Posts tonen met het label Atlantikwal. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Atlantikwal. Alle posts tonen

dinsdag 25 oktober 2022

519: Zoutelande, Zaterdag 07 augustus 2021, 18,091 km. (10.307,941 km.)


“Een wandeling via knooppunten behorende tot het Wandelnetwerk Zeeland, met start en aankomst te Zoutelande. Na een lange verplaatsing vooraf via Cambio, konden we terecht op de gratis parking op de De Bucksweg, vóór het Fletcher Zuiderduin Beachhotel. Na vooreerst te hebben genoten van een laat ontbijt, konden we omstreeks 10:45 uur de wandeltocht aanvangen. We verlieten de parking en begaven ons op de De Bucksweg in de richting van het reeds vernoemde hotel. We stapten rechts van het hotel op een brede asfaltweg in de richting van de duinen. Op het einde van de weg kwamen we terecht op het dwars gelegen Fietspad Westkapelle – Zoutelande. We draaiden het fietspad op naar links om aan de eerste trap naar rechts het fietspad te verlaten en via de trappen bovenop de duinen te komen, waar we het knooppunt 91 konden waarnemen. Tevens konden we de routetekens waarnemen van het Nederlands Kustpad 1. Bovenop de duinen verkregen we dadelijk zicht op de zee en begaven we ons linksaf op het daar gelegen wandelpad. Via een brede op- en neergaande grindweg, stapten we enkele strandpaviljoenen voorbij, tot we ter hoogte van het strandpaviljoen De Strandzot omstreeks 11:10 uur even afdaalden tot op het strand, teneinde daar even te genieten van een kopje koffie. Nadien ging het opnieuw via de trappen de duinen over, om na een bocht naar links opnieuw aan te komen op het Fietspad Westkapelle – Zoutelande. Ditmaal volgden we het fietspad tussen de duinen en de drukke N288, de Westkapelseweg, tot het fietspad naar links draaide en eindigde op de N288. Gelukkig konden we langs deze weg het voetgangerspad rechts van de weg bewandelen.

We begaven ons dus op de N288 rechtsaf en volgden deze weg tot we rechtsaf aan het knooppunt 71, opnieuw het wandel- en fietspad schuin rechts konden indraaien. Deze smalle Westkapelseweg ging voorbij het Strandpaviljoen De Branding opnieuw de duinen in. We bevonden ons terug op het traject van het Nederlands Kustpad 1 dat met wat hoogteverschillen tussen de duinenbeplanting verliep. Even verder, bij het bereiken van het centrum van Zoutelande, daalden we naar links even af via alweer een reeks trappen tot op het Willibrordusplein aan de Catharinakerk. Na het nemen van enkele foto’s van het plein, gingen we aan de kerk rechts verder doorheen de Langstraat, om even verder ter hoogte van het Terras De Slak, rechts te houden via het Duinstraatje en opnieuw hogerop de duinen op te zoeken. Nogmaals bevonden we ons op het Nederlands Kustpad 1. Na een haakse bocht bevonden we ons op het Meester Schoenmakerpad, om dit vrij vlug naar rechts te verlaten via het Dan Flunderpad. We wandelden dan een eerste bunker voorbij, om er natuurlijk even halt te houden en van nabij te bekijken. In de nabijheid verkregen we dan een tweede bunker welke we van nabij konden aanschouwen, jammer genoeg was het museum tijdelijk gesloten, vermoedelijk was de reden daarvoor te vinden bij Corona. Het smalle wandelpaadje kronkelde verder tussen de beplanting en af en toe ging het wat op en neer. Een breed grindpad leidde ons verder, met steeds zicht op de zee welke we rechts konden waarnemen.

Na geruime tijd nog steeds het Nederlands Kustpad 1 te hebben gevolgd, kwamen we aan het knooppunt 13, ter hoogte van het Strandpaviljoen Valkenisse, ondertussen de klok van 13:00 uur nabij. Ook daar hielden we even kort halt om even de dorst te lessen. Na dit oponthoud wandelden we aan het knooppunt 13 rechtdoor verder op de Duinweg, tot we schuin links konden afdalen richting Strandcamping Valkenisse. Daar aan de ingang begaven we ons rechts op een geasfalteerd wandel- en fietspad, eveneens Duinweg. Amper enkele honderden meters verder kwamen we uit op een restant van het Landfront Vlissingen, een onderdeel van de Atlantikwall. We verlieten het fietspad naar links en wandelden op een brede grasweg letterlijk tussen de drakentanden. Op het einde ging het scherp rechtsaf om een volgende serie drakentanden aan te treffen en er de Duinweg te kruisen. Aan de overzijde ging het doorheen een gedeelte bos opnieuw richting duinengordel. Uiteindelijk, na nog even te hebben genoten van bos, zon en zee, mondde de Duinweg uit op de Vroonweg, inmiddels grondgebied Klein-Valkenisse. Daar troffen we het knooppunt 22 aan. We gingen de Vroonweg op naar links, een smalle kasseiweg tussen landerijen welke leidde naar de Klaassesweg, die we naar rechts dienden te volgen. Ook daar konden we gebruik maken van het brede afgescheiden fiets- en wandelpad bezijden de weg. Aan het eerste kruispunt verlieten we kort daarna de weg naar links door de Lageweg op te gaan. Net voorbij een boerderij verliep een nieuw aangelegd fietspad dwars over de Lageweg, net aan het knooppunt 23. We sloegen dan ook linksaf en wandelden verder op dit fietspad, naast een waterloop links van het pad.

Na een haakse bocht naar rechts eindigde het fietspad wat verder aan de Valkenisseweg, die we naar rechts opgingen, zij het dan aan de overzijde van de weg, op het afgescheiden fiets- en wandelpad. Ruim een lange bocht verder, begaven we ons links op de Brasserwegeling, juist aan het wandelknooppunt 27. Een smal asfaltwegje middenin de natuur, dat we volgden tot aan een dwars gelegen waterloop, waar we haaks linksaf draaiden en naast de waterloop verder gingen, tot het knooppunt 24. Via een brugje overschreden we naar links het water en vervolgden onze tocht door een gedeelte ongerepte natuur met veel riet en tal van kleurige bloemen. We staken nogmaals via een brugje een waterloop over en wandelden stilaan terug in de richting van de bewoonde wereld. Na enkele kort op elkaar volgende bochten mondde uiteindelijk de tot nog toe gevolgde grindweg opnieuw uit op de Klaassesweg. We dwarsten de openbare weg en volgden aan de overzijde een ander kronkelend pad voorbij het Vakantiepark De Meerdaal. Net er voorbij kwamen we langs het knooppunt 21, om daar haaks rechts te kiezen. Een smal wandelpad, andermaal Duinweg genaamd, leidde stilaan naar de bewoonde wereld, vermits we even later Noordendolfer betraden. Amper de weg naar rechts opgegaan, dienden we links de Bosweg te kiezen, een betegelde weg tussen de villa’s. We passeerden er de Rooms Katholieke Toeristenkerk St. Catharina, on net er voorbij rechts het Elzenlaantje in te slaan. Kort erna ging het links op een smal wandelpad tussen de achtertuintjes van de aanpalende straten. We kruisten het Olmenlaantje, waarna het pad eindigde ter hoogte van opnieuw de Bosweg.

We gingen rechtsaf en kwamen dadelijk aan op het kruispunt met de N288, de Langendam. Deze drukke invalsweg volgden we tot net voorbij de laatste woningen links van de weg. Daar konden we de drukte verlaten via een smal wegeltje naast de weg, dat nadien, net voorbij de kazerne van de Brandweer, een bocht maakte naar links. Het wegeltje leidde doorheen een klein buurtparkje, alwaar we het knooppunt 75 aantroffen. We kozen er op de splitsing de linkertak en bereikten op de rand van het parkje reeds het knooppunt 74 aan de Molenweg. We begaven ons op de Molenweg linksaf, richting centrum van Zoutelande, waarbij we dan ook de mooie Korenmolen van Zoutelande van nabij konden zien. De Molenweg verder volgend, kwamen we tenslotte via de Smidsstraat opnieuw in het centrum van Zoutelande op de reeds eerder bezochte Langstraat. Alvorens opnieuw de richting van de wagen te kiezen, namen we nog even de tijd voor een kopje koffie in café De Fiets, waar we even met onze consumptie van het terras dienen de vlucht te nemen naar binnen, omwille van een fel onweer. Eenmaal de bui overgewaaid, beklommen we tegenover de kerk opnieuw de hoger gelegen dijk en begaven ons rechtsaf richting knooppunt 71. We wandelden nu in omgekeerde richting zoals voorheen op de dag naar het knooppunt 91 en nadien richting parking. We eindigden dan ook deze tocht bij de noorderburen omstreeks 17:00 uur na 23.456 stappen. Alvorens terug richting België te kiezen, bezochten we nog even het nabij gelegen Westkapelle. Bekend omwille van de gevechten tijdens de bevrijding in 1944.”

dinsdag 2 juni 2020

270: Oostende, Zondag 19 mei 2013, 18 km. (5400,879 km.)


“Een zonnige zondagochtend, de ideale gelegenheid om even de kust op te zoeken voor een wandeltocht langs de Noordzee. We kozen dan ook als vertrekplaats Oostende, om aldaar een gedeelte te bewandelen van het wandelnetwerk ‘Kustwandelroute’. Tijdens een vorige tocht waren we gewandeld van Oostende naar Blankenberge. We parkeerden dan ook in de nabijheid van het Leopoldpark op de aldaar gelegen gratis parking. We bevonden ons in de nabijheid van het wandelknooppunt 63. We konden twee richtingen uit: richting De Panne of richting Knokke-Heist. Het werd ditmaal de tweede optie. Na nog even een hapje te hebben gegeten, waren we klaar om van start te gaan. Even voorbij dit punt bevindt zich de kazerne ‘Bootsman Jonsen’, momenteel in gebruik door de zeemacht. Deze kazerne werd vernoemd naar de in Antwerpen geboren Jonsen die in 1941 dienst nam bij de Belgische sectie van de Royal Navy. Vóór het gebouw bevindt zich het monument ter ere van het 3de en 23ste Linieregiment, voor de gesneuvelden uit beide oorlogen. Onze tocht begon dan ook naar links, richting Maria Hendrikapark, in de onmiddellijke nabijheid. Via een wandelbrug overschreden we de vijver van het park.

Het Maria Hendrikapark is een 19de-eeuws stadspark, genoemd naar de tweede Koningin der Belgen. We kregen zicht op de nabij gelegen watertoren en konden enkele kunstwerken bekijken welke zich in het park bevonden. Een drietal enorme kogelhulzen trokken dan ook de aandacht, net als de eenden op het water. Aan de overzijde van de vijver gingen we rechtsaf, langs de rand van de vijver verder. We verlieten even later het park, dwarsten de drukke Verenigde Natieslaan en bereikten op die manier de Koninginnelaan, een nagenoeg kaarsrechte wandelweg. Het ging voorbij de Koninklijke Stallingen, een gebouw ontworpen in 1903 en vervolgens voorbij tal van mooie zitbanken en waterpartijtjes. Op het einde van deze lange laan, kwamen we dan aan ter hoogte van het strand en hadden er een ontmoeting met het ruiterstandbeeld van koning Leopold II. We stapten onder de boog door en bevonden ons op de Koning Boudewijnpromenade, met andere woorden, wandelknooppunt 65 op de zeedijk. 

We hielden links aan, richting wandelknooppunt 66 en gingen aldus via de Koninklijke Galerijen, een ongeveer 380 m lange passage tussen voormalig chalet en renbaan. Voorbij deze galerijen wandelden we verder via de zeedijk, richting Mariakerke. Gekomen ter hoogte van het knooppunt 66, verlieten we de zeedijk en gingen linksaf, de Dorpsstraat van Mariakerke in. We hielden er dan ook even halt ter hoogte van het Duinenkerkje en bezochten er de kerk en de begraafplaats. Immers aldaar bevindt zich het graf van James Ensor. We begaven ons vervolgens de Duinenstraat in, gelegen tussen duinen en hinterland, teneinde ons te begeven naar het volgende wandelknooppunt 67. Net daar voorbij konden we de Onze-Lieve-Vrouwe kapel bekijken, een witte bakstenen kapel uit 1961, de noodkerk Sint-Rafäel. Vervolgens, op weg naar wandelknooppunt 69, trokken we doorheen het Provinciaal Domein Raversijde. In dit mooie natuurgebied konden we genieten van deze stralende zonnige dag en enkele kunstwerken bewonderen welke aldaar zich bevinden. Binnen het domein kan men ook heringerichte complexen bezoeken van de Atlantikwall. 

Eenmaal het Provinciaal Domein achter de rug, konden we aangenaam stappen via een verhard wandelpaadje doorheen duinengebied, weliswaar aan beide zijden voorzien van een omheining. Stilaan bevonden we ons op het grondgebied van Middelkerke, getuigen daarvan onderweg een gedenkplaat ter ere van burgers en Duitse soldaten, welke het leven lieten op 04 augustus 1944, als gevolg van een Amerikaans bombardement op de Duitse kustbatterij Bernaert. Ook mocht een stukje gemeentelijk park van Middelkerke op onze route niet ontbreken. In Middelkerke hadden we ondertussen knooppunt 71 bereikt en begaven we ons even later richting wandelknooppunt 73 in Westende. Bij het verlaten van knooppunt 71, kwamen we vrij snel terecht in de Warandeduinen, alwaar we even de ruime omgeving konden overzien vanuit een kleine uitkijkpost. We konden er dan ook even denken aan de inwendige mens en genieten van een broodje. Een watertoren even verder trok eveneens de aandacht. Eenmaal doorheen het duinengebied kwamen we ter hoogte van het wandelknooppunt 73 in Westende-Bad. Aldaar gingen we haaks rechtsaf, naar het nabij gesitueerde knooppunt 74 op de zeedijk zelf. Eindelijk konden we de Noordzee zien, alsook enkele watersporters vechtend tegen de golven.

Onze tocht ging dan verder over het strand naar het wandelknooppunt 76. We konden nu geruime tijd genieten van het geluid van de aanstormende golven, maar bovenal de geuren ervaren welke de zee prijs gaf. Stappend af en toe door het mulle zand, kregen we tenslotte de wandelpaal in zicht. Ondertussen reeds een behoorlijk aantal kilometers gewandeld, besloten we om op zoek te gaan naar transport teneinde onze wandeling af te ronden. We verlieten dan ook ter hoogte van het wandelknooppunt 76 het strand en gingen haaks linksaf doorheen de duinengordel richting knooppunt 75, op de Koninklijke Baan. Zo kwamen we korte tijd later terecht op het grondgebied van Lombardsijde en namen aldaar de kusttram, terug naar de plaats waar we tijdens de ochtend waren van start gegaan. Meteen het einde van een zonnige wandeldag aan zee. Een lange autorit wachtte ons nog huiswaarts.”

maandag 25 mei 2020

251: Bray-Dunes, Zaterdag 12 mei 2012, 20,3 km. (4995,139 km.)



Een reeks wandelbelevenissen in Frans-Vlaanderen. Een eerste traject, werd gevolgd op zaterdag, pas ’s anderendaags werd het relaas met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg geschreven.

“Een wandelrelaas met betrekking tot onze wandeling van gisteren, welke van start ging in de nabijheid van het Franse Bray-Dunes. Deze wandeling wordt beschreven in de Dagstappergids Frans-Vlaanderen. Dit boekje, uitgegeven bij Lannoo, bevat 15 dagwandelingen, hoofdzakelijk langsheen Grote Routepaden en Streek-GR’s. Het traject welke we volgden, verliep dan ook grotendeels langsheen de GR120 of anders genoemd de GR du Littoral. Volgens de Dagstappergids bedroeg de afstand 19 km, wij kwamen echter uit op 20,3 km, ingevolge een klein ommetje doorheen Zuydcoote. Maar goed, de wandeling ging van start ter hoogte van de Frans-Belgische grens tussen het grenscafé Palais du Picon en de ingang van de camping Le Perroquet.

Aldaar bevindt zich de voormalige spoorlijn Gent – De Panne – Dunkerque, het begin van een schitterende dagtrip doorheen de ongerepte natuur. We dienden vooreerst het smalle pad te volgen langsheen de spoorweg, een pad dat af en toe met moeite zichtbaar was, omwille van het hoog opgeschoten onkruid. Zowat 700 m verder, verlieten we het pad om het rechts gelegen duinengebied ‘La Dune du Perroquet’ in te gaan. Al kronkelend en af en toe klimmend, ging het doorheen deze prachtige duinenzone. Reeds vroeg op deze wandeltocht bemerkten we de eerste restanten van een woelige periode, met name een Franse bunker  en even verderop een paar Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. In de verte kon reeds de hoogbouw worden waargenomen van Bray-Dunes-Plage. De beklimmingen van enkele zandduinen werden afgewisseld met enkele afdalingen naar begroeide duinpannen. Ter hoogte van de Duitse bunkers, troffen we een eerste wandelboom aan met de aanduiding dat we het ‘Circuit de Bray-Dunes’ dienden te volgen.

We vervolgden onze weg doorheen duinstruikgewas en na een korte beklimming, zagen we in de verte het kruis van het ‘Vissersmonument’. Enkele minuten later konden we van dichtbij dit unieke monument uit 1952, dat werd opgericht op een oude bunker en een 22 m hoge duin bewonderen. We lieten nadien het monument achter ons en daalden af doorheen een bosje naar het nabijgelegen Bray-Dunes. We namen even de tijd om een koffie te nuttigen in ‘Le Kazac’ ter hoogte van de Rue Général de Gaulle. Na deze korte pauze trokken we verder via de Rue du Collège, gingen onder een autoviaduct door en bereikten even later het tweede duinengebied van de dag, ‘La Dune Marchand’. Via een houten sas en enkele trappen betraden we alweer een uniek natuurgebied. Enkele infopaaltjes lieten ons weten dat we vanaf nu het traject volgden van de GR120, anders gezegd de ‘GR du Littoral’. We hoefden dus een tijdje enkel en alleen oog te hebben voor de roodwitte markeringen. We volgden eveneens het plaatselijke wandelpad ‘Sentier des Aulnes’, in de richting van een verderop gesitueerd ‘Blockhaus’.

Hier hadden we de mogelijkheid om via een houten trap bovenop dit overblijfsel van de ‘Atlantikwall’ te komen en te genieten van een schitterend vergezicht. Het GR-pad verder volgend konden we alweer ervaren hoe mooi dit duinengebied wel was, vooral daar we voorzien werden van een schitterend lentezonnetje, met als gevolg dat het zowaar warm aanvoelde in de duinpannen. Ter hoogte van een T-splitsing, ging het linksaf en zo verlieten we via een houten sas dit tweede duinengebied. We troffen opnieuw de voormalige spoorlijn aan en die naar rechts volgend, bereikten we korte tijd later de eerste huizen van Zuydcoote. Via enkele woonstraten kwamen we aan ter hoogte van het oude stationsgebouw van deze gemeente. Daar ging het rechtsaf, om via een licht hellende asfaltweg aan te komen ter hoogte van de toegangsdreef naar ‘l’Hôpital Maritime’. We staken er opnieuw de spoorweg over en vonden er een uniek plekje om even de inwendige mens te versterken. Genietend van het lentezonnetje, werden de boterhammetjes met smaak naar binnen gewerkt.

Even later trokken we op weg naar de laatste duinenzone van de dag, ‘La Dune Dewulf’. Via alweer een sas bereikten we een grote voetbalweide, voorzien van picknicktafels en banken, blijkbaar hadden we iets te vroeg gegeten. Aan de overzijde van het veld verlieten we via een tweede sas deze rustplaats en betraden de laatste duinenzone van de dag. We wandelden nogmaals via smalle paden door duinbosjes, dienden vaak een kleine beklimming te maken en overschreden voor het laatst de spoorlijn in dit duinengebied. Ondertussen wandelden we niet langer westwaarts, doch pal noord, richting strand. Twee opeenvolgende trappen, lieten ons vervolgens het duinengebied aanschouwen. Enkele ogenblikken later vernamen we via een wandelboom, dat we het ‘Circuit de la Dune Dewulf’ volgden. In de verte konden we reeds de hoogbouw zien van Dunkerque, alsook de watertoren van Leffrinckoucke. Na een tijdje het wandelpad door deze duinen te hebben gevolgd, dienden we dit te verlaten en wendden we onze steven naar rechts, richting ‘La Batterie de Zuydcoote’, vaak ook ‘La Batterie de Leffrinckoucke’ genoemd.

De eerste bouwwerken dateren immers reeds van 1778 en de laatste aanpassingen vonden plaats in 1934. Oorspronkelijk diende deze vesting ter verdediging van de toegang tot de haven van Duinkerke. De Duitsers echter bouwden het verder uit als onderdeel van de ‘Atlantikwall’. Het ging een stukje tussen de restanten van deze enorme vesting, om vervolgens af te dalen naar het nabijgelegen strand van de ‘Côte d’Opale’. Eenmaal met beide voeten het strand bereikt, voelden we pas echt de kracht van de natuur. Een stevige en koude bries wist ons te verwelkomen en de kracht van de golven was zichtbaar aan de tot ruïnes herleide bunkers. Overal lagen stukken metselwerk en blokken beton ontsierden het strand. Het ging nu via het brede strand terug richting Belgische grens. Enkele markeringen op bunkers lieten ons weten dat we terug de GR120 volgden. Op die manier wandelden we langsheen het kleine Zuydcoote aan zee, om geruime tijd later de zeedijk te bereiken van Bray-Dunes-Plage. Hier hadden zich in 1940 vreselijke taferelen afgespeeld, toen het Britse Expeditieleger erin slaagde te ontsnappen naar Engeland. Deze gebeurtenis ging de geschiedenis in als ‘Operatie Dynamo’.

Eenmaal op de zeedijk dus, de hoogste tijd volgens wandelmaatje om te bekomen bij een lekkere kop koffie. Nadien ging het via de zeedijk verder richting strand voor het laatste stukje wandeling langsheen deze ‘Côte d’Opale’. In de verte bemerkten we reeds de flatgebouwen van het Belgische De Panne. Wij volgden echter opnieuw het strand richting camping ‘Le Perroquet’. Even later bemerkten we rechts van ons enkele bouwsels van deze camping. Achter ons lieten we de zeilwagens voor wat ze waren en we verlieten even later het strand om haaks rechtsaf te draaien. We passeerden een oude grenspaal uit 1819, welke destijds de grens aangaf tussen Frankrijk en de Nederlanden. Sedert 1830 bepaalt die aldaar de grens tussen Frankrijk en België. Vervolgens wandelden we evenwijdig met de grens, op het gelijknamige ‘grenspad’. Het ging nu via een stukje natuurreservaat ‘De Westhoek’ terug richting Frans-Belgische grensovergang, alwaar we enkele uren voorheen waren vertrokken. Nog een laatste drankje op een terrasje ter hoogte van de parking, besloot dit Franse wandelavontuur.”

We sluiten af met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden nagelaten. ‘K: Bray-Dunes. Les dunes de Flandre. Duinenpracht net over de zuidergrens. J: Bray-Dunes. Tocht uit de Dagstappergids Frans-Vlaanderen. Doorheen de prachtige Dunes de Flandre, Bray-Dunes, Zuydcoote en langsheen de Batterie de Leffrinckoucke.’

dinsdag 21 april 2020

163: Audresselles, Zondag 02 mei 2010, 15,2 km. (3239,711 km.)



Deze georganiseerde tocht werd voorheen in de wandelgids Marching kort aangekondigd als volgt: ‘France – Côte d’Opale, dimanche 2 mai – 11ème Rand’Opale, 8-15-25-32-40 km. Départs: Cap Gris Nez: Audresselles.’ Na een behouden thuiskomst en vooral na een periode in de droogkast te hebben doorgebracht, schreven we nog dezelfde avond het hierna weergegeven relaas, omstreeks 21:10 uur.

“Na het natte wandelpak van gisteren, was onze hoop vandaag gevestigd op een beetje betere weersomstandigheden. Toen we deze ochtend even na vijf uur ontwaakten, was het evenwel al hevig aan het regenen. Het beloofde dus andermaal een natte dag te worden, zoals nadien zou blijken. De reden dat onze dag zo vroeg begon, had te maken met de bestemming van vandaag. Onze wandelclub De Kwartels organiseerde immers een busreis, met als bestemming Audresselles (Cap Gris Nez in Frankrijk). Deze ochtend om iets na zeven uur, vertrokken dan ook twee bussen vanuit Assenede, richting Côte d'Opale. Onderweg niets dan regen en het zou de rest van de dag niet beter worden. Zelfs na onze aankomst omstreeks half tien deze ochtend, bleef het water met bakken uit de lucht vallen. Zij die hadden gehoopt op enkele opklaringen, zouden van een kale reis terugkeren. Toen we in Audresselles waren aangekomen, begaven we ons naar de startplaats, om daar algemene chaos vast te stellen. Gelijktijdig arriveerden aldaar namelijk een vijftal bussen uit ons Belgenland, voldoende om meteen de organisatie ter plaatse in het honderd te laten lopen. Van het kastje naar de muur gezonden, vonden we uiteindelijk de juiste tent om te voldoen aan de inschrijving.

Volgens plaatselijke info kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 8, 15, 25, 32 of 40 km. Gelet op de weersomstandigheden, de aard van het terrein en vooral omwille van het vertrekuur van de bussen, hadden we weinig andere keuze dan te kiezen voor het parcours van de 15 km. Nadien zou blijken dat, gelet op de gesteldheid van het parcours, dit een juiste keuze was geweest. Alvorens van start te gaan, konden we nog even een beetje genieten van een bekertje koffie en een chocoladebroodje, geschonken door de inrichters, met name Les Randonneurs de la Côte d'Opale. Even later konden we op weg voor de 11ème Rand'Opale. In kolonne ging het Audresselles uit via een landelijke weg, waarbij al dadelijk het niveauverschil in het terrein werd aangevoeld. Eens de bebouwde kom werd verlaten, volgde wat verder een onverharde weg en bleek algauw dat we vaak modder zouden te verwerken krijgen. Door het grote aantal deelnemers bleek al vlug dat de bodem was stuk gelopen en dat menig wandelaar een schuiver maakte. Waar het wegdek een beetje was verhard, troffen we grote plassen aan en was het een beetje laveren tussendoor. Zodra we de open velden bereikten, volgden we het verloop van de Sentier du Cap Gris Nez, een wandelparcours van 27 km, netjes aangeduid door houten bordjes.

Links en rechts bemerkten we het felle geel van de koolzaadvelden en nog opmerkelijker was de aanwezigheid van de vele bunkers, welke ooit deel uitmaakten van de befaamde Atlantikwal. Na een eindje wandelen, splitsten de wandelaars van de 8 km zich naar links af, terwijl de rest van het deelnemersveld rechtdoor aanhield. Na een goed uurtje regen en wind te hebben getrotseerd, bereikten we het dorp Audinghen. Tijd om een kopje koffie te nuttigen op een aangename manier, het is te zeggen, voorzien van een zitplaats, hetgeen we bij de start hadden moeten ontberen. Blijkbaar zijn de startplaatsen niet voorzien van deze accommodatie, zoals onze wandelclubs dit wel doen. Inzake organisatie kunnen de zuiderburen hier nog iets leren. Maar goed, we vonden een droog onderkomen in een plaatselijke brasserie, met name Le Vent du Nord, een toepasselijke naam voor de weersgesteldheid onderweg. De zaak zat zo goed als vol met Vlaamse wandelaars en de prijs was in verhouding, zo bleek later. Wat voor een koffie moest doorgaan, kostte een aardig bedragje. We konden evenwel een beetje op temperatuur komen en dat was toch ook al iets. Even later konden we om de hoek terecht in de plaatselijke school voor een eerste controle. Ook hier alweer aanschuiven langs een tafel, waar een kleinigheid kon worden geproefd, chocolade of een stukje fruit. Dranken konden er niet worden gekocht en zitplaatsen waren niet voorzien. Bovendien was het sanitair niet voorzien op de talrijke deelnemers.

Deze trend zou zich jammer genoeg doorzetten langsheen de rest van het traject. Na deze eerste halte, vervolgden wij onze tocht, opnieuw door de regen. De wandelaars die een langere afstand volgden dan 15 km, sloegen bij het verlaten van de school rechtsaf, op weg naar Audenbert. Wijzelf gingen naar links, langsheen de plaatselijke begraafplaats, om even verderop een rechts gelegen landelijke weg op te gaan. Hier volgden we het traject van twee wandelroutes, Entre les Caps en Entre les Monts. We trokken nu in de richting van de zee en dat was voelbaar aan de wind. Nog steeds zagen we nieuwe donkere wolken afkomen en het regenen hield niet op. De staat van het wegdek werd, naarmate de wandeling vorderde, steeds slechter. Af en toe dienden we zelfs over het veld te lopen om nog enigszins van een parcours te kunnen spreken. We kwamen herhaaldelijk langsheen bunkers en in de verte was zelfs een vuurtoren zichtbaar. Uiteindelijk kregen we zicht op de Cap Gris Nez, zij het uit de verte en deels gehuld in de nevel. We bereikten even verderop opnieuw de Sentier du Cap Gris Nez en deze volgend, bereikten we wat later een hoeve in Framezelle, alwaar we een tweede controle verkregen. Hier was het aanschuiven in een grote schuur, waar de wandelaars dicht op elkaar, enige beschutting zochten voor de regen. Van zitplaatsen was ook hier geen sprake, waardoor we noodgedwongen onze weg vervolgden.

Het laatste stuk van de wandeling, zou hoofdzakelijk langsheen de zee verlopen. Hoog boven het wateroppervlak volgden we het verloop van de kustlijn, waar we onder de indruk waren van de hoogte van de kliffen. Hier konden we van nabij enkele restanten van bunkers bekijken, alsook hoe op sommige plaatsen de kustlijn afbrokkelde als gevolg van het geweld van de zee. Langsheen deze vaak moeilijk begaanbare paden, verliep de GR120. De modder kleefde hier werkelijk aan de schoenen en dat maakte het stappen zwaarder. Sommige wandelaars hadden vaak moeite om hun evenwicht te behouden. Wat verderop bereikten we een kleine grot, waar het parcours in laatste instantie was gewijzigd, vermits het niet langer begaanbaar was omwille van de gevallen regen. Hier konden we even tot op het strand gaan om van nabij de zee te bekijken. Nadien draaide het parcours richting binnenland, weg van de kustlijn. Ondertussen begon het steeds harder te regenen en leek het einde van de wandeling plots heel veraf te zijn. We wandelden nu in de richting van het verderop gelegen Museum van de Atlantikwal, dat echter niet op het parcours was gelegen. Even voordien ging het rechtsaf en volgden we een dalende asfaltweg, in de richting van Audresselles.

Geruime tijd later bereikten we de eindstreep, doornat en tevreden dat we even later de bussen konden opzoeken. Informatie met betrekking tot het aantal deelnemers konden we nergens aantreffen. De omgeving waar we vandaag hadden gewandeld, kon uiteindelijk wel boeien en overtuigen, maar alleen al omwille van de bar slechte weersomstandigheden, waren we blij huiswaarts te kunnen gaan. Bij zonnig weer is het in deze omgeving vast en zeker een belevenis om er te wandelen. We hebben dan ook deze eerste kennismaking genoteerd en onszelf de belofte gemaakt, bij een andere gelegenheid de streek eens opnieuw met een bezoekje te vereren, zij het onder andere weersomstandigheden. Onze notities onderweg waren op het einde van de tocht herschapen in een nat vodje, waar amper nog iets kon worden gelezen. We hopen op een beetje zon om Audresselles op een andere manier te leren ontdekken, maar voor ons is het na dit weekend wel genoeg geweest.”

We eindigen dit wandelverhaal voor vandaag, met datgene te vermelden, wat kort na afloop van deze regenachtige tocht, werd neergeschreven in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Een prachtig maar uitgeregend landschap rond Cap Gris-Nez. Geen al te beste organisatie. J: Regen, regen, … regen.’

maandag 20 april 2020

161: Ghyvelde, Zondag 25 april 2010, 26,1 km. (3200,811 km.)



De volgende wandeling werd destijds als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche 25/4/2010 – 59254 Ghyvelde (Frankrijk), 8ste Rando Watergang, 7-12-17-22-27 km. Randonneurs van de Polders. Start: Salle des Fêtes. Unieke wandeltocht in de Franse Westhoek tussen zee en polders, door Ghyvelde, Bray-Dunes en Zuydcoote (natuurreservaat, privaat domein, vijvers). 60-70% natuurparcours. Vanaf 22 km zicht op zee. Gratis versnapering.’ Na afloop schreven we nog laat op de avond het hierna weergegeven verhaal, omstreeks 21:10 uur.

“Na de ietwat teleurstellende wandeling van gisteren, trokken we deze ochtend vroeg naar het verre Ghyvelde in Noord-Frankrijk, om daar deel te nemen aan de 8ste Rando Watergang. Deze wandeling werd georganiseerd door de Randonneurs van de Polders. De plaats van afspraak was gesitueerd in de Salle des Fêtes te Ghyvelde zelf. Bij onze aankomst aldaar, werden we door leden van de club een parkeerplaats toegewezen. Even later konden we terecht in de ruime startzaal om er te voldoen aan de inschrijving. We werden verrast met een kleine attentie, met name een pakje chips en een 50cl fles Pepsi. Alvast een leuk begin van de dag. Er was ruim voldoende informatie aanwezig met betrekking tot de diverse wandeltrajecten, alsmede een vergroot overzichtsplan van de totale omloop. Zo kregen we een voorsmaakje van wat ons te wachten stond. We konden kiezen uit de volgende afstanden: 7, 12, 17, 22 of 27 km. Wij opteerden voor de langste afstand met een werkelijke lengte van 26,1 km. Onderweg zouden we ons kunnen bevoorraden op een viertal controleposten. Na de plaatselijke koffie en een hapje konden we op weg. Voorzien van short en T-shirt hoopten we er een zonnige dag van te maken. Jammer genoeg zou het net op dat punt een beetje tegenvallen. Maar daarvoor kunnen we uiteraard de organisatie niet verantwoordelijk stellen.

Het eerste gedeelte van de wandeling, zou het langste van de dag worden, met name een wandelafstand van 8,2 km. Bij het verlaten van de Salle des Fêtes, dienden we een eerste maal naar rechts te gaan. Even het hoekje om en we kwamen terecht op de Rue Nationale welke door de gemeente loopt. Hier raakten we de deelnemers aan de 7 en 17 km kwijt, aangezien deze een andere richting namen. Wijzelf gingen samen met de wandelaars van de 22 km naar rechts om de Rue Nationale te volgen tot buiten de bebouwde kom van het dorp. We bereikten zo het Hameau du Lac (Commune de Moëres). Juist voorbij de grens van de gemeente sloegen we een links gelegen veldweg in, welke evenwijdig liep aan de autosnelweg E40. We betraden op die manier de Site naturel protégé Dune Fossile. Een smalle wegel leidde ons tussen doornstruiken, langs tunnels gegraven door konijnen en met links van ons een zicht op een prachtig natuurgebied, waar enkele paarden kuierden. De eerste zandduinen waren in de verte reeds te onderscheiden en het geheel deed wat denken aan de Camargue. Wat verderop ging het over een stuk privéterrein, waarvoor vanzelfsprekend een bedanking vanwege de club. Het smalle wegeltje maakte plaats voor een verhard pad en wat verder een landelijke weg.

Hier scheidden zich de wandelaars van de 22 km naar links af, terwijl wijzelf rechts aanhielden. Een infobord Le pâturage et la dune fossile de Ghyvelde, gaf wat nadere uitleg over dit unieke natuurgebied. Het lijkt logisch dat we daar dan ook het Circuit de la Dune Fossile volgden, netjes aangeduid door bordjes langsheen het pad. Dit pad volgend bereikten we nadien de grens met Adinkerke (De Panne), zodat we heel even terug op Belgische bodem vertoefden, echter niet voor lang. De fietsroute van 51 km (Cobergherroute) deed ons uitkomen ter hoogte van een gedenkteken voor de Frans-Belgische vriendschap, waar het haaks linksaf ging, terug het natuurgebied in. Hier volgden we een gedeelte van de Tour de la dune fossile de Cabourg. We kregen opnieuw een smal pad te verwerken, dat ditmaal in tegenovergestelde richting verliep en dus meteen richting Ghyvelde. Links van ons konden we tal van duinen onderscheiden. Een stukje duinenbos vormde de overgang tussen deze natuurzone en de bebouwde kom van Ghyvelde die we wat verderop bereikten. De lange afstandsfietsroute LF51 (Antwerpen - Noordzee) fungeerde als gids, tot we de kerk van Ghyvelde bereikten. Hier namen we even de tijd om het plein te bekijken en ons nadien te begeven naar de startzaal, waar we een eerste maal konden pauzeren.

De eerste grote lus was afgehandeld en waren we toch wel onder de indruk van de schoonheid van dit gebied, maar vooral van de stilte en de rust die we onderweg hadden aangetroffen. Terug op weg, volgden we ditmaal naar links, waar we ons al vlug opnieuw bevonden op het Circuit Cobergher. Een splitsing deed de 7 km wandelaars een andere richting uitgaan, waarna wijzelf rechtdoor aanhielden, om op die manier opnieuw de Rue Nationale te bereiken. We volgden ditmaal het verloop van deze weg, in de richting van Bray-Dunes. Op die manier verlieten we opnieuw de bebouwde kom en volgden de Rue Nationale tot aan de grens met deze gemeente. Ter hoogte gekomen van de brug over het Canal de Furnes, zagen we aan de overzijde van de brug de grens van Bray-Dunes. We staken de brug over, doch sloegen onmiddellijk een links gelegen veldweg in, welke evenwijdig liep met het kanaal. Al vrij vlug ging het pad over in een wegel en zodoende bevonden we ons terug in de vrije natuur en tussen de vegetatie. Wat verderop ging het onder de brug door en meteen nadien naar rechts, in de richting van Bray-Dunes. Spoedig bemerkten we de eerste campings langsheen de weg. Uiteindelijk bereikten we de Site naturel protégé Dune Marchand, waar we de oude spoorwegbedding aantroffen van de voormalige Ligne de Dunkerque - Bray-Dunes.

Via een hekje kregen we toegang tot dit gebied en meteen scheidden zich de 12 km wandelaars af naar links, de rest ging rechts zijn eigen weg. We volgden nu een kronkelende wegel, welke min of meer evenwijdig liep met de oude spoorlijn. We kregen wat duinenbos te verwerken, waarna we wat later terecht kwamen in het duinengebied zelf. Hoge zandheuvels en kronkelende zandpaden vormden nu het voornaamste bestanddeel van het traject. De eerste bunkers van de vroegere Atlantikwal kwamen in zicht en zo werden we even geconfronteerd met het verleden van deze streek. Het gemakkelijkste deel van de wandeling lag blijkbaar achter ons, aangezien vanaf nu klimmen en dalen op het programma stond. De ene duin na de andere werd overschreden en dat gaf uiteraard aanleiding tot vaak unieke zichten over deze kleurrijke zone. Vanaf elke duinentop zag het gebied er anders uit. Af en toe liet de zon zich even zien en dat maakte alles nog unieker om naar te kijken. Na nog tal van duinen te hebben overschreden, bereikten we wat later opnieuw de openbare weg en bevonden we ons in Bray-Dunes-Plage. Het bekende oranje bordje controle deed ons even verder halt houden ter hoogte van Les Dunes, Camp de Loisirs. Op deze camping konden we na 13,4 km, alweer even op adem komen en een appeltje voor de dorst nuttigen.

Dat het heeft gesmaakt hoeft hier wel niet vermeld te worden. Hier kregen we vanwege de inrichters een plannetje toegestopt van het later te volgen traject door La Dune Marchand, aangezien vaak de bepijling in dit gebied het voorwerp uitmaakt van diefstal of vandalisme. Alleszins attent vanwege de inrichters. Maar goed, het was alweer tijd om op pad te gaan. We verlieten de camping en sloegen meteen rechtsaf, om de openbare weg te volgen naar de zeedijk van Bray-Dunes-Plage. Een paar stappen verder bereikten we de zeedijk en kregen zicht op de Noordzee. Het aantal badgasten op het strand was eerder beperkt, omwille van de wind en de afwezigheid van de zon. Enkele moedigen zaten op het strand, vaak voorzien van warme kledij. We volgden de zeedijk naar links en kregen hier de aanduidingen van de GRE9 (Dunkerque - Belgique). De zeedijk volgend, bereikten we wat verderop het einde ervan en kregen daar zicht op het ernaast gelegen duinengebied. Hier verkregen we info inzake Operatie Dynamo welke zich hier had afgespeeld tijdens WO II, met name de evacuatie van het Britse Expeditiekorps, samen met Franse en Belgische militairen. Dit epos is bekend, aangezien vanuit Engeland, alles wat maar bleef drijven, richting Franse kust koos, om destijds de soldaten te evacueren. De meesten zouden later terug hun opwachting maken aan de Normandische kust in 1944.

Het einde van de zeedijk, betekende ook het begin van de Site naturel protégé Dune Marchand. Een toegangspoortje wat verderop, liet ons kennis maken met dit gebied, waar het Circuit de la dune Marchand de leidraad vormde. Tevens konden we zien dat de GR Littoral min of meer hetzelfde traject volgde. We kregen dus opnieuw enkele stoere duinenheuvels voor de voeten geschoven en de zandpaden kronkelden zich er tussendoor, met natuurlijk na elke kronkel een ander zicht over dit prachtige natuurgebied. We hebben het ons geen seconde beklaagd, deze streek te hebben uitgekozen voor de wandeling van vandaag. De Sentier des Pannes, zoals duinen er vaak uitzien, leidde ons vervolgens opnieuw langsheen enkele bunkers welke af en toe in dit gebied verscholen stonden opgesteld. Vaak kon je hen pas op het laatste moment opmerken, omwille van de dikke vegetatie er omheen. Eén ervan was zelfs voorzien van een uitkijkplatform ten behoeve van de wandelaars. Een erachter liggend stukje duinenbos deed ons vervolgens opnieuw uitkomen ter hoogte van de oude spoorwegbedding. Ditmaal staken we de sporen niet over, doch volgden naar rechts het traject van deze voormalige lijn, in de richting van het dorpje Zuydcoote. Na een tijdje de spoorlijn te hebben gevolgd, bereikten we de eerste huizen van Zuydcoote, om korte tijd later aan te komen aan de Espace Robert Merle. In dit complex, annex sporthal, konden we terecht voor een volgende pauze, die natuurlijk welkom was.

Op onze teller stonden ondertussen 17,9 km aangegeven. De benen begonnen het klimwerk te voelen. Na onze rustpauze in Zuydcoote, dienden we alvorens de terugweg aan te vangen, nog een plaatselijke lus te wandelen. Het ging dus na onze eerste halte linksaf, om onmiddellijk opnieuw in een duinenbosje te verzeilen. Een verhard paadje ging op en neer en bracht ons opnieuw tot aan het Noordzeestrand. In plaats van rechtdoor de zee in te stappen, sloegen we een links gelegen zandpad in, het zogenaamde Circuit des Dunes. We kregen blijkbaar een volgende dosis duinenklimmen, zij het ditmaal van korte duur. Van achter de duinen kwam het Hôpital Maritime te voorschijn, dat we voor een groot deel zouden omtrekken. Tal van asfaltpaden leidden ons hier doorheen het duinengebied en dat was gemakkelijker stappen dan over de zandpaden. Even verderop dienden we de regenjassen aan te trekken, aangezien de lucht er dreigend begon uit te zien en de eerste regendruppels zich lieten voelen. De wind begon ook onaangenaam aan te voelen en het werd bij momenten frisjes. Eens door de duinen, volgde een stukje duinenbos en kwamen we terecht op een open weide. De bordjes Heen verplichtten ons naar rechts te gaan, om even verder opnieuw ons te laten proeven van duinenheuvels, paden en wegels.

Blijkbaar kregen we hier alweer een ander parcours te verwerken, aangezien we vanaf nu ontelbare trappen op ons pad kregen te verwerken. Trapjes op, trapjes af, trapjes op, .... We waren niet bij machte ze te tellen, maar het waren er voldoende om ze nadien nog een tijdje na te voelen. Via een stukje Bois mort bereikten we nadien terug de weide, om daar de borden Retour te volgen. We bereikten opnieuw de oude spoorbedding, staken deze over en gingen aan de andere kant de Site naturel protégé Dune Dewulf binnen. Jullie kunnen het al min of meer raden, we kregen er alweer enkele te verwerken, heuse zandduinen, de ene al wat hoger dan de andere. Stilaan ging het verloop van de zandpaden de hoogte in, tot we uiteindelijk enkele oude bunkers bereikten en voor ons een afdaling aantroffen om U tegen te zeggen. De Hoge Blekker kon er de vergelijking mee doorstaan. Het leuke van een klim is nadien de afdaling en hier kon ondergetekende zich eens uitleven en in sneltreinvaart door het zand naar beneden duiken. Het gevoel heeft deugd gedaan dat is een feit. Aan de voet van deze duin bevonden we ons terug aan de Espace Robert Merle voor onze laatste halte van de dag. We hadden reeds 22,2 km geklommen, afgedaald, zand gesmaakt, zeelucht gesnoven, het was welletjes geweest. Nog een laatste rustpauze en we konden langzaam de terugweg aanvatten.

Aan alles komt een einde, ook aan een pracht van een wandeling. We trokken dus opnieuw op weg, om het laatste stukje af te werken. Via het Circuit Cobergher verlieten we Zuydcoote en wandelden de bebouwde kom uit. We bereikten opnieuw de brug over het Canal de Furnes en meteen de grens van Zuydcoote. We staken de brug over, alsook de erachter liggende drukke weg en volgden nadien een landelijke weg, richting Ghyvelde. Na een eindje deze baan te hebben gevolgd, ging het linksaf een veldweg in en meteen kregen we het laatste stukje natuur van de dag te zien, de Site naturel protégé Dune Fossile. Ditmaal volgden we enkele gemakkelijk lopende paden, welke ons tussen de laatste bunkers van de dag leidden. In de verte kregen we reeds de kerktoren van Ghyvelde in zicht en weinige kilometers later, bereikten we de eindstreep, moe maar voldaan. We namen nog even de tijd om in de startzaal iets te drinken en konden er de uitreiking van de prijzen bijwonen. We kregen een tevreden voorzitter aan het woord, die zich tot de wandelaars richtte in het Nederlands, wat op algemeen gejuich werd onthaald.

Dat de man bekende Nederlandse lessen te volgen, werd op handgeklap onthaald. We noteerden voor vandaag 1103 deelnemers en dat is een mooi aantal. Tot slot kunnen we in onze beoordeling kort zijn: zeer ruime controleplaatsen, voldoende en onderhouden sanitair, tot in de puntjes uitgepijld parcours, behulpzame en vriendelijke medewerkers, attenties bij het begin en einde van de wandeling en ‘un bon retour’ tot slot, ja dan weet je het wel als wandelaar. Voor de tocht van vandaag was niets aan het toeval overgelaten en eigenlijk kunnen we dat alleen maar toejuichen. We kijken alvast uit naar een volgende tocht richting Noord-Frankrijk. Met oprechte dank aan de Randonneurs van de polders voor een aangename en fijne zondag...een goede reclame gaat van mond tot mond, we zullen het zeker niet nalaten.”

Afsluiten doen we zoals steeds met een blik in de wandelboekjes, teneinde te vernemen welke eerste indrukken daarin werden nagelaten. ‘K: Schitterend parcours met veel duinen en zicht op zee. Natuurgebieden in Ghyvelde, Bray-Dunes en Zuydcoote (Fr.) Beetje betrokken lucht. Heel wat genoten. Bunkers. Nieuwe sandalen ingelopen. J: Enig mooie en rustige tocht door Frans-Vlaanderen. De polders, de talrijke duinen en onbekende plekjes: Ghyvelde, Bray-Dunes en Zuydcoote.’