Posts tonen met het label Lembeekbos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Lembeekbos. Alle posts tonen

maandag 10 juli 2023

549: Lembeek, Zondag 28 mei 2023, 16,415 km. (10.807,476 km.)


“Een wandeling met als titel: ‘In het spoor van de boommarter’. Een tocht van ongeveer 14 km in lusvorm, die op diverse plaatsen kan worden aangevangen. Wij kozen als startplaats Lembeek. Na de verplaatsing vooraf via Cambio konden we de wagen kwijt op het Claesplein, tegenover de plaatselijke Sint-Veronuskerk. Na het wisselen van schoeisel konden we omstreeks 10:40 van start gaan. We verlieten het Claesplein en begaven ons rechtsaf via het Stevens de Waelplein om er dadelijk de J.& C. Colruytstraat in te gaan. Op de hoek vonden we de eerste aanwijzing van de route, de afbeelding van een zwarte boommarter, voorzien van het woord in het groen. Op het einde van de straat, staken we de rotonde over en stonden aan de ingang van het kasteelpark van Lembeek. Vóór de ingang troffen we het standbeeld aan van de dorpsfiguur Maurice Decochez, een ontwerp van Gustaaf Colruyt. Vervolgens gingen we het park in en kozen een wandelweg naar rechts, welke ons in tegenwijzerzin doorheen het park leidde tussen het hoge gras. Zowat halfweg het park verlieten we dit naar rechts en kwamen uit op de Kazernestraat, die we rechts opgingen. Via een brugje gingen we vooreerst de Zenne over, om dan via de Malheidebrug het kanaal Brussel – Charleroi over te wandelen. Net over de brug daalden we links af naar het lager gelegen jaagpad langs het kanaal, de Ijzerwegstraat, om dan 180° te draaien en het jaagpad naar links te volgen tot onder de zonet overschreden brug. Daar ging het links het bos in, behorende tot het Malakoffdomein. Na een korte passage door het bos belandden we op een uitgestrekt grasveld dat we rechtdoor bewandelden.

Op die manier passeerden we de nagebouwde middeleeuwse wachttoren (1854), bekend als de Malakoff-toren. We konden natuurlijk de gelegenheid niet laten voorbijgaan, de toren even te beklimmen om de omgeving te bekijken. Voorbij de toren ging het in een wijde bocht naar links omheen het bosgebied, om dan via een smal pad naast de Mollebeek, stilaan het domein te verlaten via de Malheideweg, niet ver van de pas overgestoken Malheidebrug. Aan de overzijde ging het via een wegel naar de iets hoger gelegen Berendries, die we naar rechts, net voor een rij huizen opdraaiden. Tussen enkele achtertuintjes door, stapten we tot op het einde van de weg, om dan linksaf verder de Berendries in te gaan. Net in een bocht naar links, stapten we via een wandelpoortje rechts het eigenlijke Berendries in, een smal wandelpaadje doorheen een mooi natuurgebied. Min of meer halfweg het paadje, ging het schuin rechts over de Vijverbeek verder, waar we om de hoek een picknickbankje aantroffen, amper zichtbaar vanop afstand. We hielden er dan ook even halt omstreeks 11:45 uur voor het nuttigen van een broodje. Na deze wandel- en eetpauze leidde het pad ons verder langs de rand van een bosje, om nadien tussen velden verder te vorderen tot op een dwars gelegen veldweg. We kozen de richting linksaf en wonnen langzaam aan hoogte om op het einde van het ondertussen betegeld pad de openbare weg te bereiken, Veugeleer. Over korte afstand dienden we deze weg naar links te bewandelen, tot we net aan een klein kapelletje, rechts een vrij smal asfaltpaadje opgingen langs de rand van een weide.

Het smalle wegje mondde uit op een kruispunt van veldwegen, waar we ditmaal rechtsaf kozen, om een brede aardeweg op te gaan, welke ook lichtjes aan hoogte won. Tussen eindeloze akkers door vorderden we tot op het einde om daar de druk bereden weg, Maasdal te bereiken, net op de grens van de bebouwde kom van Essenbeek. We staken de weg over, om aan de overzijde via een bospad het Maasdalbos in te stappen. Een kronkelend bospad leidde naar de nabije Maasdalweg, een smal asfaltwegje dat we over korte afstand links volgden, om dan rechts opnieuw het Maasdalbos in te wandelen. Eenmaal doorheen enkele statige boswegen, mondde het pad uit op de smalle openbare weg, de Krekelenberg. Hier kozen we linksaf en zoals de naam van de straat liet vermoeden, konden we opnieuw klimmen. Af en toe vrij fors aan hoogte winnend, ging op het einde de weg over in een graspad dat even later aansluiting vond op de Kasteelbrakelsesteenweg, hier vooralsnog een smalle asfaltweg langs velden dat we naar rechts opgingen. We kruisten nadien de eveneens Kasteelbrakelsesteenweg, om aan de overzijde Voetweg F20 op te gaan, een smal grindwegje. Even later, na een schuine bocht naar links betraden we het Lembeekbos. Over eerder korte afstand geschiedde de doortocht door een gedeelte van dit bos, om op het einde op een T-splitsing links een asfaltwegje op te draaien, alweer genaamd Kasteelbrakelsesteenweg. Wat aan hoogte winnend via Voetweg F74, kwamen we terecht op de dwars gelegen Sint-Veroonsstraat.

We stapten de straat in naar links en stapten op de grens tussen het Vlaams en Waals Gewest. De straatnaam veranderde dan ook vrij vlug in de Rue Saint-Véron. Nog steeds klimmend mondde tenslotte de weg uit op de dwars gelegen, alweer Kasteelbrakelsesteenweg, die we ditmaal rechts insloegen. Op het einde, na een bocht naar links kruisten we de vrij druk bereden N28, de Nijvelsesteenweg, om aan de overzijde de Vlasmarktdreef te kiezen, welke toegang gaf tot het Hallerbos. Amper 100 m verder troffen we aan een slagboom een picknickbank aan, alwaar we omstreeks 13:45 uur even pauze hielden om er een broodje te nuttigen en even te genieten van wat rust. Na een korte wandelpauze gingen we nog enkele meters verder in de Vlasmarktdreef, om aan de parking links een smal bospad te kiezen dat ons het Hallerbos liet ingaan. Het was slechts een korte doortocht, vermits we na enkele honderden meter schuin links via een vlonderpaadje over de Steenputbeek, het bos alweer verlieten en ons begaven op een grasweg, Voetweg A77. Via een korte belimming kruisten we Houtveld en stapten aan de overzijde op een bredere grindweg, de Voetweg A79. Na een haakse bocht naar links, staken we nogmaals de N28, de Nijvelsesteenweg over en begaven ons nadien verder op de Voetweg A76. We wandelden voorbij een klein momument ter ere van Isidoor Devillé en mondden nadien uit op een dwars gelegen veldweg. We kozen de richting naar rechts, op de Voetweg A77 om aldus opnieuw aan te komen op de kruising van de veldwegen Kasteelbrakelsesteeweg met de Krekelenberg. Hier waren we vroeger op de dag reeds uit de tegengestelde richting gekomen. Ditmaal ging het verder via de Krekelenberg richting andermaal Nijvelsesteenweg.

Er volgde nu een gestage afdaling langsheen de druk bereden weg, waar we gelukkig links een breed fietspad konden benutten. Net alvorens het lager gelegen centrum van Essenbeek te bereiken, verlieten we de drukke N28 naar rechts via de Steenstraat, wat alweer klimmen betekende. Gekomen aan het huis nr. 37 kozen we een wegel links van de weg, welke leidde langs een bomenrij naar de erachter gelegen weg, Warande. We kruisten de straat om aan de overzijde het Warande Park te betreden. We konden nogmaals genieten van een prachtig stukje natuur, om er via een reeks vlonderpaden doorheen het Warande Park te stappen. Aan het uiteinde van het park kwamen we tenslotte uit in het centrum van Essenbeek op de gekasseide Kasteelstraat. We sloegen linksaf en hielden meteen even halt omstreeks 15:18 uur in café ’t Oud Kasteel, om er te genieten van een frisse cola, wat gelet op de hitte welkom was. Een korte wandelpauze later daalden we via de Kasteelstraat af, passeerden het beeldhouwwerk van ‘De Loper’ en eindigden nogmaals op de Nijvelsesteenweg. Over vrij korte afstand volgden we de weg naar rechts, tot we linksaf konden gaan in de doodlopende straat Broek. Waar de weg eindigde konden we verder gaan op een smal wegeltje tussen weiden en akkers. Via dit paadje kruisten we Veugeleer, om aan de overzijde een andere wegel op te gaan. Aan een kleine kapel ging het vervolgens rechtsaf, om het pad te volgen tot op het einde in de Driepikkel. Via de openbare weg, wandelden we verder links Driepikkel in, draaiden schuin links de Berendries op om aan de woning 114, rechts een pad te kiezen dat leidde naar het kanaal Brussel – Charleroi.

We kozen het jaagpad naar links en bereikten zo het punt waar we ’s ochtens reeds het kanaal waren overgegaan via de Malheidebrug. We volgden nu een stukje van de heenweg in omgekeerde richting, waarna we aan de overzijde van het kanaal de reeds gekende Kazernestraat volgden doorheen een gedeelte van het Kasteelpark van Lembeek. Zo naderden we uiteindelijk opnieuw de kerktoren van Lembeek en konden de wandeling eindigen omstreeks 16:30 uur na ongeveer 16,415 km. Restte nog een rit huiswaarts in een broeiend hete wagen.”

woensdag 23 september 2020

367: Halle, Zaterdag 16 april 2016, 25,896 km. (7434,593 km.)

“Vandaag waren we reeds toe aan onze vierde dagetappe op weg naar het verre Santiago de Compostela. De weg lijkt alsmaar langer te worden, maar toch is het vandaag gelukt om alweer iets meer dan twintig kilometer dichterbij te komen. Zoals de afgelopen weken het geval was, begon ook vandaag met een busrit richting Mechelen station, alwaar we omstreeks 09:04 uur de trein IC3330 namen tot in Halle. Dit betrof immers het eindpunt tijdens onze derde dagetappe. Zowat drie kwartier later bereikten we onze startplaats ter hoogte van het station van Halle. Een blik naar buiten leerde ons dat alle horecazaken in de buurt nog gesloten waren. Gelukkig konden we in het station terecht voor een kopje koffie bij Panos, gevolgd door een vrij duur bezoek aan het toilet. Even later, de klok wees toen ondertussen 10:05 uur aan, konden we beginnen aan onze tocht richting Nivelles. We verlieten bijgevolg het Stationsplein en stapten in de richting van de brug over het kanaal Charleroi-Brussel. Onze wandeling vandaag begon dan ook langsheen de Ijzerwegstraat, zijnde het jaagpad bezijden het kanaal. We volgden er vrijwel onmiddellijk het traject van de Herman Teirlinck Route (45 km) en de route Van Gogh (Eindhoven-Amsterdam-Paris).

Op het jaagpad kregen we een opschrift te zien ‘Het jaagpad is er voor iedereen!’, dus blijkbaar ook voor twee eenzame pelgrims, welke de dag begonnen met wind op kop en een schraal zonnetje. Het voelde eerder kil aan langsheen het kanaal. Goed op weg wandelden we langsheen de voormalige steengroeve van Rodenem en konden de ontelbare gele bloemen bekijken op de kanaaloever. Onderweg ging het vooreerst onder twee spoorwegbruggen door en vervolgens onder de autosnelweg E429. Omstreeks 10:40 uur bereikten we de voetgangersbrug over het kanaal in Lembeek en troffen er een picknickbank aan, enigszins beschut tegen de wind. We namen er dan ook de tijd om even een broodje te nuttigen, zodat we wat energie konden opdoen voor de komende uren. Bezijden de brug bevindt zich het Malakoff Domein, dat we echter niet zouden betreden. Na de maaltijd gingen we onder de brug door en verlieten naar links het jaagpad om de Malheideweg te volgen. Een smalle weg naast een watergebied, welke ons voor het eerst op de dag het gevoel gaf om te klimmen. De vrij steile weg mondde uit ter hoogte van de Berendries. Waar hebben we die naam nog gehoord? We volgden de Berendries verder bergop tot aan een kleine rotonde.

Aldaar kruisten we de Dokter Spitaelslaan, om vervolgens tussen de huizen de Blekerijstraat in te gaan. Straat is veel gezegd, vermits het hier ging om een smal pad tussen afsluitingen, hierbij nog steeds de Herman Teirlinck Route volgend. Het ging even steil naar beneden, om aldaar de Trompstraat te kruisen en vervolgens te beginnen aan een lange beklimming van een betegeld pad. Hier, tussen de uitgestrekte velden, ging voor het eerst het regenscherm open, vermits een regenbui ons zomaar te beurt viel. De wind nam enigszins toe en hoe hoger we het pad beklommen, des te heviger werd de neerslag. Het werd dan ook aanzienlijk donkerder beneden in de vallei achter ons. Min of meer goed nat, bereikten we op het hoogste punt enkele huizen. We vonden er dadelijk beschutting tegen een gevel en dienden er zowaar een half uur te wachten, alvorens de felle bui voorbij was. We konden er ondertussen een kruisbeeld bekijken alsook een gedenksteen, ter nagedachtenis aan de bemanning van een neergestorte bommenwerper op 22/03/1944. Eenmaal de regen achter de rug, konden we opnieuw op weg. We wandelden verder tot aan het kruispunt met de Kasteelbrakelsesteenweg. Even wandelden we rechtsaf om vervolgens links te gaan via Twaalfbundel.

Een volgende plensbui viel ons te beurt, dus werd het vlug even schuilen tegen de gevel van zowat het laatste huis in Twaalfbundel. Gelukkig eindigde ook dit gebeuren en konden we verder stappen. Het asfalt maakte plaats voor een grindweg met een stukje gras in het midden. We daalden vrij snel richting eerste bos van de dag. Eenmaal gekomen aan het einde van Twaalfbundel, bereikten we op een T-kruising de Mussenberg. Het ging haaks rechtsaf en zo stapten we op een modderige wegel naar het nabij gelegen Lembeekbos. Even nog een haakse afslag naar links en we bevonden ons ter hoogte van de ingang van het Lembeekbos, tevens de ingang van het domein Fondation V. Brien, volgens plaatselijke info, eigendom van de ULB en uiteraard ‘propriété privée’. We betraden vervolgens het bos via het rechts gelegen pad, de zogeheten Voetweg A35, zowat evenwijdig met de Mussenberg. We troffen er een bordje aan inzake de lokale Sint-Veroonmars. We werden er kleurrijk onthaald door ontelbare paarse boshyacinten. Een ware streling voor het oog. Gelukkig hadden we het regenscherm kunnen opbergen en konden we wat beter genieten van deze gekleurde omgeving. Alhoewel het pad af en toe een modderige indruk gaf, viel het nog best mee na de voorbije overvloedige neerslag.

We wandelden steeds rechtdoor en begonnen even later aan een lange beklimming, via een brede bosweg, om de andere kant van het Lembeekbos te bereiken. Af en toe naar adem snakkend, konden we toch voldoende genieten van de bloemen en vooral de geur van een nat geregend bos. Het was dan ook reeds 12:20 uur, toen we het uiteinde van het bos bereikten ter hoogte van de Sint-Veroonsstraat en volgens de wandelgids, café Les Meurisses, Chez Thur. Maar, Tuur was blijkbaar niet thuis, vermits we een gesloten café aantroffen. Dan maar een bloembak op de parking gebruikt als picknicktafel om een broodje gehakt te nuttigen en een dosis chocomelk. Dan maar terug op pad zonder te hebben geproefd van het zwarte goud. Via de parking van het café bereikten we via een draaihekje een smal pad naast een afsluiting. Aan Compostelastickers geen gebrek, de route is duidelijk voorzien daarvan. We kruisten de Sentier des Meurisses en wandelden op die manier het Bois du Bailli in. Er volgde een gevaarlijke en glibberige afdaling langsheen een deels uitgesleten pad, voorzien van stenen en rotspunten. Ook hier alweer de absolute stilte van een bos, waar vooral geen gebrek is aan rust. Lager gekomen bereikten we een brede berijdbare bosweg en daar gingen we linksaf.

Even later verlieten we het Bois du Bailli en bereikten de openbare weg, met name de Rue du Bailli. Een felle klim kondigde zich aan via deze smalle asfaltweg. Achterom zagen we de beboste heuvel welke we zojuist hadden verlaten en heel in de verte café ‘Chez Thur’. We wisten niet of die ondertussen al thuis zou zijn gekomen. De klim aanvangend wandelden we langsheen een waterloop van amper twintig centimeter breed, maar met de welluidende naam van ‘Rau de Derrière les Monts dit le Rau de la Bruyère Mathias’, een hele mond vol dus. Na de steile klim bereikten we een klein kruispunt, alwaar zich een St.-Rochuskapelletje bevond. Jammer genoeg konden we het beeldje amper waarnemen, omwille van het traliewerk. We wandelden op het kruispunt rechtsaf via de Rue St-Roch en daalden af via een steile asfaltweg naar het centrum van Braine-le-Château. Op het einde van de weg dienden we rechtsaf te gaan, doch we maakten een kort ommetje naar links, naar de Rue des Comtes de Robiano 31, alwaar er wordt voorzien in onderdak voor pelgrims. Even later werden we dan ook omstreeks 13:10 uur, hartelijk onthaald door Jeanne, welke ons boekje voorzag van een eigen ontworpen Compostelastempel. Na een uitgebreide babbel, konden we terug op weg, voorzien van een welgemeende ‘Ultreia’. (Vooruit! En verder! Rechtdoor!)

De reeds vermelde Rue des Comtes de Robiano, nu in de juiste richting volgend, passeerden we de links gesitueerde Vieux Moulin, een voormalige watermolen op ‘Le Hain’. Vervolgens het plaatselijke kasteel, om tenslotte de St.-Remigiuskerk te bereiken ter hoogte van de Place des Martyrs. We namen er even de tijd om in de kerk een mooi beeld van Sint-Rochus te bekijken, alsook het praalgraf van Maximiliaan van Hoorn. Na het kerkbezoek aanschouwden we nog even de schandpaal op het plein om vervolgens over te gaan tot het nuttigen van een verdiende koffie in Estaminet-Brasserie La Couronne tegenover de kerk op de Grand Place. Dat men ook daar de waarde van de euro kent, mocht blijken wanneer we de rekening verkregen. Na een sanitaire stop in het toilet, waarbij we onze regenbroek konden uittrekken, gingen we terug op pad. We konden het niet nalaten, enkele moddersporen na te laten in het toilet. Het was ondertussen 13:30 uur en we hadden nog een lange weg te gaan. Naast het café volgden we de stijgende Rue Auguste Latour, om vervolgens via een brug een voormalige spoorlijn over te steken. Het ging dan onmiddellijk rechtsaf via Les Colir.

We stapten een tijdje doorheen een woonzone om wat verderop de openbare weg te verlaten via een smal pad tussen de woningen. Op die manier bereikten we de Rue Bel-Air, wandelden rechtsaf en vervolgens aan het volgende kruispunt linksaf via de Rue Notre Dame au Bois. We stapten verder tot aan het lokale kerkhof, om aldaar de openbare weg opnieuw te verlaten, via een rechts gelegen bospad, richting Chapelle Notre Dame. Na een blik op de bewuste kapel, uiteraard gesloten, volgden we verder rechtdoor tot we de Sentier Buselotte bereikten. Dit pad verder volgend doorheen het bos, bereikten we even later een afslag ter hoogte van een bordje ‘2 Sentier Buselotte 4’. Hier dienden we een keuze te maken, ofwel de bosweg verder rechtdoor volgend, ofwel een alternatief pad (GR-route) naar rechts. We opteerden voor de tweede mogelijkheid en dat bleek nadien de mooiste keuze te zijn geweest. Een smal paadje, aan weerszijden voorzien van paarse hyacinten, een modderige passage via enkele boomtakken en vervolgens rechtsaf via een met mos begroeide houten trap, het was een welkome afwisseling.

We bereikten terug de Sentier Buselotte, de brede bosweg dus en vorderden fel klimmend verder tot aan een kruispunt van zes wegen. Aldaar nodigde een zitbank uit tot het nuttigen van een laatste broodje onderweg. De klok tikte onverbiddelijk verder, het was ondertussen 14:30 uur geworden. Na de maaltijd ging het op dit kruispunt linksaf via de Allée des Mélèzes tot aan de drukke weg Braine-le-Château – Ittre. We kruisten deze Rue Auguste Latour, en wandelden langsheen een afsluiting verder tot aan een bredere bosweg, opnieuw de Allée des Mélèzes. Rechtsaf verder wandelend, verlieten we het bos en betraden een veldweg. Deze golvende weg werd vervolgens de Rue d’Hurbize, die we bewandelden tot aan een bordje met de aanduiding ‘Sentier Piotte’. Een Compostelasticker en de rood-witte aanduidingen van een GR-pad, deden ons de openbare weg verlaten naar rechts via een steile afdaling. We volgden de rand van een akker, verder afdalend, tot we beneden via een draaihekje een weide betraden. Het heuvelachtig karakter en de talrijke hagen deden enigszins denken aan de streek van Normandië. Eenmaal de weide betreden, volgden we de GR-aanduidingen naar rechts via een amper zichtbare wegel langsheen de afsluiting.

We trokken doorheen deze vallei, af en toe de modder trachten te vermijden, om via een tweede poortje een andere weide op te stappen. Ditmaal verliep de route langsheen de rand van een bos rechts. De weide leek eindeloos te zijn, slechts één enkele betonnen paal in het midden gaf een aanduiding inzake de te volgen richting. Een laatste draaihekje liet ons de weide verlaten en via een klein stukje bos, ging het langs een smal pad, steil bergaf naar de openbare weg, de Rue du Centenaire. We bevonden ons meteen in het centrum van Ittre. Hier ging het naar rechts tot aan de St. Remigiuskerk. Ook hier mocht een kerkbezoek niet ontbreken, om nog maar eens een mooi beeld aan te treffen van Sint Rochus. Na het kerkbezoek planden we een halte ter hoogte van Estaminet A la Couronne, tegenover de kerk, doch we werden er verwittigd dat de ‘service’ ten einde was. Blijkbaar, omwille van het plaatselijke schoolfeest, was de bevolking verzameld op het centrale plein in een aantal tenten, met als gevolg dat het café de deuren sloot. Het was iets voorbij de klok van half vier, dus maar verder op pad zonder pauze en koffie. We volgden vanaf de Grand Place de links van de kerk gelegen Rue des Digues en kruisten opnieuw de Rue du Centenaire. Aan de overzijde ging het rechtsaf in de Rue de Baudemont, een straat welke we niet vlug zullen vergeten, al was het maar enkel en alleen omwille van de lengte ervan.

De Rue waarvan sprake, kronkelde en leidde ons over heuvels, doorheen valleien, liet ons genieten van de mooie kapelletjes onderweg, van de uitgestrektheid van de akkers en weilanden. Af en toe in de verte dreigende wolken, doch voorlopig zonder veel erg. De Rue de Baudemont een hele tijd volgend, bereikten we een kruispunt ter hoogte van de Rue d’Eve. Hier hielden we rechtdoor aan en lieten de Rue de Baudemont even voor wat ze was, rechts liggen. Uiteindelijk zouden beide straten later terug samenkomen, ter hoogte van een oude dorpspomp. De Rue d’Eve werd gevolgd door de Rue des Primevères en zo werd het alweer flink klimmen naar de eerder vermelde Rue de Baudemont. Ter hoogte van de pomp ging het dan ook linksaf en volgden we opnieuw de eindeloos lange weg. Terug geleidelijk klimmen en dalen dus. Ondertussen zagen we rechts van ons de eerste donkere wolken verschijnen en dat voorspelde weinig goed. We hielden dan ook even halt om de regenkledij opnieuw aan te trekken en het regenscherm bij de hand te houden. Dat bleek enkele minuten later niet te vroeg te zijn geweest. Immers, toen we ter hoogte kwamen van een golfterrein, gingen de hemelsluizen pas echt goed open. Een hevige stortbui, gepaard gaande met hagel, overviel ons letterlijk. Meteen zagen we ontelbare golf caddies de weg kruisen richting parking naast het golfterrein.

In de striemende regen ging het verder langsheen de, ondertussen geheten Chemin de Baudemont, dalend richting brug over de autosnelweg A7. Eenmaal onder de snelweg door, volgde alweer een forse klim om uit het dal weg te komen. Hogerop kregen we zowaar opnieuw de zon te zien en dat gaf meteen wat kleur aan de bermen en de bomen in bloei. Uiteindelijk bereikten we stilaan Nivelles. Gekomen aan het einde van de Chemin de Baudemont, kruisten we de drukke Rue Henri Pauwels en volgden rechtdoor via een hobbelige kasseiweg de Rue du Mont Saint-Roch, inderdaad bergop dus. Een bocht verder werd het asfalt onder de voeten en konden we nog even pauzeren op een bankje ter hoogte van een klein buurtparkje links van de bocht. Het was ondertussen stilaan 17:45 uur geworden. De natte kledij werd opgeborgen en de laatste koekjes werden verwerkt. We wandelden even later via de Rue du Mont Saint-Roch, licht dalend verder naar het oude stadscentrum van Nivelles. We kregen dan ook een eerste blik op de lokale Sint Gertrudiskerk en dit ter hoogte van een uitkijkpunt aan het begin van de Faubourg Sainte-Anne. Via de Rue Sainte-Anne, bereikten we tenslotte de Grand Place in Nivelles, eindpunt van onze vierde etappe en tevens het einde van de tot nu toe gevolgde Via Brabantica.

Omstreeks 18:10 uur namen we dan ook even een verdiende zitpauze op het deels beregend terras van Christensen, op de Grand Place. De koffie smaakte naar behoren, alhoewel wellicht in de prijs het regenwater was inbegrepen. Daar we slechts een trein hadden om achtentwintig minuten na elk uur, bezochten we als afsluiting nog even de Sint-Gertrudiskerk. We konden er een mooi houten beeld bekijken van Jacobus, van de hand van Laurent Delvaux, maar tevens een kleinere versie op één van de pilaren van het kerkgebouw. Een toevallig aanwezige inwoner van de stad leidde ons rond in de kerk en gaf zelfs in zijn beste Nederlands tekst en uitleg bij de talrijke bezienswaardigheden. Tot slot vergezelde de man ons tot aan het huis van de deken, alwaar we een laatste stempel van de dag verkregen in ons stempelboekje. Alsof het nog niet genoeg was, wandelde de man een eindje met ons mee op de terugweg naar het station van Nivelles. We ondergingen dan ook een laatste lange beklimming doorheen de Rue de Namur, op weg naar het station. Aldaar hadden we omstreeks 19:28 uur een trein, welke ons bracht tot in Mechelen, een rit van een klein uurtje met andere woorden.

Het was dan ook reeds vrij laat, toen we omstreeks 20:45 uur onze rugzak konden opbergen ten huize. Het einde van een lange dag stappen over heuvels, goed voor 34529 stappen, 25,896 km, 1249,8 cal in een tijd van 6.27.04 uur. Na een wellicht verdiende nachtrust wacht alvast de dag nadien een flinke poetsbeurt van de wandeluitrusting. Een volgende etappe zal ons van start laten gaan in Nivelles en dan beginnen we met het bewandelen van een gedeelte van de Via Gallia Belgica.”