Posts tonen met het label GR17. Alle posts tonen
Posts tonen met het label GR17. Alle posts tonen

maandag 27 mei 2024

581: Redu, Zaterdag 04 mei 2024, 11,35 km. (11.282,713 km.)


“Wandeling Nr. 12 uit het ‘Wandelboek De Ardennen en Wallonië”. Een uitgestippelde wandelroute van 11,35 km doorheen de vallei van de Lesse, met start en aankomst in Redu. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en vonden bij aankomst een parkeerplaats in de Rue de Daverdisse. Na het aantrekken van de wandelschoenen, stapten we richting église Saint-Hubert, om er alvorens de tocht aan te vangen, te genieten van een kopje koffie omstreeks 11:00 uur in de bar van het museum Mudia. Even later begonnen we aan de eigenlijke wandeling, waarbij we oog hadden voor de blauwe rechthoekjes. Vooreerst licht dalend via de Rue de Transinne de dorpskom uit, om vervolgens te beginnen aan een lange beklimming van deze straat. Na enkele bochten en zowat op het hoogste punt van de Rue de Transinne, verlieten we de weg naar rechts ter hoogte van een kruisbeeld. Zowat 100 m verder kozen we een dalende weg rechts, waarbij het asfalt snel wisselde naar een steenslagweg. Deze deels verharde weg leidde naar een poort, om wilde zwijnen tegen te houden. Voorbij deze poort daalden we verder af om de Ruisseau de Bonké over te steken. Verder bergaf trokken we doorheen een schaduwrijk bos om tenslotte de brug over de Lesse te bereiken. Even voorbij de brug ging het pad via een houten laddertje over een kleine zijbeek van de Lesse.

We klommen van de Lesse weg, tot op een dwars gelegen rotsig pad, om er haaks rechtsaf te kiezen en voortaan de aanwijzingen te volgen van groene rechthoekjes. Een breder pad leidde langs tal van rotswanden. We troffen er omstreeks 12:10 uur een zitbank aan, ideaal om er even te genieten van een korte wandel- en eetpauze, ondertussen genietend van het geluid van het stromend water van de Lesse. Na deze aangename onderbreking wandelden we verder over een breed pad door een hellingbos, tot we tenslotte opnieuw asfalt verkregen aan de rand van het dorpje Lesse, ter hoogte van het huis nr. 179. We dwarsten de weg om aan de overzijde verder te gaan in een doodlopende asfaltweg, eveneens Lesse genoemd. Waar de weg ophield te bestaan, hielden we de richting rechtdoor aan, nog steeds aangegeven door groene rechthoekjes. Ditmaal trokken we door een open landschap, vooral weiden, tot we andermaal bos naderden. Net aan het begin van het bos, verlieten we de brede grindweg en kozen haaks rechtsaf een smal bospad, om er een gedeelte te volgen van het traject van de GR17 en GR129. We konden nu genieten van een aangenaam pad door een sparrenbos. Geruime tijd laten kwamen we aan een houten wandelbrug over de Lesse, de Passerelle de Chafté-Louis, op een hoogte van 260 m. Via de brug staken we de rivier de Lesse over, om aan de overkant, verder linksaf te wandelen.

Ter afwisseling verkregen we opnieuw asfalt onder de wandelschoenen. Ter hoogte van een groot landgoed links, met een brug over de Lesse, bochtte het door ons gevolgde wegje zowat haaks naar rechts. We konden nu genieten van de nabijheid van de snel stromende Lesse links en enkele prachtige rotspartijen rechts. We stapten verder tot aan een volgende brug over de Lesse, om er een zitbank aan te treffen rond de klok van 13:15 uur. De zitbank was reeds gedeeltelijk ingenomen door een metalen everzwijn, het ‘Statue de Sanglier’. Een unieke gelegenheid voor een korte fotoreportage, terwijl we genoten van een rijsttaartje. Inmiddels bevonden we ons aan deze ‘Pont des Cochettes’ nog steeds op een hoogte van 250 m. Voldoende uitgerust begaven we ons opniew op weg om verder de Lesse stroomafwaarts te volgen. Even voorbij deze houten brug bemerkten we aan de overzijde van de rivier het zogenaamde ‘Pavillon Huet’, een onderzoeksstation, vernoemd naar de rivierecoloog Marcel Huet. Nog steeds de Lesse stroomafwaarts verder volgend, vonden we een eind verder een trap welke ons liet afdalen naar de openbare weg, de Rue de Barbouillons, ter hoogte van andermaal een brug over de rivier. We bevonden ons daar op een hoogte van 240 m. We begaven ons even naar rechts op de weg, om dan aan de overzijde een dalend pad te kiezen naar links.

Via een houten brugje staken we een zijbeek van de Lesse over, om dan verder de Lesse stroomafwaarts te volgen. Ditmaal draaide het pad stilaan weg van de rivier en begonnen we aan een vrij steile beklimming op een moeilijk begaanbaar pad tussen de rotsen en over tal van boomwortels. Gelukkig konden we de juiste weg vinden via de groene rechthoekjes. Echter tot overmaat van ramp kregen we een ware stortbui over ons heen, al bij al nog een geluk dat we wat beschutting vonden onder de bladeren van de bomen. Eenmaal deze helling overwonnen, bereikten we een dwars gelegen deels verharde weg, die we rechts opgingen. We namen er meteen afscheid van de groene rechthoekjes. Nog wat aan hoogte winnend klommen we langzaam uit de Lessevallei. Voor de tweede maal passeerden we een poort tegen de wilde zwijnen en verlieten even later het bos. Het gevolgde pad mondde tenslotte uit op de Rue de Barbouillons die we links opdraaiden en op die manier wandelden naar het centrum van Séchery, inmiddels op een hoogte van 320 m. In het centrum van het dorp bochtte de weg naar rechts, om nadien aangekomen op het T-kruispunt, zowat 30 m naar links te stappen. Daar begonnen we dan aan de steile beklimming van een rotsig pad naast een woning. Van het vermelde kruisbeeld in het wandelboek was echter geen spoor meer te bekennen.

Na de beklimming van het steile pad, bereikten we een wat bredere verharde weg, die uiteindelijk uitmondde in de Rue de Daverdisse, ter hoogte van een picknickplaats. We draaien de weg naar links op om geleidelijk af te dalen naar het centrum van Redu, eindpunt van de wandeling. Na het aantrekken van droge schoenen en het opbergen van de natte kledij, namen we nog even de tijd voor een kopje koffie omstreeks 16:15 uur in Mudia. Later, alvorens de terugreis aan te vatten, bezochten we nog even de lokale begraafplaats van Redu, op zoek naar graven van voorouders van wandelmaatje. Het bleef echter bij het vinden van slechts één grafzerk.”