maandag 27 mei 2024

581: Redu, Zaterdag 04 mei 2024, 11,35 km. (11.282,713 km.)


“Wandeling Nr. 12 uit het ‘Wandelboek De Ardennen en Wallonië”. Een uitgestippelde wandelroute van 11,35 km doorheen de vallei van de Lesse, met start en aankomst in Redu. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en vonden bij aankomst een parkeerplaats in de Rue de Daverdisse. Na het aantrekken van de wandelschoenen, stapten we richting église Saint-Hubert, om er alvorens de tocht aan te vangen, te genieten van een kopje koffie omstreeks 11:00 uur in de bar van het museum Mudia. Even later begonnen we aan de eigenlijke wandeling, waarbij we oog hadden voor de blauwe rechthoekjes. Vooreerst licht dalend via de Rue de Transinne de dorpskom uit, om vervolgens te beginnen aan een lange beklimming van deze straat. Na enkele bochten en zowat op het hoogste punt van de Rue de Transinne, verlieten we de weg naar rechts ter hoogte van een kruisbeeld. Zowat 100 m verder kozen we een dalende weg rechts, waarbij het asfalt snel wisselde naar een steenslagweg. Deze deels verharde weg leidde naar een poort, om wilde zwijnen tegen te houden. Voorbij deze poort daalden we verder af om de Ruisseau de Bonké over te steken. Verder bergaf trokken we doorheen een schaduwrijk bos om tenslotte de brug over de Lesse te bereiken. Even voorbij de brug ging het pad via een houten laddertje over een kleine zijbeek van de Lesse.

We klommen van de Lesse weg, tot op een dwars gelegen rotsig pad, om er haaks rechtsaf te kiezen en voortaan de aanwijzingen te volgen van groene rechthoekjes. Een breder pad leidde langs tal van rotswanden. We troffen er omstreeks 12:10 uur een zitbank aan, ideaal om er even te genieten van een korte wandel- en eetpauze, ondertussen genietend van het geluid van het stromend water van de Lesse. Na deze aangename onderbreking wandelden we verder over een breed pad door een hellingbos, tot we tenslotte opnieuw asfalt verkregen aan de rand van het dorpje Lesse, ter hoogte van het huis nr. 179. We dwarsten de weg om aan de overzijde verder te gaan in een doodlopende asfaltweg, eveneens Lesse genoemd. Waar de weg ophield te bestaan, hielden we de richting rechtdoor aan, nog steeds aangegeven door groene rechthoekjes. Ditmaal trokken we door een open landschap, vooral weiden, tot we andermaal bos naderden. Net aan het begin van het bos, verlieten we de brede grindweg en kozen haaks rechtsaf een smal bospad, om er een gedeelte te volgen van het traject van de GR17 en GR129. We konden nu genieten van een aangenaam pad door een sparrenbos. Geruime tijd laten kwamen we aan een houten wandelbrug over de Lesse, de Passerelle de Chafté-Louis, op een hoogte van 260 m. Via de brug staken we de rivier de Lesse over, om aan de overkant, verder linksaf te wandelen.

Ter afwisseling verkregen we opnieuw asfalt onder de wandelschoenen. Ter hoogte van een groot landgoed links, met een brug over de Lesse, bochtte het door ons gevolgde wegje zowat haaks naar rechts. We konden nu genieten van de nabijheid van de snel stromende Lesse links en enkele prachtige rotspartijen rechts. We stapten verder tot aan een volgende brug over de Lesse, om er een zitbank aan te treffen rond de klok van 13:15 uur. De zitbank was reeds gedeeltelijk ingenomen door een metalen everzwijn, het ‘Statue de Sanglier’. Een unieke gelegenheid voor een korte fotoreportage, terwijl we genoten van een rijsttaartje. Inmiddels bevonden we ons aan deze ‘Pont des Cochettes’ nog steeds op een hoogte van 250 m. Voldoende uitgerust begaven we ons opniew op weg om verder de Lesse stroomafwaarts te volgen. Even voorbij deze houten brug bemerkten we aan de overzijde van de rivier het zogenaamde ‘Pavillon Huet’, een onderzoeksstation, vernoemd naar de rivierecoloog Marcel Huet. Nog steeds de Lesse stroomafwaarts verder volgend, vonden we een eind verder een trap welke ons liet afdalen naar de openbare weg, de Rue de Barbouillons, ter hoogte van andermaal een brug over de rivier. We bevonden ons daar op een hoogte van 240 m. We begaven ons even naar rechts op de weg, om dan aan de overzijde een dalend pad te kiezen naar links.

Via een houten brugje staken we een zijbeek van de Lesse over, om dan verder de Lesse stroomafwaarts te volgen. Ditmaal draaide het pad stilaan weg van de rivier en begonnen we aan een vrij steile beklimming op een moeilijk begaanbaar pad tussen de rotsen en over tal van boomwortels. Gelukkig konden we de juiste weg vinden via de groene rechthoekjes. Echter tot overmaat van ramp kregen we een ware stortbui over ons heen, al bij al nog een geluk dat we wat beschutting vonden onder de bladeren van de bomen. Eenmaal deze helling overwonnen, bereikten we een dwars gelegen deels verharde weg, die we rechts opgingen. We namen er meteen afscheid van de groene rechthoekjes. Nog wat aan hoogte winnend klommen we langzaam uit de Lessevallei. Voor de tweede maal passeerden we een poort tegen de wilde zwijnen en verlieten even later het bos. Het gevolgde pad mondde tenslotte uit op de Rue de Barbouillons die we links opdraaiden en op die manier wandelden naar het centrum van Séchery, inmiddels op een hoogte van 320 m. In het centrum van het dorp bochtte de weg naar rechts, om nadien aangekomen op het T-kruispunt, zowat 30 m naar links te stappen. Daar begonnen we dan aan de steile beklimming van een rotsig pad naast een woning. Van het vermelde kruisbeeld in het wandelboek was echter geen spoor meer te bekennen.

Na de beklimming van het steile pad, bereikten we een wat bredere verharde weg, die uiteindelijk uitmondde in de Rue de Daverdisse, ter hoogte van een picknickplaats. We draaien de weg naar links op om geleidelijk af te dalen naar het centrum van Redu, eindpunt van de wandeling. Na het aantrekken van droge schoenen en het opbergen van de natte kledij, namen we nog even de tijd voor een kopje koffie omstreeks 16:15 uur in Mudia. Later, alvorens de terugreis aan te vatten, bezochten we nog even de lokale begraafplaats van Redu, op zoek naar graven van voorouders van wandelmaatje. Het bleef echter bij het vinden van slechts één grafzerk.”

woensdag 15 mei 2024

580: Bourseigne-Vieille, zaterdag 06 april 2024, 13,79 km. (11.271,363 km.)


“Wandeling N° 4 uit het ‘Wandelboek De Ardennen en Wallonië’. Een tocht van 13,79 km door het Bois Fagné en de vallei van de Hulle, met start en aankomst ter hoogte van de kerk van Bourseigne-Vieille. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en vonden bij aankomst voldoende parkeerplaats aan de kerk. Voorzien van een stralende lentezon konden we omstreeks 11:35 uur de geplande wandeling aanvangen. Met de Sint-Pieterskerk in de rug, begaven we ons in de Rue du Sacré Coeur, vooreerst licht dalend, maar vrij snel stevig de hoogte in. We volgden er het traject aangegeven door route nr. 46, met andere woorden gele driehoekjes. Het hoogste punt van de weg bereikt, dienden we de Rue du Sacré Coeur te verlaten, aan een Christusbeeld en een kruisje ter ere van Capitaine Aviateur Van Stoffyn. Echter het beeld was spoorloos verdwenen. We namen er vervolgens rechts een dalende en dadelijk erg modderige veldweg. Vaak was het zoeken naar een begaanbaar pad. Vrij snel betraden we het Bois Champai, om vooreerst nog dalend, nadien al klimmend de vallei te verlaten. Uiteindelijk bereikten we opnieuw asfalt onder de schoenen, met name de Rue du Franc Bois. Over korte afstand volgden we de weg naar rechts tot op het kruispunt met de Rue des Carmes. Daar konden we van nabij het monument bekijken ter ere van de verzetsstrijders van het Geheim Leger.

We stapten naar links via de Rue des Carmes, om amper 130 m verder, rechts te kiezen op een verharde weg met steenslag. We hielden er echter vooreerst even halt omstreeks 12:35 uur voor een korte lunchpauze. Na dit oponthoud daalden we via de brede veldweg verder af, nog steeds de door gele driehoekjes aangeduide route volgend. Ter hoogte gekomen van een T-splitsing in het ondertussen Bois Fagné, kozen we links een deels met gras begroeid tweesporenpad, dat wat verder overging in een volledig rotsachtig pad. Na een korte beklimming kwamen we terecht op de openbare weg, de N952 ofwel de Rue Pont Collin. We kruisten voorzichtig de weg om naar de overzijde, zowat 80 m naar rechts een brede tweesporenweg in te draaien. We bewandelden gedurende geruime tijd dit brede golvende pad doorheen het bos, tot we tenslotte aan een min of meer open plek een vakantiehuisje aantroffen. We vonden er gelegenheid om even een wandel- en picknickpauze in te lassen omstreeks de klok van 13:50 uur. Na te hebben genoten van het versterken van de inwendige mens, begaven we ons even voorbij het vakantiehuisje op een vrij smal pad links. Het rotsige pad verliep nagenoeg evenwijdig aan de lager gelegen rivier de Hulle. Net vóór we opnieuw de N952 naderden, ging het al klimmend weg van de rivier en stonden we wat later terug op de Rue Pont Collin.

Net in enkele kort op elkaar volgende bochten, daalden we even via de weg af naar links, om vervolgens aan de overzijde andermaal te beginnen aan een beklimming van een breed kiezelpad. Net aan het begin van dit pad vonden we enkele gevelde bomen en konden er om 14:45 uur even genieten van een korte pauze om een rijsttaartje te nuttigen. Voldoende uitgerust zetten we onze wandeling verder op een mooi pad, de Hulle stroomafwaarts volgend. We daalden langzaam maar zeker af tot aan de oever van de Hulle, waar we konden genieten van het snel stromend water. Enkele rotsblokken lieten ons even al zittend genieten van de rust, welke deze waterloop uitstraalde. Over langere afstand volgden we een smal paadje langs de rivier, zowat op de grens tussen België en Frankrijk. Vaak werd het pad erg rotsachtig en was het soms ook zoeken naar droge begaanbare gedeelten. Jammer genoeg eindigde wat later de pracht van de Hulle, vermits we uiteindelijk afscheid namen van de rivier, zogezegd ter hoogte van het verdwenen spelbord ‘Elfe de la Frontière’. Gelukkig konden we ons nog richten op de alom tegenwoordige gele driehoekjes. We begaven ons op deze plek rechtsaf op een vrij smal moeilijk begaanbaar pad, bezaaid met grove stenen en gedeeltelijk onder water. Komt daarbij nog de stevige beklimming.

Halverwege zakten we letterlijk bijna tot de schoenrand in het water tussen grove kiezel. Tenslotte raakten we toch de helling op en konden even uitblazen boven de helling, ter hoogte van een hoogspanningslijn. Even later draaiden we haaks rechtsaf een bredere bosweg in, om langzaam aan hoogte winnend uit de vallei te klimmen. Toen we tenslotte het Bois Fagné definitief achter ons lieten, kwamen we terecht in een open landschap op de Chemin de Vireux. In de verte verkregen we zicht op de kerktoren van Bourseigne-Neuve. Naarmate we na tal van bochten het einde van de weg bereikten, kruisten we de Rue des Carmes en konden er nog even uitblazen op de trappen van een Christusbeeld, aan de overzijde van de weg in de Rue du Moulin d’Hargnies. Deze nog steeds aan hoogte winnende straat, vormde zowat de laatste beklimming van de dag en leidde ons uiteindelijk tot aan een kapel ter ere van Sainte-Thérèse, op het kruispunt met de Rue de Mallais. In tegenstelling tot wat in het wandelboek werd aangegeven, wandelden we aan de kapel rechtsaf en niet rechtdoor op het T-kruispunt. Via de reeds vernoemde Rue de Mallais, ging het in dalende lijn richting Bourseigne-Vieille. Na een tweetal ruime bochten, veranderde de straatnaam in Rue de Bourseigne-Neuve en liet ons opnieuw wat aan hoogte winnen, tot we het kruispunt aantroffen met de Rue du Sacré Coeur, waar we vroeger op de dag waren van start gegaan.

We begaven ons haaks linksaf en bemerkten er meteen de kerk van Bourseigne-Vieille. Echter net om de hoek konden we de wandeling in schoonheid eindigen door te genieten van een tweetal cola’s op het terras van ‘Le Secret du Bois’, een B&B uitgebaat door een West-Vlaming. Blijkbaar waren we niet de enige wandelaars die daar hun wandeling eindigden. Omstreeks 17:35 uur restte ons tenslotte nog enkele meters stappen tot we even later de terugreis konden aanvangen. Het was zowat de eerste echt zonnige wandeldag in de Ardennen, een volgende toch aldaar verliep echter in mineur omwille van de weergoden.”

maandag 29 april 2024

579: Oetingen, Maandag 01 april 2024, 15,3 km. (11.257,573 km.)


“Wandeling N° 42 uit het ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’ met start en aankomst ter hoogte van de Sint-Ursmaruskerk te Oetingen. Vooraf maakten we via Cambio de verplaatsing en konden nadien, bij aankomst op het Kerkplein, omstreeks 10:20 uur de geplande wandeltocht aanvangen. We verlieten het Kerkplein en begaven ons linksaf in de Kloosterstraat, voorbij de ondertussen afgebroken kleuterschool en het ernaast gelegen rusthuis. Voorbij het braak liggend terrein kozen we de eerste straat rechts, de Turkeyestraat. Aan het eerste kruispunt met eveneens de Turkeyestraat vonden we het wandelknooppunt 240 en kozen er rechtsaf een smalle veldweg. Goed voor de eerste waterplassen en modderstroken. We kruisten de Kapelstraat en wandelden aan de overzijde verder via de Turkeyestraat, tussen braak liggende akkers en weilanden. Na een lange rechtse bocht, bereikten we het knooppunt 236, om er de Turkeyestraat te verlaten, voor een smal kasseipad links. Even verder mondde dit uit in de Heerbaan, alwaar we het knooppunt 235 bemerkten. We stapten enkele honderden meters rechtsaf op de Heerbaan, tot aan een kapel rechts van de weg. Daar begaven we ons linksaf op een brede erg modderige veldweg. Hier ging de wandeling dwars doorheen landbouwgebied. Geruime tijd later mondde de modderige weg uit op de drukke N28, de Ninoofsesteenweg. Aan de overzijde ging onze wandeling verder via de geasfalteerde Monsebeekstraat, tot aan het kruispunt met de Strijlandstraat, tevens wandelknooppunt 233.

We draaiden deze straat in naar links en wonnen wat aan hoogte, tot we een driehoekig grasplein betraden, net aan het knooppunt 230. We begaven ons rechts van het plein op de Terhagenstraat, om vrijwel dadelijk opnieuw rechts aan het houden op een doodlopende weg, eveneens Terhagenstraat, richting knooppunt 227. Op deze grindweg konden we in de verte reeds het uitgestrekte Neigembos zien, wat later aan bod zou komen. De weg die we bewandelden maakte na een lang recht stuk een lange bocht naar rechts en daalde af naar een alleenstaande boerderij. Net tegenover de toegangspoort van de boerderij kozen we haaks linksaf een smal kronkelend wegeltje langs de rand van een stukje bos. Via enkele smalle betonnen brugjes staken we enkele malen de Molenbeek over. Een af en toe moeilijk begaanbaar pad, omwille van de modder, leidde hogerop naar de openbare weg, de Kindekensstraat. Daar troffen we tenslotte het knooppunt 227 aan, op de plaats waar we even konden overgaan tot een rust- en eetpauze omstreeks 11:40 uur, op een zitbank aan een Christusbeeld. Het moet gezegd, het beeld is dringend toe aan een opfrisbeurt. Na een kort oponthoud begaven we ons linksaf in de Kindekensstraat, met een lichte beklimming tot net vóór het eerste huis links. Daar draaiden we links een deels beton-grasweg in welke ons nog wat aan hoogte liet winnen. Via een vrij drassige graszone mondde het pad uit in de Ekelendriesstraat.

We volgden deze bochtige weg naar links, voorbij een kleine kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw, om nadien linksaf de smalle Kelenbergstraat in te draaien. Voorbij een boerderij ging het asfalt over in een modderige kasseiweg, waarbij we nog wat aan hoogte wonnen. Tussen akkers door overschreden we het hoogste punt, om vervolgens af te dalen naar de lager gelegen Kroonstraat, ter hoogte van het wandelknooppunt 229. Daar aangekomen begonnen we aan de beklimming van de Kroonstraat, rechtsaf richting Neigembos. Eenmaal het einde van de straat bereikt, zowat het hoogste punt, hielden we even een drankpauze omstreeks 12:25 uur op een zitbank, gelegen op een klein driehoekig pleintje. Even later kruisten we de drukke Drie Egyptenbaan om aan de overzijde af te dalen via de Bettestraat. Vrijwel dadelijk verlieten we de weg naar links, ter hoogte van een Christusbeeld, om er een smalle kasseiweg op te gaan, richting knooppunt 15. Een soort karrenspoor leidde tenslotte naar de rand van het Neigembos, alwaar we links een smal wegeltje kozen langs de bosrand. Iets verder mondde dit paadje uit op de openbare weg, Prindaal, waar we min of meer rechtdoor aanhielden. Amper 100 m verder, tussen twee witte woningen, draaiden we rechts het Neigembos in. We passeerden een informatiebord betreffende het bos en konden vervolgens overgaan tot het beklimmen van houten trappen, tot zowat het hoogste punt van het Neigembos. Daar konden we dan genieten van de kleurrijke boshyacinten.

Ter hoogte van het wandelknooppunt 15, draaiden we links een dalende bosweg in, richting knooppunt 14. Een vrij drassige en modderige bosweg liet ons gestaag dalen tot we beneden aan de bosrand de openbare weg bereikten, Bevingen. We kozen er linksaf en via blauwe rechthoekjes, wandelden we verder tot aan de kapel van Bevingen, de kapel Heilige Rita. We namen er dan ook op een picknickbank een langere wandel- en eetpauze omstreeks 13:30 uur. Tevens maakten we van de gelegenheid gebruik de kapel binnen te bezichtigen. Na te hebben genoten van een pauze, draaiden we voorbij de kapel rechts mee, om zowat 50 m verder, ter hoogte van een electriciteitscabine, linksaf te kiezen, eveneens Bevingen. Voorbij enkele huizen ging het asfalt over in een smalle kasseiweg tussen weilanden, andermaal klimmen dus. Over het hoogste punt konden we langzaam afdalen naar de lager gelegen Brusselseheerweg, waar we rechtsaf verder stapten tot we links de Gotestraat konden ingaan. Een kronkelende grindweg, later een smalle asfaltweg bracht ons tot aan het knooppunt 273, op het kruispunt met de Kroonstraat. We kozen er rechtsaf en bewandelden de Kroonstraat tussen uitgestrekte akkers tot we de drukke N28, de Ninoofsesteenweg konden oversteken. Aan de overzijde van de weg, kregen we dan de meest modderige passage van de dag te verwerken, een aardeweg tussen de velden, Windschof. Hier en daar zakten we letterlijk weg in de modder. Bijna op het einde ging de modder over in een smal asfaltwegje, waarna we op een kruising verder rechtdoor stapten via Kasseide.

Net vóór een haakse bocht op Kasseide, vonden we rechts van de weg een klein kapelletje, alwaar we even konden zitten omstreeks 15:20 uur en ondertussen konden genieten van een stukje gebak. Nadien zetten we onze wandeling verder via Kasseide, om na een tweetal bochten uit te komen op het kruispunt met Vreckom die we links opdraaiden. In de verte verkregen we zicht op het kasteel van Heetvelde. Echter amper 100 m verder draaiden we rechts een hobbelige kasseiweg in, de Opperstebosstraat. Zowat 50 m voorbij de laatste woning, ter hoogte van het wandelknooppunt 234, kozen we een smal wegeltje links, tussen weideafsluitingen. Dit pad mondde uit in de Boomgaardstraat, die we rechts opgingen, tot net voorbij het huis nr. 8, om daar een smal pad links te kiezen, richting wandelknooppunt 240, alwaar we vroeger op de dag waren van start gegaan. Volgens de auteur van het wandelboek, betrof dit het allermooiste veldweggetje uit de beschreven wandeltochten. We kunnen enkel beamen dat dit inderdaad het geval is. Eenmaal aan het einde gekomen van het mooie wegje, vonden we opnieuw het knooppunt 240, op korte afstand van de kerk van Oetingen. Even later omstreeks 16:20 uur konden we dan ook deze aangename tocht afsluiten en opnieuw huiswaarts keren.”

vrijdag 29 maart 2024

578: Kanne, Zaterdag 16 maart 2024, 14,9 km. (11.242,273 km.)


“Wandeling N°. 15 uit het ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’, met start en aankomst te Kanne. Vooraf maakten we via Cambio de verplaatsing naar deze gemeente, doch dienden bij aankomst heel wat te zoeken naar een vrije parkeerplaats, daar er toevallig een georganiseerde wandeltocht plaats vond. Uiteindelijk vonden we toch een plekje ter hoogte van de Statiestraat. Na het aantrekken van gepast schoeisel, gingen we te voet naar de nabij gelegen Sint-Hubertuskerk, plaats waar de geplande wandeling van start zou gaan. Eenmaal de kerk bereikt, konden we omstreeks 10:50 uur, tussen andere talrijke wandelaars de tocht aanvatten. Tegenover de kerk begaven we ons in de Sint-Hubertusstraat naar rechts, kruisten de Bovenstraat en stapten aan de overzijde de Pruisstraat in. Amper een paar honderd meters verder, net aan een electriciteitscabine, dienden we links een vrij smal een modderig paadje op te gaan, het Commiezenpad. We volgden er een plaatselijke wandelroute, aangegeven door oranje kruisjes. Op het einde van het pad, ter hoogte van een T-kruising, kozen we haaks linksaf en wandelden tot aan de dwars gelegen Mergelweg. We troffen er een eerste grenspaal aan, N°. 63. Zowat 100 m naar rechts, stapten we nadien het links gelegen Molenpad op, welke leidde naar een brugje over de Jeker. We konden er een werkende watermolen bekijken. Voorbij de brug stapten we via de Kleine Molenstraat, om er de weg van Kanne naar Maastricht te kruisen en verder te gaan in de Kapelstraat. Op de eveneens dwars gelegen Kapelstraat kozen we nadien linksaf en begaven ons tot aan de Heilig Grafkapel.

Gelukkig was de kapel toegankelijk en konden we binnen een bezoekje brengen. Na het bekijken van de grafkapel zetten we ons wandeling verder via de Muizenberg, een betegelde weg die ons wat aan hoogte liet winnen, om nadien de eerste weg rechts te kiezen aan een gedeelte mergelgrotten om zo verder te klimmen naar de ingang van het kasteel Neercanne. We waren net de Nederlandse grens overgegaan en bevonden ons thans op het terrein van het enige terrassenkasteel van Nederland. We konden er enkele kunstwerken bekijken en tevens de buitenkant van de mergelgrotten aanschouwen. Eenmaal doorheen het domein, verlieten we het kasteel via een poort en namen de eerste dalende weg rechts, de Von Dopfflaan, opnieuw richting weg van Kanne naar Maastricht. Beneden aangekomen dwarsten we de weg en stapten aan de overzijde verder op een smal grindpaadje, het Jezuietenpad. Door middel van een klein brugje overschreden we andermaal de Jeker en stapten verder rechtdoor tot op een dwars gelegen asfaltweg, de Mergelweg. We kozen rechtsaf om amper 100 m verder de brede grindweg links te beklimmen. Deze Poppelmondeweg zou ons leiden naar de top van de Sint-Pietersberg. Na een eerste gedeelte klimmen wandelden we voorbij een slagboom, om verder te gaan richting hoogste punt. Ondertussen konden we genieten van het uitzicht op het verder gelegen terrassenkasteel. De top van de Sint-Pietersberg bereikt, sloegen we haaks rechtsaf en bleven de brede grindweg volgen.

Amper enkele minuten later troffen we een picknickbank aan, alwaar we omstreeks 12:01 uur even konden overgaan tot een rust- en eetpauze. In tussentijd konden we genieten van een mooi panorama. Na deze onderbreking gingen we verder over de brede grindweg en richtten nu onze ogen op de rood-witte markeringen van een Groteroutepad. We stapten opnieuw een stukje over de Poppelmondeweg, kregen een passage doorheen een boszone, om vervolgens langzaam in dalende lijn via de Rue de Caster, aan te komen in de nabijheid van de Castaerthoeve. Even vóór deze voormalige hoeve uit 1686, konden we nog even een korte pauze inlassen op een zitbank omstreeks 13:01 uur. Na een tweede korte wandel- en lunchpauze, volgden we de GR-tekens niet langer, doch wandelden voorbij de hoeve rechtdoor opnieuw het bos in, op een brede bosweg. Links en rechts van de weg bemerkten we diepe kraters. Eenmaal doorheen het bos, verlieten we zowat 200 m verder de brede weg naar links en volgden we gele vierhoekjes in de richting van een slagboom. Daar voorbij begonnen we aan een vrij steile afdaling naar de lager gelegen Maas. Toen de afdaling achter de rug was, bereikten we beneden de openbare weg, de Rue Collinet, inmiddels op het grondgebied van Wezet. We draaiden de weg op naar rechts, om die over korte afstand te volgen tot aan de links gelegen doodlopende Rue l’Ilal. Op het einde daalden we via trappen af naar het jaagpad langs de Maas.

We begaven ons rechtsaf op het jaagpad, dat we volgden tot waar het jaagpad aansluiting verkreeg met de Rue Collinet. Via een korte beklimming bereikten we de brug over de Maas en het grote sluizencomplex. Via de brug overschreden we de brede Maas, draaiden voorbij de brug rechtsaf, om zowat 100 m verder links een vrij smal wandelpaadje te kiezen, aangeduid door middel van rode driehoekjes. Bij het begin van dit paadje troffen we nog een zitbank aan, alwaar we omstreeks 14:12 uur even halt hielden voor een korte rustpauze. Nadien volgden we verder het paadje tot we opnieuw via een brug, de Pont de Lanaye het Albertkanaal konden overgaan. Aan de overzijde van de brug en in de eerste bocht van de Rue du Garage, verlieten we weg naar rechts het bos in om te beginnen aan een zeer steile beklimming van de Montagne Saint-Pierre via trappen. Sommige treden ervan ware vrij hoog. Na het spectaculair rotspad bevonden we ons op een T-kruising aan de wand van enkele mergelgrotten. We kozen de richting links, om via een diepe holle weg wat verder opnieuw uit te komen op de Rue du Garage. Ditmaal begaven we ons op de weg naar rechts en zouden deze weg nog even verder beklimmen, tot het bereiken van het hoogste punt. We wandelden verder over het plateau om nadien stilaan via deze weg af te dalen naar het lager gelegen Eben-Emael. Na enkele haarspeldbochten kwamen we op een klein pleintje voorzien van een zitbank. Hier konden we omstreeks 16:10 uur genieten van wat nog restte in de rugzak.

Na deze laatste wandel- en eetpauze, stapten we nog wat verder via de Rue du Garage tot aan de brug over de Jeker in het centrum van Eben-Emael. Net over de brug begaven we op een pad rechtsaf aan de oever van de Jeker, aangeduid door rode driehoekjes en tevens deel uitmakend van de GR5. Geruime tijd later, op het einde van het pad, kwamen we uit op de druk bereden N619, de Grenadiersweg. We stapten over korte afstand verder op deze weg, tot aan de eerste straat links, de Rue Avergat. We wandelden een eindje langs de links gelegen mergelgrotten, om nadien, tegenover de grotingang rechts de richting te kiezen van de Brug bij Kanne over het Albertkanaal. Via trappen bereikten de weg, om via de brug de overzijde van het kanaal te bereiken. We daalden dan via een ander stel trappen de brug af om over korte afstand het jaagpad naar rechts de bewandelen, tot aan een houte brugje links over de Jeker. Aan de overzijde ging het tenslotte via een vedwegje terug richting centrum van Kanne. Tot slot vonden we opnieuw de Sint-Hubertuskerk alwaar we vroeger op de dag waren van start gegaan. Restte ons nog een korte wandeling naar de Statiestraat, waar we de terugreis konden aanvangen omstreeks 17:30 uur.”

zondag 24 maart 2024

577: Sint-Gillis-Waas, Zaterdag 17 februari 2024, 13,431 km. (11.227,373 km.)


“Wandeling N°. 48 uit het ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’, met start en aankomst te Sint-Gillis-Waas. Vooraf maakten we via Cambio de verplaatsing en bij aankomst konden we terecht op de parking aan de basisschool Eeckberger in de Stroperstraat, het gehucht ‘t Kalf. Even later, omstreeks 10:35 uur konden we de geplande wandeling aanvangen. Tegenover de school begaven we ons op een smalle kasseiweg, de doodlopende Zavelstraat, welke uitmondde aan de rand van het Stropersbos. Een infopaneel ter plaatse bood wat meer uitleg over de routes doorheen het bos. We stapten rechtdoor het bos in en volgden daarbij de in het rood aangegeven Stropersboswandelroute. Een prille lentezon gaf een aangenaam gevoel, op een vrij modderig pad. Voorbij een grasveld, bochtte het pad naar rechts en volgden we het lokale Havikpad, dat nadien een bocht maakte naar links. Een vrij konkelend bospaadje leidde ons voorbij het wandelknooppunt 72 tot aan het punt 64. Daar aangekomen, aan de rand van het bos, volgden we over korte afstand het asfalt naar rechts via de Groenstraat, tot aan een T-kruising, net aan een waterloop, De Linie. We sloegen haaks linksaf aan het wandelknooppunt 75 en verlieten de tot nu toe gevolgde rode route, om dan de aangegeven groene route te bewandelen. We stapten er zowaar langsheen de Liniedreef. Andermaal verkregen we een vrij bochtig en af en toe modderig stuk wandelweg voor de schoenen. Het pad zou ons leiden naar een achterin gelegen boerderij.

Het wandelboek volgend, dienden we zowat 100 m vóór de boerderij rechtsaf te gaan, richting een in de verte zichtbaar hek. Via dit Heidepad passeerden we een eerste hek, om nadien verder te gaan over een vlonderpad, in de richting van een tweede hek. Eenmaal het tweede hek voorbij gegaan, kwamen we terecht op de dwars gelegen Braemstraat. We merkten dadelijk dat we ons bij het lezen van het wandelboek hadden vergist en de volgende alinea hadden gelezen, zonder te merken dat dit de ‘Verkorting’ betrof. Inmiddels de klok van 12:00 uur bereikt, hielden we er even een korte eetpauze op een aangetroffen zitbank. Later, na een blik op de wandelkaart, begaven we ons in de Braemstraat even naar links en keerden dan op onze stappen terug naar de Liniedreef via het zogeheten Hulstpad. Een vrij smal kronkelend paadje door het bos, zowat evenwijdig aan de rechts gelegen N403. We maakten op die manier de verbinding tussen het wandelknooppunt 76 en 68, waarbij we opnieuw de Liniedreef bereikten even voorbij de eerder vermelde boerderij. We bogen rechtsaf en wandelden tot aan de drukke N403, De Stropersstraat. Aan de overzijde van de weg begaven we ons op een doodlopende weg tussen Donckers Gereedschappen en de Hollandse Viscentrale. Het onverharde pad draaide naar rechts en verliep evenwijdig aan het Kanaal van Stekene. Gekomen ter hoogte van wandelknooppunt 69, ging het haaks linksaf. We passeerden er een verlaten tennisveld en kwamen vervolgens in een bocht uit op de verharde Sint-Jansteenstraat, net aan het knooppunt 62.

We begaven ons linksaf op asfalt en stapten via de Sint-Jansteenstraat tot aan de bocht, om er dan rechtsaf de weg te verlaten via de doodlopende Hellestraatwegel. Vrij snel ging de betegelde weg over in een breed karrenspoor. We stapten omheen een waterpartij, aangegeven als ‘De Wal’ via de Vaertgatwegel, om even verder aan een verharde grindweg, rechtsaf de Breedstraat in te gaan. De grindweg mondde uit op de dwars gelegen geasfalteerde Breedstraat, net aan een klein kapelletje, die we over korte afstand rechtsaf bewandelden tot aan de links gelegen Boswegel. Deze doodlopende smalle asfaltweg, ging over in een brede grindweg ter hoogte van de inrit van een villa. We draaiden links verder mee en verkregen enkele haakse bochten te verwerken. Eenmaal het bos uit, stapten we langs open weiland en gingen voorbij een infobord betreffende de ‘Dodendraad’. Volgens info plaatste de Duitse bezetter in 1915 een draadversperring langs de Belgisch-Nederlandse grens over een afstand van 450 km en stond onder een spanning van 2000 Volt. Voorbij deze reconstructie volgden we nog een eindje de Boswegel, tot de weg eindigde op de druk bereden Hellestraat, zowat op de grens tussen België en Nederland. Over korte afstand stapten we naar rechts en gingen voorbij een eerste grenspaal, N° 282. De Hellestraat werd nu de Ellestraat in Nederland.

Net voorbij het bedrijf met huisnummer 45, begaven we ons op een smalle wegel rechts naast het bedrijf en betraden op die manier het Zeeuwse natuur- en waterwingebied Sint-Jansteen. Na een drietal haakse bochten bereikten we een eerste spaarbekken aan een rustbank. Jammer genoeg bezet door andere wandelaars. Net voorbij het bekken draaiden we haaks rechtsaf om even verder op een duiker even te pauzeren omstreeks 13:45 uur en te genieten van een picknick in het prille lentezonnetje. Na deze aangename pauze vervolgden we onze weg, vooreerst langs een spaarbekken aan de rechterkant en nadien aan de linkerkant. Voorbij dit spaarbekken, ter hoogte van een kruising van paden, draaiden we links een brede eikendreef in, de Heerstraat, die we slechts bewandelden tot aan de eerste dreef rechts. We begaven ons nu richting ruiterknooppunt 96, gevolgd door de richting naar ruiterknooppunt 96. Daar eenmaal aangekomen stapten we via een smalle wegel naar de N403, de weg van Hulst naar Sint-Niklaas. We kruisten de drukke weg, om aan de overzijde verder te wandelen via de Braemstraat, alwaar we eerder op de dag reeds foutief waren aangekomen. Zodoende bevonden we ons opnieuw in het Stropersbos. Via deze onverharde weg hielden we steeds de richting rechtdoor aan en passeerden het wandelknooppunt 76, om tenslotte aan het knooppunt 77, haaks rechtsaf te kiezen.

Vanaf het wandelknooppunt 77 volgden we nu de groen aangeduide Stropersboswandelroute tot we even later op een kruising van bospaden kwamen, net aan het ruiterknooppunt 24. Daar wisselden we even van wandelroute en kozen ditmaal terug de rood aangeduide Stropersboswandelroute. Deze weg volgend kwamen we tenslotte het Stropersbos uit in de Stroperstraat, alwaar we rechtsaf draaiden en via deze grindweg uiteindelijk opnieuw de plaats bereikten alwaar we vroeger op de dag waren van start gegaan. We eindigden dan ook onze wandeling omstreeks 15:50 uur na zowat 13,431 km te hebben afgelegd.”