“Vandaag waren we reeds toe aan onze vierde
dagetappe op weg naar het verre Santiago de Compostela. De weg lijkt alsmaar
langer te worden, maar toch is het vandaag gelukt om alweer iets meer dan
twintig kilometer dichterbij te komen. Zoals de afgelopen weken het geval was,
begon ook vandaag met een busrit richting Mechelen station, alwaar we omstreeks
09:04 uur de trein IC3330 namen tot in Halle. Dit betrof immers het eindpunt
tijdens onze derde dagetappe. Zowat drie kwartier later bereikten we onze
startplaats ter hoogte van het station van Halle. Een blik naar buiten leerde
ons dat alle horecazaken in de buurt nog gesloten waren. Gelukkig konden we in
het station terecht voor een kopje koffie bij Panos, gevolgd door een vrij duur
bezoek aan het toilet. Even later, de klok wees toen ondertussen 10:05 uur aan,
konden we beginnen aan onze tocht richting Nivelles. We verlieten bijgevolg het
Stationsplein en stapten in de richting van de brug over het kanaal
Charleroi-Brussel. Onze wandeling vandaag begon dan ook langsheen de
Ijzerwegstraat, zijnde het jaagpad bezijden het kanaal. We volgden er vrijwel
onmiddellijk het traject van de Herman Teirlinck Route (45 km) en de route Van
Gogh (Eindhoven-Amsterdam-Paris).
Op het jaagpad kregen we een opschrift te zien
‘Het jaagpad is er voor iedereen!’, dus blijkbaar ook voor twee eenzame
pelgrims, welke de dag begonnen met wind op kop en een schraal zonnetje. Het
voelde eerder kil aan langsheen het kanaal. Goed op weg wandelden we langsheen
de voormalige steengroeve van Rodenem en konden de ontelbare gele bloemen
bekijken op de kanaaloever. Onderweg ging het vooreerst onder twee
spoorwegbruggen door en vervolgens onder de autosnelweg E429. Omstreeks 10:40
uur bereikten we de voetgangersbrug over het kanaal in Lembeek en troffen er
een picknickbank aan, enigszins beschut tegen de wind. We namen er dan ook de
tijd om even een broodje te nuttigen, zodat we wat energie konden opdoen voor
de komende uren. Bezijden de brug bevindt zich het Malakoff Domein, dat we
echter niet zouden betreden. Na de maaltijd gingen we onder de brug door en
verlieten naar links het jaagpad om de Malheideweg te volgen. Een smalle weg
naast een watergebied, welke ons voor het eerst op de dag het gevoel gaf om te klimmen.
De vrij steile weg mondde uit ter hoogte van de Berendries. Waar hebben we die
naam nog gehoord? We volgden de Berendries verder bergop tot aan een kleine
rotonde.
Aldaar kruisten we de Dokter Spitaelslaan, om
vervolgens tussen de huizen de Blekerijstraat in te gaan. Straat is veel
gezegd, vermits het hier ging om een smal pad tussen afsluitingen, hierbij nog
steeds de Herman Teirlinck Route volgend. Het ging even steil naar beneden, om
aldaar de Trompstraat te kruisen en vervolgens te beginnen aan een lange
beklimming van een betegeld pad. Hier, tussen de uitgestrekte velden, ging voor
het eerst het regenscherm open, vermits een regenbui ons zomaar te beurt viel.
De wind nam enigszins toe en hoe hoger we het pad beklommen, des te heviger
werd de neerslag. Het werd dan ook aanzienlijk donkerder beneden in de vallei
achter ons. Min of meer goed nat, bereikten we op het hoogste punt enkele
huizen. We vonden er dadelijk beschutting tegen een gevel en dienden er zowaar
een half uur te wachten, alvorens de felle bui voorbij was. We konden er
ondertussen een kruisbeeld bekijken alsook een gedenksteen, ter nagedachtenis
aan de bemanning van een neergestorte bommenwerper op 22/03/1944. Eenmaal de
regen achter de rug, konden we opnieuw op weg. We wandelden verder tot aan het
kruispunt met de Kasteelbrakelsesteenweg. Even wandelden we rechtsaf om
vervolgens links te gaan via Twaalfbundel.
Een volgende plensbui viel ons te beurt, dus
werd het vlug even schuilen tegen de gevel van zowat het laatste huis in Twaalfbundel.
Gelukkig eindigde ook dit gebeuren en konden we verder stappen. Het asfalt
maakte plaats voor een grindweg met een stukje gras in het midden. We daalden
vrij snel richting eerste bos van de dag. Eenmaal gekomen aan het einde van
Twaalfbundel, bereikten we op een T-kruising de Mussenberg. Het ging haaks
rechtsaf en zo stapten we op een modderige wegel naar het nabij gelegen
Lembeekbos. Even nog een haakse afslag naar links en we bevonden ons ter hoogte
van de ingang van het Lembeekbos, tevens de ingang van het domein Fondation V.
Brien, volgens plaatselijke info, eigendom van de ULB en uiteraard ‘propriété
privée’. We betraden vervolgens het bos via het rechts gelegen pad, de
zogeheten Voetweg A35, zowat evenwijdig met de Mussenberg. We troffen er een
bordje aan inzake de lokale Sint-Veroonmars. We werden er kleurrijk onthaald
door ontelbare paarse boshyacinten. Een ware streling voor het oog. Gelukkig
hadden we het regenscherm kunnen opbergen en konden we wat beter genieten van
deze gekleurde omgeving. Alhoewel het pad af en toe een modderige indruk gaf,
viel het nog best mee na de voorbije overvloedige neerslag.
We wandelden steeds rechtdoor en begonnen even
later aan een lange beklimming, via een brede bosweg, om de andere kant van het
Lembeekbos te bereiken. Af en toe naar adem snakkend, konden we toch voldoende
genieten van de bloemen en vooral de geur van een nat geregend bos. Het was dan
ook reeds 12:20 uur, toen we het uiteinde van het bos bereikten ter hoogte van
de Sint-Veroonsstraat en volgens de wandelgids, café Les Meurisses, Chez Thur.
Maar, Tuur was blijkbaar niet thuis, vermits we een gesloten café aantroffen.
Dan maar een bloembak op de parking gebruikt als picknicktafel om een broodje
gehakt te nuttigen en een dosis chocomelk. Dan maar terug op pad zonder te
hebben geproefd van het zwarte goud. Via de parking van het café bereikten we
via een draaihekje een smal pad naast een afsluiting. Aan Compostelastickers
geen gebrek, de route is duidelijk voorzien daarvan. We kruisten de Sentier des
Meurisses en wandelden op die manier het Bois du Bailli in. Er volgde een
gevaarlijke en glibberige afdaling langsheen een deels uitgesleten pad,
voorzien van stenen en rotspunten. Ook hier alweer de absolute stilte van een
bos, waar vooral geen gebrek is aan rust. Lager gekomen bereikten we een brede
berijdbare bosweg en daar gingen we linksaf.
Even later verlieten we het Bois du Bailli en
bereikten de openbare weg, met name de Rue du Bailli. Een felle klim kondigde
zich aan via deze smalle asfaltweg. Achterom zagen we de beboste heuvel welke
we zojuist hadden verlaten en heel in de verte café ‘Chez Thur’. We wisten niet
of die ondertussen al thuis zou zijn gekomen. De klim aanvangend wandelden we
langsheen een waterloop van amper twintig centimeter breed, maar met de
welluidende naam van ‘Rau de Derrière les Monts dit le Rau de
la Bruyère Mathias’, een hele mond vol dus. Na de steile klim bereikten we een
klein kruispunt, alwaar zich een St.-Rochuskapelletje bevond. Jammer genoeg
konden we het beeldje amper waarnemen, omwille van het traliewerk. We wandelden
op het kruispunt rechtsaf via de Rue St-Roch en daalden af via een steile
asfaltweg naar het centrum van Braine-le-Château. Op het einde van de weg
dienden we rechtsaf te gaan, doch we maakten een kort ommetje naar links, naar
de Rue des Comtes de Robiano 31, alwaar er wordt voorzien in onderdak voor
pelgrims. Even later werden we dan ook omstreeks 13:10 uur, hartelijk onthaald
door Jeanne, welke ons boekje voorzag van een eigen ontworpen Compostelastempel.
Na een uitgebreide babbel, konden we terug op weg, voorzien van een welgemeende
‘Ultreia’. (Vooruit! En verder! Rechtdoor!)
De reeds vermelde Rue des Comtes de Robiano, nu
in de juiste richting volgend, passeerden we de links gesitueerde Vieux Moulin,
een voormalige watermolen op ‘Le Hain’. Vervolgens het plaatselijke kasteel, om
tenslotte de St.-Remigiuskerk te bereiken ter hoogte van de Place des Martyrs.
We namen er even de tijd om in de kerk een mooi beeld van Sint-Rochus te
bekijken, alsook het praalgraf van Maximiliaan van Hoorn. Na het kerkbezoek
aanschouwden we nog even de schandpaal op het plein om vervolgens over te gaan
tot het nuttigen van een verdiende koffie in Estaminet-Brasserie La Couronne
tegenover de kerk op de Grand Place. Dat men ook daar de waarde van de euro
kent, mocht blijken wanneer we de rekening verkregen. Na een sanitaire stop in
het toilet, waarbij we onze regenbroek konden uittrekken, gingen we terug op
pad. We konden het niet nalaten, enkele moddersporen na te laten in het toilet.
Het was ondertussen 13:30 uur en we hadden nog een lange weg te gaan. Naast het
café volgden we de stijgende Rue Auguste Latour, om vervolgens via een brug een
voormalige spoorlijn over te steken. Het ging dan onmiddellijk rechtsaf via Les
Colir.
We stapten een tijdje doorheen een woonzone om
wat verderop de openbare weg te verlaten via een smal pad tussen de woningen.
Op die manier bereikten we de Rue Bel-Air, wandelden rechtsaf en vervolgens aan
het volgende kruispunt linksaf via de Rue Notre Dame au Bois. We stapten verder
tot aan het lokale kerkhof, om aldaar de openbare weg opnieuw te verlaten, via
een rechts gelegen bospad, richting Chapelle Notre Dame. Na een blik op de
bewuste kapel, uiteraard gesloten, volgden we verder rechtdoor tot we de
Sentier Buselotte bereikten. Dit pad verder volgend doorheen het bos, bereikten
we even later een afslag ter hoogte van een bordje ‘2 Sentier Buselotte 4’.
Hier dienden we een keuze te maken, ofwel de bosweg verder rechtdoor volgend,
ofwel een alternatief pad (GR-route) naar rechts. We opteerden voor de tweede
mogelijkheid en dat bleek nadien de mooiste keuze te zijn geweest. Een smal
paadje, aan weerszijden voorzien van paarse hyacinten, een modderige passage
via enkele boomtakken en vervolgens rechtsaf via een met mos begroeide houten
trap, het was een welkome afwisseling.
We bereikten terug de Sentier Buselotte, de
brede bosweg dus en vorderden fel klimmend verder tot aan een kruispunt van zes
wegen. Aldaar nodigde een zitbank uit tot het nuttigen van een laatste broodje
onderweg. De klok tikte onverbiddelijk verder, het was ondertussen 14:30 uur
geworden. Na de maaltijd ging het op dit kruispunt linksaf via de Allée des
Mélèzes tot aan de drukke weg Braine-le-Château – Ittre. We kruisten deze Rue Auguste
Latour, en wandelden langsheen een afsluiting verder tot aan een bredere
bosweg, opnieuw de Allée des Mélèzes. Rechtsaf verder wandelend, verlieten we
het bos en betraden een veldweg. Deze golvende weg werd vervolgens de Rue
d’Hurbize, die we bewandelden tot aan een bordje met de aanduiding ‘Sentier
Piotte’. Een Compostelasticker en de rood-witte aanduidingen van een GR-pad,
deden ons de openbare weg verlaten naar rechts via een steile afdaling. We
volgden de rand van een akker, verder afdalend, tot we beneden via een
draaihekje een weide betraden. Het heuvelachtig karakter en de talrijke hagen
deden enigszins denken aan de streek van Normandië. Eenmaal de weide betreden,
volgden we de GR-aanduidingen naar rechts via een amper zichtbare wegel langsheen
de afsluiting.
We trokken doorheen deze vallei, af en toe de
modder trachten te vermijden, om via een tweede poortje een andere weide op te
stappen. Ditmaal verliep de route langsheen de rand van een bos rechts. De
weide leek eindeloos te zijn, slechts één enkele betonnen paal in het midden
gaf een aanduiding inzake de te volgen richting. Een laatste draaihekje liet
ons de weide verlaten en via een klein stukje bos, ging het langs een smal pad,
steil bergaf naar de openbare weg, de Rue du Centenaire. We bevonden ons meteen
in het centrum van Ittre. Hier ging het naar rechts tot aan de St.
Remigiuskerk. Ook hier mocht een kerkbezoek niet ontbreken, om nog maar eens
een mooi beeld aan te treffen van Sint Rochus. Na het kerkbezoek planden we een
halte ter hoogte van Estaminet A la Couronne, tegenover de kerk, doch we werden
er verwittigd dat de ‘service’ ten einde was. Blijkbaar, omwille van het
plaatselijke schoolfeest, was de bevolking verzameld op het centrale plein in
een aantal tenten, met als gevolg dat het café de deuren sloot. Het was iets
voorbij de klok van half vier, dus maar verder op pad zonder pauze en koffie.
We volgden vanaf de Grand Place de links van de kerk gelegen Rue des Digues en
kruisten opnieuw de Rue du Centenaire. Aan de overzijde ging het rechtsaf in de
Rue de Baudemont, een straat welke we niet vlug zullen vergeten, al was het
maar enkel en alleen omwille van de lengte ervan.
De Rue waarvan sprake, kronkelde en leidde ons
over heuvels, doorheen valleien, liet ons genieten van de mooie kapelletjes
onderweg, van de uitgestrektheid van de akkers en weilanden. Af en toe in de
verte dreigende wolken, doch voorlopig zonder veel erg. De Rue de Baudemont een
hele tijd volgend, bereikten we een kruispunt ter hoogte van de Rue d’Eve. Hier
hielden we rechtdoor aan en lieten de Rue de Baudemont even voor wat ze was,
rechts liggen. Uiteindelijk zouden beide straten later terug samenkomen, ter
hoogte van een oude dorpspomp. De Rue d’Eve werd gevolgd door de Rue des
Primevères en zo werd het alweer flink klimmen naar de eerder vermelde Rue de
Baudemont. Ter hoogte van de pomp ging het dan ook linksaf en volgden we
opnieuw de eindeloos lange weg. Terug geleidelijk klimmen en dalen dus.
Ondertussen zagen we rechts van ons de eerste donkere wolken verschijnen en dat
voorspelde weinig goed. We hielden dan ook even halt om de regenkledij opnieuw
aan te trekken en het regenscherm bij de hand te houden. Dat bleek enkele
minuten later niet te vroeg te zijn geweest. Immers, toen we ter hoogte kwamen
van een golfterrein, gingen de hemelsluizen pas echt goed open. Een hevige
stortbui, gepaard gaande met hagel, overviel ons letterlijk. Meteen zagen we
ontelbare golf caddies de weg kruisen richting parking naast het golfterrein.
In de striemende regen ging het verder
langsheen de, ondertussen geheten Chemin de Baudemont, dalend richting brug
over de autosnelweg A7. Eenmaal onder de snelweg door, volgde alweer een forse
klim om uit het dal weg te komen. Hogerop kregen we zowaar opnieuw de zon te
zien en dat gaf meteen wat kleur aan de bermen en de bomen in bloei.
Uiteindelijk bereikten we stilaan Nivelles. Gekomen aan het einde van de Chemin
de Baudemont, kruisten we de drukke Rue Henri Pauwels en volgden rechtdoor via
een hobbelige kasseiweg de Rue du Mont Saint-Roch, inderdaad bergop dus. Een
bocht verder werd het asfalt onder de voeten en konden we nog even pauzeren op
een bankje ter hoogte van een klein buurtparkje links van de bocht. Het was
ondertussen stilaan 17:45 uur geworden. De natte kledij werd opgeborgen en de
laatste koekjes werden verwerkt. We wandelden even later via de Rue du Mont
Saint-Roch, licht dalend verder naar het oude stadscentrum van Nivelles. We
kregen dan ook een eerste blik op de lokale Sint Gertrudiskerk en dit ter
hoogte van een uitkijkpunt aan het begin van de Faubourg Sainte-Anne. Via de
Rue Sainte-Anne, bereikten we tenslotte de Grand Place in Nivelles, eindpunt
van onze vierde etappe en tevens het einde van de tot nu toe gevolgde Via
Brabantica.
Omstreeks 18:10 uur namen we dan ook even een
verdiende zitpauze op het deels beregend terras van Christensen, op de Grand
Place. De koffie smaakte naar behoren, alhoewel wellicht in de prijs het
regenwater was inbegrepen. Daar we slechts een trein hadden om achtentwintig
minuten na elk uur, bezochten we als afsluiting nog even de Sint-Gertrudiskerk.
We konden er een mooi houten beeld bekijken van Jacobus, van de hand van
Laurent Delvaux, maar tevens een kleinere versie op één van de pilaren van het
kerkgebouw. Een toevallig aanwezige inwoner van de stad leidde ons rond in de
kerk en gaf zelfs in zijn beste Nederlands tekst en uitleg bij de talrijke
bezienswaardigheden. Tot slot vergezelde de man ons tot aan het huis van de
deken, alwaar we een laatste stempel van de dag verkregen in ons stempelboekje.
Alsof het nog niet genoeg was, wandelde de man een eindje met ons mee op de
terugweg naar het station van Nivelles. We ondergingen dan ook een laatste
lange beklimming doorheen de Rue de Namur, op weg naar het station. Aldaar
hadden we omstreeks 19:28 uur een trein, welke ons bracht tot in Mechelen, een
rit van een klein uurtje met andere woorden.
Het was dan ook reeds vrij laat, toen we
omstreeks 20:45 uur onze rugzak konden opbergen ten huize. Het einde van een
lange dag stappen over heuvels, goed voor 34529 stappen, 25,896 km, 1249,8 cal
in een tijd van 6.27.04 uur. Na een wellicht verdiende nachtrust wacht alvast
de dag nadien een flinke poetsbeurt van de wandeluitrusting. Een volgende
etappe zal ons van start laten gaan in Nivelles en dan beginnen we met het
bewandelen van een gedeelte van de Via Gallia Belgica.”