Posts tonen met het label Bourseigne-Neuve. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bourseigne-Neuve. Alle posts tonen

woensdag 15 mei 2024

580: Bourseigne-Vieille, zaterdag 06 april 2024, 13,79 km. (11.271,363 km.)


“Wandeling N° 4 uit het ‘Wandelboek De Ardennen en Wallonië’. Een tocht van 13,79 km door het Bois Fagné en de vallei van de Hulle, met start en aankomst ter hoogte van de kerk van Bourseigne-Vieille. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en vonden bij aankomst voldoende parkeerplaats aan de kerk. Voorzien van een stralende lentezon konden we omstreeks 11:35 uur de geplande wandeling aanvangen. Met de Sint-Pieterskerk in de rug, begaven we ons in de Rue du Sacré Coeur, vooreerst licht dalend, maar vrij snel stevig de hoogte in. We volgden er het traject aangegeven door route nr. 46, met andere woorden gele driehoekjes. Het hoogste punt van de weg bereikt, dienden we de Rue du Sacré Coeur te verlaten, aan een Christusbeeld en een kruisje ter ere van Capitaine Aviateur Van Stoffyn. Echter het beeld was spoorloos verdwenen. We namen er vervolgens rechts een dalende en dadelijk erg modderige veldweg. Vaak was het zoeken naar een begaanbaar pad. Vrij snel betraden we het Bois Champai, om vooreerst nog dalend, nadien al klimmend de vallei te verlaten. Uiteindelijk bereikten we opnieuw asfalt onder de schoenen, met name de Rue du Franc Bois. Over korte afstand volgden we de weg naar rechts tot op het kruispunt met de Rue des Carmes. Daar konden we van nabij het monument bekijken ter ere van de verzetsstrijders van het Geheim Leger.

We stapten naar links via de Rue des Carmes, om amper 130 m verder, rechts te kiezen op een verharde weg met steenslag. We hielden er echter vooreerst even halt omstreeks 12:35 uur voor een korte lunchpauze. Na dit oponthoud daalden we via de brede veldweg verder af, nog steeds de door gele driehoekjes aangeduide route volgend. Ter hoogte gekomen van een T-splitsing in het ondertussen Bois Fagné, kozen we links een deels met gras begroeid tweesporenpad, dat wat verder overging in een volledig rotsachtig pad. Na een korte beklimming kwamen we terecht op de openbare weg, de N952 ofwel de Rue Pont Collin. We kruisten voorzichtig de weg om naar de overzijde, zowat 80 m naar rechts een brede tweesporenweg in te draaien. We bewandelden gedurende geruime tijd dit brede golvende pad doorheen het bos, tot we tenslotte aan een min of meer open plek een vakantiehuisje aantroffen. We vonden er gelegenheid om even een wandel- en picknickpauze in te lassen omstreeks de klok van 13:50 uur. Na te hebben genoten van het versterken van de inwendige mens, begaven we ons even voorbij het vakantiehuisje op een vrij smal pad links. Het rotsige pad verliep nagenoeg evenwijdig aan de lager gelegen rivier de Hulle. Net vóór we opnieuw de N952 naderden, ging het al klimmend weg van de rivier en stonden we wat later terug op de Rue Pont Collin.

Net in enkele kort op elkaar volgende bochten, daalden we even via de weg af naar links, om vervolgens aan de overzijde andermaal te beginnen aan een beklimming van een breed kiezelpad. Net aan het begin van dit pad vonden we enkele gevelde bomen en konden er om 14:45 uur even genieten van een korte pauze om een rijsttaartje te nuttigen. Voldoende uitgerust zetten we onze wandeling verder op een mooi pad, de Hulle stroomafwaarts volgend. We daalden langzaam maar zeker af tot aan de oever van de Hulle, waar we konden genieten van het snel stromend water. Enkele rotsblokken lieten ons even al zittend genieten van de rust, welke deze waterloop uitstraalde. Over langere afstand volgden we een smal paadje langs de rivier, zowat op de grens tussen België en Frankrijk. Vaak werd het pad erg rotsachtig en was het soms ook zoeken naar droge begaanbare gedeelten. Jammer genoeg eindigde wat later de pracht van de Hulle, vermits we uiteindelijk afscheid namen van de rivier, zogezegd ter hoogte van het verdwenen spelbord ‘Elfe de la Frontière’. Gelukkig konden we ons nog richten op de alom tegenwoordige gele driehoekjes. We begaven ons op deze plek rechtsaf op een vrij smal moeilijk begaanbaar pad, bezaaid met grove stenen en gedeeltelijk onder water. Komt daarbij nog de stevige beklimming.

Halverwege zakten we letterlijk bijna tot de schoenrand in het water tussen grove kiezel. Tenslotte raakten we toch de helling op en konden even uitblazen boven de helling, ter hoogte van een hoogspanningslijn. Even later draaiden we haaks rechtsaf een bredere bosweg in, om langzaam aan hoogte winnend uit de vallei te klimmen. Toen we tenslotte het Bois Fagné definitief achter ons lieten, kwamen we terecht in een open landschap op de Chemin de Vireux. In de verte verkregen we zicht op de kerktoren van Bourseigne-Neuve. Naarmate we na tal van bochten het einde van de weg bereikten, kruisten we de Rue des Carmes en konden er nog even uitblazen op de trappen van een Christusbeeld, aan de overzijde van de weg in de Rue du Moulin d’Hargnies. Deze nog steeds aan hoogte winnende straat, vormde zowat de laatste beklimming van de dag en leidde ons uiteindelijk tot aan een kapel ter ere van Sainte-Thérèse, op het kruispunt met de Rue de Mallais. In tegenstelling tot wat in het wandelboek werd aangegeven, wandelden we aan de kapel rechtsaf en niet rechtdoor op het T-kruispunt. Via de reeds vernoemde Rue de Mallais, ging het in dalende lijn richting Bourseigne-Vieille. Na een tweetal ruime bochten, veranderde de straatnaam in Rue de Bourseigne-Neuve en liet ons opnieuw wat aan hoogte winnen, tot we het kruispunt aantroffen met de Rue du Sacré Coeur, waar we vroeger op de dag waren van start gegaan.

We begaven ons haaks linksaf en bemerkten er meteen de kerk van Bourseigne-Vieille. Echter net om de hoek konden we de wandeling in schoonheid eindigen door te genieten van een tweetal cola’s op het terras van ‘Le Secret du Bois’, een B&B uitgebaat door een West-Vlaming. Blijkbaar waren we niet de enige wandelaars die daar hun wandeling eindigden. Omstreeks 17:35 uur restte ons tenslotte nog enkele meters stappen tot we even later de terugreis konden aanvangen. Het was zowat de eerste echt zonnige wandeldag in de Ardennen, een volgende toch aldaar verliep echter in mineur omwille van de weergoden.”