maandag 28 november 2022

530: Berchem, Zaterdag 18 Juli 2020, 17,317 km. (10.483,738 km.)


“Een wandeling beschreven in de wandelgids ‘Treinstapper 2’, met start aan het station van Berchem en aankomst te Hoboken. Vooraf maakten we vanzelfsprekend de verplaatsing via het openbaar vervoer naar het station van Berchem. Na een hapje alvorens de wandeling aan te vatten, konden we even later omstreeks 10:30 uur op weg voor een tocht tussen twee nmbs stations. We verlieten het stationsgebouw en staken het Burgemeester E. Ryckaertsplein over, waarna we ons begaven in de Uitbreidingstraat. In volle stadscentrum en naast de Binnensingel, konden we nadien linksaf via de Velodroomstraat. Deze kasseiweg bewandelden we tot aan de eerste straat links, de Generaal Capiaumontstraat, waar we de eerste wit-rode tekens konden waarnemen van de Streek-GR Antwerpen. We kwamen terecht op een rotonde, om er de Cogels-Osylei te kruisen. Hier bevonden we ons in de wijk Zurenborg, gebouwd omstreeks 1900 voor rijke burgers. We konden er vier statige huizengroepen bekijken, beter gekend als de Witte Paleizekes. Voorheen woonden er voornamelijk hoge militairen. Aan de overzijde van de rotonde begaven we ons in de Generaal Van Merlenstraat, gevolgd door de eerste straat rechts, de Waterloostraat. Tussen nog altijd statige herenhuizen, stapten we door de Waterloostraat en nadien linksaf verder in de Transvaalstraat. Op het einde van de straat, ging het rechts onder de spoorweg door, om aan de andere kant van de tunnel links de Stanleystraat in te draaien, welke overging in de Boomgaardstraat en nadien de Posthoflei. We gingen voorbij de achterzijde van het nmbs station om dan de Singel over te steken.

Aan de overzijde van de Singel, konden we gelukkig even afscheid nemen van de bebouwing en het drukke verkeer, om via een smal wandelpad, het Wolvenbergpad, het natuurreservaat Wolvenberg in te gaan. Een bosrijke oase tussen de Singel en de Ring. Het wandelpad leidde naar een eerste Y-splitsing, waar we links hielden en vrij vlug een beklimming kregen te verwerken. Na deze korte klim draaiden we naar rechts en daalden even verder af via een reeks trappen. We gingen nog even rechtdoor tot aan de trappen van de fiets- en wandelbrug, de zogenaamde Berchembrug over de spoorweg en de Antwerpse Ring. We wandelden de brug op naar links, om aan de overzijde via een krul af te dalen en aan te komen in het Brilschanspark. Beneden aan de trappen kozen we tweemaal kort na elkaar de richting linksaf en bereikten een klein speelpleintje. We namen er dan ook van de gelegenheid gebruik even een korte wandel- en eetpauze te nemen omstreeks 11:30 uur. Na deze wandelonderbreking namen we aan het speelpleintje het middenste pad dat omhoog leidde en nadien afdaalde tot aan de gracht Brilschans. Voorbij de gracht kozen we rechtsaf, doch verlieten het park niet, maar gingen via een lange rechtse bocht, het Ringfietspad verder tot aan de verkeerslichten aan de N1, de Grote Steenweg. We kruisten de Grote Steenweg en aansluitend de N173, de Elisabethlaan, om daar een wandelpaadje op te gaan dat dwars door het Leeuwerikpark ging. Aan het einde van het parkje kwamen we uit in de Coremansstraat, welke na de bocht overging in de Floraliënlaan. Net vóór het eerste kruispunt kozen we een fietspad naar rechts, om via dit pad over de E19 te wandelen en vervolgens via een brede dreef, tevens Floraliënlaan, het Nachtegalenpark binnen te gaan.

Dit park bestaat eigenlijk uit drie delen: het park Den Brandt, met openluchtmuseum Middelheim en het domein Vogelzang. Na zowat 500 m de brede dreef te hebben gevolgd draaiden we rechtsaf naar een grote speeltuin, en direct linksaf op een pad onder de bomen tot aan het café-restaurant Melkerij. Daar hielden we even halt om op het zonnige, maar erg drukke terras even te genieten van een kopje koffie, omstreeks even voorbij het middaguur. Nadien zetten we onze tocht verder schuin links vóór de Melkerij, staken de beek over, om dadelijk er voorbij rechts te houden. We stapten voorbij het monument ter ere van het 7de Linie en gingen verder rechtdoor tot aan de brasserie Dikke Mee, in de Vogelzanglaan. We draaiden linksaf en verlieten het park via het fietspad dat eindigde op de Gerard le Grellelaan. Rechtsaf konden we via de brug over de A12 wandelen, om er halverwege de brug aan de overkant links een wandelpad te volgen langs de rand van een sportveld. Net vóór een joggingpiste sloegen we rechtsaf en volgden het verloop ervan naar links tot aan de verkeerslichten. We kruisten er achtereenvolgens de Vogelzanglaan en de Jan van Rijswijcklaan, om aan de overzijde verder te stappen via de Beschavingstraat. We kwamen op die manier terecht in de Tentoonstellingswijk, gebouwd naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1930, toen simultaan met Luik. Op het einde van de straat ging het rechtsaf op een brede kasseiweg, de Eric Sasselaan. Zowat 100 m verder ging het linksaf via een brug over de vestinggracht.

Aan de overzijde van de brug ging het opnieuw links en kort erna rechtsaf, om door middel van enkele trappen af te dalen. We bevonden ons daar in het Mastvestpark. We volgden de oever van de gracht tot voorbij de tweede brug. Via een grasberm stegen we naar een hoger gelegen fietspad en draaiden af naar links tot aan de Floris Primsstraat, die we rechtdoor ingingen. In de bocht hielden we de richting rechtdoor aan voorbij drie hoge flatgebouwen. We bereikten even later de brug over de A112, die we links overgingen, om voorbij het volgende kruispunt links het voetpad te volgen en dan rechts het Kielpark in te wandelen. We konden er vrijwel dadelijk één van de talrijke zitbanken aantreffen om er omstreeks 13:30 uur even te genieten van een broodje en een drankje. Een wandel- en eetpauze later volgden we een wandelpad doorheen het park, om tenslotte het park te verlaten via de N148, de Sint-Bernardsesteenweg, ter hoogte van de Sint-Catharinakerk, een opvallend beeld van een zonnende dame verkreeg even onze aandacht. We staken de N148 over en weken even van de geplande route af, om even naar links te genieten van een glas cola in café Trapke Op, net toen de kerkklokken 14 uur aangaven. Nadien keerden we even op onze stappen terug, om net vóór de kerk links een wandelpad te volgen. Voorbij de kerk sloegen we links de Piet Verhaertstraat in, om zo te beginnen aan een tocht door Hobokense woonzones. Op het einde ter hoogte van een T-kruispunt kozen we rechtsaf via de Rik Schaefelsstraat, om dan de vierde straat links in te gaan, de Aloïs de Laetstraat die doodliep op een buurtparkje, waar we een buigend pad naar links bewandelden tot aan een flatgebouw.

We sloegen rechts de Frans Hensstraat in, welke overging in de Max Elskampstraat. Gekomen aan de speeltuin Max Elskampstraat, kozen we rechts de Van Peenestraat, gevolgd door linksaf in de Maurits Sabbelaan, welke overging in de Hendriklei, die we volgden tot de nabij gelegen verkeerslichten. We begaven ons rechtsaf op de Weerstandlaan, om die over zowat 500 m te volgen tot we links de Krugerstraat konden indraaien. Even voorbij de kerk Heilig Hart, kozen we een smal pad tussen twee huizen, dat veranderde in het Louis Mastplein. Op het einde gingen we rechts een smal voetpad op dat uitmondde op het Drossaardplein, een kleine woonwijk, waarvan de naam overging in de Genachtenstraat. Vervolgens gingen we rechts de Hobeuchemstraat door, om er de Steynstraat te kruisen en aan de overzijde de Montessoristraat verder te volgen. Op het volgende kruispunt ging het links in de Hagelandstraat, om dan een pad rechts op te gaan achter een plantsoen. We kwamen zo terecht op een nieuw aangelegd pleintje ter hoogte van de Lage Weg. We namen van de gelegenheid gebruik er even een picknick te houden omstreeks 15:00 uur. Nadien gingen we aan de overzijde van de Lage Weg de Atlasstraat in tot op het einde, om er links de Jules Pauwelsstraat in te slaan. Nadien draaiden we de eerste straat rechts in, de Voorzorgstraat, welke doodliep ter hoogte van de spoorweg. Via een voetgangersbrug staken we de spoorweg over en konden eindelijk afscheid nemen van kilometers wandelen doorheen de bebouwing van Hoboken.

Aan de overzijde van de weg, de Schoeilaan, ging het even naar rechts, om voorbij het bedrijf linksaf de Hobokense Polder in te wandelen. Een breed grindpad leidde naar een eerste splitsing, waar we het tweede linkse pad kozen, gevolgd door het rechtse pad even verder. We kwamen voorbij de Kijkwand De Roerdomp, om er even het waterwild te kunnen bekijken. Tussen het hoog opgeschoten riet stapten we verder rechtdoor, waarna het pad veranderde in een vlonderpad. We gingen door een tweetal wandelpoortjes, om aan het derde poortje rechtsaf te gaan en uit te komen op een open grasland. We konden er even verpozen op een zitbank in het zonnetje. Aan het grasland kozen we andermaal rechtsaf op zowat 100 m verder, na een laatste wandelpoortje het natuurgebied te verlaten en aan te komen op de Scheldedijk. We gingen zowat haaks linksaf op het jaagpad langs de Schelde. Ongeveer 800 m verder verlieten we de Scheldedijk naar links een bospad op, welke overging in een kasseiwegje en uitkwam op de Scheldedijkwegel. We volgden die naar rechts, wandelden een brugje over en gingen vervolgens linksaf tot aan de Restringenlaan, die we rechts insloegen. Doorheen deze nieuwe verkaveling wandelden we steeds rechtdoor en negeerden alle zijstraten. Deze laan eindigde ter hoogte van een pleintje, waar we even halt hielden voor het degusteren van een Dame Blanche in Brasserie De Schorren, ondertussen de klok van 16:40 uur nabij.

Na deze lekkerij begaven we ons stilaan op weg naar het nmbs station van Hoboken-Polder. We staken het pleintje over en wandelden via een zigzaggend voetpad verder door de woonwijk tot aan een basketplein. Daar gingen we links langs een speelweide en uiteindelijk kwamen we uit op de Schroeilaan, met aan de overzijde van de weg het station van Hoboken-Polder. We eindigden dan ook deze minder aantrekkelijke wandeling omstreeks 17:20 uur en konden zowat 12’ later de trein op richting Mechelen. Deze zonnige dag was toch goed voor het plaatsen van 22.786 stappen vanuit Berchem tot aan het perron van Hoboken-Polder.”

vrijdag 25 november 2022

529: Lierde, Zaterdag 24 oktober 2020, 21,95 km. (10.466,421 km.)


“Het relaas inzake een wandeltocht, beschreven in de wandelgids ‘Treinstapper 2’, met andere woorden een tocht tussen de nmbs stations van Lierde en Munkzwalm. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt via het openbaar vervoer, konden we omstreeks 10:00 uur de wandeling aanvangen ter hoogte van het station van Lierde, onder een bewolkte hemel. We verlieten de parking aan het station, om er dadelijk rechts de N8, de Steenweg op te gaan. Naast de openbare weg staat het standbeeld van ‘De Pendelaar uit Lierde vroeger’. Een beeld dat verwijst naar de vroegere Lierdenaars welke pendelden naar de koolmijnen en staalfabrieken in Wallonië. Een paar honderd meters verder kozen we rechtsaf via de Neerstraat, waar een eerste beklimming wachtte. Op het einde van de straat, gekomen aan een rotonde, draaiden we linksaf Caudenberg in. We bemerkten er de geel-rode markeringen van de Streek-GR Vlaamse Ardennen. Nog altijd wonnen we verder aan hoogte, stilaan voorbij de laatste woningen en langs velden rechts van de weg. We negeerden alle zijstraten en kozen op de Y-splitsing met Eikenmolen, de richting rechtdoor. Op het hoogste punt van de weg en tevens van Lierde (92 m), gekomen op een T-kruispunt, draaiden we haaks rechtsaf via Eikenmolen, om er voorbij de B&B Eyckenmolen te gaan. Net er voorbij begaven we ons linksaf op een smal asfaltwegje, later een aardeweg, die verliep tussen de akkers en via een lange bocht naar rechts, uitmondde op de Bontestraat.

Op deze betonbaan gingen we zowat 200 m naar links, om nadien rechts de smalle asfaltweg Assensveld op te gaan. In de eerste bocht naar links, verlieten we de weg en stapten verder rechtdoor op een grasweg langs de rand van het Kloosterbos van Sint-Maria-Oudenhove. We passeerden een oude waterpomp en volgden de hoofdweg doorheen het bos, om nadien naar links af te draaien en tenslotte het bos te verlaten, opnieuw aan Assensveld. We begaven ons op het smalle asfaltwegje een 100-tal m naar rechts, om er terug het Kloosterbos in te wandelen. We troffen er een omgevallen boom aan, de ideale plek om er omstreeks 11:00 uur even te genieten van een wandel- en eetpauze. Even later stapten we op het dalende bospad tot op een splitsing, om er links verder te dalen en uiteindelijk aan een hoeve opnieuw vaste voet te verkrijgen op Heyveld. We begaven ons rechtsaf op het smalle wegje tussen de velden en gingen voorbij een mooi kapelletje links van de weg. Het kronkelend en golvend wegje leidde voorbij de Kloosterbosstraat, waar de weg overging in Elverenberg, ondertussen deel uitmakend van Brakel. We gingen via Elverenberg tot aan de eerste zijstraat, de Vossenholstraat, om net er voorbij links een dalende veldweg te kiezen. Het pad ging tussen twee weiden door, gevolgd door een klein stukje bos, om even later via een houten brug de Zwalmbeek over te steken.

Aan de overzijde van de beek ging de wandeling over een lang vlonderpad, over het drassig land van het natuurreservaat Het Jansveld. Het aansluitend wandelpad verder bewandelend bereikten we opnieuw de openbare weg, de Zwalmbeekweg. We sloegen de weg rechts in en wandelden voorbij een paardenrenbaan, om uit te komen op de kruising met een dwars gelegen fiets-en wandelpad, het Mijnwerkerspad. We stapten aan de wandelboom naar rechts het smalle verkeersluwe wandel- en fietspad op en hadden oog voor de wit-rode tekens van de GR122. Even verder zagen we links op de Molenberg de vroegere Brouwershoeve. Op het einde gekomen van het Mijnwerkerspad, kwamen we aan het kruispunt met de N462, de Kasteeldreef, die we naar rechts opdraaiden, tot aan de brug over de Zwalmbeek. Hier zouden we links een veldweg dienen op te gaan, doch we weken even af van de route. Even verder op de Kasteeldreef bevond zich rechts van de weg het Kasteel van Lilare en het Sint-Franciscus Instituut. We wandelden even verder op de Kasteeldreef en gingen toen rechtsaf tot aan de toegangspoort van het kasteel. Na het nemen van enkele foto’s, keerden we op onze stappen terug tot aan de brug over de Zwalmbeek. Net vóór de brug gingen we dan rechtsaf een veldweg op, naast de Zwalmbeek.

Aan een bosje aangekomen, stapten we langs de bosrand omhoog. De aardeweg veranderde even verder in een kasseiweg en uiteindelijk in een verharde weg, het Rozenhoekje. Op dit dalende asfaltwegje, sloegen we net vóór het huis nr. 2 linksaf op een smal pad tussen afsluitingen, om op het einde van het pad nogmaals links de kiezen, verder langs de afsluiting van de weide. Tussen uitgestrekte weiden leidde het pad tenslotte naar huizen en achtertuintjes, om via een tegelpad tussen twee woningen, de openbare weg te betreden, de Berendries. We daalden af naar links, om op het eerste kruispunt opnieuw links te kiezen, eveneens Berendries. Ter hoogte van het huis nr. 34 verlieten we naar links de weg op een smal wandelpad, om verder af te dalen langs tuintjes en weiden tot op de Rozenhoek, waar we de asfaltweg rechtdoor opgingen. Na een lange bocht kwamen we opnieuw op het kruispunt met Berendries, om er linksaf te gaan, tot net vóór de brug over de Zwalmbeek. We gingen rechtsaf een brede veldweg op langs de oever van de Zwalmbeek. Wat verder, gekomen aan een kruispunt van wandelwegen, knooppunt 45, begaven we ons rechtsaf op een vlonderpad, om op het einde linksaf te draaien. We hielden er even halt op het einde van het vlonderpad om even te denken aan de inwendige mens omstreeks de klok van 13:25 uur. Nadien verlieten we het bos en volgden rechts de bosrand, om opnieuw aan hoogte te winnen. Na een eindje stappen ging het grindpad over in asfalt en kwamen we op de Boterhoek uit. Op het nabije kruispunt ging het vervolgens linksaf, eveneens via Boterhoek.

Aan het wandelknooppunt 47, verlieten we de weg naar rechts op een dalende veldweg, om nadien langs prikkeldraad tussen een bos en een weide opnieuw te klimmen. Aan het volgende wandelknooppunt 48, kozen we linksaf en klommen verder tot we een smalle asfaltweg konden betreden, Klappaardlos. Deze vrij korte weg leidde naar een bredere betonbaan, Langendries, die we links opgingen. Tussen akkers en weiland volgden we deze weg tot aan de GR-wandelboom. Het café op dit kruispunt, ‘In de Zavelput’ bleek dicht. Net naast het café begaven we ons op een stijgende veldweg, nog steeds de GR122 verder bewandelend. We kwamen tenslotte uit aan de dwars gelegen Kortendries, welke we dienden te kruisen. We konden er echter even verpozen op een zitbank aan een nieuw opgericht kruisbeeld, met zicht op het lager gelegen landschap. We volgden dan aan de overzijde van Kortendries verder de stijgende veldweg, tot aan een Y-splitsing, waar we het smalste pad opgingen schuin links. Via dit smalle wandelpad daalden we af naar Sint-Goriks-Oudenhove, om er de openbare weg te betreden, de Sint-Goriksstraat, die we links volgden tot aan de Sint-Gaugericuskerk. Ook hier alweer bleek alle horeca te zijn gesloten. We stapten rechtdoor op het Kruiswaterplein links van de kerk, tot aan het huis nr. 5, om daar links een smalle wegel op te gaan. We kruisten de Smisstraat en volgden het pad verder dat tenslotte naar links draaide en uitmondde in de Slijpstraat. We begaven ons rechtsaf op de Slijpstraat.

We wandelden voorbij het links gelegen Steenland en nadien voorbij de rechts gesitueerde Molenhoek, om na ongeveer 1,5 km een picknickplaats te bereiken aan het links gelegen Mijnwerkerspad. We hielden er dan ook omstreeks 15:20 uur even een wat langere rust- en eetpauze. Na deze wandelonderbreking ging het verder op de ditmaal kronkelende Slijpstraat tot aan de Bostmolenstraat, waar we even van het parcours afweken. We gingen even links de Bostmolenstraat in tot aan de eigenlijke Bostmolen. Na het nemen van enkele foto’s ging het nog even via de Slijpstraat verder tot op het kruispunt met de Zottegemsesteenweg, de N454. We draaiden deze steenweg op naar rechts, om nadien de spoorweg over te gaan, tot aan de iets verder geleden Sint-Jozefkapel. Net er voorbij gingen we links een smal pad op dat 50 m verder uitmondde in Kleite. Net voorbij het laatste huis, ging het via een smal pad rechts al klimmend naar de hoger gelegen Kluisstraat, die we links opgingen. We passeerden de Stedelijke Begraafplaats van Zottegem en volgden op het einde de Knutsegemstraat zowat rechtdoor, vermits de linkertak, een veldweg, min of meer onbegaanbaar was omwille van de modder.

Deze smalle kronkelende weg leidde naar het kruispunt met de Paddestraat, een smalle kasseiweg, alwaar we linksaf stapten en de weg volgden tot aan de brug over de Zwalm. Net over de brug begaven we ons rechtsaf op een aardeweg, welke het verloop volgde van de waterloop. Net voorbij een zuiveringsstation eindigde het pad op de openbare weg, Bruggenhoek. We gingen rechtsaf de brug over de Zwalm over en onmiddellijk linksaf op een pad langs de andere oever van de Zwalm. Dit smalle pad leidde tenslotte tot aan de gekende Zwalmmolen aan de Rekegemstraat. Nu gingen we links de brug over, om net er voorbij aan een picknickplaats, rechtsaf verder te wandelen op het Molenpad. We gingen de Vredeskapel voorbij en arriveerden op die manier aan de N415, de Zuidlaan, ondertussen op het grondgebied van Munkzwalm. We gingen de Zuidlaan op naar links en verlieten zo het traject van de GR122. Net voorbij de Sint-Mattheuskerk, ging het rechtsaf in de Decoenestraat, om na 100 m links een fiets- en wandelpad op te gaan dat leidde naar het station van Munkzwalm. Daar aangekomen om 17:40 uur konden we mits een kleine sprint nog net de stilstaande trein halen en beginnen aan de terugreis richting Mechelen. Met dank aan de treinbegeleider die even de trein liet wachten.”

donderdag 17 november 2022

528: Dourbes, Zaterdag 04 juni 2022, 16,3 km. (10.444,471 km.)


“Een beschreven wandeling uit de Dagstappergids Ardennen deel 3, met start en aankomst te Dourbes, over een afstand van 16,3 km. Na de verplaatsing via Cambio, vonden we een parkeerplaats in de Rue de Fagnolle, nabij de Eglise Saint-Servais. Alvorens van start te gaan namen we even de tijd voor een laat ontbijt, waarna we omstreeks 10:30 uur de wandeling konden aanvangen. Met onze rug naar het kerkje begaven we ons in de Rue de Fagnolle, lichtjes bergop richting centrum van het dorp. We volgden er voorlopig het traject van de GR12 Amsterdam-Parijs. Aan het voormalige gemeentehuis stapten we rechts voorbij het gebouw, om uit te komen op de voorrangsweg, de N939, de Rue de Mariembourg. Links aan de overzijde van de weg stapten we door een ander gedeelte van de Rue de Fagnolle, welke we enkele honderden meters verder naar links verlieten via de Tienne du Loret, een smalle grindweg. We hadden de laatste huizen van het dorp achter de rug en stapten nu tussen haag en weiland door. We voelden dadelijk dat we nog verder aan hoogte wonnen. We passeerden er enkele kleine vakantiehuisjes. Door een bosrijke zone daalden we nadien af naar een dwars gelegen asfaltweg, de Rue de Mariembourg, om die naar rechts in te gaan. Vrij vlug ging de weg opnieuw over in een grindweg en konden we nogmaals beginnen aan een beklimming. Ter hoogte van een min of meer open plek troffen we een infobord aan dat we ons bevonden in de Réserve naturelle Ardenne & Gaume de la Montagne-aux-Buis.

Jammer genoeg was het bord enkel voorzien in het Frans, doch eigenlijk bevonden we ons daar in het natuurreservaat van de Buksboomberg. We stapten het bord links voorbij op een smal bospad tussen de buxusbomen door. We kruisten vervolgens een dwarswegje en wandelden nagenoeg rechtdoor verder, een lokale route aangegeven met groene rechthoekjes. Ter hoogte van een Y-splitsing hielden we rechts, doch hielden er vooreerst even halt voor een korte picknick, ondertussen de klok van 11:50 uur nabij. Tijdens onze maaltijd konden we bezijden het pad even vlug een schuwe vos het pad zien kruisen. Na de maaltijd zetten we onze wandeling verder doorheen het bos, nu matig afdalend tot aan de volgende dwarsweg. We kozen linksaf en daalden verder via een brede bosdreef tot aan een driesprong, zowat aan de rand van het bos, een plek genaamd ‘Tienne aux Pauquis’. Het daar geplaatste baken vermeldde echter geen gegevens inzake hoogte. We begaven ons haaks linksaf op een vrij smal stenig pad, vol uitstekende boomwortels. Gelukkig een zonnige dag, anders een erg modderig en glibberig paadje. Rechts konden we af en toe via een doorkijkje het Witte Water zien, een smal kronkelend waterloopje, op weg naar de vereniging met het Zwarte Water. We wandelden in een vrij lange bocht naar links, langs de rand van het bos, tot aan een boerderij. Een beetje honger verkregen, hielden we er een korte eetpauze om 13:00 uur.

Inmiddels kregen we in de verte zicht op een heuvel met daarop een kruis, de Roche à Lomme, iets wat nog op zich liet wachten. Na de maaltijd aan de boerderij, ging het haaks rechtsaf op een steil dalend pad tussen de weiden, de Voye des Pauquis, om er via een brugje het Witte Water over te steken. Op het einde boog de weg naar links, naar het kruispunt met de N939, de Rue de la Station. Aan de overzijde van de weg bemerkten we het station van Nismes. We dienden de N939 links op te draaien, met rechts zicht op de spoorweg en tevens het reeds vermelde kronkelende Witte Water. Een asfaltweg leidde ons doorheen een buitenwijk van Nismes, waarna we nogmaals via een brug het Witte Water over wandelden. Net voorbij de brug verlieten we de af en toe druk bereden N939 naar links en volgden de richting aangegeven door een pijl Roche à Lomme. Na al een hele tijd te hebben geklommen en te hebben gedaald, begon nu pas echt het zware klimwerk. Een erg smal en zeer steil stenig pad leidde naar een rechterzijwegje dat we opgingen tot aan het bord ‘Réserve naturelle Roche à Lomme’. Een zeer steil pad volgden we tot halverwege de top om daar een dwarswegje rechts te kiezen om uiteindelijk om 13:50 uur de top van de heuvel te bereiken. De hoogste tijd om even uit te blazen en vooral te genieten van het uitzicht over de omgeving. Het vergde wel wat klauteren om tenslotte het kruis op de heuvel te bereiken, 96 m boven de zeespiegel.

Het kruis werd opgericht waar zich vroeger een heidense tempel bevond. Na voldoende op adem te zijn gekomen, maar vooral te hebben genoten van het uitzicht, begonnen we aan de afdaling van de Roche à Lomme. Via dezelfde weg als voorheen daalden we af, ditmaal voorbij het linkerzijwegje en hielden de richting rechtdoor aan. Reeds een tijdje aan het dalen troffen we links een infobord aan, om er rechts een dwarsweg op te gaan het bos in. Min of meer steeds dezelfde richting dalend, bereikten we het punt waar we vroeger op de dag waren langs gekomen, met name de kruising met de Tienne de Loret. Ditmaal gingen we er rechtdoor, met oog voor de blauw-wit-blauwe rechthoekjes. We wandelden nu op de Rue de Mariembourg, afdalend naar een verder gelegen voorrangsweg N939, alwaar zich een kapel bevond. We gingen over korte afstand naar links via deze Rue de Mariembourg en betraden opnieuw de woonkern van Dourbes. Kort daarna draaiden we rechts de Rue du Petit-Roly in, ditmaal terug langs het voormalige gemeentehuis om terug de Rue de Fagnolle te betreden. We begaven ons richting kerk, om echter halverwege de straat links de Rue de Fays in te gaan, om er de pijlen ‘Haute Roche’ en ‘Aire de pique-nique’ te volgen. Het verlaten van de woonkern betekende opnieuw klimmen op een smal asfaltwegje.

We wandelden voorbij de Haute Roche, om er net voorbij een mooie picknickplaats te vinden aan de oever van de Viroin, voorzien van enkele zitbanken en picknicktafels. Een ideale gelegenheid om er om 15:25 uur even te genieten van een vieruurtje. Na deze wandelpauze wandelden we verder langs de Viroin, nog steeds op de Rue de Fays, tevens op het traject van de GR12. Aan een Y-splitsing begaven we ons linksaf op een stijgende weg, welke leidde voorbij het Croix Sauvage, opgericht naar aanleiding van het overlijden in februari 1862 van Jacques Sauvage. Wat verder dienden we ons te richten op de routekens blauwe kruisjes, doch wellicht hebben we één of andere afslag gemist, waardoor we uiteindelijk een asfaltweg bereikten ter hoogte van een hoogspanningscabine, de Chemin de Paradis. We gingen de weg op naar links tot we wat verder opnieuw links de N939 konden opgaan. Na geruime tijd deze weg te hebben gevolgd bereikten we een bordje ‘Ravel Mariembourg – Dourbes’. We waren dus op de juiste terugweg naar de woonkern van Dourbes. Toen de N939 uitmondde op het kruispunt met de Rue de Givet, zagen we het agglomeratiebord van Dourbes en gingen dus links al dalend naar het eigenlijke centrum. Aan het voormalige gemeentehuis ging het linksaf op de Rue de Fagnolle, richting auto. Het was dan ook reeds 17:45 uur toen we de terugreis konden aanvangen, na een zonnige wandeldag in de streek van de Viroin.”

527: Charleroi, Zaterdag 03 maart 2018, 8,012 km. (10.428,171 km.)


“Ondanks de lichte sneeuwval s’ochtends, maakten we toch de verplaatsing via bus en trein naar het nmbs station van Charleroi-Sud, om er een stadswandeling te maken. Eenmaal daar aangekomen begaven we ons naar de Toeristische Dienst van de stad, alwaar we een gratis brochure konden verkrijgen, met als titel: ‘Parcours Charleroi 350 jaar’. Een audiogeleide wandeling naar de overblijfselen van de vesting en in het spoor van de boeiende geschiedenis van Charleroi. Deze wandeling gaat van start ter hoogte van het station, via de benedenstad naar de bovenstad, hetzij twee korte wandellussen. De lus Ville-Basse van 2,4 km welke start aan het station, of de wandellus Ville-Haute van 3,3 km welke begint aan de Toeristische Dienst op de Place Charles II. Aangezien we ons na het verkrijgen van de wandelbrochure bevonden op deze plaats, begonnen we vooreerst aan de tweede wandellus. Op dit circelvormige plein, waarop niet minder dan negen straten bijeen komen, kregen we dadelijk zicht op enkele enorme bouwwerken: het Stadhuis naar een ontwerp van architect Jules Cézar, het Belfort gebouwd in 1936 en tot slot de Sint-Kristoffelbasiliek met een koor versierd met glas en goud. Natuurlijk mocht een bezoek aan de basiliek niet ontbreken. Uiteindelijk verlieten we de Place Charles II via de Rue Vauban met in het verlengde de Rue Emile Tumelaire. We stapten er voorbij het Athenée Royal Vauban tot aan de Boulevard Alfred de Fontaine. Daar op de hoek kregen we zicht op het Gulden Huis, een meesterwerk van de Jugendstil.

We begaven ons op de Boulevard Alfred de Fontaine naar links, en gingen aan het Justitiepaleis voorbij om juist ernaast een parkje in te wandelen, de Square Napoléon Bonaparte. Twee levensgrote stenen leeuwen aan de ingang, Totor en Tutur, werken van de kunstenaar Antoine-Félix Boure waken over de gerechtigheid. De beelden zijn vernoemd naar de zonen van de toenmalige conciërge van het gerechtsgebouw Nestor en Arthur. Een vrij opvallend gebouw in de nabijheid betrof de enorme 75m hoge toren van de politie van Charleroi. We verlieten het park naar rechts en kruisten er de Avenue du Général Michel, om aan de achterzijde van het Justitiegebouw het binnenplein te betreden van de Caserne Caporal Trésignies. Voorheen onderdak voor onder andere het 1ste en 2de Regiment Jagers te Voet. In de kazerne bevindt zich touwens op de dag van vandaag een museum voor deze eenheden. Op de binnenkoer staan enkele militaire voertuigen opgesteld, met op de gevel van het gebouw enkele gedenkplaten. Eén opvallende, de gedenkplaat voor het 5de Bataillon de Fusiliers, opgericht op 9 oktober 1944 en welke streed in de Ardennen aan de zijde van het 1st US Army. We verlieten de kazerne en volgden naar rechts verder de Avenue du Général Michel tot aan de grote rotonde op het einde van de weg. In het midden konden we de beelden waarnemen van de stripfiguren Robbedoes en Kwabbernoot. Aan de rotonde begaven we ons naar links op de Boulevard Paul Janson. Even later kruisten we de Boulevard Joseph II en stapten tot aan de rechts gelegen Rue Léon Bernus.

We wandelden doorheen deze straat tot we linksaf konden gaan in de Rue Isaac, welke overging in de Rue Lebeau. Op het einde van deze lange en lijnrechte weg kwamen we uit ter hoogte van het Musée d’Art de la Province de Hainaut. Net vóór het museum draaiden we linksaf en kwamen voorbij het standbeeld van Paul Pastur, afkomstig uit Marcinelle. Als advocaat werd hij de spreekbuis van de arbeiders en werd een socialistisch militant. Nadien kruisten we de Rue Clément Lyon en gingen rechtdoor de Boulevard Solvay op. Bijna op het einde van de straat konden we links de gevel bekijken van het Maison Lafleur, gebouwd in 1908, was het eerste beschermde Jugendstilgebouw van Charleroi. Net voorbij het gebouw, andermaal gekomen op een rotonde, gingen we links verder via de Boulevard Paul Jandon om er later rechts de Rue Neuve in te gaan. We kwamen langs het voormalige Palais du Film en gingen nadien rechts de Rue de la Chapelle in welke uitmondde op de Place du Manège. Aan de overzijde van het plein vonden we nogmaals een grote rotonde waarop een kunstwerk, voorstellend drie enorme metalen handen. Van de hand van de kunstenaar Martin Guyaux ‘Passation, la statue des trois mains’. Links konden we het Paleis voor Schone Kunsten waarnemen, gebouwd onder toezicht van architect Joseph André. Vanaf de Place du Manège wandelden we via de Rue du Dauphin terug naar de Place Charles II.

We zetten onze wandeltocht verder aan de overzijde van het plein door middel van de Rue d’Orléans, om uit te komen in het Koningin Astridpark. Daar konden we een prachtige kiosk bekijken alsook een ruiterstandbeeld van Lucky Luke en zijn viervoeter Jolly Jumper. We verlieten het park via de Rue Willy Ernst naar rechts tot aan de grote rotonde. Op weg naar een volgende bezienswaardigheid ging het vooreerst via de Rue du Pont Neuf, de Rue de Montigny, de Galerie Bernard, de Boulevard Joseph Tirou, de Rue Ferrer en tot slot de Rue Charleville om aan te komen ter hoogte van de Samber. We konden op een houten wandelpad naar rechts stappen langs de oever van deze waterloop, de Quai Arthur Rimbaud. Aan het nr. 10 gekomen, een complex met bisocoopzalen, konden we onder het hooggewelf een herdenkingsplaat zien die herinnerde aan het verblijf van Napoleon twee dagen vóór Waterloo. De kaai verder volgend kwamen we tegenover het nmbs station van Charleroi-Sud, net aan de voetgangersbrug over de Samber, de Pont Roi Baudouin. Twee grote beelden van Constantin Meunier brengen hulde aan de mijnwerkers en fabrieksarbeiders. Tegenover de brug begaven we ons op de Place Emile Buisset naar het centrum van de stad. In het verlengde stapten we de Rue du Collège in die ons leidde naar de Place Verte. Daar gingen we linksaf op de Boulevard Joseph Tirou tot aan de rechts gelegen Place Saint-Fiacre. We stapten voorbij de Chapelle Saint-Fiacre en draaiden er net voorbij rechts de Rue de Dampremy in.

Even verder kan men links deze winkelstraat verlaten via enkele trappen, ‘Escalier des Rames’. We gingen echter verder via de Rue de Dampremy tot we linksaf konden in de Rue de la Montagne, de zogenaamde verbindingsweg tussen de benedenstad en de bovenstad. De weg mondde dan ook uit op de reeds genoemde Place Charles II. Op die manier hadden we de twee wandellussen afgerond. We namen er nog even de tijd op een terrasje te genieten van een drankje, alvorens de terugweg aan te vangen naar het station. Uiteindelijk net alvorens het station te betreden, kwamen we langs de Square des Martyrs, alwaar een stalen trommel staat opgesteld, als hulde aan de Franse legers die tussen de Franse Revolutie en WOII, achtmaal de Samber zijn overgestoken om te vechten voor onze vrijheid. Zo eindigde onze kennismaking met de stad Charleroi en konden we via het spoor opnieuw huiswaarts.”

donderdag 10 november 2022

526: Aalst, Zaterdag 24 februari 2018, 14,419 km. (10.420,159 km.)


“Ditmaal het relaas betreffende een stadswandeling in Aalst. Vooraf maakten we via bus en trein de verplaatsing naar het station van Aalst, om van daaruit te wandelen naar de Toeristische Dienst van de stad, gevestigd op de Hopmarkt. Onderweg naar de Hopmarkt hielden we even halt op de Grote Markt, teneinde er te genieten van een kopje koffie in de Graaf van Egmont. Nadien gingen we verder op weg naar de Hopmarkt, om er een brochure te verkrijgen betreffende een wandeling doorheen de stad, met als titel: ‘Over keizers, kapiteintjes en baronnen. Op stap door het rijk industrieel verleden van Aalst.’ Even later verlieten we de Hopmarkt naar links, om rechts de Boterstraat in te wandelen. Vrijwel dadelijk kwamen we terecht op het Keizersplein. Tussen statige herenhuizen gingen we rechtsaf en stapten voorbij het standbeeld van koningin Astrid. We maakten er rechtsomkeer en wandelden tussen de bomen verder over het Keizersplein om op die manier het standbeeld te vinden van koning Boudewijn. Op het einde van de straat, aan de verkeerslichten begaven we ons linksaf in de Korte Zoutstraat, een verkeersluwe winkelstraat. Op het einde van de straat konden we een beeldhouwwerk bekijken van de Aalsterse kunstenaar Roland Monteyne, getiteld ’63 morele waarden’. Voorbij dit pleintje, voorzien van rustbanken, ging het rechts de Lange Zoutstraat in. Zowat 50 m verder bevond zich rechts de Ingang Levionois, één van de vroegere 96 beluikjes van de stad. Volgens info betaalde men toen 2,5 fr per week voor een huisje bestaande uit één kamer.

Net voorbij het beluikje sloegen we links de Klapstraat in om uit te komen aan de grote parking op de Pontstraat. Even verder naar links konden we dan vervolgens rechts verder wandelen via de Volderstraat. Langs enkele garageboxen stapten we door de straat tot aan een bocht van de Burchtstraat. Daar zou tot 1964 de Oude Dender hebben gestroomd. We draaiden rechts de bochtige Burchtstraat in en wandelden langs de muur van het Begijnhof. Op het einde maakte de Burchtstraat een scherpe bocht naar rechts en gingen we voorbij de Cimorné. Een gebouw voorzien van een geveltechniek, waarbij op de vaak nog natte cementpleister, verbrijzeld glas werd aangebracht. Het gebouw herbergt vandaag de dag o.a. een fietsenwinkel en een cafeetje. Tegenover de Cimorné staken we nadien het gevaarlijke kruispunt over en wandelden verder via de Alfred Nichelsstraat. Aan de verkeersslichten kruisten we de N9 om aan de overzijde de De Vilanderstraat in te gaan. Aan het volgende kruispunt, nog steeds tussen de bebouwing gingen we rechts de Frédéric van der Nootstraat in. Op het einde van de straat draaien we links naar het Burgemeestersplein en vrijwel dadelijk opnieuw links via de Désiré De Wolfstraat. We kwamen langs het Stadspark van Aalst en besloten om er even de wandelroute te onderbreken. We stapten dan ook het park in om er omstreeks de klok van 11:30 uur te genieten van een rustige picknickpauze.

Het park werd aangelegd tijdens WOI, vooral door Aalsterse arbeiders die aan het werk werden gezet, vooral om te voorkomen dat ze werden gemobiliseerd om in Duitsland te gaan werken. De aanleg bevon in juli 1915, waarna in de lente van 1916 het park werd geopend. Nadat we zelf even hadden genoten van deze mooie oase van rust, verlieten we het park en stapten verder in de Désiré De Wolfstraat langs de rand van het park, tot op het einde aan de Erebodegemstraat. Zowat 200 m naar rechts gingen we voorbij het verlaten fabriekspand van Du Parc, vooral bekend in het verleden omwille van nylonkousen. Uiteindelijk sloot het bedrijf de deuren in 2001. We wandelden verder op het fiets- en wandelpad aan de linkerkant van de Erebodegemstraat tot aan de vroegere leerlooierij Schotte. Tegenwoordig het sportcomplex Schotte. We konden er even voorbij het middaguur terecht voor een kopje koffie in de Looyerij, een brasserie. Eenmaal het verste punt van de wandeling bereikt, konden we na onze koffie terug de Erebodegemstraat volgen richting centrum. Op het einde van de weg, ter hoogte van een kleine rotonde, begaven we ons opnieuw in de De Vilanderstraat, om er aan het eerste kruispunt ditmaal de Frédéric van der Nootstraat rechts in te gaan, waarna de weg eindigde ter hoogte van de Dender.

Net vóór de Dender draaiden we links de Zeebergkaai op welke leidde naar de Zeebergbrug over de Dender. Het laatste gebouw op de Zeebergkaai, net vóór de brug, is voorzien van de vermelding ‘Redt-U-Zelven’, wat verwijst naar de naam van de vroegere coöperatieve landbouwersvereniging uit 1918, die daar haar magazijnen had. We begaven ons tenslotte over de brug en draaiden net over de brug rechtsaf, om er het fietspad te volgen richting Denderleeuw en Aalst. Via dit fietspad konden we door middel van een tunnel onder de N9 door, waarna we uit de tunnel linksaf terug wandelden richting Zeebergbrug om er dan de Leo Gheeraerdtslaan op te gaan. Aan de overzijde van de straat bevond zich een bushokje van De Lijn, waar achter een smal paadje verliep langs de oever van de Dender, het pad dat we dan ook met plezier verkozen, weg van de drukke baan. Even verder gingen we voorbij de Stuwsluis Aalst en volgden het wandelpad nog steeds langs de Dender, tot het nadien overging in een betegeld trottoir. In het verlengde van de Leo Gheeraerdtslaan volgde de Frits de Wolfkaai. We kregen dadelijk aan de overkant van de Dender het kleurrijke gebouw in het oog van het Administratief Centrum van de stad. In de nabijheid konden we de Dender overgaan via de Sint-Annabrug. Net over de brug volgden we nu het jaagpad naar rechts op de andere oever van de Dender, om er via een tunnel onder de spoorweg te gaan.

Over langere afstand bleven we het jaagpad langs de Dender volgen tot aan de volgende brug over het water, de Zwartehoekbrug. We kruisten er de Denderstraat, doch hielden de richting aan langs de Dender, ditmaal reeds van fiets- en wandelpad veranderd in een straat, Tragel. We wandelden even tot aan de Kringwinkel, om nadien terug te keren tot aan de brug en vervolgens de Denderstraat rechts in te gaan. We gingen andermaal via een tunnel onder de spoorweg door, om net voorbij de tunnel, links de Majoor Charles Claserstraat in te draaien. Via deze straat kwamen we tenslotte aan het nbms station op het Statieplein, omringd door imposante herenhuizen. Aan de overkant van het Statieplein volgde onze route ditmaal de Albert Lienaertstraat tot aan de verkeerslichten, om er linksaf de Graanmarkt te betreden. De weg ging richting Dender en veranderde ter hoogte van het postgebouw in de Vaartstraat. We arriveerden aan het Administratief Centrum en gingen net vóór de Sint-Annabrug rechts op het Werfplein. We konden er even de kerk OLV ter Druiven bezoeken. Voorbij de kerk ging het nogmaals doorheen de Burchtstraat tot we rechts de Oude Vismarkt konden opgaan. We stapten tussen de gebouwen van het Stadsarchief en het Stedelijk Museum. Op het plein konden we een beeldhouwwerk zien van Valerius de Saedeleer.

Via de Oude Vismarkt kwamen we langs de plaatselijke Sint-Martinuskerk en betraden er de Grote Markt, waar we het Stadhuis, het Belfort en tal van andere indrukwekkende gebouwen konden bekijken. Alvorens echter opnieuw de weg te kiezen naar het station, hadden we een ruime keus aan horecazaken om de wandeling op een aangename manier af te sluiten.”