustpauze trokken we opnieuw op pad.

Even verderop maakte de weg een bocht naar links, doch wij dienden aldaar een rechts gelegen bospad te volgen. We volgden de route aangeduid met blauwe rechthoekjes en zagen dat het ongeveer 30' wandelen was tot in Marenne. Het pad lag bezaaid met dennenappels en eentje voor thuis mocht zeker niet ontbreken. Het pad verliep langsheen de bosrand, om uiteindelijk toch het bos in te gaan. Hier voelde het zalig aan om te ervaren hoe rustgevend het kan zijn om door de weidse bossen te wandelen, zonder enig besef van tijd, evenmin door aan andere verplichtingen te zijn gebonden. Toen we later het bos verlieten en een veldweg bewandelden, tussen de weilanden en akkers, konden we links in de verte reeds de dorpskerk van Marenne (Hotton) zien. Het dorpje baadde in het zonlicht en vaak was het licht te sterk om heldere foto's te nemen, vooral omwille van het felle tegenlicht. Het veldwegje mondde uit op een dwars gelegen asfaltbaantje, dat we links volgden, in de richting van een lager gelegen kruispunt. Van verre konden we daar reeds de nodige legertrucks en tenten zien staan, wat betekende dat we een bevoorrading naderden.

Korte tijd later bereikten we de rustplaats en werden er gratis voorzien van een pakje chocoprince of een sinaasappel. Een koele frisdrank ging vlotjes naar binnen. Op hetzelfde moment arriveerden enkele bussen met deelnemertjes aan de mini mini mesa. Een bende uitgelaten kinderen die op hun eigen namier de mesa wat kleur gaven. Na de bevoorrading kwamen we terug op gang en konden een beklimming aanvatten over een bredere weg. Bij het verlaten van Marenne, konden we zien dat deze gemeente was verbroederd met Bergholtz. Na het voorbije bosgebied, kregen we nu een passage tussen de velden en weilanden. We volgden opnieuw de GR over een langere afstand, richting Verdenne. Juist alvorens de bebouwde kom van Verdenne te bereiken, werden we een rechts gelegen grindpad opgestuurd, dat ons nog een tijdje liet klimmen. Eenmaal de top van de heuvel bereikt, ging het in dalende lijn, in de richting van het reeds te bemerken bos. We volgden hier als bij toeval de Voie de la Liberté. Zoals we reeds min of meer hadden verwacht, ging het in de richting van het bos, waarvan we eerst de bosrand volgden.

Even later verdween het pad in het bos en volgden we een kronkelend wegje tussen de bomen. Een bordje bezijden het pad Paquerette, gaf ons een idee inzake de gevolgde weg. Af en toe werd het wat hindernissen ontwijken, aangezien we nu groepjes kinderen vonden op de route, alsook enkele mindervalide, die met behulp van een rolstoel het traject aflegden. Vaak veranderde het pad in een tamelijk dalende wegel, voorzien van boomwortels en stenen, wat het er voor velen niet eenvoudiger op maakte, deze wandelpaden te volgen. Gelukkig hadden we voldoende tijd om ook anderen op hun manier te laten genieten van de Mesa, wat van sommigen niet altijd kan worden gezegd. Na een lange afdaling doorheen het bos, bereikten we ondertussen het grondgebied van Marche-en-Famenne. Een publiciteitsstand van Aquarius onderweg, zorgde nog voor de nodige gratis verfrissing, wat door velen uiteraard werd gewaardeerd.

Toen we even later een viaduct bereikten, troffen we aan de andere kant van de tunnel alweer medewerkers aan, die de wandelaars beloonden met een gratis waterijs. Genietend van deze extra verfrissing en tevens lekkernij, daalden we verder af doorheen enkele woonstraten, richting aankomst van deze derde etappe. Op weg naar de aankomst kwamen we nog langs een plaatselijke kerk, waar vooral het kerkhof onze aandacht trok. De oude smeedijzeren hekkens omheen de grafzerken, waren toch wel de moeite om even te bekijken. Via een bredere hoofdweg, bereikten we een complex waar we terecht konden voor de eindcontrole en waar we nog even bleven verpozen om iets te eten en te drinken. Nadien vatten we de terugreis aan naar Bastogne, op zoek naar een verkwikkende douche en de ondertussen vertrouwde Blanche Rosée... Met nog één dag te gaan kwam stilaan het einde in zicht van deze Mesa editie 2010.”

We sluiten dit wandelverhaal af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Van Hotton naar Marche-en-Famenne. J: Mini Mesa 2010 – Dag 3. Vanuit Hotton via Marenne en Verdenne naar Marche-en-Famenne.’

179: Bourcy, Woensdag 23 juni 2010, 14,89 km. (3570,388 km.)



De tweede etappe, een wandeling met start in Bourcy en aankomst in het ondertussen bekende Bastogne. Ook deze wandeltocht werd niet aangekondigd in de traditionele wandelgids Marching. Aangezien we destijds verbleven in het kamp van Bastogne, werd het verhaal met betrekking tot deze tweede dagetappe, pas later geschreven op zondag 27 juni 2010, omstreeks 16:23 uur.

“Dag twee van de Mesa 2010 begon opnieuw onder een stralende zon. De kortere versie van deze Vierdaagse doorheen de Ardennen, bracht ons vanuit het kamp in Bastogne, naar de startplaats, gesitueerd ter hoogte van de kerk van Bourcy. Tal van bussen waren reeds aangekomen op het kleine dorpsplein van dit gehucht, zodat er reeds een gezellige drukte kon worden waargenomen. Opnieuw voorzien van het nodige voor onderweg, zouden we ditmaal vanuit Bourcy wandelen tot in het centrum van Bastogne, eindhalte van de tweede etappe. Nadat we het kleine kerkje achter ons lieten, verlieten we het dorpsplein via een smalle asfaltweg, welke ons aan hoogte liet winnen. We wandelden langsheen de kleine begraafplaats en wat verderop een stille getuige uit een andere periode, een bunker uit het oorlogsverleden van de streek. Na deze korte aanloop, namen we een links gelegen grindpad en kwamen terecht tussen de velden en weilanden. Rechts van de weg konden we een houtzagerij zien, waar tal van bomen hun laatste reis aanvatten. Het aan- en afrijden van de vrachtauto's zorgde voor het nodige stof in de omgeving. Het oude station dat we op onze weg vonden, had ondertussen reeds een nieuwe bestemming verkregen.

Uiteindelijk verlieten we wat verder de bebouwde kom van Bourcy en zagen voor ons een lange asfaltweg, waarop opnieuw diende te worden geklommen. Links van de weg troffen we een eerste bosgebied aan. Naarmate we aan hoogte wonnen, konden we rechts in het dal een laatste maal genieten van het uitzicht over het dorpje Bourcy. De rustige landelijke weg, leidde ons verder langsheen de grazende koeien en de geur van het hooi, richting volgend dorpje in dit unieke landschap. Na geruime tijd hoogte te hebben gewonnen, bereikten we de Hauts de Michamps. Daar sloegen we rechtsaf en begonnen aan de afdaling naar het lager gelegen dorpje Michamps. Een bordje met de lokale wandelpaden, liet ons vernemen dat we ons bevonden op de Promenade du Chemin de Boeufs en we momenteel de Chemin de Horritine volgden. Eenmaal beneden aangekomen, ter hoogte van een drukkere weg, werden we door de van dienst zijnde MP's de straat over geleid, waarna we een honderdtal meter verder de plaatselijke kerk van Michamps bereikten. We namen dan ook even de tijd het gebouw binnenin te bekijken.

We vervolgden onze weg voorbij de kerk en sloegen wat verderop een links gelegen veldweg in, welke af en toe was overgroeid door de beplanting ernaast. Deze veldweg leidde ons naar een andere weg, die we rechts volgden om op die manier Oubourcy te bereiken. Hier konden we even meekijken, hoe plaatselijke boeren het hooi door middel van een machine lieten verdwijnen in een zwarte plastic verpakking, klaar om op het erf te worden gestapeld. Het smalle wegje kronkelde zich tussen de weilanden, waarvan de bermen fel bloeiden. Ook hier overheerste alweer de gele kleur. Een bosgebied trok even later de aandacht. Het asfaltwegje ging over in een grindpad, waarvan het verloop eerst horizontaal was, om later geleidelijk in dalende zin verder te verlopen. Een windmolen, welke zo uit de far west kon zijn overgevlogen, vormde een fel contrast met de omliggende weilanden. Aan de overzijde van de weg bemerkten we de aanduidingen van Le Bois de la Paix. Dit bos kenden we natuurlijk reeds van vorige bezoekjes aan Bastogne en omgeving, doch voor ons was het eerder een prettig weerzien.

Ter hoogte van de ingang vonden we dan ook de bevoorradingspost en konden ons tegoed doen aan het lunchpakket en een verfrissend drankje. Tevens konden we de lege drankflessen omruilen voor vers gekoeld mineraalwater voor onderweg. Het Bois de la Paix werd enkele jaren geleden aangelegd en bestaat vooral uit jonge bomen, voorzien van de namen van veteranen uit de befaamde ‘Battle of the Bulge’, welke ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het gebeuren, opnieuw de slagvelden kwamen bezoeken. Even verder, in een ander gedeelte van het bos, bevinden zich de vermeldingen van de eenheden welke deelnamen aan de gevechten in december 1944 en januari 1945. Het anders zo stille en vredige bos, leek nu een picknickplaats van grote omvang. Enkele wandelaars namen de moeite om de didactische panelen te raadplegen, terwijl anderen gewoon hun weg vervolgden. In het bosje vonden we na enig zoekwerk, het plaatje terug van Curtis A. Gadd, veteraan van de 17th Airborne Division, die we recent tijdens een herdenkingstocht in Bertogne hadden ontmoet. Deze vriendelijke man was toen bereid om onze wandelboekjes te signeren.

Ook vonden we het plaatje van William R. Desobry, voormalig lid van de 10th Armored Division, naar wie een straat werd vernoemd in Noville en waar tevens een klein museum hulde brengt aan de man in kwestie. Na even te hebben stilgestaan bij het verleden, trokken we opnieuw op pad. We verlieten het Bois de la Paix via een links gelegen graspad in dalende zin. Ook hier, buiten het bereik van enige wind, voelde het warm aan om te wandelen. De zon scheen genadeloos neer op de moedige wandelaars die de paden en wegen van de Ardennen volgden. De gele bloemen bezijden het pad voelden ondertussen enigszins vertrouwd aan. Toen het einde van het pad was bereikt, sloegen we linksaf en volgden er de Promenade du chemin des pélerins, een grindpad dat leidde in de richting van een markeerpunt Tier des Tâbes. Ditmaal volgden we de Promenade du bois de la paix, richting Mardasson. Het paadje kronkelde zich tussen de in bloei staande weilanden, die eerder het uitzicht hadden van een kleurig tapijt. Onderweg kwamen we vervolgens langs het punt Miltombe, waarna we even verder uitkwamen ter hoogte van een groeve.

De weg die we daar bereikten, leidde ons naar links, naar de parking van het Bastogne Historical Center en het American Memorial. Alhoewel het monument en het museum geen onbekenden zijn voor ons, namen we toch de moeite om nog even alles van nabij te bekijken. Een bezoekje aan de shop van het museum had tot gevolg dat we ook dit jaar niet met lege handen huiswaarts zouden keren. We namen nog enkele foto's van de Amerikaanse Tank Destroyer, het American Memorial en natuurlijk van de vrouw des huizes, even verpozend op een bankje in de nabijheid van deze gedenkwaardige plaats. Vervolgens daalden we af langsheen de laatste Borne van de Voie de la Liberté, om zo stilaan af te zakken naar het centrum van Bastogne. Na nog een laatste blik op het enorme Memorial, bereikten we de weg komende van Clervaux en wandelden zo verder richting Rue Delperdange. Een tankkoepel bezijden de weg noopte nog tot het nemen van een foto, waarna we de hoofdstraat van Bastogne bereikten. Langsheen de winkeltjes en terrasjes, slenterden we verder tot op de Place Général Mc Auliffe, eindpunt van de tweede etappe van de Mesa 2010. Ondertussen weten we nu ook dat Bastogne is verbroederd met Périers (Normandië).”

We sluiten dit wandelverhaal af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. Ook daarin slechts een summiere beschrijving, omwille van het aanbrengen van grote wandelstickers. ‘K: Van Bourcy naar Bastogne. J: Mini Mesa 2010 – Dag 2. Vanuit Bourcy via Michamps en Oubourcy naar de stad Bastogne. Zonnig.’