Posts tonen met het label Chapelle Saint-Fiacre. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Chapelle Saint-Fiacre. Alle posts tonen

donderdag 17 november 2022

527: Charleroi, Zaterdag 03 maart 2018, 8,012 km. (10.428,171 km.)


“Ondanks de lichte sneeuwval s’ochtends, maakten we toch de verplaatsing via bus en trein naar het nmbs station van Charleroi-Sud, om er een stadswandeling te maken. Eenmaal daar aangekomen begaven we ons naar de Toeristische Dienst van de stad, alwaar we een gratis brochure konden verkrijgen, met als titel: ‘Parcours Charleroi 350 jaar’. Een audiogeleide wandeling naar de overblijfselen van de vesting en in het spoor van de boeiende geschiedenis van Charleroi. Deze wandeling gaat van start ter hoogte van het station, via de benedenstad naar de bovenstad, hetzij twee korte wandellussen. De lus Ville-Basse van 2,4 km welke start aan het station, of de wandellus Ville-Haute van 3,3 km welke begint aan de Toeristische Dienst op de Place Charles II. Aangezien we ons na het verkrijgen van de wandelbrochure bevonden op deze plaats, begonnen we vooreerst aan de tweede wandellus. Op dit circelvormige plein, waarop niet minder dan negen straten bijeen komen, kregen we dadelijk zicht op enkele enorme bouwwerken: het Stadhuis naar een ontwerp van architect Jules Cézar, het Belfort gebouwd in 1936 en tot slot de Sint-Kristoffelbasiliek met een koor versierd met glas en goud. Natuurlijk mocht een bezoek aan de basiliek niet ontbreken. Uiteindelijk verlieten we de Place Charles II via de Rue Vauban met in het verlengde de Rue Emile Tumelaire. We stapten er voorbij het Athenée Royal Vauban tot aan de Boulevard Alfred de Fontaine. Daar op de hoek kregen we zicht op het Gulden Huis, een meesterwerk van de Jugendstil.

We begaven ons op de Boulevard Alfred de Fontaine naar links, en gingen aan het Justitiepaleis voorbij om juist ernaast een parkje in te wandelen, de Square Napoléon Bonaparte. Twee levensgrote stenen leeuwen aan de ingang, Totor en Tutur, werken van de kunstenaar Antoine-Félix Boure waken over de gerechtigheid. De beelden zijn vernoemd naar de zonen van de toenmalige conciërge van het gerechtsgebouw Nestor en Arthur. Een vrij opvallend gebouw in de nabijheid betrof de enorme 75m hoge toren van de politie van Charleroi. We verlieten het park naar rechts en kruisten er de Avenue du Général Michel, om aan de achterzijde van het Justitiegebouw het binnenplein te betreden van de Caserne Caporal Trésignies. Voorheen onderdak voor onder andere het 1ste en 2de Regiment Jagers te Voet. In de kazerne bevindt zich touwens op de dag van vandaag een museum voor deze eenheden. Op de binnenkoer staan enkele militaire voertuigen opgesteld, met op de gevel van het gebouw enkele gedenkplaten. Eén opvallende, de gedenkplaat voor het 5de Bataillon de Fusiliers, opgericht op 9 oktober 1944 en welke streed in de Ardennen aan de zijde van het 1st US Army. We verlieten de kazerne en volgden naar rechts verder de Avenue du Général Michel tot aan de grote rotonde op het einde van de weg. In het midden konden we de beelden waarnemen van de stripfiguren Robbedoes en Kwabbernoot. Aan de rotonde begaven we ons naar links op de Boulevard Paul Janson. Even later kruisten we de Boulevard Joseph II en stapten tot aan de rechts gelegen Rue Léon Bernus.

We wandelden doorheen deze straat tot we linksaf konden gaan in de Rue Isaac, welke overging in de Rue Lebeau. Op het einde van deze lange en lijnrechte weg kwamen we uit ter hoogte van het Musée d’Art de la Province de Hainaut. Net vóór het museum draaiden we linksaf en kwamen voorbij het standbeeld van Paul Pastur, afkomstig uit Marcinelle. Als advocaat werd hij de spreekbuis van de arbeiders en werd een socialistisch militant. Nadien kruisten we de Rue Clément Lyon en gingen rechtdoor de Boulevard Solvay op. Bijna op het einde van de straat konden we links de gevel bekijken van het Maison Lafleur, gebouwd in 1908, was het eerste beschermde Jugendstilgebouw van Charleroi. Net voorbij het gebouw, andermaal gekomen op een rotonde, gingen we links verder via de Boulevard Paul Jandon om er later rechts de Rue Neuve in te gaan. We kwamen langs het voormalige Palais du Film en gingen nadien rechts de Rue de la Chapelle in welke uitmondde op de Place du Manège. Aan de overzijde van het plein vonden we nogmaals een grote rotonde waarop een kunstwerk, voorstellend drie enorme metalen handen. Van de hand van de kunstenaar Martin Guyaux ‘Passation, la statue des trois mains’. Links konden we het Paleis voor Schone Kunsten waarnemen, gebouwd onder toezicht van architect Joseph André. Vanaf de Place du Manège wandelden we via de Rue du Dauphin terug naar de Place Charles II.

We zetten onze wandeltocht verder aan de overzijde van het plein door middel van de Rue d’Orléans, om uit te komen in het Koningin Astridpark. Daar konden we een prachtige kiosk bekijken alsook een ruiterstandbeeld van Lucky Luke en zijn viervoeter Jolly Jumper. We verlieten het park via de Rue Willy Ernst naar rechts tot aan de grote rotonde. Op weg naar een volgende bezienswaardigheid ging het vooreerst via de Rue du Pont Neuf, de Rue de Montigny, de Galerie Bernard, de Boulevard Joseph Tirou, de Rue Ferrer en tot slot de Rue Charleville om aan te komen ter hoogte van de Samber. We konden op een houten wandelpad naar rechts stappen langs de oever van deze waterloop, de Quai Arthur Rimbaud. Aan het nr. 10 gekomen, een complex met bisocoopzalen, konden we onder het hooggewelf een herdenkingsplaat zien die herinnerde aan het verblijf van Napoleon twee dagen vóór Waterloo. De kaai verder volgend kwamen we tegenover het nmbs station van Charleroi-Sud, net aan de voetgangersbrug over de Samber, de Pont Roi Baudouin. Twee grote beelden van Constantin Meunier brengen hulde aan de mijnwerkers en fabrieksarbeiders. Tegenover de brug begaven we ons op de Place Emile Buisset naar het centrum van de stad. In het verlengde stapten we de Rue du Collège in die ons leidde naar de Place Verte. Daar gingen we linksaf op de Boulevard Joseph Tirou tot aan de rechts gelegen Place Saint-Fiacre. We stapten voorbij de Chapelle Saint-Fiacre en draaiden er net voorbij rechts de Rue de Dampremy in.

Even verder kan men links deze winkelstraat verlaten via enkele trappen, ‘Escalier des Rames’. We gingen echter verder via de Rue de Dampremy tot we linksaf konden in de Rue de la Montagne, de zogenaamde verbindingsweg tussen de benedenstad en de bovenstad. De weg mondde dan ook uit op de reeds genoemde Place Charles II. Op die manier hadden we de twee wandellussen afgerond. We namen er nog even de tijd op een terrasje te genieten van een drankje, alvorens de terugweg aan te vangen naar het station. Uiteindelijk net alvorens het station te betreden, kwamen we langs de Square des Martyrs, alwaar een stalen trommel staat opgesteld, als hulde aan de Franse legers die tussen de Franse Revolutie en WOII, achtmaal de Samber zijn overgestoken om te vechten voor onze vrijheid. Zo eindigde onze kennismaking met de stad Charleroi en konden we via het spoor opnieuw huiswaarts.”