Aan de overzijde van de weg, ging het nog steeds verder via de Schone Eikweg naar de verder gelegen Lorrainedreef. We bereikten tenslotte op het einde van de Schone Eikweg, de kruising met de brede Lorrainedreef. We namen afscheid van de smalle bosweg en bevonden ons op een breed dolomietpad. Vooreerst echter dachten we even aan de inwendige mens omstreeks 13:30 uur. Een boomstam als zitbank liet toe te genieten van een confituurtaartje. Na deze aangename onderbreking volgden we de Lorrainedreef haaks rechtsaf, om er oog te hebben voor de rood-witte markeringen van de GR126. Over een afstand van ongeveer 1,6 km bewandelden we de brede op- en neergaande dreef, tot we een tweede maal de Verdunningsdreef konden kruisen. Inmiddels was het genieten van een zalige tocht door het woud, met af en toe een flinke dosis zon op een min of meer open plekje. Voorbij de Verdunningsdreef daalden we de helling af, om beneden de eerste weg rechts te kiezen, gevolgd door een smalle bosweg rechts, slechts een tiental meters verder. Via deze Fromontdreef betraden we het bosreservaat Harras. We bleven steeds in dezelfde richting dit smalle bospad volgen, tot waar het pad een lichte bocht maakte naar links. We bevonden er ons in de onmiddellijke nabijheid van de eerder op de dag bemerkte Ganzepootvijver.
Ditmaal betrof het de middelste teen van de vijver. We bochtten via de weg naar links, om ongeveer 80 m verder, op een kruispunt van vier boswegen, linksaf te draaien in de Teenbossendreef. Ook deze dreef leidde doorheen het bosreservaat Harras. We kruisten de Sint-Michielsdreef, om aan de overzijde nog steeds verder te stappen in de Teenbossendreef. Uiteindelijk mondde deze weg uit op één van de drukke wegen door het Zoniënwoud, de Duboislaan, op de scheiding van Brussel en het Vlaams Gewest. Met de nodige voorzichtigheid kruisten we de drukke weg, om aan de overkant verder te gaan in de rechts gelegen Bundersdreef. We wandelden er een tijdje langs het traject van de GR512. We dwarsten de Infantedreef, om kort daarna, rechts de Gravendreef in te draaien. Een vrij smal paadje liet ons afdalen, naar een kruispunt van boswegen, zowat 300 m verder. We kozen er de bosweg schuin links tot aan het volgende kruispunt. Daar ging de wandeling verder via de Vanderheydenweg, tot aan een vijfsprong net voor de voormalige renbaan. We troffen er nogmaals een zitbank aan omstreeks de klok van 15:45 uur, ideaal om nog even over te gaan tot een wandel- en eetpauze.
Na te hebben genoten van deze deugddoende onderbreking gingen we op het kruispunt haaks rechtsaf de Langestaartdreef in. We wandelden via deze dreef tot op de drukke Duboislaan, terwijl we op weg daarheen drie brede lanen kruisten, welke deel uitmaakten van de inmiddels gesloten renbaan. Voorbij de derde laan, passeerden we een slagboom, om via een geasfalteerde holle weg te dalen naar de Duboislaan. De geplande route zou ons leiden naar de Sint-Corneliuskapel aan de overzijde van de laan. We weken echter af van de route en wandelden op de Duboislaan linksaf via een afgesloten wandelpad, naar het nabije Bosmuseum Jan van Ruusbroec, alwaar we even konden overgaan tot een sanitaire stop. Nadien gingen we terug naar de parking aan het station van Groenendaal om er omstreeks 16:50 uur de wandeling af te sluiten.”