Posts tonen met het label Soumoy. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Soumoy. Alle posts tonen

dinsdag 11 mei 2021

462: Senzeilles, Zaterdag 01 mei 2021, 24,735 km. (9352,753 km.)


“Een wandeltocht uit de Dagstappergids Ardennen – deel 3, met start en aankomst te Senzeilles. Volgens de wandelgids een tocht over een afstand van 21,4 km, met als aanbevolen vertrekpunt, de Eglise Saint-Martin. Na een lange autorit vonden we een parkeerplaats bezijden de kerk in de Rue de l’Horloge, om er te wisselen van schoeisel en vast te stellen dat het niet bijzonder warm bleek te zijn. Na alles te hebben nagezien, konden we omstreeks 10:35 uur aan de wandeltocht beginnen. We verlieten de Rue de l’Horloge en wandelden voorbij het monument ter ere van de oorlogsslachtoffers, staken een pleintje over en begaven ons aan de overzijde in de dalende Rue de l’Eglise, welke leidde naar de Place Verte. Voorbij de Place Verte kruisten de we Rue de Neuville, om nadien links verder te gaan in de Rue Trieu du Loup. De gele kruisjes als routekens zouden het juiste pad aangeven. Eenmaal voorbij de laatste huizen, ging het asfalt over in een rotsig pad, na een haakse bocht naar rechts. We kwamen terecht tussen akkers en weiden en verkregen zicht op de omliggende hellingen. Een bocht naar links later, ging het nagenoeg in rechte lijn naar het verder gelegen Forêt de Senzeilles. Links konden we tal van windmolens waarnemen, behorende tot het windmolenpark. Nog steeds dezelfde richting aanhoudend kwamen we aan de rand van het bos. Het baken ‘Les Spèches’, bleek van de aardbodem te zijn verdwenen.

In het bos aangekomen volgden we de verharde naar rechts draaiende hoofdweg, om er voor de rest zijpaden te vermijden. Via een oude brug overschreden we een voormalige spoorweg, om nog steeds verder, het op- en neergaande pad doorheen het bos te bewandelen. Wat verder boog de weg naar links en via het nog steeds dalende asfalt arriveerden we aan de Carrière du Beau Château, een verlaten steengroeve waar ooit rood marmer werd gewonnen tot 1950. Op de dag van vandaag is dit een mooie picknickplaats geworden, waar we dan ook omstreeks 11:20 uur even halt hielden voor het nuttigen van een broodje. Min of meer wat uit de wind, konden we genieten van wat zon met zicht op de wanden van de groeve. Na deze aangename pauze gingen we opnieuw op weg, via de Rue du Culot Massin, met andere woorden, nog steeds dezelfde richting verder door het bos. Tenslotte verlieten we het bos en stapten naar de nabij gelegen N978. Deze druk bereden weg kruisten we, om aan de overzijde opnieuw het Forêt de Senzeilles in te gaan. Amper deze kant van het bos ingegaan, namen we een pad naar rechts, dat zowat evenwijdig verliep aan de N978. Een breed kaarsrecht wandelpad bracht ons wat later opnieuw tot aan deze weg. We daalden naar rechts af, om over korte afstand de N978 naar links te volgen, tot we opnieuw het bos konden ingaan.

We verwijderden ons opnieuw van de weg en trokken dieper het bos in. We wandelden voorbij een ondergronds vleermuizenreservaat. Langaam wonnen we stilaan aan hoogte om uiteindelijk een dwarsweg te bereiken van rood marmer, om daar rechtsaf te gaan en te beginnen aan een lange en vermoeiende beklimming. Een Y-splisting verder hielden we de rechtertak en wonnen nog wat aan hoogte. Eenmaal het hoogste punt aangetroffen, vonden we links van het pad een picknickplaats net voor de N978. Het was ondertussen 12:30 uur geworden, tijd voor een hapje en een drankje. Na deze verdiende rustpauze, begaven we ons even op het verkeerde pad naar links, om vrij snel te bemerken dat iets niet strookte met de aangegeven route. Dus rechtsomkeer en dan volgens de beschrijving de N978 over, om aan de overzijde een smalle wandelweg te betreden. Nog wat verder aan hoogte winnend staken we via een brugje opnieuw de voormalige spoorbedding over om nog even te genieten van de passage doorheen een stukje bos. Voorbij het bos ging onze tocht verder tussen weilanden, nog wat klimmend, om tenslotte het centrum van Senzeilles in zicht te krijgen. In dalende lijn kwamen we terug aan op de Place Verte. Een zitbankje op het plein liet toe omstreeks 13:30 uur nog even een rustpauze in te lassen.

Terug in Senzeilles waren we nu klaar om een tweede wandellus aan te vangen. Vooreerst stapten we een tijdje doorheen het dorp, eerst linksaf verder via de Rue du Trieu du Loup, gevolgd door de Rue Basse. De eerste straat rechts leidde terug naar de Rue de l’Eglise, om er linksaf te gaan naar de kerk en het pleintje ervoor gelegen. Ditmaal verlieten we de Eglise Saint-Martin in een andere richting, langs de Rue Houpière, ditmaal geleid door groene kruisjes. Deze brede asfaltweg liet ons wat verder aankomen ter hoogte van een rotonde met in het midden een rotsblok. Daar verlieten we de Rue Houpière en kozen de tweede straat links, de Chemin Montaval, vrijwel dadelijk stevig dalend. Achterom kregen we zicht op het hoger gelegen kerkhof, om wat lager het asfalt te ruilen voor een stenig pad. We staken een zijbeekje over van de Ruisseau de Senzeilles, om dan ter hoogte van een dwarsweg, nog verder af te dalen naar rechts. Blijkbaar was ook hier het baken ‘Les Cloyes’ verdwenen. Op het laagste punt gekomen ging het over de echte Ruisseau de Senzeilles en dat betekende het einde van het dalen. Voor ons openbaarde zicht een beklimming die zich later duidelijk liet voelen. Een keienpad liet ons langzaam maar zeker aan hoogte winnen, richting rand van het Bois du Mont. Aan de rand van het bos ging het via de linkerweg verder, om nog steeds de steile klim af te werken, tot we tot groot genoegen van maatje, een dwars gelegen bosweg aantroffen, voorzien van een picknickbank tussen de bomen. Het baken ‘La Butte 285,5 m’ liet ons weten hoe hoog we waren geklommen. Tijd voor een hapje, intussen 14:30 uur voorbij.

Het gezegde indachtig ‘What goes up, must go down’, waren we vanaf hier verzekerd van een langere periode wandelen zonder beklimmingen. Nog steeds de groene kruisjes in het oog houdend, ging het op de kruising linksaf en konden we via een brede wandelweg doorheen het bos langzaam beginnen dalen. Toen we het bos verlieten daalden we nog even verder tot we de openbare weg bereikten, de Rue de Daussois. We sloegen linksaf en begonnen via deze kronkelende weg aan een steile afdaling richting lager gelegen Soumoy. Bij het binnenkomen van Soumoy ging het aan het eerste kruispunt rechtsaf, tussen een monument voor een oorlogsslachtoffer en een speeltuin, om dadelijk daarna links de Rue Nicodème te kiezen. Tussen enkele bouwvallige huizen ging het naar de Rue de Daussois, om er aan de overzijde de Ruisseau de Soumoy te overschrijden. Via de Rue de Daussois kwamen we aan de Eglise Saint-André en het kasteel van Soumoy, waar we omheen gingen via een tweetal haakse bochten. Tegenover het tweede hek van het ommuurd kasteelpark draaiden we rechts een landwegje is. Vrij vlug ging dit over in een smal paadje doorheen een stukje bos, om tenslotte het einde van het paadje te bereiken net voor de vangrails van de N978a, de Rue Malcampé, aan het meer van Falemprise. We stapten een eindje naar rechts, tot we de weg konden kruisen via een oversteekplaats. Daar bevond zich een picknickplaats, waar we omstreeks 16:00 uur nog even konden overgaan tot het nuttigen van een broodje en tevens wat konden pauzeren.

Na deze onderbreking dienden we voortaan oog te hebben voor blauwe driehoekjes. Over zowat 3 km zouden we nu een wandel- en fietspad volgen langs de oever van het meer. We gingen dus linksaf en maakten een ruime bocht naar rechts omheen het uiteinde van de waterplas. Nadien ging het zowat evenwijdig aan het rechts gesitueerde meer. Verderop boog de weg nagenoeg haaks linksaf en verliep dicht bij de oever, weliswaar goed beveiligd. Heel even gingen we aan de overzijde van de weg een monument bekijken ter ere van 11 gesneuvelde franse militairen tijdens de meidagen van 1940. Aan het einde gekomen van het meer, ging de Rue Malcampé over in de Rue du Moulin en wandelden we Cerfontaine in. In de bocht ging het vrijwel dadelijk linksaf in een naamloos straatje, aangegeven via liggende gele ruitjes. Vooreerst matig bergop, ging het nadien steil de hoogte in doorheen een stukje bos en via een smal paadje dat eerder het uitzicht had van een greppel. Met moeite deze hindernis overwonnen kwamen we terecht in de dwars gelegen Rue du Bailly, welke we rechts insloegen. Ter hoogte van een Y-splisting kozen we links de Rue de la Trinité, net aan een bushalte. We hielden er dan ook even voor het laatst halt voor een korte wandelpauze, alvorens de steil dalende Rue de la Trinité te volgen. Beneden kwamen we uit op de Rue de Senzeilles, net voor het kerkhof van Cerfontaine.

We stapten rechtsaf tot voorbij de kerkhofmuur om dan links, langs deze muur de Rue des Vaux in te gaan. Net voorbij het kerkhof ging het andermaal linksaf op een veldweg, waar we de rood-witte tekens vonden van de GR125 bis. De veldweg veranderde in een karrespoor en daar ging het GR-pad rechtsaf. We bleven rechtdoor stappen om er een kleine ruïne aan te treffen van de vroegere Chapelle de la Croix Gillot. Inmiddels kregen we zicht op de kerktoren van Senzeilles. Via een draaihekje zetten we ons wandeling verder over een hooiweide, om door middel van een tweede draaihekje een volgende weide op te gaan. Aan het andere einde van de weide vonden we een karrespoor en dat leidde naar de lager gelegen Rue de Senzeilles. We betraden de weg naar rechts en begonnen aan de laatste klim richting centrum van Senzeilles. We passeerden nog het pand waar zich de astronomische klok van Senzeilles bevindt, in de Rue de l’Horloge. Nog even ging het rechtsaf in de Rue du Château om er voorbij het kasteel van Senzeilles te gaan, richting kerk. We eindigden dan ook deze vrij vermoeiende tocht omstreeks 18:45 uur na 24,735 km wandelen, goed voor 32125 stappen. Even later volgde nog een lang rit huiswaarts.”

vrijdag 1 mei 2020

194: Neuville, Zaterdag 25 september 2010, 21,1 km. (3910,898 km.)



Een tocht, welke in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 25/9/2010 – 5600 Neuville (Philippeville/Namur), Marche des Eoliennes, 4-6-12-21 km. 1000 Pattes Philippeville. Départ: Salle Les Amis de la Gaieté. Parcours campagnards et vallonnés.’ Na afloop van deze tocht, werd nog dezelfde avond een verhaal geschreven inzake de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 19:58 uur.

“Vandaag vertoefden we in de provincie Namen, meer bepaald te Neuville (Philippeville). Aldaar vond immers de Marche des Eoliennes plaats, ingericht door de wandelclub 1000 Pattes uit Philippeville. De plaats van vertrek was gesitueerd in de Salle Les Amis de la Gaieté te Neuville zelf, in de onmiddellijke nabijheid van de dorpskerk trouwens. Eoliennes staat trouwens voor windturbines, waarvan er een hele serie zijn geplaatst in de nabijheid van dit dorpje in Namen. We vonden met een beetje geluk een parkeerplaats juist tegenover het startzaaltje en konden er even later terecht voor een kopje verse koffie en een koffiekoek, alvorens wat later van start te gaan. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6, 12 of 21 km. We kozen voor de 21 km, wat inhield dat we doorheen een viertal dorpjes zouden trekken en in een wijde boog omheen de turbines. Onder een zonnige hemel konden we wat later op weg voor een tocht over heuveltjes en door dalen... Na een laatste blik op de ruime documentatie aangaande het parcours, verlieten we de startzaal in de richting van de kerk van Neuville.

We konden al onmiddellijk een beetje klimmen en zo waren we al heel vlug opgewarmd. Onze eerste rustpost onderweg zouden we aantreffen na ongeveer 4,6 km. Genietend van het zonnetje, op deze toch vrij koude ochtend, omwille van de strakke wind, verlieten we de dorpskom van Neuville. Amper aangekomen tussen de velden en weilanden, kregen we de eerste mooie vergezichten voor ogen. Een opeenvolging van heuveltjes, weilanden op de hellingen, die in elkaar passen als mozaïeken, hier en daar grazende koeien, een eenzaam paard... de rust en vooral de schoonheid van deze kleine Waalse dorpen, doet ons telkens opnieuw ervaren hoe zalig het daar is om te wandelen. Kort na het vertrek kregen we een tweetal splitsingen op het parcours, waarbij we afscheid namen van de wandelaars aan de 4 en 6 km. Vrij vlug na de start kregen we de Eoliennes, de windturbines dus, in zicht en dat zou niet meer veranderen tijdens de rest van de wandeling. Vanuit alle hoeken zouden we kunnen zien hoe deze enorm hoog geplaatste moderne wieken, onophoudelijk ronddraaien, gevoed door de strakke wind.

In deze stille omgeving kan je duidelijk horen hoe zij door de lucht snijden. We gebruikten een destijds aangelegd grindpad, om langsheen de turbines te wandelen. We kregen de gebruikelijke maïsvelden langzij, maar bovendien rundvee in alle mogelijke schakeringen: zwart-wit, bruin, beige, ... Ook zij leiden hun eigen leven in de nabijheid van deze reuzen die de omgeving domineren. In een bijna rechte lijn, volgden we veldwegen, grindpaden en af en toe een klein stukje asfaltweg, tot we in de verte de kerk zagen verschijnen van Senzeilles (Cerfontaine), alwaar we even later onze eerste controle zouden ondergaan. Aldaar konden we terecht in het clublokaal van de plaatselijke vereniging Balle pelote. Een variant op het bij ons gekende kaatsen. We namen er even de tijd voor een koude chocomelk, waarna we ons opnieuw op pad begaven voor het tweede gedeelte van de wandeling. Dit deel zou ons brengen tot in Soumoy, na 8,1 km.

We staken het grasveld in het centrum van dit dorpje over, in de richting van de dorpskerk. Even voordien scheidden zich de wegen van de 21 en de 12 km wandelaars. Ter hoogte van de kerk ging het scherp rechtsaf en zo verlieten we de bebouwde kom, om wat verder af te dalen via een grindweg. Ook nu alweer konden we genieten van vergezichten en zagen ver voor ons hoe het traject verder zou verlopen. Een veldweg kronkelde zich tussen de heuvels in de richting van een bosgebied verder weg. Toen we even achterom keken, zagen we stilaan de kerk van Senzeilles verdwijnen achter de donkere wolken die kwamen opzetten. What goes up, must go down en omgekeerd. Na een tijdje langzaam afdalen, ging de veldweg de hoogte in en dienden we af en toe stevig klimwerk te verrichten. Zo bereikten we wat verderop een eerste baken bezijden de weg: les Cloyes. We volgden de veldweg richting Soumoy, zoveel was ondertussen al duidelijk. Tevens bevonden we ons op het Circuit vélo en Condroz. Ter hoogte van dit baken sloegen we rechtsaf, in de richting van de bossen die we ondertussen in de verte konden bemerken.

Een grindpad deed ons vervolgens nog aan hoogte winnen, waarna we wat verderop een links gelegen bospad opgingen. Zo verdwenen we tussen de bomen op een glibberig en af en toe modderig pad. Hier konden we genieten van de diverse soorten zwammen en paddenstoelen welke zich tussen de andere bosplanten bevonden. Het paadje kronkelde zich verder doorheen het bos, waarbij af en toe de bodem werd verlicht door zonnestralen die tussen het gebladerte doorbraken. Menige waterplas diende te worden omzeild, maar toch lukte het om de voeten droog te houden. Toen we de andere kant van het bos hadden bereikt, kregen we opnieuw een bredere veldweg te verwerken, welke ons bracht tot het wat verderop gelegen Centre culturel van Soumoy. Terwijl we nog even konden genieten van tal van gekleurde bessen langs de weg, naderden we het kleine dorpje. Twee kleine monumentjes konden we even bekijken, alvorens in het Centre een koffiepauze te houden. We hadden ondertussen 8,1 km afgelegd en hadden het nog steeds droog kunnen houden.

Toen we korte tijd nadien Soumoy verlieten, volgden we vooreerst een zacht hellende asfaltweg. Even later verlieten we de openbare weg om een schuin rechts gelegen grindweg te volgen, die nog steeds aan hoogte won. Links, in het dal konden we een watergebied zien en wat verderop een stuwdam. Af en toe werd deze aan onze blikken onttrokken door een maïsveld dat zich links van ons bevond. We stegen nog hoger tot we uiteindelijk een duidelijker zicht hadden op deze dam in de verte. Toen we zowat het hoogte punt hadden bereikt, konden we aan de aard van het traject vaststellen dat we zowat op het verste punt van de wandeling waren gekomen. Plotseling kregen we een richtingsverandering van bijna 180°, wat inhield dat we de terugweg hadden aangevangen. We kregen nu een begroeide veldweg te verwerken, welke af en toe was overstroomd. Het was dus vaak heil zoeken in de graskant om verder te kunnen wandelen. Gelukkig was het ergste al vlug voorbij en konden we opnieuw rustig wandelen over droge veldwegen. Naarmate we langsheen een verder gelegen bosrand kwamen, werden we plots opgeschrikt door een jong dier welke uit het bos opdook.

Wie het meest schrok was niet meteen duidelijk, doch het dier zette het onmiddellijk op een lopen doorheen een bietenveld en keerde vlug terug naar de veiligheid van het bos. Met een beetje geluk konden we nog net een foto nemen. Uiteindelijk ging de veldweg over in een dreef, aangezien we opnieuw een stukje bos hadden bereikt. We troffen alweer een baken aan bezijden de weg, ditmaal La Butte, op een hoogte van 285,5 m. Ditmaal duurde onze passage door het bos niet zo lang en bereikten we aan de rand ervan een bijna eindeloze grindweg die we zagen opdoemen. Hier voelden we de strakke wind van links en in de verte kwamen de donkere wolken steeds dreigender over. Naarmate we het grindpad afwandelden, zagen we na een tijdje, rechts in de verte een kerktoren verschijnen, zoals later zou blijken de kerk van Villers-deux-Eglises. Toen we tenslotte het einde van het grindpad hadden bereikt, troffen we rechts een asfaltweg aan, die in dalende lijn verliep tot aan de dorpskerk van Villers...

Aldaar hadden we een controlepost op de binnenkoer van de plaatselijke school, waar we genoegen namen met een bankje onder een afdak. We waren 15 km ver en restte ons nog een laatste stukje wandelweg tot aan de aankomst. Amper vertrokken voor het laatste gedeelte van de wandeling, troffen we aan de andere kant van de kerk een teken aan met een speciale betekenis, het teken van de weg naar Santiago de Compostela. Ditmaal een keramiektegel bevestigd in het metselwerk van een woning. Vervolgens ging het verder via een licht hellende asfaltweg, waarbij we al heel gauw het dorp achter ons hadden gelaten. We zagen opnieuw enkele heuvels verschijnen en de landelijke weg die zich ertussen kronkelde. Dat onze wandeling stilaan naar een einde liep, was meer dan duidelijk toen we de gekende Eoliennes opnieuw zagen verschijnen. Heel even kregen we wat regendruppels te verwerken, zij het echter van korte duur. Langzaam maar zeker, ging de weg in dalende lijn richting Neuville.

Toen we wat later de kerk zagen verschijnen, ging het nog even via een klein ommetje naar een laatste controlepost op zowat 800 m van de eindstreep. Blijkbaar had men het nodig gevonden nog een rustpost in te richten ter hoogte van de firma Mathot & fils. Wij zagen er het nut niet van in en wandelden gewoon verder naar de aankomst. Het laatste gedeelte van de wandeling leidde ons doorheen het centrum van Neuville, waar we nog even konden genieten van de typische bouwstijl van deze streek. Toen we voor de tweede maal langs de kerk kwamen, zagen we dat de eindstreep was bereikt. Na de eindcontrole bemerkten we dat 502 wandelaars vandaag aan deze Marche des Eoliennes hadden deelgenomen. Wijzelf waren alvast tevreden over wat we hadden gezien...”

We eindigen stilaan dit wandelverslag met een blik in de respectieve wandelboekjes, vermits ook daarin enkele indrukken werden nagelaten.’K: Een pareltje onder de wandelingen. Veel niveauverschil. Zalig weer. J: Mooie tocht vanuit Neuville, via Senzeilles, Soumoy en Villers-deux-Eglises. Tocht langs les Eoliennes!’