zondag 11 augustus 2024

585: Teuven, Zaterdag 11 mei 2024, 16,7 km. (11.335,327 km.)


“Wandeling nr. 14 uit het ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’, met start en aankomst te Teuven. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en vonden bij aankomst een parkeerplaats op Teuven-Dorp, bezijden de plaatselijke Sint-Pieterskerk. Gelet op de reeds opgelopen temperatuur en felle zon, werd vooreerst de fles zonnemelk aangesproken. Even later omstreeks 10:50 uur konden we de wandeling aanvangen ter hoogte van het wandelknooppunt 86, tegenover de kerk. We volgden verder Teuven-Dorp naar rechts, richting knooppunt 88. We kruisten Van Straat en stapten rechtdoor via Nurop. Een smalle vrij bochtige weg, met tal van hoogteverschillen, leidde naar een kruispunt voorzien van een driehoekig pleintje aan het knooppunt 88. We kozen rechtsaf via Nurop, om kort daarna naar rechts de weg te verlaten via een onverharde weg. Door middel van een brugje staken we de Gulp over en begonnen aan de overzijde aan de lange beklimming van de Nuropperberg, richting knooppunt 89. Een smal en af en toe steil bospad leidde uiteindelijk naar een rustbank, alwaar we omstreeks 11:50 uur even konden genieten van een rust- en eetpauze. Na deze onderbreking begonnen we aan een lange afdaling op een grindweg, Gieveld. We bewandelden deze weg via de knooppunten 83 en 82.

Inmiddels was de benaming gewijzigd in de Rue du Château. Aan het knooppunt 82, draaiden we rechts de bochtige Kasteelstraat in naar het knooppunt 80. Doorheen een bosrijke zone ging het de doodlopende weg Obsinnich in. We staken een smal beekje over en hielden de richting aan naar het knooppunt 77, om onder de spoorweg door te gaan. Net voorbij de tunnel onder de spoorweg, troffen we het knooppunt 77 aan, om er dadelijk rechtsaf een brede stijgende veldweg te kiezen. Na een tweetal haakse bochten naar links, daalden we via een smal pad af naar het lager gelegen kruispunt Graef. Daar vonden we het knooppunt 76. We konden er even pauzeren omstreeks 13:30 uur, om er te genieten van een hapje en een drankje. Ondertussen nogmaals de zonnemelk gebruikt ter bescherming; Na deze onderbreking ging het aan het knooppunt 76 rechtsaf, om verder te wandelen via Graef. Een smalle kiezelweg liet ons opnieuw aan hoogte winnen op een vaak erg steil pad. Gekomen ter hoogte van de eerste huizen, ging de weg over in asfalt en verkreeg de weg de benaming van Roodbos. De weg mondde uit naar de dwars gelegen weg Roodbos, alwaar we linksaf kozen, richting de iets verder gelegen N648. Aan de overzijde van de weg, konden we zowat 25 m verder naar rechts, de weg verlaten en links het Roodbos ingaan.

De wandelroute doorheen het bos was aangegeven door houten paaltjes. Een smal bospad liet ons langzaam afdalen naar het knooppunt 75 aan de rand van het bos gesitueerd. We konden er omstreeks 14:40 uur even pauzeren, met een mooi uitzicht over de omliggende grasvelden. Min of meer langs de bosrand ging het nadien verder op een onverhard pad naar het knooppunt 74. Daar aangekomen lieten we het Veursbos rechts liggen en sloegen we links een pad in dat leidde naar het nabije knooppunt 65, ter hoogte van Veurs. Net aan de spoorwegtunnel van Veurs, kozen we rechts een smal kizelpad, dat overging in een smalle grasweg. Het pad mondde uit op de openbare weg, Krindaal, die we slechts over korte afstand naar links bewandelden, tot aan het knooppunt 66, een 150 tal meter voor de spoorwegtunnel. We draaiden rechts de smalle weg Voort in, richting knooppunt 67. Een holle weg met een vrij steile klim door het bos liet ons even op de adem trappen. Eenmaal de hindernis overwonnen bereikten we opnieuw de openbare weeg, De Plank, ter hoogte van een oud vakwerkhuis. Een picknickbank nodigde uit even te genieten van een verdiende rustpauze omstreeks 16:00 uur. Na de rust begaven we ons rechtsaf op De Plank en verlieten het knooppunt 67. We volgden deze smalle asfaltweg tussen akkers en weiland.

We passeerden het knooppunt 72 en behielden dezelfde richting. De Plank mondde uit op de drukke N648, welke we eerder op de dag reeds hadden gekruist. Alvorens onze weg te vervolgen, hielden we even halt links op de N648, alwaar we terecht konden voor een frisdrankje op het terras van ‘Het Boerenhof’. Ondertussen waren we klok van 16:30 uur nabij. Na deze verkoeling staken we weg over en begaven ons op een smalle dalende geasfalteerde weg linksaf, voorbij tal van boomgaarden richting knooppunt 87. Deze weg tenslotte eindigde aan het knoopunt 88, het pleintje waar we ’s ochtends reeds waren kangs gekomen. Vanaf daar volgden we in omgekeerde richting een gedeelte van de heenweg, richting kerk van Teuven. Alvorens de terugreis aan te vangen, konden we nog even genieten van een drankje in café ‘De Zotte Lambiek’, op wandelafstand van de kerk. We eindigden uiteindelijk deze zonnige wandeldag omstreeks 17:35 uur.”

donderdag 11 juli 2024

584: Wortel, Zaterdag 29 juni 2024, 12,2 km. (11.318,627 km.)


“Wandeling N°. 20 uit het ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’, met start en aankomst te Wortel, meer bepaald ter hoogte van Kolonie nr. 41. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en konden bij aankomst terecht op de ruime parking aldaar. Alvorens echter de wandeling aan te vangen, genoten we vooreerst nog in het zonnetje van een kopje koffie in de tuin van ‘De Landloper’. Even later omstreeks 11:00 uur konden we op pad. We begaven ons op Kolonie rechtsaf en stapten voorbij het ‘Bezoekerscentrum De Klapekster’. We troffen er een informatiebord aan met tal van wandel- en fietstochten in de omgeving. Net voorbij dit centrum, verlieten we Kolonie naar rechts, gingen een geopend hek voorbij en volgden een smalle kasseiweg. Deze weg verliep tussen enkele loodsen en oude stallen van Wortel-Kolonie. Voorbij de gebouwen ging de weg over in een graspad. Op de eerste kruising draaiden we links een eikendreef in, die leidde naar het wandelknooppunt3, net aan het Bootjesven, dat is ontstaan door uitturving. Aan het Bootjesven gingen we rechtsaf door een mooie eikendreef, verhard met oranje zandkiezel. Op het einde van de dreef, ter hoogte van het knooppunt 5, gingen we schuin links een brede beukendreef in, die wat verder splitste in een gedeelte voor tractoren en een voor voetgangers. Op het einde daarvan, verlieten we de dreef naar links, stapten voorbij een kantelpoortje het bos in.

Vanaf het knooppunt 57 ging de route over een kronkelend bospaadje, richting knooppunt 62. Even voorbij een klein vennetje en een tweede kantelpoortje, bereikten we het knooppunt 62 op een dwars gelegen bosweg, zowat op de grens tussen België en Nederland. We draaiden haaks linksaf en wandelden via deze zogeheten Grensdreef naar een kruispunt van bosdreven, net aan het knooppunt 6. Daar ging het rechtsaf, over een wildrooster een brede zandweg op, tussen akker- en grasland. We overschreden op die manier de grens en wandelden Nederland in. Via de Nederlandse wandelknooppunten 76 en 74, mondde deze zandweg uit op de drukke weg van Minderhout naar Baarle-Hertog. We bevonden ons inmiddels op het grondgebied van Castelre. We kruisten schuin rechts de weg en stapten via een graspaadje richting knooppunt 75 en vervolgens 97. Door middel van een klaphekje belandden we in open grasland, echter vrij drassig en gedeeltelijk onder water. Het was dus even zoeken naar een droge passage. Wat verder bereikten we het Merkske, wat we door middel van een gammel houten brugje overstaken, gevolgd door een korte wandeling over vlonderpaden. Tal van smalle bospaadjes leidden uiteindelijk naar de rand van het bos, waar we terecht kwamen op een veldweg, genaamd Gouverneursbossen.

Deze weg bracht ons wat verder aan een infobord betreffende de Halsche Beemden, alwaar we op een picknickbank even in het zonnetje konden verpozen en genieten van een hapje en drankje. Na dit oponthoud volgden we verder de veldweg richting knooppunt 95, dat we aantroffen op het kruispunt met Hal, tevens in het gehucht Hal. Daar draaiden we links een asfaltweg op tussen enkele boerderijen, welke uitmondde ter hoogte van het kruispunt met de Schoorstraat. Rechts konden we even het kapelletje van Hal bekijken, terwijl tal van zware tractoren voorbij reden. We bevonden ons onderussen op het gehucht Hal aan het knooppunt 94, terug op Belgische bodem. We stapten links de Schoonstraat door, tussen akkers en weiland, tot we opnieuw de grens met Nederland overschreden aan de Schoorbrug, net over het Merkske. We verlieten op die manier Hoogstraten en betraden andermaal Castelre. Voorbij de brug stapten we via de Haldijk tot aan de rand van het even verder zichtbare bos, richting knooppunt 72. Echter net vóór de bosrand kozen we links een brede zandweg, nu richting knooppunt 71, de Koloniebaan. Aan een volgende T-splitsing ging het rechtsaf via nog steeds de Koloniebaan, met oog voor de aanwijzingen naar knooppunt 70.

Deze zandweg leidde over de Hoogstratensebaan. Zowat 200 m voorbij het kruispunt bemerkten we een infobord inzake de ‘Schootse Hoek’. We verlieten er de brede zandweg, om schuin links het bos in te wandelen, via een bosweg richting knooppunt 69. We volgden deze smalle bosweg tot aan de bosrand, na even voordien de Vennenbaan te hebben gekruist. Aan de rand ging het over vrij korte afstand linksaf, in de richting van het knooppunt7, om slechts 100 m verder, rechts een smal pad op te gaan tussen twee velden, nu richting knooppunt 9. Vervolgens stapten we op een smal kronkelend paadje doorheen een varenrijk bos, terwijl we even voordien opnieuw de landsgrens waren gepasseerd. Op het einde van het varenwegje kwamen we uit in de dwars gelegen Torendreef. We sloegen deze links in en hielden wat verder even hakt aan de begraafplaats van Wortel-Kolonie. Eenmaal voorbij het bos, kozen we rechts Kolonie om de wandeling tenslotte te eindigen aan het bezoekerscentrum omstreeks 15:42 uur. Alvorens de terugreis aan te vatten, genoten we nog van enkele frisdrankjes op het terras.”

zondag 7 juli 2024

583: Gastuche, Dinsdag 04 juni 2024, 9,614 km. (11.306,427 km.)


"Wandeling nr. 6 uit het ‘Wandelboek De Ardennen en Wallonië’. Een tocht over een afstand van 8,41 km, met start en aankomst ter hoogte van het NMBS-station van Gastuche. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en konden bij aankomst terecht op de parking aan het station. Na de wandelschoenen te hebben aangetrokken konden we omstreeks 11:05 uur de geplande tocht aanvatten. Met het voormalige stationsgebouw links, begaven we ons via de smalle Rue de la Station, naar de iets verder gelegen spoorwegovergang. Na een trein te hebben laten passeren, staken we links de spoorweg over en stapten rechtdoor de Drève de Laurensart in, welke uiteraard ons het Forêt de Laurensart liet betreden. Enkele honderden meters verder staken we de Dijle over, waar zich trouwens een gedenkplaat bevindt, als aandenken aan de gevechten tijdens WO2.We verlieten even voorbij de brug over de Dijle de dreef en gingen rechtsaf het bos in. Een smal bospad dat er drassig uitzag, liet ons kort na elkaar tweemaal ter hoogte van een Y-splitsing eerst rechts dan links kiezen. Aan de tweede vork kon ook rechts worden gekozen, echter voor een vrij modderig pad langs de Dijle. Het smalle pad volgde min of meer het verloop van de waterloop.

Rechts kregen we zicht op de vallei, links bemerkten we het hellingbos. Op het einde van het bospad, ter hoogte van een kruising van drie bospaden, kozen we haaks linksaf en begonnen aan een vrij lange beklimming van de helling. Zowat op het hoogste punt, wandelden we een tijdje op een plateau, aan de rand van het Forêt de Laurensart. Het pad mondde uit ter hoogte van een antenne op een kruispunt van bospaden. Aan dit kruispunt wandelden we naar rechts het bos uit. Net aan de bosrand bevond zich een half vergane R4. Via een modderige veldweg kwamen we aan het wandelknooppunt 242, net aan de dwars gelegen Tommestraat, inmiddels terug Vlaams Gewest, meer bepaald het grondgebied Huldenberg. We kozen de richting rechtsaf en stapten richting UFO-platform, een antenne van Belgocontrol, ter monitoring van het luchtruim. We draaiden bijgevolg de Tommestraat rechts in, voorbij het platform, richting knooppunt 241. Op het eerste kruispunt hielden we de richting rechtdoor aan, om op die manier een smalle dalende holle bosweg in te gaan. Dit smalle pad leidde ons doorheen het Wolfsbos. Gekomen aan een splitsing kozen we nog steeds het dalende pad.

Ergens moeten we een aanwijzing over het hoofd hebben gezien, vermits we plotseling aan de rand van het bos, het knooppunt 241 vonden, maar niet de aanwijzing naar de knooppunten 240-241. We waren dus iets te vroeg naar links uitgeweken. Vanaf het knooppunt 241 dienden we even de richting aan te houden naar het volgende knooppunt, 245. Opnieuw aan de bosrand gekomen, dienden we op een kruising van drie paden, het uiterst linkse te kiezen, welke ons door het Rondebos zou brengen. Echter omwille van de bijna onbegaanbaarheid van het pad door de modder, volgden we een alternatieve weg. We verlieten via een modderige weg het bos en kwamen uit op de openbare weg in de Langeheidestraat. We volgden de straat tot op het einde, om daar linksaf de Tommestraat te kiezen, die we bewandelden tot aan het kruispunt, alwaar zich een kapel bevond, met een oude waterpomp. Zo bevonden we ons opnieuw op de juiste weg. Net vóór de kapel gingen we rechts de Waversestraat in, gevolgd door de Poelstraat links. Aan een alleenstaande witte woning, draaiden we rechts de doodlopende Nachtegaalstraat in, welke ons terug leidde naar het Forêt de Laurensart.

Een vrij lange klim bracht ons tenslotte terug naar het knooppunt, gesitueerd voor de antenne op het plateau. Ditmaal op het kruispunt van vier boswegen, ging het rechtsaf, teneinde te beginnen aan de afdaling door het Forêt de Laurensart. Via een dalende holle weg bereikten we de vallei van de Dijle, met name de Drève de Laurensart, welke we op de heenweg reeds een stukje hadden bewandeld. We stapten nu in omgekeerde richting een gedeelte van de heenweg en eindigden de wandeling na 9,614 km aan het voormalige station van Gastuche, omstreeks 14:50 uur. De terugreis kon worden aangevat.”

vrijdag 5 juli 2024

582: Groenendaal, Zaterdag 22 juni 2024, 14,1 km. (11.296,813 km.)


“Wandeling N° 40 uit het ‘Groot Wandelboek Vlaanderen’, met start en aankomst te Groenendaal. Vooraf maakten we via Cambio de verplaatsing en konden na de nodige omleidingen wegens werken, terecht op de parking aan het station van Groenendaal. Na wat zoeken vonden we toch de weg te voet naar het kasteel van Groenendaal, ter hoogte van de Duboislaan nr. 1, de eigenlijke startplaats van de wandeling. Iets later dan gepland konden we omstreeks 11:55 uur de wandeltocht aanvatten. We stapten links van het kasteel, om vrijwel dadelijk het Zoniënwoud in te gaan via de zogeheten Kloosterweg. We wandelden er links langs de eerste vijver, in de richting van de Sint-Corneliuskapel, welke wordt omringd door zeven linden. We volgden verder rechtdoor, nog steeds de Kloosterweg, tot aan de volgende vijver, de Ganzepootvijver. We kruisten de Sint-Corneliusdreef en begaven ons op het Premountpad, langs de derde teen van de Ganzepootvijver. We betraden op die manier het Joseph Zwaenepoel-bosreservaat. Een mooi bospad leidde naar een Y-splitsing, voorzien van een zitbank. We namen er omstreeks 12:25 uur de tijd voor een korte wandel- en eetpauze. Even later kozen we de linkertak en stapten verder via het Palissadepad, alweer een mooi en kronkelend boswegje. Zowat 500 m verder ging het nagenoeg haaks rechtsaf, over een klein bosbeekje, de Schone Eikweg in. Even later kruisten we de geasfalteerde Verdunningsdreef voor een eerste maal.

Aan de overzijde van de weg, ging het nog steeds verder via de Schone Eikweg naar de verder gelegen Lorrainedreef. We bereikten tenslotte op het einde van de Schone Eikweg, de kruising met de brede Lorrainedreef. We namen afscheid van de smalle bosweg en bevonden ons op een breed dolomietpad. Vooreerst echter dachten we even aan de inwendige mens omstreeks 13:30 uur. Een boomstam als zitbank liet toe te genieten van een confituurtaartje. Na deze aangename onderbreking volgden we de Lorrainedreef haaks rechtsaf, om er oog te hebben voor de rood-witte markeringen van de GR126. Over een afstand van ongeveer 1,6 km bewandelden we de brede op- en neergaande dreef, tot we een tweede maal de Verdunningsdreef konden kruisen. Inmiddels was het genieten van een zalige tocht door het woud, met af en toe een flinke dosis zon op een min of meer open plekje. Voorbij de Verdunningsdreef daalden we de helling af, om beneden de eerste weg rechts te kiezen, gevolgd door een smalle bosweg rechts, slechts een tiental meters verder. Via deze Fromontdreef betraden we het bosreservaat Harras. We bleven steeds in dezelfde richting dit smalle bospad volgen, tot waar het pad een lichte bocht maakte naar links. We bevonden er ons in de onmiddellijke nabijheid van de eerder op de dag bemerkte Ganzepootvijver.

Ditmaal betrof het de middelste teen van de vijver. We bochtten via de weg naar links, om ongeveer 80 m verder, op een kruispunt van vier boswegen, linksaf te draaien in de Teenbossendreef. Ook deze dreef leidde doorheen het bosreservaat Harras. We kruisten de Sint-Michielsdreef, om aan de overzijde nog steeds verder te stappen in de Teenbossendreef. Uiteindelijk mondde deze weg uit op één van de drukke wegen door het Zoniënwoud, de Duboislaan, op de scheiding van Brussel en het Vlaams Gewest. Met de nodige voorzichtigheid kruisten we de drukke weg, om aan de overkant verder te gaan in de rechts gelegen Bundersdreef. We wandelden er een tijdje langs het traject van de GR512. We dwarsten de Infantedreef, om kort daarna, rechts de Gravendreef in te draaien. Een vrij smal paadje liet ons afdalen, naar een kruispunt van boswegen, zowat 300 m verder. We kozen er de bosweg schuin links tot aan het volgende kruispunt. Daar ging de wandeling verder via de Vanderheydenweg, tot aan een vijfsprong net voor de voormalige renbaan. We troffen er nogmaals een zitbank aan omstreeks de klok van 15:45 uur, ideaal om nog even over te gaan tot een wandel- en eetpauze.

Na te hebben genoten van deze deugddoende onderbreking gingen we op het kruispunt haaks rechtsaf de Langestaartdreef in. We wandelden via deze dreef tot op de drukke Duboislaan, terwijl we op weg daarheen drie brede lanen kruisten, welke deel uitmaakten van de inmiddels gesloten renbaan. Voorbij de derde laan, passeerden we een slagboom, om via een geasfalteerde holle weg te dalen naar de Duboislaan. De geplande route zou ons leiden naar de Sint-Corneliuskapel aan de overzijde van de laan. We weken echter af van de route en wandelden op de Duboislaan linksaf via een afgesloten wandelpad, naar het nabije Bosmuseum Jan van Ruusbroec, alwaar we even konden overgaan tot een sanitaire stop. Nadien gingen we terug naar de parking aan het station van Groenendaal om er omstreeks 16:50 uur de wandeling af te sluiten.”

maandag 27 mei 2024

581: Redu, Zaterdag 04 mei 2024, 11,35 km. (11.282,713 km.)


“Wandeling Nr. 12 uit het ‘Wandelboek De Ardennen en Wallonië”. Een uitgestippelde wandelroute van 11,35 km doorheen de vallei van de Lesse, met start en aankomst in Redu. Vooraf maakten we de verplaatsing via Cambio en vonden bij aankomst een parkeerplaats in de Rue de Daverdisse. Na het aantrekken van de wandelschoenen, stapten we richting église Saint-Hubert, om er alvorens de tocht aan te vangen, te genieten van een kopje koffie omstreeks 11:00 uur in de bar van het museum Mudia. Even later begonnen we aan de eigenlijke wandeling, waarbij we oog hadden voor de blauwe rechthoekjes. Vooreerst licht dalend via de Rue de Transinne de dorpskom uit, om vervolgens te beginnen aan een lange beklimming van deze straat. Na enkele bochten en zowat op het hoogste punt van de Rue de Transinne, verlieten we de weg naar rechts ter hoogte van een kruisbeeld. Zowat 100 m verder kozen we een dalende weg rechts, waarbij het asfalt snel wisselde naar een steenslagweg. Deze deels verharde weg leidde naar een poort, om wilde zwijnen tegen te houden. Voorbij deze poort daalden we verder af om de Ruisseau de Bonké over te steken. Verder bergaf trokken we doorheen een schaduwrijk bos om tenslotte de brug over de Lesse te bereiken. Even voorbij de brug ging het pad via een houten laddertje over een kleine zijbeek van de Lesse.

We klommen van de Lesse weg, tot op een dwars gelegen rotsig pad, om er haaks rechtsaf te kiezen en voortaan de aanwijzingen te volgen van groene rechthoekjes. Een breder pad leidde langs tal van rotswanden. We troffen er omstreeks 12:10 uur een zitbank aan, ideaal om er even te genieten van een korte wandel- en eetpauze, ondertussen genietend van het geluid van het stromend water van de Lesse. Na deze aangename onderbreking wandelden we verder over een breed pad door een hellingbos, tot we tenslotte opnieuw asfalt verkregen aan de rand van het dorpje Lesse, ter hoogte van het huis nr. 179. We dwarsten de weg om aan de overzijde verder te gaan in een doodlopende asfaltweg, eveneens Lesse genoemd. Waar de weg ophield te bestaan, hielden we de richting rechtdoor aan, nog steeds aangegeven door groene rechthoekjes. Ditmaal trokken we door een open landschap, vooral weiden, tot we andermaal bos naderden. Net aan het begin van het bos, verlieten we de brede grindweg en kozen haaks rechtsaf een smal bospad, om er een gedeelte te volgen van het traject van de GR17 en GR129. We konden nu genieten van een aangenaam pad door een sparrenbos. Geruime tijd laten kwamen we aan een houten wandelbrug over de Lesse, de Passerelle de Chafté-Louis, op een hoogte van 260 m. Via de brug staken we de rivier de Lesse over, om aan de overkant, verder linksaf te wandelen.

Ter afwisseling verkregen we opnieuw asfalt onder de wandelschoenen. Ter hoogte van een groot landgoed links, met een brug over de Lesse, bochtte het door ons gevolgde wegje zowat haaks naar rechts. We konden nu genieten van de nabijheid van de snel stromende Lesse links en enkele prachtige rotspartijen rechts. We stapten verder tot aan een volgende brug over de Lesse, om er een zitbank aan te treffen rond de klok van 13:15 uur. De zitbank was reeds gedeeltelijk ingenomen door een metalen everzwijn, het ‘Statue de Sanglier’. Een unieke gelegenheid voor een korte fotoreportage, terwijl we genoten van een rijsttaartje. Inmiddels bevonden we ons aan deze ‘Pont des Cochettes’ nog steeds op een hoogte van 250 m. Voldoende uitgerust begaven we ons opniew op weg om verder de Lesse stroomafwaarts te volgen. Even voorbij deze houten brug bemerkten we aan de overzijde van de rivier het zogenaamde ‘Pavillon Huet’, een onderzoeksstation, vernoemd naar de rivierecoloog Marcel Huet. Nog steeds de Lesse stroomafwaarts verder volgend, vonden we een eind verder een trap welke ons liet afdalen naar de openbare weg, de Rue de Barbouillons, ter hoogte van andermaal een brug over de rivier. We bevonden ons daar op een hoogte van 240 m. We begaven ons even naar rechts op de weg, om dan aan de overzijde een dalend pad te kiezen naar links.

Via een houten brugje staken we een zijbeek van de Lesse over, om dan verder de Lesse stroomafwaarts te volgen. Ditmaal draaide het pad stilaan weg van de rivier en begonnen we aan een vrij steile beklimming op een moeilijk begaanbaar pad tussen de rotsen en over tal van boomwortels. Gelukkig konden we de juiste weg vinden via de groene rechthoekjes. Echter tot overmaat van ramp kregen we een ware stortbui over ons heen, al bij al nog een geluk dat we wat beschutting vonden onder de bladeren van de bomen. Eenmaal deze helling overwonnen, bereikten we een dwars gelegen deels verharde weg, die we rechts opgingen. We namen er meteen afscheid van de groene rechthoekjes. Nog wat aan hoogte winnend klommen we langzaam uit de Lessevallei. Voor de tweede maal passeerden we een poort tegen de wilde zwijnen en verlieten even later het bos. Het gevolgde pad mondde tenslotte uit op de Rue de Barbouillons die we links opdraaiden en op die manier wandelden naar het centrum van Séchery, inmiddels op een hoogte van 320 m. In het centrum van het dorp bochtte de weg naar rechts, om nadien aangekomen op het T-kruispunt, zowat 30 m naar links te stappen. Daar begonnen we dan aan de steile beklimming van een rotsig pad naast een woning. Van het vermelde kruisbeeld in het wandelboek was echter geen spoor meer te bekennen.

Na de beklimming van het steile pad, bereikten we een wat bredere verharde weg, die uiteindelijk uitmondde in de Rue de Daverdisse, ter hoogte van een picknickplaats. We draaien de weg naar links op om geleidelijk af te dalen naar het centrum van Redu, eindpunt van de wandeling. Na het aantrekken van droge schoenen en het opbergen van de natte kledij, namen we nog even de tijd voor een kopje koffie omstreeks 16:15 uur in Mudia. Later, alvorens de terugreis aan te vatten, bezochten we nog even de lokale begraafplaats van Redu, op zoek naar graven van voorouders van wandelmaatje. Het bleef echter bij het vinden van slechts één grafzerk.”